Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
|
|
- Theophiel Christian Adam
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Besluit van ( ) houdende tijdelijke regels betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid) Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van , nr. /CZW/SB; Gelet op Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PbEU 2016, L 327) en artikel 89 van de Grondwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van. 2018, nr. No.W0 ); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van nr. BZK/CZW/SB; Hebben goedgevonden en verstaan: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: content: het geheel aan informatie dat een instantie via een website of mobiele applicatie wil overbrengen, waaronder tekst, downloadbare documenten en formulieren en interactie, zoals het verwerken van digitale formulieren en het afwikkelen van identificatieprocedures; stukken uit erfgoedcollecties: in particulier bezit of overheidsbezit zijnde goederen die van historisch, artistiek, archeologisch, esthetisch, wetenschappelijk of technisch belang zijn en deel uitmaken van verzamelingen die worden bewaard door culturele instellingen, zoals bibliotheken, archieven en musea; mobiele applicatie (app): toepassingsprogramma voor mobiele apparaten, zoals een smartphone of tablet; Onze Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; overheidsinstantie: bestuursorganen, organen, personen en colleges als bedoeld in artikel 1:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht en rechtspersonen met een wettelijke taak als bedoeld in artikel 1.1 van de Comptabiliteitswet 2016; richtlijn (EU) 2016/2102: richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties ( PbEU 2016, L 327); standaard EN : verzameling van technische eisen, waaronder de WCAG 2.0 richtlijnen, toe te passen bij bouw en beheer van websites en mobiele applicaties, die content toegankelijk maken voor mensen met een functiebeperking; toegankelijk: waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust; website: verzameling samenhangende webpagina's met content, zoals tekst, afbeeldingen of video's.
2 Artikel 2. Reikwijdte 1. Dit besluit is niet van toepassing op websites en mobiele applicaties van: a. publieke media-instellingen bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Mediawet 2008; b. de NPO en de RPO, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Mediawet Dit besluit is niet van toepassing op de volgende content van websites en mobiele applicaties: a. kantoorbestandsformaten die zijn gepubliceerd voor 23 september 2018, tenzij dergelijke content nodig is voor administratieve processen met betrekking tot de door de betrokken overheidsinstantie vervulde taken; b. vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media die zijn gepubliceerd voor 23 september 2020; c. live uitgezonden, op tijd gebaseerde media; d. onlinekaarten en onlinekarteringsdiensten, mits essentiële informatie op navigatiekaarten op een toegankelijke, digitale wijze wordt verstrekt; e. van derden afkomstige content die niet door de betrokken overheidsinstantie wordt gefinancierd of ontwikkeld en evenmin onder haar verantwoordelijkheid valt; f. reproducties van stukken uit erfgoedcollecties die niet volledig toegankelijk kunnen worden gemaakt om redenen van bewaring, authenticiteit of het ontbreken van geautomatiseerde en kostenefficiënte oplossingen om toegankelijkheid te bewerkstelligen; g. content die enkel beschikbaar is voor een gesloten gebruikersgroep en die is gepubliceerd voor 23 september 2019, tot de betreffende website ingrijpend wordt herzien; h. content van websites en mobiele applicaties die niet noodzakelijk is voor administratieve processen en die niet wordt aangepast na 23 september HOOFDSTUK 2. TOEGANKELIJKHEID Artikel 3. Toepassing 1. Overheidsinstanties maken hun websites en mobiele applicaties toegankelijk door toepassing van standaard EN Een wijziging of vervanging van deze standaard volgens de procedure van artikel 6, eerste, tweede of vierde lid, van richtlijn (EU) 2016/2102 gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven. 2. Een overheidsinstantie kan afzien van toepassing van het in het eerste lid gestelde, indien en voor zover dit een onevenredige last met zich mee brengt. 3. Bij de beoordeling of sprake is van een onevenredige last, houdt de overheidsinstantie rekening met de relevante omstandigheden, waaronder: a. de aard, omvang en financiële middelen van de betrokken overheidsinstantie, en b. de geraamde kosten en baten voor de betrokken overheidsinstantie in verhouding tot de geraamde voordelen voor personen met een beperking, rekening houdend met de frequentie en de duur van het gebruik van de specifieke website of mobiele applicatie. 4. Een overheidsinstantie die van mening is dat sprake is van een onevenredige last, maakt in de in artikel 4 bedoelde toegankelijkheidsverklaring kenbaar aan welke toegankelijkheidseisen niet wordt voldaan en biedt toegankelijke alternatieven. Artikel 4. Toegankelijkheidsverklaring Overheidsinstanties publiceren op hun website of bij het downladen van een mobiele applicatie, volgens het daartoe door Onze Minister vastgestelde en gepubliceerde model, een actuele verklaring over de conformiteit van hun website of mobile applicatie met dit besluit.
