Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2000 Nr. 56 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 25 november 1999 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de regering over de brief inclusief bijlage van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 14 juli 1999 inzake de aanbieding van het evaluatie-onderzoek fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg (BBL) 1997 (Tweede Kamer VIII, nr. 105). De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 24 november De vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Van der Hoeven De griffier van de commissie, Mattijssen 1 Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, Rabbae (GL), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Passtoors (VVD), Belinfante (PvdA), Kortram (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Halsema (GL), Orgü (VVD), Wijn (CDA), Eurlings (CDA). Plv. leden: Stellingwerf (RPF), Schimmel (D66), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Harrewijn (GL), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD), Valk (PvdA), De Cloe (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), Gortzak (PvdA), Middel (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Spoelman (PvdA), Brood (VVD), Poppe (SP), Arib (PvdA), Blok (VVD), Vendrik (GL), Rijpstra (VVD), Verhagen (CDA), Visser-van Doorn (CDA). KST42438 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1999 Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 1

2 1 Op welke punten vormt de positieve ontwikkeling die het evaluatierapport Fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg op alle hoofdonderdelen constateert, een weerlegging van de sombere conclusies die de Algemene Rekenkamer in 1998 formuleerde (26 060, nrs. 1 2)? Acht de regering de eerdere conclusie van de Algemene Rekenkamer dat de fiscale faciliteit slechts een geringe invloed heeft op het aantal deelnemers onjuist? (blz. 1) Uit het rapport van EIM blijkt dat in 1996 een stijging van 4% (4000) BBL-deelnemers aan de fiscale faciliteit leerlingwezen kan worden toegeschreven en in % (7000). Ik ben van mening dat we hiermee op de goede weg zijn naar het doel van de maatregel, een toename van deelnemers in drie jaar. De conclusie van de Algemene Rekenkamer dat de fiscale faciliteit slechts een geringe invloed op het aantal deelnemers zou hebben, deel ik gezien deze ontwikkelingen dan ook niet.. 2 Welke effecten zal de voorgenomen efficiencykorting (rijksbegroting OCenW 2000) op de landelijke organen beroepsonderwijs hebben op de centrale rol die zij spelen bij de werving en kwaliteitsbewaking van beroepspraktijkvormingsplaatsen in het bve-veld? (blz. 1) In vervolg op de motie Melkert bij de Algemene Politieke Beschouwingen zal de efficiency korting op de landelijke organen beroepsonderwijs worden teruggedraaid. De korting vanaf 2000 zal derhalve nihil zijn. 3 Het is verheugend dat op alle hoofdonderdelen sprake is van een positieve ontwikkeling zoals blijkt uit evaluatieonderzoek fiscale faciliteit. Kan dit toegerekend worden aan de fiscale faciliteit of wordt dit met name veroorzaakt door de sterk gegroeide werkgelegenheid in het algemeen. (blz. 1) De toename van het aantal leerarbeidsplaatsen wordt voor een belangrijk deel toegeschreven aan conjuncturele oorzaken. Daarnaast levert de fiscale faciliteit echter ook een significante bijdrage. Volgens het EIM is het effect van de WVA in 1997 een toename van ongeveer 7000 deelnemers, dat van de overige invloeden ongeveer Waardoor is er ondanks het geconstateerde toenemende effect nog steeds sprake van een onderuitputting op het budget voor de fiscale faciliteit en welke rol speelt het dalende aantal leerlingen in de BVE-sector hierbij? (blz. 1) Volgens Financiën zijn de bedragen van de Afdrachtvermindering Onderwijs op grond van de WVA in de jaren respectievelijk 242, 289 en 307 miljoen gulden. Cijfers over het eerste kwartaal van 1999 laten een verdere stijging van de uitputting zien ten opzichte van dezelfde periode in Dat wijst erop dat bedrijven aan deze fiscale faciliteit hebben moeten wennen, dan wel dat de bekendheid met deze regeling is toegenomen. Volgens deelrapport 4 van EIM is 80% van de leerbedrijven en 50% van de niet-leerbedrijven bekend met de WVA. In 1996 was de bekendheid 80% respectievelijk 30% (onderzoek EIM volgens rapport van 8 december 1997). De bekendheid bij de niet-leerbedrijven is dus duidelijk toegenomen, in tegenstelling tot de leerbedrijven. Verdere voorlichting wordt ontwikkeld (zie ook het antwoord op vraag 10/11). Het aantal BBL-deelnemers laat vanaf 1996 een stijgende lijn zien. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 2

