Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle"

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr januari 2014 Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle No. 234/2012 Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding van de op 16 oktober 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van klagers (hierna mede te noemen: de inspectie) A, senior inspecteur, en B, inspecteur-jurist, beiden verbonden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg, -tegen- C, tandarts, werkzaam te D, bijgestaan door mr. J.C.C. Leemans, verbonden aan DAS rechtsbijstand te Amsterdam, verweerder 1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE Het college heeft kennisgenomen van: het klaagschrift met de bijlagen; het verweerschrift met de bijlagen; de repliek met de bijlagen; de dupliek met de bijlagen; het tandheelkundig dossier. Partijen hebben afgezien van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek. De zaak is behandeld ter openbare zitting van 13 september 2013, alwaar klagers en verweerder, vergezeld van zijn raadsman zijn verschenen. 2. DE FEITEN Op grond van de stukken waaronder het tandheelkundig dossier en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan. Verweerder is als tandarts en algemeen directeur werkzaam in E te D (hierna: de praktijk). De praktijk is de handelsonderneming die wordt gedreven door de rechtspersoon F. F wordt bestuurd door G, die tevens enig aandeelhouder is. G wordt bestuurd door H. Verweerder is bestuurder en enig aandeelhouder van H. De praktijk heeft in 2006 een tandartspraktijk in D overgenomen. In deze tandartspraktijk was de heer I (hierna: de mondhygiënist) werkzaam. Na overname van de praktijk in D is de mondhygiënist als zelfstandig mondhygiënist in de praktijk van verweerder gaan werken. De heer I en F hebben sinds oktober 2009 een samenwerkingsovereenkomst gesloten waarbij zij onder andere overeengekomen zijn dat de mondhygiënist voor onbepaalde tijd werkzaam is in de praktijk van F. In deze overeenkomst van praktijkmedewerking is onder meer het navolgende opgenomen: Dat F zelfstandig en voor eigen rekening en risico een tandartspraktijk voert te D (...); Dat opdrachtnemer werkzaamheden zal gaan verrichten voor F.; Dat F gebruik wenst te maken van de diensten van opdrachtnemer; Dat Opdrachtnemer met betrekking tot de werkzaamheden in de functie als mondhygiënist in het bezit is van een geldige Verklaring Arbeidsrelatie- Winst Uit Onderneming (VAR-WUO). Dat partijen nadrukkelijk beogen met elkaar geen arbeidsovereenkomst aan te gaan. Dat Opdrachtnemer voor eigen rekening en risico het beroep van mondhygiënist uitoefent. (...) Opdrachtnemer zal bij zijn werkzaamheden de tandheelkundige behandelingen zelfstandig en naar eigen inzicht verrichten, voor eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijk, doch conform de binnen de beroepsgroep gangbare standaarden. Voorts staat het Opdrachtnemer vrij om een door F met een 1 Staatscourant 2014 nr januari 2014