3 HOOFDSTUK 3. MONITORING EN RAPPORTAGE Artikel 5. Monitoring en rapportage 1. Onze Minister draagt zorg voor monitoring en rapportage inzake de naleving van dit besluit. 2. De methodiek ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde taak omvat in ieder geval de volgende elementen: a. de frequentie van onderzoek naar de mate waarin websites en mobile applicaties van overheidsinstanties toegankelijk zijn; b. het nemen van steekproeven en het doen van testen; c. de aanwezigheid en de inhoud van de in artikel 4 bedoelde verklaring bij overheidsinstanties; d. de wijze waarop naleving of niet-naleving van toegankelijkheid kan worden aangetoond; e. het verstrekken van informatie aan overheidsinstanties bij geconstateerde tekortkomingen teneinde deze te verhelpen. 3. De in het tweede lid bedoelde methodiek is gebaseerd op de methodiek die is vastgesteld op grond van artikel 8, tweede lid, van richtlijn (EU) 2016/2102 en gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan het hanteren van de methodiek uitvoering moet zijn gegeven. 4. Onze Minister rapporteert volgens de regels en procedure van artikel 8, vierde tot en met zesde lid, van richtlijn (EU) 2016/2102. HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN Artikel 6. Gefaseerde toepassing Aan de artikelen 3 en 4 wordt: a. wat betreft websites die zijn gepubliceerd vanaf 23 september 2018 uiterlijk met ingang van 23 september 2019 voldaan; b. wat betreft websites die zijn gepubliceerd voor 23 september 2018 uiterlijk met ingang van 23 september 2020 voldaan; c. wat betreft mobiele applicaties uiterlijk 23 juni 2021 voldaan. Artikel 7. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Artikel 8. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. NOTA VAN TOELICHTING De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 1. Aanleiding van het besluit
4 Mensen met een beperking en ouderen ervaren op digitaal gebied belemmeringen om aan het maatschappelijke leven deel te nemen. Dit klemt temeer door toegenomen digitalisering van overheidsdienstverlening. Richtlijn (EU) 2016/2102 (hierna: de toegankelijkheidsrichtlijn) voorziet, in aansluiting op internationale 1 en meer algemene Europese regelgeving inzake mensen met een handicap, in (minimum)voorschriften ter waarborging van toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties (apps) van overheidsinstanties. Het onderhavige besluit dient ertoe deze richtlijn om te zetten in bindende nationale regelgeving en maakt deel uit van een breder pakket aan maatregelen die een inclusieve benadering van digitale overheidsdienstverlening moeten realiseren. Mensen met en zonder beperking moeten immers op gelijke basis kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Als websites goed in elkaar zitten kunnen ze door iedereen worden gebruikt, ook door bezoekers met een beperking. De standaard voor digitale toegankelijkheid voorziet in afspraken en eisen voor de manier waarop websites ontworpen moeten worden. Tot op heden was in Nederland de toepassing van deze standaard neergelegd in beleidsregels. Concreet gaat het om standaard EN , opgenomen op de pas-toe-of-leg-uit-lijst ( PTOLU') met open standaarden van het Forum Standaardisatie. 2 Terzake gold een inherente afwijkingsbevoegdheid, die vanwege de toegankelijkheidsrichtlijn (in beginsel) niet langer mogelijk is. Bij implementatie moet immers sprake zijn van omzetting in een nationaal juridisch bindend instrument en zijn minder bindende alternatieven niet toegestaan. Het kabinet geeft tijdige en volledige implementatie hoge prioriteit. Daarom worden in een implementatieregeling geen andere regels opgenomen dan noodzakelijk zijn. Dit betekent dat, hoewel het kabinet een voorstander is van inclusief toegankelijkheidsbeleid ook buiten de overheid, dit niet in het onderhavige besluit wordt voorgeschreven. In de voorgenomen Wet digitale overheid zal, mede met het oog op de onderhavige richtlijn, een grondslag worden opgenomen voor de aanwijzing van standaarden bij algemene maatregel van bestuur (amvb). Aangezien niet zeker is of deze wet na afloop van de implementatietermijn van de toegankelijkheidsrichtlijn in werking is getreden en in casu geen andere formeelwettelijke grondslag voorhanden is, is teneinde tijdige en volledige implementatie te bewerkstelligen, de grondslag voor dit besluit gevonden in artikel 89 Grondwet en heeft dit besluit een tijdelijk karakter. Aan de voorwaarden voor het kunnen vaststellen van een zelfstandige amvb is voldaan, aangezien dit besluit geen burgers belastende regels bevat (integendeel) en het bij inwerkingtreding van de Wet digitale overheid op de grondslag in die wet zal worden gebaseerd Betekenis en reikwijdte Het onderhavige besluit richt zich tot overheidsinstanties in de zin van het voorgenomen artikel 2 van de Wet digitale overheid; zij moeten zorgen dat hun websites en apps toegankelijk zijn voor personen met een beperking (zie de toelichting bij artikel 1). In aansluiting op de toegankelijkheidsrichtlijn 4 vallen de sectoren vervoer, energie, gas, water en postbuiten de werkingssfeer van het besluit, alsmede - naar 1 VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, 13 december 2006 (Trb. 2007, 169) Aanwijzingen voor de regelgeving nr. 21 juncto Overweging 34.
5 hun aard immers geen overheidsinstantie zijnde - ngo s. Niet beslagen worden voorts de publieke omroep en andere specifieke, in artikel 2 van het besluit genoemde content, zoals reproducties van stukken uit erfgoedcollecties. Uitgezonderd zijn voorts overheidsinstanties voorzover sprake is van een, door henzelf te beoordelen en te verantwoorden, onevenredige belasting (proportionaliteitstoets, artikel 3 van het besluit). Het feit dat voor de reikwijdte van dit besluit, in navolging van de toegankelijkheidsrichtlijn, wordt aangesloten bij het begrip overheidsinstantie en dus het besluit niet specificeert welke instanties dat betreft, brengt mee dat door de diverse beleidssectoren zal moeten worden bezien welke instanties binnen de werkingssfeer van het besluit vallen. Zie voorts de toelichting op artikel 1 van dit besluit. Het besluit heeft tot gevolg dat personen met een functionele of cognitieve beperking betere toegang krijgen tot digitale informatie en diensten van de betrokken overheidsorganisaties. Onder toegankelijkheid wordt verstaan dat websites en apps waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust moeten zijn. Deze vier elementen zijn uitgewerkt in EN , de door de standaardiseringsorganisaties ETSI, CEN en CENELEC ontwikkelde (functionele en meetbare) toegankelijkheidseisen voor ICTproducten en diensten in Europa ( ). 5 Deze standaard behelst een verzameling van technische eisen en specificaties, waaronder Web Content Accessibility Guidelines (WCAG 2.0, tevens ISO/IEC-standaard 40500:2012). Concreet gaat het hierbij om (voorschriften inzake) onder meer tekstalternatieven (o.a. symbolen, afbeeldingen), ondertiteling, geluid, video, lay-out, kleur, contrast, verwerkingstijd en navigatie. 