3 Daarentegen vertoont het aantal BOL-deelnemers een afname. Alleen de eerstgenoemde ontwikkeling is van invloed op de WVA. 5 Op welke termijn zal de regering een keuze maken over de wijze waarop de effectiviteit van de fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg nader zal kunnen worden verhoogd? Welke alternatieven zijn in beeld? Wordt hierbij ook gedacht aan het maken van onderscheid naar bedrijfssector, zoals in 1988 werd aangeraden door de Algemene Rekenkamer? (blz. 2) In mijn brief van 14 juli jl, over het onderzoeksrapport Fiscale Faciliteit beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en de ontwikkelingen rondom de versterking van de BBL heb ik de Tweede Kamer toegezegd dat op grond van de bevindingen van het bovengenoemde onderzoek zal bezien worden op welke wijze de effectiviteit van de fiscale faciliteit beroepsbegeleidende leerweg verder verhoogd zal kunnen worden. Het ligt in de bedoeling om in 2000 rond dit onderwerp een nader onderzoek te verrichten. Wat betreft het maken van onderscheid naar bedrijfssector dient opgemerkt te worden dat de huidige regeling aantrekkelijker is dan de voorgaande vanwege het feit dat deze een generiek karakter heeft. Meer differentiatie maakt de regeling minder doorzichtig voor administratie en voor de regelgeving. Dit heeft een belemmerend effect voor de werkgevers. 6 In welke mate bieden kleinere bedrijven die nauwelijks profiteren van de fiscale faciliteit doordat zij bij hun kleine belastingafdracht niet in aanmerking komen voor een negatieve aanslag beroepspraktijkvormjngsplaatsen, in vergelijking met bedrijven die het volle voordeel uit de regeling halen? (blz. 2) Dit is niet bekend. Van de bedrijven die beroepspraktijkvormingsplaatsen aanbieden is slechts bekend of zij behoren tot het kleinbedrijf (minder dan 10 werkzame personen) het middenbedrijf (10 tot 100 werkzame personen) of het grootbedrijf (100 en meer werkzame personen). Tot de bedrijven die niet volledig profiteren van de afdrachtkorting doordat hun totale afdracht loonbelasting en sociale premies te laag is, behoren vermoedelijk alleen bedrijven die of geen andere werknemers dan leerlingen in dienst hebben dan wel bedrijven wier activiteit er slechts of voornamelijk uit bestaat leerlingen op te leiden (voor deze laatste zie deel 5 van het rapport). 7 Maakt men op regionaal niveau aanvullende kwantitatieve afspraken met betrekking tot Versterking Werkend Leren? Van welke aard zijn deze kwantitatieve afspraken? Leren verschillende regio s in dezen ook van elkaar? (blz. 2) Of er op regionaal niveau aanvullende kwantitatieve afspraken worden gemaakt met betrekking tot Versterking Werkend Leren is niet bekend. Wel vond medio 1998 op initiatief van AOB Nederland een rondetafelgesprek plaats over «Voorlichting Leerlingwezen; een praktische leerweg». Aanleiding tot dit gesprek was de constatering van overheid en sociale partners dat de instroom in en deelname aan de BBL binnen het secundair beroepsonderwijs achterblijven bij de algemene deelname aan het beroepsonderwijs. Het imago van de BBL wordt als een van de grootste knelpunten beschouwd van de BBL. Momenteel is overleg gaande tussen OCenW en de sociale partners over de mogelijkheden om de BBL meer bekendheid te geven met als doel Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 3

4 meer deelnemers in de BBL (kwantitatieve toename). Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met het regionale niveau en wordt gekeken op welke wijze regio s van elkaar kunnen leren (zie ook het antwoord op vraag 9). 8 De sociale partners hebben in de tripartiete werkgroep VWL aangegeven dat het maken van aanvullende kwantitatieve afspraken op landelijk niveau tussen sociale partners en overheid geen begaanbare weg is. Samenwerking op regionaal niveau tussen sectoren en ROC s zou meer kans op succes bieden. Hoe passen in een regionale samenwerking de O&O-fondsen van de diverse sectoren, aangezien deze landelijk zijn geregeld? Leidt dat tot een afnemend draagvlak om bij te dragen aan deze fondsen? (blz. 2) Regionale samenwerking is erop gericht om op regionaal niveau te komen tot een koppeling van vraag en aanbod van beroepspraktijkvormingsplaatsen. De koppeling van vraag en aanbod leidt tot het afsluiten van leerarbeidsovereenkomsten binnen sectoren. Daar waar binnen sectoren afspraken gemaakt zijn over scholingssubsidies vanuit O&O-fondsen voor opleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg, blijven deze gewoon van kracht. Met andere woorden er is geen sprake van afnemend draagvlak bij O&O-fondsen. 9 Kan uitvoeriger ingegaan worden op het aanbod van MKB-Nederland om «experimenten te initiëren en om vraag en aanbod van beroepspraktijkvormingsplaatsen op regionaal niveau beter op elkaar aan te laten sluiten»? Aan wat voor experimenten wordt bijvoorbeeld gedacht? (blz. 2) MKB-Nederland is een jaar geleden gestart met een regionaal speerpuntenbeleid. In het kader hiervan wordt in een aantal speerpuntregio s een regio-profiel ontwikkeld met daarin concrete knelpunten waar het MKB-N in den brede tegen aanloopt. Dat zijn bijvoorbeeld knelpunten rond verkrijging bedrijfsterreinen, grote steden problematiek, bereikbaarheid etc, maar natuurlijk ook knelpunten in de personeelsvoorziening. In iedere speerpuntregio is een deskundigenpanel opgericht, waar regionale sleutelactoren in participeren, zoals de Kamer van Koophandel, de arbeidsvoorziening, centra voor vakopleiding, de gemeente, Syntens, maar natuurlijk ook ROC s en HBO-instellingen. In zo n deskundigen panel worden concrete projecten voorbereid en uitgevoerd ter oplossing van de gesignaleerde knelpunten. Zo is men in de regio Haaglanden, in het verlengde van knelpunten rond de personeelsvoorziening vorig jaar gestart met het uitvoeren van het project match-maker. Doel van dit project is om op regionaal niveau te komen tot een koppeling van vraag en aanbod, op basis van regionale vacature-inventarisaties. Vervolgens worden deze vacatures gemeld bij de organisaties die participeren in het deskundigenpanel, waar zogenaamde match-makers zorgen voor de bemiddeling van beschikbare kandidaten (werkzoekenden, stage-leerlingen, etc.) naar leerbedrijven. Het afgelopen jaar lag het accent hoofdzakelijk bij de bemiddeling van werkzoekenden. Voor het komende jaar wordt dit uitgebreid naar de bemiddeling van leerlingen in het leerlingwezen, stage-leerlingen en indien mogelijk leerlingen in het praktijkonderwijs (vmbo). Probleem dat zich in Haaglanden voordoet, is dat er veel meer vacatures zijn dan kandidaten. In het verlengde van het experiment in Den Haag worden er ook in andere speerpuntregio s afspraken gemaakt om op regionaal niveau vacature- Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 4

