E.H. Janssen / Samenvatting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "E.H. Janssen / www.estherjanssen.nl. Samenvatting"

Transcriptie

1 EHRC 2015/29 EHRM, , 9540/07 Vrijheid van meningsuiting, Veroordeling wegens belediging nagedachtenis Atatürk, Gevangenisstraf van meer dan dertien jaar, Ontneming kiesrecht, Proportionaliteit E.H. Janssen / Samenvatting Murat Vural is een Turkse burger woonachtig in Ankara, die na afronding van zijn universitaire studie in aanmerking komt om leraar te worden. Vural is echter lange tijd werkloos, omdat het Ministerie van Onderwijs zijn aanvraag om als leraar te werken heeft afgewezen. Als protest tegen die beslissing besmeurt Vural tussen april en juli 2005 enkele standbeelden van Atatürk in de tuinen van twee basisscholen en in het centrum van het dorpje Sincan met verf. Bij een volgende verfpoging in september 2005 wordt hij opgepakt en vervolgd op basis van de Law no on Offences committed against Atatürk; de rechtbank te Sincan acht hem schuldig aan de belediging van de nagedachtenis van Atatürk en omdat hij vijf keer een beeld heeft besmeurd wordt de gebruikelijke gevangenisstraf voor een overtreding met vijf vermenigvuldigd, waardoor Vural tot een totale gevangenisstraf van meer dan 22 jaar wordt veroordeeld. Vural gaat in beroep. Op 6 april 2006 verwerpt de Turkse Hoge Raad zijn verweer slechts een mening te hebben geuit binnen de grenzen van art. 10 EVRM, maar vernietigt het vonnis van de rechtbank, omdat het onvoldoende motiveert waarom de vijf verfincidenten vijf overtredingen opleveren en niet een. Op 5 juli 2006 acht de rechtbank Vural ten slotte schuldig aan een enkele overtreding, maar legt hem wel de maximaal toegestane straf onder wet 5816 op, vermenigvuldigd met driekwart omdat de overtreding op meerdere tijdstippen is gepleegd, waardoor Vural alsnog tot een totale gevangenisstraf van dertien jaar, een maand en vijftien dagen wordt veroordeeld. Bovendien raakt hij als automatisch gevolg van de veroordeling zijn kiesrecht kwijt. Vural stapt naar het EHRM wegens vermeende schending van art. 10 EVRM. Het Hof gaat vrij uitgebreid in op de vraag of het besmeuren van standbeelden met verf kan worden gezien als een meningsuiting. Daarbij stelt het voorop dat een beoordeling moet worden gemaakt van de aard van de handeling of het gedrag in kwestie, waarbij in het bijzonder moet worden gekeken naar het objectief gezien expressieve karakter daarvan, maar ook naar de subjectieve doelstelling of intentie van degene die de uiting doet. Het Hof overweegt dat het besmeuren van standbeelden van Atatürk met verf objectief gezien als een expressieve handeling moet worden gezien en de klager hiermee bovendien zijn lack of affection voor Atatürk wilde uitdrukken; hij werd ook niet veroordeeld vanwege vandalisme, maar vanwege de belediging van de nagedachtenis van Atatürk. Gelet hierop is sprake van een inbreuk op art. 10 EVRM. Het Hof overweegt vervolgens dat het op zichzelf wel redelijk kan zijn om de nagedachtenis van Atatürk te beschermen, maar dat in dit geval de opgelegde sanctie in alle opzichten volledig disproportioneel is. De handelingen van Vural waren in ieder geval niet zodanig dat zij een zo vergaande gevangenisstraf rechtvaardigden met verlies van stemrecht. Daardoor is sprake van een schending van art. 10 EVRM, zodat het Hof niet meer hoeft in te gaan op de noodzakelijkheid in een democratische samenleving van de inbreuk. Daarnaast stelt het Hof conform eerdere uitspraken tegen Turkije een schending

