Dunning ter discussie
|
|
- Daniël de Vos
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 M.R. Houtzagers Dunning ter discussie Dunningen zijn belangrijk in het moderne bosbeheer. De vakinhoudelijke onderbouwing, maar ook de daadwerkelijke uitvoering, laten echter plaatselijk te wensen over. De interne en externe communicatie is vaak gebrekkig. Toch worden vakdiscussies over dunningen zelden gevoerd. De dunningskwaliteit is vooral te verbeteren door een betere onderbouwing, meer aandacht voor de uitvoering en betere interne en externe communicatie. Inleiding Regelmatig verschijnen er beleidsvisies en beheerplannen waarin staat dat de dunning de voornaamste beheermaatregel is. De bosontwikkeling wordt door dunnen geleidelijk bijgestuurd zodat het bos beter aan onze doelstellingen kan voldoen. Dunning zou daarom een belangrijk onderwerp zijn. In de praktijk zijn mijn ervaringen echter anders. Veel beheerders maar ook onderzoekers zijn meer geïnteresseerd in verjonging dan in dunning. De vakinhoudelijke argumentatie waarom er gedund wordt is vaak mager. De toegepaste dunningsmethoden staan zelden ter discussie, hoewel iedere situatie maatwerk vraagt. Beheerders besteden veel bleswerk uit, liefst tegen zo laag mogelijke kosten met weinig begeleiding. Ook het daadwerkelijke zaagwerk is soms slordig, waardoor lastige discussies met bezoekers ontstaan. Mooie visies worden dan niet, of slechts ten dele, gerealiseerd. Betere dunningen zijn nodig om maatschappelijk serieus geno- men te worden &n om het bosbeheer verder te ontwikkelen. De kwaliteit van dunningen neemt volgens mij vooral toe door meer aandacht voor de onderbouwing, de uitvoering en de communicatie. Hoewel de basistheorie bekend is, wordt deze in de praktijk weinig doordacht toegepast. De interne en externe communicatie verdienen eveneens meer aandacht. Wat is dunnen? Binnen het bosbeheer wordt over dunnen makkelijk gedacht maar weinig gediscussieerd. Wat echter voor de één een hoogdunning is, is voor de ander een lichting terwijl een derde er een structuurdunning in denkt te herkennen. Naast interne onduidelijkheid ontstaat er uiteraard ook verwarring bij de omgeving. Om de basis helder te krijgen, volgen enkele definities. Volgens Van Dale is dunnen "het minder dicht of talrijk maken door een gedeelte ervan weg te nemen". Dunning in bossen is te definiëren als: "het ingrijpen in de interactie tussen bomen, waarna het kronendak zich weer sluif'. Afzonderlijke bomen krijgen meer groeiruimte door nevenstaande buren te verwijderen. Als kronen van de afzonderlijke bomen niet meer in staat zijn de vrijgekomen groeiruimte op te vullen, is er sprake van een verjongingsmaatregel. Jonge bomen enlof struiken kunnen zich dan vestigen en opgroeien. Afhankelijk van het beoogde resultaat is er dus sprake van dunning of verjonging. Ingrijpen in jong bos, zoals zuiveren, is een vorm van dunning. Het meer open maken van een scherm ten behoeve van natuurlijke verjonging is een verjongingsingreep. Verjonging is geen expliciet doel van een dunning, maar kan een bijkomend gevolg zijn. Of natuurlijke verjonging benut moet worden, is een apart vraagstuk. Waarom dunnen? Beheerders kunnen soms moeilijk aangeven waarom er gedund wordt. Blijkbaar schieten achtergrondkennis enlof communicatie dan tekort. Een voorbeeld ter illustratie. Sommige bossen zouden hard aan een dunning toe zijn omdat ze te vol staan. Zulke stellingen zijn makkelijk te weerleggen. Bossen hebben immers geen beheer nodig om te kunnen blijven voortbestaan, zoals in bosreservaten is te zien. Een magere onderbouwing van het beheer tast echter wel het externe vertrouwen aan. Hoe zou het dan moeten? Idealiter weet een beheerder waarom er gedund gaat worden. Hij of zij heeft inzicht in hoe het bos is ontstaan, hoe het functioneert (bijv. wat betreft natuur, beleving en productie) en in welke richting het zich zonder ingrepen ontwikkelt. Deze basisvragen worden echter maar zelden gesteld en er wordt direct in maatregelen gedacht. Het gaat dan in de trant van "oh ja, alle Amerikaanse eiken moeten eruit". Dunnen is slechts een middel om de bosontwikkeling in een bepaalde richting bij te sturen. We willen immers iets met het bos. Dunnen is specialistisch vakwerk, dat wel degelijk inzichtelijk en daardoor bespreekbaar te maken is. Als bosbeheerders moeten wij daarvoor onze com- municatievaardigheden beter ontwikkelen. Hoewel niet volledig, is dunning een geschikt middel om: 7
2 Laagdunning in Corsicaanse den individuele bomen meer groeiruimte te geven; bepaalde boomsoorten te bevoordelen ten opzichte van anderen; hout te oogsten en daarmee inkomsten te genereren; ondergroei meer groeiruimte te geven, zoals kruiden en struiken; extra dood hout aan het bosecosysteem toe te voegen; een bepaald bosbeeld of -opbouw te realiseren. Deze motieven lijken voor de hand te liggen, maar worden zelden vermeld. Vaak gaat het ook nog om een combinatie van argumenten met verschillende gewichten. Een heldere argumentatie is naar mijn mening echter nodig om draagvlak vanuit de samenleving te creëren. Hoe dunnen? Afhankelijk van de aanwezige bossituatie zijn verschillende typen dunningen aan de orde. Om verschillende dunningsmethoden te doorgronden, is inzicht in de bosontwikkeling en de reactie van individuele bomen nodig (zie intermezzo 1 en 2). Dit inzicht is een continu leerproces, waarvoor een opleiding enkel de basis legt. Onderzoek, onderwijs en praktische beheer moeten elkaar uitdagen en verder ontwikkelen. De basisprincipes zijn minder bekend dan vaak wordt verondersteld. Een voorbeeld: het wegnemen van slecht gevormde, maar dominante bomen noemt de één een stevige laagdunning, de ander juist een hoogdunning. Hoogdunning en toekomstbomendunning komen in principe op hetzelfde neer, maar de praktische uitvoering geeft vaak aanzienlijke verschillen. Er is daarom behoefte aan meer eenduidigheid en helderheid. Om het juiste gereedschap toe te kunnen passen, moeten de voor- en nadelen goed in beeld zijn. Daarom een korte verhandeling over de meest toegepaste dunningsmethoden. Laagdunning is het verwijderen van bomen onder in het kronendak. Het gaat om de beheerste en onderdrukte exemplaren die de concurrentiestrijd verloren hebben en nog maar weinig groeien. Laagdunning beperkt zich tot negatieve selectie, ofte-
