TITEL RAPRRAPPORT ECOLOGISCHE BEOORDELING UITBREIDING CAMPING CNOSSEN, LEEKSTERMEER. Watersportcentrum Cnossen, Leekstermeer.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TITEL RAPRRAPPORT ECOLOGISCHE BEOORDELING UITBREIDING CAMPING CNOSSEN, LEEKSTERMEER. Watersportcentrum Cnossen, Leekstermeer."

Transcriptie

1 TITEL RAPRRAPPORT A&W-rapport 827 ECOLOGISCHE BEOORDELING UITBREIDING CAMPING CNOSSEN, LEEKSTERMEER in opdracht van Watersportcentrum Cnossen, Leekstermeer

2

3 Altenburg & Wymenga ECOLOGISCH ONDERZOEK A&W-rapport 827 ECOLOGISCHE BEOORDELING UITBREIDING CAMPING CNOSSEN, LEEKSTERMEER P. Biezenaar Altenburg & Wymenga ECOLOGISCH ONDERZOEK BV Veenwouden 2006 Watersportcentrum Cnossen, Leekstermeer

4 Projectnummer Projectleider Status 871CNW P. Biezenaar Definitief rapport Autorisatie Paraaf Datum Goedgekeurd M. Groeneweg 11 oktober 2006 Biezenaar, P Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer. A&W-rapport 827. Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Veenwouden. Opdrachtgever Dhr. J. Cnossen Meerweg 13, 9312 TC Roden/Nietap Telefoon (0594) Foto Voorplaat Zilveren maan, Trijehûs, Kemphanen, Ringslang: Benny Klazenga, Katlijk Uitvoerder Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek bv Postbus 32, 9269 ZR Veenwouden Telefoon (0511) , Fax (0511) Web: Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek bv Overname van gegevens uit dit rapport is toegestaan met bronvermelding.

5 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer INHOUD 1. INLEIDING 1 2. ECOLOGISCHE WET- EN REGELGEVING Gebiedsbescherming Soortbescherming 4 3. VOORGENOMEN PLANNEN Huidige situatie Inrichtingsplannen Beoordeling 8 4. GEBIEDSBESCHERMING Inleiding Beschermde gebieden in of nabij het plangebied Samenvatting SOORTBESCHERMING Inleiding Plantensoorten Zeggenkorfslak Libellen en dagvlinders Vissen Amfibieën en reptielen Vogels Vleermuizen Overige zoogdieren Samenvattende tabel CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 27 LITERATUUR 29

6 A&W-rapport 827

7 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 1 1. INLEIDING In verband met een uitbreiding van de kampeerfaciliteiten van Watersportcentrum Cnossen, Leekstermeer, is een aantal werkzaamheden voorzien aan de kampeerterreinen en het hoofdgebouw. Op dit moment bevindt de planvorming zich in een fase van ontwikkeling en voorbereiding. De eigenaar van het watersportcentrum heeft in dit kader aan Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek bv opdracht gegeven om een ecologische beoordeling uit te voeren, met als doel de plannen te toetsen aan de ecologische wet- en regelgeving. In een eerder stadium is voor de natuurcamping een aantal leidingen aangelegd vanaf het hoofdgebouw. In verband met vergunningverlening ten aanzien van het bestemmingsplan dient deze ingreep eveneens te worden getoetst aan de geldende natuurwetgeving. Deze rapportage start met een beknopt overzicht van de ecologische wet- en regelgeving die relevant is bij bouwplannen. Vervolgens worden de huidige situatie en de beoogde inrichtingsplannen beschreven. Daarna volgt het onderzoek dat voor de ecologische beoordeling nodig is. Het onderzoek beantwoordt de volgende vragen, die in het kader van de Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet en overige natuurbescherming van belang zijn: Komen in het plangebied of nabije omgeving beschermde gebieden voor? Zo ja, hebben de plannen (significant) negatieve effecten op deze gebieden en zijn die te voorkomen? Komen in het plangebied beschermde planten- en diersoorten voor? Zo ja, worden deze bij realisatie van het plan geschaad en kan dat voorkomen worden? De beoordeling in het kader van de natuurwetgeving die in deze rapportage wordt uitgevoerd, heeft betrekking op de volgende drie onderdelen: de uitbreiding van het kampeerterrein door de herinrichting van het tussenliggende weideperceel en het deel ten noorden van de natuurcamping; de verbouwing van het hoofdgebouw; de eerder uitgevoerde aanleg van ondergrondse leidingen vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping en ondergrondse leidingen op de natuurcamping. Indien relevante negatieve effecten ten aanzien van beschermde gebieden en/of soorten niet voorkomen kunnen worden, zijn vergunningen en/of ontheffingsaanvragen noodzakelijk. In die gevallen wordt aangegeven of verzachtende en compenserende maatregelen nodig zijn. Altenburg & Wymenga bv presenteert in dit rapport de resultaten van een onafhankelijk ecologisch onderzoek. Het onderzoek spreekt zich niet uit over de wenselijkheid van het onderhavige plan of een bepaalde ontwikkeling. Landschappelijke, archeologische of cultuurhistorische waarden komen niet aan de orde. Aan deze ecologische beoordeling kunnen geen rechten worden ontleend.

8 2 A&W-rapport 827 Foto 1. Het weideperceel in het plangebied dat voor een deel zal worden ingericht als kampeerterrein. De foto is genomen vanaf het noorden. Links van dit perceel liggen het oostelijk kampeerterrein (met bomen en struiken), de hoofdgebouwen van het watersportcentrum Cnossen en het Leekstermeer. Rechts is enige begroeiing te zien van de natuurcamping (foto: A&W).

9 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 3 2. ECOLOGISCHE WET- EN REGELGEVING Alle ruimtelijke ingrepen in Nederland dienen aan de ecologische wet- en regelgeving te worden getoetst. Deze is in dit hoofdstuk kort samengevat. Voor een precieze weergave van juridisch relevante teksten raadplege men de oorspronkelijke uitgaven van de wetsteksten. De wettelijke bescherming van natuurwaarden valt in grote lijnen uiteen in twee delen: gebiedsbescherming ( 2.1) en soortbescherming ( 2.2) GEBIEDSBESCHERMING Gebiedsbescherming houdt in dat gebieden met bijzondere natuurwaarden wettelijk zijn beschermd. Hierbij gaat het om de Natura 2000-gebieden, Beschermde natuurmonumenten, de Ecologische hoofdstructuur, natuurreservaten en andere in bestemmingsplannen aangeduide gebieden. Natuurbeschermingswet en overige gebiedsbescherming De wettelijke bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet die per 1 oktober 2005 in werking is getreden. Daarmee heeft Nederland de gebiedsbescherming volgens de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving verankerd. De Natura 2000-gebieden die in het kader van de Habitatrichtlijn of Vogelrichtlijn zijn vastgesteld, worden ook wel Habitatrichtlijnc.q. Vogelrichtlijngebieden genoemd. Handelingen die deze gebieden schaden zijn verboden, tenzij de Provincie een vergunning verleent. Habitatrichtlijngebieden zijn aangewezen genoemd zijn in respectievelijk bijlage I en II van de richtlijn. Vogelrichtlijngebieden zijn aangewezen ter bescherming van het leefgebied van bedreigde vogels en trekvogels. Wanneer er activiteiten in of nabij een Natura 2000-gebied plaatsvinden, moet onderzocht worden of deze significant negatieve effecten op de kwalificerende waarden van de Natura 2000-gebied hebben. Als uit deze ecologische beoordeling blijkt dat een Natura 2000-gebied (mogelijk) wordt aangetast, kan de Provincie slechts een vergunning verlenen als er geen alternatieven zijn, er een dwingende reden van groot openbaar belang met die activiteit is gemoeid en vóór de ingreep compensatie van natuurwaarden is gerealiseerd. De nieuwe wet schrijft voor dat voor ieder Natura 2000-gebied een aanwijzingsbesluit moet worden opgesteld, waarin heldere instandhoudingsdoelen zijn vastgelegd. Op basis daarvan worden de komende jaren beheerplannen ontwikkeld. Daarin is vastgelegd hoe habitattypen en soorten in een Natura 2000-gebied beschermd worden en welke activiteiten in en om de Natura 2000-gebieden zijn toegestaan. Het ministerie van LNV heeft gebiedendocumenten in concept opgesteld, waarin onder andere kwalificerende waarden en beheerdoelstellingen zijn vastgelegd. Totdat de nieuwe aanwijzingsbeschikkingen definitief zijn vastgesteld, gelden de vigerende kwalificerende waarden. Onder de nieuwe wet vervalt het onderscheid tussen Staatsnatuurmonumenten en Beschermde Natuurmonumenten. Beide vallen onder de noemer Beschermde natuurmonumenten. Waar bestaande Beschermde natuurmonumenten en Natura gebieden elkaar overlappen, worden de natuurwaarden en het natuurschoon waarvoor de natuurmonumenten waren aangewezen, opgenomen in de doelstellingen voor

