LANDarchitecten bvba BIJLAGE 01 INSCHRIJVINGSFORMULIER TIE14 BOST VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM 1

Transcriptie

1 LANDarchitecten bvba BIJLAGE 01 INSCHRIJVINGSFORMULIER TIE14 BOST VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM 1

2 BESTEK NUMMER: IN OPDRACHT VAN: GEBOUW / LIGGING: WERK: WIJZE VAN GUNNING: GEB/2016/06 Gemeentebestuur Tienen Vertegenwoordigd door Katrien Partyka, Burgemeester Grote Markt 27, 3300 Tienen Ontmoetingscentrum Bost St. Odulphusstraat zn (naast de kerk) 3300 Tienen TIENEN 6 e afd. sectie N, nrs. 82k, 82n/deel VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM - HVAC OPEN AANBESTEDING INSCHRIJVINGSFORMULIER Aannemingsovereenkomst(en) inzake:... Datum:... De inschrijver (firma)..., hierbij vertegenwoordigd door..., beroep of hoedanigheid..., adres..., ingeschreven in het rechtspersonenregister met ondernemingsnummer, verklaart genoegzaam kennis te hebben genomen van de stukken van de opdracht(en) en de bepalingen en de voorwaarden ervan formeel te aanvaarden. De inschrijver verbindt zich ertoe deze aanneming(en) uit te voeren overeenkomstig voormelde stukken voor de hiernavolgende forfaitaire prijs (prijzen) zonder btw: Perceel euro (voluit, excl. korting)... % korting Handtekening: Indien aan de inschrijver verschillende percelen worden gegund, staat hij een bijkomende korting toe op alle percelen:... % korting Handtekening: Deze prijs(prijzen) zal(zullen) eventueel kunnen verbeterd worden volgens de modaliteiten die zijn bepaald in het KB van 15 juli De punten A tot I zijn door ons gelezen, goedgekeurd en waar nodig aangevuld (zie ook ommezijde). A. Nationaliteit:... B. Inlichtingen betreffende de erkenning (valse verklaringen betreffende de erkenning kunnen de sancties bepaald in artikel 19 van de wet van 20 maart 1991 tot gevolg hebben): 1. De erkenning stemt wel/niet overeen met de (onder-)categorie en klasse bepaald door het bestek en het (doorslaggevend) bedrag van de offerte. Rekening houdend met de stand van de aan gang zijnde aannemingen zal het maximumbedrag van gelijktijdig uit te voeren werken, vastgesteld voor de verkregen erkenningsklasse, door de gunning van de opdracht wel/niet worden overschreden. TIE14 BOST VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM 1

3 2. De bewijzen van erkenning in een andere EU-lidstaat en van gelijkwaardigheid van die erkenning, zijn wel/niet bij deze offerte gevoegd. 3. De bewijzen dat aan de voorwaarden voor erkenning is voldaan, zijn wel/niet bij deze offerte gevoegd. Ik verklaar over volgende erkenningen te beschikken: (onder)categorie: Klasse: Andere meldingen betreffende de erkenning :... C. BTW nummer: D. Rekening nr.... bij... (financiële instelling). De uit hoofde van deze aanneming(en) verschuldigde sommen kunnen op geldige wijze gestort worden op deze rekening. E. Conform art. 81, 5 van het KB van 15 juli 2011 wordt aan de inschrijving een lijst toegevoegd met alle in dit artikel vermelde elementen aangaande de oorsprong van de te leveren producten en de te verwerken materialen die afkomstig zijn van buiten de Europese Unie. F. De inschrijver verklaart bij de RSZ geïmmatriculeerd te zijn onder het nr Wij verlenen aan de opdrachtgever machtiging om bij derden en openbare besturen alle nuttige inlichtingen op financieel, technisch of moreel gebied over onze persoon/firma in te winnen. G. De inschrijver verklaart zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 61 1 en 2 van het KB van 15 juli De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor om de attesten die de niet-uitsluiting bewijzen in elk stadium van de gunningsprocedure op te vragen. H. De inschrijver verklaart zich niet in een toestand van belangenvermenging te bevinden, zoals bedoeld in art. 64 van het KB van 15 juli I. Voor het nazicht van onze inschrijving is het voor het bestuur belangrijk dat onze offerte opgemaakt is op de oorspronkelijke samenvattende opmetingsstaat. Indien wij toch met een zelf aangemaakte samenvattende opmeting hebben ingeschreven, garanderen wij, ondergetekende(n), dat onze zelf aangemaakte samenvattende opmetingsstaat conform is aan de originele samenvattende opmetingsstaat die deel uitmaakte van het aanbestedingsdossier (zie ook art. 80 van het KB van 15 juli 2011). Wij dragen tevens de volle verantwoordelijkheid voor fouten die eventueel in onze zelf aangemaakte opmetingsstaat zouden geslopen zijn en waarvan wij op heden geen kennis hebben. Wij zullen dan ook geen enkele aanspraak kunnen maken op enige vorm van schadevergoeding of bijkomende betaling ingevolge mogelijke fouten die door het bestuur niet zouden ontdekt worden in onze zelf aangemaakte opmetingsstaat hetzij in de gunningsfase, hetzij in de uitvoeringsfase. Bovendien zijn wij aansprakelijk voor elke eis tot schadevergoeding die het bestuur van derden zou ontvangen ingevolge mogelijke fouten die door het bestuur niet zouden ontdekt worden in onze zelf aangemaakte opmetingsstaat hetzij in de gunningsfase, hetzij in de uitvoeringsfase. J. Hierbij bevestigen wij dat wij de werkmethode die voortvloeit uit het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan van de coördinator-ontwerp zullen volgen. Opgemaakt te... op De inschrijver(s), TIE14 BOST VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM 2

4 LANDarchitecten bvba BIJLAGE 02 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN TIE14 BOST VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM 1

5 2B-SAFE bvba Ingenieurs & adviesbureau Tiensesteenweg 129A bus Glabbeek T 016/ F 016/ BTW BE info@2bsafe.be Betreft: veiligheids- en gezondheidsplan Dossiernummer: Bouwplaats: Sint-Odulphusstraat z/n, 3300 Bost Bouwheer: Gemeentebestuur Tienen Datum opmaak: 28/10/2015 Glabbeek, 28/10/2015 Geachte, Als bijlage kan u het veiligheids- en gezondheidsplan vinden van bovengenoemd project. Gelieve dit grondig door te nemen. Aan de opdrachtgever en de architect: Het is belangrijk dat dit document deel uitmaakt van het aanbestedingsdossier of de offerteaanvraag en hierin als afzonderlijk en als dusdanig betiteld deel opgenomen wordt. Ontvangen veiligheidsdossiers van aannemers dienen voorgelegd te worden zodat hierop advies kan gegeven worden alvorens de opdracht wordt toegewezen. Gelieve ons op de hoogte te houden van de planning van het project en de gegevens van alle aangestelde aannemers en andere betrokken partijen tijdig door te geven. Aan alle aannemers en onderaannemers: Volgende documenten dient u verplicht toe te voegen aan u offerte: - Eigen veiligheidsdossier met specifieke werkmethode. - Ondertekende intentieverklaring (zie laatste pagina). Indien de opdracht reeds toegewezen is, dient u ons deze documenten voor de start der werken te bezorgen. Volgende documenten dient u verplicht te bezorgen bij het einde der werken: Een gedetailleerd as-built dossier (technische fiches, technische plannen, schema s, onderhoudsvoorschriften, gebruiksaanwijzingen, keuringen, attesten, foto s enz.). Dit as-built dossier moet in het bijzonder de informatie bevatten van aantoonbare en verborgen gevaren. Met vriendelijke groeten, 2B SAFE BVBA - Ingenieurs & Adviesbureau Tiensesteenweg 129A b Glabbeek E: info@2b-safe.be Tel: 016/ Fax: 016/ Web: Indien geen reactie binnen de 5 kalenderdagen na verzending gaan wij er vanuit dat alle partijen akkoord kunnen gaan met dit document

6 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Conform het K.B. TMB 25/01/2001, de wet op het welzijn 04/08/1996 en de Europese richtlijn 92/57 EEG Bouwheer: Gemeentebestuur Tienen Bouwdirectie ontwerp: LANDarchitecten bvba Bouwdirectie met de controle op de uitvoering: LANDarchitecten bvba Project: Verbouwing ontmoetingscentrum Bost Bouwplaats: Sint-Odulphusstraat z/n, 3300 Bost Veiligheidscoördinator: 2B SAFE BVBA - Ingenieurs & Adviesbureau Tiensesteenweg 129A b Glabbeek E: info@2b-safe.be Tel: 016/ Fax: 016/ Web: EPB PEB verslaggeving - EPC A/B/C - Veiligheidscoördinatie - Keuring riolering - Plaatsbeschrijving luchtdichtheidsmetingen - 2 -

7 Inhoudstafel 1. Algemene inlichtingen 2. Contactpersonen 3. Taken en verantwoordelijkheden 4. Preventiemaatregelen en specifieke afspraken 5. Organisatie van de hulpverlening 6. Bijlagen - 3 -

