Patiëntenbrochure Vasectomie

Transcriptie

1 Patiëntenbrochure Vasectomie

2 Inhoud Wat is een vasectomie?...p. 3 Hoe werkt een vasectomie?...p. 3 Wat verandert er na een vasectomie?...p. 4 Voorbereiding...p. 4 Nazorg...p. 5 Complicaties...p. 5 Controle steriliteit...p. 6 Raadpleging Urologie Sint-Dimpna Ziekenhuis Geel J.B. Stessensstraat Geel

3 Wat is een vasectomie? Een vasectomie of sterilisatie bij de man is een eenvoudige ingreep die, zowel onder plaatselijke, regionale (ruggenprik) als algemene verdoving wordt uitgevoerd. Het is een vrij eenvoudige en veilige ingreep. De ingreep moet als onomkeerbaar worden beschouwd. U dient zich er van bewust te zijn, dat geen enkele methode van geboortebeperking 100 % zekerheid biedt. Toch is de doeltreffendheid van een vasectomie zeer hoog. Indien u als koppel denkt aan een vasectomie als methode van definitieve geboortebeperking, verdient het aanbeveling hierover een gesprek te hebben met uw huisarts, daarna met de uroloog. Hoe werkt een vasectomie? Bij een vasectomie, wordt aan beide zijden van de balzak een klein sneetje gemaakt. Aan weerskanten wordt de zaadleider opgezocht en over een lengte van een tweetal cm vrijgemaakt. Dit stukje zaadleider wordt ertussen uitgeknipt. De stompen die op die manier ontstaan, worden dichtgeschroeid en met een draad afgebonden. Op deze wijze wordt het transport van zaadcellen onderbroken. Het sperma dat bij de geslachtsgemeenschap wordt gee jaculeerd, bevat dus geen zaadcellen meer. Op het einde van de ingreep worden de kleine wondjes gesloten met hechtingen die vanzelf verteren. 3

4 Wat verandert er na een vasectomie? De ingreep moet als onomkeerbaar worden beschouwd. Een vasectomie wordt niet aanbevolen bij mannen die in de toekomst nog kinderen willen krijgen. In uitzonderlijke gevallen van spijt, kan men toch proberen de doorgankelijkheid van de zaadstreng heelkundig te herstellen. De kans op spontane zwangerschap is echter verminderd. Een vasectomie heeft geen invloed heeft op het seksueel verlangen (libido), erectie (potentie) of orgasme. Voorbereiding Kom nuchter indien ingreep onder narcose en / of ruggenprik plaatsvindt Neem Uw identiteitskaart mee Zorg er voor dat de uroloog op de hoogte is van uw medicatiegebruik en allergiee n. Zorg er voor dat u enkele dagen voor de ingreep de balzak scheert om tijdens de ingreep zo steriel mogelijk te kunnen werken. Neem een strak zittende onderbroek of zwembroek mee naar het ziekenhuis. Die moet u tot 24 uur na de ingreep aanhouden. Zelf naar huis rijden na de ingreep wordt afgeraden. Zorg liefst voor een chauffeur. 4

5 Nazorg De meeste patie nten hervatten hun activiteiten na een tweetal dagen. Het verdient aanbeveling de eerste week geen zwaar werk of inspannende sporten te verrichten. Douchen mag vanaf daags na de ingreep. Langdurig baden of zwemmen wordt in die periode afgeraden. De hechtingen die werden geplaatst, zijn oplosbaar en moeten niet verwijderd worden. Ongeveer een maand na de ingreep wordt u verwacht voor een controle raadpleging bij de uroloog. Complicaties Problemen in aansluiting met de ingreep (complicaties) zijn eerder zeldzaam. Langdurende pijn en aaneen groeien van de zaadleiders (rekanalisatie) komen respectievelijk in 2-5% en 0,03-1,2% van de gevallen voor. De meest voorkomende problemen zijn wondinfectie, nabloeding en pijn. Pijn, verdoofd gevoel en (blauw)verkleuring gaan vaak na enkele dagen vanzelf over. U neemt best een middel uit de huisapotheek (Dafalgan, Voltaren...). U moet uw behandelende arts waarschuwen indien: U koorts krijgt boven 38,5 graden Er een sterke zwelling optreedt Het wondje blijft bloeden Er progressief toenemende pijn is 5

6 Controle steriliteit Gemiddeld genomen bevinden er zich de in eerste 3 maanden na de ingreep, nog zaadcellen in het zaadvocht. Om te controleren of er nog zaadcellen aanwezig zijn, dient er ongeveer 3 en 4 maanden na de ingreep een zaadstaal onderzocht te worden. Pas nadat in dit staal geen zaadcellen meer aanwezig zijn, is steriliteit bereikt en mag u andere vormen van contraceptie staken. Indien er we l nog zaadcellen aanwezig zijn, dient u een nieuw staal te laten onderzoeken, net zolang tot er in het ejaculaat geen zaadcellen meer opgemerkt worden. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? U kan steeds contact opnemen met: Raadpleging Urologie tel Dr. Philip den Hollander Dr. Frank Deroo Dr. Wim Gelders 6

7 Nota s 7

8 Sint-Dimpna Ziekenhuis Geel J.B. Stessensstraat Geel info@ziekenhuisgeel.be VDE0166 versie april 2019