10 4 A&W-rapport 827 instandhouding van het betreffende Natura gebied. De overige natuurmonumenten houden binnen de Natuurbeschermingswet een aparte bescherming. De Ecologische hoofdstructuur (EHS) is onderdeel van het rijksbeleid voor een netwerk van natuurgebieden door Nederland. Waar de grenzen nog globaal zijn vastgesteld, moeten onomkeerbare ingrepen voorkomen worden. Na vaststelling van de exacte grenzen zijn ruimtelijke ingrepen binnen de EHS niet toegestaan. In uitzonderingsgevallen kan het Rijk de natuurwaarden en functies van het EHS-gebied laten wijken voor andere functies van groot maatschappelijk belang. De initiatiefnemer dient deze belangen en mogelijke alternatieven uitgebreid te motiveren. Daarnaast dient hij compenserende dan wel mitigerende (verzachtende) maatregelen te treffen (ministerie van LNV 2003) SOORTBESCHERMING Flora- en faunawet Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Hierin is de soortbescherming geregeld. Daarnaast geldt voor álle in het wild levende dieren en planten en hun directe Zorgplicht De zorgplicht houdt in dat iedereen dient te voorkomen dat zijn handelen nadelige gevolgen voor flora en fauna heeft. Als dat niet mogelijk is, dienen die gevolgen zoveel mogelijk beperkt of ongedaan gemaakt te worden (artikel 2). De zorgplicht geldt altijd, zowel voor beschermde als onbeschermde soorten. Bij overtreding zijn er overigens geen sancties. Beschermde soorten In de Flora- en faunawet heeft de overheid van nature in Nederland voorkomende plantenen diersoorten aangewezen die beschermd moeten worden. Ook de beschermde soorten onder de Europese richtlijnen (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn) zijn hierin opgenomen. De bescherming houdt in dat het verboden is om beschermde, inheemse planten te beschadigen (artikel 8). Het is ook verboden om beschermde, inheemse dieren te doden, verontrusten, dan wel hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen of te verstoren (artikelen 9 tot en met 12). Zorgvuldig handelen de zorgplicht. Dit begrip is gekoppeld aan de beschermde soorten waarvoor ontheffing kan worden aangevraagd. Niet-zorgvuldig handelen is strafbaar. Zorgvuldig handelen vereist altijd een inspanning om te overzien wat de beoogde ingreep teweeg zal brengen. Een initiatiefnemer moet bijvoorbeeld altijd vooraf inventariseren welke beschermde, nietvrijgestelde soorten aanwezig zijn in een gebied waar een ingreep is gepland. Ook moet hij in redelijkheid alles doen of laten om te voorkomen, of zoveel mogelijk te beperken, dat de artikelen 8-12 van de Flora- en faunawet worden overtreden. De eerste stap daartoe is een goede planning, bijvoorbeeld om verstoring van dieren in de voortplantingstijd te voorkomen. Drie beschermingsregimes Met ingang van 2005 is een aantal wijzigingen van Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) bij de Flora- en faunawet in werking getreden. Hierdoor is het beschermingsregime van inheemse beschermde planten en dieren veranderd. Er zijn nu drie categorieën van

11 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 5 soorten. De indeling is bepaald door de zeldzaamheid of de mate van bedreiging van de soorten in Nederland, waarbij ook de beschermde soorten onder de Habitatrichtlijn zijn ingepast. Het gaat om de volgende beschermingscategorieën: 1. soorten waarvoor vrijstelling mogelijk is (licht beschermde soorten); 2. soorten waarvoor vrijstelling mogelijk is, mits aantoonbaar wordt gewerkt conform een goedgekeurde gedragscode (middelzwaar beschermde soorten); 3. soorten waarvoor ontheffing moet worden aangevraagd (zwaar beschermde soorten). Categorie 1. De eerste categorie geldt voor een aantal beschermde, maar algemeen voorkomende planten- en diersoorten (zoals Zwanenbloem, Bosmuis, Bunzing, Bruine kikker), volgens tabel 1 bij de AMvB. De wetgever gaat er vanuit dat verlening van vrijstelling voor deze soorten geen afbreuk doet aan hun huidige, gunstige staat van instandhouding. Voor deze soorten geldt wél de zorgplicht (zie hiervoor). Categorie 2. De tweede categorie geldt de soorten die zijn vermeld in tabel 2 bij de AMvB. De gedragscode die voor vrijstelling is vereist moet ter goedkeuring worden ingediend bij de minister van LNV. De gedragscode moet vermelden hoe bij het uitvoeren van de werkzaamheden schade aan planten en dieren en hun verblijfplaatsen voorkomen - of zoveel mogelijk beperkt - wordt. Er moet aantoonbaar volgens de gedragscode worden gewerkt om te voldoen aan de bewijslast. Dit betekent dat de werkprocessen gedocumenteerd moeten worden. Als er nog geen gedragscode is, moet bij overtreding van de artikelen 8-12 een ontheffing worden aang alleen getoetst of de activiteiten de gunstige staat van instandhouding van een soort in gevaar brengen. Deze toets vereist dat er inzicht moet zijn in de betekenis van het plangebied als leefgebied voor de soort in relatie tot de omliggende populaties. Als dat inzicht niet bestaat, dient daar onderzoek naar plaats te vinden. Dat kan betekenen dat ook onderzoek buiten het plangebied nodig is. Categorie 3. De soorten van de derde categorie zijn in tabel 3 van de AMvB genoemd. Deze tabel bevat de soorten die op bijlage IV van de Habitatrichtlijn staan en andere aangewezen soorten. Wanneer verbodsbepalingen worden overtreden is een ontheffingsaanvraag nodig, die wordt getoetst 1. de ingreep doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; 2. er is geen alternatief voor de ingreep; 3. er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang. Voor een ontheffing moet aan alledrie de criteria voldaan zijn. Vogels Voor vogels geldt een algemene bescherming, waarbij het verboden is vogels en hun nesten in het broedseizoen te verstoren. Dat betekent dat het in die periode niet is toegestaan om werkzaamheden in een gebied te starten die bedreigend zijn voor broedvogels. Voor de meeste soorten geldt een broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Wanneer vóór het broedseizoen wordt gestart met de schadelijke werkzaamheden, is de kans zeer gering dat daar broedvogels gaan nestelen. Rode Lijsten Nederland heeft voor een aantal bedreigde en kwetsbare planten- en diergroepen Rode Lijsten samengesteld. De doelstelling van de Rode Lijst is het bieden van duurzame bescherming aan een soort en zijn leefgebied. De Rode Lijst bestaat uit Nederlandse soorten

12 6 A&W-rapport 827 die vanwege hun aantalverloop of kwetsbaarheid speciale aandacht nodig hebben om hun voorkomen in ons land veilig te stellen. Hoewel de Rode Lijsten officieel door het ministerie van LNV zijn vastgesteld, hebben ze geen juridische status. Wel verwacht het ministerie van LNV van de verschillende overheden en terreinbeherende organisaties dat zij bij beleid en beheer rekening houden met de Rode Lijsten. Een aantal Rode-Lijstsoorten is ondergebracht in de Flora- en faunawet. Figuur 1. Het Natura 2000-gebied Leekstermeer (grijs). Het plangebied (zwart) ligt langs de zuidwesthoek van het meer (bron: website LNV, bewerkt).