8 1. Algemene inlichtingen Dit veiligheids- en gezondheidsplan werd opgemaakt door 2B-Safe bvba en is enkel te gebruiken in het kader van bovenvermeld project. Gehele of gedeeltelijke overname van dit document is absoluut verboden tenzij na schriftelijke toelating door 2B-Safe bvba. De taal van het dossier, werfverslagen en andere veiligheidsdocumenten en van de omgang op de werf is het Nederlands. Aannemers die anderstalige werknemers tewerkstellen, moeten zelf instaan voor het vertalen van de van kracht zijnde V&Gbepalingen en voor het informeren, opleiden en instrueren van die werknemers in hun moedertaal. Definities tussenkomende partijen: Opdrachtgever (OG): iedere natuurlijke of rechtspersoon voor wiens rekening een bouwwerk wordt verwezenlijkt. Bouwdirectie belast met het ontwerp (BDO): iedere natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor het ontwerp van het bouwwerk (Bv: architect, studiebureau, ). Bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering (BDCU): iedere natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor de controle op de uitvoering van het bouwwerk (Bv: architect, studiebureau, ). Veiligheidscoördinator ontwerp (VCO): Iedere persoon die door de opdrachtgever of de bouwdirectie ontwerp aangesteld is om zorg te dragen voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de ontwerpfase van het bouwwerk. Veiligheidscoördinator verwezenlijking (VCV): Iedere persoon die door de opdrachtgever of de bouwdirectie ontwerp aangesteld is om zorg te dragen voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk. Bouwdirectie belast met de uitvoering (BDU): Iedere natuurlijke of rechtspersoon die voor rekening van de opdrachtgever zorg draagt voor de uitvoering van het bouwwerk (aannemer). Opmerking: Wij adviseren de opdrachtgever om steeds met gespecialiseerde firma s te werken. Indien er door de opdrachtgever toch zelf werken uitgevoerd worden, dient deze steeds met dezelfde veiligheidsmaatregelen rekening te houden zoals wij voorschrijven voor de aannemers van desbetreffende posten. Opmerking: Verplichtingen m.b.t. aanwezigheidsregistratie op bepaalde bouwplaatsen; Deze verplichting is van toepassing op bouwplaatsen waar werken uitgevoerd worden waarvan het totale bedrag exclusief BTW gelijk is aan of hoger is dan De bouwdirectie belast met de uitvoering dient een registratieapparaat ter beschikking te stellen

9 2. Contactpersonen Bouwheer: Naam: adres: Tel: Gemeentebestuur Tienen Bouwdirectie belast met het ontwerp Naam: LANDarchitecten bvba adres: Tel: 016/ Bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering Naam: LANDarchitecten bvba adres: Tel: 016/ Studiebureau stabiliteit Naam: IWS bvba adres: Tel: 0474/ Veiligheidscoördinator Naam: 2B SAFE BVBA Ingenieurs & Adviesbureau adres: Tel: 016/ Bouwdirectie(s) uitvoering (aannemers): Naam: Activiteit: adres: Tel: Naam: Activiteit: adres: Tel: Naam: Activiteit: adres: Tel: - 5 -

10 Constructiv NAVB-CNAC Naam: Constructiv NAVB - CNAC Activiteit: Verlenen van advies aan ondernemingen m.b.t. veiligheid en welzijn in de bouwsector. adres: navb@constructiv.be Tel: 02/ Toezicht op het welzijn op het werk (FOD WASO) Naam: Directie Limburg Vlaams-Brabant Activiteit: Inspectiebezoeken, toezicht, ongevallenonderzoek, e.d. m.b.t. veiligheid en welzijn op het werk. adres: Tww.limburg.vlaamsbrabant@werk.belgie.be Tel: 013/

11 3. Taken & verantwoordelijkheden Opdrachtgever en bouwdirectie belast met het ontwerp en de controle op de uitvoering: Bij projecten < 500m² dient de bouwdirectie ontwerp de veiligheidscoördinator aan te stellen in ontwerpfase. Bij projecten > 500m² is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de aanstelling van de veiligheidscoördinator in de ontwerpfase. Het veiligheids- en gezondheidsplan dient besproken te worden in ontwerpfase. Op deze manier kunnen er concrete afspraken gemaakt worden m.b.t. veiligheid en gezondheid en latere postinterventies van het bouwwerk. Wanneer de veiligheidscoördinator aangesteld is na de ontwerpfase dient deze bespreking te gebeuren voor de start der werken. De opdrachtgever, bouwdirectie ontwerp en bouwdirectie met controle op de uitvoering dienen de veiligheidscoördinator hiervoor tijdig te contacteren om de nodige afspraken te kunnen maken. De opdrachtgever en de bouwdirectie ontwerp en controle op de uitvoering dienen ons en de aannemers te verwittigen indien zij op de hoogte zijn van bepaalde omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op gebied van veiligheid en gezondheid tijdens de werken (ondergrondse leidingen, gevaarlijke stoffen, school in nabije omgeving, enz.) Het is belangrijk dat dit veiligheids- en gezondheidsplan deel uitmaakt van het aanbestedingsdossier of de offerteaanvraag en hierin als afzonderlijk en als dusdanig betiteld deel opgenomen wordt. Ontvangen veiligheidsdossiers van aannemers dienen voorgelegd te worden aan de veiligheidscoördinator zodat hij hierop advies kan geven alvorens de aannemer de opdracht toegewezen krijgt. Indien dit niet meer mogelijk is moet dit gebeuren alvorens de aannemer zijn werken start. Het is belangrijk dat wij steeds op de hoogte gebracht worden van de planning / fase van het project en van de effectieve startdatum van elke nieuwe aannemer. De gegevens van alle aannemers en andere betrokken partijen en voor welke post zij verantwoordelijk zijn dienen wij steeds tijdig te ontvangen. ( adres en telefoonnummer zijn belangrijk). Tijdens de werken mogen er geen gebruikers aanwezig zijn. Het gebouw mag pas in gebruik genomen worden wanneer alle werken volledig afgewerkt zijn, alle definitieve trappen en borstweringen volledig geplaatst zijn en alle keuringen aanwezig zijn (gas, water, elektriciteit, riolering, lift, controle brandweer, enz.). Er mag absoluut geen risico zijn bij ingebruikname. Gezien hun voorbeeldfunctie betreffende het preventiebeleid is het essentieel dat het leidinggevend personeel van de aannemers, de vertegenwoordigers van BDO / BDCU (architect), studiebureaus, opdrachtgever en andere partijen alle preventiemaatregelen steeds consequent zelf naleven en continu promoten. (Zelf de nodige PBM (helm, veiligheidsschoenen, enz.) dragen)

12 Bouwdirectie(s) uitvoering (aannemers) en onderaannemers Volgende documenten dient u verplicht te bezorgen bij uw offerte / inschrijving: Eigen veiligheidsdossier met een specifieke uitgeschreven werkmethode rekening houdend met dit VGP. Intentieverklaring van dit VGP (zie laatste pagina). Volgende documenten dient u verplicht te bezorgen voor de start van de werken: Eigen veiligheidsdossier met een specifieke uitgeschreven werkmethode rekening houdend met dit VGP + werfinrichtingsplan. Intentieverklaring van dit VGP (zie laatste pagina). Volgende documenten dient u verplicht te bezorgen bij het einde van de werken: As-Built dossier (technische fiches, technische plannen, schema s, onderhoudsvoorschriften, gebruiksaanwijzingen, stortingsattesten, enz.). Dit ter aanvulling van het postinterventiedossier. Alle aannemers zijn verplicht: Om hun werknemers, onderaannemers en leveranciers in te lichten over de inhoud van dit VGP, de veiligheidsverslagen en andere veiligheidsdocumenten en er zich van te vergewissen dat de inhoud door hen werd begrepen en te zorgen voor een correcte toepassing van de maatregelen er in omschreven. Dit dient te gebeuren door middel van een toolboxmeeting (Document hiervan steeds te bezorgen aan veiligheidscoördinator). Om de gegevens van hun onderaannemers te bezorgen (telefoonnummer, e- mailadres en voor welke post zij verantwoordelijk zijn.) Om de veiligheidscoördinator op de hoogte te houden van ongevallen die zich voorgedaan hebben op de werf, zelfs indien deze geen ernstige letsels tot gevolg hebben. Om ervoor te zorgen dat gebruik gemaakt wordt van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen volgens noodzakelijkheid en aard der werken zoals voorzien in ARAB, AREI en de CODEX over het Welzijn op het werk. Om gevaarlijke situaties die hij voorziet of vaststelt op de werf of in de nabije omgeving ervan onmiddellijk aan de veiligheidscoördinator te melden, ook indien die geen relatie hebben tot of voor de door hem uit te voeren werken of handelingen. Om van elke toolboxmeeting een verslag op te maken en te overhandigen aan de veiligheidscoördinator. (Bij de start der werken / start van een nieuwe fase en vóór elke risicovolle activiteit). Dagelijks overleg met elkaar te hebben (wie doet er wat waar en wanneer?) Om al hun onderaannemers en leveranciers te informeren over de inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan en over alle andere communicatie m.b.t. veiligheid. Indien onderaannemers in gebreke blijven door het nalaten om bepaalde veiligheidsmaatregelen toe te passen, dient hij actie te ondernemen en indien nodig zelf de nodige maatregelen te treffen

13 4. Preventiemaatregelen en specifieke afspraken Algemeen Elke aannemer is verplicht om de nodige collectieve of persoonlijke veiligheidsmiddelen eigen aan zijn werk steeds toe te passen. Men dient eerst te opteren voor collectieve veiligheidsmiddelen, indien dit niet mogelijk is dient men te werken met persoonlijke veiligheidsmiddelen. Elke aannemer moet zijn realisatie, zelfs indien deze onvolledig afgewerkt is, steeds collectief beveiligen en veilig achterlaten of de toegang ertoe fysiek onmogelijk maken. Vooraleer zijn werken te starten dient hij te controleren of er nog extra veiligheidsmiddelen dienen geplaatst te worden. Deze collectieve veiligheidsmiddelen dienen aanwezig te blijven zolang er risico aanwezig is en mogen pas weggenomen worden na goedkeuring van alle betrokken partijen. Gedurende die tijd dienen alle aannemers die deze collectieve veiligheidsmiddelen wegnemen om bepaalde werken te kunnen uitvoeren, deze zone fysisch af te bakenen voor andere aannemers of andere partijen, zich persoonlijk te beveiligen en de collectieve veiligheidsmiddelen onmiddellijk en stevig terug te plaatsen na hun werken. Het (tijdelijk) wegnemen van collectieve beschermingsmiddelen mag enkel na toestemming van alle betrokken partijen. Alle collectieve beschermingsmiddelen dienen gecontroleerd te worden door een bevoegd persoon van de aannemer die deze geplaatst, terug gezet heeft of in de omgeving dient te werken waar collectieve valbeveiliging geplaatst is. Elke aannemer dient hiervoor dus een bevoegd persoon aan te stellen, deze dient een werfrondgang te houden vooraleer de werken opstarten en elke onveilige situatie te melden en aan te passen vooraleer er werken mogen plaatsvinden. Alle aannemers dienen rekening te houden met de andere partijen op de bouwplaats. Indien nodig dienen zij specifiek voor hun werk een veiligheidszone met signalisatie te voorzien zodat andere partijen geen risico kunnen lopen

