Teeltvoorbereiding. Gebruiken werktuigen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Teeltvoorbereiding. Gebruiken werktuigen"

Transcriptie

1 Teeltvoorbereiding Gebruiken werktuigen

2

3 Gebruiken werktuigen Theorie N. Vollebregt eerste druk, 2001 GEBRUIKEN WERKTUIGEN 3

4 Artikelcode: Colofon Auteursteam Onderwijskundige Illustraties Redactie P. Admiraal, P. Sandmann, N. Vollebregt A. Oosterhoff Verbaal - bureau voor visuele communicatie Studio Maan, H. Pel, A. van Amelsvoort 2001 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum. 4 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

5 Voorwoord Deze uitgave bevat de onderwijseenheid Gebruiken werktuigen van de deelkwalificatie Teeltvoorbereiding 1. Voor de onderwijseenheid is er een uitgave met opdrachten en bronnen en een uitgave met theorie. Opdrachten Aan het begin van elke opdracht staat het opdrachtdoel. Daar staat wat je aan het einde van de opdracht moet kunnen. De opdrachten bevorderen de zelfwerkzaamheid. Met de opdrachten kun je je kennis in de praktijk toetsen of bepaalde vaardigheden trainen. Als je alle opdrachten met voldoende resultaat hebt uitgevoerd, beheers je de stof. Bronnenoverzicht Om de opdrachten uit te voeren heb je informatie nodig. Hiervoor kun je het bijbehorende theorieboek gebruiken. Maar je kunt ook andere bronnen raadplegen. In het bronnenoverzicht staat waar je allemaal informatie kunt vinden over trekker onderhouden, machines onderhouden, storingen onderkennen en voorkomen. Dit kunnen boeken zijn, maar ook vakbladen, folders, video s, het internet, et cetera. Theorie Het theorieboek bevat de theorie die je het meest nodig hebt en die niet gauw verandert. Om het bestuderen en verwerken van de tekst gemakkelijker te maken kun je aan het einde van elke paragraaf verwerkingsvragen maken. Namens het auteursteam wens ik je veel succes bij het werken met deze uitgave. De auteur, N. Vollebregt VOORWOORD 5

6 Inleiding Je kunt het best met machines werken als die in een goede conditie zijn. Onderhoud aan machines is heel belangrijk. Daarmee voorkom je vaak onnodige kosten en een hoop ergernis. In deze bundel ligt de nadruk op het dagelijkse en periodieke onderhoud van de trekker en diverse machines. Daarover gaan hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2. Hoofdstuk 2 gaat ook in op de organisatie van het onderhoud. Ondanks goed onderhoud zijn storingen niet altijd te vermijden. Soms is de oorzaak slijtage, een andere keer een verkeerde afstelling van de machine. In hoofdstuk 3 leer je hoe je veelvoorkomende storingen kunt herkennen en verhelpen. Speciale aandacht is er voor een juiste afstelling van enkele veelgebruikte machines. 6 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

7 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 De trekker onderhouden Dagelijks onderhoud Periodiek onderhoud Afsluiting 18 2 Machines onderhouden Onderhoud organiseren Machineonderdelen Werken met grondbewerkingswerktuigen Niet-aftakasaangedreven grondbewerkingswerktuigen Afsluiting 42 3 Storingen onderkennen Storingen opsporen Kleine storingen aan de trekker verhelpen Storingen voorkomen door een goede afstelling Afsluiting 52 Trefwoordenlijst 53 INHOUD 7

8 8 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

9 1 De trekker onderhouden Oriëntatie Voor het eerst in je leven ga je met een vliegtuig op vakantie, samen met een aantal vriendinnen. Je vindt het best spannend. Natuurlijk ben je te vroeg op Schiphol aangekomen, want er had onderweg iets kunnen gebeuren. Daarom heb je nog voldoende tijd om het gedoe rondom de vliegtuigen rustig te bekijken. Het valt je op dat er nogal wat mensen werken aan een bepaald vliegtuig. Blijkbaar zijn ze iets aan het controleren. Plotseling schiet het door je hoofd dat het toch wel heel erg belangrijk is om een vliegtuig goed te onderhouden en vaak te controleren of alle onderdelen nog wel functioneren. Wanneer een trekker of machine door slecht onderhoud kapotgaat, komt dat niet, zoals bij een vliegtuigongeluk, in de krant. Vaak komt het wel erg ongelegen. Bij goed onderhouden trekkers en machines heb je minder kans op storingen. Dus minder kosten en ergernis. Goed onderhoud betekent natuurlijk niet dat er nooit iets kapotgaat. In dit hoofdstuk komt voornamelijk het onderhoud aan de trekker ter sprake. Het onderhoud aan de diverse machines wordt behandeld bij de deelkwalificaties voor bijvoorbeeld oogsten of teeltwerkzaamheden. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de aftakas, tussenas, V-snaren, kettingen en tandwielen. De hefinrichting is een belangrijk onderdeel van de trekker met nogal wat mogelijkheden. Om de hef optimaal te kunnen gebruiken, moet je over achtergrondinformatie beschikken. 1.1 Dagelijks onderhoud Onderhoud moet op tijd gebeuren. Er zijn onderhoudspunten die zo belangrijk zijn, dat je ze iedere dag moet controleren. Dit is het dagelijks onderhoud. Bij de trekker moet je dagelijks de volgende controles uitvoeren: brandstof in de tank; koelvloeistof in de radiateur; peil van de motorolie; bandenspanning; werking trekkerverlichting. Bij het onderwerp bandenspanning krijg je meer informatie over het begrip druk. DE TREKKER ONDERHOUDEN 9