3 wel het opruimen van de onderstandige rommel. Bij laagdunning blijven de dominante en co-dominante bomen ongewijzigd ten opzichte van elkaar staan, waardoor er geen substantieel effect is op de verdere bosontwikkeling (zie intermezzo 1). Een egaal toegepaste laagdunning zorgt voor minder diameterspreiding en daardoor voor eenvormigheid. De term laagdunning wordt daarnaast vaak geassocieerd met een weinig verheffende bezigheid. Toch wordt laagdunning in diverse Nederlandse bossen nog regelmatig toegepast. Er ontstaat daardoor meer eenvormigheid, terwijl het huidige bosbeheer zich juist op meer variatie wil richten. Laagdunning heeft ook voordelen: er wordt zonder veel risico hout geoogst en de maximale volumeaanwas per ha wordt gerealiseerd. Laagdunning is daarnaast geschikt om plaatselijk markante bomen en struiken te accentueren. Zo'n selectieve laagdunning wordt nog maar zelden toegepast, hoewel het de belevingswaarde concreet kan verhogen. Hoogdunning verandert de verhouding tussen dominante en codominante bomen. Bepaalde exemplaren worden bevoordeeld door nevenstaande dominante enlof co-dominante bomen te verwijderen. De bevoordeelde individuen groeien stevig uit, waardoor deze op termijn dikker en stabieler worden. Laag- en hoogdunning zijn dus afzonderlijke boomklassendunningen. Het verwijderen van slecht gevormde, maar dominante bomen is een vorm van hoogdunning. In Nederland gaat hoogdunning om het bevorderen van favoriete exemplaren, oftewel om positieve selectie. Intermezzo 1: natuurlijke bosontwikkeling Na vestiging groeien bomen gezamenlijk maar in onderlinge concurrentie op. De individuele kronen verdringen elkaar daarbij om groeiruimte. Twijgen van individuele bomen groeien eerst naar elkaar toe, beperken vervolgens elkaars groei en worden later door hogere twijgen overschaduwd. Als uiteindelijk de assimilatie minder oplevert dan de respiratie, sterft de twijg. De kroon schuift daardoor als het ware omhoog. Dit proces gaat in theorie door totdat assimilatie en respiratie elkaar precies opheffen. Weinig groei en ontwikkeling zijn dan het gevolg. In zo'n situatie staan er vele dunnen boompjes met ondiepe kroontjes. Bomen die met elkaar opgroeien, strijden echter om de beschikbare groeiruimte. Individuele bomen proberen hun groeiruimte te vergroten door een sterkere hoogtegroei, aangevuld met horizontale expansie van de kroon. Hoger betekent meer licht en dus meer groei, terwijl de buren door beschaduwing enlof afschuren minder gaan groeien. Winnaars zijn hoger en hebben een brede, diepe kroon in het volle licht. Verliezers staan daarentegen in de schaduw met een kleine, vaak ondiepe kroon. Als gevolg van het onderlinge concurrentieproces zijn individuele bomen te verdelen in dominante, co-dominate, beheerste en onderdrukte bomen. Deze boomklassen geven de sociale rangorde weer. Dominante bomen hebben een grote kroon, die van boven grotendeels vrij staat. Een boom met een redelijke kroonomvang bovenin de kroonlaag, is co-dominant. Een beheerste boom heeft een beperkte kroon die voor een aanzienlijk deel door buren ingeklemd staat. Een onderdrukt individu heeft tenslotte een kleine kroon (bijna) onder het kronendak. Naarmate de concurrentiestrijd verder vordert, is de differentiatie in boomklassen duidelijker zichtbaar. In mengingen treedt deze differentiatie eerder en sterker op, resulterend in verschillende kroonlagen (strata) ieder met dominante (D), co-dominante (C), beheerste (I) en onderdrukte exemplaren (S). Differentiatie is sterk soort- en groeiplaatsafhankelijk. Loofbomen differentiëren over het algemeen makkelijker dan naaldbomen. Op uniforme enlof arme groeiplaatsen treedt differentiatie minder snel en duidelijk op. Een gelijke start, bijvoorbeeld door aanplant van één soort op onderlinge dezelfde afstand, is eveneens niet bevorderlijk voor het differentiatieproces (Oliver, C.D. en Larson, B.C. (1996) Forest Stand Dynamics. John Wiley & Sons, New York). P E l.' I 3 I (thcrc can also bc D., E-strata, ctc.) POREST FLOOR -
4 Hoogdunning wordt weer onderverdeeld in vrije hoogdunning en toekomstbomendunning. Bij een vrije hoogdunning worden steeds opnieuw de te bevoordelen bomen bepaald. In één werkgang worden de beste bomen gelokaliseerd en vrijgesteld. Tegelijkertijd worden vaak slechte en onderdrukte exemplaren verwijderd, waardoor een combinatie van hoog- en laagdunning toegepast wordt. Een vrije hoogdunning heeft als voordeel dat op gewijzigde omstandigheden ingespeeld kan worden, zoals bij verandering in sociale posities en bij beschadigingen. Deze methode vraagt evenwel veel kennis, inzicht en een consequente doorvoering. Het tegelijkertijd bepalen van favorieten, daarvoor te verwijderen bomen en andere te elimineren individuen is immers ingewikkeld. Bij gemengde enlof ongelijkjarige bossen wordt het helemaal lastig, waardoor veel blessers keuzes uitstellen en vervallen in laagdunning. Voorlopig niet kiezen betekent echter dat mogelijkheden verloren gaan niet altijd met enthousiasme. Blessers hebben immers minder vrijheid. Het apart met touwtjes aanwijzen van t-bomen wordt door sommige blessers als amateuristisch en te tijdrovend beschouwd. Het in een aparte werkgang aanbinden van toekomstbomen is volgens mij echter noodzakelijk om de gewenste kwaliteit te realiseren. Structuurverbetering is een gecombineerde behandeling en dus meer dan dunning. Doel van de structuurverbetering is het verhogen van de structuurvaria-