14 Omgevingsfactoren - Verkeerssituatie en voorbijgangers De weg moet altijd vrij blijven. Alle aannemers dienen toestemming aan te vragen voor het plaatsen van verkeersborden met verboden te parkeren in de buurt van de werf indien zij dit nodig achten. Op die manier kan verkeer altijd passeren, ook als er een vrachtwagen tijdelijk stationeert. Alle voorbijgangers moeten de werf steeds op een veilige en comfortabele manier kunnen passeren, ook bij levering van materialen. Indien er risicovolle werken / leveringen plaatsvinden dient men een veiligheidszone te maken voor de voorbijgangers. Een veiligheidszone dient te blijven staan tot het volledig einde der werken. Alle aannemers dienen voorbijgangers bij risicovolle werken en leveringen op voldoende afstand te houden en te begeleiden. Voldoende signalisatie is noodzakelijk. Er mag in geen enkel geval risico zijn voor voorbijgangers. Bij inname van openbaar domein moet er tijdig nagegaan worden of dit toegestaan wordt door de lokale overheden en aan welke voorwaarden. De omgevingsfactoren moeten bekeken worden zodat geen onnodige hinder ontstaat voor de omgeving. De nodige signalisatie moet geplaatst worden en onderhouden door de aannemer die het openbaar domein inneemt in samenspraak met de bevoegde diensten. Er dient een signalisatieplan opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de plaatselijke bevoegde instanties. Indien er risicovolle werken plaatsvinden voor de omgeving dienen de aannemers dit eerst grondig en tijdig te overleggen met de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator vooraleer deze werken te starten. - Veiligheidszone De meest geschikte maatregel is om voorbijgangers om te leiden zodat deze niet langs de bouwplaats moeten passeren. (Verplicht over te steken aan dichtstbijzijnde zebrapaden / omleiding voorzien). Indien men voor een veiligheidszone kiest, dient deze uit een degelijk voetgangers/fietsers tunnel te bestaan waardoor deze weggebruikers de werf steeds veilig kunnen passeren; Deze tunnel moet stevig en stabiel genoeg zijn om eventueel vallend materiaal op te kunnen vangen. Bij risicovolle werken en leveringen moeten voorbijgangers steeds op de meest passende manier beschermd of tegen gehouden worden. Alle aannemers dienen hier tijdens hun werken rekening mee te houden. Een veiligheidszone gecreëerd door de algemene hoofdaannemer of ruwbouwaannemer dient te blijven staan tot het volledig einde der werken of tot er geen risico meer is t.o.v. de omgeving. Alle aannemers dienen ervoor te zorgen dat andere aannemers op de werf geen risico lopen door hun werken. De aannemers dienen dus steeds voor hun eigen werken een veiligheidszone te voorzien op de werf of hun planning aan te passen zodat er geen werken plaats vinden onder of boven elkaar. Indien noodzakelijk dienen ze de risicovolle zones volledig en fysisch af te bakenen en de nodige signalisatie te voorzien

15 - Ondergrondse of bovengrondse leidingen en kabels / cabines. Indien er bovengrondse leidingen ter hoogte van de bouwplaats aanwezig zijn, dienen alle aannemers hier steeds rekening mee te houden bij levering van materialen, werken met een kraan, hefwerktuigen, hoogwerker, plaatsen van een stelling,... Een voldoende grote veiligheidsafstand is steeds noodzakelijk. (10 meter). Bij hoogspanningsleidingen hoogspanningscabines - gascabines elektriciteitscabines - ondergrondse leidingen kabels enz. die in de ruime omgeving van de bouwplaats aanwezig zijn, dient men ruim op voorhand contact op te nemen met de beheerders hiervan. Deze zullen de nodige veiligheidsmaatregelen en eventuele veiligheidsafstanden doorgeven en bespreken. (Bij hoogspanningsleidingen kan men geëlektrocuteerd worden zonder de leidingen aan te raken, principe van overslag). Bij eventuele problemen steeds contact opnemen met de beheerder. Geen enkele aannemer mag werken uitvoeren vooraleer voorafgaand contact met de beheerder. Alle aannemers die grondwerken uitvoeren, aannemers die met zwaar werfverkeer de werf betreden, aannemers die zorgen voor grondverschuivingen (droogzuiging, e.d.), aannemers die door hun werken enig risico kunnen vormen voor ondergrondse leidingen dienen na te gaan of er ondergrondse leidingen aanwezig zijn en het bewijs hiervan en het bewijs van het contact met de beheerders te bezorgen vooraleer hun werken te starten. (informatie in te winnen via of en via het gemeentebestuur en de opdrachtgever)

16 Werfinrichting - Werfafsluiting Men dient de werf volledig af te sluiten met voldoende hoge werfhekken die met elkaar verankerd zijn zodat toegang voor onbevoegden onmogelijk is. De aannemer ruwbouw dient deze te plaatsen en in stand te houden voor er werken op de bouwplaats starten. Deze moeten blijven staan tot het volledige einde der werken. Indien bij de start van de werken geen ruwbouw aannemer gekend is, dient de eerste aannemer die werken uitvoert op de bouwplaats deze werfafsluiting te voorzien. Betonnen voeten van het hekwerk mogen niet uitsteken (struikelgevaar voor voorbijgangers). De noodzakelijke en voldoende pictogrammen dienen ophangen op een goed zichtbare plaats (verboden toegang voor onbevoegden verplichte helmdracht verplichte veiligheidsschoenen enz.). Dit dient te gebeuren door de aannemer die de werfafsluiting plaatst. Indien bepaalde aannemers de werfafsluiting dienen te openen of verplaatsen dienen zij onmiddellijk hierna de afsluiting stevig terug te plaatsen en degelijk te sluiten. De aannemer die de werf als laatste verlaat, dient ervoor te zorgen dat de werfafsluiting degelijk geplaatst is en de hekken volledig toe staan zodat toegang voor onbevoegden absoluut niet mogelijk is. - Sanitaire voorzieningen Voldoende grote of meerdere werflokalen dienen voorzien te worden door de algemene hoofdaannemer tot het einde der werken; indien er niet gewerkt wordt met een algemene hoofdaannemer dient elke aannemer voor zijn personeel een werflokaal te voorzien. Voldoende correcte sanitaire voorzieningen moeten aanwezig zijn op de bouwplaats (Degelijke en voldoende toiletten, stromend water, mogelijkheid om handen te wassen, enz.) door de algemene hoofdaannemer tot het einde der werken; indien er niet gewerkt wordt met een algemene hoofdaannemer dient elke aannemer voor zijn personeel een werflokaal te voorzien. De inplanting van deze werflokalen en sanitaire voorzieningen dient duidelijk aangeduid te staan op het werfinrichtingsplan; dit dient steeds voor de start der werken ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de veiligheidscoördinator en de opdrachtgever. Men dient er rekening mee te houden dat deze lokalen steeds comfortabel en veilig te bereiken zijn; ook voor eventuele bezoekers van de bouwplaats. Men dient voldoende signalisatie te plaatsen zodat iedereen deze lokalen snel kan bereiken van op de openbare weg en van op de bouwplaats zonder hierdoor enig risico te lopen. Alle aannemers dienen een bevoegd persoon aan te stellen die zorgt voor het onderhoud van deze lokalen en sanitaire voorzieningen

17 - Orde en netheid Een ordelijke en nette werf is de basis van een veilige werf. Alle aannemers zijn verantwoordelijk voor hun eigen materialen en afval. Alle materialen dienen ordelijk gerangschikt te zijn en moeten zich binnen de werfafsluiting bevinden. Indien er materialen buiten de werfafsluiting geplaatst worden, dient deze aannemer hier zelf een afsluiting en de nodige signalisatie te voorzien. Alle afvalmateriaal dient dagelijks van de werf verwijderd te worden. Elke aannemer is verantwoordelijk voor zijn eigen afval. Indien er op de werf te veel afval achterblijft, zal de opdrachtgever op kosten van de aannemers de werf zelf laten opruimen. Alle afval dient naar een erkend afvalcentrum gebracht te worden, de aannemer dient hiervan de bewijzen te bezorgen. Alle doorgangen moeten voldoende breed zijn (minimum 1m20). Gevaarlijke producten dienen op een vooraf afgesproken en veilige plaats gestockeerd te worden. Na gebruik dient men deze producten ook onmiddellijk terug te plaatsen op dezelfde afgesproken locatie. Veiligheidsfiches van alle gevaarlijke producten dienen bij het product aanwezig te zijn. Gasflessen dienen op een vooraf afgesproken en veilige plaats gestockeerd te worden en dient men stevig vast te maken zodat deze zeker niet kunnen omvallen. - Levering van materialen Alle aannemers dienen een zone te voorzien waar materialen op een veilige manier kunnen geleverd worden (aan te duiden op het werfinrichtingsplan) zodanig dat er geen risico is m.b.t. de werken, de verschillende aannemers die werkzaamheden uitvoeren en de voorbijgangers. Indien nodig dient men een tijdelijke veiligheidszone te voorzien en voorbijgangers of andere arbeiders op voldoende afstand te houden. Vrachtwagens dienen steeds voldoende begeleid te worden zodat ze veilig de werf kunnen oprijden en verlaten. Indien noodzakelijk dient men de nodige signalisatie te voorzien om voorbijrijdend verkeer tijdig te waarschuwen van de werfsituatie en dient men ook dit verkeer te begeleiden. Dit mag enkel gebeuren door een bevoegd persoon en in duidelijk overleg met de Politie. Het is absoluut verboden om te leveren of het tijdelijk laten stationeren van een vrachtwagen naast een bouwput, boven ondergrondse kelders of putten, enz. Er mogen geen materialen gestockeerd worden op bestaande of nieuwe werk-, en verdiepingsvloeren. Dit om de stabiliteit niet in het gedrang te brengen