5 inventarisaties te plegen en vraag en aanbod te koppelen. Zo wordt er binnenkort een vacature-inventarisatie gehouden in de regio Drechtsteden. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om ook in andere regio s soortgelijke initiatieven op te starten. 10 en 11 Wanneer zal de Kamer worden ingelicht over de wijze waarop het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en het ministerie van Financiën de bekendheid van het bedrijfsleven met de afdrachtvermindering voor het onderwijs willen vergroten? Welke mogelijkheden om de bekendheid van het bedrijfsleven met de afdrachtsvermindering voor het onderwijs te vergroten, zullen worden onderzocht? (blz. 3) De regering wil onderzoeken hoe de bekendheid van de fiscale faciliteit vergroot kan worden. Daarbij worden de informatielijn en de brochures genoemd, beide van het ministerie. Dit terwijl uit het onderzoek blijkt dat de overheid vrijwel geen rol speelt als informatiebron voor bedrijven, maar de accountant/ boekhouder en het Landelijk Orgaan des te meer (rapport deel 3, blz. 49). Kan daar dan niet beter gerichte informatie naar toe? (blz. 3) Tussen de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en van Financiën vindt momenteel overleg plaats over de mogelijkheden om nog voor eind 1999 werkgevers via gerichte informatie attent te maken op de afdrachtverminderingen loonbelasting (waaronder de afdrachtvermindering voor de beroepsbegeleidende leerweg). Daarnaast wordt op initiatiefvan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een brochure ontwikkeld voor werkgevers over de mogelijkheden van het secundair beroepsonderwijs met hierin ook aandacht voor afdrachtvermindering BBL. Deze brochure is eind 1999 gereed. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze een doelmatige verspreiding van deze brochure gerealiseerd kan worden. 12 Hoe verhoudt zich de invloed van de fiscale faciliteit in tot de invloed van de winsten in het bedrijfsleven en de ontwikkeling van de werkgelegenheid; factoren die in de periode van meer belang waren? De gemeten invloed van de fiscale faciliteit op de ontwikkeling van het aantal deelnemers met een beroepspraktijkvorming was in 1997 groter dan in Dit vindt voornamelijk zijn verklaring in het feit dat in 1996 de fiscale faciliteit werd geïntroduceerd. De financiële afwegingen die bedrijven maken over het al dan niet aanbieden van leerlingplaatsen en de hoeveelheid leerlingplaatsen verandert door de fiscale faciliteit. Dat het enige tijd duurt voordat deze nieuwe situatie feitelijk resulteert in het aanbieden en het invullen van (extra) plaatsen door leerlingen is dan ook verklaarbaar. De ontwikkeling van de werkgelegenheid draagt zowel in 1996 als in 1997 bij aan een positieve ontwikkeling van het aantal leerlingen. De winstontwikkeling geeft in beide jaren ook ruimte voor groei van het aantal leerlingen. (zie ook deel 3 van het rapport). Zie ook het antwoord op vraag Zijn de oorzaken bekend van het verschil in gebruik van de fiscale maatregel per bedrijfstak? Waarom is bijvoorbeeld het gebruik in de bouwnijverheid relatief hoog en in de quartaire sector laag? (deel 1, blz. 7) Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 5