13 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 7 3. VOORGENOMEN PLANNEN 3.1. HUIDIGE SITUATIE Het Watersportcentrum Cnossen ligt tegen de zuidwesthoek van het Leekstermeer en de zuidoever van het Leekster Hoofddiep (figuur 1). Het bedrijf bestaat uit gebouwen, een watersporthaven en een camping. In figuur 2 is een overzicht gegeven van de huidige situatie en het plangebied daarin. Het huidige kampeerterrein bestaat uit twee delen, namelijk een oostelijk deel dicht bij de gebouwen en een westelijk deel waarin de natuurcamping ligt. Tussen beide in ligt een perceel dat uit weidegrond bestaat. De gebouwen, de jachthaven en een oostelijk deel van het kampeerterrein liggen direct aan het water van het Leekstermeer. In dit deel ligt een doodlopende watergang van ca. 5 m breed, die in verbinding staat met het Leekstermeer. De noordelijke begrenzing van het gebied wordt voor een deel gevormd door een voetpad. Tussen dit pad en de oever van het Leekster Hoofddiep ligt een natuurlijk begroeide oeverzone met een breedte van 10 tot 50 m. Deze bestaat uit een brede rietzone en een oeverzone langs het water met bomen (wilgen en Zwarte elzen). De zuidelijke begrenzing van het gebied wordt gevormd door de Meerweg. Aan de westzijde liggen weidepercelen. Het westelijke deel van het kampeerterrein bestaat voor ca. de helft uit de natuurcamping die dicht bij de Meerweg ligt. De rest van het westelijk deel bestaat uit een paardenwei, schapenwei, vuurplaats en wildakker. Langs veel randen van de bestaande percelen binnen het plangebied staan opgaande begroeiingen in de vorm van struiken en (kleine) bomen INRICHTINGSPLANNEN De beoogde herinrichting van het Watersportcentrum bestaat uit twee onderdelen, namelijk een uitbreiding van het kampeerterrein en de verbouwing van het hoofdgebouw. Bij de herinrichting van het kampeerterrein wordt gestreefd naar een natuurlijk karakter. Dit wordt onder meer bereikt door vloeiende lijnen te gebruiken voor paden en watergangen en door natuurlijke vegetaties te laten ontwikkelen. Uitbreiding kampeerterrein In figuur 3 is op indicatieve wijze aangegeven hoe de inrichting van het kampeerterrein na de uitvoering van de plannen eruit ziet. Het deel van het plangebied waarin de herinrichting plaatsvindt, bestaat uit een deel van het huidige weideperceel dat tussen het oostelijke en westelijk kampeerterrein ligt en een deel van de westelijke percelen (foto 1, figuur 3). De herinrichting zal bestaan uit het aanleggen van kampeerplaatsen, sanitaire gebouwen, leidingen, verlichting en het graven van een watergang. Bij de uitbreiding van de kampeercapaciteit is ook voorzien in het graven van een extra watergang. Daarbij zal de nu doodlopende watergang in het oostelijke kampeerterrein (foto 2, figuur 3) worden doorgetrokken naar het tussenliggende weideperceel en het westelijke kampeerterrein. De huidige vuurplaats ten noorden van de natuurcamping wordt door deze

14 8 A&W-rapport 827 watergang omringd, waardoor het een eilandje zal vormen. Door de nieuwe watergang ontstaat een waterverbinding vanaf het Leekstermeer tot vrijwel aan de westelijke grens van het plangebied. Verbouwing hoofdgebouw De vergroting van het hoofdgebouw zal bestaan uit een uitbreiding van het grondoppervlak, waardoor een deel van het terras in het gebouw wordt opgenomen. De huidige dakconstructie met rietbedekking wordt vervangen door een schuin aflopend plat dak. Aanleg leidingen Enige jaren geleden is een aantal ondergrondse leidingen aangelegd tussen het hoofdgebouw en de natuurcamping en op het terrein van de natuurcamping. Het plangebied voor deze leidingen bestaat uit de natuurcamping (Figuur 3) en een smalle strook langs het onverharde pad dat evenwijdig aan en vlak langs de Meerweg loopt vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping. Deze ondergrondse leidingen dienen voor de aanvoer van elektriciteit en water en de afvoer van afvalwater. De aanleg van de leidingen is door de gemeente gedoogd, maar in het kader van vergunningverlening dient deze ingreep alsnog te worden getoetst aan de natuurwetgeving BEOORDELING De beoordeling in het kader van de natuurwetgeving die in deze rapportage wordt uitgevoerd, heeft betrekking op de volgende drie onderdelen die hierboven zijn beschreven: - de uitbreiding van het kampeerterrein door de herinrichting van het tussenliggende weideperceel en het deel ten noorden van de natuurcamping; - de verbouwing van het hoofdgebouw; - de eerder uitgevoerde aanleg van ondergrondse leidingen vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping en ondergrondse leidingen op de natuurcamping.

15 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 9 Figuur 2. Schets van het plangebied in de huidige situatie.

16 10 A&W-rapport 827 Figuur 3. Indicatieve schets van het plangebied na realisering van de herinrichting.

17 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer GEBIEDSBESCHERMING 4.1. INLEIDING Bij een ecologische beoordeling dient onderzocht te worden of de beoogde plannen een bedreiging vormen voor beschermde (natuur)gebieden in de regio. De volgende vragen komen daarbij aan de orde: 1. Liggen er beschermde (natuur)gebieden in het plangebied of nabije omgeving? 2. Heeft de activiteit mogelijk (significant) negatieve gevolgen voor de beschermde gebieden (externe werking)? 3. Zijn die gevolgen te voorkomen? 4. Welke consequenties heeft dat voor de plannen (conclusies)? Binnen de Habitattoets volgens de Natuurbeschermingswet vormen de eerste drie vragen de 4.2. BESCHERMDE GEBIEDEN IN OF NABIJ HET PLANGEBIED Natura 2000-gebieden zijn aangewezen in het kader van de Vogelrichtlijn en/of Habitatrichtlijn wegens het voorkomen van bepaalde zeldzame en kwetsbare soorten en deze gebieden te waarborgen. Deze kwaliteit is mede afhankelijk van de ruime omgeving. Wanneer invloeden buiten het gebied een negatief effect hebben op de natuurwaarden binnen het gebied, spreekt men van externe werking. Externe werking kan op verschillende manieren plaatsvinden. Ontwikkelingen op korte afstand kunnen bijvoorbeeld kwalificerende soorten in het Natura 2000-gebied verstoren of verontrusten. Een andere vorm van externe werking treedt op als kwalificerende soorten uit het Natura 2000-gebied ook gebruik maken situatie kan bijvoorbeeld optreden bij bouwplannen in een gebied waar ganzen uit een nabijgelegen Natura 2000-gebied foerageren, terwijl het natuurgebied is aangewezen als rustgebied voor deze ganzen. Locale en regionale overheden mogen in bestemmingsplannen geen ontwikkelingen mogelijk maken die in potentie een bedreiging voor Natura gebieden inhouden. Dit geldt voor nieuwe ontwikkelingen maar in beginsel ook voor bestaand gebruik. Hieronder is de afweging gegeven of voor de uitvoering van de beoogde herinrichting consequenties gelden ten aanzien van Natura 2000-gebieden in de omgeving. Hiermee wordt invulling gegeven aan de eerste stap van de Habitattoets, namelijk de oriënterende fase. Indien sprake is van een (significant) negatieve invloed zal voor de bedoelde werkzaamheden een vergunning moeten worden aangevraagd in het kader van de Natuurbeschermingswet. Natura 2000-gebieden Het plangebied maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Leekstermeer, dat is aangewezen in het kader van de Vogelrichtlijn. Andere Natura 2000-gebieden in de omgeving zijn het Norgerholt (ca. 15 km zuidelijk van het plangebied, Habitatrichtlijn), het Drentse Aa (ca. 15

