Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Vervolgnota energiebesparing Nr. 8 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 16 mei 1994 De vaste Commissie voor Economische Zaken 1 heeft op 12 april 1994 mondeling overleg gevoerd met de minister van Economische Zaken over: 1. Zijn antwoord d.d. 16 maart 1994 op vragen van de commissie inzake concurrentievervalsing door nutsbedrijven (zie bijlagen 1 en 2); 2. Zijn brief d.d. 15 maart 1994 inzake de Set van afspraken met de energie-distributiesector (23 561, nr. 5). Van het gevoerde overleg brengt de commissie als volgt verslag uit. 1. Beantwoording van vragen van de commissie inzake concurrentievervalsing door nutsbedrijven 1 Samenstelling: Leden: Spieker (PvdA), Lansink (CDA), Gerritse (CDA), Van Erp (VVD), Van der Linden (CDA), Van lersel (CDA), ondervoorzitter, Blaauw (VVD), Rempt-Halmmansde Jongh (WD), Tommel (D66), Vos (PvdAI, voorzitter, G.H. Terpstra (CDA), Van Gelder (PvdA), Boers Wijnberg (CDA), Van Rijn-Vellekoop (PvdA), Feenstra (PvdA), Ter Veer (D66I, Lonink (PvdA), G. de Jong (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosenmöller (Groen Links), Kersten (PvdA), Ramlal (CDA) Plv. leden: Huys (PvdA), Van Vlijmen (CDA), Mateman (CDA), Verbugt (WD), Van der Hoeven (CDA), Wolters (CDA), Remkes (VVD), De Korte (VVD), Schimmel (D66), Vermeend (PvdA), Van Houwelingen (CDA), Verspaget (PvdA), Reitsma (CDA), Akkerman (PvdA), J.H. van den Berg (PvdA), Ybema (D66, Leerling (RPF), Doelman-Pel (CDA), Van Traa (PvdA), Van Ojik (Groen Links), Melkert (PvdA), Van Dijk (CDA), E. van Middelkoop (GPV) Mevrouw Boers-Wijnberg (CDA) vroeg zich af, waarom de nota van wijzigingen op de Wet energiedistributie zo lang op zich laat wachten. Het zou immers goed zijn als een wettelijk kader als toets kan worden gebruikt bij de vele vragen die zijn gerezen. Als de taken van de distributiebe drijven wettelijk geregeld zijn, kan pas goed worden beoordeeld of zij die taken ook goed uitvoeren. Als er gebruikersraden zijn, kan ook daar een zekere verantwoording plaatsvinden. Echter, de wet is er nog steeds niet en dus ook de gebruikersraden niet. De door de minister verstrekte antwoorden riepen voor haar ook de nodige vragen op. Wat dit betreft, verwees zij naar een brief van de UNETO. Zij vroeg zich af, hoe het ministerie enerzijds enthousiaste stukken produceert over vrije markt en mededinging, terwijl het anderzijds zo traag reageert als het om mogelijke concurrentievervalsing in de distributiesector gaat. Uit de set van afspraken blijkt dat het ministerie geld beschikbaar zal stellen om enkele suggesties inzake dienstverlening te realiseren. Hoe verhoudt zich dat tot de installatie en adviessector? Die mogen toch niet worden geconfronteerd met een mogelijke monopoliepo sitie op een ander terrein? De CDA-fractie heeft uiteraard waardering voor het werk van de distributiebedrijven en de bereikte resultaten op het gebied van de energiebesparing, maar een en ander moet wel doelmatig gebeuren met inschakeling van sectoren met een eigen specialisatie. Om zo spoedig F ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1994 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

2 mogelijk de daarover gewenste duidelijkheid te verkrijgen, is een wettelijk instrumentarium nodig. Mevrouw Rempt-Halmmans de Jong (WD) verbaasde zich niet alleen over het lang uitblijven van de nota van wijzigingen, maar eveneens over de lange tijd die de beantwoording van de vragen heeft gevergd. In het mondelinge overleg d.d. 14 oktober zijn al heel wat opmerkingen over oneerlijke concurrentie in deze sector gemaakt. Het ministerie had dan ook wel wat eerder met het onderzoek daarnaar kunnen beginnen waardoor de beantwoording wellicht ook wat directer was geweest. In antwoord op vraag 2 antwoordt de minister dat Amsterdam is verzocht de particuliere bedrijven ook onder de bedoelde subsidieregeling te brengen, waardoor degenen die aardelektroden laten aanleggen dat niet meer alleen door het gemeentelijk energiebedrijf van Amsterdam behoeven te laten doen om voor die subsidie in aanmerking te komen. Waarom is Amsterdam niet gevraagd de subsidieregeling in te trekken? Het antwoord op vraag 3 biedt ook niet veel inzicht in de praktijk: het zou mogelijk zijn dat er op het gebied van nevenactiviteiten van energie distributiebedrijven sprake is van oneerlijke concurrentie, maar zeker is dat niet. Natuurlijk is dat wel zeker, want waarom is daar anders een heel mondeling overleg over geweest en waarom zit de Kamer anders zo te springen om de nota van wijzigingen op de Wet energiedistributie? De commissie heeft o.a. gevraagd of het niet verboden zou moeten worden dat nutsbedrijven activiteiten ontplooien, die niet behoren tot de algemene dienende taak en die net zo goed door particuliere bedrijven kunnen worden uitgevoerd. De minister antwoordt dat hij geen verbod wil, omdat hij dergelijke activiteiten ook niet altijd als concurrentiever valsing ziet. Een mogelijke oplossing ziet hij in een gedragscode die dan wel een wettelijke grondslag moet hebben. Denkt hij daarbij ook aan eventuele sancties? Wat zou een dergelijke code naar zijn mening moeten bevatten? Of moet er zolang met de nutssector worden gepraat dat iedereen tevreden is? Dat zou nog wel eens lang kunnen duren. Mevrouw Rempt kon zich voorstellen dat in de code zou worden opgenomen dat distributiebedrijven zich niet moeten bezighouden met activiteiten die in de markt plaatsvinden of zij moeten daarvoor een dochteronderneming oprichten. Distributiebedrijven betalen immers over dergelijke activiteiten geen vennootschapsbelasting. Bovendien zijn dan de risico's van kruisfinanciering en van doorberekening van overhead kosten niet denkbeeldig. Aangezien tegenwoordig iedereen mag installeren, valt de veiligheids controle door het distributiebedrijf grotendeels weg. De minister ziet daartegen niet zulke bezwaren, omdat er tegenwoordig zgn. waarborg installateurs zijn. Worden zij dan wel gecontroleerd? Zoals de minister opmerkt, ligt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de installatie bij de afnemer, de consument, maar wat weet de gemiddelde consument er nu van? Mevrouw Rempt bleef daarom de opvatting toegedaan dat het een taak van de nutsbedrijven moet blijven om de veiligheid te garan deren. Gelukkig gebeuren er in Nederland zeer weinig ongelukken op dit punt en dat moet, zo mogelijk, ook zo blijven. De WD-fractie was verheugd dat de minister met een wettelijke grondslag voor de MAP-heffingen instemt, ook al omdat er dan een betere controle mogelijk is, maar wie controleert dan? Is de wettelijke grondslag niet noodzakelijk om oneerlijke concurrentie, zoals die nu blijkt plaats te vinden, te voorkomen? De heer Tommel (D66) betreurde eveneens het zo lang uitblijven van de nota van wijzigingen op de Wet energiedistributie, vooral omdat oneer lijke concurrentie door distributiebedrijven alleen maar goed kan worden voorkomen met een wettelijke regeling die de zo gewenste helderheid en duidelijkheid verschaft. Die kunnen niet worden bereikt met alleen een Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