10 Fig. 1.1 Een trekkerdashboard geeft veel informatie. Brandstof condensvorming Op het dashboard van de trekker kun je aan de brandstofmeter aflezen of er nog voldoende brandstof in de tank zit. Zo niet, dan moet je uiteraard tanken. Je kunt het beste aan het eind van je werkzaamheden tanken. Hierdoor heb je minder last van condensvorming in de tank. Koeling Het woord verbrandingsmotor zegt het al. Om arbeid te kunnen leveren wordt er in de motor diesel, benzine of gas verbrand. Bij verbranding komt warmte vrij. Vandaar dat er een koelsysteem nodig is om die warmte af te voeren. Er zijn twee koelsystemen: vloeistofkoeling; luchtkoeling. Bij luchtkoeling is dagelijks onderhoud niet aan de orde, behalve onder extreme omstandigheden. Vloeistofkoeling Bij vloeistofkoeling wordt koelvloeistof langs de cilinders gepompt om daar de warmte op te nemen. In de radiator wordt deze warmte weer afgegeven aan de lucht die door de windvleugel of ventilator geblazen wordt. De koelvloeistof moet 3 tot 5 cm onder de rand van de vulopening zitten. Is er te weinig koelvloeistof, dan wordt de motor onvoldoende gekoeld en loopt hij vast. 10 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

11 Koelvloeistof bestaat uit water met daaraan toegevoegd een antiroestmiddel en antivries. Antivries zorgt ervoor dat het koelsysteem niet kapot vriest tijdens vorst. Pas op! Bij een hete motor mag je de dop van de radiateur niet losdraaien. De hete koelvloeistof die dan uit de radiator spuit, kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben. Fig. 1.2 Vloeistofkoeling Olie De olie die in de motor zit, heeft onder andere tot taak de motor te koelen en te smeren. Het is dus belangrijk dat er voldoende olie in de motor zit. Door de peilstok uit het motorblok te halen kun je dit controleren. Op de peilstok staan twee merkstrepen: een minimum en een maximum. Het oliepeil moet zich in ieder geval binnen deze twee merkstrepen bevinden. Je moet het oliepeil controleren voor je de motor start! Fig. 1.3 Peilstok DAGELIJKS ONDERHOUD 11

12 Verlichting Bij transport op de weg is het belangrijk om je verlichting te controleren. Kijk ook of je achter- en voorlichten wel voldoende schoon zijn. Als je lamp goed brandt, maar onder de modder zit, heb je er nog niks aan. Druk Wanneer je over bandenspanning praat, dan heb je het eigenlijk over druk. Je kunt op twee manieren kijken naar het begrip druk: de druk die de band uitoefent op de grond; de gasdruk (ook wel spanning genoemd) in de band. zwaartekracht Newton Aan de hand van een eenvoudig voorbeeld ga je nu natuurkundig kennis maken met de begrippen gewicht, kracht en druk. s Morgens ga je op de weegschaal staan. De weegschaal geeft 50 kg aan. In het dagelijkse leven zeg je dan: Ik weeg schoon aan de haak 50 kg. Natuurkundig is dit niet juist. Je hebt gewicht, omdat de aarde aan je trekt. Dit heet de zwaartekracht. Die zwaartekracht is niet overal op aarde gelijk. Dat betekent dus dat bijvoorbeeld een steen niet overal op aarde even zwaar is. Gewicht en kracht worden aangegeven in Newton (N). Voor het gemak gaan we ervan uit dat 1 kg overeenkomt met 10 Newton. Dus wanneer je zegt: Ik weeg 50 kg, dan betekent dat eigenlijk: Ik weeg = 500 N. Je weegt dus 500 N en je oefent op de grond een kracht van 500 N uit. Zou je op een dun plankje gaan staan, dat maar een kracht van 300 N kan verdragen, dan breekt dat plankje. De oppervlakte van je schoen, waarmee je contact maakt met de grond, is 200 cm 2. Wanneer je met de beide benen op de grond staat, is dit dus 400 cm 2. Druk wordt altijd aangegeven in kracht (N) per oppervlaktemaat (cm 2 of m 2 ). Wanneer je dus op 1 been staat is de druk die je uitoefent op de bodem 500 N : 200 cm 2 = 2,5 N/cm 2. Met beide voeten op de grond oefen je een druk uit van 500 N : 400 cm 2 = 1,25 N/cm 2. Voor het berekenen van de druk geldt dus de volgende formule: druk = kracht : oppervlak. Fig. 1.4 Bij dezelfde belasting ( N) heeft een band met hoge druk of spanning een veel kleiner raakvlak met de grond dan een band met lage druk. 12 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

