Verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen. via de kinderdagverpleging

Transcriptie

1 Verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen via de kinderdagverpleging

2 Inleiding Uw KNO-arts heeft geconstateerd dat de neus- en keelamandelen van uw kind vergroot zijn. Deze aandoening kan door middel van een operatieve ingreep verholpen worden. Binnenkort zal uw kind worden opgenomen om de neus- en keelamandelen te laten verwijderen. Het is daarom belangrijk om te weten hoe de gang van zaken is, zodat u uw kind goed kunt voorbereiden. In deze folder hebben we alle informatie voor u op een rijtje gezet. Wat zijn amandelen? Amandelen zijn grote knobbels die achter in het verlengde van de neus, hoog achter in de keel zitten. De twee grote keelamandelen kunt u zelf zien als u in de keel kijkt. De derde grote amandel is de neusamandel, die u alleen kunt zien als deze sterk gezwollen is. De arts heeft een speciaal spiegeltje om de amandelen mee te bekijken. Als de amandelen goed werken zijn ze nuttig voor het lichaam. Ze vormen een soort filters die binnendringende ziektekiemen moeten bestrijden. Ze vergroten de weerstand tegen ziekten. Soms zijn de amandelen niet in staat om ziektekiemen voldoende te vernietigen. De ziektekiemen hopen zich dan op in de amandelen, die daardoor zelf ontstoken kunnen raken. Ze worden dik en pijnlijk. Dit kan gepaard gaan met het plotseling optreden van koorts. Het kind kan zich hierdoor ziek gaan voelen. Een ontstoken neusamandel kan ook andere ziekten veroorzaken, zoals middenoorontsteking, regelmatig terugkerende verkoudheid en/of keelpijn. Het niet goed werken van de amandelen kan ook andere gevolgen hebben, zoals onder andere slecht slapen, snurken, een gebrek aan eetlust en hangerigheid. De voorbereiding thuis De opnameplanner van KNO maakt met u een afspraak over de datum en het tijdstip van de opname van uw kind. (Is uw kind jonger dan 1 jaar, dan krijgt u van de opnameplanner nog een afspraak bij de kinderarts in verband met het nuchter zijn voor de ingreep en de voedingstijden). Als de operatie in de ochtend plaatsvindt, is het van belang dat uw kind nuchter is. Dit houdt in dat uw kind vanaf uur in de nacht voorafgaande aan de operatie niet mag eten en drinken. Wel mag uw kind om 5.00 uur nog een glas heldere drank (een glas thee of water) drinken. Koolzuurhoudende dranken, koffie of melkproducten zijn niet toegestaan. Een klein slokje water om medicijnen in te nemen of tanden te poetsen mag wel. Het is verstandig dat u als ouder/begeleider eet voordat u naar het ziekenhuis komt. Al wil uw kind zich nog zo graag mooi maken, het is niet toegestaan om met gelakte nageltjes naar het ziekenhuis te komen voor een ingreep onder narcose. Wij verzoeken u tevens om sieraden van uw kind thuis te laten. Als uw kind lange haren heeft, bindt deze dan samen tot een staart of vlecht. 2