2 vast van art. 3 EP, gelet op het brede en volledige uitsluiten van het kiesrecht van alle gevangenen, zonder een individuele beoordeling uit te voeren of categorieën te maken van delicten of groepen waarvoor uitsluiting in de rede ligt. Annotatie 1. Het arrest Murat Vural t. Turkije kan worden toegevoegd aan een indrukwekkende lijst veroordelingen van Turkije door het EHRM wegens schending van art. 10 EVRM, dat de vrijheid van meningsuiting garandeert. Tussen 1959 het jaar van oprichting van het EHRM en 2013 heeft het Europees Hof 544 schendingen vastgesteld van art. 10 EVRM, waarvan 224 door Turkije; dat is ruim 41 % van het totaal (Overview ECHR, toegankelijk op: > statistics). De Turkse art. 10- jurisprudentie heeft veelal betrekking op publicaties of voordrachten waarin kritiek geuit wordt op de Turkse regering en de militaire autoriteiten in verband met de Koerdische of Armeense kwestie en waarvoor Turkse journalisten of uitgevers hoge geldboetes of gevangenisstraffen opgelegd hebben gekregen. Waar Turkije meende dat sprake was van verboden steun aan separatisten of terroristen en een aanzetten tot haat of geweld hetgeen gevaar opleverden voor de Turkse eenheid, concludeerde het Hof telkens dat de uitingen onderdeel vormden van een vrij politiek debat. In de zaak Yildirim t. Turkije uit 2012, oordeelde het EHRM al dat het geheel blokkeren van de hostingdienst google.com in Turkije om op grond van de Turkse Internetwet een voor de nagedachtenis van Atatürk beledigende Turkse website ontoegankelijk te maken, in strijd was met art. 10 EVRM (Yildirim t. Turkije, EHRM 18 december 2012, nr. 3111/10, «EHRC» 2013/93 m.nt. Groothuis; «NJ» 2014/320 m. nt. Dommering). In die zaak hoefde het Hof zich echter niet uit te spreken over het betreffende delict dat onder het toepassingsbereik van de Internetwet valt: wet 5816, van kracht sinds 31 juli 1951, die de belediging van de nagedachtenis van Atatürk sanctioneert. In de zaak Murat Vural t. Turkije concludeert het EHRM unaniem dat de veroordeling van Vural voor het bekladden van standbeelden van Atatürk juist op die basis een schending oplevert van art. 10 EVRM, maar baseert dat oordeel uiteindelijk op de excessiviteit van de opgelegde straf en omzeilt de fundamentelere vraag hoe in dit geval het verbod op belediging van Atatürk zich nu tot het recht op vrijheid van meningsuiting verhoudt. De deels dissenting opinion van rechter Sajó richt zich daarom, naar mijn mening terecht, tegen de manier waarop het Hof in deze zaak zijn belangenafweging maakt voor de beoordeling van beperkingen van de uitingsvrijheid (in de vorm van een drie- stappen- toets: de beperking is bij wet voorzien ; dient een legitiem doel ; en is noodzakelijk in een democratische samenleving ). Oplossing is echter niet gelegen in het overgaan tot een nieuwe methode, maar in het consequent toepassen van het bestaande systeem. Ik analyseer de uitspraak aan de hand van de door het Hof gehanteerde volgorde en betrek daarbij, naast de kritiek van dissenter Sajó, enige andere uitspraken tegen Turkije van het Hof. De focus ligt op art. 10 EVRM; de uitspraak over art. 3 EP ligt in de vaste lijn van rechtspraak, die inmiddels elders uitvoerig is geanalyseerd. 2. Ter vaststelling dat art. 10 EVRM van toepassing is en sprake is van een beperking daarvan verwijst het Hof allereerst zeer uitgebreid naar zijn jurisprudentie, waaruit blijkt dat art. 10 EVRM een ruime omvang heeft en naast de inhoud van de uiting ook allerlei uitingsvormen beschermt: artistieke uitingen in de vorm van kunstwerken; symbolische uitingen zoals het dragen van een vlag of van een rode ster op de kleding die geassocieerd

