Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 19 december 2012) Nummer 2757

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 19 december 2012) Nummer 2757"

Cecilia Pauwels
4 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 19 december 2012) Nummer 2757 Onderwerp Uitroeien huiskraai Hoek van Holland Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Gedeputeerde Staten hebben via een aanwijzingsbesluit ex artikel 67 van de Flora- en faunawet ontheffing verleend voor het uitroeien van de huiskraai in Hoek van Holland onder nr: PZH De huiskraai is sinds 1994 gesignaleerd in Hoek van Holland. Een recente telling dit jaar leverde 23 exemplaren op 1. In bijna 20 jaar is de soort zeker niet explosief toegenomen. Ook heeft de soort concurrentie in de voedselvoorziening van de kauw, roek, zwarte kraai en diverse meeuwensoorten. Volgens onze informatie kan de huiskraai niet worden aangemerkt als exoot, zoals in de ontheffing wordt aangegeven. In een brief aan de Tweede Kamer d.d. 12 oktober 2007, kenmerk DN. 2007/2899 heeft toenmalig minister G. Verburg de volgende definitie gegeven van het begrip exoot: Ik definieer een exoot als een uitheemse soort (onder andere planten, dieren, micro-organismen) die Nederland niet op eigen kracht kan bereiken, maar door menselijk handelen (transport, infrastructuur) terecht is gekomen in de Nederlandse natuur of dat in de nabije toekomst dreigt te doen. Soorten die Nederland op eigen kracht bereiken, bijvoorbeeld door klimaatverandering, vallen buiten deze definitie en dus buiten dit beleid. De huiskraai is op eigen kracht en geheel vrijwillig naar Nederland gekomen, zonder tussenkomst van de mens. Ook de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) 2 heeft een dergelijke definitie van een exoot: invasive alien species are animals, plants or other organisms introduced by man into places out of their natural range of distribution, where they become established and disperse, generating a negative impact on the local ecosystem and species mme/species/invasive_species/ FZ/GS/Alg

2 Pagina 2/5 Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen. 1. Deelt u de mening dat de huiskraai niet voldoet aan de definitie van een exoot, zoals door de landelijke overheid in 2010 werd gedefinieerd (evenals die door de IUCN), gezien de huiskraai zelfstandig en vrijwillig naar Nederland is gekomen? Zo nee, waarom niet? De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de huiskraai aangemerkt als schadelijke invasieve exoot en heeft daarom bij besluit van 15 december 2010 de huiskraai aangemerkt als diersoort waarvoor wij een aanwijzing ex artikel 67 van de Flora- en faunawet kunnen geven. Het is niet onze taak en bevoegdheid om te bepalen of de Staatssecretaris de huiskraai terecht als zodanig heeft aangemerkt. Wellicht ten overvloede merken wij op dat ook de IUCN de huiskraai als exoot beschouwt voor Nederland. Daarnaast willen wij opmerken dat niet wij, maar het Ministerie van Economische Zaken de opdrachtgever is om de huiskraaien te elimineren. 2. Deelt u onze mening dat de manier waarop de huiskraai profiteert van menselijk handelen vergelijkbaar is met de manier waarop soorten die hun leefgebied uitbreiden als gevolg van de opwarming van het klimaat, profiteren van menselijk handelen? Zo nee, kunt u dan beargumenteerd aangeven waarom hiertussen een verschil zit? Zie antwoord vraag Op basis van welke onafhankelijke inzichten merkt u de huiskraai aan als exoot terwijl het, zoals nota bene in de ontheffing is aangegeven, een beschermde inheemse diersoort is? Zie antwoord vraag 1. Overigens staat de huiskraai in het bij antwoord 1 genoemde besluit van 15 december 2010 niet aangemerkt als beschermde inheemse diersoort maar als invasieve exoot. Echter ook wij constateren dat de huiskraai (tevens) is opgenomen in bijlage 2 van de Flora- en faunawet als beschermde soort. Wij gaan het Ministerie van Economische Zaken vragen deze onduidelijke situatie zo spoedig mogelijk op te heffen en ons over de uitkomst te berichten. 4. Bent u met ons van mening dat, het weghalen van deze populatie geen enkele garantie biedt dat de huiskraai voorgoed verdwijnt, gezien deze dieren meereizen met schepen en dus heel makkelijk opnieuw kunnen binnenkomen? Zo neen, op welke wetenschappelijk inzichten baseert u dit? Wij delen de mening dat niet valt uit te sluiten dat zich ooit opnieuw ergens een populatie vestigt. Tot nog toe is dat echter maar op een enkele plaats in Europa gebeurd.