6 De EN-standaard is door de Europese Commissie omarmd in die zin, dat overheidswebsites en apps die er aan voldoen, vermoed worden toegankelijk te zijn. Het betreft een open standaard met een groot draagvlak, die in de lidstaten van de EU reeds breed wordt toegepast en kosteloos beschikbaar is. Om redenen van rechtszekerheid, duidelijkheid en werkbaarheid kiest Nederland ervoor de standaard verplicht in te voeren. De EN-standaard is toepasselijk in afwachting van door de Commissie geïnitieerde voorstellen. Het kan hierbij gaan om geharmoniseerde normen als bedoeld in artikel 2, punt 1, onder c van de zogeheten normalisatieverordening, 7 (zie ook artikel 6, eerste lid, toegankelijkheidsrichtlijn) of om verfijning/actualisering als bedoeld in artikel 6, tweede en vierde lid van de toegankelijkheidsrichtlijn. Gelet op verwachte toekomstige wijzigingen is in artikel 3, eerste lid, van het besluit een dynamische verwijzing opgenomen. Van een dergelijke wijziging zal, uit een oogpunt van kenbaarheid en rechtszekerheid, melding worden gemaakt in de Staatscourant alsmede via de website van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die specifiek betrekking heeft op de onderhavige materie, Dit besluit verplicht overheidsinstanties ertoe bij inkoop, bouw en beheer van hun websites en apps te zorgen voor toepassing van standaard EN Hiermee wordt de toegankelijkheid van content voor mensen met een beperking, zoals slechtzienden en slechthorenden, en daarmee ook digitale toegankelijkheid voor ouderen en gebruikers in het algemeen, gewaarborgd Verordening (EU) 1025/2012 betreffende Europese normalisatie, PbEU 2012, L
6 3. Impact en uitvoerbaarheid De toepassing van standaard EN betekent voor overheidsinstanties dat hun ICT-systemen en werkprocessen mogelijk aanpassing behoeven. Bouw, testwerk, audits, training en dergelijke vergen extra werk en kosten. Met name van belang is hoe bij de inkoop de kwaliteitszorg is ingericht; door vroeg in het proces, dus bij initialisatie, aanbesteding en gunning, rekening te houden met de EN-standaard hoeft er niet achteraf aan voldaan te worden. Afhankelijk van de stand van de kwaliteitszorg bij een overheidsorganisatie, opdrachtgeverschap en planning, zal meer of minder sprake zijn van extra lasten/kosten. De impact van dit besluit is dus niet eenduidig te kwantificeren, aangezien die per organisatie zal verschillen. Van belang zijn zaken als: is sprake van een bestaande website die vervangen moet worden of van een nieuw te bouwen website (is goedkoper), aard en omvang van de content, kan de content door de organisatie zelf toegankelijk worden gemaakt of wordt dit uitbesteed, wordt reeds in de bouwfase en het redactieproces steeds getoetst op toegankelijkheid ( plan-docheck-act ). Doordat de betreffende (open) standaard voor het overgrote deel reeds in lijn is met het huidige beleid, de huidige uitvoeringspraktijk en het organisatorische werkingsgebied ter zake de standaard staat al jaren op de PTOLU -lijst en ook het digitaal publiceren van een toegankelijkheidsverklaring is staand beleid 9 zullen de gevolgen en benodigde aanpassingen voor overheidsorganisaties naar verwachting beperkt zijn. 10 Nieuw is de toepasselijkheid terzake van apps en de content van (nieuwe) intranetten. De invoeringstermijnen van het besluit zijn dusdanig, dat tijdig voorbereidingen kunnen worden getroffen (zie hierna onder 4) en veelal aangesloten kan worden bij de reguliere investeringscyclus. De bouwkosten van een website volgens EN zijn niet hoger dan bouwen volgens oudere standaarden; bovendien zijn de beheerkosten lager als gevolg van minder complexiteit, eenvoudiger onderhoud en de mogelijkheid om content te hergebruiken. Er is onder overheidsinstanties breed draagvlak voor toepassing. 4. Invoering Hoewel de formele implementatietermijn van de toegankelijkheidsrichtlijn verstrijkt op 23 september 2018, is daadwerkelijke toepassing pas op een later tijdstip vereist. Overheidsinstanties moeten het in het besluit bepaalde met ingang van 23 september 2019 toepassen voor nieuwe websites (dat wil zeggen: gepubliceerd vanaf 23 september 2018), met ingang van 23 september 2020 voor bestaande websites (dat wil zeggen: gepubliceerd voor 23 september 2018) en met ingang van 23 juni 2021 voor apps. Dit geeft overheidsinstanties ruim de gelegenheid zich op het onderhavige besluit voor te bereiden. 9 Toegankelijkheid voor iedereen; toepassingskader webrichtlijnen, brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 juni 2013, TK , nr In bestuursakkoorden (NUP en i-nup), waarin de toepassing van de webrichtlijnen was opgenomen, was tevens voorzien in ondersteuningsprogramma s.
7 Op enkele onderdelen zullen (uitvoerings)regels door de Commissie worden vastgesteld, die bij het opstellen van dit besluit nog niet beschikbaar waren. Het betreft het model voor een door overheidsinstanties te hanteren toegankelijkheidsverklaring en de door de minister te hanteren toezichtsmethodiek en rapportagemethode. Ook bestaat de mogelijkheid dat de Commissie initiatieven neemt om standaard EN te actualiseren of te vervangen. Voor deze onderdelen bevat het besluit een dynamische verwijzing. Het model van de toegankelijkheidsverklaring wordt door Onze Minister vastgesteld, waarbij met de (uitvoerings)regels van de Commissie rekening wordt gehouden. Uiterlijk op 23 december 2021 dient Onze Minister aan de Commissie verslag uit te brengen over de naleving van de toegankelijkheidstandaard. 5. Consultatie Hoewel sprake is van implementatie van een EU-richtlijn en (internet)consultatie dan niet verplicht is, is het concept-besluit aan brede consultatie onderworpen. Dit heeft een beperkt aantal, echter waardevolle, reacties opgeleverd. Ook het adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft advies uitgebracht. Uit de binnengekomen reacties kunnen de volgende hoofdlijnen worden gedestilleerd. Er wordt brede steun uitgesproken voor (regulering van) betere toegankelijkheid van overheidswebsites en apps, waarbij veelal de voorkeur bestaat voor verruiming van de reikwijdte. Vanzelfsprekend juicht het kabinet toegankelijkheid van websites en apps buiten het (semi)publieke domein toe en verdient brede toepassing van de toegankelijkheidsstandaard de voorkeur. Nu evenwel de bovenliggende EU-richtlijn hiertoe niet verplicht wordt, mede omwille van tijdige en lastenluwe implementatie, bij de omzetting ervan aangesloten bij hetgeen de richtlijn dwingend voorschrijft en wordt geen aanvullend nationaal beleid meegenomen. Voorts gaat een aantal reacties in op het feit, dat niet op alle onderdelen sprake is van letterlijke overname van de richtlijn en de overwegingen daarbij. Dit is een bewuste keuze; omwille van de duidelijkheid, leesbaarheid en uitvoerbaarheid is gebruik gemaakt van nationale bewoordingen en is aangesloten bij nationale begrippen en (wetgevings)systematiek. Bij deze uitwerking is er vanzelfsprekend van uitgegaan dat inhoud, doel en strekking van de richtlijn volledig moeten zijn afgedekt en er geen licht zit tussen richtlijn en besluit. Waar mogelijk en wenselijk is in het besluit en de toelichting nauwer aangesloten bij de tekst van de richtlijn en de overwegingen daarbij. In een aantal consultatiereacties wordt aandacht gevraagd voor het belang van toezicht op de naleving van de toegankelijkheidseisen. Hoewel het kabinet begrip heeft voor de wens strikte naleving af te (kunnen) dwingen, gaat dit besluit uit van vertrouwen in overheidsinstanties en verantwoording via de reguliere (interbestuurlijke) lijnen; overheidsinstanties moeten in de gelegenheid worden gesteld hun bedrijfsvoering op orde te brengen en binnen de eigen organisatie een inclusief ontwerp structureel te borgen, kortom: beheersmatig in control te geraken. Dit vergt een proces. De toegankelijkheidsrichtlijn laat in dit verband ruimte voor nationale inpassing en stelt in artikel 9 dat de lidstaten meer in het bijzonder zorgen voor een handhavingsprocedure, zoals de mogelijkheid een ombudsman te contacteren, om een doeltreffende behandeling van meldingen en verzoeken te waarborgen en om de beoordeling inzake de onevenredige last te evalueren. Hierin wordt middels dit besluit,