6 Nee, deze oorzaken zijn niet bekend. Er zijn slechts mogelijke verklaringen te opperen. Een van de verklaringen knoopt aan bij de constateringen in het rapport dat mkb-bedrijven vaker gebruik maken van de fiscale faciliteit dan het grootbedrijf (deel 2, tabel 3 pag. 14) en dat kleine bedrijven de fiscale faciliteit van relatief groot belang achten. (zie deel 5, tabel 17, pag. 33). In kleinschalige sectoren mag daarom een frequenter gebruik verwacht worden dan in relatief grootschalige. Een tweede verklaring sluit aan bij de historie en het belang van opleiden in het leerlingwezen /BBL voor de toestroom van nieuwe werknemers in een sector. In sectoren met een lange traditie van opleiden via het leerlingwezen en waar de instroom van leerlingen de belangrijkste bron is van nieuwe vaklieden, zoals bijvoorbeeld in de bouwnijverheid, is het belang van leerlingen en leerlingplaatsen groter. De infrastructuur in de sector is meer gericht op het opleiden van leerlingen en de bedrijven zelf zijn daarom wellicht alerter op veranderingen en ook de voorlichting aan bedrijven is wellicht beter ontwikkeld. Al met al redenen om verschillen in het gebruik van de fiscale faciliteit tussen sectoren te mogen verwachten. Een derde verklaring zou kunnen zijn dat de verschillen tussen sectoren berusten op het relatieve belang van goedkoop personeel in de verschillende sectoren. Vooral sectoren als detailhandel en horeca, waar veel jongeren werkgelegenheid vinden, zijn daarom wellicht meer gespitst op de kosten van het opleiden van leerlingen, en uiteraard op de financiële tegemoetkomingen die daarbij horen. Dit zou zowel een frequenter gebruik van de fiscale faciliteit als een groter effect van de invoering van de fiscale faciliteit (zie ook deel 2, hoofdstuk 4, pag ) kunnen verklaren. 14 In 1997 is in totaal f 289 miljoen aan afdrachtvermindering toegepast. Een stijging van 19% ten opzichte van Deze bedragen zijn inclusief de fiscale faciliteit hoger onderwijs. Hoe zijn de bedragen als ze worden uitgesplitst? (deel 1, blz. 7) Bij de Belastingdienst wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoger en secundair beroepsonderwijs met betrekking tot het gebruik van de fiscale faciliteit. De gevraagde uitsplitsing is daarom niet mogelijk. 15 Wat is de oorzaak van de relatief sterke toename van het aantal leerarbeidsplaatsen zonder arbeidsovereenkomst? En waarom hebben vooral deelnemers van de opleidingen van OVDB (verzorgende en dienstverlenende opleidingen) en ECABO (administratieve en economische opleidingen), waar relatief veel vrouwen worden opgeleid, geen arbeidsovereenkomst? Welke gevolgen heeft dit voor deze leerlingen en hun opleiding? Wordt getracht deze situatie te veranderen? Zo ja, hoe? (deel 1, blz. 8) Uit het onderzoek blijkt dat de cijfers over de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst geen ondubbelzinnige interpretatie toelaten. Zo wordt de relatief sterke toename (van 9 naar 12 procentpunten) tussen meting 3 ( ) en meting 4 ( ) voorafgegaan door een even sterke daling tussen meting 1 ( ) en meting 3 ( ) (zie deel 2, hoofdstuk 3, pag. 13, tabel 1). Verder is de non-response bij bedrijven op de vraag naar het al dan niet bestaan van een arbeidsovereenkomst nogal groot (circa 30%).Tenslotte kan het bestaan van GOA-constructies leiden tot het ontbreken van een arbeidsovereenkomst tussen leerbedrijf en leerling, waarbij de leerling wel een arbeidsovereenkomst heeft met een gemeenschappelijke opleider (zie ook deel 5 van het Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 6