18 12 A&W-rapport 827 km oostelijk van het plangebied, Habitatrichtlijn) en het Zuidlaardermeer (ca. 20 km oostelijk van het plangebied, Vogelrichtlijn). De gebieden Norgerholt en Drentse Aa (aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn) liggen op relatief grote afstanden van het plangebied. De ecologische omstandigheden binnen deze gebieden en de soorten en habitats waarvoor deze gebieden zijn aangewezen, verschillen sterk van die in het plangebied. Om deze redenen is het niet te verwachten dat de herinrichting van het plangebied via externe werking invloed heeft op de omstandigheden binnen de genoemde Habitatrichtlijngebieden. Het Norgerholt en de Drentse Aa worden in deze rapportage daarom niet verder besproken. Figuur 1 toont een kaart van het Natura 2000-gebied Leekstermeer (in het kader van de Vogelrichtlijn) en de ligging van het plangebied daarin. De gebouwen en de jachthaven van het watersportcentrum maken geen deel uit van dit Natura 2000-gebied. Voor de kampeerterreinen geldt dit wel. Het Leekstermeergebied is een bijzonder gradiëntenrijk overgangsgebied van het Drents plateau naar het laagveen. De graslanden waren vroeger belangrijk als broedgebied voor weidevogels, maar een deel van deze gronden is nu verdroogd. In het gebied komen nog waardevolle schraalgraslanden voor, onder andere nabij de Lettelberter Petten. Het oorspronkelijke veengebied werd vroeger zowel door de zee, door beekwater van het Drents plateau, als door grondwater gevoed. Er zijn plannen om de voeding met beek- en grondwater te herstellen en het gebied in te richten als een waterretentiegebied. Dit zal de ontwikkeling van laagveenmoerassen bevorderen. Het huidige Leekstermeer is van enig belang als broedgebied voor broedvogels van natte graslandgebieden (zoals Porseleinhoen en Kwartelkoning) en andere broedvogels, zoals de Slechtvalk. De plannen voor natuurontwikkeling zullen gunstig zijn voor broedvogels van rietmoerassen (Roerdomp en Rietzanger). Het Leekstermeergebied is vooral van betekenis als foerageer-, rustgebied en overwinteringgebied voor de Kolgans en in wat mindere mate ook voor Brandgans en Smient. Er bestaat geregeld uitwisseling met de ganzenconcentraties in het Natura gebied Zuidlaardermeer (Vogelrichtlijn). De soorten waarvoor het Leekstermeer volgens de Vogelrichtlijn is aangewezen, zijn: - Kolgans - Porseleinhoen - Kwartelkoning - Brandgans - Slechtvalk - Smient (Significante) effecten De activiteiten die in deze rapportage worden beoordeeld (zie paragraaf 3.3), zijn van invloed op de omgeving. In het kader van de Natuurbeschermingswet dient de beoordeling gericht te zijn op de natuurwaarden waarvoor het Leekstermeergebied in het kader van de Vogelrichtlijn is aangewezen. Dit zijn de soorten die hierboven zijn genoemd. De beoordeling richt zich tevens op de aangewezen natuurwaarden van Natura 2000-gebieden in de omgeving, in dit geval het Zuidlaardermeer (externe werking). Effecten buiten het Leekstermeergebied Het hoofdgebouw en andere (stenen) gebouwen van het watersportcentrum liggen buiten het Natura 2000-gebied. Dit deel van het studiegebied is niet geschikt voor de aangewezen

19 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 13 vogelsoorten. De werkzaamheden die daar zullen plaatsvinden, betreffen de verbouwing van het hoofdgebouw. De beoogde werkzaamheden zijn beperkt van omvang en veroorzaken slechts een relatief kleine toename van de huidige activiteiten rondom het hoofdgebouw en de haven van het watersportbedrijf. Het is daarom niet te verwachten dat de werkzaamheden die samenhangen met de verbouwing van het hoofdgebouw een extra verstoring zullen veroorzaken van de kwalificerende soorten van het Natura 2000-gebied Leekstermeer. Effecten binnen het Leekstermeergebied De beoogde herinrichting van het kampeergebied en de eerder uitgevoerde aanleg van ondergrondse leidingen, betreffen activiteiten binnen het Natura 2000-gebied Leekstermeer. Daardoor kunnen de kwalificerende soorten van dit gebied direct worden beïnvloed. De effecten hangen samen met de verstoring die optreedt tijdens de aanlegfase en tijdens het gebruik. De mogelijke verstoring van de kwalificerende vogelsoorten tijdens de aanlegfase van de leidingen en de herinrichting van het kampeerterrein betreft de aanwezigheid van werklieden en machines, bewegingen, transporten over de Meerweg en de productie van geluid. De verstoring die na de aanlegfase van het vernieuwde kampeerterrein optreedt, wordt veroorzaakt door het gebruik van de faciliteiten door (naar verwachting) een groter aantal bezoekers per jaar dan in de huidige situatie. Deze toenemende verstoring betreft het gebruik, de aanwezigheid van bezoekers op de nieuwe kampeerterreinen met huisdieren, tenten en caravans, de vaarrecreatie op het Leekstermeer en de productie van geluid. Bij de eerder aangelegde leidingen is geen sprake van verstoring tijdens het gebruik. Hieronder zijn de kwalificerende vogelsoorten van het Leekstermeergebied en de mogelijke nadelige effecten daarop beschreven. Kolgans, Brandgans, Smient Het plangebied heeft door de aanwezige begroeiing met boomsingels een besloten karakter. Dat betekent dat het plangebied niet overeenkomt met de biotoopeisen van Kolgans, Brandgans en Smient, die een opener landschap verkiezen. Daardoor zullen deze vogels niet of nauwelijks in het plangebied worden aangetroffen. De weidepercelen direct rondom het plangebied zijn minder omzoomd door boomsingels dan binnen het plangebied, maar er is geen sprake van een open landschap dat optimale omstandigheden biedt voor deze vogels. De weidegebieden ten noorden en oosten van het Leekstermeer zijn daarvoor aanmerkelijk beter geschikt. Het (toenemende) gebruik van de kampeerfaciliteiten en de (toenemende) intensiteit van de vaarrecreatie op het Leekstermeer zijn beperkt tot de lente- en zomermaanden. Deze periode valt buiten de maanden waarin ganzen en Smienten gebruik maken van het Leekstermeergebied. Om deze redenen mag ervan uit worden gegaan dat de genoemde verstoringen tijdens de aanlegfase en het gebruik van de nieuwe faciliteiten voor ganzen en Smienten in het Leekstermeergebied niet van belang zijn. Dat betekent ook dat er geen sprake is van een negatieve invloed op de ganzen en Smienten die wisselend het Leekstermeer en het Zuidlaardermeer bezoeken. Daardoor is er geen mogelijkheid dat de bedoelde activiteiten in het plangebied indirect (via externe werking) van invloed zijn op de ecologische waarden van het Natura 2000-gebied Zuidlaardermeer.