3 Is uw kind op de dag van de ingreep verkouden, dan is dit geen bezwaar. Uw kind mag echter geen koorts hebben die hoger is dan 38 C. Wanneer dit het geval is, verzoeken wij u om op de ochtend van de ingreep af te bellen. Wat brengt u mee? Een pyjama/nachthemd Pantoffels Eventueel een ochtendjasje Reserve hemdje en broekje Geliefd stuk speelgoed (vertrouwde pop of knuffelbeest) Eventueel een leesboekje voor uw kind en uzelf. Voor kleinere kinderen (1 à 2 jaar) is het handig om een eigen drinkbeker mee te brengen. Wat vertelt u uw kind? Het is belangrijk uw kind goed voor te bereiden op de opname in het ziekenhuis. De belangrijkste regel hierbij is: wees eerlijk! Vertel uw kind zo eerlijk mogelijk dat het opgenomen zal worden en waarom. Stel de opname niet mooier voor, maar maak het ook niet erger dan het is. Dreig een kind nooit met de verpleegkundige of de dokter. Een bang kind werkt het genezingsproces alleen maar tegen. Het is aan te raden niet alle informatie in een keer te geven. Geef het kind genoeg tijd om de informatie te verwerken. Praat hierover dan ook niet met uw kind vlak voor het slapen gaan. Uw kind kan erover gaan fantaseren en heeft niet de gelegenheid vragen te stellen. Kies een moment uit waarop u de tijd heeft om rustig te praten en vertel uw kind wat het kan verwachten. Een goed moment is twee of drie dagen voor de ingreep. Een goede methode om na te gaan of uw kind de informatie begrepen heeft, is om uw kind het verhaal te laten navertellen. Alles wat dan nog niet duidelijk is voor het kind, kunt u dan opnieuw uitleggen. Voorlichtingsafspraak Het is in ons ziekenhuis mogelijk dat één van de ouders/begeleiders meegaat naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer en de recovery (uitslaapkamer). De rol van de ouder is ondersteunend en troostend. Wij stellen echter de voorwaarde dat u als ouder ook goed voorbereid moet zijn voordat u naar de operatiekamer gaat. Het is daarom noodzakelijk dat u weet wat u te wachten staat en wat van u verwacht wordt. Om u en uw kind goed voor te bereiden, wordt er een afpraak gemaakt om samen met uw kind een bezoek te brengen aan een pedagogisch medewerker in het ziekenhuis. 3

4 Aan de hand van foto s en ziekenhuismaterialen (zoals het narcosekapje, operatiekleding en een schort) wordt verteld wat er gaat gebeuren op de dag van de ingreep. Van de ingreep zelf worden geen foto s vertoond, omdat uw kind deze niet bewust meemaakt en niet onnodig bang gemaakt hoeft te worden. Naast de informatie (mede aan de hand van hulpmiddelen) wordt ook een bezoek gebracht aan de afdeling. U heeft volop de gelegenheid om vragen te stellen. Wanneer u en uw kind niet voorbereid zijn door de pedagogisch medewerker mag u niet mee naar de operatiekamer. Keuzevrijheid voor de ouders Omdat het mogelijk is uw kind te vergezellen naar de operatiekamer betekent het niet dat u verplicht bent dit te doen. U hoeft zich niet schuldig te voelen wanneer u het, om welke reden dan ook, prettiger vindt om niet mee te gaan. Uw taak wordt dan overgenomen door de pedagogisch medewerker. Wij respecteren uw keuze. Spreekuur Anesthesie Voor specifieke vragen over de verdoving kunt u terecht bij het spreekuur Anesthesie. Dit gaat op afspraak. Deze afspraak wordt gemaakt door de zorgplanner van uw behandelend KNO-arts. De gang van zaken op de dag van de operatie U wordt met uw kind op de afgesproken tijd verwacht op de Kinderafdeling Oost 41. De verpleegkundige zal u een bedje toewijzen, waarna u uw kind kunt omkleden. De verpleegkundige op de afdeling zal uw kind een polsbandje omdoen waarop de naam van het kind vermeld staat. De verpleegkundige zal u vragen naar het telefoonnummer van uw mobiele telefoon als u die heeft. De verpleegkundige zal uw kind een zetpil toedienen om pijn te voorkomen. Bij aankomst op de operatiekamer is het de bedoeling dat zowel u als de pedagogisch medewerker eerst operatiekleding aantrekken. De medewerkers van de operatiekamer zullen u vervolgens vertellen waar u tijdens de voorbereidingen op de operatie moet gaan staan. Het is van belang dat u zich strikt aan de gegeven instructies houdt om ervoor te zorgen dat een snelle voortgang van de procedure mogelijk is. Rol van de ouder Bij de operatiekamer kunnen kinderen erg overstuur raken van alle indrukken. Het is uw taak en verantwoordelijkheid om in deze situatie in de ouderrol te blijven en het kind te blijven steunen. Het toedienen van de narcose Er zijn twee mogelijkheden om de narcose toe te dienen, namelijk met behulp van een kapje of met een prikje. Het is op de eerste plaats afhankelijk van de soort ingreep en, wanneer beide methoden mogelijk zijn, de voorkeur van het kind welke keuze gemaakt wordt. De pedagogisch medewerker zal de narcose met u bespreken tijdens het voorbereidingsgesprek. 4