2 patiënt overeengekomen afspraak of behandeling naar eigen inzicht en in overleg met de betreffende patiënt te wijzigen. F verplicht zich er toe zich te onthouden van enige aanwijzing c.q. instructie met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden door Opdrachtnemer, zoals bijvoorbeeld betreffende de wijze van omgang met patiënten. Op 17 februari 2010 is mevrouw J, geboren 4 maart 1961, (hierna: de patiënte) door haar behandelend tandarts mondeling doorverwezen naar de mondhygiënist met de opdracht nazorg. Op 19 maart 2010 en 21 april 2010 is patiënte bij de mondhygiënist geweest. De mondhygiënist heeft in de status van patiënte daaromtrent, voor zover thans van belang, ondermeer opgenomen dat op 19 maart 2010 een orthopantomogram (panaramafoto van de kaken) is gemaakt en heeft voorts op 21 april 2010 genoteerd 14=T70 Flapoperatie 1 interdentale ruimte en 26=T70 Flapoperatie 1 interdentale ruimte : Op 8 juli 2010 heeft patiënte nadat zij eerder een klacht had ingediend bij verweerder, de zorgverzekeraar en de klachtencommissie voor paramedici eerste lijn een melding gedaan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) over de bij haar naar haar oordeel onjuist uitgevoerde tandheelkundige behandeling in de praktijk door de mondhygiënist. De mondhygiënist heeft in een gesprek met de inspectie op 13 april 2011 aangegeven dat hij bij patiënte twee flapoperaties heeft uitgevoerd en dat hij de code daarvoor (T70) heeft opgenomen in het patiëntendossier van patiënte. De mondhygiënist heeft verklaard dat hij zichzelf bekwaam acht voor het uitvoeren van een flapoperatie. De mondhygiënist heeft voorts tegenover de inspectie verklaard dat hij op eigen initiatief röntgenfoto s maakte. Die dienden om het behandelplan te onderbouwen. De inspectie heeft op 9 februari 2011 een onaangekondigd bezoek afgelegd aan de praktijk. De inspectie heeft in het naar aanleiding daarvan opgestelde verslag d.d. 18 februari 2011, voorzover thans van belang, het navolgende opgenomen: Aanleiding en doel van het bezoek Doel van dit bezoek is om te beoordelen of in de instelling wordt voldaan aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg zoals bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van de Kwaliteitswet voor Instellingen. Toetsingskader De inspectie baseert zich op wetgeving zoals de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG) en op de Kwaliteitswet Zorginstellingen maar ook op de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Klachtwet), de Kernenergiewet/ Besluit Stralingsbescherming, de Wet op de medische hulpmiddelen en de daarvan afgeleide veldnormen die de koepelorganisaties en beroepsverenigingen hebben ontwikkeld. Algemene informatie De instelling maakt deel uit van een multifunctioneel gezondheidscentrum en is gevestigd op de eerste etage. De instelling oogt nieuw en ziet er fris en verzorgd uit. Het betreft een grote instelling met acht behandelkamers. Naast de reguliere tandartszorg wordt ook orthodontie en implantologie toegepast. De meeste medewerkers werken parttime al dan niet als zelfstandige (ZZP-er). Op basis van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel is de inspectie van mening dat de instelling onder de kwaliteitswet zorginstellingen valt. De eigenaar heeft zich dat tot op heden niet gerealiseerd. Taakherschikking, taakdelegatie In de instelling wordt niet voldaan aan de IGZ circulaire Taakherschikking in de tandheelkundige praktijk en het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandartsen (2008-0l-IGZ) met betrekking tot het schriftelijk vastleggen van de opdracht tot voorbehouden handelingen aan de assistenten. Dit blijkt uit het feit dat opdrachten mondeling worden verstrekt. De aanwezige protocollen zijn niet genoeg specifiek, ze beschrijven vooral de technische aspecten van de handeling. Zo ontbreekt het bijvoorbeeld aan de beschrijving wie bevoegd is de opdracht te geven, dat de patiënt toestemming dient te geven, dat de toestemming vast gelegd dient te worden en dat de bevoegd- en bekwaamheid van de medewerker beschreven dient te zijn. (...) Conclusie De instelling voldoet op een aantal punten niet aan de wettelijke eisen en aan de randvoorwaarden voor verantwoorde zorg: de taakherschikking en taakdelegatie zijn onvoldoende vorm gegeven; de uitwerking van de WIP richtlijn is onvoldoende; de instelling voldoet niet aan de Kernenergiewet en het Besluit Stralingsbescherming; de klachtenregeling voldoet niet aan de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. De eigenaar en de medewerkers zijn zeer bereidwillig om snel aan de slag te gaan en verbetering te bewerkstellingen. Om die reden worden de volgende afspraken gemaakt: geen röntgenfoto s totdat een protocol met taakdelegatie hierover klaar is. Protocol wordt ter goedkeuring naar de inspectie gezonden; 2 Staatscourant 2014 nr januari 2014