3 gedragscode. Die is immers alleen maar bindend voor degenen die de code ondertekenen. Bovendien is het de vraag welke sancties en controle-instrumenten mogelijk zijn. Het zal in de praktijk vrijwel ondoenlijk worden om alle mogelijke vormen van oneerlijke concurrentie boven tafel te krijgen. Een gedragscode kan wel zinvol zijn in het traject dat aan wetgeving voorafgaat. Ook mevrouw Van Rijn-Vellekoop (PvdA) vroeg zich af, of een gedragscode, al dan niet met een wettelijke basis, wel een afdoende oplossing is voor de mogelijke oneerlijke concurrentie van distributiebe drijven en hoe de naleving ervan kan worden gecontroleerd. Gelet op de brief van de UNETO bestaat er toch alle aanleiding voor een afdoende wettelijke regeling die inderdaad volstrekte duidelijkheid verschaft. Antwoord van de minister De minister moest erkennen dat het ministerie van EZ er in dit geval tegen de gewoonte in vrij lang over doet, maar sommige zaken zijn nu eenmaal moeilijk in kaartte brengen. Hij heeft heel goed naarde bezwaren van de UNETO geluisterd tegen de concurrentievervalsing die in sommige opzichten optreedt, maar het is heel moeilijk om precies aan te geven waar daarvan sprake is en wat de omvang ervan is. Men kan wel enkele voorbeelden noemen, maar daarop kan regel c.q. wetgeving niet worden gebaseerd, omdat misbruik op grond van de Wet economische mededinging moet worden aangetoond. Tijdens het onderzoek daarnaar zijn zeker enkele aspecten naar voren gekomen die oneerlijke concurrentie betekenen. Die zijn de betrokken partijen voorgelegd en mogelijke oplossingen zijn besproken. De UNETO wilde een en ander in de wet vastleggen, de nutsbedrijven zagen liever een andere oplossing. Uitein delijk is de weg van een alles dekkende code afgesproken die een wettelijke verankering moet krijgen om een eventueel beroep op de rechter mogelijkte maken. De bewindsman was ervan overtuigd dat deze weg de beste is, maar men is er nog niet helemaal klaar mee. De code is nog niet afgerond, ook al niet omdat partijen er zelf niet helemaal uitkomen. De praktijk toont wel aan dat het opstellen van dergelijke codes veel tijd vragen. Kunnen partijen het uiteindelijk niet over de code eens worden, dan zal hij een kleine commissie instellen om een uitspraakte doen. Komt die er niet uit, dan rest hem niet anders dan zelf een uitspraak te doen. Hij wil zorgvuldig handelen om niet het risico te lopen dat de rechter hem onzorgvuldigheid verwijt. De bewindsman had Amsterdam verzocht ook particuliere bedrijven onder de subsidieregeling inzake aardelektroden te brengen om het bestaande meningsverschil snel tot een oplossing te brengen. Hij was het ermee eens dat dit niet de koninklijke weg is, maar het was ook maar een tijdelijke regeling die inmiddels niet meer bestaat. Het probleem heeft zich dus vanzelf opgelost. Hij stelde dat het niet zo eenvoudig is om nutsbedrijven bepaalde activiteiten te verbieden. Om bijvoorbeeld kruisfinancieringen te voorkomen, zou het verstandig zijn de algemene regel te stellen dat dergelijke activiteiten in een apart dienstverleningsbedrijf moeten worden ondergebracht. In de code zou dan kunnen worden aangegeven met welke activiteiten dat aparte bedrijf zich wel of niet mag bezighouden. Vroeger moest het energiebedrijf de installaties goedkeuren. Nu wordt volstaan met apart gekwalificeerde en gecertificeerde installateurs. Volgens de algemene wetgeving blijven de consumenten echter aanspra kelijk en verantwoordelijk voor de eigen veiligheid. In de nota van wijzigingen zal nog iets meer worden opgenomen over de doelstellingen van energiedistributiebedrijven en over de positionering van EnergieNed. Er zal een wettelijke regeling in worden opgenomen voor het MAP-geld, waarover overigens uitvoerig juridisch advies is Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