20 14 A&W-rapport 827 Slechtvalk De Slechtvalk wordt in Nederland weinig broedend aangetroffen. Het aantal broedgevallen van deze soort neemt echter gedurende de laatste jaren toe. Volgens de Atlas van de Nederlandse Broedvogels (SOVON 2002) en Van den Brink et al. (1996) komt de Slechtvalk niet broedend in de omgeving van het plangebied voor, hoewel het biotoop niet ongeschikt lijkt. Als wintergast is de Slechtvalk sporadisch in het Leekstermeergebied aangetroffen (Venema 2001). Het plangebied vormt slechts een klein deel van het potentiële leefgebied van deze soort in de regio. Het is om deze redenen niet te verwachten dat de beoogde herinrichting na de realisatie verstoring veroorzaakt van Slechtvalken. Het is evenmin waarschijnlijk dat de eerder uitgevoerde aanleg van de leidingen (vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping en binnen de natuurcamping) een negatieve invloed hebben uitgeoefend op de leefomstandigheden van deze soort. Porseleinhoen Het Porseleinhoen komt in de omgeving van het Leekstermeer voor (SOVON 2002). De leefomgeving van deze soort bestaat onder andere uit riet- en graslanden met ondiep en voedselrijk water en een gevarieerd aanbod van zeggen en natte ruigtevegetaties. Deze omstandigheden komen onder andere voor aan de noordzijde van het plangebied. Andere delen binnen en direct buiten het plangebied zijn ongeschikt voor deze soort. Omdat de oeverzones niet worden beïnvloed door de beoogde herinrichting, is het niet te verwachten dat de genoemde activiteiten binnen het plangebied verstoring veroorzaakt van mogelijk aanwezige Porseleinhoenders. Het is evenmin waarschijnlijk dat de eerder uitgevoerde aanleg van de leidingen (vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping en binnen de natuurcamping) een negatieve invloed hebben uitgeoefend op de leefomstandigheden van deze soort. Kwartelkoning In Noord-Nederland komt de Kwartelkoning vooral in Groningen en westelijke delen van Drenthe voor. Ook in het Leekstermeer is deze soort aangetoond (SOVON 2002), waarbij Van den Brink et al. (1996) waarnemingen vermeldt ten oosten van de Rodervaart. De verspreiding van de Kwartelkoning is vooral gebonden aan terreinen die vanaf half mei nog voldoende dekking bieden, zoals hooilanden en graslanden met beheersovereenkomsten. Binnen het plangebied komen deze terreinen niet voor. Buiten het plangebied komt mogelijk het oeverland langs het Leekster Hoofddiep daarvoor in aanmerking. Omdat deze oeverzones niet worden beïnvloed door de beoogde herinrichting, is het niet te verwachten dat de genoemde activiteiten binnen het plangebied verstoring veroorzaken van mogelijk aanwezige Kwartelkoningen. Het is evenmin waarschijnlijk dat de eerder uitgevoerde aanleg van de leidingen (vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping en binnen de natuurcamping) een negatieve invloed hebben uitgeoefend op de leefomstandigheden van deze soort. Beoordeling Aangezien er geen sprake is van negatieve effecten, is er in het kader van de Natuurbeschermingswet en de bescherming van Natura 2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden) geen bezwaar tegen de bedoelde activiteiten (paragraaf 3.3). Voor de bescherming van broedende vogels wordt verwezen naar hoofdstuk 5.

21 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 15 Beschermde natuurmonumenten Het plangebied heeft geen beschermde status als Beschermd natuurmonument. Op ca. 1,5 km ten zuiden van het plangebied ligt Elzenbroek, een klein Beschermd natuurmonument. Gezien de relatief grote afstand en de aard van het landgebruik tussen het plangebied en dit natuurgebied, is het niet te verwachten dat de bedoelde activiteiten van invloed zijn op de natuurwaarden van Elzenbroek. Ecologische hoofdstructuur De Ecologische hoofdstructuur (EHS) is onderdeel van het rijksbeleid voor een netwerk van natuurgebieden door Nederland. De Ecologische hoofdstructuur omvat kerngebieden (natuurreservaten, zoals Natura 2000-gebieden), natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. Ligging Het plangebied ligt voor een deel binnen een Natura 2000-gebied en behoort daardoor (voor dat deel) tot de Ecologische hoofdstructuur zoals de provincie dat heeft vastgesteld in de PEHS (Provincie Drenthe 2004). In het noordelijk deel van het Leekstermeergebied, waar het plangebied geen deel van uitmaakt, ligt de robuuste verbindingszone van de PEHS. Dit - Vledder Aa. Voor deze ecologische verbindingszone zijn geen doelsoorten vastgesteld, maar het betreft vooral biotopen als oppervlaktewater, oevers, moeras en natte graslanden (Provincie Drenthe 2004). (Significante) effecten Over het algemeen zijn natuurlijke oevers van groot belang voor de mogelijkheden die planten en dieren hebben om zich te kunnen verplaatsen in het landschap. Bovendien gebruiken veel organismen daarvoor ook andere landschapselementen, zoals boomsingels, houtwallen en sloten. Het plangebied ligt tegen de oeverlanden van het Leekstermeer en Leekster Hoofddiep. Maar omdat de beoogde activiteiten geen invloed uitoefenen op deze oevers, komt de EHS op die plaatsen niet in gevaar. Het weideperceel waarop de uitbreiding van kampeermogelijkheden zal plaatsvinden, ligt omsloten door opgaande begroeiingen. Het is niet te verwachten dat het huidige perceel een belangrijke bijdrage levert aan de verplaatsingsmogelijkheden van soorten binnen de PEHS. De beoogde herinrichting zal nauwelijks of geen verandering hierin veroorzaken. De eerder aangelegde ondergrondse leidingen van het hoofdgebouw naar de natuurcamping volgt het tracé van het huidige onverharde pad evenwijdig aan de Meerweg. Het is niet te verwachten dat de aanleg een negatieve invloed veroorzaakte op de verplaatsingsmogelijkheden van organismen. De verbouwing van het hoofdgebouw vindt plaats buiten de EHS en oefent geen invloed uit op de ecologische verbindingen in de directe omgeving. Beoordeling Aangezien er geen sprake is van negatieve effecten, is er in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) geen bezwaar tegen de bedoelde activiteiten (paragraaf 3.3). Foerageergebieden ganzen Vooral in de noordelijke delen van het Leekstermeergebied komen veel overwinterende vogels voor, zoals ganzen en Smienten (Voslamber et al. 2004). De zuidelijke en meer besloten delen lijken voor deze vogels minder geschikt. Toch heeft de provincie Drenthe ganzenfoerageergebieden aangewezen die ten zuiden en zuidoosten van het Leekstermeer

22 16 A&W-rapport 827 liggen (van Klinken 2005). Het plangebied ligt binnen het ganzenfoerageergebied ten zuiden van het Leekstermeer. Het plangebied heeft een besloten karakter. Daardoor is dit gebied niet functioneel als foerageergebied voor ganzen. Wanneer daarbinnen de beoogde herinrichting plaatsvindt, zal dit geen effect hierop hebben. Tijdens de uitvoeringsfase van de enige jaren geleden aangelegde leidingen waren de weilanden rond het plangebied nog niet aangewezen als ganzenfoerageergebieden. Tijdens deze aanleg heeft nauwelijks of geen extra verstoring van foeragerende ganzen en Smienten plaatsgevonden (zie hierboven: Natura 2000-gebieden, Effecten binnen het Leekstermeergebied). Het is niet te verwachten dat de bedoelde activiteiten (paragraaf 3.3) van invloed zijn of zijn geweest op pleisterende en overwinterende vogels van het Leekstermeer SAMENVATTING Samenvattend uit de voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk zijn de volgende conclusies getrokken: De activiteiten (paragraaf 3.3) veroorzaken geen conflicten met: - de Natuurbeschermingswet ten aanzien van het Vogelrichtlijngebied Leekstermeer; - de Natuurbeschermingswet ten aanzien van Vogel- en Habitatrichtlijngebieden in de omgeving; - de Natuurbeschermingswet ten aanzien van Beschermde natuurmonumenten; - de Ecologische Hoofdstructuur (PEHS); - de bescherming van ganzenfoerageergebieden.