13 Bandenspanning Het is overdreven om de bandenspanning elke dag te controleren. Wel is het belangrijk dat je om de trekker heen loopt, om te zien of er geen lekke of zichtbaar te zachte band is. De bandenspanning is niet altijd gelijk. Bij transport op de weg moet je uitgaan van de maximaal toegestane bandenspanning. Bij veldwerkzaamheden streef je juist naar de minimaal toegestane bandenspanning. bar kpa Meestal geef je de spanning van een band aan in bar. Je meet de spanning van een bepaalde band en de manometer geeft 0,6 bar aan. Dit betekent een overdruk van 0,6 bar. De werkelijke spanning is dan 1,6 bar. De spanning van de buitenlucht is immers 1 bar, dus het verschil is 0,6 bar. Soms wordt de bandenspanning ook aangegeven in kpa (kilo Pascal). Wanneer je in een tabel 160 kpa aantreft, dan is dat gelijk aan 1,6 bar. Dus 1 bar = 100 kpa. Fig. 1.5 Bandenspanningstabel Op de band staat een codering. Op de trekker heb je bijvoorbeeld band 16,9 R 34. De minimale spanning kan dan 0,8 bar zijn bij een minimale belasting van kg. Dat zie je in figuur 1.5. Wanneer de belasting kg zou zijn, dan moet je een bandenspanning van 1,6 bar aanhouden. Bij transport op de weg moet je 2 bar aanhouden. Vragen 1.1 Voor je op de trekker stapt en het sleuteltje omdraait moet je een BOK-controle uitvoeren. a Waarvoor staan de letters B, O en K? b Beschrijf waar en hoe je de controle moet uitvoeren. c Naast de BOK-controle moet je nog twee andere dingen controleren. Welke? Vragen 1.2 Een bandenspanningstabel geeft altijd de overdruk aan. Zie figuur 1.5. a Hoe hoog is de druk in een band als de bandenspanningsmeter 1,3 bar aangeeft? DAGELIJKS ONDERHOUD 13

14 b c Hoeveel kg draagvermogen heeft een band met de maten 18.4R38 bij deze druk? Tegenwoordig wordt de druk ook vaak aangegeven in kpa. Bij hoeveel kpa heeft de band 18.4R38 een draagvermogen van 2500 kg? 1.2 Periodiek onderhoud Een auto moet na kilometer een grote of een kleine onderhoudsbeurt hebben. Bij trekkers praat je niet over kilometers, maar over uren. Een trekker die voor de beregeningsinstallatie staat, maakt geen kilometers, maar wel draaiuren. Het belangrijkste gereedschap dat je nodig hebt bij periodiek onderhoud is een instructieboekje en een goede draaiurenregistratie. Naast het dagelijks onderhoud zijn er onderdelen die je niet dagelijks hoeft te controleren. Er zijn onderdelen die van tijd tot tijd een controlebeurt nodig hebben. Zo zijn er onderdelen die om de 50 draaiuren onderhoud vragen. Bij continu gebruik is dit dan wekelijks onderhoud. Enkele belangrijke onderhoudspunten, die je zelf ook heel gemakkelijk uit kunt voeren, komen aan de orde. De gegevens zijn terug te vinden in het instructieboekje. Afhankelijk van het merk of type trekker kun je hierin vinden om de hoeveel draaiuren je: de motorolie moet verversen; de olie in transmissie en hydraulisch systeem moet vervangen; het motoroliefilter moet vervangen; het brandstoffilter moet vervangen; het luchtfilter moet vervangen of schoonmaken; het koelwater moet vervangen en het koelsysteem moet reinigen; de accu moet controleren. Hierna komen deze onderhoudspunten nader aan de orde. Olie verversen en oliefilter vervangen Je moet de motor een paar minuten laten draaien om de olie op werktemperatuur te brengen. Dit versnelt het aftappen en de verontreinigingen stromen gemakkelijker mee. De werkvolgorde is als volgt: olie aftappen; filter verwijderen; nieuw filter monteren; aftapplug monteren; olie bijvullen. Olie aftappen Draai de aftapplug los en vang de olie op. Gun jezelf de tijd om de olie goed uit te laten lekken, zodat alle olie met vuiligheid uit het carter is verdwenen. Oliefilters verwijderen Wanneer je het oliefilter moet vervangen, moet je deze losdraaien met een daarvoor geschikte sleutel. 14 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