3 kan worden met een politieke beweging; en ook fysiek gedrag zoals de deelname aan een demonstratie. Het Hof verwerpt dan ook het argument van de Turkse overheid dat Vural wel recht had om verbaal, op schrift, via beeld of andere media zijn mening te uiten zonder over te gaan op geweld, maar dat hij daar nu eenmaal niet voor had gekozen (par ). Het Hof overweegt vervolgens dat de vraag of een bepaalde handeling of gedrag onder de reikwijdte van art. 10 EVRM valt dient te worden beoordeeld aan de hand van de aard van de handeling of het gedrag in kwestie, in het bijzonder het objectief gezien expressieve karakter daarvan, maar ook aan de hand van de subjectieve doelstelling of intentie van degene die de uiting doet. Deze test toepassend op de zaak concludeert het Hof dat het besmeuren van standbeelden van Atatürk met verf objectief gezien als een expressieve handeling moet worden gezien en dat Vural bovendien zelf heeft verklaard hiermee zijn lack of affection voor Atatürk uit te drukken en zijn ongenoegen te uiten over het Kemalisme en over hen die het land volgens die ideologie besturen (par. 54). Een belangrijk element hierbij voor het Hof is dat Vural schuldig is bevonden aan het hebben beledigd van de nagedachtenis van Atatürk. Bovendien hebben de nationale gerechten geaccepteerd dat Vural zijn acties heeft ondernomen om te protesteren tegen de beslissing van de Turkse Minister van Onderwijs om hem niet als leraar aan te stellen. Het Hof gaat dus niet mee met het argument van de Turkse overheid dat Vural is veroordeeld wegens vandalisme en niet het uiten van zijn mening (par. 55). Kijken we naar de Turkse wet op basis waarvan Vural werd veroordeeld, dan bepaalt wet 5816 betreffende Offences committed against Atatürk inderdaad eerst en vooral dat de publieke belediging van de nagedachtenis van Atatürk wordt gesanctioneerd met een gevangenisstraf van een tot drie jaar, voor het besmeuren van een standbeeld van Atatürk staat vervolgens een gevangenisstraf tot aan vijf jaar; Vural heeft uiteindelijk acht jaar straf extra gekregen wegens strafverzwarende omstandigheden, i.e. publieke bekladding van meerdere standbeelden. De wet beschermt dus niet alle publieke standbeelden tegen schade die daaraan wordt toegebracht door handelingen: het betreft een uitingsdelict in die zin dat het een specifieke meningsuiting sanctioneert. Het object van het delict is daarmee inderdaad duidelijk de nagedachtenis van Atatürk en niet vandalisme. De kernvraag is of een dergelijk uitingsdelict en de manier waarop het in deze zaak is toegepast, wel strookt met het recht op vrijheid van meningsuiting in art. 10 EVRM. 3. Zo uitgebreid als het Hof ingaat op de vraag of Vurals veroordeling voor het bekladden van standbeelden van Atatürk een beperking vormt van de vrijheid van meningsuiting, zo kort behandelt het Hof de vraag of die beperking ook gerechtvaardigd is onder art. 10 EVRM. In slechts drie zinnen stelt het Hof vast dat, omdat de Law on Offences against Atatürk voldoende helder en dus voorzienbaar is, de beperking bij wet voorzien is en dat zij gezien kan worden het legitieme doel na te streven om de reputatie en de rechten van anderen te beschermen (par. 60). Het Hof verwijst daarbij naar twee eerdere uitspraken tegen Turkije waarin het de legitimiteit van deze wet al eens heeft aangenomen en waarin de legitimiteit van de wet als zodanig niet tussen partijen ter discussie stond (Odabaşi en Koçak t. Turkije, EHRM 21 februari 2006, nr /99, par. 18; Dilipak en Karakaya t. Turkije, EHRM 4 maart 2014, nrs. 7942/05 en 24838/05, «EHRC» 2014/108, par. 117, ). Inderdaad, Vural motiveerde zijn klacht wegens schending van art. 10 EVRM zelf vanuit de disproportionaliteit van de straf, terwijl de Turkse overheid slechts betwistte dat art. 10 EVRM van toepassing was en verder niet probeerde te betogen dat de inmenging onder art. 10 EVRM gerechtvaardigd was (par ). Het Hof stelt zich dus lijdelijk op in deze. Maar welke reputatie en rechten van anderen worden nu precies met de wet beschermd? Dat