4 ingewonnen. Is het wel een heffing? Neen, het is eigentijk een vergoeding voor bepaalde diensten die energiedistributiebedrijven leveren die leiden tot een hogere efficiency en/of besparingen. Die diensten worden vergoed en dus is het geen heffing. Het kost veel tijd om daar een goede wettelijke regeling voor op te stellen. Tenslotte zal er een en ander omtrent de gedragscode in worden opgenomen. Nadere gedachtenwisseling Mevrouw Boers vond het een beetje te ver gaan dat de minister zijn aarzelingen afdoet met het argument dat hij niet op basis van enkele voorbeelden een wettelijke regeling kan treffen. Echter, zowel bij de schriftelijke behandeling van het voorstel van Wet energiedistributie als bij verschillende andere gelegenheden zijn van alle zijden verschillende aspecten naar voren gebracht die om een regeling vragen. Ook zij is uiteraard niet voor overbodige regel en wetgeving, maar het voordeel van een wet is wel dat daarin heel duidelijk kan worden gemaakt waar de verschillende bevoegdheden liggen en welke vrijheid betrokkenen nog hebben. Als er geen wet is, is men vaak afhankelijk van ambtelijke willekeur. Zij gaf graag toe dat het een complexe materie is, zeker als alle mogelijke activiteiten in een wettelijke regeling moeten worden opgenomen, maar dat is toch niet nodig? Als het de bedoeling is om een gedragscode in de wet op te nemen, hoeft het wetsvoorstel toch niet te wachten totdat die code er daadwerkelijk is? Als moet worden gewacht totdat in alle mogelijke gevallen misbruik is aangetoond, zal die wet er nooit komen. Een gedragscode kan een oplossing bieden. Als die wettelijk op een goede manier is verankerd, blijft ook de rechtszekerheid van betrokkenen in stand. Kan overigens worden aangegeven wanneer de nota van wijzigingen mag worden verwacht? Wat de veiligheidsaspecten betreft, leek het haar van belang dat daarbij ook de Europese regelgeving ter zake in het oog werd gehouden. Het viel mevrouw Van Rijn op dat de minister zich baseert op oude wetgeving, i.c. de Wet economische mededinging. De Kamer zou graag zien dat er een wet kwam waarin duidelijk werd bepaald welke taken nutsbedrijven mogen vervullen op grond van hun nutsfunctie, gekoppeld aan MAP-gelden, subsidiëren van sommige activiteiten, en welke taken van de nutsbedrijven eigenlijk zouden moeten vallen onder de markt werking. Die laatste taken zijn onderhevig aan de Wet economische mededinging. Het moet duidelijk zijn wat onder nutstaken wordt verstaan, opdat de MAP-gelden ook enkel en alleen daarvoor worden gebruikt. Zou overigens niet kunnen worden gedacht aan de mogelijkheid van een Amvb als partijen niet tot overeenstemming over de code kunnen komen? Mevrouw Rempt sloot zich hierbij aan. Eerst moet worden uitgemaakt wat tot de taak van de distributiebedrijven behoort. Indien zij zich op de markt begeven, hebben ze zich ook aan bepaalde regels te houden. Een gedragscode, waarvan in de wet wordt vastgelegd dat die bindend is, kan dan wel soelaas bieden. Het is vervelend als partijen geen overeen stemming over de inhoud van de code kunnen bereiken, maar dan moet de minister maar ingrijpen. Er zijn toch al zoveel gevallen bekend dat ook hij ervan overtuigd moet zijn dat nu eens moet worden geregeld welke activiteiten nutsbedrijven wel of niet mogen verrichten binnen hun nutsfunctie. De heer Tommel was het ermee eens dat niet met wetgeving moet worden gewacht totdat alle problemen zijn opgelost. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