3 daarna mag alleen door de tandartsen met stralingsdeskundigheidscertificaat de indicatie voor foto (intraoraal) worden gesteld. Deze personen zijn de enige die de handeling mag delegeren. OPG en CT s mogen niet worden gemaakt zolang de apparatuur niet is aangemeld; het KEW dossier wordt met spoed in orde gemaakt evenals het aanmelden van de apparatuur; de andere tandartsen gaan zo spoedig mogelijk hun certificaat behalen. De inspectie heeft 1 juni 2011 opnieuw een bezoek gebracht aan de praktijk. In mei 2012 heeft de inspectie een rapport uitgebracht over de bevindingen naar aanleiding van het door haar ingestelde onderzoek naar het handelen van de mondhygienist en de rol van verweerder als bestuurder. In dat rapport staat, voorzover thans van belang, het volgende vermeld: Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek was om te oordelen of a) het functioneren van de mondhygiënist, voor de veiligheid van patiënten binnen de instelling of de gezondheidszorg, een ernstige bedreiging betekende; b) De bestuurder van de instelling zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid nam om de veiligheid van de patiënten binnen de instelling te waarborgen. De inspectie concludeert dat de mondhygienist voor de veiligheid van patiënten of de gezondheidszorg een ernstige bedreiging betekende. Dit blijkt uit de volgende resultaten: * De mondhygienist stelde zelfstandig de indicatie voor een flapoperatie vast. Deze indicatie is voorbehouden aan een tandarts. * De mondhygiënist voerde zelfstandig en zonder supervisie een ingreep (flapoperatie) uit waartoe hij niet bevoegd is. * De mondhygiënist stelde zelfstandig de indicatie voor röntgenopnames vast en verrichtte deze ook zelfstandig. De indicatiestelling voor röntgenopnames is voorbehouden aan (tand)artsen. * De mondhygiënist overlegde niet met de verantwoordelijk tandarts over het in te zetten behandeltraject. * De mondhygiënist volgde op onderdelen het paroprotocol niet. In het patiëntendossier ontbreekt de motivering om af te wijken van het protocol. * De mondhygiënist hanteert onvolledige verslaglegging waardoor de continuïteit van de zorg niet gewaarborgd was. * De mondhygiënist stelde geen begroting op van de behandeling waardoor de patiënt onvoldoende geïnformeerd was. * De mondhygiënist vroeg geen toestemming aan de patiënt voor de behandeling (informed consent). De inspectie concludeert in dit rapport voorts dat de bestuurder onvoldoende zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid nam om de veiligheid van patiënten binnen de instelling te waarborgen. Dit blijkt uit de volgende bevindingen: * De mondhygiënist kreeg een grote mate van vrijheid om zelfstandig werk te werk te gaan. De mondhygëenist werd in de gelegenheid gesteld om zelfstandig behandelplannen op te stellen en uit te voeren zonder enige vorm van terugkoppeling aan de tandarts. * De bestuurder gaf onvoldoende vorm aan het functioneren van de mondhygienist waardoor het niet zichtbaar werd dat de mondhygiënist van zijn bevoegdheden afweek. Zo waren functioneringsgesprekken, het bijhouden van bijvoorbeeld een portfolio en het vastleggen van voorbehouden handelingen geen gewoonte. * De bestuurder zorgde onvoldoende voor naleving van de geldende wet- en regelgeving. De uitvoering van de circulaire taakherschikking en de WGBO zijn niet omgezet naar praktijkgerichte protocollen. * De bestuurder stelde zich onvoldoende op als eindverantwoordelijke voor de zorg binnen zijn instelling. Hij liet de verantwoordelijkheid bij de in de instelling werkzame beroepsbeoefenaars en dacht daarmee dat het onderwerp geregeld was. De bestuurder had moeten weten en kunnen weten wat er in zijn instelling afspeelde. In de praktijk van verweerder waren ten tijde van het eerste bezoek van de inspectie de volgende protocollen aanwezig: Alginaat afdruk; Periodieke controle: Sealen: Anesthesie: Röntgenfoto klein (bw/solo); Poetsinstructie; Kroon- en brugwerk CME. In deze protocollen worden de werkzaamheden van de tandarts en de (preventie)assistente uitgeschre- 3 Staatscourant 2014 nr januari 2014

