Inspectierapport KDV MAM's Montessori Kinderopvang (KDV) Lange Grafte ZC Apeldoorn Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport KDV MAM's Montessori Kinderopvang (KDV) Lange Grafte ZC Apeldoorn Registratienummer Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Apeldoorn Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht van 9

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing Tijdens het inspectieonderzoek van 29 november 2018 zijn overtredingen geconstateerd waarover de gemeente herstelafspraken heeft gemaakt met de houder. Op 25 februari 2019 is er in opdracht van de gemeente Apeldoorn een nader onderzoek uitgevoerd. Een locatiebezoek heeft onaangekondigd plaatsgevonden, de locatieverantwoordelijke expert is geïnterviewd en beleidsdocumenten zijn bestudeerd. In dit onderzoeksrapport staat het oordeel over het doorgevoerde herstel naar aanleiding van de geconstateerde overtredingen. Tijdens dit nader onderzoek is dus alleen het herstel getoetst en geen andere inspectie-items. Conclusie: Gebleken is dat houder herstel heeft doorgevoerd en dat er niet langer sprake is van afwijking van de voorschriften. Aangezien het een nader onderzoek betreft op een eerder geconstateerde overtreding, bestaat voor houder geen mogelijkheid voor hoor-wederhoor en het indienen van een zienswijze binnen dit onderzoek. Advies aan College van B&W Geen handhaving. De overtredingen zijn hersteld. 3 van 9

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het pedagogisch beleid vormt de belangrijkste bron van informatie voor ouders waarin de houder de visie op de omgang met kinderen verwoordt. De wetgever heeft bepaald dat een aantal items onderdeel moet uitmaken van dit beleidsdocument. Pedagogisch beleid Tijdens het vorige inspectiebezoek op 29 november 2018 zijn tekortkomingen geconstateerd. Hieronder staan de overtredingen in schuingedrukte tekst. Daarna worden de bevindingen beschreven van het nader onderzoek van 25 februari : In het pedagogisch werkplan staat niet vermeld op welke wijze aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind. Op pagina 36 in Bijlage 1 wordt informatie verstrekt over de drie-uursregeling van MAM's. De tijden waarop in ieder geval niet wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio staan niet vermeld : Het nieuwe pedagogische werkplan is door de houder toegestuurd. Het betreft: Pedagogisch werkplan MAM's Montessori Centrum februari In hoofdstuk 4.5 Mentorschap wordt nader ingegaan op hoe de ouders worden geïnformeerd. In bijlage 1 heeft de houder vermeld wanneer in ieder geval niet wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Conclusie: De tekortkomingen zijn hersteld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke ( contact met de senior expert van MAM's) Pedagogisch werkplan 4 van 9

5 Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'. Er worden eisen gesteld aan het personeel, bv. de registratie in het Personenregister kinderopvang. Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang Tijdens het vorige inspectiebezoek op 29 november 2018 zijn tekortkomingen geconstateerd. Hieronder staan de overtredingen in schuingedrukte tekst. Daarna worden de bevindingen beschreven van het nader onderzoek van 25 februari : De twee aanwezige beroepskrachten die werkzaam zijn op het Mini Collega zijn in het bezit van een geldige VOG doch gekoppeld in het PRK aan koepelorganisatie MAM's Kinderopvang B.V. Dit is onjuist aangezien de beroepskrachten dienen te worden gekoppeld aan de B.V. van deze locatie. De locatiemanager is op de hoogte van deze administratieve vergissing en aan herstel wordt gewerkt : Het Personenregister kinderopvang is geraadpleegd. De beroepskrachten (drie) die werkzaam zijn bij het Mini College staan met een goedgekeurd VOG in het PRK en koppelingen met de houder zijn correct doorgevoerd in december Conclusie: De tekortkoming is hersteld. Gebruikte bronnen: Interview (met de expert op locatie) Personen Register Kinderopvang 5 van 9