5 Het was hem nog niet duidelijk welke consequenties de code heeft. Wordt die met EnergieNed gesloten of met elk bedrijf afzonderlijk? Wat gebeurt er met een bedrijf dat de code niet onderschrijft? Hij herinnerde aan de discussies over nieuwe taakopvatting van de PTT, waarin aanzienlijke problemen naar voren kwamen met bijvoorbeeld kruissubsidies; enerzijds was PTT beheerder van het net, een monopolist, anderzijds verkocht PTT in concurrentie allerlei telecommunicatie apparatuur. Dat probleem was minstens zo ingewikkeld als het onder havige, maar intussen zijn daar wel allerlei regelingen voor getroffen. In hoeverre heeft het ministerie lering getrokken uit het proces dattoen gevolgd is om tot sluitende afspraken te komen? Formeel gesproken achtte de heer Tommel het juist dat de particulier verantwoordelijk is voor de veiligheid van de installatie in eigen huis, maar materieel gezien leek hem dat veel moeilijker te liggen. Wat is in feite de meerwaarde in formele zin van waarborginstallateurs? Als gebruik daarvan ertoe leidt dat het energiebedrijf van keuring afziet, maar het keurt ook niet als een ander de installatie heeft aangelegd, wat is dan het formele verschii in verantwoordelijkheid? Bijvoorbeeld gasexplosies komen ook voor in meergezinswoningen. Dan kunnen ook anderen dan de veroorzaker het slachtoffer worden. De minister herhaalde dat beide partijen iets anders willen en dat het tijd kost om tot overeenstemming te komen. In ieder geval zijn nu de verschillende vormen van verkeerde concur rentie in kaart gebracht. Op basis daarvan moest hij tot de conclusie komen dat gedetailleerde wetgeving niet werkbaar zou zijn, maar dat een gedragscode over bepaalde taken van nutsbedrijven als oplossing resteert. Het ontwerp van de Wet energiedistributie is klaar, maar moet nog besproken worden met de ministers van Justitie en van Volkshuis vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Binnenkort zal het aan de ministerraad worden voorgelegd en daarna kan het naar de Raad van State, waarschijnlijk zo eind mei Het is inderdaad een wat «kale» wet die nader zal worden ingevuld met de gedragscode waarover het overleg ondertussen zonder meer zal doorgaan. De afronding daarvan zal nog wel even duren. De minister zegde toe dat als het te lang duurt, hij in ieder geval de mogelijkheid van een voorlopige code zal bezien om aan de ergste problemen tegemoet te komen. Van de gang van zaken met de PTT is uiteraard geleerd, maar men mag niet uit het oog verliezen dat ook wat dat betreft nog steeds problemen blijken, hoewel de grootste uiteraard al zijn opgelost. Over de veiligheidsaspecten kon de minister geen afdoende antwoord geven. De gebruiker blijft juridisch aansprakelijk, maar als de installatie is aangelegd door een waarborginstallateur en er gebeuren ongelukken, dan zal het zeer moeilijk zijn die aansprakelijkheid af te wentelen. Hij zegde toe hierover nader juridisch advies in te winnen en de commissie daarover te rapporteren. Hij zal daarbij tevens betrekken de Europese richtlijnen ter zake en de regelingen die in andere landen gelden. 2. Set van afspraken met de energiedistributiesector (23 561, nr. 5) Mevrouw Van Rijn wees op de doelstelling in het gepresenteerde MAP die 0,7 miljoen ton CO 2 lager ligt dan die waarvan de Nota energiebe sparing uitging. De minister zal met de sector overleggen over de eindverbruikreductie. Dat is van belang, want hoe efficiënt men ook te werk gaat, als de eindverbruikers meer verbruiken, dan schiet het per saldo toch niet erg op. Verwacht de minister nu van de sector zelf nieuwe ideeën, of heeft het ministerie zelf ook al enige gedachten om de doelstellingen van het A-MAP inzake het eindverbruik te halen? Ook wat betreft de duurzame energie blijft men blijkens blz. 3, 2e alinea. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

6 bij de doelstellingen achter. Als dat nu al niet lukt, hoe zal het dan mogelijk zijn om de grote omwenteling te bewerkstelligen die toch nodig is om de duurzame energie-opwekking een groter deel te laten uitmaken van het aanbod? Ziet de minister mogelijkheden om ook op dat punt wat meer prikkels te laten uitgaan? Ondanks deze punten van kritiek wilde zij toch haar waardering uitspreken voor de sector die op vrijwillige basis tot een behooriijke inzet qua energiebesparing heeft besloten. Genoeg is het zeker nog niet, maar iedere stap zal leiden tot het uiteindelijke doel, nl. een groter gebruik van duurzame energiebronnen. Mevrouw Boers herhaalde moeite te hebben met de beoordeling van deze set van afspraken, omdat er geen wettelijk kader is waaraan ze kunnen worden getoetst. Gelet op de zo gewenste transparantie zou er toch eigenlijk een verantwoording moeten plaatsvinden van besteding van de MAP-gelden. Als het niet verder komt dan een dringend verzoek van EnergieNed aan haar leden om daartoe over te gaan, dan is dat toch niet erg substantieel. Op zijn minst zou de besteding van de gelden zichtbaar moeten worden gemaakt. Dit alles nam niet weg dat ook mevrouw Boers behoefte had aan het uitspreken van haar waardering voor de vele activiteiten van de sector zelf op het punt van energiebesparing, maar het draagvlak daarvan hing haars inziens toch ook samen met een goede wettelijke regeling. De heer Blaauw (WD) verwees allereerst naar de schriftelijke vragen die mevrouw Boers en hij hadden opgesteld naar aanleiding van het A-MAR Voor de produktiekant is er het E-plan dat wettelijk is geregeld. Dat plan kan dus desgewenst ook worden bediscussieerd. Omdat het in dit overleg alleen maar gaat om de set van afspraken, kan feitelijk niet inhoudelijk op het A-MAP worden ingegaan, terwijl dat toch echt wel elementen bevat waarvan het verstandig zou zijn die met de minister nader te bespreken. Aan dit bezwaar is nu tegemoet gekomen door de ingediende schriftelijke vragen. Het proces is begonnen met het U-MAP dat zijn invloed heeft uitge oefend op de Vervolgnota energiebesparïng. Aan de bedrijvenkant is het U-MAP gevolgd door verschillende B-MAP'en die door EnergieNed in elkaar worden geschoven tot het A-MAP. Het is echter niet bekend wat er in die B-MAP'en staat. Enige kennis daarvan is toch wel gewenst om meer inzicht te krijgen in het A-MAP. In de discussie over de Vervolgnota energiebesparing is door de Kamer toch vrij algemeen uitgesproken dat subsidies op HR-ketels eigenlijk niet meer nodig is. Waarom wordt die dan toch gehandhaafd? De HR-ketel heeft zich inmiddels toch wel zelf bewezen? Het grootste probleem voor de VVD-fractie waren wel de MAP-gelden met een totaal van 310 mln. Bovendien moeten de bedrijven zelf ook nog eens 60 mln. ophoesten. Als je dan ziet dat bijna de helft wordt besteed aan het «echte» werk en de andere helft opgaat aan overhead, dan moeten daarbij toch wel de nodige vraagtekens worden geplaatst. Bij de aanbieding van het A-MAP antwoordde EnergieNed op een desbetref fende vraag dat die kosten zo hoog zijn omdat er allemaal nieuwe dingen gedaan worden waarvoor nieuw personeel nodig is of personeel moet worden omgeschoold. Waarom wordt voor dat soort nieuwe zaken toch niet meer gebruik gemaakt van de marktsector? Een ander probleem is de verantwoording van en de controle op de besteding van de MAP-gelden. Realiseert men zich wel voldoende dat een MAP-toeslag van 2,5% voor een woning van iemand die de zgn. oude dag heeft bereikt en dus helemaal geen behoefte meer heeft aan vernieu wingen in dat huis, al gauw ongeveer neerkomt op de bedragen die geregeld over de tafel gaan als wordt gesproken over mogelijke ingrepen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