4 ven. In het protocol Röntgenfoto klein (bw/solo) staat beschreven dat de behandeling uitgevoerd wordt door tandarts en/of (preventie)assistente. In de circulaire Taakherschikking in de tandheelkundige praktijk en het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandartsen d.d. 7 februari 2008 stelt de inspectie, aan taakherschikking en het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandartsen in de tandheelkundige praktijk de volgende vereisten: * Opdrachtgever (tandarts) dient zich te overtuigen van bekwaamheid van opdrachtnemer. * Opleiding door uitsluitend de opdrachtgever (tandarts) is alleen acceptabel indien er toezicht door door derden (professionales in het opleidingscircuit) op de opleiding is. * De opdrachtgever (tandarts) geeft opdracht per patiënt en indien nodig aanwijzingen en evalueert de uitvoering; de opdrachtbeschrijving wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol. * De opdrachtgever (tandarts) is fysiek in de praktijk aanwezig voor overleg, advies en mogelijkheid van tussenkomst; telefonische bereikbaarheid en bereikbaarheid op de afstand is niet voldoende. * De opdrachtnemer moet zich redelijkerwijs bekwaam achten. * De opdrachtnemer informeert de patiënt dat hij de voorbehouden handeling uitvoert in opdracht van de tandarts en vraagt de patiënt toestemming voor deze handeling. 3. HET STANDPUNT VAN KLAGERS EN DE KLACHT Klagers verwijten verweerder dat hij onvoldoende zijn (eind)verantwoordelijkheid als bestuurder heeft genomen waardoor hij heeft gehandeld in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en daarmee de tweede tuchtnorm van artikel 47, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet BIG heeft overtreden. Verweerder heeft nagelaten de praktijkvoering dusdanig vorm te geven dat de regels van de WGBO alsmede de regels van de Circulaire Taakherschikking op grond van de Wet BIG in voldoende mate geïmplementeerd waren in de praktijk. Verweerder heeft voorts in zijn rol als eindverantwoordelijke voor de goede tandheelkundige gang van zaken en de kwaliteit van zorg binnen de praktijk, nagelaten voldoende toezicht te houden op het handelen van de mondhygiënist binnen de praktijk en ook nadat hij op de hoogte was van de overtredingen van wettelijke bepalingen nagelaten maatregelen te treffen om naleving van de regels voor taakherschikking en taakdelegatie in de instelling af te dwingen, alsmede nagelaten er zorg voor te dragen dat binnen de praktijk de regels van de WGBO werden gevolgd en werd voldaan aan hetgeen vereist is op grond van artikel 35 en artikel 38 van de Wet BIG en hetgeen in artikel 39 van die wet is bepaald. Regels over taakherschikking en taakdelegatie, alsmede de regels van de WGBO zijn binnen de instelling niet omgezet naar specifieke protocollen. Door de wijze van praktijkvoering en het ontbreken van adequaat toezicht op het functioneren van de mondhygienist, kreeg de mondhygiënist een grote vrijheid om zelfstandig behandelplannen op te stellen en uit te voeren zonder enige vorm van terugkoppeling met de verantwoordelijk tandarts. Ter onderbouwing daarvan wordt er op gewezen dat de organisatie van de functioneringsgesprekken onvoldoende was en dat er geen controle op de declaraties plaatsvond. De inspectie wijst er voorts op dat het dossier van de patiënt gebrekkig is nu daarin geen gegevens zijn opgenomen met betrekking tot tandheelkundige adviezen, hetgeen in strijd is met de voorschriften ten aanzien van het patiëntendossier in de WGBO en de regels uit de richtlijn Patiëntendossier van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (hierna: NMT). De inspectie wil, mede vanuit het algemeen belang, een oordeel over de handelswijze van verweerder ten aanzien van de organisatie van de praktijk. 4. HET STANDPUNT VAN VERWEERDER Verweerder voert zakelijk weergegeven aan dat hij niet beweert dat er geen kritiek op onderdelen van de praktijkvoering mogelijk is geweest, maar hij heeft steeds maatregelen ter correctie genomen zodra hij zich bewust werd van zaken die verbetering behoefden. Achteraf beseft verweerder dat hij zich te weinig realiseerde welke problemen een startende grote praktijk in de beginfase tegenkomt. In de overeenkomst die met de mondhygiënist is gesloten, is diens zelfstandigheid sterk benadrukt en geregeld. De mondhygiënist maakte gebruik van de praktijkruimte en inventaris van de praktijk, had een zelfstandigheidsverklaring en werkte voor eigen risico. Een bevoegdheid om concrete zorgverlening van de mondhygiënist of andere medewerkers staat op gespannen voet met de aangegane overeenkomst van opdracht. Verweerder realiseerde zich hierdoor aanvankelijk niet dat hij desondanks als bestuurder van de praktijk zo n zware verantwoordelijkheid droeg voor de kwaliteit van de zorg en voor het handelen van de mondhygiënist. Daarnaast betwist verweerder een deel van de feiten, met name dat de mondhygiënist flapoperaties heeft uitgevoerd. Dat de mondhygiënist op eigen initiatief röntgenfoto s blijkt te hebben gemaakt kan verweerder niet worden verweten nu de mondhygiënist wist dat hij dit niet op eigen initiatief mocht doen. Ten tijde van het bezoek van de inspectie was verweerder, onder begeleiding van een consultant, al gestart met het traject voor het opstellen van specifieke praktijkgerichte protocollen. In juni 2011 is de praktijk ISO-gecertificeerd. Verweerder heeft zich verbaasd over de klacht nu de inspectie zich tijdens het bezoek van 1 juni 2011 zeer lovend heeft uitgelaten over de door verweerder aangebrachte 4 Staatscourant 2014 nr januari 2014