5 Prikje Als het kind onder narcose gebracht wordt door middel van een prikje, kunt u de plek waar dit prikje gegeven wordt verdoven met behulp van een speciale pleister, de zogenaamde rapidan-pleister of 'toverpleister'. U krijgt deze tijdens het voorbereidingsgesprek. Deze pleister moet een half uur voordat de narcose wordt toegediend, op de hand van uw kind geplakt worden. Uw kind zal het inbrengen van de naald nauwelijks voelen. Kapje Wanneer gekozen is voor het toedienen van de narcose met behulp van het kapje, zet de anesthesist dit kapje over de neus en de mond van uw kind en vraagt het kind hierin te blazen. Zodra het slaapmiddel via de infuusnaald is toegediend of het kind de lucht in het kapje inademt, zal het kind slaperig worden. U kunt de hand van uw kind vasthouden tot de slaap intreedt. Dit duurt normaal gesproken 1 à 2 minuten. Dit is waarschijnlijk langer dan u verwacht had. Normale verschijnselen die kunnen optreden bij het steeds dieper in slaap vallen zijn: starende ogen raar bewegende ogen scheel kijken knipperen van de oogleden plotselinge bewegingen van armen en benen. We kunnen ons voorstellen dat dit een vreemde indruk op u maakt, maar hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. Op het moment dat de anesthesist weet dat uw kind diep genoeg slaapt (daarbij kunnen de ogen soms nog open zijn) zult u een seintje krijgen dat u terug kunt gaan naar de Kinderdagverpleging. Wij verwachten van u dat u aan dit verzoek gehoor geeft. De pedagogisch medewerker zal samen met u de operatiekamer verlaten. Er is dan ruim de gelegenheid om over indrukken en gebeurtenissen na te praten. Na de ingreep Na de ingreep gaat uw kind naar de recovery (uitslaapkamer). U wordt via uw mobiele telefoon gewaarschuwd als u naar de recovery kunt komen. Eén ouder mag plaatsnemen naast het bed van het wakker wordende kind. U wordt geïnstrueerd en begeleid door de recoverymedewerker. U dient zich ervan bewust te zijn dat er ook andere patiënten op de recovery zijn en dat hun privacy gerespecteerd moet worden. Als uw kind goed wakker is komt de verpleegkundige van de afdeling u en uw kind ophalen. Na afloop blijft uw kind nog een poosje ter controle op de Kinderdagverpleging totdat, na overleg, beslist wordt dat het naar huis mag. Het is belangrijk dat u er voor zorgt dat uw kind voldoende drinkt. Koude vloeistoffen hebben een pijnstillende werking. Laat uw kind zolang u op de 5

6 Kinderdagverpleging bent in ieder geval regelmatig een paar slokjes drinken en een waterijsje eten. Telefonische nazorg Een of twee dagen na het ontslag uit het ziekenhuis, wordt u gebeld door de verpleegkundige van de Kinderdagverpleging. De verpleegkundige zal u vragen of er nog problemen of onduidelijkheden zijn die te maken hebben met de opname, het onderzoek, de ingreep, behandeling of het ontslag van uw kind uit het ziekenhuis. In dat geval zal de verpleegkundige u verder helpen. De nazorg thuis Als u weer thuis bent, is het van groot belang om de voorgeschreven en meegekregen pijnmedicatie te geven. Aanbevolen wordt om deze pijnmedicatie thuis als volgt voort te zetten: - Paracetamol zetpil op basis van het lichaamsgewicht, gedurende 7 dagen. - Diclofenac zetpil op basis van het lichaamsgewicht, gedurende 5 dagen. Het kind moet als het weer thuis, de eerste twee tot drie dagen rustig gehouden worden. Uw kind hoeft niet in bed, maar dient wel in huis te blijven. Wanneer u naar buiten gaat moet u uw kind goed beschermen tegen tocht en kou. Soms kan uw kind donkerbruin of zwart bloed braken. Dit is geen reden tot paniek, aangezien dit oud bloed is. Het is belangrijk dat u uw kind ook thuis de eerste dagen/ week goed moet laten drinken, bijvoorbeeld koude thee, limonade of vruchtensap (géén sinaasappelsap, omdat dit te zuur is). Frisdranken met koolzuur zijn niet geschikt. Geef geen rode ranja om verwarring met bloed te voorkomen als uw kind zou moeten spugen. Melk en melkproducten kunnen soms slijm veroorzaken, dat hinderlijk is bij het slikken. Laat deze dan liever een paar dagen achterwege. Het gebruik van een flesje met zuigspeen is bij heel jonge kinderen toegestaan, met een voldoende groot gaatje in het zuigspeentje. Een waterijsje zal uw kind op deze dagen goed smaken. Eten is de dag van de operatie niet noodzakelijk maar mag natuurlijk wel. Eten en drinken bevorderen het genezingsproces. U moet uw kind gedurende enkele dagen zachte voeding geven, die niet te warm is, zoals bijvoorbeeld puree, zachte groenten, appelmoes, yoghurt, vla, brood zonder korstjes en afgekoelde soep. Wij adviseren u uw kind 1 week geen sterk gekruid voedsel of voedsel met scherpe randjes zoals chips, frites, stokbrood en toastjes te geven. Het is veelal pijnlijk en kan soms nabloedingen veroorzaken. Douchen is vanaf de dag na de operatie toegestaan, als u er op let dat er geen water in mond en neus loopt. Zwemmen blijft de eerste twee weken echter verboden. Uw kind kan na de ingreep wit 'beslag' in de keel hebben. Dit is niet verontrustend en gaat vanzelf weer over. De pijn vanuit de keel kan uitstralen naar de oren. Over het algemeen zal uw kind na 5 tot 7 dagen weer voldoende hersteld zijn om de normale activiteiten weer op te pakken. 6