15 Fig. 1.6 Demontage van het oliefilter Nieuw filter monteren Om te voorkomen dat de rubberen afdichtring van het filter aan het motorblok vast gaat zitten, moet je deze insmeren met enkele druppels olie. Dan pas monteer je het nieuwe filter. Zie figuur 1.7. Je mag een nieuw oliefilter alleen met de hand vastdraaien. Als je het filter met de speciale sleutel aantrekt, komt het te strak te zitten. Wanneer de motor dan warm wordt, kan de afdichtring niet meer uitzetten en gaat kapot. Dus lekkage. Fig. 1.7 Afdichtring insmeren met olie Aftapplug monteren Als je de carterplug weer gaat monteren, moet deze voorzien zijn van een nieuwe afdichtring om lekkage te voorkomen. Olie bijvullen Nu kun je het carter gaan vullen met nieuwe olie. Je vult het carter tot het maximumpeil op de oliepeilstok is bereikt. Houd ook rekening met de inhoud van het oliefilter. Heeft het filter een inhoud van een kwart liter, dan moet je extra bijvullen. De plaats van de vulopening is aangegeven in het instructieboekje. Brandstoffilter Je draait de brandstofkraan van de tank (indien aanwezig) eerst dicht. Je plaatst het lekbakje onder het filter en je demonteert het brandstoffilter. Het brandstoffilter kan op verschillende manieren gemonteerd zijn; dit is per merk en type verschillend. Na het monteren van een nieuw filter moet je het systeem ontluchten. Dit staat heel duidelijk beschreven in het instructieboek. Je moet het systeem ook ontluchten na het leegdraaien van de brandstoftank. PERIODIEK ONDERHOUD 15

16 Fig. 1.8 Vervangen van een brandstoffilter Luchtfilters Voor de verbranding heb je brandstof en zuurstof nodig. Het luchtfilter filtert de aangezogen lucht. Lucht met stof is een prima schuurmiddel, dus de aangezogen lucht mag absoluut geen stof bevatten. In stoffige omstandigheden moet je het filter dagelijks controleren. De meeste trekkers hebben een droogfilter. Wanneer het filter nog niet aan vervanging toe is, dan kun je het filterelement reinigen met perslucht. Je moet het filterelement van binnen naar buiten schoonblazen. Gebruik perslucht met een druk van maximaal 5 bar. Na het reinigen moet je het filterelement controleren op scheurtjes. Dit kun je doen met een looplamp die je in het filter brengt. Indien er gaatjes of scheurtjes in het element zichtbaar zijn, moet het element onmiddellijk vervangen worden. Wanneer je helemaal geen licht meer ziet schijnen door het filter, is het filter nodig aan vervanging toe. Je hebt dan een trekker met ademhalingsproblemen. Fig. 1.9 Controle van een droogfilter op scheuren en gaten Koeling De motor kun je op twee manieren koelen: door vloeistofkoeling en door luchtkoeling. We zullen deze twee systemen nu nader bespreken. 16 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

17 Vloeistofkoeling Bij het dagelijks onderhoud kijk je alleen naar het niveau van de koelvloeistof. Bij het periodiek onderhoud kijk je iets nauwkeuriger. Je kijkt naar de: conditie van de dop. Je let erop of het afdichtingsrubber versleten is en of de veer van het overdruksysteem nog wel flexibel is. aan- en afvoerslangen. Deze mogen geen scheurtjes of lekkage vertonen en het rubber moet soepel zijn. buitenkant van de radiator. Deze moet je schoonblazen. Koelvloeistof gaat maar een jaar of twee mee. Dus na ongeveer twee jaar moet je de koelvloeistof aftappen, het koelsysteem reinigen met sodawater, vervolgens het systeem doorspoelen en dan pas de koelvloeistof vervangen. Je mag nooit koelvloeistof in een hete motor doen! Door het temperatuurverschil tussen het metaal en de koelvloeistof, kunnen het motorblok en de cilinderkoppen scheuren. Luchtkoeling Bij luchtkoeling wordt er lucht langs de koelribben van de cilinderwand geblazen. Deze houdt zichzelf daardoor schoon. Behalve wanneer de koellucht veel stof of pluis bevat. Dan kunnen de koelribben behoorlijk vervuild raken waardoor de warmte moeilijker afgevoerd wordt. Daarom is het goed om het koelsysteem regelmatig goed schoon te blazen. De blaaslucht moet een tegengestelde richting hebben als de koellucht. Zijn de koelribben ernstig vervuild, dan kun je ze het beste met een hogedrukreiniger schoonspuiten. Let er op dat de luchtgeleidingskappen goed sluiten. Is dit niet het geval, dan moet je de klemmen of afdichtingen vervangen om verlies van koelcapaciteit te voorkomen. Fig Luchtkoeling ventilator koelluchttunnel koelribben Accucontrole en onderhoud accu Voordat je de accu kunt controleren, moet je eerst het vuil van de accu verwijderen. Dit kun je doen met sodawater waarbij je het vuil opvangt. Bij sommige accu s kun je aan de buitenkant zien of het vloeistofniveau in de accu te laag is of niet. Kun je het niet aan de buitenkant zien, dan moet je de doppen op de accu losdraaien. Het accuzuur moet ongeveer 1 cm boven de platen staan. Als het niveau te laag is, moet je het bijvullen met gedestilleerd water. Hierin zitten namelijk geen zouten die de accuplaten kunnen aantasten. PERIODIEK ONDERHOUD 17