5 verbeteringen in de praktijk en vraagt zich af wat het belang nog is van onderhavige procedure. 5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE 5.1 Het college plaatst voorop dat het de klacht ontvankelijk acht. Het Centraal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat artsen in een bestuurlijke en/of leidinggevende functie tuchtrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn nu de tuchtnormen zoals neergelegd in artikel 47, eerste lid, van de Wet BIG niet alleen het handelen of nalaten in strijd met de zorg die men als beroepsbeoefenaar behoort te betrachten (de eerste tuchtnorm), maar ook enig ander handelen of nalaten van een beroepsbeoefenaar in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg (tweede tuchtnorm), mits het handelen voldoende weerslag heeft op het belang van de individuele gezondheidszorg. Nu hiervan naar het oordeel van het college in het onderhavige geval sprake is, zal het college de klacht inhoudelijk beoordelen. 5.2 Het college is van oordeel dat de praktijk moet worden gekwalificeerd als een zorginstelling in de zin van artikel 1 lid 1 van de Kwaliteitswet Zorginstellingen. De binnen de instelling verleende zorg dient derhalve te voldoen aan de in deze wet gestelde eisen. Dat betekent ondermeer dat de zorgverlening op zodanige wijze georganiseerd moet worden dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde zorg (vergelijk artikel 3 van voornoemde wet). Het college is met de inspectie van oordeel dat verweerder die bestuurder van de praktijk is, hiervoor eindverantwoordelijk is. De vennootschapsrechtelijke vorm waarin de praktijk is vervat, doet hier niet aan af. Dat wordt ook niet anders door de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst die door F met de mondhygiënist was gesloten. De mondhygiënist is immers in zoverre onderdeel van de instelling. Ook het feit dat het hier een beginnende grote praktijk betrof maakt dit niet anders. 5.3 De inspectie heeft in zijn rapportages van februari 2011 en mei 2012 uiteengezet op welke punten verweerder naar haar oordeel is te kort geschoten in de organisatie van de zorgverlening. Verweerder heeft in deze tuchtprocedure erkend dat destijds kritiek mogelijk was op de praktijkvoering. Hij heeft de feitelijke bevindingen van de inspectie behoudens voorzover het het uitvoeren van flapoperaties door de mondhygienist betreft in grote lijnen niet betwist. Het college zal bij de beoordeling dan ook uitgaan van de bevindingen zoals neergelegd in deze rapportages. 5.4 Voor wat betreft het punt van de flapoperaties overweegt het college dat het, gelet op de inhoud van de klacht van patiënt, de mededelingen van de mondhygiënist en de code T70 waaronder is gedeclareerd, aannemelijk is dat er door de mondhygiënist in elk geval een ingreep is verricht waarbij de samenhang der lichaamsweefsels is verstoord als bedoeld in artikel 36 lid, eerste lid, van de Wet BIG. Daarbij kan in het midden blijven of het hier een flapoperatie betreft die op de juiste wijze is uitgevoerd. 5.5 Het uitvoeren van een ingreep waarbij de samenhang der lichaamsweefsels wordt verstoord alsmede het maken van röntgenfoto s betreffen voorbehouden handelingen van Wet BIG. Bij het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandartsen, moet worden voldaan aan de regels van artikel 35, 38 en 39 van de Wet BIG. Het verrichten van voorbehouden handelingen door een niet-tandarts is mogelijk, mits de taakherschikking op juiste wijze geregeld is. De wijze waarop taakherschikking kan plaatsvinden en de vereisten waaraan in dat geval op grond van de Wet BIG en de jurisprudentie dient te worden voldaan, heeft de inspectie in haar circulaire Taakherschikking (februari 2008) nader uitgewerkt. 5.6 Naar het oordeel van het college blijkt uit het door de inspectie uitgevoerde onderzoek en de opgemaakte rapportages, dat de mondhygiënist voorbehouden handelingen heeft verricht zonder dat op alle punten aan de vereisten voor taakherschikking was voldaan. Dit kan verweerder als eindverantwoordelijke worden verweten nu hij heeft nagelaten om maatregelen te treffen om regels voor naleving van de regels voor taakherschikking in de instelling af te dwingen en hij de uitvoering van de circulaire Taakherschikking niet heeft omgezet naar praktijkgerichte protocollen. De destijds in de praktijk aanwezige protocollen waren daartoe onvoldoende specifiek. Verweerder is daarmee (mede) verantwoordelijk voor het niet naleven van de vereisten voor taakherschikking op het terrein van voorbehouden handelingen door de mondhygiënist. Dit kan hem tuchtrechtelijk worden verweten. 5.7 Voorzover verweerder heeft aangevoerd dat het hem niet kan worden verweten dat de mondhygiënist op eigen initiatief röntgenfoto s maakte nu deze laatste wist dat dit niet mocht, gaat het college aan dat verweer voorbij. Het behoort tot de (eind)verantwoordelijkheid van verweerder om er op toe te zien dat de medewerkers in de praktijk de geldende wet- en regelgeving naleven. Met andere woorden: het is zijn taak om medewerkers duidelijk te maken binnen welk kader gewerkt moet worden en om toe te zien op de naleving daarvan. Verweerder heeft dat toezicht blijkens voornoemde rapportages, onvoldoende gehouden, waarbij in het bijzonder kan worden gewezen op het ontbreken van structurele functioneringsgesprekken met de mondhygiënist. Verweerder had kunnen en moeten weten wat er zich in zijn praktijk afspeelde. Pas nadat de patiënt een klacht indiende bij verweerder, is verweerder de mondhygiënist gaan controleren en 5 Staatscourant 2014 nr januari 2014