7 Door de ingreep en de gebeurtenissen eromheen kan het voorkomen dat uw kind angstig wordt als u weggaat. Het kan 's nachts onrustig slapen, sneller boos worden of misschien eens in bed plassen. U hoeft zich over deze reacties niet ongerust te maken. Spelenderwijs, bijvoorbeeld door middel van een pop of het stripboekje, kunt u proberen erachter te komen hoe uw kind de ingreep ervaren en verwerkt heeft. Door het kind weer een gevoel van veiligheid en geborgenheid te geven en door begrip te tonen voor de reacties van uw kind, verdwijnt de onrust over het algemeen vanzelf. Complicaties Het is mogelijk dat uw kind de eerste dagen na de ingreep een lichte temperatuurverhoging heeft. Dit is normaal en hoeft geen aanleiding te zijn voor verontrusting. Bij een temperatuur boven 39 C dient u contact op te nemen met afdeling KNO. In 2% van de gevallen doet zich een nabloeding voor. Dit gebeurt meestal in de eerste uren na de ingreep, of binnen 1 week na de operatie. Een nabloeding vereist een verdere behandeling en meestal een langer verblijf in het ziekenhuis. Mocht uw kind onverhoopt na de ingreep helderrood bloed verliezen uit neus of mond, dan moet u zo snel mogelijk terugkomen naar het ziekenhuis. Tijdens kantooruren (tot uur) kunt u zich melden bij afdeling KNO. In de avond en nacht kunt u terecht bij de afdeling Spoedeisende hulp. Tenslotte Bij vragen of problemen kunt u zich wenden tot de afdeling KNO. Informatie over de bereikbaarheid vindt u op de achterzijde van deze folder. Wij wensen uw kind een spoedig hersteld toe. Rechten en plichten Uiteraard hebben wij, wanneer uw kind opgenomen wordt, allemaal hetzelfde doel voor ogen: zorgen dat uw kind zo snel mogelijk weer gezond het ziekenhuis kan verlaten. Zowel u als wij hebben verwachtingen van elkaar hoe we gezamenlijk hieraan kunnen bijdragen. Formeel zou gesteld kunnen worden dat we allemaal onze 'rechten en plichten' ten opzichte van elkaar hebben. Sinds april 1995 is de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) van kracht. In deze wet zijn de wederzijdse rechten en plichten van de hulpverlener en de patiënt beschreven. Deze wet heeft ook betrekking op kinderen. De WGBO schrijft voor dat een medisch onderzoek en/of behandeling pas mag plaatsvinden als de patiënt (ouder en/of kind) daar toestemming voor heeft gegeven. De hulpverlener is verplicht de patiënt uit te leggen wat dit onderzoek of deze behandeling inhoudt zodat de patiënt aan de hand van deze informatie kan beslissen of hij/zij daar toestemming voor geeft. De patiënt moet in ieder geval worden geïnformeerd over: doel en aard van het onderzoek of behandeling, de te verwachten gevolgen en risico s van het onderzoek of behandeling, 7