8 alsmede via reeds bestaand (toezichts-)instrumentarium voorzien. De toelichting bij artikel 5 is met enkele passages aangevuld. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Voor de omschrijving van overheidsinstantie wordt in de toegankelijkheidsrichtlijn aangesloten bij het begrip aanbestedende dienst (artikel 2, eerste lid, punt 4 van richtlijn (EU) 2014/24). Hieronder wordt verstaan de staats-, regionale of lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van deze overheidsinstanties of één of meer van deze publiekrechtelijke instellingen. Het moet daarbij gaan om organisaties die ten doel hebben te voorzien in behoeften van algemeen belang, anders dan van industriële of commerciële aard. Kenmerkend in dit verband is of de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling worden gefinancierd, het beheer is onderworpen aan toezicht door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling of de leden van het bestuur, het leidinggevend of toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling zijn aangewezen. Er moet dus sprake zijn van enige (financiële) afhankelijkheids/gezagsrelatie met de overheid. Gelet hierop vallen bijvoorbeeld nongouvernementele organisaties, die geen diensten verlenen in opdracht van overheidsinstanties, buiten de werkingssfeer van de richtlijn en dit besluit. Ook geprivatiseerde of private sectoren als vervoer, energie, gas, water en post vallen buiten de werkingssfeer van het besluit, evenals de gezondheidszorg. 11 In dit besluit is er voor gekozen om voor het begrip overheidsinstantie aan te sluiten bij de definitie in de voorgenomen Wet digitale overheid, aangezien deze wet in de toekomst de nationale grondslag zal vormen voor de aanwijzing van verplicht toe te passen (open) standaarden, waaronder de toegankelijkheidsstandaard. Het gaat daarbij om bestuursorganen als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a en b, van de Algemene wet bestuursrecht, organen, personen en colleges als bedoeld in artikel 1:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht en rechtspersonen met een wettelijke taak als bedoeld in artikel 1.1 van de Comptabiliteitswet De aansluiting bij nationaal gehanteerde begrippen en definities komt de rechtszekerheid voor en de uitvoerbaarheid door de betrokken overheidsinstanties ten goede, waarbij niet wordt afgedaan aan het toepassingsbereik van de toegankelijkheidsrichtlijn. De overige definities in artikel 1 spreken voor zich of zijn onderwerp van bespreking in de paragrafen 1 en 2 van het algemeen deel van deze toelichting. Met betrekking tot de omschrijving van erfgoedcollecties wordt er op gewezen, dat er naast overheidsarchieven tevens particuliere archieven bestaan. Voor beide geldt, dat de collecties die zij bewaren als erfgoedcollectie in de zin van dit besluit kunnen worden aangemerkt (zie evenwel artikel 2, tweede lid, onder f en h). Artikel 2 11 Overweging 34 van de toegankelijkheidsrichtlijn.
9 Lid 1 In het eerste lid wordt aangegeven dat de organisatorische werkingssfeer van het besluit zich niet uitstrekt tot publieke media-instellingen (publieke omroepen). Voor audiovisuele media zal in EU-verband afzonderlijke toegankelijkheidsregelgeving worden ontwikkeld, die van toepassing zal zijn op publieke en commerciële omroepen. Lid 2 In het tweede lid wordt specifieke content van websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties uitgesloten van de werkingssfeer van het besluit, waaronder kantoorbestandsformaten (dit zijn documenten die niet primair voor gebruik op internet zijn bestemd en die in webpagina s zijn verwerkt, zoals PDF en het documentformaat van Microsoft Office) gepubliceerd voor 23 september 2018 tenzij de content nodig is voor administratieve processen 12 met betrekking tot de goede uitoefening van de taken van de overheidsorganisatie (a). Uitgesloten is tevens content van websites die enkel beschikbaar is voor een gesloten gebruikersgroep 13 gepubliceerd voor 23 september 2019, tot deze websites ingrijpend worden herzien (g). Het voorgaande betekent dat dergelijke content gepubliceerd na de genoemde datum wel onder de werkingssfeer van het besluit valt en dus niet uitgezonderd is. Dit betekent bijvoorbeeld dat de content van nieuwe en vernieuwde intra- en extranetten (ingrijpende systeem/software aanpassing) toegankelijk gemaakt moet worden. Voorts zijn live uitgezonden, op tijd gebaseerde media uitgezonderd (c). Het gaat hierbij om geluid, videobeeld, audio-video, audio en/of video in combinatie met interactie. Wanneer live uitgezonden op tijd gebaseerde media online blijven of na de live-uitzending opnieuw beschikbaar worden gesteld, moeten ze worden beschouwd als vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media. Dat betekent bijvoorbeeld dat toegankelijkheid door een achteraf transcript of ondertiteling in de rede kan liggen. Overigens geldt dat vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media gepubliceerd voor 23 september 2020 ook zijn uitgezonderd (b). Voor ingesloten content (dat wil zeggen van derden afkomstige bronnen, bijvoorbeeld een blog of webpagina) die niet door de betrokken overheidsinstantie wordt gefinancierd, ontwikkeld of beheerd, geldt evenmin verplichte toepasselijkheid (e). Uitgezonderd van toepassing zijn voorts reproducties van stukken uit erfgoedcollecties die niet volledig toegankelijk kunnen worden gemaakt om redenen van de onverenigbaarheid van de toegankelijkheidseisen met de bewaring van het betrokken stuk, de authenticiteit van het stuk (bijvoorbeeld contrast) of het ontbreken van geautomatiseerde en kostenefficiënte oplossingen waarmee de extrahering en omzetting van stukken kan geschieden (f). Ook geldt geen toepasselijkheid voor de content van websites en apps die niet noodzakelijk is voor administratieve processen 14 en die niet wordt bijgewerkt of aangepast na 23 september 2019 (h). Het gaat hier 12 Het geheel van (interne) werkwijzen, regels, procedures, taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en controlemaatregelen van een organisatie teneinde goed te kunnen functioneren. 13 Dit betekent: niet voor het algemene publiek beschikbaar. Onderscheiden kan worden tussen intranet (binnen een organisatie) en extranet (binnen een organisatie, maar wel beschikbaar voor bepaalde partners). 14 Zie noot 12.