7 in de AOW! Het is dan ook de plicht van de Kamer om meer transparantie te eisen. Wat de set van afspraken zelve betreft, zou de heer Blaauw graag een rapportage krijgen over de resultaten van de analyse van de besparingen bij eindverbruikers. Ook kreeg hij graag een verslag van de besprekingen die EnergieNed in het najaar van 1994 met de minister zal voeren over de resultaten van de isolatiestimuleringsregeling, opdat de Kamer ook in de gelegenheid wordt gesteld inhoudelijk met de minister van gedachten te wisselen over de uitwerking van deze toeslag of heffing. Hij begreep niets van de definitie onder 1.3 en vroeg daarover een nadere uitleg van de minister. Bovendien zou hij graag vernemen wat EnergieNed kan doen als haar leden niet voldoen aan deze afspraken. De heer Tommel vond het een goede zaak dat de distributiebedrijven zich vrijwillig hebben verplicht tot activiteiten die gericht zijn op het bereiken van energiebesparing, te meer daar de overheid zich steeds meer terugtrekt, ook in financieel opzicht. Hij sloot zich aan bij de teleurstelling over het niet bereiken van de eindverbruikersreductie die aanvankelijk was aangenomen en vroeg zicb af, of niet al te gemakkelijk wordt uitgeweken naar bijvoorbeeld warmte kracht. Bovendien vond hij het zorgelijk dat ook de duurzame energie als doelstelling achter lijkt te blijven, hoewel er wordt gesproken over wellicht additionele mogelijkheden. Wat houden die precies in? Aan het slot van 4.2. neemt de minister een verplichting op zich op het gebied van energielabelling en normering voor zgn. witgoed. Wanneer kan de concretisering daarvan worden verwacht? Uit een bericht in de pers blijkt dat een distributiebedrijf uit de MAP-gelden bodemsanering wil betalen voor een oude locatie van een gasfabriek. Dat past toch niet in de bedoelingen van deze set van afspraken? Wat de verantwoording van de besteding van de MAP-gelden betreft, was de heer Tommel niet zo somber. De bedrijven hebben immers een jaarverslag en zijn onderhevig aan accountantscontrole. Hij zou het op prijs stellen indien de distributiebedrijven met name hun gebruikers inlichten over de besteding van de gelden en de daarmee bereikte resultaten. Antwoord van de minister De minister gaf toe dat de doelstelling inzake de eindverbruiksreductie met name bij individuele gebruikers niet helemaal wordt gehaald, maar wees erop dat dit gelukkig niet inhoudt dat de totale reductiedoelstelling van het MAP niet wordt gehaald. De sector draagt volgens het nieuwe MAP 30% bij aan die algemene doelstelling van de VNEB, terwijl dat volgens het vorige MAP 20% was. Het is de bedoeling de komende maanden alle B-MAP'en door te spitten om te bezien waar verdere mogelijkheden liggen. Hij was ervan overtuigd dat in de energiediensten, waarover in 1.3 wordt gesproken, nogal wat mogelijkheden zitten om tot reductie te komen, ook al is een en ander niet zo fraai gedefinieerd. Hij had op dit moment geen reden om aan te nemen dat ook de totale taakstelling inzake de duurzame energie, 3%, niet zal worden gehaald. Wellicht is dat wel het geval bij een speciale vorm van duurzame energie. Zijn brief doelde meer op de grote verschillen tussen regio's en bedrijven en niet zozeer op de algemene doelstelling. Het zal moeilijk zijn de doelstellingen voor de individuele gebruikers te halen, maar opgeven is er niet bij. Aan de aanbodzijde zal de totale doelstelling wel worden gehaald en er is in ieder geval op dit moment nog geen reden om aan te nemen dat de totale doelstelling niet wordt gehaald. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