3 Pagina 3/5 5. Het aanwijzingsbesluit baseert zich op een rapport uit 2009 van SOVON. De voorspelde groei van de populatie huiskraaien is echter uitgebleven. Begin 2012 waren er zelfs minder exemplaren dan het hoogste aantal in 2008 (28) 1. Het SOVONrapport stelt verder: De kraaien in Hoek van Holland vormen op dit moment nog geen enkele bedreiging van welke aard dan ook. De populatie is al sinds 1994 in Nederland en er is sinds bijna 20 jaar geen sprake van een explosieve groei. Waarom ziet het college dan nu de noodzaak en de urgentie tot eliminatie van de populatie? De omstandigheid dat de populatie in de afgelopen circa 20 jaar slechts langzaam is gegroeid, zegt niets over de groeisnelheid in de toekomst. Ook populaties van andere exoten, zoals de halsbandparkiet en de nijlgans, zijn aanvankelijk zeer langzaam gegroeid. Na een periode van jaar zijn deze populaties explosief gaan groeien. Het is niet zeker of en duidelijk wanneer dit moment aanbreekt voor wat betreft de huiskraai. Wel is duidelijk dat het verwijderen uit de vrije natuur op dat moment niet of nauwelijks meer mogelijk is. 6. Welke bewijzen kunt u aandragen dat de huiskraai een daadwerkelijke bedreiging vormt voor de inheemse fauna en om welke inheemse fauna gaat het dan? Op dit moment treedt er nog geen schade op, en zodra de populatie gaat groeien en op grotere schaal schade gaat aanrichten, is het te laat om te bestrijden. Zie ook de beantwoording van vraag 5. Uit andere introductiegebieden is bekend dat de huiskraai als concurrent een serieuze bedreiging vormt voor andere kraaiachtigen. Ook is bekend dat kleinere vogelsoorten, vleermuizen en andere kleine zoogdieren plaatselijk sterk in aantal kunnen afnemen vanwege de aanwezigheid van een grote populatie huiskraaien. 7. Bent u met ons van mening dat de huiskraai (voedsel)concurrentie ondervindt van o.a. de roek, kauw, zwarte kraai, ekster en diverse meeuwensoorten en dat deze concurrentie explosieve groei helpt te voorkomen? Zo nee, waar baseert u dat op? Het is onbekend of dergelijke concurrenten helpen explosieve groei te voorkomen. Wel is bekend dat concurrerende soorten plaatselijk kunnen verdwijnen of sterk afnemen vanwege de aanwezigheid van de huiskraai. 8. Welk daadwerkelijk negatief effect heeft de soort op andere beschermde soorten in Hoek van Holland? Zie antwoord vraag Is het juist dat de huiskraai tot op heden nog geen problemen of daadwerkelijke schade heeft veroorzaakt? Zo nee, kunt u zo specifiek mogelijk aangeven wat voor schade of problemen de huiskraai nu al heeft veroorzaakt? Zie antwoord vraag 6.

4 Pagina 4/5 10. Het college heeft als speerpunt dat alleen bij daadwerkelijke schade en niet ter voorkoming van schade, een ontheffing wordt verleend. Er is niet gebleken van welke schade dan ook. Bent u met ons van mening dat hier dan ook sprake is van inconstentie met uw eigen beleid? Zo nee, kunt u goed beargumenteerd aangeven waarom niet? In het Beleidsplan uitvoering Flora- en faunawet (pagina 10) is opgenomen dat wij vestiging of uitbreiding van exoten en verwilderde diersoorten niet wenselijk achten en dat wij voor deze diersoorten naar een zo klein mogelijke populatie streven. Het is aan het oordeel van de staatssecretaris wanneer er sprake is van invasieve exoten. 11. Welk belang van de fauna is gediend met het doden van bijvangst in de vorm van beschermde inheemse diersoorten en waar baseert u zich op dat er geen ontheffing nodig is om andere beschermde inheemse dieren te doden, zoals vermeld in de bovengenoemde aanwijzing? Voor de kauw en zwarte kraai geldt de landelijke vrijstelling op grond van artikel 65 van de Flora- en faunawet. Op grond hiervan mogen deze soorten o.a. in het belang van de (inheemse) fauna worden gevangen en/of gedood. De bestrijding van de huiskraai geschiedt in het belang van de fauna. Wanneer exemplaren van zwarte kraai en/of kauw de bestrijding frustreren is het derhalve in het belang van de fauna dat deze exemplaren verwijderd worden. Overigens zal het hier hoogstens om één of enkele exemplaren van kauw of zwarte kraai gaan. 12. Kunt u zo specifiek mogelijk aangeven waarom u nu een explosieve groei verwacht, temeer omdat de omstandigheden niet vergeleken kunnen worden met die van het buitenland? Is, net als bij de aanpak van meeuwenoverlast, actie ondernomen om de populatie te reguleren door de voedselbron weg te nemen (menselijke voedselresten zoals patat e.d.)? Zo nee, waarom niet? Zie antwoorden op de vragen 1 en 10. De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de huiskraai aangemerkt als schadelijke invasieve exoot, ons beleid acht vestiging en uitbreiding van exoten niet wenselijk. Wij achten het dus wenselijk dat de huiskraai uit de Zuid-Hollandse natuur verdwijnt. 13. Waarom wordt gelijk ingezet op het zwaarste middel van afschot van de populatie. Zijn andere middelen overwogen? Zo ja, welke en waarom wordt dit dan niet toegepast? Zo nee, waarom niet? Zie antwoord vraag 10. Het is aan het ministerie van Economische zaken (opdrachtgever) om alternatieven te overwegen en een besluit hierover te nemen. Het ministerie heeft alternatieve middelen onderzocht en overwogen, maar het middel doden is als enige optie overgebleven.

5 Pagina 5/5 14. Bent u gezien het bovenstaande, bereid om de aanwijzing in te trekken? Momenteel loopt er een bezwarenprocedure en kan er een verdere rechtsgang volgen. Afhankelijk van het verloop van de juridische procedure kunnen wij het eerder genomen besluit tot aanwijzing heroverwegen. Den Haag, 22 januari 2013 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw. drs. J.A.M. Hilgersom J. Franssen

Vergelijkbare documenten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963. Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963. Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963 Onderwerp Ontheffingverleningen Flora- en faunawet door Gedeputeerde Staten Zuid-Holland Aan de leden