7 rapport). Feitelijk zou er dan geen sprake zijn van een kleiner percentage leerlingen zonder arbeidsovereenkomst. Voor het lagere percentage leerlingen met een arbeidsovereenkomst bij ECABO en OVDB moet de verklaring worden gezocht bij deze specifieke opleidingen. Van ECABO is bekend dat er bij bedrijven problemen zijn om leerlingen in administratieve beroepen in de praktijk enigszins productief in te zetten. Dat is voor bedrijven een reden geen arbeidsovereenkomst te willen bieden en een reden voor het bestaan van opleidings-goa s die in de eerste fase van de opleiding gedurende enkele maanden praktijktraining voor leerlingen in deze beroepen verzorgen. 16 De per 1 januari 1996 in werking getreden fiscale faciliteit BBL beoogde onder meer het aantal leerarbeidsplaatsen voor leerlingen in drie jaar tijd met uit te breiden tot De geschatte groei van het totaal aantal leerarbeidsplaatsen bedraagt in 1997 circa 7400, namelijk van in 1996 naar circa in Uit deze cijfers valt op te maken dat de doelstelling gehaald kan gaan worden. Zijn er inmiddels recentere cijfers (het is nu immers ruim drie jaar na aanvang van de fiscale faciliteit) waaruit opgemaakt kan worden dat de groei met plaatsen inderdaad gehaald is? (deel 1, blz. 8) Er zijn thans geen recentere gegevens beschikbaar. Externe bureaus zijn bezig met het verzamelen en verwerken van de gegevens over Rapportage wordt begin volgend jaar verwacht. 17 Welke conclusies verbindt de regering aan het FNV-experiment inzake de combinatie van Wet Inschakeling Werkzoekenden en BBL voor de concurrentie tussen beide regelingen, die het EIM-rapport met name binnen de kleinste leerbedrijven mogelijk acht? (deel 1, blz. 10) In het kader van de invoering van WIW is per 1 januari 1998 de ministeriële regeling combinatie WIW-dienstbetrekking en BBL van kracht geworden. Deze combinatie biedt de mogelijkheid om werkervaring op te doen, waarmee de kans op uitstroom naar ongesubsidieerd werk toeneemt. Deze combinatie mag immers niet leiden tot verdringing van de reguliere instroom in de BBL. Daartoe vindt ook monitoring plaats van de ontwikkeling van deze combinatievariant. In deze monitoring wordt o.a. gekeken of de deelname aan deze combinatievariant niet hoger zal zijn dan 10% van de deelname in de reguliere (ongesubsidieerde) deelname aan die BBL. Een overschrijding van dit percentage zal aanleiding kunnen zijn om aanscherping van de regeling aan de orde te stellen. Tot op heden is er echter geen aanleiding om te veronderstellen dat concurrentie tussen de regelingen, zoals bedoeld is in de vraagstelling, op zal treden. 18 Veel leerbedrijven verwachten dat een hogere fiscale aftrek een positief effect zal hebben op het aannemen van deelnemers behorend tot kansarme doelgroepen. Is ook onderzocht aan wat voor een verhoging dan gedacht wordt? (deel 1, blz. 10) Nee, dat is niet onderzocht. 19 Waarom ondernemen leerbedrijven geen concrete actie om nog meer leerlingen geplaatst te krijgen als zij daar wel de mogelijkheden toe hebben? Is bekend wat hen ertoe kan bewegen hun maximale capaciteit, of in elk geval meer leerlingen aan te nemen? (deel 1, blz. 10) Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 7

8 Het midden en kleinbedrijf in Nederland bestaat uit zo n bedrijven. Ruim 95% van hen heeft minder dan 15 werknemers in dienst. Voor mkb-bedrijven geldt dat zij slechts eens in de 3 tot 5 jaar een deelnemer uit het leerlingwezen cq de BBL aannemen. De toename van leerlingen moet in het mkb ontstaan door uitbreiding van het aantal leerbedrijven. Dat is een duidelijk andere situatie dan in het grootbedrijf waar jaarlijks meerdere leerlingen tegelijk kunnen worden opgenomen. Een groot deel van de bedrijven heeft wel concrete actie ondernomen om meer leerlingen in dienst te nemen (ca. 2/3 van de leerbedrijven en 1/3 van de niet-leerbedrijven). Gebrek aan aanbod en kwaliteit van leerlingen en het niet systematisch zoeken naar nieuwe leerlingen vormden de belangrijkste reden waarom men er niet in slaagde meer leerlingen aan te trekken. (zie deel 4, hoofdstuk 2.6, pag ). 20 Wat is de oorzaak van het feit dat bedrijven onvoldoende zicht hebben op het opleidingsaanbod? Wiens verantwoordelijkheid is dit? Wat zou er op dit punt te verbeteren zijn? (deel 1, blz. 10) De informatiekanalen van bedrijven en BVE-instellingen op regionaal niveau versterken elkaar nog onvoldoende. Een gevolg hiervan is dat een deel van het bedrijfsleven niet de weg weet naar aanbieders van opleidingen (mede door de snelle ontwikkelingen in het secundair beroepsonderwijs). De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet bij één partij. Regionale samenwerking tussen werkgevers (belangrijkste afnemers), ROC s (aanbieders van opleidingen en deelnemers) en landelijke organen (verantwoordelijk voor kwaliteit en voldoende beroeps en praktijkvormingsplaatsen) is hierbij van belang. In 1998 is OCenW gestart met het regionale experiment in Oost-Brabant met als doel het regionale bedrijfsleven te informeren over de mogelijkheden van het secundair beroepsonderwijs. Hierbij is door samenwerking met verschillende partijen (vertegenwoordigers van onderwijs, landelijke organen, provincie en bedrijfsleven) een aantal producten ontwikkeld. Een aanbeveling uit dit experiment is dat samenwerking tussen regionale vertegenwoordigers van sociale partners, landelijke organen en ROC s gestimuleerd moet worden. Eind oktober zullen de aanbevelingen uit het experiment Oost-Brabant worden gepresenteerd aan de landelijke klankbordgroep (sociale partners, Colo, Bve Raad en LNV). Dan zal ook worden bezien op welke wijze regionale samenwerking verder gestimuleerd kan worden. 21 In welke mate verwacht de regering een terugval in de toepassing van de fiscale faciliteit als gevolg van de inwerkingtreding van de toetsloongrens voor deelnemers onder de 25 jaar? (deel 1, blz. 11) In het rapport wordt becijferd dat het gaat om circa 6500 leerlingen waarvoor de fiscale faciliteit na de beëindiging van de overgangsmaatregel niet meer van toepassing is. Het percentage van deze leerlingen waarvoor de fiscale faciliteit feitelijk werd toegepast is niet bekend. Als we uitgaan van een gemiddeld toepassingspercentage van 80 85%, zoals voor alle leerlingen het geval is, dan gaat het bij benadering om een terugval in toepassing van circa 5500 gevallen. 22 Aangegeven wordt dat het afleveren van een compleet en dekkend beeld van deelnemers en leerbedrijven werd bemoeilijkt doordat veel ROC s in 1997 nog versnipperde en niet op elkaar aansluitende deeladministraties hadden. Is bekend of dit, nu twee jaar later, verbeterd is? (deel 2, blz. 5) Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 8