4 wordt even verderop duidelijk, wanneer het Hof stelt zich ervan bewust te zijn dat Atatürk, grondlegger van de Turkse Republiek, een iconische figuur is in modern Turkije en dat het Turkse Parlement ervoor gekozen heeft om bepaald gedrag strafbaar te stellen waarvan het moet hebben gedacht dat het schadelijk voor de gevoelens van de Turkse samenleving zou zijn (par. 65). Daarmee accepteert het Hof het recht van een bevolking om beschermd te worden in zijn gevoelens en diepe overtuigingen als legitieme beperkingsgrond van de uitingsvrijheid, terwijl het discutabel is of een dergelijk recht wel onder de rechten van anderen kan worden begrepen. Het Hof heeft in zijn jurisprudentie wel het recht op respect van religieuze gevoelens geaccepteerd als legitieme beperkingsgrond voor beledigende uitlatingen over religie, omdat er voor de betekenis van religie in een samenleving geen Europese gemeenschappelijke standaard bestaat (Otto Preminger Institut t. Oostenrijk, EHRM 20 september 1994, nr /87, NJ 1995/366 m. nt. Dommering, NJCM- Bull. 1995, p. 176 m.nt. De Winter). Daarentegen heeft het Hof herhaaldelijk de bijzondere waarde van politieke uitingen en het vrije publiek debat als Europese standaard benadrukt (par. 52). Voor het bepalen of de beperking waarover wordt geklaagd uiteindelijk wel noodzakelijk is in een democratische samenleving, begint het Hof met een opsomming van de principes zoals het die in zijn uitingsvrijheid- jurisprudentie heeft ontwikkeld. Daarbij vormen ook de aard en ernst van de opgelegde straf een beoordelingsfactor (par ). Vervolgens toetst het Hof de feiten van de zaak echter alleen aan dit laatste principe. Het Hof neemt de legitimiteit van de strafbaarstelling van de belediging van de nagedachtenis van Atatürk aan omdat het delict op democratische wijze tot stand is gekomen (par. 65), maar overweegt dat vredelievende en niet- gewelddadige uitingsvormen niet onderworpen mogen worden aan dreiging met oplegging van een vrijheidsstraf. Hoewel Vurals handelen een fysieke aanval op eigendommen betrof, rechtvaardigde dat nog niet een gevangenisstraf van meer dan dertien jaar en verlies van stemrecht gedurende elf jaar als gevolg daarvan. Het Hof acht deze extreme sanctie schromelijk disproportioneel en daarom niet noodzakelijk in een democratische samenleving. Omdat geen enkele redenering haar kan rechtvaardigen, neemt het Hof een schending van art. 10 EVRM aan zonder verder nog na te gaan of de uiting een belediging vormt en of de autoriteiten wel rekening hebben gehouden met Vurals uitingsvrijheid (par ). In feite behandelt het Hof de zaak dus verder niet inhoudelijk. Deze benadering van het Hof kan bekritiseerd worden, omdat het Hof in de eerste plaats de rechtvaardiging van beperkingen op de uitingsvrijheid onder het EVRM toetst en niet de toepasselijkheid van sancties waardeert. De proportionaliteit van de straf is een subvraag binnen de bredere vraag of de beperking in kwestie proportioneel is aan de nagestreefde doelen; aan die subvraag komt het Hof pas toe als het onder de noodzakelijkheidtoets juist op basis van de gehele context een inhoudelijke belangenafweging maakt. 4. Volgens dissenter Sajó leidt s Hofs afwegingsmethode altijd tot een beperkte en nauw zaaksgebonden analyse door het Hof. De rechtsonzekerheid die dit met zich meebrengt nodigt autoriteiten uit nog verdergaande beperkingen te stellen. Sajó pleit daarom voor een striktere controle door het Hof van de wetsbepaling in abstracto. Dat kan door het gebruik van een categoriale benadering in uitingsvrijheidzaken naar Amerikaans voorbeeld; het strafrecht is nooit een geschikt middel om de politieke gevoeligheden van anderen te beschermen, als het disrespect berokkend aan de nagedachtenis van een politiek figuur niet neerkomt op een daadwerkelijke bedreiging of een aanzetten tot geweld. De wetsbepaling in kwestie stelt dit vereiste echter niet maar verbiedt elke uiting van onvrede over het door Atatürk gecreëerde politieke systeem en heeft een chilling effect op alle