18 - Circulatie op de werf De circulatie aan werftoegang en op eventuele werfwegen dient steeds veilig te verlopen. Alle aannemers dienen er zorg voor te dragen dat verkeer van personen, goederen en werfwagens steeds gescheiden verloopt. Deze circulatiewegen dienen duidelijk en fysisch van elkaar gescheiden te worden. De circulatiewegen zullen steeds volledig zuiver worden gehouden; er zullen geen materialen (ook niet voor een zeer korte periode) gestapeld worden op de circulatiewegen. De grenzen van deze wegen dient men duidelijk te signaliseren en eventueel te beschermen met een degelijke afsluiting. Toegang tot werflokalen en sanitaire voorzieningen moet steeds mogelijk zijn zonder dat men de bouwplaats zelf rechtstreeks dient te betreden. - Evacuatieroute Er dient een duidelijke route en verzamelplaats te zijn om evacuaties te organiseren op de bouwplaats. De ruwbouwaannemer dient deze op te stellen en duidelijk te signaliseren. Indien er geen ruwbouwaannemer aangesteld is, dienen alle aannemers in overleg met alle betrokken partijen een evacuatieplan op te stellen. Er dient een duidelijk signaal (alarmsirene, luid roepen, ) te zijn om een noodsituatie te kunnen melden aan alle aanwezigen op de bouwplaats op alle verdiepen. De ruwbouwaannemer dient dit te voorzien. Indien er geen ruwbouwaannemer aangesteld is, dienen alle partijen in gezamenlijk overleg een duidelijk noodsignaal te bepalen. De ruwbouwaannemer is verantwoordelijk voor het duidelijk signaliseren van de noodroutes tot het volledig einde der werken. Indien de werf niet gemakkelijk bereikbaar is, dient de aannemer ruwbouw bewegwijzering te plaatsen voor leveringen en hulpdiensten. - Plaatsing van hefwerktuigen hoogwerkers bouwliften vrachtwagens graafmachines - enz. (ook bij leveringen) Controleren of de ondergrond voldoende draagkracht heeft (waterput, losse grond, kelders, putten, uitgegraven bouwput, enz.). De giek van een kraan moet steeds vrij over obstakels heen kunnen draaien. (Andere kranen, gebouwen, bomen, bovengrondse leidingen, ) Als de giek geblokkeerd wordt, kan de kraan omvallen. De kraan moet dus voldoende hoog zijn. Bij verschillende kranen op de werf dient men deze op voldoende afstand van elkaar te plaatsen of een antibots systeem te installeren. De kranen of hun lasten mogen elkaar niet kunnen raken. Doorgangen moeten voldoende breed zijn (minimum 2m.). De opstelling mag de levering van bouwmaterialen niet bemoeilijken Voor alle hefwerktuigen en toebehoren of andere machines waarvan een verplichte keuring noodzakelijk is, dient men vooraf een keuring te bezorgen aan de veiligheidscoördinator en te verwittigen wanneer en waar deze gaan gebruikt en geplaatst worden. Rondom deze hefwerktuigen of ander zwaar materieel / machines dient men steeds een degelijke veiligheidszone te plaatsen zodat er geen

19 personen in aanraking kunnen komen met bewegende delen van deze machines en dat er geen personen onder de lasten kunnen lopen. De aannemer die deze machines bedient, dient hiervoor te zorgen. - Elektrische werfinstallatie Wanneer een aannemer gebruik wil maken van een bestaande elektrische installatie dan moet deze installatie voldoen aan het AREI. Bij twijfel dient er verplicht een eigen werfkast gebruikt te worden die voorzien is van een differentieelschakelaar van 30 mamp en de gepaste zekeringen en aarding. Indien men gebruik maakt van een grote stroomgroep moet deze geaard worden en moet een geldig keuringsattest aanwezig zijn. Bij kleine stroomgroepjes mag men slechts met één gebruiker gelijktijdig stroom afnemen. Verlengkabels moeten minimum 2.5mm² dik zijn, moeten gegroepeerd en beschermd worden tegen de invloeden eigen aan de bouwsector (doorgang van voertuigen, thermische belasting, enz.). Elektrische en andere verlengkabels dienen zo geplaatst te worden dat deze niet voor struikelgevaar kunnen zorgen, indien nodig dient men deze degelijk en stevig op te hangen en gebruik te maken van elektrische werfverdeeldozen. Uiteraard mogen er geen trekkrachten op de kabels uitgevoerd worden en mogen deze niet langs scherpe randen geplaatst worden. Alle elektriciteitsvoorzieningen op de bouwwerf moeten voldoen aan de geldende wetgeving. Alle aannemers die een elektrische werfinstallatie plaatsen, dienen een volledig overzichtsplan en keuringsattesten op de bouwplaats te bewaren. Dit plan bevat eveneens de nodige instructies betreffende het gebruik van de installatie. Stroomverdeelkasten moeten aangepast zijn voor werfgebruik; voldoende bescherming tegen weersinvloeden, stevig en stabiele contstructie, enz. Elk defect aan de installatie dient onmiddellijk gemeld te worden aan de verantwoordelijke en men mag de installatie absoluut niet meer gebruiken. Beschadigde kabels moeten onmiddellijk buiten gebruik gesteld worden en mogen niet op de bouwplaats aanwezig zijn. Beschadigde, niet conforme stekkers, stopcontacten of verbindingsdozen zijn absoluut verboden en mogen niet op de bouwplaats aanwezig zijn. Elk werk aan de elektrische installatie zal uitgevoerd worden door een bekwaam en bevoegd persoon met de nodige opleidingen en diploma s. Werken aan elektrische installaties moeten steeds spanningsvrij gebeuren. - Verlichting op de bouwplaats Men dient voldoende aandacht te besteden aan degelijke verlichting op de bouwplaats. De ruwbouwaannemer dient op alle donkere plaatsen (kelder, traphal, zolder, enz.) de nodige verlichting te voorzien. Indien er geen ruwbouwaannemer aangesteld is, dient elke aannemer die een donkere

20 ruimte creëert verlichting in deze ruimtes te voorzien; deze verlichting dient aanwezig te blijven tot er definitieve verlichting geplaatst is. Indien er in bepaalde ruimtes geen verlichting aanwezig is of er tijdelijk sterkere verlichting noodzakelijk is, dient elke aannemer dit voor zijn werken zelf te voorzien. Bij werken vroeg in de ochtend of laat op de avond dient men extra aandacht te besteden aan verlichting op de bouwplaats. Men mag absoluut geen werken starten of de werf verder betreden vooraleer er degelijke verlichting aanwezig is. Ook rondom het gebouw is degelijke verlichting noodzakelijk

21 Afbraakwerken - Afbraak Alle aannemers die structurele werken uitvoeren, dienen hiervoor de nodige kennis te hebben en moeten dit steeds doen onder het toezicht en controle van de ingenieur stabiliteit en de BDCU (architect). Er mogen GEEN structurele werken plaatsvinden zonder toezicht, voorafgaande berekeningen, bespreking en advies van de BDCU (architect) en de ingenieur stabiliteit. Zonder uitzondering! Het stutten van de aanpalende, bestaande gebouwen en losstaande muren / gevels moet door een gespecialiseerde firma en onder toezicht van de stabiliteitsingenieur gebeuren. Tijdens dergelijke werkzaamheden moet een regelmatige evaluatie gemaakt worden tot de aanpalende en bestaande constructies door een deskundig persoon (ingenieur stabiliteit). Vooraleer een aannemer met de afbraakwerken mag starten, dient hij een afbraakplan op te stellen met specifieke werkmethode in samenspraak met de ingenieur stabiliteit en de BDCU (architect). Voor een aannemer start met de afbraakwerken moet hij absoluut zeker zijn dat de gas-, water-, elektriciteits-, of andere leidingen volledig leeg zijn en volledig afgesloten zijn! Gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen moeten altijd gebruikt worden: degelijke veiligheids- helmen, handschoenen, werkkledij, stofmaskers Als de verdiepingsvloeren weggenomen worden, moet men voldoende aandacht besteden aan het stutten van de constructie (gespecialiseerde firma) om te vermijden dat de gevels naar buiten geduwd worden. (Advies + opvolging ingenieur stabiliteit verplicht!) De uitbraak van de ramen wordt best als eerste gedaan. Voor men start moet men zorgen dat alle glasresten opgeruimd zijn en er geen risico is dat er glas naar beneden valt door trillingen. Voor men start met de afbraak van het dak moet men zorgen dat een degelijke valbeveiliging voorzien wordt. Dit wil zeggen dat het gebouw op dat moment in stelling gezet moet worden. Men mag geen afbraakmateriaal naar beneden werpen, een stortkoker die rechtstreeks in de afvalcontainer uitkomt is hiervoor het aangewezen hulpmiddel. Het afbraakmateriaal moet gesorteerd worden en dagelijks afgevoerd worden naar een erkend afvalcentrum. (Attesten van storting steeds te bezorgen aan de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator). Men mag geen afbraakmateriaal opstapelen op verdiepingsvloeren om inzakkingen door overgewicht te vermijden Na het beëindigen van de afbraakwerken moet de werf volledig opgeruimd worden. Toegangen moeten proper zijn en alle afbraakmateriaal moet afgevoerd zijn. Tijdens afbraakwerken mogen er geen andere aannemers aanwezig zijn op de werf. Dit dient zo te worden opgenomen in de planning van de opdrachtgever, BDO/BDCU de aannemer zelf en alle andere aannemers. Bij twijfel omtrent de stabiliteit van aanpalende of bestaande constructies moet onmiddellijk actie ondernomen worden om eventuele personen te evacueren en alle aanwezigen op de werf buiten de risicozone te verzamelen. Trillingen door vb. graafmachines ONMIDDELLIJK vermijden

