Raad voor Accreditatie. Reglement voor de Beoordeling en Acceptatie van Schemabeheerders

Transcriptie

1 Raad voor Accreditatie Reglement voor de Beoordeling en Acceptatie van Schemabeheerders Document code: RvA-R013 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2008

2 RvA-Reglementen beschrijven de regels waaraan organisaties moeten voldoen in het kader van het verkrijgen en behouden van een accreditatie. RvA-Reglementen geven daarnaast inzicht in de organisatie en het proces van de aan accreditatie gerelateerde activiteiten. Een actuele versie van de Reglementen is via de website van de RvA ( te verkrijgen.

3 INHOUD 1 Voorwoord 4 2 Schema s en Schemabeheerders 5 3 Voorwaarden voor Acceptatie 5 4 Procedure voor de Acceptatiebeoordeling 7 5 Verplichtingen 9 6 Schorsing 9 7 Intrekking 10 8 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie 10 Bijlage A: Documenten voor acceptatiebeoordelingen 12 Bijlage B: Reglement RvA-R Raad voor Accreditatie pagina 3 van 33

4 1 Voorwoord Het Reglement voor Accreditatie, RvA-R002, is het basisdocument voor alle geaccrediteerde en te accrediteren instellingen en bevat de reglementaire bepalingen die de RvA hanteert. In het RvA-R002 wordt het begrip schemabeheerder gebruikt voor de organisatie die een of meerdere schema s beheert voor het uitvoeren van conformiteitbeoordelingen. In het onderhavige RvA-R013 reglement worden de regels die van toepassing zijn op de formele samenwerking tussen schemabeheerders en de RvA beschreven. De RvA duidt deze formele samenwerking aan met het begrip acceptatie. Hoofdstuk 2 van dit reglement schetst het kader waarbinnen deze acceptatie plaatsvindt. Dit document vervangt de versie van RvA-R013 van februari 2003 dat onder de naam Reglement voor de Beoordeling en Acceptatie van Centrale Colleges van Deskundigen was gepubliceerd. Voortschrijdend inzicht en internationale ontwikkelingen zijn voor de RvA aanleiding geweest de positie van de Centrale Colleges van Deskundigen (CCvD s) en de relatie daarmee te herzien. De belangrijkste redenen voor de wijzigingen zijn: 1. Het begrip Centraal College van Deskundigen (CCvD) sluit niet meer aan bij de internationale ontwikkelingen. In Europa is een ontwikkeling ingezet waarbij sprake is van scheme-owner duidend op een organisatie die een schema voor conformiteitbeoordeling uitgeeft. De rol van deze scheme-owner is niet het waarborgen van onpartijdigheid van een certificatie-instelling, maar het bevorderen van draagvlak in de markt voor een specifieke conformiteitbeoordeling. 2. Het begrip CCvD werd door de RvA enkel gehanteerd in relatie tot certificatie. Het begrip schemabeheerder kan van toepassing zijn op iedere vorm van conformiteitbeoordeling. 3. De eisen die gesteld werden aan de te accepteren CCvD s zijn nooit volledig eenduidig vastgelegd. In deze nieuwe versie zijn de acceptatie-eisen opgenomen. Een belangrijke consequentie van dit beleid is dat het accent in dit reglement is komen te liggen op de organisatie (de juridische entiteit) die als schemabeheerder optreedt. Minder aandacht is er voor de groep personen die in commissieverband (CCvD s) de schema s inhoud geef. Dit wil niet zeggen dat deze commissies minder van belang zijn, maar is een gevolg van het gegeven dat de organisatie die als schemabeheerder fungeert, aangesproken kan worden op haar verantwoordelijkheden en een commissie niet. Hiermee wordt overigens niet gezegd dat de commissies minder bevoegdheden hebben dan in de oude situatie. Voor de uitvoering van acceptatiebeoordelingen en op de acceptatie van een schemabeheerder is, voor zo ver relevant, het RvA Reglement voor Accreditatie, RvA-R002 van toepassing. Acceptatie is in die zin anders dan accreditatie, dat de schemabeheerder zelf niet de conformiteitbeoordelende activiteiten onder accreditatie uitvoert en derhalve niet het accreditatiemerk mag voeren in combinatie met deze activiteiten. Hoofdstuk 3 van dit reglement beschrijft de specifieke eisen die voor acceptatie gesteld worden aan de schemabeheerders. De procedures voor acceptatie zijn in de hoofdstukken 4 en verder beschreven. Het RvA-R002 is bij de RvA opvraagbaar en via de website te downloaden. Dit document treedt in werking op de datum zoals vermeld op de voorpagina. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de algemeen directeur van de RvA. Raad voor Accreditatie pagina 4 van 33