8 De minister onderschreef de wens van transparantie van besteding van de MAP gelden, maar er komen inderdaad ook jaarverslagen en de nieuwe wet kent verbruikersraden. In ieder geval was hij bereid in de wet en de toelichting daarop op te nemen dat die transparantie een vereiste is. De subsidie op HR-ketels is voortgezet omdat bij de distributiebedrijven nog steeds de overtuiging bestaat dat die zinvol is om een laatste duwtje te geven. Het door de heer Blaauw genoemde bedrag van zo'n 170 mln. is zeker niet alleen bedoeld voor overhead, maar met name voor voorlichting en advisering. Dat is geen eenmalige zaak, maar een kwestie van jaren. Het is een majeure inspanning om alle eindverbruikers te bereiken. Dat zal ook de nodige tijd en middelen vragen. De normering voor het witgoed komt op 25 mei a.s. in de Energieraad aan de orde en het is de bedoeling de labelling dit jaar aan te vangen. MAP-gelden zijn niet bestemd voor bodemsanering, ook al duidde het advies van de commissie-welschen in een wat andere richting. De minister zegde toe die rnogelijkheid in de toelichting op de nieuwe wet af te grendelen. Ook volgens de set van afspraken kan deze besteding niet. Nadere gedachtenwisseling Mevrouw Van Rijn wees erop dat in de tweede alinea van blz. 3 van de brief van de minister wordt gesteld dat het doel voor duurzame energie iets achterblijft bij eerdere uitgangspunten. Haars inziens houdt dat in dat de doelstelling is verlaagd en dan kost het inderdaad minder moeite om die lagere doelstelling te bereiken. Zij had liever gezien dat het doel wat hoger was gesteld. De regering heeft nog geen standpunt kenbaar gemaakt over het rapport van de commissie-welschen. Vanuit de Kamer echter zijn toch duidelijke signalen gekomen dat bestemmingsheffingen niet gewenst zijn. In ieder geval zijn MAP-gelden bedoeld om energiebesparing te bewerk stelligen. Mevrouw Boers sloot zich hierbij aan. Bedrijven zullen bodemsanering moeten betalen uit eigen reserves. De heer Blaauw wees in dit verband nog op de negatieve reactie van de minister op de suggestie om met heffingen of prijsverhogingen milieuprojecten in Oost en Centraal-Europa te financieren. MAP-gelden moeten dus besteed worden aan het doel waarvoor ze zijn bestemd, al zou de WD-fractie liever zien dat ze werden geschrapt. In zijn brief stelt de minister dat hij zal rapporteren over de analyse die hij in het najaar van 1994 zal bespreken, maar hij zal ook met EnergieNed gaan praten over het verloop van de subsidie-aanvragen. Is hij bereid ook daaroverte rapporteren? Hij sprak de hoop uit dat bij het nader bezien van de B-MAP'en ook duidelijk wordt of er inderdaad sprake is van een buitengewone hoge overhead. De heer Tommel dacht dat de oorspronkelijke doelstelling voor duurzame energie 3,5% was, maar nu is teruggebracht tot 3%. In die zin had mevrouw Van Rijn dus wel gelijk. Hij dankte de minister voor zijn duidelijke verklaring dat MAP-gelden niet mogen worden gebruikt voor bodemsanering. Waar bedrijven een eigen taakstelling hebben op het gebied van bodemsanering, moeten de kosten daarvan worden betaald uit de eigen bedrijfsmiddelen, exploitatie en reserves. Het is prettig dat ook op dit punt een vrij brede overeen stemming lijktte bestaan. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8 8

9 De minister wees erop dat de U-MAP uitging van 3% voor duurzame energie en dat in het A-MAP 2,8% staat. Bovendien blijft nog een aantal nutsbedrijven achter en hij heeft al toegezegd te zullen bezien waar dat aan ligt, in de hoop uiteindelijk toch op die 3% uit te komen. Hij constateerde verheugd dat er tussen de Kamer en de regerïng geen verschil van opvatting bestaat over onderdelen van het rapport van de commissie-welschen. Ondanks zijn negatieve reactie op heffingen of prijsverhogingen voor het financieren van projecten in Oost en Centraal Europa wordt er toch al veel gedaan. Er is thans een project gaande dat moet leiden tot een zeer aanzienlijke vermindering van de C0 2 -uitstoot. In het NMP staat dat deze zaken nog niet worden meegeteld en dat bij de joint implementation zal worden bezien hoe ze kunnen worden ingepast. In 1995 zal daarover een conferentie worden gehouden. Hij zegde toe goed te zullen nagaan of de overhead inderdaad zo'n 45% van het totaal uitmaakt. Als dat zo is, moet daar zeker iets aan gebeuren. De Kamer zal hierover uiteraard nader worden gerapporteerd. De voorzitter van de commissie, Vos De griffier van de commissie, Van Overbeeke Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8

10 BIJLAGE 1 Aan de minister van Economische Zaken 's-gravenhage, 6 januari 1994 Leden van de vaste Commissie voor Economische Zaken hebben onlangs een gesprek gehad met de Unie van elektrotechnische onder nemers. Tijdens dit gesprek kwam aan de orde dat energie distributiebedrijven activiteiten ontplooien die door de Uneto als concurrentievervalsend worden beschouwd. Naar aanleiding hiervan legt de commissie u hierbij een aantal vragen voor betreffende dit onderwerp. De leden van de commissie ontvangen gaarne uw reactie op deze vragen. De griffier van de vaste Commissie voor Economische Zaken, J. N. van Overbeeke Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8 10

11 1 Bent u op de hoogte van het feit dat de gemeente Amsterdam 40 procent van de aanschafkosten van nieuwe aardelektroden vergoedt of heeft vergoed indien de installatie van die elektroden, in plaats van door een particuliere installateur, door het Gemeente-energiebedrijf Amsterdam wordt aangelegd? 2 Zo ja, deelt u de mening, dat het door de gemeente Amsterdam toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, de particuliere sector ernstig nadeel berokkent bij de mededinging? 3 Is het u bekend, dat niet alleen het Gemeente-energiebedrijf Amsterdam maar ook andere energiedistributiebedrijven in Nederland naast het distribueren van energie op ruimte schaal nevenactiviteiten ontplooien - zoals ontwerp, aanleg, onderhoud, verkoop en verhuur van toestellen en installaties - die niet rechtstreeks in verband staan met de ievering van energie, maar waarbij wel gebruik wordt gemaakt van de voordelen - zoals het doorberekenen van «verliezen» in de tarieven, fiscale faciliteiten, betere toegang tot de kapitaalmarkt, voorkeurspositie bij aanbestedingen door gemeenten en provincies - die de distributiebedrijven ontlenen aan hun positie als nutsbedrijf en monopolist? 4 Zo ja, deelt u de mening dat het belang bij deze vorm van dienstver lening door de distributiebedrijven niet opweegt tegen het belang van de particuliere sector om tegen een zodanig «concurrentievervalsend» optreden te worden beschermd? 5 Deelt u de opvatting dat het voor een ordelijk economisch verkeer noodzakelijk is dat het de energiedistributiebedrijven verboden moet worden om commerciële nevenactiviteiten te ontplooien die niet duidelijk te relateren zijn aan een bijzondere dienende taak welke de nutsbedrijven door het «concurrentievervalsend» optreden redelijkerwijs geacht moeten worden te vervullen? 6 Zo ja, bent u bereid het voorstel van de Wet energiedistributie zodanig aan te passen dat de particuliere sector wordt beschermd tegen «concurrentievervalsende» nevenactiviteiten van de distributiebedrijven door voorwaarden te stellen, waaronder de exclusieve bevoegdheid aan de distributiebedrijven tot het distribueren van elektriciteit, gas en warmte wordt verleend in combinatie met een verbod op het uitvoeren van commerciële nevenactiviteiten (direct en indirect via deelnemingen e.d.), zoals het ontwerp, de aanleg, het onderhoud en de verkoop van toestellen en installaties? 7 Kunt u aangeven hoe het besluit van de distributiebedrijven tot versoepelen van de aansluit en leveringsvoorwaarden zoals m.b.t. degene («iedereen») die mag installeren en het wegvallen van een effectieve controle daarop - op het gebied van de veiligheid past binnen het overheidsbeleid tot bevordering van de veiligheid bij het gebruik van toestellen en installaties? 8 Welke initiatieven neemt u ten einde te voorkomen dat het met de bevordering van de veiligheid door de distributiebedrijven bij het gebruik Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8 11