8 andere mogelijke onderzoeken of behandeling en die in aanmerking komen, de staat en de vooruitzichten met betrekking tot de gezondheid voor, tijdens en na het onderzoek of behandeling. In acute situaties waarin niet handelen gevaarlijk is voor het kind, mag een hulpverlener handelen zonder toestemming. In de WGBO wordt onderscheid gemaakt tussen drie leeftijdscategorieën minderjarigen: Kinderen tot 12 jaar Een kind tot 12 jaar mag niet zelf beslissen over een onderzoek of behandeling. De toestemming van de ouders is vereist. Het is wel zaak dat de ouders en hulpverleners het kind zoveel mogelijk betrekken bij de besluitvorming. Zowel ouders als kind hebben recht op informatie. De hulpverlener dient de inhoud van de informatie en de wijze waarop hij deze geeft, af te stemmen op het bevattingsvermogen van het kind. De ouders hebben het recht het medisch dossier in te zien, het kind niet. Als de ouders het willen, kunnen zij het dossier of delen daarvan met hun kind bespreken. Kinderen van 12 tot 16 jaar Bij onderzoek of behandeling van een kind van 12 tot 16 jaar hebben kind en ouders beiden recht op informatie. Zowel toestemming van kind als ouder is vereist. Er zijn echter twee situaties waarin onderzoek of behandeling kan worden uitgevoerd met slechts toestemming van het kind: medische behandelingen die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen, behandeling waarvoor de ouders toestemming hebben geweigerd, maar die het kind weloverwogen blijft wensen. Zowel ouders als kind hebben recht op inzage van het medisch dossier. Is de behandeling of het onderzoek zonder de toestemming van ouders uitgevoerd dan hebben de ouders alleen recht op inzage van het medisch dossier als het kind hiermee instemt. Kinderen van 16 jaar en ouder Kinderen van 16 jaar en ouder worden door de WGBO op één lijn gesteld met volwassenen, ook al hebben zij nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt. Toestemming voor onderzoek of behandeling dient alleen door de jongere gegeven te worden. De ouders krijgen alleen informatie als hun kind daar toestemming voor heeft verleend. Kinderen vanaf 16 jaar hebben het recht om hun medisch dossier in te zien. Er is geen toestemming van ouders nodig. Ouders mogen het dossier alleen inzien als hun kind daarmee akkoord gaat. Second opinion Als u en/of uw kind een ingrijpende beslissing moet nemen met betrekking tot de behandeling of als u twijfels hebt over de diagnose die uw specialist heeft gesteld, kunt u behoefte hebben aan een second opinion (tweede mening). Dit houdt in dat een andere deskundige dan uw eigen hulpverlener het probleem onderzoekt en er een uitspraak over doet. De andere deskundige neemt de behandeling echter niet over! 8

9 Een second opinion kan u ondersteunen bij uw keuze voor een bepaalde behandeling. U hebt altijd recht op een second opinion, maar de kosten ervan worden niet altijd vergoed. Neem vooraf contact op met uw zorgverzekeraar. Voor meer informatie kunt u terecht bij de Patiëntenservice, zie de achterpagina voor de bereikbaarheidsgegevens. 9

10 Geef uw mening! Deel uw ervaring over Orbis Medisch Centrum op een onafhankelijk kwaliteitsplatform voor de zorg. Op basis van uw ervaring kunnen wij onze zorgverlening verder verbeteren. Kinderdagverpleging Meldpunt Oost 41 Telefoon: Keel-, neus- en oorheelkunde Meldpunt Oost 03 Afsprakennummer Op werkdagen: en uur Informatienummer Op werkdagen: en uur Pre-operatief onderzoek Meldpunt Oost 03 Telefoon Pedagogische Zorg Meldpunt Oost 41 Telefoon Spoedpost / Spoedeisende hulp (SEH) Telefoon: Patiëntenservice Via Meldpunt West 05 Telefoon Internet