5 2 Schema s en Schemabeheerders Geaccrediteerde conformiteitbeoordelende instellingen voeren hun activiteiten uit op basis van documenten waarin deze activiteiten zijn beschreven. Wat onder een schema voor conformiteitbeoordelingen wordt verstaan is uiteengezet in toelichtend document RvA-T033. Voor schemabeheerders, zoals bedoeld in dit reglement geldt dat het schema ook vereisten kan bevatten die van toepassing zijn op de accreditatie van de conformiteitbeoordelende instellingen. Hierbij kan gedacht worden aan eisen te stellen aan de RvA beoordelingen (omvang, frequentie en inhoud). De RvA zal dit soort vereisten beoordelen op geschiktheid, wat onder meer een toetsing tegen ISO/IEC en tegen het RvA-beleid inhoudt en zal vaststellen of ze in staat is invulling te geven aan deze vereisten (bijvoorbeeld in verband met capaciteit). Schemabeheerders wordt geadviseerd tijdig met de RvA te overleggen over dit soort vereisten. De specifieke werkwijzen voor accreditatie voor een schema kunnen in overleg met de schemabeheerder ook in een Specifiek Accreditatie Protocol (SAP) worden vastgelegd. De organisatie die een schema voor conformiteitbeoordelingen in eigendom heeft, of namens een eigenaar in beheer heeft, wordt schemabeheerder genoemd. Een schemabeheerder kan bijvoorbeeld zijn: - Een normalisatie-instituut; - Een conformiteitbeoordelende instelling; - Een overheidsorganisatie; - Een speciaal daartoe opgerichte (beheer)organisatie; - Een marktpartij. Acceptatie van een schemabeheerder op basis van dit reglement RvA-R013 is van toepassing op beheerders van schema s die door andere organisaties onder accreditatie worden uitgevoerd. Acceptatie van een schemabeheerder geschiedt op vrijwillige basis en wordt door de RvA als dienst aangeboden vanuit het streven de doelmatigheid van haar beoordelingen te vergroten. Een conformiteitbeoordelende instelling is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de eisen uit de desbetreffende accreditatienorm bij het gebruik van een schema. Dit betekent dat iedere instelling zelf zou moeten verifiëren of eisen, procedures, methoden en dergelijke die in een schema zijn opgenomen geschikt zijn. De RvA zou dan bij haar accreditatieonderzoeken beoordelen of de instellingen hieraan invulling hebben gegeven. Voor een schema dat door meerdere instellingen wordt gebruikt, zou dit betekenen dat alle instellingen hierop afzonderlijk door de RvA worden beoordeeld. Door het beoordelen van een schemabeheerder kan deze beoordeling gecentraliseerd worden. Met het accepteren van een schemabeheerder verklaart de RvA dat de organisatie voldoet aan de eisen die gesteld worden aan het ontwikkelen en beheren van een schema. Tevens verklaart de RvA daarmee dat een schema, dat onderdeel is van de scope van de acceptatie, positief is beoordeeld. Een conformiteitbeoordelende instelling mag er van uitgaan dat met het gebruik van een dergelijk schema voldaan wordt aan een aantal essentiële accreditatie-eisen. 3 Voorwaarden voor Acceptatie Raad voor Accreditatie pagina 5 van 33