18 Fig Een opengewerkte accu Accuzuur is verdund zwavelzuur. Dit is een agressief zuur dat gevaarlijk is voor ogen, huid en kleren. Bij aanraking moet je alleen maar spoelen met heel veel water. Er zijn trouwens ook accu s die onderhoudsvrij zijn. Dit zijn accu s die helemaal gesloten zijn. Bijvullen is dan niet noodzakelijk, maar ook onmogelijk. De polen van alle accu s moet je regelmatig schoonmaken. Wanneer de verbinding tussen pool en klem door corrosie (= roesten) minder goed is, levert de accu ook minder stroom. Voor het reinigen moet je de klemmen eerst van de polen losmaken. Denk er om, altijd eerst de minpool losmaken. Begin je met de pluspool, dan ontstaan er vonken wanneer je met je sleutel contact maakt met het metaal van de trekker. De polen kun je reinigen met een harde borstel. Beslist niet met schuurpapier, dan worden de polen op den duur te dun. Vergeet ook niet de klemmen te reinigen. Na het reinigen moet je de polen en klemmen insmeren met zuurvrije vaseline. Bij het vastzetten van de klemmen maak je eerst de pluspool en dan de minpool vast. Je kunt als regel stellen: nooit aan de plus sleutelen als de minpool nog verbonden is met de trekker. Vragen 1.3 a Olie verversen moet je altijd doen nadat je de trekkermotor een paar minuten hebt laten draaien. Noem twee redenen waarom dat beter is dan direct aftappen. b Je moet het carter bijvullen tot de maximumstreep bereikt is. Waarom zoveel olie? Vragen 1.4 a Waarom moet je bij het bijvullen van een accu erg voorzichtig zijn? b Waarom mag je de polen van een accu niet met schuurpapier schoonmaken? 1.3 Afsluiting Een trekker onderhouden is noodzaak. De kosten van de trekker zijn al hoog genoeg. Door goed onderhoud blijft de trekker in betere conditie en daardoor blijven de reparatiekosten binnen de perken. Als je dagelijks een controle uitvoert, heb je een redelijke zekerheid dat je die dag zonder al te veel problemen met de trekker kunt werken. 18 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

19 Het is ook belangrijk om de bandenspanning te controleren. Iedere band heeft in elke omstandigheid een ideale (over)druk. Naast de wegrij-controle is er ook een controle die wat dieper gaat. Controlepunten zijn: olie; oliefilter; brandstoffilter; luchtfilter; koeling; accu. AFSLUITING 19

20 2 Machines onderhouden Oriëntatie Onderhoud aan machines is niet eenvoudig. Veel van deze werkzaamheden moet je uitvoeren volgens een bepaald voorgeschreven plan. Hierdoor voorkom je dat je belangrijke dingen vergeet of te laat uitvoert. Achterstallig onderhoud is een van de belangrijkste oorzaken van storing. En deze storingen kosten meestal veel geld. Vaak gaan dan meerdere onderdelen kapot. Belangrijker is echter dat er dan een aantal mensen staat te wachten tot de storing verholpen is. 2.1 Onderhoud organiseren Als een ketting wat versleten raakt, grijpt deze niet meer zo mooi in de tanden van het tandwiel. De ketting schuurt over de tanden en deze slijten harder. Het tandwiel is snel versleten. Als een V-snaar niet strak genoeg zit, gaat hij slippen. Door de warmteontwikkeling verglaast de snaar en gaat daardoor nog meer slippen. Iedere machine heeft dus regelmatig ofwel dagelijks onderhoud nodig. Wanneer ga je dit onderhoud uitvoeren en wie gaat het doen? Veel onderhoud kun je zelf uitvoeren. Een machine schoonmaken of doorsmeren, controleren op lekkage of slijtplaatjes vervangen is niet zo moeilijk. Ander onderhoud, zoals het afstellen van de elektronische hefinrichting, zul je moeten laten doen. Een bedrijf heeft veel machines in gebruik en er moet dus veel onderhoud gepleegd worden. Daarom is het nodig om een planningsformulier op te stellen. Planningsformulier In de industrie is het heel gewoon om aan iedere installatie een planningsformulier te koppelen. Op dit planningsformulier moet vermeld staan: overzicht van het aantal machines; om de hoeveel uren het onderhoud moet gebeuren; welke handelingen er tijdens het onderhoud minstens moeten gebeuren; op welke datum of urenstand het onderhoud (het laatst) uitgevoerd is; wat er vervangen is of bijgesteld is; hoeveel tijd het onderhoud in beslag heeft genomen. Een voorbeeld van een planningsformulier zie je in figuur GEBRUIKEN WERKTUIGEN

21 Fig. 2.1 Voorbeeld van een deel van een planningsformulier Het formulier wordt dan in een tabelvorm opgesteld. Een voorbeeld: machine \ tijdstip Januari Februari Maart Verwerkingslijn Kopmachine schoonmaken 2 uur controle en vervangen, schilderen 3 uur controle en vervangen, schilderen 10 uur rooimachine Onderhoudskaart Nu weet je wanneer je bepaald onderhoud moet plegen. Maar weet je ook wat je moet doen? Wat je moet controleren? Iedere installatie, machine of gebouw moet een eigen onderhoudskaart hebben. Meestal staat in het instructieboekje van de machine of installatie al een aardig voorbeeld van een onderhoudskaart. ONDERHOUD ORGANISEREN 21