6 heeft hij maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. Dit kan hem tuchtrechtelijk worden verweten. Het college overweegt daarnaast dat verweerder niet heeft bestreden dat voor wat betreft de onderhavige patiënt door de mondhygiënist niet was voldaan aan de bepalingen uit de WGBO over het inlichten van patiënten omtrent de behandeling, dossiervoering en het toestemmingsvereiste. Gelet op het vorenstaande is hij hiervoor evenzo tuchtrechtelijk aansprakelijk. 5.8 Het college is al met al van oordeel dat verweerder een ernstig verwijt kan worden gemaakt, nu verweerder door te handelen zoals hij heeft gedaan c.q. door na te laten om te handelen, het risico heeft aanvaard dat patiënten konden worden blootgesteld aan risico s die de wetgever met regelgeving heeft willen voorkomen. Daarmee heeft hij het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg geschaad. Het college acht de klacht derhalve gegrond. 5.9 Bij de vraag welke maatregel moet worden opgelegd houdt het college enerzijds rekening met het feit dat er sprake was van ernstige tekortkomingen zoals hiervoor is overwogen, maar anderszijds en dat ten voordele van verweerder ook met het feit dat verweerder de organisatie van de praktijk bij het tweede inspectie bezoek wel op orde had. De inspectie heeft desgevraagd ter zitting aangegeven dat er ten tijde van het tweede bezoek geen negatieve signalen meer waren over de praktijk. Het college constateert dan ook dat verweerder de tekortkomingen voortvarend heeft opgepakt en verholpen en dat de zorg ten tijde van het tweede bezoek, dat drie maanden na het eerste bezoek plaatsvond, voldoende geborgd was. Het college volgt verweerder echter niet in zijn stelling dat er mitsdien op 15 oktober 2012 de datum waarop de klacht werd ingediend geen belang meer was aan de zijde van de inspectie om de klacht voor te leggen. Wel is het college van oordeel dat gelet op de vele aanpassingen die verweerder na het eerste bezoek in de praktijk heeft doorgevoerd, in het onderhavige geval, ondanks de ernstige tekortkomingen, met het opleggen van een waarschuwing kan worden volstaan Het college zal bepalen dat deze beslissing om redenen, aan het algemeen belang ontleend, op grond van artikel 71 van de Wet BIG, zal worden gepubliceerd. 6. DE BESLISSING Het college: waarschuwt verweerder; bepaalt dat deze beslissing, nadat deze onherroepelijk is geworden, in geanonimiseerde vorm zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, het Nederlandse Tandartsenblad het Nederlandse Tijdschrift voor Tandheelkunde, het tijdschrift Dentz en het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne, met het verzoek tot plaatsing. Aldus gedaan in raadkamer door mr. D.M. Schuiling, voorzitter, mr. E.W. de Groot, lid-jurist, J. Dam, R. Rowel en R.T. Thomson, leden-tandartsen, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Sijnstra-Meijer, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 1 november 2013 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris. voorzitter secretaris Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door: a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard; b. degene over wie is geklaagd; c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat. Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen. 6 Staatscourant 2014 nr januari 2014

Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding van de op 16 oktober 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen

Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding van de op 16 oktober 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen 234/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:48 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 234/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 oktober 2014 naar aanleiding van de op 7 maart 2014 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 10 oktober 2014 naar aanleiding van de op 7 maart 2014 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van 043/2013 ECLI:NL:TGZRZWO:2014:130 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 043/2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 10 oktober 2014 naar aanleiding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4886 8 maart 2012 Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen 17 januari 2012 Rep.nr. T2011/09

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 21 januari 2009 ingekomen klacht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-203 ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-203 Datum uitspraak: 9 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van X B.V., gevestigd te [plaats1], vertegenwoordigd door [A], K

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 november 2006 binnengekomen klacht van: A, advocaat, wonende te B, k l a

Nadere informatie

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm

Tuchtrecht. Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Tuchtrecht Astrid Koeter Liesbeth Rozemeijer Klaartje Droste Karin Timm Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger beroep Soort klachten Geen of

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG G2017/124 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:9 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/124 Rep.nr. G2017/124 13 maart 2018 Def. 032 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

Tuchtrecht in de gezondheidszorg

Tuchtrecht in de gezondheidszorg Tuchtrecht in de gezondheidszorg mr. C.W.M. Hillenaar, plv. secretaris Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven naam s-hertogenbosch, 1 februari 2018 Nederlandse Vereniging van Intensive

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 004/2010 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 004/2010 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 12 januari 2010 bij het Regionaal

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 225/2014 ECLI:NL:TGZRZWO:2015:78 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 225/2014 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 24 juli 2015 naar aanleiding

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling Wijziging tuchtrecht stichting TBNG 2013 Tuchtrechtspraak Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definitiebepaling Tuchtrechtspraak van de Stichting Tuchtrecht Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg, hierna

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 094/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:4 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 094/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 8 januari 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-180c ECLI:NL:TGZRSGR:2017:69 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-180c Datum uitspraak: 2 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: tegen de beslissing van (hierna: appellant) de examencommissie Tandheelkunde

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 160/2016 ECLI:NL:TGZRZWO:2017:37 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 160/2016 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 13 februari 2017 naar aanleiding

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag

Tuchtrecht. Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Tuchtrecht Karin Timm, verpleegkundig specialist Allerzorg, beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag Overzicht Soort klachten Vooronderzoek, schriftelijk en mondeling Zitting Raadkamer Beslissing Hoger

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 250/2011 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 250/2011 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 november 2012 naar aanleiding van de op 20 september 2011 bij het Regionaal

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-137 ECLI:NL:TGZRSGR:2018:182 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-137 Datum uitspraak: 20 november 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2013-259 ECLI:NL:TGZRSGR:2014:86 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-259 Datum uitspraak: 12 augustus 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman, de heer G, hierna te noemen verweerder.

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman, de heer G, hierna te noemen verweerder. UITSPRAAK SGIM 2017-002A I Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen: het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie

Nadere informatie

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Risicodragende projectontwikkeling via echtgenote. Verantwoordelijkheid als leidinggevende. De

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder.

zorgaanbieder C, vertegenwoordigd door D en bijgestaan door zijn raadsman de heer G, hierna te noemen verweerder. UITSPRAAK SGIM 2017-002A III Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen: het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie

Nadere informatie

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag 13-14 ECLI:NL:TNOKSGR:2013:10 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 13-14 Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag Beslissing d.d. 11 september 2013 inzake de klacht onder

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/09 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:23 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/09 Rep.nr. GP2013/09 8 juli 2014 Def. 069 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. 18-102 Rvt Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. Klagers hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y.. No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V. Protocol Klachtencommissie Autimaat B.V. Doetinchem December 2011 Protocol van de klachtencommissie van Autimaat B.V. Inhoudsopgave Toepassingsgebied 3 Begripsbepaling 3 Doelstelling van de klachtenregeling

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG V2015/01 ECLI:NL:TGZRGRO:2015:76 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: V2015/01 Rep.nr. V2015/01 15 december 2015 Def. 207 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 106/2011 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 106/2011 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 24 mei 2012 naar aanleiding van de op 5 april 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege

Nadere informatie

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van: Datum uitspraak: 21 april 2009 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van: A, wonende te B, klager, tegen: C, chirurg,

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op van: 1 februari 2017 binnengekomen klacht verblijvende te Venray

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 12 november 2014 binnengekomen klacht van: [A] wonende te [B]

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster 107827 - klacht over onprofessioneel handelen leerkracht. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster tegen - mevrouw E, leerkracht groep 7/8

Nadere informatie

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van: Datum uitspraak: 15 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van: A en B, wonende te C, klagers, gemachtigde: mr.