6 Acceptatie als schemabeheerder vindt plaats op basis van een toetsing van de schemabeheerder, een toetsing van de werkwijzen (het schemabeheer), en een toetsing van het schema waarvoor de acceptatie moet gelden (dit laatste wordt verder aangeduid met scope van acceptatie). De toetsing vindt plaats volgens de in hoofdstuk 4 beschreven procedures; de eisen waartegen getoetst wordt zijn in de volgende paragrafen gespecificeerd. 3.1 Eisen te stellen aan schemabeheerders Bij de beoordeling van de schemabeheerder zal de RvA deze toetsen tegen de volgende eisen: a. De organisatie die als schemabeheerder geaccepteerd is, of acceptatie aanvraagt, dient een juridisch identificeerbare entiteit te zijn. b. Deze schemabeheerder dient bevoegd te zijn het schema te publiceren, waar nodig te wijzigen en organisaties die het schema willen gebruiken het recht te geven dit te doen. De schemabeheerder kan deze bevoegdheid ontlenen uit het feit dat de marktpartijen zoals bedoeld in paragraaf 3.2 de organisatie hiertoe hebben gemachtigd. Ook kan de beheerder door de eigenaar van het schema deze bevoegdheid zijn toebedeeld. c. De schemabeheerder dient bevoegd te zijn tot het afsluiten van overeenkomsten met de RvA en met de conformiteitbeoordelende instellingen die het schema gebruiken of willen gebruiken. d. De schemabeheerder kan de bevoegdheid tot uitvoeren van beheerstaken delegeren aan een commissie (zie 3.2). De schemabeheerder dient echter de verantwoordelijkheid voor het voldoen aan de acceptatievereisten niet te delegeren. Een schemabeheerder kan meerdere schema s in beheer hebben. Er is geen verplichting alle schema s onder de scope van acceptatie te brengen. 3.2 Eisen te stellen aan het beheer van schema s Onder het beheer verstaat de RvA het opstellen, publiceren en onderhouden van schema s. De volgende eisen zijn hierop van toepassing: a. De schemabeheerder dient aan te tonen dat het schema draagvlak heeft in de markt. Onder draagvlak wordt verstaan dat in de markt een breed gedragen behoefte is aan de resultaten van de conformiteitbeoordelende activiteit (de certificaten of rapporten). Dit houdt ten eerste in dat de marktpartijen zijn geïdentificeerd die een belang kunnen hebben bij de conformiteitbeoordelingen. Draagvlak wordt vervolgens aanwezig geacht indien meerdere van deze partijen daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de totstandkoming en het onderhoud van een schema, door zitting te nemen in een commissie die door de schemabeheerder voor dit doel is ingesteld. b. Minimaal dienen in deze commissie zitting te hebben vertegenwoordigers van: 1. De partij die als eindgebruiker is geïdentificeerd, dat wil zeggen de partij die op basis van het resultaat (rapport, certificaat) van de conformiteitbeoordeling een besluit neemt (tot aankoop, gebruik, verlenen van vergunning, etc.); dit kunnen meerdere partijen zijn; 2. De partij die als directe klant van de conformiteitbeoordelende instelling is geïdentificeerd. c. De commissie dient evenwichtig te zijn samengesteld, zonder dat één van de partijen domineert. d. De werkwijzen van de commissie dienen te worden vastgelegd in een document waarin tenminste is beschreven op welke wijze de commissie wordt samengesteld en op welke wijze besluiten worden genomen. e. Personen dienen aantoonbaar een partij te vertegenwoordigen. Het is de verantwoordelijkheid van de schemabeheerder aan te tonen dat de leden van de commissie daadwerkelijk vertegenwoordiger van een partij zijn. Raad voor Accreditatie pagina 6 van 33