22 Fig. 2.2 Hoe moet je zo n verwarmingsketel onderhouden? 22 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

23 Een onderhoudskaart heeft een aantal voordelen. Alles staat op één kantje, waardoor je een goed overzicht houdt. Je kunt precies lezen wat er aan de hand was. Bij een storing kun je vaak uit deze onderhoudskaart de oorzaak aanwijzen. Al het noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd. Je begrijpt dat er geen algemeen voorbeeld van een onderhoudskaart te geven is. Iedere machine of installatie is anders. Toch zijn er een aantal zaken die zeker vermeld moeten zijn, zoals: soort machine/installatie, type (nummer) eventueel met stuks- of fabrieksnummer, bouwjaar, jaar van aanschaf, fabrikant en leverancier; onderhoudsvoorschrift. Wat moet gedaan worden aan welke onderdelen en wanneer? Hoe lang duurt een onderhoudsbeurt aan een bepaald onderdeel? bevindingen van de werknemer (monteur): datum, bijzonderheden, korte omschrijving werkzaamheden, vermoedelijke oorzaak, de naam van de monteur. Fig. 2.3 Voorbeeld van een onderhoudskaart Gegevens over de machine / installatie soort merknaam en type stuks-, fabrieks- of chassisnummer bouwjaar fabrikant leverancier garantiebepalingen Onderhoudsv oorschrift Ge schatte tijd dagelijks wekelijks of per 10 uur maandelijks of per 50 uu r jaarlijks of period iek Monteur datum en naam korte omschrijving w erkzaamheden oorzaak ONDERHOUD ORGANISEREN 23

24 Zo n onderhoudskaart moet eigenlijk voor ieder bedrijf opgesteld worden. Je kunt dan meteen zien of het werk in die tijd gedaan kan worden. Er hoeft dan geen opeenhoping van werk te ontstaan. Bovendien voorkom je dat er nog onderhoud gepleegd moet worden als je de machine eigenlijk al moet gebruiken. Uit deze twee formulieren kun je ook afleiden of het preventieve onderhoud de moeite loont. Als een machine steeds meer onderhoud nodig heeft, is hij mogelijk versleten. Deze informatie helpt bij het nemen van bedrijfsbeslissingen. Vragen 2.1 a Wat is het verschil tussen het planningsformulier en de onderhoudskaart? b Noem de onderdelen die een onderhoudskaart moet bevatten. c Welke informatie kun je halen uit goed ingevulde onderhoudskaarten? 2.2 Machineonderdelen Een machine bestaat uit een frame en werkende onderdelen. Het frame zorgt ervoor dat de werkende onderdelen op de goede plaats blijven. Dat kan zijn achter de trekker, gedragen of op de juiste plaats ten opzichte van de grond of gewas. De werkende onderdelen kunnen bewegen of een bepaalde vorm hebben. Een voorbeeld van een bewegend onderdeel is een kruiskoppeling van een tussenas, een voorbeeld van een speciale vorm is een ploegrister of een freesmes. In dit hoofdstuk gaan we een aantal veel voorkomende onderdelen nader bekijken. Dat zijn onder meer de aftakas, diverse (flexibele) koppelingen, kettingen, V-snaren en tandwielen. Aftakas tussenas Via de aftakas kun je de draaiende beweging van de motor overbrengen op de machine. De verbinding of koppeling tussen de aftakas en de machine noem je de tussenas. Om de tussenas vlot op de aftakas van de trekker te kunnen schuiven, moeten de spiebanen van de aftakas goed schoon zijn. Je moet meestal de aftakas iets verdraaien om de spiebanen in de juiste stand te krijgen. Dit kan op een veilige manier gebeuren bij een niet draaiende motor. Bij trekkers waar je de aftakas zonder handkoppeling kunt inschakelen (hydraulisch inschakelbare aftakassen), kun je de aftakas alleen verdraaien wanneer de motor niet draait. Gebruik de handkoppeling voor de aftakas maximaal één minuut voor het tijdelijk uitschakelen van de aftakas. Aftakastoerental Bij een aantal machines is een aftakastoerental van 540 omwentelingen per minuut vereist. Dit wordt ook wel het standaard aftakastoerental genoemd. Andere veel gebruikte aftakastoerentallen zijn 750 en omwentelingen per minuut. Je kunt met een hendel of een knop kiezen uit 540 omw/min of bijvoorbeeld 750 omw/min. Je kunt een werktuig in de 750 omw/min-stand wel 540 omw/min laten draaien door een lager motortoerental toe te passen. Hierdoor daalt het brandstofgebruik en produceert de trekker minder geluid. Een toerenaftakas heeft een aftakasstomp met 21 spiebanen. De standaard aftakasstomp heeft zes spiebanen. 24 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

25 Koppelingen De tussenas tussen trekker en werktuig moet flexibel zijn, anders kun je geen bochten maken. Bij het ene werktuig moet je een scherpere bocht kunnen maken dan bij het andere. Verder moeten er soms ook beveiligingen ingebouwd worden. Er zijn dus verschillende soorten koppelingen: tussenas met gewone kruiskoppeling; tussenas met groothoekkoppeling; tussenas met slipkoppeling; tussenas met vrijloopkoppeling. Gewone kruiskoppeling Wanneer een hoek kleiner dan 30 graden moet worden gemaakt tussen trekker en werktuig, dan gebruik je een gewone kruiskoppeling. Groothoekkoppeling Met een hoek groter dan 30 graden tussen trekker en werktuig moet je een groothoekkoppeling gebruiken. Maximaal is een hoek van 75 graden mogelijk. Slipkoppeling Een verstopping kan ernstige gevolgen hebben. Zonder beveiliging is het buigen of barsten. Een slipkoppeling is zo n beveiliging. Bij overbelasting slipt deze door. Het punt waarop de koppeling gaat slippen is van tevoren ingesteld. Er zijn twee soorten slipkoppelingen: sterslipkoppeling; platenslipkoppeling. Een sterslipkoppeling maakt een ratelend geluid bij het doorslippen. Platenslipkoppelingen slippen geruisloos, maar hebben als nadeel dat ze erg warm worden tijdens het doorslippen. Vrijloopkoppeling Hydraulisch inschakelbare aftakassen zijn geblokkeerd, zodra je ze uitschakelt. Sommige machines draaien nog een tijdje door na het uitschakelen. Bij de geblokkeerde aftakassen kan dat dus niet. In dat geval moet er dan ook een vrijloopkoppeling zijn die ervoor zorgt dat de machine vrij kan uitlopen. Dit is om schade te voorkomen. Schuifkoppeling De beide helften van een tussenas kunnen in elkaar geschoven worden. Bij het nemen van een bocht of bij het heffen en laten zakken van een machine is de lengte van de tussenas niet altijd even groot. Bij het installeren van een nieuw werktuig moet de tussenas dan ook op de juiste lengte gemaakt worden. Deze vorm van koppelen noem je een schuifkoppeling. De tussenas wordt beschermd door kappen, zodat er geen vrij ronddraaiende delen zijn. Beschadigde kappen moet je onmiddellijk repareren of vervangen. Het is levensgevaarlijk als je kleren door een tussenas gegrepen worden. MACHINEONDERDELEN 25

26 Overige overbrengingen Tot nu toe is alleen de tussenas als overbrenging behandeld. Daarnaast kun je ook via V-snaren, kettingen en tandwielen krachten overbrengen. Op veel machines kom je deze vormen van overbrenging tegen. V-snaar De snaar heeft een v-vormig profiel dat past in de v-vormige groef van de poelie. De zijkant van de V-snaar trekt zich klem in de groef van de poelie. Een V-snaar mag dan ook nooit met de onderkant in de poelie lopen. De V-snaar heeft als voordeel dat deze gaat slippen bij een overbelasting en dan als een slipkoppeling werkt. Een V-snaar is versleten als er barsten in zitten en als hij rafelig of verglaasd is. Fig. 2.4 Een V-snaar mag nooit met de onderkant in de poelie lopen. Het is belangrijk dat de V-snaar de juiste spanning heeft. Een te slap gespannen V- snaar slipt veel meer, de V-snaar wordt te heet en het rubber wordt daardoor te hard en barst sneller. Een te strak gespannen V-snaar slijt snel en je lagers slijten nog sneller. Meestal staat de spanning van een V-snaar wel aangegeven in het instructieboekje. Zo niet, dan kun je de volgende vuistregel hanteren: op een ontspannen V-snaar zet je twee streepjes met een onderlinge afstand van 100 mm (10 cm), span daarna de V-snaar zodanig dat de onderlinge afstand tussen die streepjes 103 mm bedraagt. Bij het monteren van een V-snaar mag je nooit een schroevendraaier of iets dergelijks gebruiken. Bij vervanging moet je de snaar eerst ontspannen, zodat je de V-snaar met de hand eraf kunt nemen. Een V-snaaraandrijving moet wettelijk goed worden afgeschermd door kappen. Onbeschermde V-snaren zijn levensgevaarlijk. veerclip Kettingen De meest gebruikte kettingen in de landbouw zijn de rollenkettingen. Deze zijn vergelijkbaar met een fietsketting. Een ketting bestaat uit schakels. Met een sluitschakel verbind je de twee einden van de schakel. Een veerclip, ook wel visje genoemd, zorgt voor de borging. Dit visje moet altijd met de gesloten kant naar de draairichting toe liggen. 26 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

27 Fig. 2.5 Een versleten ketting (onder) gaat boven op de tanden lopen. Een goede ketting loopt onder in de tanden. Een versleten ketting loopt min of meer los: dus niet onder in de tanden, maar boven op de tanden. Soms moet je een ketting inkorten met een halve schakel. Daar heb je dan een verloopschakel voor nodig. De spanning van een ketting hoeft niet zo groot te zijn. Een te hoge spanning geeft extra slijtage op ketting en lagers. Een kettingaandrijving moet net als een V-snaaraandrijving wettelijk goed worden afgeschermd door kappen. Onbeschermde kettingen zijn levensgevaarlijk. Fig. 2.6 a Sluitschakel van rollenketting met veerclip; b verloopschakel; c de goede manier van vastklikken van het visje in de juiste draairichting Tandwieloverbrenging Bij een tandwieloverbrenging raken de tanden elkaar direct. Je kunt de tandwieloverbrenging verdelen in twee groepen: een rechte tandwieloverbrenging (overbrenging in lijn) en een haakse tandwieloverbrenging. De tandwielen zitten in een gesloten kast met speciale olie. Het oliepeil moet je ook hier regelmatig controleren. MACHINEONDERDELEN 27