22 - Asbest Er dient steeds een asbestinventaris opgesteld te worden door een erkende firma. Hierin zullen alle asbesthoudende materialen opgenomen worden en de manier waarop deze dienen verwijderd te worden. Deze werken mogen enkel gebeuren door een gespecialiseerde firma met de nodige attesten. Men mag in geen enkel geval afwijken van de voorgestelde afbraakmethode in de asbestinventaris. Tijdens deze werken mag enkel deze firma aanwezig zijn op de werf! De werfzone dient volledig afgesloten te zijn. De aannemer afbraak dient zich duidelijk te informeren of er reeds een asbestinventaris aanwezig is of dat hij hiervoor dient te zorgen. Hij heeft de verantwoordelijkheid dat deze opgemaakt wordt vooraleer de werken van start gaan en dient met de resultaten hiervan altijd rekening te houden. Asbesthoudend afval dient men zonder te breken in gesloten zakken of containers te verzamelen en dagelijks af te voeren naar een erkend afvalcentrum (attesten te bezorgen). Golfplaten, kunstleien, gasalplaten, isolatie verwarmingsbuizen en dergelijke zijn voorbeelden van asbesthoudende materialen. Bij het verwijderen van deze materialen moeten op zijn minst volgende preventiemaatregelen genomen worden; P3-maskers, handschoenen en degelijke werkkledij. Deze materialen dienen nat gemaakt te worden of ingespoten met een fixeermiddel om stofontwikkeling te vermijden. Best worden deze materialen één voor één verwijderd met het hiertoe geëigende gereedschap. Zeker geen sneldraaiend gereedschap gebruiken

23 Grondwerken, funderingswerken en sleuven - Ondergrondse leidingen / kabels Alle aannemers die grondwerken uitvoeren, dienen de plannen van alle ondergrondse leidingen / kabels aan te vragen en rekening te houden met de ligging ervan. Er dient steeds overleg te zijn met de beheerders van deze leidingen vooraleer er werken mogen starten! ( of en via het gemeentebestuur en de opdrachtgever). De aannemers zullen eveneens de vraag richten aan het gemeentebestuur en aan de desbetreffende nutsmaatschappijen om inlichtingen in te winnen over eventuele wijzigingen of nieuwe leidingen / kabels. Alle aannemers dienen er zich van te overtuigen dat de reeds gekende inlichtingen overeenstemmen met de bestaande toestand. Wanneer de ligging van de ondergrondse leidingen niet exact bepaald kan worden, dienen uitgravingen tot 2 meter langs de leidingen manueel te gebeuren. - Uitgravingen en sleuven Bij uitgravingen dient de nodige aandacht besteed te worden aan de taluds van de uitgraving. (45 is aan te raden). Men dient steeds rekening te houden met de grondsoort en eventuele druklasten. Wanneer er geen plaats is voor uitgravingen onder de juiste talud dient men de nodige beschoeiingen te voorzien om het inkalven van de wanden te vermijden. Zowel de correcte talud als eventuele beschoeiingen dienen berekend te worden en nagekeken door de ingenieur stabiliteit en de BDCU (architect). (Ter plaatse te bespreken). Om druklasten te beperken en inkalving te vermijden, moeten de boorden van de uitgravingen vrijgehouden worden van materiaal. Men dient ervoor te zorgen dat er voldoende vrije ruimte is om veilig en comfortabel te werken, 150cm is een minimum. Na uitgravingen dient men de bouwput of sleuven volledig af te zetten met zeer stevige en verankerde leuningen of stevige verankerde werfhekken van minstens 1.2m hoog. Kleine sleuven of putten kan men ook zeer stevig dichtleggen. Er dienen steeds voldoende en stevige toegangswegen te zijn om de bouwput te betreden en te verlaten (Trappentoren, degelijke en voldoende ladders, enz.) Sleuven dient men zo snel als mogelijk terug aan te vullen of te voorzien van degelijke signalisatie en valbeveiliging. Indien er slecht weer verwacht wordt, dienen de taluds van de uitgraving afgedekt te worden, dit om de instabiliteit van de wanden door regeninsijpeling te voorkomen. - Structurele graafwerken Wanneer structurele graafwerken, ondergravingen en funderingswerken plaatsvinden, dient alvorens met de werken te starten het advies van een ingenieur stabiliteit te worden ingewonnen die een stabiliteitsstudie dient uit te voeren. Tijdens dergelijke werkzaamheden moet een regelmatige evaluatie gemaakt worden tot de aanpalende en bestaande constructies door een deskundig persoon (ingenieur stabiliteit). Deze werken dienen uitgevoerd te worden door een gespecialiseerde firma

24 Bij twijfel omtrent de stabiliteit van de aanpalende constructies moet onmiddellijk actie ondernomen worden om eventuele personen te evacueren en alle aanwezigen op de werf buiten de risicozone te verzamelen. Trillingen door vb. graafmachines ONMIDDELLIJK vermijden. - Vervuilde grond Bij vaststelling van vervuilde grond moeten de werken gestaakt worden en dient er een veiligheidszone rondom deze zone bepaald. De aannemer dient de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator op de hoogte te brengen. Een gespecialiseerd studiebureau en gespecialiseerde firma dienen op dat ogenblik aangesteld te worden om de vervuilde grond volgens de wetgeving te verwijderen (met de specifieke te nemen veiligheidsmaatregelen en beschermingsmiddelen). Indien nodig zullen dan ook noodzakelijke veiligheidsmaatregelen moeten getroffen worden t.o.v. de omgeving, de planning en de verdere werken

25 Ruwbouwconstructie - Kelder: Bij gestorte keldermuren dient de aannemer ervoor te zorgen dat er voldoende vrije ruimte is om veilig en comfortabel te werken, 150cm is een minimum. Sleuven / openingen rondom de bouwput / kelder dient men zo snel als mogelijk terug aan te vullen. Men dient tijdens deze aanvulling ook het overige terrein zo vlak mogelijk te leggen. De planning van de uitgravingen dient zodanig te zijn dat aansluitend de aannemer van de kelder begint. Indien er slecht weer verwacht wordt, dienen de taluds van de uitgraving afgedekt te worden, dit om de instabiliteit van de wanden door regeninsijpeling te voorkomen. Na de uitgravingen van de bouwput dient de bouwput afgezet met een stevige en verankerde leuning of hekken van minsten 1,2m hoog. Indien de aannemer grondwerken dit niet gedaan heeft, dient de aannemer ruwbouw kelder deze te plaatsen vooraleer zijn werken te starten. Bij uitgravingen dient de nodige aandacht besteed te worden aan de taluds van de uitgraving. (45 is aangeraden). Men dient steeds rekening te houden met de grondsoort en eventuele druklasten. Wanneer er geen plaats is voor uitgravingen onder de juiste talud dient men de nodige beschoeiingen te voorzien om het inkalven van de wanden te vermijden. Zowel de correcte talud als eventuele beschoeiingen dienen berekend te worden en nagekeken door de ingenieur stabiliteit. Indien de aannemer grondwerken dit niet gedaan heeft, dient de aannemer ruwbouw kelder dit in orde te brengen vooraleer zijn werken te starten. Er dienen steeds voldoende en stevige toegangswegen te zijn om de bouwput te betreden en te verlaten (Ladderstelling, degelijke en voldoende ladders, enz.) - Ruwbouw: Wachtwapening wordt best in beugelvorm uitgevoerd. Indien toch staafpunten blijven uitsteken dan worden deze van bij het begin van de nodige bescherming voorzien. Een veilige manier van werken bij nieuwbouw of uitbreidingen is om steeds eerst alle binnenmuren te plaatsen, daarna de isolatie en vervolgens het buitenblad. Dit kan op een veilige manier gebeuren met een degelijke stelling. Het is aan te raden om de stelling te laten staan tot alle werken waarvoor de stelling noodzakelijk is afgerond zijn (dakwerken, gevelbekleding, voegwerken, schilderwerken ) De aannemer ruwbouw die een gevelstelling plaatst en laat staan dient in zijn prijsofferte mee te delen hoeveel de vergoeding hiervoor is. Gevaarlijke openingen en werkvloeren met valgevaar worden door aannemer ruwbouw voorzien van stevige leuningen. De aannemer ruwbouw laat de collectieve beschermingsmiddelen staan voor de volgende aannemers totdat het gevaar geweken is en er dus permanente borstwering aanwezig is. Vooraleer hij de werf verlaat dient hij de veiligheidscoördinator te verwittigen zodat er een gezamenlijke werfrondgang kan gebeuren en een rapport kan opgesteld worden betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

26 Betonnen trappen worden best mee opgebouwd tijdens de ruwbouwwerken. Indien dit niet mogelijk is, dient de aannemer ruwbouw stevige toegangsplatformen te voorzien zodat er een veilige toegang tot de verdiepen is, deze platformen moeten ook blijven staan na zijn werken voor alle andere aannemers en tot er een permanente veilige toegang aanwezig is. Betonnen trappen dient men te voorzien van leuningen. Vooraleer men een nieuwe verdiepingsvloer plaatst, moet er collectieve valbeveiliging aanwezig zijn (leuningen of stelling). Het risico op vallen kan preventief verminderd worden door al tijdens de productie een randbeveiliging of de nodige bevestigingspunten aan te brengen. Raamopeningen met onvoldoende borstwering en terrassen dienen afgeschermd te worden met een leuning. Slijpen van stenen: Altijd in openlucht, met degelijke afzuiging en met de aangepast PBM (mondmaskers P3, handschoenen)