5 sprekers; daarom is zij simpelweg niet noodzakelijk in een democratische samenleving. Een andere mogelijkheid is het gebruik van een verhoogde proportionaliteitstoets van de middel/doel- verhouding van de wetgeving en de objectieve waarde van het beoogde doel naar Canadees en Duits voorbeeld; het sanctioneren van politieke kritiek met een gevangenisstraf is een excessief middel om vermeende gevoelens over de nagedachtenis van een nationale held te beschermen, hetgeen een op zichzelf problematisch doel is. Een dergelijke benadering wordt bijvoorbeeld gehanteerd door het Human Rights Committee, wanneer het stelt dat het feit dat een uiting beledigend voor een publiek figuur geacht wordt een onvoldoende reden is om haar te bestraffen en het daarom zijn zorgen uit over het bestaan van wetsbepalingen over disrespect voor autoriteiten ; de belediging van het staatshoofd ; en de bescherming van de eer van publieke figuren (General comment No. 34 on art. 19, CCPR/C/GC/34, par. 38, 48-49). Zo n principiële opstelling garandeert wellicht een robuustere bescherming van de uitingsvrijheid, maar de vraag is of die in de rechtspraak ook per se tot betere uitspraken leidt. Het EVRM- systeem wordt over het algemeen beschouwd als zeer ontwikkeld en gedetailleerd waar het de interpretatie van de uitingsvrijheid betreft, juist vanwege s Hofs verfijnde afwegingsmethode. Het Hof past ook wel eens een categoriale benadering toe in het kader van art. 17 EVRM, als het een bepaalde uitlating als misbruik van recht kwalificeert en daarom de klacht wegens schending van de uitingsvrijheid niet- ontvankelijk verklaart. Deze praktijk wordt echter juist scherp bekritiseerd, omdat het Hof zo bepaalde categorieën uitlatingen de bescherming van art. 10 EVRM ontzegt, zonder de uitlating in kwestie in zijn bredere context te waarderen en de noodzakelijkheid en proportionaliteit van de door de staat opgelegde maatregel integraal te toetsen. De taak van het Hof is uiteindelijk toch om te beoordelen of de beperking van een uitlating in een specifiek geval gerechtvaardigd is onder art. 10 EVRM, niet om de legitimiteit van de uitlating of de wetsbepaling in abstracto te toetsen. 5. Volgens eigen vaste jurisprudentie oefent het Hof een strikte controle uit over beperkingen van politieke uitingen en een integrale toetsing door het Hof leidt dan juist tot een kritische analyse van de nationale wetsbepaling en de toepassing daarvan. Het Hof hoeft dus niet over te gaan op een ander toetsingsmodel, maar het dient wel de principes zoals die in de art. 10 EVRM- jurisprudentie zijn ontwikkeld consequent daadwerkelijk toe te passen op de feiten van de zaak. Dat leidt wellicht niet tot een ander eindoordeel, maar wel tot beter gemotiveerde vonnissen. Een voorbeeld vormt de zaak Dink t. Turkije. In die zaak uitte het Hof ernstige twijfels over de vraag of art. 301 Sr dat het in diskrediet brengen van de Turkse identiteit en staatsorganen strafbaar stelt wel het legitieme doel van de bescherming van de openbare orde diende, maar achtte die vraag nauw verbonden met de waardering van de feiten. Turkije interpreteerde art. 301 Sr zodanig dat daaronder elke kritiek op de Turkse politiek viel, terwijl art. 10 EVRM nauwelijks plaats laat voor inperking van het politiek debat over zaken van algemeen belang. Turkije had journalist Dink veroordeeld wegens zijn kritiek op het Turkse standpunt in de Armeense kwestie, maar volgens het Hof zetten Dink s publicaties niet aan tot disrespect, haat, geweld, gewapend verzet of opstand en waren zij niet onnodig grievend of beledigend. De maatregel was daarom niet noodzakelijk in een democratische samenleving (Dink t. Turkije, EHRM 14 september 2010, nrs. 2668/07, 6102/08, 30079/08, 7072/09 en 7124/09, «EHRC» 2010/137 m.nt. Van de Westelaken; NJ , 32 m. nt. Dommering, par ; ). Een ander voorbeeld vormt de zaak Odabasi en Koçak, reeds aangehaald, waarin het Hof de strafbaarstelling van de belediging van Atatürk dus in abstracto accepteerde. Volgens het Hof bevatten de publicaties in kwestie echter geen

6 waardeoordeel over Atatürk en waren zij niet direct tegen hem persoonlijk gericht, maar leverden zij kritiek op het Kemalisme als politieke ideologie op grond van openbare feitelijke informatie. Omdat de publicaties niet aanzetten tot geweld, gewapend verzet of opstand en ook geen haat zaaiden, bestond er geen pressing social need voor de veroordelingen (par ). In onderhavige zaak blijft een dergelijke inhoudelijke analyse uit en daarom blijft de vraag open: vormde Vurals handelen nu een directe aanval op de persoon van Atatürk die het Turkse volk onnodig griefde, een aanzetten tot haat of geweld, of zoals ook door de nationale gerechten was vastgesteld politieke kritiek op een beslissing van het Kemalistische bestuur? Aan de hand van deze vraag wordt nu juist bepaald of voor de beperking een dringende maatschappelijk behoefte bestaat, of de beperking in redelijke verhouding staan tot de daarmee nagestreefde legitieme doelen, of de door de autoriteiten gegeven rechtvaardiging relevant en voldoende is en, uiteindelijk, of er geen minder inbreuk makende middelen bestonden. Door de concrete stapsgewijze invulling van deze principes ontstaat een robuustere motivering van de proportionaliteitstoets die niet alleen de door Sajó gewenste rechtszekerheid verschaft maar ook het gezag van de jurisprudentie van het Hof vergroot. De arresten van het EHRM worden door de Europese Unie ingezet om Turkije, in het kader van het voorbereidingsproces voor het EU- lidmaatschap, te bewegen haar wetgeving en toepassing daarvan in lijn te brengen met Europese normen wat betreft de persvrijheid en de uitingsvrijheid. In het Voortgangsrapport toetreding Turkije van oktober 2014 stelt de Europese Commissie echter dat een aantal Turkse wetsartikelen de uitingsvrijheid blijven hinderen (Turkey Progress Report, p. 4, toegankelijk op:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM P.H.P.H.M.C. van Kempen & J. Van de Voort Samenvatting Radboud Universiteit

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2002:AE3434

ECLI:NL:RBAMS:2002:AE3434 ECLI:NL:RBAMS:2002:AE3434 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-05-2002 Datum publicatie 30-05-2002 Zaaknummer 13/020205-02 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Samenvatting. Strafbaarstelling van belediging van geloof

Samenvatting. Strafbaarstelling van belediging van geloof Samenvatting Strafbaarstelling van belediging van geloof Een onderzoek naar mogelijke aanpassing van de uitingsdelicten in het Wetboek van Strafrecht, mede in het licht van internationale verdragsverplichtingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5538

ECLI:NL:GHARL:2017:5538 ECLI:NL:GHARL:2017:5538 Instantie Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 03-07-2017 Zaaknummer 21-005685-16 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

Raad van Discipline. Beslissing. Beslissing van 12 november 2013 in de zaak 13-144A naar aanleiding van de klacht van: klaagsters.

Raad van Discipline. Beslissing. Beslissing van 12 november 2013 in de zaak 13-144A naar aanleiding van de klacht van: klaagsters. van 12 november 2013 in de zaak naar aanleiding van de klacht van: klaagsters tegen: verweerder 1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 1.1 Bij brief aan de raad van 29 mei 2013 met kenmerk 03-13-0407, door de raad

Nadere informatie

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt:

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt: Samenvatting Inleiding Dit advies heeft betrekking op het Europese en nationale openbare-ordebeleid. Een algemeen uitgangspunt dat daarbij wordt gehanteerd is dat indien migranten een gevaar vormen voor

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Registratienummer Afdeling Ede, 25565 Samenleving en beleid 10 februari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede; gelet op artikel 18a, van de Participatiewet, artikel 20a van de

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5414

ECLI:NL:RBMNE:2016:5414 ECLI:NL:RBMNE:2016:5414 Instantie Datum uitspraak 12-10-2016 Datum publicatie 12-10-2016 Zaaknummer 16/652077-16 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 19.12.2007 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1374/2002, ingediend door Petros Tselepidis, (Griekse nationaliteit), namens de "Vereniging

Nadere informatie

Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame. 17 maart 2015, Otto Volgenant

Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame. 17 maart 2015, Otto Volgenant Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame 17 maart 2015, Otto Volgenant Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame Artikel 11 lid 1 Handvest Toelichting en koppeling met artikel 10 EVRM Rechtspraak HvJEU over artikel

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Module Verkiezingen 2017/331

Module Verkiezingen 2017/331 ECLI:NL:RVS:2017:363 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 13-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701125/1/A2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Voetbalwet - de maatregelen: Gebiedsontzegging (max jaar) Groepsverbod Meldingsplicht. Bevoegdheid van burgemeester en OvJ

Voetbalwet - de maatregelen: Gebiedsontzegging (max jaar) Groepsverbod Meldingsplicht. Bevoegdheid van burgemeester en OvJ Voetbalwet Voetbalwet Parool Mei 2008 - Na vijftien jaar heen en weer praten is het langverbeide voetbalwetje bedoeld om relschoppers uit de omgeving van stadions te weren vrijdag door het kabinet goedgekeurd.