6 Veiligheid en gezondheid Een houder van een kindcentrum is verplicht zorg te dragen voor een verantwoord veiligheids- en gezondheidsbeleid en dit te borgen in de praktijk. Veiligheids- en gezondheidsbeleid Tijdens het vorige inspectiebezoek op 29 november 2018 zijn tekortkomingen geconstateerd. Hieronder staan de overtredingen in schuingedrukte tekst. Daarna worden de bevindingen beschreven van het nader onderzoek van 25 februari : Bij aanvang van het onaangekondigde inspectiebezoek wordt waargenomen dat meerdere kinderen een slaapje doen in de groepsruimte van het kinderdagverblijf. Er ligt een baby ingebakerd in de Leanderwieg te slapen, een baby slaapt in de hangmat en twee baby's liggen in een wipstoel, waarvan er één in slaap is gedommeld : Tijdens het onaangekondigde locatiebezoek is geobserveerd en heeft een interview plaatsgevonden met de expert. De hangmat is verwijderd en wordt niet meer gebruikt. Er is een duoslaper geplaatst in de groepsruimte van de baby's. Hier worden kindjes te slapen gelegd die moeten wennen aan een ledikantje. Er zijn duidelijke richtlijnen opgesteld. Het is geen structurele slaapplaats en mag alleen incidenteel worden ingezet of gedurende de wenperiode. De expert vertelt dat het team het beleid omtrent het veilig slapen strikter uitvoert. Als een kindje in slaap valt in de wipstoel wordt het verplaatst. Ook een kindje dat slapend in de Maxi-Cosi door een ouder wordt gebracht, wordt elders te slapen gelegd. Ook de (preventieve) afspraken ten aanzien van inbakeren, buikslapen en slapen in de Leanderwieg zijn met het team uitgebreid doorgesproken. Door de plaatsing van de duo slaper op de groep wordt de Leanderwieg nauwelijks nog gebruikt. Er is een babyfoon met camerafunctie geïnstalleerd waardoor de beroepskrachten de kinderen in de slaapkamer kunnen zien en horen. De oudercommissie is betrokken bij het nieuwe beleid en heeft ingestemd. In het pedagogisch werkplan is hierover opgenomen: 'Wij hebben op onze locatie een aparte slaapkamer waar de kinderen kunnen slapen. Alle kinderen hebben hun eigen vaste bedje. Ook hebben we op de groep een bedje staan. Dit bedje is niet ter vervanging van een bedje in de slaapkamer maar zal incidenteel gebruikt worden als extra slaapplek voor kinderen die nog moeite hebben met het slapen in de slaapkamer en die we op deze manier stap voor stap laten wennen aan het slapen bij ons op het kinderdagverblijf, eerst in een bedje op de groep en vervolgens in een bedje op de slaapkamer. Ook gebeurt het soms dat een kindje zich niet zo lekker voelt of erg huilerig is en op dat moment extra behoefte heeft aan de nabijheid van een MAM's specialist. Op zulke momenten kunnen we ervoor kiezen een kindje een keer op de groep te slapen te leggen, zodat het kind de nabijheid van de specialist voelen en de kinderen die in de slaapkamer liggen te slapen niet wakker worden van het gehuil van dit kind. Uitgangspunt is echter altijd dat kinderen in de slaapkamer slapen.' Conclusie: De tekortkomingen zijn hersteld. Gebruikte bronnen: Interview (met de expert op locatie) Observatie(s) Pedagogisch werkplan 6 van 9

7 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de tijden waarop er minder beroepskrachten worden ingezet dan vereist is op basis van het aantal aanwezige kinderen, alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken en wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De afwijkende inzet van het minimumaantal beroepskrachten dat op grond van de beroepskracht-kindratio vereist is, kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is eenieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang) Veiligheid en gezondheid Veiligheids- en gezondheidsbeleid De houder van een kindercentrum heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) 7 van 9

8 Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een plan van aanpak waarin in concrete termen is aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen, teneinde deze voornaamste risico s met grote gevolgen betreffende veiligheid, gezondheid en het risico op grensoverschrijdend gedrag in te perken en de handelswijze indien deze risico s zich verwezenlijken. De houder van een kindercentrum beschrijft bij de maatregelen die gericht zijn op het inperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag, in ieder geval de wijze waarop hij de dagopvang zodanig organiseert dat een beroepskracht, beroepskracht in opleiding of stagiair de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang) 8 van 9

9 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV MAM's Montessori Kinderopvang Website : Vestigingsnummer KvK : Aantal kindplaatsen : 28 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : MAM's Kinderopvang Centrum B.V. Adres houder : Canadalaan 11 Postcode en plaats : 7316 BV Apeldoorn KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. J. van Marle Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Apeldoorn Adres : Postbus 9033 Postcode en plaats : 7300 ES APELDOORN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 9