23 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer SOORTBESCHERMING 5.1. INLEIDING In hoofdstuk 5 worden de volgende vragen beantwoord: 1. Komen in het plangebied beschermde en kritische soorten en vegetaties voor? 2. Zo ja, worden deze bij realisatie van het plan geschaad en kan dat voorkomen worden? 3. Zijn er vanuit de Flora- en faunawet bezwaren tegen de plannen en zijn dientengevolge ontheffingsaanvragen nodig? Soorten Voor de eerste stap is veldonderzoek uitgevoerd en zijn overzichtswerken, websites en andere bronnen geraadpleegd. Daarbij is ook informatie van derden betrokken. Er is daarbij vooral gelet op soorten die in het kader van de Flora- en faunawet en de Europese richtlijnen zijn beschermd, soorten die zijn opgenomen in de Rode Lijsten van kwetsbare en bedreigde soorten van Nederland en soorten die een indicatie geven van bepaalde ecologische kwaliteiten van het plangebied. Bronnen In onderstaande beschrijvingen van soortgroepen is steeds als eerste bron het Natuurloket geraadpleegd ( Het Natuurloket geeft een overzicht van de gegevens Vereniging Onderzoek Flora & Fauna (VOFF). De gegevens zijn weergegeven op kilometerhokniveau 1. Aangezien de kilometerhokken niet exact samenvallen met de grenzen van het plangebied, kan het zijn dat de genoemde soorten niet in het plangebied voorkomen. Ook zijn de gegevens soms (tientallen) jaren oud. De beschermde soorten worden op het natuurloket niet bij name genoemd. De gegevens zijn tegen betaling wel opvraagbaar. Daarnaast is in een aantal overzichtswerken en websites nagegaan welke bijzondere en beschermde planten- en diersoorten er in de ruime omgeving van het betreffende plangebied voorkomen. De meeste van deze bronnen presenteren hun gegevens op 5x5 km grote uurhokken, waardoor de gegevens een ruimer gebied beslaan dan het plangebied. Veldonderzoek De natuurwaarden zijn eveneens onderzocht aan de hand van een veldbezoek op 5 april Effecten Na de beschrijving van de soorten die in en nabij het plangebied voorkomen, volgt een overzicht van de te verwachten effecten van de ingreep op de ecologische kwaliteiten van het plangebied. Deze verstoringen kunnen verder reiken dan de grenzen van het plangebied. We maken hier volgens de voorschriften van LNV in Werken aan Natura 2000 (ministerie van LNV 2004a) onderscheid in vijf soorten effecten, onder te verdelen in kwantitatieve effecten 1 Kilometerhokken: De kaart van Nederland is door de Topografische Dienst verdeeld in blokken van 1 bij 1 km, de zogenaamde kilometerhokken. De plaatsaanduiding van een kilometerhok bestaat uit de coördinaten van de x-as en de y-as die elkaar in de linker onderhoek van het hok snijden.

24 18 A&W-rapport 827 (winst of verlies van habitats), kwalitatieve effecten (chemische effecten, fysieke effecten en verstoring) en achteruitgang in ruimtelijke samenhang (versnippering). Beoordeling Indien negatieve effecten niet voorkomen kunnen worden en verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet overtreden worden, zijn voor bepaalde soorten ontheffingsaanvragen noodzakelijk. In dat geval wordt geadviseerd of daarbij verzachtende en compenserende maatregelen nodig zijn. Soortgroepen In de volgende paragrafen wordt per soortgroep aangegeven welke zeldzame en beschermde soorten in het plangebied voorkomen. Het is onwaarschijnlijk dat in het plangebied zeldzame en/of beschermde soorten voorkomen die behoren tot de soortgroepen kevers, mieren, slakken (inclusief de Zeggenkorfslak), tweekleppigen en kreeftachtigen. Dit oordeel is vooral gebaseerd op de beschikbare literatuur (De Bruyne 2004, Kalkman 2004, EIS Nederland et al. 2003, Van Loon 2004a, b, c, d, Timmermans et al. 2004). Ook zijn de ecologische omstandigheden in het plangebied hoogstwaarschijnlijk ongeschikt voor deze soorten. Bovengenoemde soortgroepen worden daarom niet verder in dit hoofdstuk besproken, met uitzondering van de Zeggenkorfslak (paragraaf 5.3) PLANTENSOORTEN Volgens Het Natuurloket staan binnen de kilometerhokken waarin delen van het plangebied liggen, verscheidene soorten die beschermd zijn en/of op de Rode Lijst staan. Volgens deze bron zijn deze kilometerhokken goed onderzocht op vaatplanten. De beschermde en bedreigde planten zijn waarschijnlijk gevonden in sloten, bermen en oevergebieden van het Leekstermeer die buiten het plangebied liggen. De vegetatie binnen het plangebied bevat vooral een algemeen voorkomende Engels raaigras / beemdgras vegetatie en algemene voorkomende akkerkruiden. Binnen het plangebied zijn geen beschermde plantensoorten aangetroffen of soorten die op de Rode Lijst staan. Effecten De herinrichting binnen het plangebied veroorzaakt habitatverlies van algemeen voorkomende plantensoorten. Beoordeling De beoogde herinrichting van het plangebied leidt niet tot conflicten met de Flora- en faunawet ten aanzien van planten. Er komen geen plantensoorten voor die op de Rode Lijst staan. Het is niet te verwachten dat de enige jaren geleden aangelegde leidingen vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping negatieve gevolgen hebben gehad op beschermde plantensoorten of soorten van de Rode Lijst ZEGGENKORFSLAK De Zeggenkorfslak is een kleine slakkensoort van enkele milimeters groot, die in Nederland zwaar wordt beschermd. In 2005 is deze soort in het Leekstermeergebied gevonden. In Nederland en België wordt de Zeggenkorfslak aangetroffen in beekdalen met vegetaties van grote zeggensoorten. Het gaat hierbij om vegetaties in elzen- en wilgenbos of vegetaties die door beheer (meestal maaien) open worden gehouden. De waterhuishouding van de gebieden is van groot belang. De bodem moet permanent vochtig zijn waarbij het water

25 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 19 minimaal in het najaar iets boven het maaiveld moet uitkomen. Een te hoge waterstand is echter negatief en leidt op de langere duur tot het verdwijnen van de soort. De soort wordt meestal aangetroffen op plekken met kwel, maar kan ook voorkomen op plekken zonder actieve kwel. Op deze plekken zorgt vaak een beek voor een aanvoer van en verrijking met mineralen. Het plangebied komt niet overeen met de habitateisen van de Zeggenkorfslak. Mogelijk is deze soort te vinden in de Lettelberter Petten ten noorden van het Leekstermeer. Er is geen sprake van dat deze soort door de herinrichtingsactiviteiten wordt verstoord LIBELLEN EN DAGVLINDERS Het Natuurloket geeft aan dat de kilometerhokken waar het plangebied deel van uitmaakt, redelijk zijn onderzocht op de aanwezigheid van libellen en vlinders. Volgens deze bron komen daar geen beschermde soorten of Rode Lijstsoorten voor. ijk dat in en rond het onderzoeksgebied vooral algemene soorten voorkomen. Tijdens het veldonderzoek zijn geen libellen en vlinders waargenomen. Door de beperkte aanwezigheid van water binnen het plangebied leent het plangebied zich niet voor beschermde en zeldzame libellensoorten. Planten van bloemrijke ruigten die veel vlinders aantrekken, zoals Braam en Koninginnenkruid, zijn in het onderzoeksgebied slechts in beperkte mate aanwezig. Het huidige plangebied is niet geschikt voor zeldzame en kritische vlindersoorten, maar door de aanleg van een nieuwe watergang door het plangebied en met een beheer dat is gericht op natuurlijke oevers kunnen de levensomstandigheden van (bedreigde) vlinders en libellen toenemen. Effecten De herinrichting binnen het plangebied veroorzaakt mogelijk enig habitatverlies van algemeen voorkomende libellen- en vlindersoorten. Beoordeling De beoogde herinrichting van het plangebied leidt niet tot conflicten met de Flora- en faunawet ten aanzien van libellen en vlinders. Er komen geen beschermde soorten voor of soorten die op de Rode Lijst staan. Door de beoogde herinrichting kan het plangebied beter geschikt worden voor beschermde en bedreigde libellen- en vlindersoorten. Het is niet te verwachten dat de enige jaren geleden aangelegde leidingen vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping negatieve gevolgen hebben gehad op beschermde soorten of soorten van de Rode Lijst VISSEN Het huidige plangebied bevat een klein aantal smalle en relatief ondiepe sloten. In het oostelijke kampeerterrein (buiten het plangebied) ligt een watergang die volgens de beoogde herinrichting verlengd wordt tot in het plangebied. Volgens RAVON (2004) komen er geen beschermde vissoorten voor in het Leekstermeergebied. Toch is de aanwezigheid van de middelzwaar beschermde soort Kleine modderkruiper en de zwaar beschermde soorten Grote modderkruiper en Bittervoorn nabij het plangebied niet volledig uit te sluiten. Deze onzekerheid hangt samen met de beperkte kennis in Nederland van het verspreidingsgebied van deze soorten. De genoemde soorten zouden in de watergang in het oostelijke kampeerterrein kunnen leven. Zij worden echter niet verwacht in de slootjes binnen het