5 Type ingreep Selectie Voordelen Nadelen Laagdunning - weinig risico en maximale e bosontwikkeling wordt nauwelijks volumeproductie beïnvloed e markante punten meer in beeld e geeft vaak eenvormigheid Hoogdunning vrije hoogdunning +/- e gerichte sturing bosontwikkeling hoge vakdeskundigheid grote flexibiliteit e vergt meer tijd en aandacht grote vrijheid blesser e complex in gemende bossen t-bomendunning + e gerichte sturing bosontwikkeling meer vakdeskundigheid inzichtelijk en overzichtelijk e vergt meer tijd en aandacht keuzes bespreekbaar e minder vrijheid blesser Structuurverbetering +/O/- meer structuurverschillen binnen e soms niet optimale benutting één opstand groeiplaats tie door delen van een opstand te dunnen, delen open te maken (t.b.v. verjonging) en delen dicht te laten. Juist het belevingsaspect en de natuur worden door meer structuurvariatie versterkt. Structuurverbetering is goed te combineren met de toekomstbomenmethode. Als een beperkt aantal toekomstbomen wordt aangewezen, is duidelijk waar ruimte is voor verjonging of juist niet ingrijpen. Een maximum van 70 t-bomen per ha is daarvoor een bruikbare maat. Plekken met een slechte stamkwaliteit of een ongewenste boomsoort, lenen zich voor verjonging. Plaatsen met weinig tot geen ondergroei juist voor "dicht laten". Met structuurverbetering is vooralsnog weinig praktijkervaring opgedaan, hoewel menig Nederlands bosperceel er beter door zou gaan functioneren. De meeste beheerders komen in de praktijk niet verder dan door te blijven dunnen. De afzonderlijke behandelingseenheden moeten niet te klein zijn, zeg minstens één tot twee maal de boomhoogte. Dichte delen dienen duidelijk gemarkeerd te worden om niet alsnog mee behandeld te worden. Vervroegde verjonging zorgt mogelijk voor een minder optimale benutting van de groeiplaats, wat in menig Nederlands bos geen groot probleem is. Structuurverbetering is wel puzzelwerk en vraagt daarom meer aandacht en tijd. Maatwerk De blesser moet aan de hand van het reactievermogen van individuele bomen het effect van een dunning kunnen inschatten (zie intermezzo 2). Hoewel er geen standaardrecepten zijn, zijn er wel basisprincipes. Over deze principes wordt helaas weinig gepubliceerd, daarom de vol- gende aanzet gebaseerd om mijn eigen ervaringen. De verschijningsvorm van volwassen bomen geeft vaak inzicht in de plaatselijke groeireacties en -mogelijkheden. Hoe sterker de lengtegroei (top en twijgen), hoe eerder door dunning stevige bomen kunnen ontstaan. In de jeugdfase is ingrijpen meestal ongewenst en onrendabel, terwijl later juist stevig ingrijpen nodig en lucratief is. Intermezzo 2: reactie op vrijstelling De reactie van bomen op vrijstelling is vooral afhankelijk van de soort en de sociale positie. Dominante en co-dominante bomen koloniseren vrijgekomen groeiruimte snel, beheerste en onderdrukte exemplaren juist langzaam. Beheerste en onderdrukte exemplaren moeten na vrijstelling hun kroon eerst aanpassen en kunnen deze pas daarna uitbouwen. Hoe geringer een soort differentieert, hoe minder zijn aanpassingsvermogen is. Onderstandige individuen overleven slechts als zij de schaduw van hun bovenbuurman kunnen doorstaan. Vele soorten kunnen daarom niet overleven onder een gesloten kronendak van dezelfde soort. Onderstandige exemplaren groeien weinig en hebben vaak een platte, brede kroon om alsnog zoveel mogelijk licht te onderscheppen. Afhankelijk van de soort verliest de boom zijn oorspronkelijke kroonopbouw en krijgt een warrig uiterlijk, zoals bij lang onderdrukte eiken en berken. Onderstandige exemplaren ontwikkelen zich weinig totdat er meer groeiruimte beschikbaar komt. Afhankelijk van de soort en de leeftijd kan een onderstandige boom zijn kroon opbouwen en doorgroeien naar het kronendak. Veelal gaat dat gepaard met zware zijtakken. Slechts een beperkt aantal soorten kan onder specifieke omstandigheden de kroonlaag binnendringen en gaan overheersen (Oliver, C.D. en Larson, B.C. (1996) Forest Stand Dynamics. John Wiley & Sons, New York)