7 f. De schemabeheerder dient in staat zijn aan te tonen dat de commissie heeft ingestemd met de inhoud van een schema; dit geldt ook in het geval van wijzigingen. g. De schemabeheerder dient aan te tonen dat bij het totstandkomen en het beheer van het schema deskundigheid op het gebied van de desbetreffende conformiteitbeoordelende activiteiten wordt ingebracht. Ook dient aantoonbaar kennis op het gebied van de relevante accreditatievereisten te worden ingebracht. In de regel zal het deelnemen van geaccrediteerde instellingen in de eerder genoemde commissie voldoende waarborgen bieden dat deze kennis is ingebracht. h. De documenten waarin het schema is vastgelegd dienen openbaar te zijn. In een schema kan verwezen worden naar documenten die niet het eigendom zijn van de schemabeheerder. De schemabeheerder mag dergelijke documenten in een schema uitsluitend gebruiken indien deze openbaar zijn. i. De schemabeheerder dient het gebruik van het schema voorbehouden te hebben aan geaccrediteerde conformiteitbeoordelende instellingen waarmee een overeenkomst is afgesloten. j. Een dergelijke overeenkomst dient minimaal te waarborgen: 1. Dat de conformiteitbeoordelende instelling het schema onverkort zonder beperkingen en zonder toevoegingen zal hanteren; 2. Dat de conformiteitbeoordelende instelling de schemabeheerder periodiek zal informeren over de ervaringen met het gebruik van het schema teneinde de schemabeheerder de mogelijkheid te geven het schema te onderhouden en waar nodig te verbeteren. k. De procedures voor het ontwikkelen en beheer van schema s dienen te waarborgen dat schema s worden gevalideerd, voordat deze voor acceptatie worden aangeboden. Zie verder RvA-T033. l. De schemabeheerder dient aan te tonen effectieve procedures te hebben geïmplementeerd voor het beheer van de documenten waarin het schema is vastgelegd. m. Indien het gebruik van een beeldmerk gekoppeld is (anders dan het beeldmerk van de conformiteitbeoordelende instelling) aan het schema, dient de schemabeheerder aan te tonen dit merk beschermd te hebben en regels voor het gebruik ervan te hebben vastgesteld. Tevens dient de schemabeheerder toe te zien op de naleving van deze regels of voorzieningen te hebben getroffen die toezicht waarborgen. n. De schemabeheerder dient effectieve procedures te hebben geïmplementeerd voor de behandeling van klachten en beroepen. Beroepen dienen behandeld worden door personen die niet direct betrokken zijn bij het ontwikkelen en beheer van het schema. Het instellen van beroep tegen de inhoud van een schema, of de wijze waarop dit tot stand is gekomen, moet mogelijk zijn voor de conformiteitbeoordelende instellingen en de klanten van deze instellingen, die op basis van het desbetreffende schema zijn of worden beoordeeld. 3.3 Eisen te stellen aan de schema s Een schema dat wordt aangeboden ter acceptatie dient te voldoen aan de eisen die in het toelichtend document RvA-T033 Eisen aan schema s voor conformiteitbeoordelingen zijn vermeld. Afhankelijk van de accreditatienorm die van toepassing is op een schema zullen de onderdelen uit RvA-T033 gebruikt worden bij de beoordeling van een schema. 4 Procedure voor de Acceptatiebeoordeling Raad voor Accreditatie pagina 7 van 33

8 De procedure voor de acceptatiebeoordeling is vergelijkbaar met de procedure voor accreditatiebeoordelingen, zoals beschreven in het RvA Reglement voor Accreditatie, RvA-R002, met die bepaling, dat waar in de tekst accreditatie staat geschreven, dat als acceptatie gelezen dient te worden. Daar waar instelling of CBI geschreven staat wordt Schemabeheerder bedoeld. In de volgende paragrafen zijn de verschillen ten opzichte van de vergelijkende paragrafen uit RvA-R002 benoemd, voor zover relevant. 4.1 Registratie Voor registratie ten behoeve van acceptatie wordt formulier RvA-F002 gebruikt in plaats van RvA-F001. Met de ondertekening van dit registratieformulier verklaart de instelling akkoord te gaan met de werkwijzen en eisen van de RvA en zich te houden aan deze eisen. 4.2 Vooronderzoek Een vooronderzoek zal in het kader van een acceptatie van een schemabeheerder niet plaatsvinden. 4.3 Beoordeling De beoordeling van een schemabeheerder zal bestaan uit een beoordeling op het kantoor van de schemabeheerder. Hierbij zullen de documenten en registraties beschikbaar moeten zijn waarmee het voldoen aan de eisen uit hoofdstuk 3 van dit reglement wordt aangetoond. Alle schema s die door een schemabeheerder in de scope van acceptatie gewenst worden, zullen door de RvA op basis van een documentenbeoordeling worden beoordeeld. De daadwerkelijke toepassing van een schema in de praktijk zal beoordeeld worden nadat een instelling accreditatie heeft aangevraagd. De RvA kan nooit uitsluiten dat bij een nieuw schema, dat geaccepteerd is op basis van een documentenbeoordeling, bij toepassing in de praktijk afwijkingen worden vastgesteld. Een dergelijke afwijking wordt gerapporteerd aan de instelling waarbij de afwijking is vastgesteld en zal tevens aan de schemabeheerder worden gerapporteerd. Accreditatie zal pas worden verleend nadat de afwijking door de schemabeheerder is opgeheven. De termijn voor corrigerende maatregelen bedraagt zes maanden. De RvA zal deze maatregelen binnen twee maanden beoordelen en vervolgens binnen een maand een besluit nemen. Het niet op tijd opgeheven zijn van afwijkingen leidt tot het verwijderen van het schema uit de scope van acceptatie. 4.4 Instandhouding van de Acceptatie De RvA voert bij schemabeheerders minimaal tweejaarlijks een controlebeoordeling uit, ten kantore van de schemabeheerder. Indien de beoordelingen of andere informatie daar aanleiding toe geven kan de algemeen directeur van de RvA besluiten tot extra beoordelingen. Gedurende de acceptatieperiode kan de scope van acceptatie gewijzigd worden. Document RvA-B005 is niet van toepassing op de controles bij schemabeheerders. 4.5 Acceptatiedocumenten Een schemabeheerder ontvangt geen certificaat. Wel wordt een scope van acceptatie opgesteld die wordt gepubliceerd op de RvA website. De scope vermeldt minimaal de naam van het schema( s) zoals gehanteerd door de schemabeheerder en een beschrijving van het onderwerp van de conformiteitbeoordeling en de daarbij gehanteerde normatieve documenten. Ook wordt vermeld de accreditatienorm waaronder de conformiteit- Raad voor Accreditatie pagina 8 van 33