27 Dakconstructie en werken op het dak Degelijke en stevige collectieve valbeveiliging dient steeds aanwezig te zijn vooraleer aan de dakconstructie te starten of werken op het dak uit te voeren. Stelling of degelijke en stevige leuningen conform de norm NBN EN (zie ook rubriek collectieve veiligheidsmaatregelen). OOK bij platte daken is dit verplicht! De stelling op een stabiele ondergrond plaatsen en verankeren aan de gevel. De bovenste vloerplaat van de stelling dient gelijk te komen met de dakrand. De bovenste leuning dient min. 1 meter boven de dakrand te komen. Stelling voorzien van leuningen. De leuning bestaat uit een vloerplank van 15cm hoog, een tussenplank van 40 of 50cm hoog en een bovenleuning van 100 of 120cm hoogte. De leuningen moeten voorzien zijn van netten. De werkgever is verplicht een bevoegd persoon aan te stellen voor de controle van de stelling en de leuningen. En voor het montage en demontageschema. Er moet een gebruiksaanwijzing van de fabrikant aanwezig zijn, inclusief sterkte en stabiliteitsberekening. Als de valhoogte niet tot minder dan 5 meter beperkt kan worden, moeten er bijkomende leuningen op de dakhelling geplaatst worden. Dakrandbeveiliging geplaatst door de aannemer dakwerken dient te blijven staan tot er geen werken meer dienen plaatst te vinden op het dak, dus ook nadat enkel zijn werken volledig zijn afgerond dient de dakrandbeveiliging te blijven staan. Dit dient een degelijk systeem te zijn zodat ook de dakrand kan afgewerkt worden zonder risico op valgevaar. Veiligheidsnetten om personen op te vangen conform de norm EN dienen geplaatst te worden volgens de instructies van de fabrikant daar waar nodig. (Onder de te plaatsen dakconstructie, ) Als er geen collectieve beveiliging mogelijk is, moet men zich met harnas en vallijn beveiligen. (Belangrijk hierbij is de stevigheid en stabiliteit van het ankerpunt + de lengte van de leeflijn en duidelijke instructies). Bij risico tot doorvallen dient men lastverdelende loopplanken met leuningen te gebruiken en zich te beveiligen met leeflijn en harnas. Voor het branden van roofing voor platte daken dienen er steeds voldoende en geschikte brandblusapparaten aanwezig te zijn. Er dient een veilige toegang tot het dak aanwezig te zijn (Trappentoren, stelling, ) Bij zeer slechte weersomstandigheden (harde wind, storm, sneeuw, ijsvorming) mogen er geen werken plaatsvinden op het dak

28 Buitenschrijnwerk & technieken - Buitenschrijnwerk Tijdens het plaatsen van de ramen mogen er geen andere aannemers aanwezig zijn op de werf. Indien dit door omstandigheden wel zo is, moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden (wie doet wat, waar en wanneer?) Veiligheidszone te voorzien. Glazen balustrades dienen te voldoen aan de norm NBN S Andere permanente borstweringen en leuningen dienen geplaatst te worden daar waar nodig (valgevaar, ramen zonder gemetste borstwering, ) en dienen te voldoen aan de norm NBN B Veiligheidsglas dient daar waar nodige geplaatst te worden (ramen op verdiepingen, ) en volgens de norm NBN S Technieken De elektrische installatie moet uitgevoerd worden conform het AREI. Werken aan elektrische installaties moeten steeds spanningsvrij gebeuren. Het gebouw moet volledig ruwbouw winddicht zijn vooraleer men met deze werken mag starten. De aannemer elektriciteit zorgt ervoor dat de installatie spanningsloos blijft tot volledige voltooiing van zijn werken. Indien er met hoogspanning gewerkt wordt, dient men de VC hiervan 2 weken op voorhand te verwittigen zodat de gepaste veiligheidsmaatregelen kunnen voorgesteld worden. Steeds rekening houden met veiligheidsmaatregelen van de beheerder + dagelijks overleg met de beheerder. Installatie moet steeds spanningsloos staan, duidelijk communiceren wanneer dit gebeurt en wanneer deze terug wordt opgeschakeld. De plaatsing van de gasinstallatie dient conform de geldende reglementeringen te gebeuren en door een erkend installateur (Belgische norm D of )

29 Collectieve veiligheidsmaatregelen (CBM) Alvorens met eigen werkzaamheden te beginnen, dient elke aannemer er zich van te vergewissen dat er zich geen gevaarlijke situaties voordoen op de werf. Indien er gevaarlijke situaties opgemerkt worden, moeten deze eerst verholpen d.m.v. collectieve bescherming. (bv: ontbrekende leuningen bij valgevaar,...). Indien er voor werken collectieve beschermingsmiddelen weg genomen worden, dienen deze na de werken steeds onmiddellijk en stevig terug geplaatst. Elke aannemer die voor zijn werken collectieve beschermingsmiddelen dient weg te nemen of te plaatsen moet steeds gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen en de gevarenzone afbakenen voor andere aannemers. Alle aannemers die zelf gevaarlijke openingen of werkvloeren met valgevaar creëren, dienen hier zelf stevige beschermingsmiddelen te voorzien. Beschermingen dienen STEVIG te zijn en dienen te blijven staan tot er absoluut geen risico meer is en er een definitieve bescherming aanwezig is. Een stevige leuning moet een bovenplank hebben op 100 a 120cm, een tussenplank op 40 a 50cm hoogte en een vloerplank of plint van 15cm hoog. Bij risico op vallend materiaal dient men de leuningen te voorzien van netten. Het wegnemen van collectieve beschermingsmiddelen mag pas na overleg met de veiligheidscoördinator en de opdrachtgever. Vooraleer een aannemer de werf mag verlaten, dient er een rondgang te gebeuren m.b.t. de collectieve veiligheidsmaatregelen. De aannemers dienen de veiligheidscoördinator hiervoor tijdig te verwittigen vooraleer zij de werf verlaten. Vooraleer men een gevaarlijke opening of werkvloer met valgevaar creëert moet er reeds valbeveiliging aanwezig zijn. Dit kan door een stelling op voorhand te plaatsen of door de nodige voorzieningen te treffen tijdens de fabricatie van verdiepings-, en werkvloeren zodat leuningen op voorhand kunnen geplaatst worden. Collectieve beschermingsmiddelen hebben steeds voorrang op persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij risico tot doorvallen dient men lastverdelende loopplanken met leuningen te gebruiken en zich te beveiligen met leeflijn en harnas. Algemene eisen waaraan al de randbeschermingssystemen moeten voldoen: - Randbeveiligingssystemen moeten minstens bestaan uit een leuning en een tussenleuning, en moeten de mogelijkheid bieden om een plint te plaatsen, de tussenleuning kan vervangen worden door een net, een paneel, een hekwerk of een ander gelijkaardig element; - Worden er netten als randbescherming gebruikt, dan moeten die van het type U volgens de norm EN zijn. - De hoogte van de leuning moet minstens 1m boven het werkoppervlak zijn; - De hoogte van de plint is minstens 150 mm en moet zo dicht als mogelijk bij de werkvloer aansluiten. Er mag geen bol met een doormeter van 20mm onder de plint doorkunnen. Randbeveiliging dient steeds conform de norm NBN EN te zijn: - Tijdelijke beveiligingssystemen geplaatst aan de rand van een vlak oppervlak moeten in staat zijn een normaal stappende persoon te stoppen;

30 - Tijdelijke beveiligingssystemen geplaatst aan de rand van hellende oppervlakken moeten in staat zijn de val van een persoon die langs een helling afschuift, te stoppen. De norm EN onderscheidt drie klassen van tijdelijke beschermingssystemen. Iedere klasse heeft zijn eigen toepassingsgebied: Randbeveiligingssystemen van klasse A zijn geschikt om geplaatst te worden aan de rand van horizontale oppervlakken of van oppervlakken waar de helling kleiner is dan 10. Randbeveiligingssystemen van klasse B worden geplaatst aan de rand van volgende oppervlakken: o oppervlakken waarvan de helling kleiner is dan 30 ; o oppervlakken met een helling groter dan 30 maar kleiner dan 60 maar met een maximale valhoogte van 2 m. Randbeveiligingssystemen van klasse C zijn geschikt om geplaatst te worden aan de rand van volgende oppervlakken: o o oppervlakken waarvan de helling kleiner is dan 45 maar groter dan 30 zonder beperking van de valhoogte; oppervlakken waarvan de helling groter is dan 45 maar kleiner dan 60 maar met een maximale valhoogte van 5 m. Als de valhoogte niet tot minder dan 5 meter beperkt kan worden, moeten er bijkomende leuningen geplaatst worden

31 - 27 -

32 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Alle aannemers dienen de noodzakelijke PBM s te gebruiken (Stofmaskers van het juiste type, werkkledij, veiligheidsschoenen, veiligheidshelm, oogen oorbescherming, enz ). Gebruik van leeflijn en harnas is verplicht bij het plaatsen en verwijderen van collectieve valbeveiliging of indien het niet mogelijk is om collectieve valbeveiliging te plaatsen. Belangrijk hierbij is de stevigheid van het ankerpunt, de lengte van de leeflijn en duidelijk instructies. Alle partijen die de werf willen betreden moeten minstens veiligheidsschoenen en een veiligheidshelm dragen. De mogelijkheid bestaat dat er tijdens de werken nog extra maatregelen verplicht worden voor alle partijen. Gezien hun voorbeeldfunctie betreffende het preventiebeleid is het essentieel dat het leidinggevend personeel van de aannemers, de vertegenwoordigers van BDO / BDCU (architect), studiebureaus, opdrachtgever en andere partijen deze preventiemaatregelen steeds consequent zelf naleven en continu promoten. Het ter beschikking stellen van PBM s mag slechts dan worden overwogen als een bestaand risico niet aan de bron kan worden uitgeschakeld of beperkt, als alle andere technieken onderzocht en onvoldoende bevonden zijn