10 onder andere om archiefbescheiden die content bevatten die niet meer actief wordt geraadpleegd en die niet meer wordt aangepast. Dit betekent dat content van gearchiveerde websites en apps die nog wel actueel is of inhoudelijk wordt bijgewerkt, dan wel die noodzakelijk is voor (het functioneren van de organisatie benodigde) administratieve processen, wel toegankelijk moet worden gemaakt. Tot slot zijn onlinekaarten en karteringsdiensten uitgezonderd van toepassing. Echter: in het geval van kaarten voor navigatiedoeleinden moeten deze wel op een toegankelijke, digitale wijze worden verstrekt. Dat wil zeggen dat, teneinde personen te helpen die visuele informatie of ingewikkelde navigatiefuncties niet goed kunnen gebruiken, hen een alternatief moet worden geboden zoals postadressen, nabije haltes van openbaar vervoer of de namen van plaatsen of gebieden, zodat zij gebouwen of gebieden kunnen lokaliseren en hun route kunnen bepalen (d). Artikel 3 Lid 1 Het eerste lid verplicht overheidsinstanties om hun websites en apps (NB: vanaf het in artikel 6 bedoelde tijdstip) toegankelijk te maken door standaard EN toe te passen. De bepaling bevat een dynamische verwijzing, aangezien de verwachting is dat de Commissie deze standaard in de toekomst nader zal uitwerken, aanvullen en/of aanpassen. Van een dergelijke wijziging zal melding worden gemaakt in de Staatscourant. Lid 2-4 Overheidsinstanties hebben ingevolge het tweede lid de mogelijkheid van toepassing van standaard EN af te zien, als dit voor hen onevenredig belastend is. Voorzien is in een beoordelingskader aan de hand waarvan een overheidsinstantie de uitzonderingsgrond onevenredige last kan inroepen wanneer deze van mening is dat de te verwachten voordelen van toepassing van de standaard niet in verhouding staan tot de organisatorische of financiële moeite die dat kost (proportionaliteitstoets). Dit betekent dat een brede afweging kan worden gemaakt en dat de overheidsinstantie een zekere beoordelingsruimte heeft. Hiermee voorziet dit Besluit in de mogelijkheid tot maatwerk. In het derde lid staan de elementen genoemd waarmee bij die afweging in het bijzonder rekening moet worden gehouden. Onevenredige belasting is een bekende en bestendige formulering die in (VN-, Europese en nationale) regelgeving over gelijke behandeling wordt gebruikt. Gewezen zij op de uitvoeringswetgeving bij het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap 15 en Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep 16 zoals geïmplementeerd in artikel 2 van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte; op de formulering wordt uitvoerig ingegaan in de memorie van toelichting bij deze wet. 17 Ook in de memorie van 15 Stb. 2016, PbEG 2000, L Kamerstukken II 2001/02, , nr. 3, p
11 toelichting bij de wet tot uitvoering van genoemd VN-verdrag wordt op de uitzondering onevenredige belasting ingegaan. 18 Met de, in het tweede en derde lid bedoelde, uitzonderingsmogelijkheid dient zorgvuldig te worden omgegaan; het ontbreken van prioriteit, tijd of kennis bij een overheidsinstantie worden niet als legitieme redenen beschouwd voor niet-toepassing van de EN-standaard. Een overheidsinstantie, die van mening is dat sprake is van een onevenredige last, maakt in haar toegankelijkheidsverklaring (zie artikel 4) kenbaar welke eisen het betreft. Ook dient hij dan toegankelijke alternatieven te bieden, bijvoorbeeld door van een PDF-bestand ook een tekstversie aan te bieden, of door fysieke (zoals balie) ondersteuning aan te bieden in plaats van digitale dienstverlening. Wanneer volledige toegankelijkheid niet in de rede ligt, moet bovendien de content zo toegankelijk mogelijk worden gemaakt. Artikel 4 Overheidsorganisaties moeten op hun eigen website verantwoording afleggen over de toepassing van de toegankelijkheidsstandaard. In het geval van apps dient deze informatie te worden verstrekt samen met andere informatie over de app voordat deze wordt gedownload. Daarvoor wordt op dit moment een van rijkswege beschikbaar gesteld model gehanteerd dat op termijn (volgens de procedure van artikel 7, tweede lid, van de richtlijn) vervangen zal worden door een modelverklaring van de Europese Commissie; deze zal door Onze Minister (digitaal) beschikbaar worden gesteld. 19 Met de toegankelijkheidsverklaring geven overheidsorganisaties zelf inzicht in de mate waarin zij gevorderd zijn in het toegankelijk maken van hun websites en mobiele applicaties, alsmede maken zij kenbaar in welke procedure is voorzien opdat burgers, die gehinderd worden door de ontoegankelijkheid, dit kunnen melden en kunnen verzoeken om de gewenste informatie in een andere passende vorm. De modelverklaring, die actueel moet zijn en dus geen achterhaalde informatie mag bevatten, omvat onder meer de volgende elementen: een toelichting over de onderdelen van de content die niet toegankelijk zijn, de redenen daarvoor en de toegankelijke alternatieven, de wijze waarop en de verwachte termijn waarbinnen de betrokken overheidsinstantie er voor zorg draagt dat wordt voldaan aan de eisen, of er een (objectief en volgens de daartoe geëigende methode opgesteld 20 ) rapport beschikbaar is met een analyse van de toegankelijkheid van de betrokken website of app, de wijze waarop bij de betrokken overheidsinstantie melding kan worden gedaan van niet-naleving van de eisen en om nadere informatie (met name: toegankelijke alternatieven) kan worden verzocht (zgh. feedbackmechanisme), de termijn waarbinnen een adequaat antwoord wordt gegeven op de melding of het verzoek, een verwijzing naar de instanties waarmee contact kan worden opgenomen ingeval van een onbevredigende of uitblijvende reactie op de melding of het verzoek. Artikel 5 18 Kamerstukken II 2013/14, , nr. 3, p Via: 20 Bijvoorbeeld via de methode van het World Wide Web Consortium (W3C).