9 beoordeling, waarvoor het schema is opgesteld, wordt uitgevoerd. Indien de schemabeheerder dit wenst kan het beeldmerk, dat aan een schema is verbonden, worden opgenomen in de scope. 5 Verplichtingen De verplichtingen volgend uit acceptatie zijn vergelijkbaar met de verplichtingen die volgen uit accreditatie, zoals beschreven in het RvA Reglement voor Accreditatie, RvA-R002, met die bepaling, dat waar in de tekst accreditatie staat geschreven, dat als acceptatie gelezen dient te worden. Daar waar instelling of CBI geschreven staat wordt Schemabeheerder bedoeld. In de volgende paragrafen zijn de verschillen die daarnaast relevant zijn ten opzichte van de vergelijkende paragrafen uit RvA-R002 genoemd. 5.1 Aanvragers en geaccepteerde schemabeheerders Een schemabeheerder dient de RvA direct te informeren over iedere verandering die van invloed kan zijn op de werkzaamheden die binnen de scope vallen. Het betreft naast de in het RvA-R002 genoemde aspecten ook de volgende aspecten: - Significante veranderingen in de onder de acceptatie geldende schema s. Onder significante wijzigingen worden onder andere verstaan wijzigingen in methoden voor conformiteitbeoordelingen en wijzigingen in toepassingsgebied van een schema; - Aangaan of opzeggen van overeenkomsten met conformiteitbeoordelende instellingen. De schemabeheerder verkrijgt niet het recht om het accreditatiemerk van de RvA te gebruiken. Wel mag de geaccepteerde schemabeheerder in haar uitingen melding maken van het feit dat ze geaccepteerd is. Bij gebruik van het RvA accreditatiemerk door de schemabeheerder kan de RvA overgaan tot het schorsen of intrekken van de acceptatie, dan wel kan de RvA overgaan tot het nemen van juridische stappen. Voor het in verband brengen van het beeldmerk van de schemabeheerder, met het accreditatiemerk en/of de naam van de RvA, wordt verwezen naar het Reglement Gebruik van het Accreditatiemerk, RvA-R RvA De RvA publiceert de acceptatie van een schemabeheerder inclusief de onder de acceptatie vallende certificatieschema s op haar website. De RvA informeert de schemabeheerder over de accreditaties die voor een schema van deze zijn verleend, geschorst of ingetrokken. 6 Schorsing De RvA kan, vergelijkbaar met de schorsing van een accreditatie of een deel daarvan (zie RvA-R002), ook een acceptatie schorsen, of een deel daarvan. Raad voor Accreditatie pagina 9 van 33