26 20 A&W-rapport 827 plangebied, omdat de omstandigheden niet of nauwelijks overeenkomen met hun habitateisen. Andere vissoorten die binnen het plangebied en daarbuiten aanwezig kunnen zijn, komen algemeen voor en staan niet op de lijst van beschermde soorten volgens de Floraen faunawet of op de Rode Lijst. Deze soorten zijn bijvoorbeeld: Brasem, Tiendoornige stekelbaars, Snoek en Baars. Effecten Door het verlengen van de bestaande watergang vanuit het oostelijke kampeergebied (foto 3), zal voor de daarin voorkomende vissoorten enige verstoring optreden. Deze verstoring kan worden geminimaliseerd door gebruik te maken van een aangepaste werkwijze (zie: Hoofdstuk 6). Wanneer deze werkwijze wordt toegepast, is het niet te verwachten dat het voortbestaan van deze (beschermde) soorten wordt bedreigd. Het is waarschijnlijk dat door de beoogde uitbreiding van de watergangen extra habitat ontstaat voor vissen, ook voor de genoemde beschermde soorten. Door het uitgraven van de slootjes binnen het plangebied worden mogelijk algemeen voorkomende vissoorten verstoord. Deze verstoring veroorzaakt geen conflict met de Floraen faunawet. In de aanbevelingen (Hoofdstuk 6) is beschreven hoe deze werkzaamheden op een visvriendelijke manier kunnen worden uitgevoerd. Beoordeling De beoogde herinrichting van het plangebied, i.c. de verlenging van de bestaande watergang tot in het plangebied, leidt niet tot conflicten met de Flora- en faunawet ten aanzien van vissen, mits de werkzaamheden worden uitgevoerd zoals in Hoofdstuk 6 is beschreven. Door de beoogde toename van het oppervlaktewater zal het plangebied waarschijnlijk beter geschikt worden voor (beschermde) vissen. Het is niet te verwachten dat de enige jaren geleden aangelegde leidingen vanaf het hoofdgebouw naar de natuurcamping negatieve gevolgen hebben gehad op beschermde vissoorten AMFIBIEËN EN REPTIELEN Amfibieën kikkers, padden en salamanders gebruiken in de loop van het jaar verschillende biotopen. Voor de voortplanting zijn ze gebonden aan water liefst stilstaand water zonder al te veel vis waarin ze hun eieren kunnen afzetten. Kikkers zetten hun eieren af in klompen (kikkerdril), padden in snoeren en salamanders vouwen hun eitjes stuk voor stuk in blaadjes van waterplanten. De ei-afzet vindt plaats van het vroege voorjaar (Heikikker, Gewone pad, Bruine kikker) tot in de voorzomer (Groene kikker). De volwassen dieren kruipen na de voortplanting op het vasteland, evenals wat later de jonge dieren. De amfibieën trekken dan naar het zomerbiotoop: drogere delen met veel dekking, zoals grazige en ruige terreinen, waar ze zich kunnen schuilhouden en voedsel kunnen zoeken (insecten). In het najaar zoeken ze hun winterbiotoop op. De meeste groene kikkers overwinteren in het water en zoeken bescherming tegen de kou in de dikke modderlaag op de onderwaterbodem. Andere kikkers, padden en salamanders kruipen weg in de modder, onder huizen, tussen boomwortels, onder stapels hout en dergelijke. Ravon (2004) vermeldt het voorkomen in en rond het plangebied (5x5 km uurhok) van de algemeen voorkomende Bruine kikker. Andere amfibieënsoorten en reptielen zijn volgens deze bron niet waargenomen. Bruine kikkers behoren tot de lichte beschermingscategorie van de Flora- en faunawet. Voor deze soort geldt een vrijstelling bij ruimtelijke plannen.

27 Ecologische beoordeling uitbreiding camping Cnossen, Leekstermeer 21 Effecten Door het graven van watergangen binnen het plangebied vanuit de bestaande watergang in het oostelijke kampeergebied, kan voor amfibieën in die watergang enige verstoring optreden. Dit kan ook optreden bij eventuele aanpassingen aan bestaande sloten in het plangebied. Het is echter niet te verwachten dat daardoor het voortbestaan van amfibieënsoorten zal worden bedreigd. Het is waarschijnlijk dat door de beoogde uitbreiding van de watergangen gunstiger omstandigheden ontstaan voor amfibieën. Het plangebied is niet geschikt voor reptielen. Daarom zal de beoogde herinrichting voor deze soortgroep geen negatieve gevolgen kunnen hebben. Beoordeling De beoogde herinrichting van het plangebied leidt niet tot conflicten met de Flora- en faunawet ten aanzien van amfibieën en reptielen. Door de beoogde herinrichting kan het plangebied beter geschikt worden voor amfibieën, zoals de Bruine kikker. Het is niet te verwachten dat de enige jaren geleden aangelegde leidingen negatieve gevolgen hebben gehad op beschermde amfibieën en reptielen VOGELS Het Natuurloket geeft aan dat het kilometerhok waar het plangebied deel van uitmaakt, voor vogels redelijk is onderzocht. De Atlas van de Nederlandse Broedvogels geeft aan dat in het 5x5 km grote uurhok waarin het plangebied valt, soorten van de Rode Lijst voorkomen (SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002). Het plangebied is geschikt voor algemeen voorkomende broedvogels, zoals Merel, Vink, mezen, Roodborst, Witte kwikstaart en Zwarte kraai. Het is volgens de Flora- en faunawet verboden om broedende vogels en hun nesten te verstoren. Dit kan optreden wanneer verstorende werkzaamheden tijdens de broedtijd worden gestart. Wanneer de beoogde werkzaamheden worden uitgevoerd buiten de broedtijd, is er geen sprake van een dergelijke verstoring. De broedtijd van de vogels in en rond het plangebied valt in de periode van 15 maart tot 15 juli. Het is toegestaan om verstorende werkzaamheden te starten vooraf aan de broedperiode, waarbij de werkzaamheden doorlopen tot in de broedtijd. Door de verstoring is het immers niet te verwachten dat vogels nestgedrag gaan vertonen, zodat er geen nestplaatsen worden gebruikt. Wanneer er toch broedgevallen optreden die kunnen worden verstoord, dienen de werkzaamheden te worden gestopt tot na de broedtijd. Effecten Wanneer de werkzaamheden tijdens de broedperiode starten, treedt verstoring op van broedende vogels en hun nesten. Beoordeling De beoogde herinrichting van het plangebied leidt niet tot conflicten met de Flora- en faunawet ten aanzien van broedvogels, mits de werkzaamheden buiten de broedperiode worden uitgevoerd. De broedperiode voor de vogels binnen het plangebied ligt tussen 15 maart en 15 juli.

A&W-notitie 1660tal/ms

A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 3 4 A&W-notitie 1660tal/ms 4 A&W-notitie 1660tal/ms 5 6 A&W-notitie 1660tal/ms 6 A&W-notitie 1660tal/ms 7 8 A&W-notitie 1660tal/ms 8 A&W-notitie 1660tal/ms

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten.