9 De ROC s zijn bezig om alle veranderingen die samenhangen met het van kracht worden van de WEB (fusies en onderwijsstructuur) te verwerken. Dat geldt ook voor de aanpassingen die nodig zijn op het terrein van de automatisering (bijvoorbeeld integratie van alle vestigingen) en een uniform administratief systeem. De resultaten van de monitor fiscale faciliteit 1998 worden komende maanden door een onderzoeksbureau geanalyseerd. Dan zal ook blijken welke vorderingen er op dit punt zijn gerealiseerd. 23 Hoe verhoudt de toename van het aantal deelnemers aan de BBL en de toename van het effect van de fiscale faciliteit die in het rapport worden geconstateerd zich tot de verwachtingen ten tijde van het instellen van de maatregel ten aanzien van aantal deelnemers en effect van de fiscale faciliteit? (deel 2, blz. 6) Goed. De toename van het aantal beroepspraktijkvormingsplaatsen kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan de fiscale faciliteit leerlingwezen. De geschatte grootte van het effect van de fiscale faciliteit bedraagt 4000 deelnemers in 1996 en 7000 in Dit ligt in de orde die beoogd werd ( plaatsen in drie jaar). 24 Wat veroorzaakt dat de fiscale faciliteit minder vaak wordt toegepast bij oudere deelnemers (25 jaar en ouder) dan bij de jongere? (deel 2, blz. 7) Dat is niet bekend. 25 Uit de tabel op pagina 13 van deel 2 van het rapport blijkt dat de toename van het totaal aantal deelnemers en deelnemers met toepassing van de fiscale faciliteit over de periode tot veel hoger is dan over de periode Zet deze ombuiging zich ook in 1998 door en is de conclusie gerechtvaardigd dat de recente toename van het aantal deelnemers aan de BBL al sterk aan het afvlakken is? (deel 2, blz. 13) Er zijn vooralsnog geen signalen die deze stelling ondersteunen. Dat zal blijken uit het onderzoek over Zie de antwoorden op vraag De lagere deelname van vrouwen aan de fiscale faciliteit komt blijkens het onderzoek doordat vrouwen minder vaak op een leerovereenkomst gecombineerd met een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn. Is de regering voornemens daar in het kader van het emancipatiebeleid stimulerend in op te treden? (deel 2, blz. 15) De inzet op het terrein van het emancipatiebeleid is erop gericht dat de emancipatie verankerd wordt in het reguliere beleid van de instellingen. Daartoe is een aantal thema s geformuleerd, die als leidraad gelden. Deze thema s zijn diversiteit, levensloopbanen, leren, ICT en leidinggevende en bestuursfuncties. Deze inzet op emancipatiebeleid zal naar verwachting ook effect hebben op de deelname van vrouwen aan de fiscale faciliteit. Specifiek beleid in deze wordt niet overwogen. 27 De landelijke organen vertonen grote verschillen in afgesloten LOK/POK s met arbeidsovereenkomst. Ligt hier een taak voor de sociale partners en de overheid om in specifieke sectoren het percentage mét arbeidsovereenkomst te vergroten? Vooral omdat het hier een hoog percentage vrouwelijke deelnemers betreft. (deel 2 blz. 23) Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr. 56 9