12 van toestellen en installaties dezelfde weg opgaat als met het «concurrentievervalsend» optreden van de distributiebedrijven, waar door het ontbreken van richtlijnen en effectieve sancties een onbeperkte vrijheid bestaat bij de invulling van deze taak door de distributiebedrijven? 9 Deelt u de mening dat de distributiebedrijven erop moeten toezien dat binnenhuisinstallaties voor water en energiedragers als gas en elektriciteit voldoen aan de wettelijke eisen inzake veiligheid en gezondheid en dat in het algemeen op het terrein van de veiligheid bij het gebruik van toestellen en installaties het voorstel van de Wet energiedistributie aangescherpt dient te worden met eisen ten aanzien van de wijze en de omvang van het toezicht door de distributiebedrijven op de installateur en de installatie? 10 Deelt u de mening dat het wenselijk is dat het energiebesparingsbeleid van de distributiebedrijven op landelijke en uniforme basis gecoördineerd dient te worden in overleg met de marktsector en dat er van overheidswege een stringent toezicht moet bestaan op de omvang en de aanwending door de distributiebedrijven van de uit de MAP-toeslag verkregen middelen? 11 Deelt u de mening dat, indien overheidsbedrijven in concurrentie treden met het particuliere bedrijfsleven, zij vennootschapsbelasting moeten betalen, zoals verwoord door de minister van Financiën Van de Kieft bij de totstandkoming van de Wet Belastingheffing van overheidsbedrijven (zitting nr. 3816). Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8 12

13 BiJLAGE 2 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal 's-gravenhage, 16 maart 1994 Naar aanleiding van een gesprek dat leden van uw commissie hebben gehad met de Unie van elektrotechnische ondernemers heeft u mij bij brief van 6 januari jl., kenmerk 94/2/EZ, vragen gesteld over neven activiteiten van energiedistributiebedrijven. Hieronder volgen de antwoorden. 1 Gezien deze vraag heb ik de nodige informatie ingewonnen. 2 Ja. Mijn ministerie heeft inmiddels de gemeente Amsterdam aange schreven met het verzoek ook de bedrijven uit de particuliere sector onder deze subsidieregeling te brengen. 3 Het is mij bekend dat energiedistributiebedrijven naast het leveren van energie nevenactiviteiten ontplooien. Dat zij daarbij misbruik zouden maken van hun positie als nutsbedrijf en monopolist staat echter niet bij voorbaat vast, maar is ook niet uitgesloten. 4/6 Toetreding tot de markt moet voor een ieder zo vrij mogelijk zijn, dus ook voor energiedistributiebedrijven. Derhalve is een verbod van commerciële nevenactiviteiten voor nutsbedrijven niet gewenst. Activi teiten van energiedistributiebedrijven dienen echter niette leiden tot concurrentievervalsing. Ik verwijs naar mijn brief van 3 november 1993 over de voortgang van het ontwerp van de Wet energiedistributie, waarin ik dit onderwerp vermeld heb. Ik ben thans in gesprek met de organisaties van installateurs en van energiedistributiebedrijven, teneinde tot een goede regeling te komen. Ik denk daarbij aan een gedragscode die een wettelijke grondslag krijgt. 7/9 Een van de taken van het energiedistributiebedrijf is het bevorderen van de veiligheid. Een nutsbedrijf kan op verschillende manieren invulling geven aan die taak. Te denken valt aan de zogeheten waarborg installateurs, voorlichting, controles, etc. De huidige stand van zaken met betrekking tot de veiligheid bij het gebruik van toestellen en installaties geeft geen reden tot zorg. Er is thans geen sprake van een onveilige situatie. Ik heb geen aanleiding te verwachten dat hierin verslechtering zal komen als de veiligheidstaak van het energiedistributiebedrijf op een iets andere manier wordt ingevuld. Wel zal ik de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend in de gaten houden. Een aanscherping van het voorstel van Wet energiedistributie met eisen ten aanzien van de wijze en de omvang van het toezicht wordt dan ook niet overwogen. Vermeden moet ook worden dat een situatie kan ontstaan dat het energiedistrïbutiebedrijf voor de veiligheid aansprakelijk zou worden gesteld, hetgeen met zich zou brengen dat distributiebe drijven zeer intensief moeten gaan controleren. De verantwoordelijkheid voor een veilige installatie ligt mijns inziens primair bij de afnemer zelf, die daar zonodig zelf deskundige assistentie voor moet inschakelen. 10 Ik ben van mening dat het gewenst is dat het energiebesparingsbeleid Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8 13