33 Vaste stellingen: Stelling moet geplaatst zijn op een stabiele ondergrond, verankerd zijn aan de gevel op voldoende plaatsen, max 20cm van de gevel plaatsen, vloerplaten volledig toe en voorzien van leuningen. (Een leuning moet een bovenplank hebben op 100 a 120cm, een tussenplank op 40 a 50cm hoogte en een vloerplank of plint van 15cm hoog.) Stellingen mogen enkel geplaatst en aangepast worden door een bevoegd persoon van de stellingbouwer of door personen die de noodzakelijke opleidingen genoten hebben. Het gebouw moet steeds veilig toegankelijk zijn voor alle andere aannemers. De werkgever is verplicht een bevoegd persoon (die de nodige opleidingen gevolgd heeft) aan te stellen voor de controle van de stelling en voor het montage- en demontageschema. Er moet een gebruiksaanwijzing van de fabrikant aanwezig zijn, inclusief sterkte en stabiliteitsberekening. Een stelling die betreden mag worden, dient voorzien te zijn van een duidelijk label keuringskaart. Men mag geen materiaal stockeren op een stelling, bij teveel gewicht kan de stabiliteit van de stelling in het gedrang komen. Wanneer de stelling meer dan 20cm van de gevel afstaat, dient men ook aan de binnenzijde leuningen te voorzien (men mag niet tussen de stelling en de gevel kunnen vallen). Indien de opbouw dit toelaat, wordt er best 1 degelijk stelling opgebouwd die vanaf de start der werken goed geplaatst is om ALLE werken uit te kunnen voeren. (Ruwbouw, dakbedekking, gevelwerken, enz). De stelling dient zo opgebouwd te worden zodat deze kan gebruikt worden om op een veilige manier alle werken uit te voeren. Deze stelling kan dan dienst doen als valbeveiliging en werkplatform voor alle fases van het bouwwerk (ruwbouw, dakwerken, gevelbekleding, enz). Op deze manier is er ook steeds valbeveiliging aanwezig vooraleer er valgevaar bestaat. Alle aannemers dienen de stelling eerst te laten nakijken door een bevoegd persoon met de nodige opleidingen vooraleer de werken te starten. Bij zeer slechte weersomstandigheden (harde wind en storm) mogen er geen werken plaatsvinden op de stelling. Algemeen wordt windkracht 8 (64km/h) als de maximale windsnelheid aangenomen voor werkzaamheden op stellingen. Rolstellingen: Een rolstelling moet vrijgegeven worden na opbouw door de persoon die de montage heeft uitgevoerd (Die moet de nodige opleidingen gevolgd hebben). Bij de stelling moet steeds een stellingkaart aanwezig zijn waar men kan aflezen of de stelling veilig is voor gebruik. Vooraleer een rolstelling te beklimmen, moeten de wielen eerst vergrendeld worden. Het beklimmen van een rolstelling gebeurt steeds langs de binnenkant van de stelling. Een rolstelling dient voorzien te worden van een bovenleuning op een hoogte van 1 m tot 1,20m, een tussenleuning op een hoogte tussen 40 en 50 cm en een voetplint van 15 cm. Een rolstelling waarvan de werkvloer hoger is dan driemaal de kleinste basis, moet bijkomend worden gesteund met stabilisatoren

34 Ladders: Ladders mogen enkel gebruikt worden om naar een werkpost te gaan of om een inspectie uit te voeren. Ladders mogen dus niet gebruikt worden om werken op uit te voeren, hiervoor dient men een stelling te gebruiken. Ladders moeten van uitstekende kwaliteit zijn, steeds 1 meter boven de werkvloer uitsteken en moeten stabiel opgesteld worden. Ladders altijd stevig verankeren

35 Machines en gereedschap: Machines voor hout- en metaalbewerking, betonmolens, slijp- en snijmachines, lastoestellen of snijbranders, kranen, graafmachines, enzovoort, mogen alleen gebruikt en onderhouden worden door bevoegde geïnstrueerde personen (min. 18 jaar + in het bezit van de nodige diploma s). Houd u aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn op de machines. Zorg dat de machines uit staan wanneer u weggaat én voordat u met reinigings- en onderhoudswerkzaamheden begint. Let er, voor u aan het onderhoud begint, op dat de machines niet per ongeluk kunnen ingeschakeld worden. Gebruik geen machines of werktuigen die zodanige gebreken vertonen dat ze de veiligheid in gevaar brengen. Elektrisch handgereedschap moet een minimale beschermingsgraad hebben van IP44. Alle machines moeten aan de machinerichtlijnen voldoen. Nieuwe machines dienen een CE marking te dragen, in dienst gesteld zijn en een instructiekaart dient aanwezig te zijn. Elke werknemer dient de nodige opleidingen en instructies te krijgen om met een bepaald toestel / machine of werktuig te werken en dient hier bekwaam voor te zijn. Het is ten strengste verboden beveiligingen van machines te verwijderen of herstellingen te laten uitvoeren door onbevoegd personeel. Machines met gebreken dient men onmiddellijk van de werf te verwijderen. Gebruik van hefwerktuigen hoogwerkers bouwliften vrachtwagens graafmachines - enz. (ook bij leveringen) Voor alle hefwerktuigen en toebehoren of ander materieel waarvan een verplichte keuring noodzakelijk is, dient men vooraf een keuring te bezorgen aan de veiligheidscoördinator en te verwittigen wanneer en waar deze gaan gebruikt en geplaatst worden. De maximum toegelaten balast voor het hefwerktuig mag in geen enkel geval overschreden worden. Hefwerktuigen of eender welk ander materieel waar een specifieke opleiding en diploma voor nodig is, mag uiteraard enkel maar gebruikt worden door personen met de nodige opleidingen en diploma s. Een persoon die de kraan bedient, mag zich enkel maar met deze taak bezig houden, hij mag ondertussen geen andere taken uitvoeren. (begeleiden van een last dient door een andere persoon te gebeuren, ) Ga NOOIT onder de lasten staan!! Een last die laag boven de grond gehesen wordt, moet stabiel gehouden worden door personen aan weerszijden van de last. Deze personen moeten altijd in zicht van de kraanmachinist blijven en de ondergrond waarop ze zich begeven moet vrij van obstakels zijn en volledig vlak. Stuurlijnen moeten waar nodig altijd gebruikt worden, zeker wanneer de last hoger dan 1,5 meter boven de grond gehesen wordt. In sommige gevallen kunnen beter stuurlijnen van 3 meter, dan lange lijnen gebruikt worden om de last te begeleiden, ter voorkoming dat de lijnen verward raken of ergens achter kunnen blijven hangen

36 Bij voorspelling van zeer slecht weer dient men hefwerktuigen volledig dicht te plooien en te stockeren op een veilige locatie. Bij alle werkzaamheden moet slechts één persoon aanwijzingen geven aan de kraanmachinist. Wanneer men voor dit werk aangewezen is, moet men de volgende basisregels volgen: 1. Ga daar staan waar jij de kraanmachinist kan zien en hij jou; 2. Er dient verplicht communicatie te zijn tussen de kraanmachinist en de personen die de last begeleiden (walkietalkie, ) 3. Sta nooit toe dat een last over de hoofden van werknemers gehesen wordt. WANNEER EEN LAST IN DE LUCHT HANGT, BESTAAT ER ALTIJD VALGEVAAR!

37 Werken met risico op brand of explosie Bij alle werken met open vuur, blanke vlam, hittepunt, enz. moeten de volgende veiligheidsmaatregelen gerespecteerd worden: Aanvragen van een vuurvergunning aan een bevoegd persoon, hierin zullen specifiek te nemen maatregelen staan. Verwijderen van brandbaar materiaal. Afschermen van vonken en gloeiende delen (plaatsen van een brandscherm nat maken van de omgeving branddekens, enz.) Gepaste en voldoende brandbestrijdingsmiddelen (draagbare brandblussers) moeten in de onmiddellijke omgeving aanwezig zijn. Brandprocedure dient door alle arbeiders gekend te zijn. Er dient een duidelijk procedure te zijn voor brandalarm en evacuatie. Nakijken van de gebruikte apparatuur. Aanwezigheid van minstens 2 personen voor grote risico s waarbij 1 persoon optreedt als brandwacht (in het bezit van brandbestrijdingsmiddelen om te kunnen ingrijpen). De zone moet gedurende 1 uur na de werken bewaakt worden Eventueel brandbaar materiaal pas na 24u terugplaatsen Werken in besloten ruimtes Werken in besloten ruimtes dient steeds te gebeuren door gespecialiseerd en geïnformeerd personeel met de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen (ademhalingsmaskers, beschermende kledij, enz.). Er dient een specifieke risico analyse gemaakt te worden vooraleer de werken hierin mogen starten. De te nemen preventiemaatregelen dienen ten allen tijde te worden gerespecteerd. Er dient steeds een persoon op wacht te staan die dient te waken dat alles beheerst en volgens de procedures verloopt. Hij moet steeds buiten de betreden ruimte blijven en in rechtstreeks contact staan met het personeel in de besloten ruimte (walkietalkies). Hij moet onmiddellijk de hulpdiensten kunnen verwittigen bij eventuele problemen en moet in staat zijn om op een correcte manier te reageren in noodsituaties (opleiding!)