10 Indien de schorsing een gevolg is van het vaststellen van een afwijking in een schema (eisen zoals toegelicht in RvA-T033), zal deze schorsing ook consequenties moeten hebben voor de instellingen die voor dit schema zijn geaccrediteerd. Deze instellingen zullen daarom direct door de RvA over de schorsing worden geïnformeerd. Indien de schorsing niet binnen zes maanden kan worden opgeheven zullen de accreditaties voor het betreffende schema s worden geschorst. Gedurende de tijd van een schorsing van een schemabeheerder voor een specifiek schema zal de RvA geen nieuwe accreditaties voor dat schema verlenen. In het geval dat de schorsing een resultaat is van een afwijking die niet de inhoud van een schema betreft, zal de RvA direct de instellingen informeren die een accreditatie hebben voor een schema van deze schemabeheerder. De schorsing zal echter geen directe consequenties hebben voor de accreditaties. 7 Intrekking Vergelijkbaar met het intrekken van een accreditatie (RvA-R002) kan ook een acceptatie geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken. Indien de intrekking uitsluitend betrekking heeft op een specifiek schema en het gevolg is van een afwijking in het schema (eisen zoals toegelicht in RvA-T033), moeten de accreditaties voor dit schema ter discussie worden gesteld. De RvA zal daarom de desbetreffende instellingen direct informeren over de intrekking en drie maanden de tijd geven zorg te dragen voor het opheffen van de afwijkingen in het schema. Nieuwe accreditaties voor het betreffende schema zullen niet meer worden verstrekt. In het geval dat de intrekking een gevolg is van een afwijking niet de inhoud van een schema betreft, zal de RvA de instellingen met een accreditatie voor een schema van deze beheerder hierover direct informeren. De instellingen zullen binnen zes maanden moeten aantonen dat het beheer van het schema gewaarborgd is. Blijkt dat niet het geval te zijn dan zullen de accreditaties voor het schema worden ingetrokken. 8 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie Ten opzichte van de versie uit februari 2003 is dit document aangepast op de volgende punten: - Vervanging van het begrip Centraal College van Deskundigen door het begrip Schemabeheerder. - Procedures aangepast aan het nieuwe RvA-R002 en daarbij zijn nu alleen de bijzonderheden voor de acceptatie van schemabeheerders beschreven. - De begrippen conformiteitbeoordeling, schema en schemabeheerders zijn geïntroduceerd en toegelicht. - Acceptatie is niet meer uitsluitend van toepassing op certificatie maar op schema s voor alle conformiteitbeoordelende instellingen. - De doelstelling van het accepteren van schemabeheerders is toegelicht. - De voorwaarden voor acceptatie zijn aangepast aan het nieuwe beleid van de RvA. Dit houdt in dat niet meer wordt gekeken naar de eisen voor waarborging van de onpartijdigheid maar vanuit het perspectief van draagvlak en deskundigheid. - Expliciete eisen voor het ontwikkelen en beheer van schema s zijn geformuleerd. Raad voor Accreditatie pagina 10 van 33

11 - Meer in detail uitgewerkt is wijze van vermelden van scope van acceptatie. - Gebruik van en aparte acceptatieovereenkomst is komen te vervallen. Het nieuwe registratieformulier vervangt de overeenkomst. - De consequenties van het schorsen en intrekken van acceptaties zijn gewijzigd. Raad voor Accreditatie pagina 11 van 33

12 Bijlage A: Documenten voor acceptatiebeoordelingen Documenten die, in aanvulling op de bij registratie verstrekte documenten, benodigd zijn voor de beoordeling van schemabeheerders: - Documenten waaruit blijkt welke partijen als belanghebbend zijn geïdentificeerd en welke personen deze partijen vertegenwoordigen; - Registraties waaruit de effectieve betrokkenheid van deze personen in de totstandkoming en het beheer van het schema blijkt; - De door de schemabeheerder vastgestelde documenten waaruit het schema is samengesteld; - De procedures waarover in dit reglement wordt gesproken. Raad voor Accreditatie pagina 12 van 33

13 Bijlage B: Reglement RvA-R002 Raad voor Accreditatie pagina 13 van 33

14 Raad voor Accreditatie pagina 14 van 33

15 Raad voor Accreditatie pagina 15 van 33

16 Raad voor Accreditatie pagina 16 van 33

17 Raad voor Accreditatie pagina 17 van 33

18 Raad voor Accreditatie pagina 18 van 33

19 Raad voor Accreditatie pagina 19 van 33

20 Raad voor Accreditatie pagina 20 van 33

21 Raad voor Accreditatie pagina 21 van 33

22 Raad voor Accreditatie pagina 22 van 33

23 Raad voor Accreditatie pagina 23 van 33

24 Raad voor Accreditatie pagina 24 van 33

25 Raad voor Accreditatie pagina 25 van 33

26 Raad voor Accreditatie pagina 26 van 33

27 Raad voor Accreditatie pagina 27 van 33

28 Raad voor Accreditatie pagina 28 van 33

29 Raad voor Accreditatie pagina 29 van 33

30 Raad voor Accreditatie pagina 30 van 33

31 Raad voor Accreditatie pagina 31 van 33

32 Raad voor Accreditatie pagina 32 van 33

33 Raad voor Accreditatie pagina 33 van 33