10 De verantwoordelijkheid voor vergroting van het aantal LOK/POK s met arbeidsovereenkomst ligt in de eerste plaats bij de sociale partners. 28 Overweegt de regering specifieke aanvullende maatregelen voor de transportsector en de zakelijke dienstverlening gezien het relatief geringe afzonderlijke effect van de fiscale maatregel in die sectoren? (deel 3, blz. 17) Specifiek beleid gericht op afzonderlijke sectoren wordt niet overwogen. Zie ook het antwoord op vraag Een groot deel van de bedrijven is niet of nooit benaderd door een Landelijk Orgaan, door een school of leerlingen met een verzoek om een leerlingplaats. Hoe gaat de regering deze contacten die de bekendheid met de fiscale faciliteit zeer doen toenemen stimuleren? (deel 4, blz. 36) Zie het antwoord op vraag De opleidings- en combinatie-goa s zijn volgens het evaluatierapport voor hun voortbestaan afhankelijk van bijdragen van bedrijven en uit de sector (bijv. O&O-fondsen). Hoe groot acht de regering de kans dat deze gemeenschappelijke opleidingsactiviteiten blijven bestaan? In bijvoorbeeld Alkmaar (zie eerdere vragen van het lid Mosterd, CDA) zijn op dit punt al problemen ontstaan omdat het fiscale voordeel beduidend minder is in een opleidings- of combinatie-goa. Werkt de regeling fiscale faciliteit op dit punt contraproductief om jongeren en leerbedrijf bij elkaar te brengen? Is de regering van mening dat deze gemeenschappelijke opleidingsactiviteiten een waardevolle bijdrage leveren in het kader van het opleiden van leerlingen? Zo ja, wordt de regeling op dit punt aangepast? (deel 5, blz. 7) Een aanpassing van de regeling op het punt van de zogenaamde GOA s wordt niet overwogen. Het is, zoals ook aangegeven in mijn antwoord op vragen van het Kamerlid Mosterd (Kamerstuk 1595, vergaderjaar ) de verantwoordelijkheid van de in of met een GOA samenwerkende bedrijven, om een zodanige constructie te kiezen dat optimaal van de WVA gebruik kan worden gemaakt. Voor een contraproductieve werking zijn op dit moment, gezien de ontwikkelingen van de deelnemersaantallen, geen indicaties. 31 Aangegeven wordt dat als het gaat over de opleidings-goa s er een risico bestaat dat eventuele waardevolle opleidingsfaciliteiten verloren gaan als het bedrijfsleven er onvoldoende in slaagt om als collectief op te treden. Welke opleidingsfaciliteiten worden hier precies bedoeld? Is er een rol voor de overheid weggelegd om te voorkomen dat deze faciliteiten verloren gaan? (deel 5, blz. 7) Dit betreft de opleidingsactiviteiten van zogenaamde Opleidings-GOA s. Deze verzorgen wel de opleiding maar sluiten geen arbeidsovereenkomsten af en komen daardoor niet in aanmerking voor de faciliteit. Het verschijnsel schijnt vooral voor te komen bij administratieve opleidingen die vallen onder de ECABO. Deelnemers daar zijn aanvankelijk nog niet productief, zodat ze niet in aanmerking komen voor loon. Een ander probleem is dat deze opleidingen niet onder een bepaalde bedrijfssector vallen. Alle bedrijven hebben wel administratieve functies, maar er zijn er geen die zich specifiek verantwoordelijk achten voor opleidings- Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

11 activiteiten. Ze worden daarom ook niet door een bedrijfssector gesponsord. Overigens is het instandhouden van dergelijke faciliteiten in eerste instantie een taak van het betrokken bedrijfsleven. 32 Waarom wordt door de invoering van de WVA de instroom moeilijker voor leerlingen «die gezien hun uitgangspositie niet meteen in aanmerking kunnen komen voor een arbeidscontract»? (deel 5, blz. 7) De WVA veronderstelt de aanwezigheid van een arbeidscontract. Leerlingen uit doelgroepen die niet meteen voor een arbeidscontract in aanmerking komen, kunnen een plek vinden in de beroepsopleidende leerweg van het secundair beroepsonderwijs. 33 Voor leerlingen uit doelgroepen (deelnemers met beperkte vooropleiding, allochtonen met taalachterstand, langdurig werklozen enz.) die niet meteen in aanmerking komen voor een arbeidscontract wordt instroom moeilijker door het waarschijnlijk wegvallen van de GOA s met eigen opleidingsmogelijkheden. Hoe gaat de regering dat compenseren of wordt dat helemaal overgelaten aan de sectoren? Wat is in deze de relatie met het Plan Voortijdig Schoolverlaten? (deel 5, blz. 7) Zie ook het antwoord op vraag 30. In het Plan van Aanpak Voortijdig Schoolverlaten zijn maatregelen aangekondigd om het aantal voortijdig schoolverlaters te verminderen. Het plan gaat uit van een decentrale aanpak van de problematiek waarbij gemeenten een centrale rol spelen. Gemeenten zullen afspraken moeten maken met partijen die een rol spelen bij het voortijdig schoolverlaten om ter plaatse adequate oplossingen voor het probleem te vinden. Scholen, welzijnsinstellingen, justitie maar ook werkgevers spelen daarbij een belangrijke rol. Het aan bieden van leer/werktrajecten zal voor veel voortijdig schoolverlaters een goede oplossing kunnen zijn. Binnen het kader van de gemeentelijke taken zullen daarover met de verschillende partijen afspraken gemaakt moeten worden. Tweede Kamer, vergaderjaar , VIII, nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 december 1999 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 Telefax (079) 323

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 060 Fiscale faciliteiten voor het leerlingwezen Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 31 augustus 1998 De commissie voor de Rijksuitgaven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 060 De fiscale faciliteit voor het leerlingwezen Nr. 2 RAPPORT Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding 5 2 Het leerlingwezen en de fiscale faciliteit

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 017 Versterking ruimtelijk-economische structuur Nr. 26 1 Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 452 Internationalisering van het onderwijs Nr. 17 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 597 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs ter bestendiging en actualisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. laaggeletterdheid. Geachte mevrouw Arib,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. laaggeletterdheid. Geachte mevrouw Arib, De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl D A T U M 20