6 Het vakmanschap van de blesser Soorten die van nature weinig differentiëren, reageren op latere leeftijd moeizaam op vrijstelling. De relatief kleine kronen zijn dan niet meer in staat extra groeiruimte te benutten. Vooral Picea-soorten differentiëren van zichzelf weinig. Bij fijnspar en omorikaspar zorgt het uitblijven van dunning dan ook voor eenvormige percelen met een matige vitaliteit. Grove den bepaalt het aanzien van veel Nederlandse bossen. Vaak gaat het om heidebeboss- ingen die uniform zijn aangelegd en behandeld. Menging is in het verleden bestreden en er is vooral laag gedund. De afzonderlijke bomen hebben relatief kleine, ondiepe kroontjes en zijn onderling weinig gedifferentieerd. Deze grove dennen reageren daardoor moeizaam op vrijstelling. Hoogdunning zorgt in dergelijke percelen wel voor meer licht waardoor ondergroei enlof verjonging zich beter kunnen ontwikkelen. Krachtige groeiers als douglas, lariks en zwarte den benutten extra groeiruimte snel en effectief. Deze soorten zijn flink en regelmatig te dunnen, waarbij de individuele kroon zich steeds verder uitbreidt. Vaak worden dergelijke bossen echter voorzichtig gedund om windworp te voorkomen. Per favoriet wordt slechts een enkele co-dominante of beheerste boom verwijderd. De onderlinge concurrentiestrijd gaat dan onverminderd door zodat de individuele stabiliteit weinig verbetert. Steviger vrijstellen van gewenste exemplaren zorgt juist voor dikkere en dus stabielere bomen plus meer inkomsten. Zo'n ingreep geeft tijdelijk meer kans op windworp, maar het zijn dan vooral de beheerste en onderdrukte bomen die omwaaien. De natuur- en belevingswaarde van dergelijke percelen neemt overigens door structuurverbetering direct en substantieel toe. Loofboomsoorten bouwen hun kroon na dunning relatief makkelijk uit. Berk en populier zijn daar uitzonderingen op. Loofboomsoorten verliezen hun kroonopbouw echter als zij vroegtijdig veel ruimte krijgen. Het dunnen van loofbomen is dus complex. Regelmatig zie ik loofbossen die ondanks hun groeikracht, weinig tot niet gedund worden. Veel eiken- en essenpercelen zijn daarvan het toonbeeld. Zonder dunning blijven de afzonderlijke kronen klein waardoor de groeipotenties afnemen. Het langdurig gesloten kronendak zorgt tevens voor weinig ondergroei en voorlopig geen inkomsten. Door gerichte hoogdunning ontstaan er grote kronen en dus dikke stammen, gecombineerd met enige opbrengsten. Beuk en Amerikaanse eik zijn één van de weinige soorten die van onder een gesloten kronendak
7 Vrijgestelde eik in een douglasopstand kunnen gaan overheersen. Douglas en tamme kastanje kunnen ook gaan domineren als het kronendak voldoende transparant is. Doorgroeiers staan meestal verspreid onder het kronendak en hebben een breed vertakte kroon. Als bijmenging enlof als toekomstige zaadbron zijn zij geschikt, maar hun stamkwaliteit is matig tot slecht. Het is de vraag hoe vakkundig gedund bos er na uitvoering, idealiter uitziet. Het antwoord is uiteraard van diverse zaken afhankelijk, zoals de groeiplaats, de boomsoorten, de aanwezige bossituatie en natuurlijk de gekozen doelstelling. Ter indicatie gelden globaal de volgende criteria voor een Nederlands ge'integreerd bos: a. de gewenste individuen zijn stevig vrijgesteld (naar soort en kwaliteit); b. de structuurvariatie is vergroot; c. de hoeveelheid dood hout is op het gewenste niveau; d. de visuele aanblik is verbeterd. Uitvoering en evaluatie Een beheerder stelt idealiter vooraf de dunningsinstructie op en bes~reekt deze met de blesser gecombineerd met een rondgang. Mijn ervaring is dat er meestal weinig overleg plaats vindt. Het bleswerk krijgt daardoor niet de aandacht die het verdient. Vaak wordt het bleswerk door é6n persoon alleen uitgevoerd. Gezamenlijk blessen zorgt echter voor dialoog, waardoor de kwaliteit mijns inziens altijd verbetert. Als dunningen werkelijk essentieel zijn, is gezamenlijk blessen eerder noodzaak dan luxe. De exploitatie leidt soms tot een gehavende ondergroei, kapotte wegen en slordige houtafvoer. Het bos lijkt dan onachtzaam behandeld te zijn, wat zowel bij het publiek als bij particuliere eigenaren aversie oproept. Meer aandacht voor de uitvoering en nazorg is daarom nodig. Beschadigde ondergroei is eenvoudig en snel te verwijderen en velrestanten zijn buiten het zicht te concentreren. Reacties zijn door voorlichting enlof excursies deels te voorkomen. Een wat lagere houtprijs zorgt overigens meestal voor een betere afwerking waardoor veel ellende bespaard wordt. De uitvoering is niet alleen de verantwoordelijkheid van de aannemer. Juist de beheerder moet deze met aandacht begeleiden, controleren en achteraf met de aannemer bespreken. Helaas is daar in de praktijk vaak geen tijd voor en wordt de aannemer alleen achteraf op eventuele gebreken afgerekend. 13
8 Aandacht voor de uitvoering In mijn opinie is de professionaliteit van het bosbeheer te verhogen door jaarlijkse dunningsgegevens met elkaar te vergelijken en daarmee de dunningsinstructie te verfijnen. Ook andere informatie, zoals soort en aantal t-bomen en Woodstock-inventarisaties, dragen bij aan de ontwikkeling van het bosbeheer. Er is dan sprake van een lerende organisatie. In de praktijk worden echter uitgevoerde maatregelen slecht of niet geadministreerd en vindt zelden een gedegen evaluatie plaats. Conclusie Dunningen zijn belangrijk en verdienen naar mijn mening meer aandacht dan zij nu krijgen. Theorie en praktijk moeten verder ontwikkeld en beter op elkaar afgestemd worden. Verbeterpunten zijn met name: de vakinhoudelijke onderbouwing, inzet van verschillende dunningsmethoden, de uitvoeringsbegeleiding en de communicatie. Duidelijk moet zijn waarom er gedund wordt, welke dunningsmethoden waar toegepast worden en hoe de uitvoering begeleid wordt. Bij interne communicatie gaat het zowel om evaluaties als vakdiscussies, bij externe communicatie om meer helderheid richting het publiek. Dunning ter discussie? Zeker, want afhankelijk van de groei- plaats, boomsoort en plaatselijke situatie zijn andere maatregelen aan de orde. Plaatselijk is stevig ingrijpen nodig, elders juist niet. Niet een methode maar het onjuiste gebruik moet ter discussie staan. Dunningen zijn in mijn opinie te verbeteren door minder gelijkmatig, gerichter en meer doordacht te werk te gaan. Het belevingsaspect verdient daarbij extra aandacht.
Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer
Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Het geïntegreerd bosbeheer streeft ernaar om de productiefunctie van het bos op kleine schaal te integreren met de natuurfunctie en de recreatiefunctie.
Beuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo
Beuk in perspectief Ervaringen met beuk in het beheer op Kroondomein Het Loo René Olthof beheerder boswachterij Hoog Soeren, 3000ha 2180ha bos 394 ha beuk (18%) Verloofing Vestiging berk, beuk en eik in
Verjonging in douglasbos neigt weer
Verjonging in douglasbos neigt weer Foto s Rob van der naar Made douglas foto s Marco Dekker Het Nederlandse bos is nog steeds voor het grootste deel gelijkjarig en weinig gemengd, zo blijkt uit metingen
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag derde bijeenkomst, 12 maart 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman (met gast), A.H. Luten, H. Holland (met echtgenote), B. & A. Dunnewind, W. Pastoor,
Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?
Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen
Wat is essentaksterfte?
Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig
Esdoorn een probleem??
M.R. Houtzagers Ervaringen met esdoornbeheer in de gemeente Den Haag Esdoorn een probleem?? Dit artikel gaat over de beheersbaarheid van esdoorns in de stadsbossen van de gemeente Den Haag. Diverse beheerders
Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015
Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL 2013-2015 Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015 Agenda Ochtend Witharen Welkom, koffie Napraten in 2 groepen Pauze, financiën Terugblik
Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1
Concept Versie 21 juni 2018 Werkplan bosbeheer AWD 2018-2019: werkblok 1 Willem Stuulen Martijn van Schaik Inleiding Dit is het werkplan bosbeheer van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) voor 2018-2019.
Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):
Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.
Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi
Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi foto s Henny Schoonderwoerd Jop de Klein en Henny Schoonderwoerd Sinds 1990 wordt Woodstock (Staatsbosbeheer gebruikt dit systeem onder de naam Syhi)
METEN = WETEN Onderbouwing Duurzaam Bosbeheer
Peter Stouten 21 april 2016 METEN = WETEN Onderbouwing Duurzaam Bosbeheer Inhoud presentatie Oculaire inventarisatie Meten, hoe doe je dat? Wat kun je ermee? Oculaire inventarisatie Beoordeling op het
Landgoed Lijftogtsheide
Landgoed Lijftogtsheide Beheerplan 2015-2024 Werkplan 2015-2019 Opgesteld door: Dhr. B. Wisselink Wisselinkweg 1 7021 MD Zelhem Tel: 06-12124001 In samenwerking met: Bosgroep Midden Nederland November
Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests
Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests Doel van deze studie was het ontwerpen en toetsen van een bosbeheerssysteem voor grove dennenbos, dat voldoet aan
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha
Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek?
Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen
Vormen van een beheervisie voor het Hazeleger
Vormen van een beheervisie voor het Hazeleger Over Borgman Beheer Sinds 1993 Bosontwikkeling Participatieve beheerplanning Flora en fauna inventarisatie Boomveiligheid Blessen en Houtmeten Diverse cursussen
Opfriscursus bosbeheer en bosexploitatie
Opfriscursus bosbeheer en bosexploitatie Cursusschema Dag 1 ochtend 09.00 12.30 Opstandsbeoordeling en doelstellingen middag 13.00 16.00 Verjongen en verjongingsplan Dag 2 ochtend 09.00 12.30 Exploitatie,
Douglas: niet alles goud dat er blinkt
Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens
Op Kroondomein Het Loo
N A T U U R V O L G E N D B O S B E H E E R Op Kroondomein Het Loo 1 Kroondomein Het Loo V R O E G E R, N U E N Een boom wordt pas geoogst als buurbomen Kroondomein Het Loo omvat uitgestrekte I N D E T
Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD
52 Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 591 52.6 Het Amerongsebos SIMON KLINGEN 52.6.1 Inleiding Het Amerongsebos ligt op de zuidwestflank van de Utrechtse Heuvelrug
5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren
5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren In dit hoofdstuk wordt de vergelijking van vraag en aanbod samengevat en gekeken welke kansen en knelpunten er gesignaleerd kunnen worden voor
Wat is essentaksterfte?
Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig
Pro Silva Nederland jubileert
Ellen Reuver en Robbert Wolf 10 jaar discussiëren in het bos Pro Silva Nederland jubileert Vrijdag 3 november 2000. Honderdvijftig bosbouwers trekken de Renkumse bossen in. Het tienjarig bestaan van Pro
BEHEERPLAN DUNNING SLOTERPARK OOSTZIJDE 14 februari 2018
BEHEERPLAN DUNNING SLOTERPARK OOSTZIJDE 14 februari 2018 1. INLEIDING Met behulp van de bomenverordening zorgt de gemeente ervoor dat het volume van het bomenbestand in de stad behouden blijft en dat er
Verjonging en ontwikkeling van oude bossen op Landgoed Middachten
Robbert Wolf, Ido Borkent & Michiel Houtzagers Pro Silva excursie oktober 2002 Verjonging en ontwikkeling van oude bossen op Landgoed Middachten Landgoed Middachten is één van de weinige plekken in Nederland
3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen
3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde
Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:
Beheerstrategie Golfclub Driene 2010 2015 Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: 0523-654590 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD 2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2 DOELSTELLING
Bosbeheerplanning in Vlaanderen
Achtergrond 2 typen Doel/Voordelen/Procedure Case Meerdaalwoud,Heverleebos & Egenhovenbos Achtergrond Bosbeheer in Vlaanderen = bevoegdheid Vlaamse Overheid Bos in Vlaanderen: 10,8% bos = ca. 146.000 ha
Tiny Forest; levert het iets op?
Tiny Forest; levert het iets op? C.J. Nonhof KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland
Bomen over bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom. Jonge bomen. Volwassen bomen. Oude bomen.
Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom Bomen over bomen. Jonge bomen Volwassen bomen Jonge bomen investeren in lengtegroei van takken en wortels Het doel is om zoveel mogelijk ruimte te
Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013
Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Inleiding Het vakantiepark Miggelenberg is gelegen op de Veluwe. Het ligt in een bebost gebied
De conditie en potenties van de bomen van Sloterpark Oost -second opinion-
Simon Klingen, januari 2018 De conditie en potenties van de bomen van Sloterpark Oost -second opinion- LANG LEVENDE BOMEN veel bomen gezond en vol potenties uitdunnen raadzaam gelukkig veel eiken bomen
I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot
I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot Biodiversiteit en zorgvuldig
Het Nederlandse bos in cijfers
Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie - Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.
Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017
Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?
DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK
DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK Kwaliteitsbeoordeling van de bomen op deze locatie Door T. Katerberg European Tree
Beheerplan Bloemendaalsebos
Bosbeheerplan Bloemendaalsebos Februari 2011 Inleiding Bestaande kwaliteit Uitgangspunten bosbeheer Het beheer Beheermethodiek Noten Bijlagen Inleiding Dit bosbeheerplan is gemaakt door Dik Vonk in samenwerking
Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk.
Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk. Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker 27-02-2019 Inhoud De
Het Nederlandse bos in cijfers
Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.
"Oranje Nassau's Oord" "De Dorschkamp" "De Oostereng" "Bennekomse Bos" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P.
1 I e'. I!'.t'''I"",,'M 11. _ ' "' PI, t ",," "U IPN ". '" "P!I"'" '".. ",... '" M"!lM' '_-!N'" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV 1983 Verslag van de excursie C. P. van Goor Het thema van de excursie van
Bijlage 3. Groenbeheerplan
Bijlage 3 Groenbeheerplan Oostappengroep GROENBEHEERPLAN HET PRINSENMEER 2007 April 2007 In opdracht van: Oostappengroep Ommelseweg 56 5721 WV Asten t (0493) 681 111 F (0493) 681 110 www.prinsenmeer.nl
Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond
Wat gaan we doen? Oerboslandschap op zandgronden Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout Bij bosherstel op zandgrond 1. Bosherstel op zand 2. Maatregelen biodiversiteitsherstel 3. Duurzaam verdienmodel onder
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag vierde bijeenkomst, 11 juni 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman, A.H. Luten, H. Holland met echtgenote, B. & A. Dunnewind, G. Nijhoving met echtgenote,
Waarom de stippen in een deel van het Ganzenhoekbos?
Datum Persbericht (Z23464/ intern 17268) 3 maart 201 Onderwerp Persbericht Waarom de stippen in een deel van het Ganzenhoekbos? Vraag het de boswachter. Wassenaar In het najaar van 2016 gaat Staatbosbeheer
G e m e e n t e I J s s e l s t e i n
G e m e e n t e I J s s e l s t e i n O v e r t o o m 1, I J S S E L S T E I N K w a l i t e i t b o m e n L a g e b i e z e n I J s s e l s t e i n, 1 5 6 1 3 P r o j e c t n u m m e r 15613 O n d e r
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Jan Kolsters Correlaties en oorzaken
Bosvogels op microniveau Jan Kolsters Correlaties en oorzaken Opzet van het onderzoek alle soorten 6 deelgebieden 9 bezoeken inventarisatie waarnemingen territoria Bochtige smele Pijpenstrootje Braam Varen
XiBE users. Met XiBE kun jij: Jouw ideeën indienen, de ideeën van anderen nog beter maken en alle ideeën volgen. Get started instructie
Get started instructie XiBE users Zet twee mensen bij elkaar en er ontstaan ideeën: "we moeten eigenlijk eens een keer..." En in de praktijk blijft het vaak bij dat idee en het voornemen. En dat terwijl
Het gebruik van natuurlijke processen bij duurzaam bosbeheer in Nederland
A.F.M. Olsthoorn, instituut voor Bos- en Natuuronderzoek, Wageningen Het gebruik van natuurlijke processen bij duurzaam bosbeheer in Nederland De laatste jaren is er in Nederland een aantal nieuwe vormen
Beheerplan Hazennest-Boerenbos Tilburg
Beheerplan Hazennest-Boerenbos Tilburg Bosgroep Zuid Nederland Colofon Opdrachtgever: Gemeente Tilburg, dhr. R. Braspenning Titel: Beheerplan Hazennest-Boerenbos Tilburg Status: Definitief Datum: September
Bossen saai? Hoezo saai. 150 jaar geleden: zand en droogte
Bossen saai? Hoezo saai 150 jaar geleden: zand en droogte Planken Wambuis (Harderwijkerweg), juli 1966 wateroverlast! 40 jaar geleden, woeste grond voorgoed passé Bos nu: ouder en diverser, tweede boomlaag
De beuk er in. evaluatie en advies bosbeheer Nimmerdor. Simon Klingen, oktober Vooraf. 1 Analyse: globale beschrijving bestaande situatie
Simon Klingen, oktober 2017 De beuk er in evaluatie en advies bosbeheer Nimmerdor vanaf nu rustig aan: liever bos ontwikkelen dan bos omvormen een relaxtere houding tegenover de Amerikaanse eik zorg voor
Effecten van variabele dunning
Effecten van variabele dunning In opdracht van het Ministerie van LNV, DWK-programma 381: Functievervulling Natuur, Bos en Landschap. 2 Alterra-rapport 1318 Effecten van variabele dunning Een beschouwing
Literatuur Bijlage: Visualisatie van plot 6, douglas in Speulder-en Sprielderbos
Alterra, december 2007 Schelhaas, M-J, & R. Schulting Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Literatuuronderzoek 3. Vooronderzoek beheerders 4. Selectie en beschrijving plots 5. Meetprotocol 6. Verwerking v 7.