12 Dit artikel verankert de verantwoordelijkheid van Onze Minister voor monitoring en rapportage, op basis waarvan aan onder meer de Tweede Kamer, de EU en de VN inzicht kan worden verstrekt in de naleving van het besluit. Hierbij wordt een methodiek gehanteerd ter zake waarvan het tweede lid de belangrijkste elementen aangeeft. Hiertoe wordt op dit moment een instrument ontwikkeld door de Europese Commissie. Nederland is hier nauw bij betrokken en zet zich in voor een effectief instrument, dat overheidsinstanties in staat stelt verantwoording af te leggen zonder dat dit voor hen extra lasten oplevert. Doel van dit instrument (zgh. geharmoniseerde toezichtsmethodiek) is te kunnen controleren hoe de onder de werkingssfeer van dit besluit vallende overheidsinstanties zorgen voor toegankelijkheid van hun websites. Getoetst zal primair worden op aanwezigheid (is er een verklaring en is die vormgegeven volgens het juiste format) en inhoud van de toegankelijkheidsverklaringen (artikel 4), waardoor inzichtelijk wordt of overheidsinstanties in control zijn alsmede een totaaloverzicht kan worden verkregen. 21 Het betreft een kwantitatieve toetsing; de kwaliteit van de website ( klopt hetgeen er in de toegankelijkheidsverklaring staat ) is en blijft de verantwoordelijkheid van de desbetreffende overheidsinstantie zelf. Teneinde naleving van de toegankelijkheidseisen door de overheid te bevorderen, kunnen burgers, naast gebruikmaking van de in artikel 4 genoemde procedure, een beroep doen op de (nationale of gemeentelijke) Ombudsman en kunnen ze gebruik maken van de reguliere klachtenprocedures bij de desbetreffende overheidsinstantie. Ook kan, aansluitend bij de taken in het kader van de naleving van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, een klacht worden ingediend bij het College voor de rechten van de mens. 22 Los van het bepaalde in artikel 5 van dit besluit, zal de Wet digitale overheid een grondslag bevatten voor toezicht op de toepassing van aangewezen standaarden. Toezicht op de naleving door decentrale overheden van het in dit besluit bepaalde loopt dan via de reguliere (interbestuurlijke) lijnen. Er wordt daarvoor dus geen (nieuwe) toezichthouder aangewezen. Het reguliere toezicht gaat uit van vertrouwen in (op beleid gestoelde) goede uitvoering van de toepasselijke regels en vertrouwen in horizontale verantwoording en verantwoording aan de naast hoger gelegen bestuurslaag. In de Provinciewet en de Gemeentewet zijn daartoe (herijkte en gerevitaliseerde) toezichtinstrumenten opgenomen. De desbetreffende bepalingen uit de Gemeentewet (artikel 124 e.v.) en de Provinciewet (artikel 121 e.v.) worden toegepast als er strijd is met het algemeen belang of met het recht, of als een decentrale overheid een medebewindstaak niet of niet naar behoren uitvoert. Om deze toe te passen, wordt per instrument een interventieladder doorlopen, bestaand uit zes stappen, van signaleren tot en met het definitief toepassen van het betreffende instrument. Voor overheidsinstanties op het niveau van het Rijk (zoals ZBO s) verplicht de voorgenomen Wet digitale overheid tot de aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren door de Minister die het aangaat. Het ligt in de rede dat in dit (domeinspecifieke) verband planmatig te werk wordt gegaan, waarbij terzake van de websites van de betrokken overheidsorganisaties onder meer wordt ingegaan op prioriteitstelling en tijdpad. 21 Digitoegankelijk.nl/monitor/overzicht-toegankelijkheidsverklaringen 22 Wet College voor de rechten van de mens, Stb. 2011, 573.