Nadere informatie

Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling

Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit namens het ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 696 Schoolzwemmen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 juli 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 635 Invoering WEB Nr. 15 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 mei 1999 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 21 501-05 Cultuurraad Nr. 35 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (GPV), Voorhoeve (VVD), Voûte-Droste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 812 Wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 8 oktober 2001 De vaste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 066 Belastingdienst Nr. 373 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 19 juli 2017 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 724 Studiefinanciering Nr. 51 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 juli 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving R VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2018 Omgeving 1

Nadere informatie

Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling

Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit namens het ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 279 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 24 724 Studiefinanciering Nr. 54 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 maart 2002 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 066 Belastingdienst Nr. 270 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 29 april 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 368 Beroepspraktijkvorming in het mbo Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 mei 2008 De commissie voor de Rijksuitgaven 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 318 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1998 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 Nota over de toestand van s Rijks financiën 34 775 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 23 235 Thuiszorg Nr. 68 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 26 april 2000 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 F 31 744 Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Nr. 57 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 april 2019 De vaste commissie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling mei 2007. Het aantal door kenniscentra erkende leerbedrijven

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid I VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 26 oktober 2017 De leden van de vaste commissie

Nadere informatie

Uitleg soorten Afdrachtverminderingen

Uitleg soorten Afdrachtverminderingen Uitleg soorten Afdrachtverminderingen Inhoud In het kort... 1 Verminderingen onderwijs... 1 BBL... 2 BOL... 3 'Zwart-op-wit' overeenkomst... 4 Meer info afdrachtverminderingen onderwijs... 5 Afdrachtvermindering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2016 F VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling

Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling Beroepsbegeleidende leerweg Ook voor uw bedrijf of instelling Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit namens het ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie Nr. 235 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 februari 2015 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 887 Samenvoeging van de gemeenten Heerjansdam en Zwijndrecht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 13 november 2001 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5813 22 maart 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 03 maart 2012, nr. WJZ/355918 (10191)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 241 Enquête vliegramp Bijlmermeer Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 446 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 april 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs M201114 MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs MKB-ondernemers over ondernemen in het reguliere onderwijs drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, november 2011 MKB ziet wel brood in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 674 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten vanwege een aantal wijzigingen van pensioenwetgeving (Verzamelwet pensioenen 2017) J

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onze referentie 463105 Bijlagen 1 Datum 26 november 2012 Betreft Wijziging Formatiebesluit in verband met het budgetteren

Nadere informatie

Lijst van vragen - totaal

Lijst van vragen - totaal Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 33149-30 Vragen aan Commissie : Regering : Volksgezondheid, Welzijn en Sport 33 149 Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld------------------

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22152 Voorlichtingscampagnes van het Rijk Nr. 3 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 1991 De Commissie voor de Rijksuitgaven 1 legt over dit rapport

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo

GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN LEER-WERKTRAJECTEN VMBO DEN HAAG, 20 DECEMBER 2001 Gezamenlijke afspraken leer-werktrajecten vmbo 1 De onderstaande partijen: 1. Enerzijds de Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd

Nadere informatie

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009 VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009 Utrecht, maart 2010 INHOUD Inleiding 7 1 Het onderzoek 9 2 Resultaten 11 3 Conclusies 15 Colofon 16

Nadere informatie

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN 1 van 6 REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN VOOR EXTERNE OPLEIDINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015 (versie 1 oktober 2016) 2 van 6 Inhoudsopgave Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Voorwaarden...

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 7 juni 2001 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport OVERZICHT van stemmingen in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 017 018 31 066 Belastingdienst Nr. 380 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 404 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 2012 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 202 203 33 29 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en deuitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) 33 330 Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 25 434 Structuurversterking filmindustrie Nr. 9 1 Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 847 Integrale visie op de Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap

Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap Taakstelling Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap 1. Inleiding In 2002 is het zogenaamde zelfreinigend onderzoek uitgevoerd naar onregelmatigheden in de bekostiging in de onderwijssectoren die vallen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 066 Belastingdienst Nr. 462 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 436 Wijziging van de Leegstandwet in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur bij leegstand van gebouwen en woningen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 733 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs Nr. 57 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 18 oktober 2000 Binnen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo - Algemene daling in aantal mbo-studenten. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt door de afname van het aantal leerwerkplekken. - Vooral

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 33 740 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de resultaten van de Taskforce Jeugdwerkloosheid.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de resultaten van de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Datum 3 november 2014 Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (CDA) over het bericht over terugvorderen van de WVA bij transportbedrijven

Datum 3 november 2014 Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (CDA) over het bericht over terugvorderen van de WVA bij transportbedrijven >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Onderzoek EVC Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Colofon Titel: Onderzoek EVC: aantallen 2013 en 2014 Auteur : Robbie van Kippersluis Versie: 1.0 Datum: Juni 2014 Kenniscentrum EVC Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch

Nadere informatie

M200608. Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster

M200608. Vooral anders. De kwaliteit van het personeel van de toekomst. Frans Pleijster M200608 Vooral anders De kwaliteit van het personeel van de toekomst Frans Pleijster Zoetermeer, september 2006 De Werknemer van de toekomst Van alle ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf verwacht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 december 2005 Ter voorbereiding van een algemeen overleg

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie