kaskadebasic kaskadeplus (pagina 13, 15, 19) MONTAGE FOLDER

Transcriptie

1 / kaskadebasic (pagina 13, 15, 19) MONTAGE FOLDER 1

2 Inhoud van het Kaskade-pakket Controleer of het geleverde pakket de volgende elementen bevat : 1 Motorgeheel Connector impulsschakelaar 8 2 Stuurkast Lagereindplaten (2) paar buizen Rollen (2) 10 4 Veiligheidslat + kleeftstrook Riemen (2 x 3.5 m) 11 5 Kabeltrommel Riemklemmen (2) 12 Toebehoren 6 Eindeloop + blokje + mal Meenemers (aantal panelen - 2) 13 7 Geaarde voedingskabel (230 V) + Zelf te voorziene onderdelen 2 impulsschakelaars voor omhoog en omlaag, eventueel met gemeenschappelijke klem terugkerende knoppen, geen vaste standen Geleidingsblokjes (4 per paneel) 14 Kabel voor impulsschakelaars, minstens 3-aderig, soepel of vast bijvoorbeeld 3 x 0.75 mm 2 of meer Aardingsdraad niet gebruiken als signaaldraad! 2

3 VOORBEREIDINGEN FREESWERK ZIJWANDEN De kastzijwanden worden normaal in diktes van mm gemaakt. Ze worden voorzien van geleidingskanalen waarbij de beide zijden elkaars spiegelbeeld zijn. De CAD-tekeningen zowel in AutoCAD DWG-formaat ( ZijwandenXX.dwg ) als in PDFformaat ( ZijwandenXX.pdf ) kunnnen gedownload worden van de website De voorkeursmaterialen voor deze zijwanden zijn volkern of harde polymeren. 10 mm diep 5 mm diep FREESWERK VOORPANELEN Naargelang de zijkanten worden de voorpanelen eveneens in dezelfde diktes uitgevoerd. Het freeswerk is hier echter niet afhankelijk van de dikte van het paneel. Alle infrezingen worden gerelateerd naar de achterkant van het paneel. De CAD-tekening zowel in AutoCAD DWG-formaat ( Voorpanelen.dwg ) als in PDF-formaat ( Voorpanelen.pdf ) kan gedownload worden van de website Alle bewegende panelen : - Infrezing voor 4 geleidingsblokjes ( en ) + voor het onderste paneel : - Infrezing voor riemklemmen ( ) en veiligheidslat ( en ) A Breedte paneel Afstand Van T.e.m. A Breedte paneel Afstand Van T.e.m. A Tot tegen de zijwand Paneel

4 TECHNISCHE RUIMTE kaskadeplus Voorzie een technische ruimte bovenaan in uw Kaskade-project waar het motorgeheel, buizen, rollen, lagereindplaten en kabelhaspel geplaatst worden. De voorkant van deze ruimte wordt best voorzien van een afneembaar paneel. Opmerking: de hoeken moeten steeds tegen de buitenzijde gemonteerd worden. Respecteer de minimumafmetingen. Minimum 220 mm Minimum 340 mm Minimum 25 mm 4

5 TECHNISCHE RUIMTE kaskadeplus MECHANISCHE OPBOUW 1 Riembuizen opschuiven op motoras maar nog niet vastzetten. 2 Indien de lagereindplaat moeilijk over de buis gaat, bovenste bout even lossen en terug vastzetten. 3 Riemen in de gleuven : beide boutjes lossen, riem tussen klem en buis, boutjes vast. Wikkel de riem minstens één toer rond de buis. 4 Het geheel in de kast : bevestigen met bouten vanaf de buitenkant of schroeven vanaf de binnenkant. Motorplaat tegen achterwand en op onderkant. Lagereindplaten tegen zijwand, op onderkant en tegen achterwand van de technische ruimte. 5

6 5 Riembuizen positioneren t.o.v. de zijwand....en vastbouten op de motoras. 6 Ophangrollen op de juiste positie. 22 mm 7 Kabelhaspel zoveel mogelijk in het midden en op de juiste diepte. Connector inpluggen. 22 mm 6

7 OPBOUW ONDERSTE PANEEL kaskadeplus 1 Schroef de wieltjes van de geleidingsblokjes helemaal in. 2 2 Riemklemmen in de voorziene infrezing. 3 De veiligheidslat dient 5 mm smaller te zijn dan het paneel. Aan beide kanten evenveel afkorten! Controleer of de lat vrij en los hangt. Bij een zijdelingse beweging mag de lat niet buiten het paneel komen. Controleer de klik bij het schakelen. Monteer de bekabeling. INGEDRUKT LOS Kleef de meegeleverde beschermstrook. Aluminium ontvetten voor het kleven! 4 Monteer het eindeloopblokje : Vertikaal : ongeveer in het midden tussen de riemklem en het bovenste geleidingsblokje. Horizontaal : leg de mal zo dat ze evenveel uitsteekt als de speling tussen deurpaneel en kastwand. 5 Indien meer dan 1 paneel : Plaats de meeneemblokken. 250 mm Speling paneel-wand 7

8 OPBOUW TWEEDE PANEEL (Indien van toepassing) 1 Schroef de wieltjes van de geleidingsblokjes helemaal in. 2 Plaats de meeneemzwee s en kort deze af indien nodig: ze mogen niet uitsteken tegenover de meeneemblokken. 7 mm 250 mm Afkorten 3 Indien meer dan 2 panelen : plaats de meeneemblokken. 10 mm 10 mm 8

9 OPBOUW DERDE PANEEL (Indien van toepassing) 1 Schroef de wieltjes van de geleidingsblokjes helemaal in. 2 Plaats de meeneemzwee s, afkorten indien nodig. 7 mm 250 mm + 65 mm 3 Indien meer dan 3 panelen : plaats de meeneemblokken. 250 mm - 65 mm 9

10 OPBOUW VIERDE PANEEL (Indien van toepassing) 1 Schroef de wieltjes van de geleidingsblokjes helemaal in. 2 Plaats de meeneemzwee s, afkorten indien nodig. 7 mm 250 mm - 65 mm 10

11 INBOUW PANELEN 1 Plaats het onderste paneel tussen de zijwanden en linieer met de juiste geleidingskanalen. Geleidingswietljes uitdraaien : onderste 5 mm en bovenste 10 mm + speling paneel - wand, moeren tegendraaien. 2 Monteer de riemen aan de onderste deur. 3 Bevestig het connectieblokje van de kabelhaspel. X X GOED FOUT Maak de elektrische verbinding met de veiligheidslat. X X+45 4 Monteer de andere panelen : breng ze tussen de zijwanden en regel de geleidingsblokjes zoals in stap 1. 11

12 ELEKTRISCHE OPBOUW 1 Monteer de stuurkast op een gemakkellijk bereikbare plaats. NIET IN DE TECHNISCHE RUIMTE!! 2 Voor de veiligheid legt u de zekering af door hem naar rechts te schakelen. 3 Verbind volgende kabels met de stuurkast. Schroef de groene connectoren ook met de vijzen vast. Multikabel Voedingskabel 230 V Motorkabel 4 Voor de bediening zijn 2 mogelijkheden : ZONDER AFSTANDSBEDIENING Voorzie een dubbele of 2 impulsschakelaar(s) : een voor de opgaande en een voor de neergaande beweging. Gebruik een drie-aderige kabel voor de aansluiting. + Op MET AFSTANDSBEDIENING Neer Op Neer Impulsschakelaar 3 Verbind de eindeloopschakelaar met zijn connector. U hoeft de schakelaar zelf nog NIET te plaatsen. 12

13 kaskadebasic ELEKTRISCHE OPBOUW 1 Monteer de stuurkast op een gemakkelijk bereikbare plaats, bij voorkeur niet in de technische ruimte. De ophanghaken staan horizontaal bij de levering maar kunnen eventueel verticaal gezet worden, indien dit beter uitkomt voor de plaatsing. In de diepte heeft men ongeveer 14 cm nodig. 2 Verbind de kabels met de stuurkast. Schroef de groene connectoren ook met de schroevenvast. 4 Verbind de eindeloopschakelaar met zijn connector aan de aansluiting op de kabelhaspel. U hoeft de schakelaar zelf nog NIET te plaatsen. 3 Bediening (bij de Kaskade Basic altijd zonder afstandsbediening). Voorzie een dubbele of twee impulsschakelaar(s): één voor de opgaande beweging en één voor de neergaande beweging. Gebruik een drie-aderige kabel voor de aansluiting. + Op Neer Impulsschakelaar 13

14 kaskadeplus INWERKINGSTELLING 1 Leg de zekering aan. 2 Breng het systeem in TRAGE MODUS door de schakelaar op Slow te zetten. 3 Controleer de werking van de eindeloopschakelaar. 4 Controleer de werking van de veiligheidslat. ACTIEF INGEDRUKT IN RUST LOS LOS 5 Test de OPGAANDE BEWEGING van de panelen. STARTEN STOPPEN puls puls puls activeren OF OF OF PANELEN BEWEGEN TRAAG OMHOOG puls 14

15 kaskadebasic INWERKINGSTELLING 1 Controleer de werking van de eindeloopschakelaar. 4. Test de NEERGAANDE BEWEGING van de panelen. STARTEN + STOPPEN 2 Controleer de werking van de veiligheidslat. 5 Test de werking van uw bedieningsknoppen. 3 Test de OPGAANDE BEWEGING van de panelen. STARTEN + STOPPEN 6 Zet de panelen op hun bovenste punt en monteer de eindeloopschakelaar met behulp van de mal. 15

16 6 Test de NEERGAANDE BEWEGING van de panelen. STARTEN STOPPEN puls puls puls indrukken OF OF OF PANELEN BEWEGEN TRAAG OMLAAG puls 7 Test de werking van uw bedieningsknoppen (systeem zonder afstandsbediening) puls + Op Neer Impulsschakelaar puls 8 Zet de panelen op hun bovenste punt en monteer de eindeloopschakelaar met behulp van de mal. 16

17 kaskadeplus AFREGELING 1 Het Kaskade-systeem heeft de eigenschap een geregeld systeem te zijn. Dit betekent dat de bewegende panelen langzaam vertrekken (accelereren) en langzaam stoppen (decelereren). Hiervoor moet de sturing van de Kaskade de af te leggen weg (S) kennen om te weten waar en wanneer het vertragen moet beginnen. Verder kunnen vertragingspunten, waar een paneel een volgende meeneemt, ingesteld worden. Bij 1 bewegend paneel zijn er echter geen vertragingspunten, bij 2 panelen : 1 en bij 3 panelen : 1 en 2. S S S Zowel de af te leggen weg (S) als de vertragingspunten (1,2) worden bepaald door de meetcyclus. De meetcyclus wordt gestart door de schakelaar te verplaatsen van Slow naar Run. De panelen starten automatisch. Het vertragingspunt 1 wordt vastgelegd tijdens de meetcyclus door te stoppen op de juiste meeneem-positie via de knop OP en terug te vertrekken via de knop OP. Het vertragingspunt 2 wordt vastgelegd tijdens de meetcyclus door te stoppen op de juiste meeneem-positie via de knop NEER en terug te vertrekken via de knop NEER. Het laatst ingestelde punt wordt steeds als vertragingspunt aangenomen. Bij een te vroege stop, kan men gewoon weer starten en verder opnieuw stoppen. OP OP NEER + OP NEER Impulsschakelaar NEER De meetcyclus kan ten allen tijde herhaald worden. Schakelaar terug naar Slow en dan weer naar Run. De panelen beginnen automatisch weer te lopen. De meetcyclus eindigt als de eindschakelaar boven de panelen doet stoppen. 17

18 2 Werkwijze Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 1 Paneel 2 Panelen 3 Panelen Start de meetcyclus door de schakelaar te switchen van Slow -> Run. Als de panelen niet beneden staan, lopen deze naar beneden tot op de onderste positie. Ze stoppen even om dan de volledige weg tot boven aan te vangen. Vanaf nu kunnen de vertragingspunten ingesteld worden. Indien de panelen reeds beneden stonden bij het switchen van de schakelaar, lopen ze een kleine afstand naar boven om dan te vervolgen zoals in de vorige alinea. Bepaal vertragingspunt 1 door te stoppen met de knop OP en terug te starten met de knop OP. Bepaal vertragingspunt 2 door te stoppen met de knop NEER en terug te starten met de knop NEER. Als de panelen de bovenste eindschakelaar bereikt hebben, is de meetcyclus beëindigd en is uw Kaskade afgeregeld. 3 Test nu het volledige systeem. Panelen naar boven laten bewegen door OP te drukken. U kunt altijd (ook onderweg) stoppen door op OP of NEER te drukken. De panelen lopen nu aan hogere snelheid en remmen voor het meenemen van een volgend paneel. Panelen naar beneden laten bewegen door NEER te drukken. U kunt altijd (ook onderweg) stoppen door op OP of NEER te drukken. De panelen lopen nu aan hogere snelheid en remmen voor het afzetten van een vorig paneel. Controleer de werking van de veiligheidslat. Bij het naar beneden lopen en het ontmoeten van een hindernis, zullen de panelen stoppen en na een halve seconde terug naar boven lopen. Häfele Belgium N.V./SA Lindestraat 13A 9240 ZELE Tel: 0032 (0)52/ Fax: 0032 (0)52/ info@hafele.be 18

19 kaskadebasic 1 De Kaskade Basic-versie loopt steeds aan een constante snelheid en heeft geen vertragingspunten. Deze snelheid ligt beduidend lager dan bij de normale Kaskade-versie, waardoor het ontbreken van vertragingspunten wordt opgevangen. De Kaskade Basic-versie behoeft geen afregeling. 2 Test nu het volledige systeem. Panelen naar boven (beneden) laten bewegen door OP ( NEER ) te drukken. U kunt altijd (ook onderweg) stoppen door op OP of NEER te drukken. Controleer de werking van de veiligheidslat. Bij het naar beneden lopen en het ontmoeten van een hindernis, zullen de panelen stoppen. 19

20 APPENDIX Bij systemen met afstandsbediening bestaat de optie om een extra antenne aan te sluiten op de stuurkast. Bij normale omstandigheden is de ontvangst ruim voldoende maar in uitzonderlijke gevallen (veel beton, grote afstand) kan het nodig zijn een bijkomende antenne te plaatsen. U kunt deze monteren bij de stuurkast maar even goed op een plaats dichter bij de gebruiker. De antenne is standaard voorzien van een kabel van 4 m. De antenne wordt aangesloten onderaan de stuurkast via een standaard coax connector. 20