38 Structurele werken: Alle aannemers die structurele werken uitvoeren, dienen hiervoor de nodig kennis te hebben en moeten dit steeds doen onder het toezicht en controle van de ingenieur stabiliteit en de architect. Er mogen GEEN structurele werken plaatsvinden zonder toezicht, voorafgaande berekeningen, bespreking en advies van de architect en de ingenieur stabiliteit. Zonder uitzondering! Men dient steeds rekening te houden met het sonderingsverslag en daarin vermelde funderingsmethode (te bespreken met IR Stabiliteit - Architect). Toolboxmeetings: Toolboxmeetings zijn zeer belangrijk voor een veilig verloop van het bouwproject. De mensen op de werkvloer dienen over alle veiligheidsmaatregelen duidelijk geïnformeerd te worden. De werkgever dient ervoor te zorgen dat alle mensen op de werkvloer duidelijk weten wat ze wanneer moeten doen op gebied van veiligheid. Na het houden van een toolboxmeeting wordt er door de werkgever of zijn preventieadviseur een verslag opgemaakt en overhandigd aan de veiligheidscoördinator. Hoofdaannemers dienen dit ook door te geven aan hun onderaannemers. Weersomstandigheden: Bij zeer slechte weersomstandigheden moeten alle buitenwerken gestaakt worden en dient men de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen te nemen (opbergen materiaal, dichtplooien hefwerktuigen, verstevigen van werfhekken, wanden bouwput beschermen, enz.) Bij ijzelvorming en sneeuw moeten alle werkvloeren en toegangen volledig ijs en sneeuwvrij gemaakt worden vooraleer de werken te hervatten

39 5. Organisatie van de hulpverlening - Maatregelen bij een ernstig arbeidsongeval 1. Voor elk ander ingrijpen: Het eventueel nog bestaande gevaar uitschakelen (vb: elektrische stroom afsluiten, voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, ) Jezelf en het slachtoffer in veiligheid brengen! 2. Alarm aan interne EHBO verantwoordelijke, werfleiding en opdrachtgever 3. Hulp verlenen aan het slachtoffer 4. Oproepen van de externe hulpdiensten indien nodig Bij de werftoegang (straatzijde) moet een persoon aanwezig zijn die de hulpdiensten opvangt, de nodige inlichtingen verschaft en begeleidt naar de plaats van het ongeval. 5. Wie verwittigen + kennisgeving van arbeidsongevallen Ernstige arbeidsongevallen moeten onmiddellijk gemeld worden aan de opdrachtgever, de veiligheidscoördinator en de werkgever van het slachtoffer. De werkgever van het slachtoffer meldt dit aan de arbeidsinspectie: Onmiddellijk bij dodelijk ongeval of blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 25% Binnen de 2 dagen bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid van meer dan 30 dagen of blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 25% Binnen de 10 kalenderdagen bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid van minder dan 30 dagen. Volgende informatie moet worden doorgegeven door de werkgever: Volledige naam van het slachtoffer Datum van het ongeval Adres van de bouwplaats Beschrijving van de letsels Beschrijving van het ongeval Duur van de arbeidsongeschiktheid Van elk arbeidsongeval moet er een verslag opgemaakt worden door de werkgever of zijn preventieadviseur, dit verslag moet overgemaakt worden aan de veiligheidscoördinator. De extra te nemen preventiemaatregelen worden bij opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan. 6. Ongevallenonderzoek Een ongevallenonderzoek is vereist voor elk ongeval. 7. Maatregelen nemen om een gelijkaardig ongeval te vermijden

40 - Brandprocedure Elke aannemer dient bescherming tegen brand voor zijn activiteiten te voorzien. Procedure bij brand: Geef brandalarm door te roepen of geef een afgesproken geluidssignaal zodat dit op elk verdiep gehoord wordt. Eventueel bestaand brandalarm ALTIJD te activeren Bel 100 of 112. Bij het horen van het mondeling of geluidsalarm begeeft iedereen zich tot aan de straatzijde en tot aan de afgesproken verzamelplaats. De afgesproken en/of gesignaleerde noodroutes dient men steeds te respecteren. Werfverantwoordelijke controleert de aanwezigen. De werfverantwoordelijke geeft inlichtingen aan de brandweer

41 6. Bijlagen Noodnummers Intentieverklaring en kennisname van het veiligheids- en gezondheidsplan

42 NOODNUMMERS BOUWPLAATS: Sint-Odulphusstraat, 3300 Bost Medische spoeddienst Ambulance TEL: 100 GSM: 112 Vermeld referentiepunt en straatnaam Vermeld de aard van verwonding Vermeld of het slachtoffer ademt Vermeld of het slachtoffer hartslag heeft Vermeld de naam van uw firma en uw eigen naam Bij levensgevaar meteen via de 100 bijstand vragen van de MUG (medische urgentie groep). Brandweer TEL: 100 GSM: 112 Vermeld de plaats van de brand en punt en straatnaam waar de brandweer wordt opgewacht. Vermeld de aard van de brand (gas, vloeistof, vaste stoffen,...). Vermeld de omvang, de beschikbaarheid van bluswater, de aanwezigheid van gewonden en de aanwezigheid van EHBO Politie TEL: 101 Antigifcentrum TEL: 070/ EHBO nummers op de werf: Wacht niet op ziekteverschijnselen vooraleer te bellen. Geen melk toedienen, melk is geen tegengif. Niet laten braken! Meestal is braken niet aangewezen, bel eerst. Spoel overvloedig met water na spatten van een schadelijke stof in de ogen of op de huid. Verlucht de ruimte goed als er irriterend of giftig gas vrijgekomen is. Aan te vullen door alle aannemers. TEL: GSM: Op te hangen in alle werflokalen door alle aannemers op de werf!

43 Dossiernummer: Alle aannemers dienen dit ondertekend en ingevuld document bij te voegen bij hun offerte. Alle aannemers onderaannemers & zelfstandigen dienen dit document te ondertekenen vooraleer hun werk op deze bouwplaats te starten. KENNISNAME + INTENTIEVERKLARING - INHOUD VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN voor de werf gelegen te : Sint-Odulphusstraat, 3300 Bost Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan met daarin vermeld de specifieke veiligheidsmaatregelen te hebben ontvangen, na te leven en de verantwoordelijkheid te nemen om al zijn werknemers, onderaannemers, leveranciers, enz. te informeren over de inhoud van dit veiligheids- en gezondheidsplan en hen de gepaste instructies te geven. Eveneens bevestigen de ondergetekenden dat dit veiligheids- en gezondheidsplan samen met de voorschriften van het A.R.A.B., de CODEX, het A.R.E.I., de veiligheidsvoorschriften van het NAVB-T.I. en het KB TMB door hun werknemers, onderaannemers, leveranciers enz. moeten gevolgd en duidelijk begrepen zijn. Firma + activiteit Naam Functie Handtekening + datum

44 LANDarchitecten bvba BIJLAGE 03 EPB PRECALCULATIE TIE14 BOST VERBOUWEN VAN EEN ONTMOETINGSCENTRUM 1

45 Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen EPB-rapport Administratieve gegevens van het project Naam van het project Renovatie ontmoetingscentrum Dossiernummer Gemeentebestuur Tienen Straat Sint-Oduphusstraat z.n. Contactpersoon Vande Cauter Lore Gemeente 3300 Tienen Architect LANDarchitechten bvba Aanvraag bouwvergunning: 2015 Tiensesteenweg 129A b1, 3380 Glabbeek 016/

46 1.0 SAMENSTELLING SCHILDELEN 1.1 OVERZICHT TE RESPECTEREN EPB-EISEN Nieuwe constructies (Nieuwbouw of Renovaties) Transparante scheidingsconstructies (ramen) Uwmax Transparante scheidingsconstructies (glas) Ugmax Opake scheidingsconstructies (daken en plafonds) Opake scheidingsconstructies (buitenmuren) Opake scheidingsconstructies (muren grens AOR) Opake scheidingsconstructies (muren in contact met de grond) Opake scheidingsconstructies (binnenmuren grens kelder) Opake scheidingsconstructies (vloeren boven buitenomgeving) Opake scheidingsconstructies (vloeren onderkelderd of op volle grond) Deuren en poorten Gordijngevels Glasbouwstenen Binnenmuur grens AVR Vloer/plafond grens AVR Scheidingconstructies tss 2 BV* op aangrenzende percelen Nieuwbouw of gelijkgesteld Woningen Kantoor & school Andere specifieke bestemming Industrie Umax (W/mK) 1,80 1,10 0,24 0,24 0,24 0,30 Rmin (m²k/w) 1,50 1,40 0,30 1,75 2,00 2,00 2,00 1,00 1,00 0,60 K-peil K40 K40 E-peil E60 E60 K40 / K40 / Oververhitting Max Renovaties Bestaande daken en plafonds met NA-Isolatie tussen of aan de buitenzijde van de draagconstructie Bestaande muren met NA-Isolatie aan de buitenzijde van de bestaande constructie in contact met de buitenomgeving Umax (W/mK) 0,24 0,24 Rmin (m²k/w) Bestaande spouwmuren met navulling (uitgezonderd spouwmuren in contact met de grond) (enkel voor ingrijpende energetische renovatie van residentiële gebouwen) Bestaande muren met NA-Isolatie aan de binnenzijde van de bestaande constructie Bestaande vloeren met NA-isolatie aan de buitenzijde van de bestaande constructie in contact met de buitenomgeving Renovaties K-peil E-peil Woningen Kantoor & school Andere specifieke bestemming Industrie 0,55 0,30 NVT NVT NVT NVT E90 E90 E90 E90 Oververhitting NVT De hierboven vermelde eisen zijn afhankelijk van de datum AANVRAAG bouwvergunning en deze blijven van toepassing voor uw bouwproject en staan los van andere administratieve data. Tiensesteenweg 129A b1, 3380 Glabbeek 016/ info@2bsafe.be

47 1.2 ANALYSE SAMENSTELLING SCHILDELEN Nieuwe buitenmuur gevelpanelen beton 12cm PIR Nieuwe buitenmuur parement 10cm PUR Tiensesteenweg 129A b1, 3380 Glabbeek 016/

48 Nageïsoleerde bestaande buitenmuur 15cm MW Opgelet! 15cm MW met een lambda-waarde 0,035 W/mK voldoet niet. Mogelijke oplossingen: * 20cm MW met lamda-waarde 0,035 W/mK; * 18cm MW met lamda-waarde 0,032 W/mK; * 10cm PUR (homogeen geplaatst). Schuifraam Tiensesteenweg 129A b1, 3380 Glabbeek 016/ info@2bsafe.be

49 Vensters Nieuwe vloer 10cm PUR Tiensesteenweg 129A b1, 3380 Glabbeek 016/

50 Nieuw plat dak 16cm PUR Nieuw hellend dak 22cm MW Opmerking: Het is zeer belangrijk dat u eventuele wijzigingen aan bovenstaande voorstellen meedeelt aan de verslaggever, zodat kan worden nagegaan of de gewijzigde samenstelling nog steeds voldoet aan de opgelegde EPB-eisen. Tiensesteenweg 129A b1, 3380 Glabbeek 016/ info@2bsafe.be