Buitenplaats De Dennehoek
Bosbeheerplan Buitenplaats De Dennehoek Maart 2012 Bosbeheerplan Buitenplaats De Dennehoek Maart 2012 Opdrachtgever: Uitgevoerd door: Vereniging De Dennehoek p/a Dhr. Witte Raamstraat 95 7411 CT Deventer
NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK
NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding
Opmerkingen. verwachting. Toekomst. Invloed
1 Quercus robur Zomereik 47 6-8 - Goed Matig Handhaven ) 2 Pinus sylvestris Grove den 52 10-12 Dood hout Goed Ernstig Rooien Boom te dicht op toekomstige gevel woning 3 Quercus robur Zomereik 58 12-14
Snoei puberbomen. Otto Vloedgraven Snoeicursus puberhoogstambomen
Snoei puberbomen 1 Oude Bellefleur met bolvorm en 4 hoogtelijnen en veel zij-etages en 1 e etagesteltakken 2 Belangrijk bij puberbomen Groei erin blijven houden Zorgen dat de hoogtelijnen zich goed ontwikkelen
1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22
Inhoud Colofon 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 1 Beplantingen 11 1.1 Onderhoud van beplantingen 11 1.2 Snoeigereedschappen 17 1.3 Samenvatting 22 2 Bomen 23 2.1 Onderhoud van bomen 23 2.2 Samenvatting 29 3 Specifiek
Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel
Notitie Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 18 mei 2017 Kenmerk N004-1233768BJF-evp-V04-NL Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel Inrichting en beheer van het compensatiegebied nabij Gortel ter
Revitalisering laag-productieve bossen
Ir. W. (Wouter) Delforterie Regiobeheerder Utrecht & Holland Revitalisering laag-productieve bossen Ir. W. (Wouter) Delforterie Regiobeheerder Utrecht & Holland Revitalisering laag-productieve bossen Hoe
PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden
PRAKTIJKADVIES Phytophthora ramorum en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES SEPTEMBER 2004 Het Bosschap, Zeist Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Foto s: Plantenziektenkundige
Ontwikkeling van gemengde natuurlijke bosverjonging
Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND
PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag eerste bijeenkomst, 11 september 2013 Aanwezige deelnemers: G. Nijhoving, F. Tolman, A.H. Luten, G.H. Rieks, H. Holland, B. & A. Dunnewind, W. Pastoor,
www.houtcompagnie.nl
www.houtcompagnie.nl Houtinkoop voor bijzondere afmetingen: Wie en wat zijn wij: Nick Faber, ik ben Directeur/eigenaar van Houtcompagnie Almenum BV in Harlingen. Wij zijn een houthandel/zagerij. Ik ben
Geïntegreerd bosbeheer op de landgoederen Menthenberg en Meindersveen
Robbert Wolf & Ronny Sprong, Eeterwoude Ingenieursbureau. Rijsen Geïntegreerd bosbeheer op de landgoederen Menthenberg en Meindersveen In het verleden is bos in Nederland vaak behandeld als een (houtig)
Werkgroep Beheer Lanenstructuur Oranjewoud. Presentatie 13 maart 2018
Werkgroep Beheer Lanenstructuur Oranjewoud Presentatie 13 maart 2018 Plan van aanpak Lanenplan Oranjewoud uit het boek Geschiedenis van Oranjewoud (R. Mulder-Radetzky en B. de Vries, 1993): reeds in 1727
VISUAL TREE ASSESSEMENT (VTA) GOLFBAAN DE HOGE KLEIJ
COLOFON Titel Opdrachtgever Contactpersoon Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan De Hoge Kleij Golfbaan De Hoge Kleij dhr. Joost Sträter Status Datum concept 19 mei 2017 Datum uitvoering VTA 18 mei 2017
Notitie Inventarisatie bomen Joppelaan te Gorssel Inventarisatie t.b.v. kapvergunningen en duurzaam handhave.
Notitie Inventarisatie bomen Joppelaan te Gorssel Inventarisatie t.b.v. kapvergunningen en duurzaam handhave. Auteur: P.A.M. (Pascal) Peterman Redactie: M. (Mike) Wallink Project: 13 122a Datum: 19 juni
Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015
1 Snoeien doet groeien Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015 Botanische termen De STAM is de hoofdstengel van een boom. Een SCHEUT (of LOOT) is een
Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot.
Hoofdstuk 8. De levensloop van de Sequoia gigantea: van zaadje tot reuzenboom Niet elk zaadje dat uit de kegel valt ontkiemt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat van de zaadjes die in een groene
Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?
Nederlands bos In het dichtbevolkte Nederland heeft bos meerdere functies. Naast de productie van hout zijn de natuur-, landschap- en recreatiefunctie van groot belang. Boswet, bosbeleid en regelgeving
ONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede
ONDERZOEK VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede Opdrachtgever : Gemeente Ede De heer P. Peters Boomtechnisch adviseur : De heer W. Noorloos Projectnummer
Nederlandse samenvatting - voor niet-vakgenoten -
Nederlandse samenvatting - voor niet-vakgenoten - Nederlandse samenvatting voor niet-vakgenoten In dit proefschrift staat het metaal koper centraal. Koper komt vooral via de voeding in het lichaam van
Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1
C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1
Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren
Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren Deel 4. Beheerplan 2000-2004 R.J.A.M. Wolf & J.K. van Raffe Alterra-rapport 052 (deel 4) Alterra, Research Instituut voor de Groene
1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
1nvexo minder invasieve planten en dieren Interreg Vlaanderen Nederland Europa investeert in uw regio Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Casus Amerikaanse vogelkers Ronald Grobben,
Beheerplan Kalverstraat Tilburg
Beheerplan Kalverstraat Tilburg Bosgroep Zuid Nederland Colofon Opdrachtgever: Gemeente Tilburg, dhr. R. Braspenning Titel: Beheerplan Kalverstraat Tilburg Status: Definitief Datum: September 2014 Auteur(s)
Beheerstrategie Golfclub Driene
Beheerstrategie Golfclub Driene 2016-2021 E.J.H. Sonder Beheerstrategie Golfclub Driene 2016-2021 1 Bosgroep Noord-Oost Nederland is een coöperatieve vereniging van bos-, natuur- en landgoedeigenaren.