13 Met het hierboven geschetste evenwicht wordt enerzijds recht gedaan aan ruimte voor en eigen verantwoordelijkheid van overheidsinstanties en anderzijds aan de wens tot zicht en grip op de naleving door die instanties. Op basis van de resultaten van de monitoring en rapportage, die mede input zullen vormen voor de verslaglegging door de Commissie over de naleving van de toegankelijkheidstandaard, zal bezien worden in hoeverre het beleidsdoel van dit besluit wordt gerealiseerd en of aanvullend beleid en/of andere vormgeving van het toezicht in de rede ligt. Artikel 6 Zoals reeds in paragraaf 4 van het algemeen deel van deze nota van toelichting is aangegeven, is sprake van gefaseerde toepasselijkheid van de artikelen 3 (toegankelijkheidsstandaard) en 4 (toegankelijkheidsverklaring). Overheidsinstanties moeten deze eisen met ingang van 23 september 2019 toepassen voor nieuwe websites (dat wil zeggen: gepubliceerd vanaf 23 september 2018) en met ingang van 23 september 2020 voor bestaande websites (dat wil zeggen: gepubliceerd voor 23 september 2018). Het moment waarop deze eisen toepasselijk zijn is dus gerelateerd aan de publicatiedatum van de desbetreffende website als geheel en dus niet aan de publicatiedatum of -data van de content ervan. Voor apps geldt pas de toepassingsdatum van 23 juni Reden hiervoor is dat de huidige toegankelijkheidseisen onvoldoende zijn toegesneden op apps; de Commissie heeft aangekondigd nadere, beter toepasbare (technische) eisen te zullen uitvaardigen. Onverminderd het bovenstaande worden overheidsinstanties niettemin aangemoedigd zo snel mogelijk aan de toegankelijkheidsstandaard te voldoen, daarbij planmatig te werk te gaan en prioriteit te geven aan de websites die het vaakst worden gebruikt en aan die onderdelen die het meeste hindernissen opwerpen voor burgers met een beperking. Ook het publiceren van een toegankelijkheidsverklaring conform het model dat hiervoor beschikbaar is, sluit aan bij het staande kabinetsbeleid ter hantering van de pas-toe-of-leg-uit-lijst. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, drs. R.W. Knops
14 TRANSPONERINGSTABEL Artikel, -lid of -onderdeel richtlijn (EU) 2016/2102 Art. 1 Onderwerp en toepassingsgebied, (mogelijke) uitzonderingen Besluit digitale toegankelijkheid overheid Artikel 2 Bijzonderheden Art. 2 Minimumharmonisatie Behoeft geen implementatie Art. 3 Definities Artikel 1 Definities die voor het besluit relevant zijn, zijn verwerkt. Art. 4 Toegankelijkheidseis Bepaling behoeft geen afzonderlijke omzetting en wordt geconcretiseerd via art. 6 richtlijn. Art. 5 Proportionaliteitseis Artikel 3 Art. 6 Conformiteitsvermoeden/ standaard EN Artikel 3 Niet alle onderdelen van art. 6 behoeven omzetting. Art. 7 Toegankelijkheidsverklaring Artikel 4 Niet alle onderdelen van art. 7 behoeven omzetting.
15 Art. 8 Toezicht en rapportage Artikel 5 Niet alle onderdelen van art. 8 behoeven omzetting. Art. 9 Waarborgen naleving Art. 10 en 11 Uitvoeringshandelingen Commissie en comitologie - Zie toelichting bij art. 5 - Gem.wet/Prov.wet - Artikel 15 Wet digitale overheid Behoeft geen omzetting. Art. 12 Omzetting en toepassing Artikel 6 Art. 13 Toetsing/evaluatie Commissie Behoeft geen omzetting.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van , nr. /CZW/SB;
Besluit van ( ) houdende regels betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (Besluit digitale toegankelijkheid overheid) Op de voordracht van Onze Minister
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 141 Besluit van 3 mei 2018, houdende tijdelijke regels betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 25 juli 2018 U Lbr. 18/043. Digitale toegankelijkheid. Samenvatting
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 25 juli 2018 Ons kenmerk TIS/U201800619 Lbr. 18/043 Telefoon 0613632929 Bijlage(n) Onderwerp Digitale toegankelijkheid Samenvatting Per 1 juli 2018
Vragen brief digitale toegankelijkheid van VNG.
16-2018 Vragen brief digitale toegankelijkheid van VNG. Op 25 juli is er een brief binnengekomen om de gemeente te wijzen op de digitale toegankelijkheid van de website en eventuele apps van de gemeenten
Lugt, Arjen van der maandag 6 augustus :29 OW-Info FW: Lbr. 18/043 - Digitale toegankelijkheid
Hoogerbrug, Linda Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Lugt, Arjen van der maandag 6 augustus 2018 14:29 OW-Info FW: Lbr. 18/043 - Digitale toegankelijkheid Graag inboeken als ingekomen stuk voor de gemeenteraad
Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer R.W. Knops Postbus EA DEN HAAG
Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer R.W. Knops Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 13 november 2017 Onderwerp Besluit digitale toegankelijkheid overheid Uw kenmerk
Bold: waar Vlaamse actie vereist is Rood: delen van Richtlijn die niet om te zetten zijn
1 BIJLAGE 2 Omzetting Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties. Bold:
BIJLAGE 2. Overzichtstabel omzetting richtlijn webtoegankelijkheid. waar Vlaamse actie vereist, in bold
1 BIJLAGE 2 Overzichtstabel omzetting richtlijn webtoegankelijkheid waar Vlaamse actie vereist, in bold Rood: delen van Richtlijn die niet om te zetten zijn Artikel uit Richtlijn Art. 1. Onderwerp en toepassingsgebied
Webtoegankelijkheid: wat zegt Europa?
Broodje Burger XL De gebruiker centraal 10u15-11u00 Zaal Charlotte Webtoegankelijkheid: wat zegt Europa? Overheid.vlaanderen.be/diversiteitsbeleid Webtoegankelijkheid: wat zegt Europa? Europese richtlijn
UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.10.2018 C(2018) 6560 final UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 11.10.2018 tot vaststelling van een toezichtsmethodiek en de regelingen voor rapportage door
Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk
Archiefverordening Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017 Vastgesteld door de Raad van Bestuur van Havenschap Moerdijk In de vergadering van 21 december 2016 Mij bekend, De secretaris F.J.
artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht
Archiefverordening RUD Utrecht 2014 Het algemeen bestuur van de RUD Utrecht gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van RUD Utrecht Gelet op: artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995
Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van tot wijziging van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur (implementatie richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische
Videomateriaal toegankelijk voor iedereen. Nanne Roos Vonk 11 oktober 2017
Videomateriaal toegankelijk voor iedereen Nanne Roos Vonk 11 oktober 2017 Opbouw presentatie + Rol van Expertisecentrum handicap + studie + Waarom toegankelijkheid? + Verschillende aspecten van de huidige
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 186 Besluit van 14 mei 2007 tot aanwijzing van instanties met een rechtmatig belang in het kader van Verordening 2006/2004 (Besluit aanwijzing
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 109 17 juni 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 2009,
gelezen het voorstel d.d. 16 december 2014 van burgemeester en wethouders van Montfoort;
De raad van de gemeente Montfoort; gelezen het voorstel d.d. 16 december 2014 van burgemeester en wethouders van Montfoort; gelet op de artikelen 30, eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995;
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende implementatie van artikel 47, tweede lid, van richtlijn 2013/29/EU inzake
GEMEENTE PURMEREND. Qntv.: 1 j JUL 2019 PCPFP. Pr *,s: Kopie:
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Afschrift > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Gemeenteraad Purmerend (NH) Griffier GEMEENTE PURMEREND Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011
Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ;
Besluit van tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de uitvoering van de verordening bouwproducten Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet)
consultatieversie 16 juni 2017 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie,
Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie van 25 april 2018, nr. 2018-0000251025, houdende vaststelling van beleidsregels met betrekking tot de uitvoering
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen
Wat vraagt wetgeving voor digitale toegankelijkheid van jouw organisatie?