14 van de distributiebedrijven op een landelijke en uniforme basis gecoördi neerd wordt vanuit EnergieNed, de overkoepelende organisatie van energiedistributiebedrijven, en dat EnergieNed daarover ook overlegt met de marktsector. Ook ben ik van mening dat enig toezicht op de omvang en aanwending van de zg. MAP-toeslag wenselijk is, zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 3 november Ik ben van mening dat indien overheidsbedrijven in concurrentie treden met het particuliere bedrijfsleven, zij dit moeten doen onder gelijke condities. Dit betekent dat activiteiten die niet rechtstreeks verband houden met de distributie van gas, elektriciteit of warmte en waarbij in concurrentie getreden wordt met het particuliere bedrijfsleven, bij voorkeur in een afzonderlijke rechtspersoon, die ook onder de vennootschapsbelasting valt, zouden moeten worden verricht. Minister van Economische Zaken, J. E. Andriessen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8 14

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 826 Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) Nr. 40

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) G VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 507 Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening) Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22152 Voorlichtingscampagnes van het Rijk Nr. 3 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 1991 De Commissie voor de Rijksuitgaven 1 legt over dit rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 mei 2016 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 55 BRIEF VAN DE

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.4.93 Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen bronnen Antwoord staatssecretaris SZW d.d. 27.4.2011 op Kamervragen, Vergaderjaar 2010-2011, 2354 Een aantal

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 003 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 642 Wet van 14 december 1996, houdende regels op het gebied van de distributie van elektriciteit, gas en warmte (Wet energiedistributie) Wij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 28 781 Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Beantwoording vragen bericht OPTA waarschuwt ondernemers voor ongewilde telefonie overstap

Beantwoording vragen bericht OPTA waarschuwt ondernemers voor ongewilde telefonie overstap > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen Den Haag, 3 mei 2017 Hierbij nodig ik u uit voor een vergadering van uw commissie op woensdag 10 mei 2017 van 09.30 uur tot uiterlijk 10.15 uur in de Aletta Jacobszaal met de volgende agenda Openbaar gedeelte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 49d 26 498 Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de evaluatie van de bijstandsverlening aan zelfstandigen BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

Gedragscode. Branchevereniging VvE Beheerders

Gedragscode. Branchevereniging VvE Beheerders Gedragscode Branchevereniging VvE Beheerders Inhoud 1. Inleiding... 3 2. BVVB Gedragscode 2.1 Communicatie. 3 2.1.1 Informatie.. 3 2.1.2 Geheimhouding 3 2.1.3 Acquisitie.. 3 2.1.4 BVVB. 4 2.2 Betrouwbaarheid

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087

Rapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087 Rapport "Toch een voldoende voor de Toets Gesproken Nederlands" Rapport over een klacht over de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag. Datum: 15 juli 2013 Rapportnummer: 2013/087 2

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 220 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en de Algemene pensioenwet politieke

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 207 Wijziging van artikel 417, vierde lid, en van artikel 427 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het tegengaan van het berekenen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Vragen Nieuw-Zeeland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Vragen Nieuw-Zeeland De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

2016D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

2016D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg 2016D42120 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Veiligheid en Justitie over

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

Datum 24 april 2015 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard (34146)

Datum 24 april 2015 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard (34146) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

www.schuldinfo.nl Pagina 1

www.schuldinfo.nl Pagina 1 Wijziging beslagvrije voet volgens wetsvoorstel wwb Behandeling wetsvoorstel 6 oktober 2011, Tweede kamer ( ) Het hoofdprincipe, die onafhankelijkheid van ouders, vind ik cruciaal. Je ziet dat wat nu gebeurt,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Woningmarkt Turfmarkt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 Rijksbegroting van het jaar 1985 18600 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 676 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met buitenschoolse opvang Nr. 5 BRIEF

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den haag

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen Protocol Ongewenste Omgangsvormen Van De Banketgroep en haar dochtervennootschappen van toepassing vanaf 1 december 2013 Inleiding De Banketgroep wil ongewenste omgangsvormen zoals seksuele intimidatie,

Nadere informatie

Datum 20 december 2013 Betreft Antwoorden op vragen van het lid Klaver over belangenverstrengeling hoogleraren financiële sector

Datum 20 december 2013 Betreft Antwoorden op vragen van het lid Klaver over belangenverstrengeling hoogleraren financiële sector >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Onderzoek en Wetenschapsbeleid IPC 4100 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 Rapport Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 2 Klacht Op 30 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de Werkgroep Stop Overlast Seppe te Sint Willebrord, ingediend door

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 Rapport Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: - bij de afhandeling van zijn klacht van 18 november 2002

Nadere informatie

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 De raad van de gemeente Borsele; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Borsele d.d. 21 mei 2012;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 066 Belastingdienst Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010 > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 071 Wateroverlast in Nederland Nr. 21 HERDRUK 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl 157617-111785-VGP

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 688 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente

Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente Wijken en Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag Interne postcode IPC 295 www.vrom.nl Betreft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2218 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 349 Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 68 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 15 maart 2010 Betreft Kamervragen Kruidvat

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 15 maart 2010 Betreft Kamervragen Kruidvat > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag FM/2010/3544 U Uw brief (kenmerk) 2010Z03508 2010Z03659 Datum 15 maart

Nadere informatie

Landelijke Klachtencommissie VPTZ Geschilregeling tussen VPTZ organisaties en VPTZ Nederland

Landelijke Klachtencommissie VPTZ Geschilregeling tussen VPTZ organisaties en VPTZ Nederland Landelijke Klachtencommissie VPTZ Geschilregeling tussen VPTZ organisaties en VPTZ Nederland Deze geschilregeling betreft geschilpunten tussen een of meer VPTZ organisaties enerzijds en het bestuur anderzijds

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 066 Belastingdienst Nr. 423 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 augustus 2018 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray

Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray Plan van aanpak onderzoek naar de gevolgen van de Wet Markt en Overheid op de economische activiteiten van de gemeente Venray Henk Mijnster, Adviseur AO/IC gemeente Venray versie 2 Pagina 2 van 8 Inhoud

Nadere informatie