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. MASSAMEDIA 1 maximumscore 2 Juiste antwoorden zijn (twee van de volgende redenen): De opera s (programma s) zijn

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271

Rapport. Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271 Rapport Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de (hoofd-)officier van justitie van het arrondissementsparket te Zwolle zijn verzoek om een gesprek naar aanleiding

Nadere informatie

Proeftoets E2 havo

Proeftoets E2 havo Proeftoets E2 havo 5 2016 1. Een verdachte kan te maken krijgen met een aantal personen en instanties. Wat is de juiste volgorde? A. 1. de politie 2. de rechter 3. de officier van justitie. B. 1. de officier

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

SAMENVATTING Tekst en uitleg. maart Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis

SAMENVATTING Tekst en uitleg. maart Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis SAMENVATTING Tekst en uitleg maart 2017 Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis 2 College voor de Rechten van de Mens Aanleiding Een verdachte die in voorlopige hechtenis zit, is nog niet

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Eindexamen maatschappijleer vwo I Vraag Antwoord Opgave 2 Strafrecht en volkswil Scores 14 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: kenmerk 1 Het zich afzetten tegen het politieke establishment / het gevestigde politieke

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:408

ECLI:NL:RBDHA:2015:408 ECLI:NL:RBDHA:2015:408 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Zaaknummer 13-18198 Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 24 november 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 24 november 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Rechtbank Assen Budget Webhosting DomJur 2011-761 Rechtbank Assen Parketnummer: 19.606217-07 Datum: 24 november 2009 vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 24 november 2009 in de zaak van het openbaar ministerie

Nadere informatie

Samenvatting Requisitoir Wilders 12 oktober 2010 (deel 1) 1/7

Samenvatting Requisitoir Wilders 12 oktober 2010 (deel 1) 1/7 Requisitoir G. Wilders (deel 1) - samenvatting Officieren van justitie mr. P. Velleman en mr. B. van Roessel 12 oktober 2010 13/425046-09 Dit is een samenvatting van het eerste deel van het requisitoir,

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag An de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal. Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT OKTOBER 2018 AAN DE SLAG MET #3 WAT HEB JE NODIG? PowerPoint Per groepje twee werkbladen met opdrachten van verschillende landen DE WERKVORM IN HET KORT Eerst leg je aan de hand van een PowerPointdia uit

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Antwoorden Kamervragen over naming and shaming op internet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5099

ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5099 ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5099 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 23-02-2000 Datum publicatie 22-12-2003 Zaaknummer 17/095089-99 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Aflevering 2-28 januari 2015 - Jaargang 16

Aflevering 2-28 januari 2015 - Jaargang 16 Redactie: prof. mr. J.H. Gerards (hoofdredacteur) mr. dr. M. den Heijer mr. dr. J. Krommendijk mr. dr. C. Mak mr. F.P. Ölçer mr. dr. J. van der Velde Uitspraken Aflevering 2-28 januari 2015 - Jaargang

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI2015 D.13.0025.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N e1ser, vertegenwoordigd door mr., advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1., met kantoor te ~ 2. 3. rmet zetel te rechtspersoon,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag.

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag. De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 30 oktober 2013 voorlichting contactpersoon doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 421548 onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak

LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak Het LJN nummer is belangrijk om terug te zoeken voor derden. +++++ LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak Datum uitspraak: 04-06-2010 Datum publicatie: 07-06-2010 Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7721

ECLI:NL:RBMNE:2016:7721 ECLI:NL:RBMNE:2016:7721 Instantie Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 08-06-2017 Zaaknummer 16.228054-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens

van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens ingediend op 1029 (2016-2017) Nr. 1 21 december 2016 (2016-2017) Voorstel van resolutie van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens betreffende de recente ontwikkelingen in Polen en de verdediging van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE Leden van de kamer (kamervoorzitter) : mr. R.J.A. Dil (lid) : mr. G. Eelsing (lid) : J.F. Velterop (juridisch secretaris) : mr. K. Meijer Zaaknummer : T 2015010/2015-33-03

Nadere informatie