Essentaksterfte. Deze vestigen zich op oude en zieke bomen en versnellen het proces van afsterven en verrotting van stam en wortels.
ssentaksterfte e situatie in ederland Inmiddels is meer dan 90% van de essen in ederland aangetast. e verwachting is dat hooguit 10% van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen in o.a.
Thee- en soortgelijke hybriden
Thee- en soortgelijke hybriden Theehybriden en andere grootbloemige rozen worden zo gesnoeid, dat er sterke basisscheuten, een komvormige plant met een open centrum worden gevormd. Theehybriden bloeien
Door de bomen het bos zien
Door de bomen het bos zien Zo beheert Staatsbosbeheer de bossen 2 3 MISSIE STAATSBOSBEHEER Wij, de medewerkers van Staatsbosbeheer, beschermen en ontwikkelen het kenmerkende groene erfgoed van Nederland.
Beheerplan Kanaalstrook Tilburg
Beheerplan Kanaalstrook Tilburg Bosgroep Zuid Nederland Colofon Opdrachtgever: Gemeente Tilburg, dhr. R. Braspenning Titel: Beheerplan Kanaalstrook Tilburg Status: Definitief Datum: September 2014 Auteur(s)
DECENTRALISATIE FINANCIËLE VERANTWOORDELIJKHEID PROTESTANTSE GEMEENTE ZWOLLE 2013 2016
DECENTRALISATIE FINANCIËLE VERANTWOORDELIJKHEID PROTESTANTSE GEMEENTE ZWOLLE 2013 2016 Algemene Kerkenraad 23 september 2013 Inhoudsopgave Decentrale financiële Verantwoordelijkheid 3 Inleiding 3 Hoofdzaken
Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.
ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak
Beplantingsplan. Recreatiepark Elsendorp Rapportnummer Beplantingsplan Recreatiepark Elsendorp, september 2014
Beplantingsplan Recreatiepark Elsendorp Rapportnummer 14-0228 www.starobv.nl 1 Beplantingsplan Recreatiepark Elsendorp September 2014 Rapportnummer: 14-0228 In opdracht van: Starline Recreatie Uitgevoerd
Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden
Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden 2015 2035 Publiekssamenvatting Inleiding Sinds Jonkheer Meijster landgoed Nimmerdor in 1640 liet aanleggen, genieten al vele generaties bezoekers van de bosgebieden
Geïntegreerd Bosbeheer tussen droom en daad. 1 ;l 40% 20% 0% Een succesverhaal? Op het eerste gezicht is de invoering
Kees van Vliet en Henk van Blitterswijk, Alterra Geïntegreerd Bosbeheer tussen droom en daad Ruim tien jaar geleden introduceerden Klingen en Sevenster de term geïntegreerd bosbeheer in Nederland. Dat
vormen Bomen IN ONZE SERIE BOMEN VORMEN ZULLEN WE NU DE VERZORGING VAN PRUIMEBOMEN BEHANDELEN. Opkweek van vrijstaande bomen
Bomen vormen IN ONZE SERIE BOMEN VORMEN ZULLEN WE NU DE VERZORGING VAN PRUIMEBOMEN BEHANDELEN. Erg oude, wat verwilderde pruimenboom Vrijstaande pruimenbomen kunnen tot behoorlijke bomen uitgroeien, ze
Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout
Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout Martijn Boosten Oogstdemonstratie tak- en tophout 27 februari 2014, Vierhouten Tak- en tophout uit bossen Naar schatting jaarlijks 36.000 ton
Bijlage 1 Groene kaart
Bijlage 1 Groene kaart Bron: www.leiden.nl Bijlage 2 Resultaten bomeninventarisatie Overzicht: - Overzichtskaart van deelkaarten - Kaart 1 - Kaart 2 - Kaart 3 - Kaart 4 - Kaart 5 - Tabel met resultaten
De Dennen. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel
Staatsbosbeheer Nationaal Park Duinen van Texel Ruijslaan 92, 1796 AZ De Koog T 0222-317741 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Fietsen Paardrijden De Dennen Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel
Resultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland Juni 2015 Inleiding Door de provincie Gelderland is verzocht om een update te maken van
Beleving van bosbeelden
Beleving van bosbeelden Een methode voor het bepalen van de belevingswaarde van bosbeelden en de resultaten van een pilotonderzoek uitgevoerd met deze methode T.A. de Boer E. Gerritsen J.K. van Raffe Alterra-rapport
Beknopt rapport visuele boomcontrole
Beknopt rapport visuele boomcontrole Betreft: VTA-controle 11 beuken staand bedrijfsterrein rietdekkersbedrijf Onstenk Datum controle: 27 december 2017 Opdrachtgever: Dhr/ mevr. Onstenk Opgesteld door:
Knotwilgen langs de Gaverbeek (Meimeersen, Zulte)
Knotwilgen langs de Gaverbeek (Meimeersen, Zulte) Yves Adams Duurzaam gebruik Deel V Myriam Dumortier 1 01 Duurzaam gebruik in de natuurrapportering Reservaten zijn essentieel voor het natuurbehoud, maar
Maatregelen voor bosherstel
Veldwerkplaats Voedselkwaliteit en biodiversiteit in bossen Maatregelen voor bosherstel Gert-Jan van Duinen Arnold van den Burg Conclusie OBN-onderzoek bossen Te hoge atmosferische stikstofdepositie Antropogene
Notitie t.b.v. hoorzitting commissie ruimte d.d. 25 maart 2013. Agendapunt: Ontwerpbestemmingsplan Voorhout-oost, Locatie Kerkzicht
Notitie t.b.v. hoorzitting commissie ruimte d.d. 25 maart 2013 Agendapunt: Ontwerpbestemmingsplan Voorhout-oost, Locatie Kerkzicht Geachte commissieleden, Introductie Mij is slechts 5 minuten gesprekstijd
5 Meting van hout op stam
HOOFDSTUK 5 M E T I N G VA N H O U T O P S TA M 5 Meting van hout op stam 33 METING VAN HOUT OP STAM HOOFDSTUK 5 5.1 Inleiding Bij het meten van hout op stam wordt de inhoud bepaald aan de hand van de