Nadere informatie

De bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht

De bedrijfsarts in de beklaagdenbank Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Het medisch tuchtrecht in vogelvlucht Judith van Haersma Buma Bijscholing NVAB Kring Zuid-West 26 november 2009, Bergen op Zoom - cijfers 2008( regionaal) 1347 totaal afgehandelde klachten; 470 klachten

Nadere informatie

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Verweerder is via de klachtenregeling van [beroepsorganisatie] aangesloten bij Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. UITSPRAAK SGIM 2017-013 Van De Geschilleninstantie Mondzorg ex artikel 3 Reglement Geschilleninstantie Mondzorg d.d. 1 januari 2017, hierna te noemen het Reglement, van Stichting Geschilleninstantie Mondzorg.

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Communicatie. Ontvankelijkheid van de klacht. Verjaring. Klaagster heeft in 2011 een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298 Rapport Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Welzijns- en Gezondheidszorg Ambulante Jeugdbescherming en Jeugdhulpverlening heeft geweigerd het

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, voorheen

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam 28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op

Nadere informatie

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid klacht. Klager is eigenaar van een horecapand. Huurder en verhuurder worden het niet eens over een verzoek van huurder

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/175 Wtra AK van 27 juni 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/175 Wtra AK van 27 juni 2016 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/175 Wtra AK van 27 juni 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, kantoorhoudende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Groningen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Groningen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5860 9 februari 2016 Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Groningen Rep.nr. T2015/02 10 november 2015 Def.

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /DB/OB

14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /DB/OB 14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 14-400/DB/OB Beslissing van 7 maart 2016 in de zaak 14-400/DB/OB naar aanleiding van het bezwaar van: de

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Klager, een NVM-makelaar, dient een klacht in tegen zijn voormalige kantoorgenoot, eveneens NVM-makelaar

Nadere informatie

Raad van Discipline. adres. tegen:

Raad van Discipline. adres. tegen: Verzetbeslissing Beslissing van 2 september 2014 in de zaak 14010A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 februari 2014

Nadere informatie

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Gedeeltelijk onvoldoende belangenbehartiging bij verkoop. Geen onderzoek gedaan naar bijzondere

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom. Klager heeft bij het sluiten van een huurovereenkomst, aan de makelaar van de verhuurder (beklaagde) een waarborgsom

Nadere informatie

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid. 11-521 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 november 2008 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s t e

Nadere informatie

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. 18-47 RvT Amsterdam 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Klager heeft in 2014 een woning gekocht die beklaagde in verkoop

Nadere informatie

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad. Eigen belang. Makelaar koopt via rechtspersoon. Belangenverstrengeling. Beklaagde trad op als makelaar voor de verkoopster van een woning. Klager (NVM) verwijt beklaagde dat de woning door een holding

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/337 Wtra AK van 24 augustus 2018 van X, wonende te [plaats1], K L A A G S T E R, t e g e n Y,

Nadere informatie

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers. 18-20 RvT Zuid 205 OVERIG Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers. Klager (makelaarskantoor X) verwijt beklaagde (makelaarskantoor

Nadere informatie

BESLISSING. inzake KLACHT. de heer D., makelaar in onroerende. zaken te H, klager. tegen: L., makelaar in onroerende. beklaagde

BESLISSING. inzake KLACHT. de heer D., makelaar in onroerende. zaken te H, klager. tegen: L., makelaar in onroerende. beklaagde 12-46 RvT Arnhem Collegialiteit. Uitlatingen over collega. Klager trad op als makelaar-koper voor een gegadigde die interesse had in een woning die beklaagde in verkoop had. Klager verwijt beklaagde dat

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.

Nadere informatie

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Ontvankelijkheid. Civielrechtelijk geschil.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Ontvankelijkheid. Civielrechtelijk geschil. 12-60 RvT Rotterdam De Raad van Toezicht Rotterdam Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Ontvankelijkheid. Civielrechtelijk geschil. Beklaagde heeft i.v.m. een hypotheekaanvraag een woning getaxeerd. Een bank,

Nadere informatie