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten. E c o l o g i e Voor onderhavig bestemmingsplan is het noodzakelijk te beoordelen of er sprake is van eventuele effecten op de Ecologische Hoofdstructuur en/of gebieden die zijn beschermd in het kader

Nadere informatie

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Advies : Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Datum : 17 december 2010 Opdrachtgever : mevrouw I. Zwartkruis Ter attentie van Projectnummer : mevrouw I. Zwartkruis : 211X04268.062985_1 Opgesteld

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken Dhr. J.P.L.M.G. Gelauff Van Zuylenlaan 9 3871 BG Hoevelaken Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-314 definitief 31 augustus 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Bijlage. Bodemonderzoek

Bijlage. Bodemonderzoek Bijlagen Bijlage Bodemonderzoek Bijlage Archeologisch onderzoek Bijlage Ecologische beoordeling Geactualiseerde ecologische beoordeling van de inrichting van een parkeerplaats

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE notitie postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp ecologie - Trompenburg projectcode LIS16-2 referentie LIS16-2/akkr/029 opgemaakt door drs. A. den Held datum

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-238 definitief 10 juli 2015 Betreft Quickscan samenvatting Stephensonstraat

Nadere informatie

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Bijlage 1 Natuurtoets

Bijlage 1 Natuurtoets Bijlage 1 Natuurtoets B1.1. Aanleiding en doel Aanleiding Door de aanleg van de N57 ten oosten van Middelburg dient ook de aansluiting in de stad aangepast te worden. Dit betreft een herinrichting van

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs. InterConcept Advies & Uitvoering T.a.v. dhr. M. Proper Leeuwenhoekweg 58 2661 DD Bergschenhoek Contactpersoon Kenmerk Status Datum Ing. M.G. Hoksberg 15-088 definitief 27 augustus 2015 Betreft Quickscan

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

Verantwoording. Titel : Natuurtoets Kerkdriel-Noord te Kerkdriel

Verantwoording. Titel : Natuurtoets Kerkdriel-Noord te Kerkdriel 6 Natuur 99051678 Verantwoording Titel : Natuurtoets Kerkdriel-Noord te Kerkdriel Subtitel : Toetsing van de ontwikkelingsplannen aan de wet- en regelgeving voor natuur Projectnummer : 271484 Referentienummer

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland Boluwa Eco Systems BV T.a.v. dhr. G. van Dijk Postbus 11 8180 AA Heerde Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-135 concept 29 april 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water Natuurtoets MCS Planteam Groen, Recreatie en Water Juli 2010 Inhoudsopgave 1. Doel en vraagstelling 2. Samenvatting 3. Afbakening 4. Wettelijk kader 5. Inventarisatie 6. Effecten van uitvoering van het

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemert, 5 augustus 2010 Geachte heer/mevrouw

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout Toetsing van de aanwezige natuurwaarden aan de wet- en regelgeving voor natuur. Concept Grontmij Nederland bv Houten, 9 juli 2009 Verantwoording

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

6 Flora- en fauna quickscan

6 Flora- en fauna quickscan 6 Flora- en fauna quickscan 6.1 Verantwoording 6.1.1 Literatuuronderzoek Om inzicht te krijgen in de actuele gegevens in het projectgebied zijn gegevens geraadpleegd via websites van onder andere de Vlinderstichting

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie --

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie -- Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november 2009 Inhoudsopgave 1 1.1 Inleiding... 4 Aanleiding en doel... 4 1.2 Leeswijzer...

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 28-11-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk Auteur: M.A. (Martin) Heinen Veldonderzoek: J. (Jasper) Zoeter Project: 13-340 Datum: 9 september 2013 Status: Definitief Aanleiding

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531

Nadere informatie

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie BIJLAGEN BIJLAGE 1 Quickscan ecologie QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING BREDE SCHOOL TE BIERVLIET QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR DE BOUW VAN EEN

Nadere informatie

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden 19 augustus 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 19 augustus 2013 ZOON

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Ecologie In deze bijlage is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Quickscan flora en fauna Hofjeswoningen Wijk bij Duurstede Projectnummer: 7323 Datum: 9-7-2015 Projectleider: Rob van Dijk Opgesteld: Tatiana Lodder De gemeente Wijk bij Duurstede is van plan om 29 hofwoningen

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189. NatuurBeleven bv Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen HB Adviesbureau bv T.a.v.: Peter Aalders Postbus 9230 1800 GE ALKMAAR Datum: 30 oktober 2009 uw brief van 23 oktober 2009 en 27 oktober 2009 uw kenmerk

Nadere informatie

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel Toetsing in het kader van de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 13 februari 2009 iç Grontmij, revisie 1 Verantwoording

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 31-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.04

Nadere informatie

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Haaren SAB FRAN/VERK/100799.03 datum: 27 februari 2017 betreft: Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Esch

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens

Nadere informatie

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-237 definitief 30 juni 2015 Betreft Quickscan samenvatting gemeentewerf

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-04-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.04

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg A. Blokker Team Leefomgeving, Ruimte en Duurzaamheid Juni 2016 Inhoud 1. Samenvatting en conclusies... 3 2. Inleiding... 4 3. Kaders... 7 4. Inventarisatie...

Nadere informatie

BIJLAGE 3. Ecologische beoordeling

BIJLAGE 3. Ecologische beoordeling BIJLAGE 3 Ecologische beoordeling Jelle de Jong Architekten t.a.v. de heer W. Bouma Langestreek 14 8531 HV Lemmer 22 januari 2009 1361QWA/EV/v1 Ecologische beoordeling nieuwbouw woning aan Skarlerdyk te

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG, FASE 4c3 QUICKSCAN

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG, FASE 4c3 QUICKSCAN QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG FASE 4c3 1 QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: ( Naast) Elststraat 2, te Rosmalen Gemeente s-hertogenbosch Opdrachtgever: De heer P. van Hooft Projectnummer: PS.2016.618 Datum: 9 augustus 2016 Pasmaat

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Natuurtoets belastingkantoor aan Marijkeweg te Wageningen

Natuurtoets belastingkantoor aan Marijkeweg te Wageningen Natuurtoets belastingkantoor aan Marijkeweg te Wageningen Definitief 4MAX, in dezen gevestigd te Verkerk Ontwikkeling & Participatie BV, Zevenaar Grontmij Nederland bv Arnhem, 27 september 2007 Verantwoording

Nadere informatie

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen Auteur: A. (Adriaan) de Gelder Veldonderzoek: M. (Martijn) Bunskoek Project: 14-236 Datum: 1 augustus 2014 Status: Concept

Nadere informatie

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Verkennend natuurwaardenonderzoek Verkennend natuurwaardenonderzoek Locatie: ter hoogte van de Spoorstraat te Zegge, gemeente Rucphen (NB) Datum: 26 maart 2012 Projectnummer: 211x05748 Opgesteld door: mw. P. Maas Ecoloog ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen A&W-notitie 2588kev Opdrachtgever Gemeente Groningen Referentie Heijden, E. van der. Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2624. Altenburg

Nadere informatie

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek Planteam Groen, Recreatie en Water Mei 2007 Inhoud 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 4 3. Wettelijk kader... 5 4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie....

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de

Nadere informatie

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Aan: S. Baardwijk (Sjaak Baardwijk Hoveniersbedrijf ) Van: Kopie: L. Boon (Ecoresult) B. Verhoeven (Ecoresult) Datum: 15 oktober 2014 Versie:

Nadere informatie

Bijlage 3. Ecologische beoordeling van herinrichting twee percelen te Bontebok

Bijlage 3. Ecologische beoordeling van herinrichting twee percelen te Bontebok Bijlage 3 Ecologische beoordeling van herinrichting twee percelen te Bontebok 1 Ecologische beoordeling van herinrichting twee percelen te Bontebok (gemeente Heerenveen) Opdrachtgever Referentie Gemeente

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

Natuuronderzoek bestemmingsplan Oostvoorne-dorp

Natuuronderzoek bestemmingsplan Oostvoorne-dorp Natuuronderzoek bestemmingsplan Oostvoorne-dorp Definitief Gemeente Westvoorne Postbus 550 3235 ZH ROCKANJE Grontmij Nederland bv Waddinxveen, 27 juni 2006 99071459 - Smith/KW, Verantwoording Titel : Natuuronderzoek

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon

Nadere informatie