Verder met digitale toegankelijkheid Wat vraagt wetgeving voor digitale toegankelijkheid van jouw organisatie? Presentatie door İacobien Riezebosch op 12 april 2018 tijdens het Cascadis Congres. Voorstellen
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995
DE RAAD DER GEMEENTE SIMPELVELD; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 B e s l u i t : vast
Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon
(Voor de EER relevante tekst)
12.10.2018 L 256/103 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1523 VAN DE COMMISSIE van 11 oktober 2018 houdende opstelling van een modeltoegankelijkheidsverklaring overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/2102 van het
Provinciaal blad van Noord-Brabant
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Publicatie Archiefverordening Havenschap Moerdijk 2014 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Nummer 96/14 Bijlage(n) 1 Besluiten om over te
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Den Helder
De gemeenteraad van 2 december 2013 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Den Helder gelet op artikelen 30, eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 5 van
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon
BIJLAGE. bij het. Uitvoeringsbesluit van de Commissie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.10.2018 C(2018) 6560 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Uitvoeringsbesluit van de Commissie tot vaststelling van een toezichtsmethodiek en de regelingen voor rapportage door de
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016, kenmerk ,
VERORDENING INFORMATIEBEHEER GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016, kenmerk 5972394, gelet op de artikelen 30, eerste
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Raadsbesluit R
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad aadsbesluit Jaar 2008 Vergaderdatum 2 april 2008 Afdeling 3A agendapunt 15 Nummer 59/132 Publicatiedatum 9 april 2008 Onderwerp Intrekking Archiefverordening
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/GSV/01/52463 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
(Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 486 Besluit van 23 november 2016, houdende vaststelling van de grondslag voor de bijdrage van zelfstandig bestuursorganen voor het gebruik van
Besluit van Provinciale Staten
Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Januari 2015 Nummer 6772 Onderwerp Vaststelling van de Archiefverordening Provincie Zuid- Holland 2014 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet
Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.
Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve
Toegankelijkheidsverklaring: eisen en aanpak
Toegankelijkheidsverklaring: eisen en aanpak Gebruiker Centraal 5 november 2018 Kristian Mul www.digitoegankelijk.nl info@digitoegankelijk.nl Even voorstellen 2 Waarom digitale toegankelijkheid? 350.000
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7.1, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35918 11 juli 2019 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 27 juni 2019, nr. IENW/BSK-2019/104331,
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24397 26 april 2018 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen,
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking
Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.
Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van
Ontwerpbesluit van, houdende vaststelling van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet)
Ontwerpbesluit van, houdende vaststelling van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet) Op de voordracht van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een
8977/15 gar/yen/hw 1 DG E 2B
Raad van de Europese Unie Brussel, 20 mei 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0340 (COD) 8977/15 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties TELECOM 121 CONSOM 83 MI 321 CODEC 733 nr.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36050 27 juni 2017 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 juni 2017, nr. IENM/BSK-2017/74109, tot
De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2011, nr., houdende vaststelling van een technisch protocol met betrekking tot de wijze van aflevering van geïntercepteerde telecommunicatie (Regeling
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Besluit van, houdende nadere regels voor het bij wege van experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet op onder meer het gebied van hernieuwbare energie, reductie van CO2 uitstoot of
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3993 11 februari 2014 ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014 Autoriteit Consument en Markt, Gelet op de
Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017
Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders; b. commissie: commissie voor de rekenkamer
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 341 Wet van 23 juni 2005, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet 1995 ten behoeve van de
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het
ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014
ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014 Autoriteit Consument en Markt; Gelet op de artikelen 5:17 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 51 en 89 van de Mededingingswet, artikel
De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:
Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte
Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]];
Ontwerpbesluit van, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Wijziging Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale
(Voor de EER relevante tekst)
30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)
Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I
Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ;
AMBTELIJK CONCEPT 09-01-2015 Besluit van houdende een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 in verband met de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening
Heerhugowaard Stad van kansen
Raadsvergadering : Besluit: ļg C g^ yţ? Voorstolnummer: Heerhugowaard Stad van kansen Agendanr.: 7 Voorstelnr.: RB2013098 Onderwerp: Archiefverordening Heerhugowaard 2013 Aan de Raad, Heerhugowaard, 14
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 177 Besluit van 4 mei 2016, houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met het verbieden van merkextensie tussen tabaksproducten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 24 Besluit van 21 januari 2019 tot wijziging van het Besluit basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5414 1 februari 2019 Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 januari 2019,
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 2018, nr. DCB/CZW/S&B;
Besluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 12 april 2011, registratienummer ; raadsstuk ;
Archiefverordening Rotterdam 2011 De raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 12 april 2011, registratienummer 578475; raadsstuk
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 388 Besluit van 28 augustus 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) teneinde regels te stellen over
Archiefverordening Avri 2016
NOTITIE Archiefverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 25 januari 2016 Archiefverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 1 februari
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17024 21 augustus 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 augustus 2012, nr. IENM/BSK-2012/145416,
Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer
Besluit van tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van, nr. MJZ, Directie Juridische Zaken, Afdeling
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.
Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken Wij Willem-Alexander,
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET
Model Archiefverordening Gemeenten met een benoemde archivaris
Model Archiefverordening Gemeenten met een benoemde archivaris Archiefverordening gemeente De raad van ; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; Gelet op de artikelen
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus 20901 2500 EK DEN HAAG Onze referentie MvH/RvZ/RS/bs/ATR0710/2019-U124 Uw referentie Datum 16 september 2019
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van..., kenmerk
Besluit van houdende tijdelijke regels voor een tweede experiment in het kader van een integraal persoonsgebonden budget op grond van de Wet langdurige zorg (Besluit experiment integraal pgb 2019) Op de
Gelet op: Artikel 145 van de Provinciewet en artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering November 2014 Nummer 6750 Onderwerp Verordening elektronische kennisgeving Zuid-Holland 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag sorganisatie Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte
Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,
tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)
Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
STAATSCOURANT december Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2422 248 22 22december 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10