28 Vragen 2.2 In Nederland komt een 540-toerenaftakas en een toerenaftakas voor. a Waarom komen deze beide voor? b Hoe (waaraan) kun je herkennen met welk soort je te maken hebt? c Sommige ondernemers gebruiken de toerenaftakas om een 540- toerenmachine aan te drijven. Waarom zouden ze dat doen? Vragen 2.3 a Een tussenas moet beveiligd zijn om ongelukken te voorkomen. Waaraan moet een beveiligde tussenas voldoen? b Onderhoud en regelmatig controle van de V-snaar is nodig. Waaraan kun je zien of een V-snaar versleten is? Waarom is het belangrijk dat een V-snaar de juiste spanning heeft? Wat is de juiste spanning van de V-snaar? c Waaraan kun je zien of een ketting versleten is? d Op welke wijze moet het visje van de sluitschakel gemonteerd zijn? e Welke bescherming moet een ketting hebben? 2.3 Werken met grondbewerkingswerktuigen Bij het werken met grondbewerkingswerktuigen blijft er altijd wel wat grond op het werktuig achter. Deze grond kan allerlei onkruiden en ziekten overbrengen. De afgelopen jaren werd je nogal eens opgeschrikt door artikelen in vakbladen of stukjes in het nieuws over dit onderwerp. Bijvoorbeeld over een besmette partij pootgoed die niet meer bruikbaar is. Goed reinigen is daarom erg belangrijk om het overbrengen van onkruiden en ziekten te voorkomen én om de ploeg goed te onderhouden. Wil je verantwoord werken met grondbewerkingswerktuigen dan moet je rekening houden met: het reinigen; het rijden op de weg en in het veld; het aanbouwen aan de trekker; het onderhoud. Reinigen Voor alle grondbewerkingswerktuigen, dus ook voor de ploeg, geldt dat je het werktuig eerst reinigt met water en dan onderhoud pleegt. Bij het schoonspuiten van grondbewerkingswerktuigen zijn de volgende punten van belang. Reinig eerst met veel water en een lage druk. Spuit een trekker of een werktuig op een spuitplaats schoon. De spuitplaats moet voorzien zijn van een voldoende grote en vloeistofdichte betonvloer met daarin een slibvanger en een olie- en vetafscheider. Voorzie na het schoonspuiten alle smeerpunten van nieuw vet, zodat je er zeker van bent dat deze smeerpunten vet bevatten en geen water. Let op omstanders en gebruik beschermende kleding en schoeisel. Nadat het werktuig gereinigd is, wordt het opnieuw doorgesmeerd en worden de blanke delen ingevet of ingespoten met een biologisch afbreekbare olie (vroeger: mengsel van olie en dieselolie). 28 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

29 Rijden op de weg Schijfkouters en voorscharen kun je afstellen voordat de ploeg is aangebouwd. Met de aangebouwde ploeg rijd je naar het perceel om te gaan ploegen. Rijden over de weg met een grondbewerkingswerktuig is niet geheel zonder gevaar. Voordat je met een trekker en een grondbewerkingswerktuig de weg op gaat, moet je er zeker van zijn dat de combinatie goed bestuurbaar is. De last op de bestuurde wielen mag daarom niet minder dan 20 procent van de lege trekker zijn. Is de last minder dan 20 procent dan moet de voorkant van de trekker verzwaard worden met frontgewichten. Veel grondbewerkingswerktuigen zoals de ploeg hebben uitstekende delen die bij het rijden op de weg afgeschermd moeten worden of waarop het waarschuwingsbord uitstekende lading geplaatst moet zijn. Steekt het werktuig meer dan 5 meter achter de achterste as van de trekker uit, dan moet het werktuig voorzien zijn van één of meer loopwielen. Dit is onder andere het geval bij een vijfscharige wentelploeg. In figuur 2.7 zie je nog een probleem. De ploeg heeft uitstekende delen en is bovendien lang. Wanneer je met zo n lang werktuig door een scherpe bocht rijdt, zwaait het werktuig naar buiten toe uit. Een tegemoetkomende auto of fiets kan daardoor geraakt worden, met schade of letsel als gevolg. Goed opletten en goed in je spiegels kijken is de enige oplossing. Uiteraard geldt altijd dat je de rijsnelheid op de weg moet aanpassen aan de omstandigheden. Als je hard door een bocht rijdt, kan het werktuig dat in de hefinrichting hangt de trekker uit balans brengen. Fig. 2.7 Een ploeg zwaait naar buiten uit als je door een bocht rijdt. Rijden in het veld In het veld zitten de gevaren vooral langs de slootkanten en bij het afstellen van de machines. Langs de slootkanten kun je soms te maken krijgen met gangen onder de grond die gegraven zijn door muskusratten. Wanneer je met een trekker in zo n gat of gang terechtkomt, kun je er niet altijd meer uitkomen. Je moet dan ook oppassen dat niet de hele slootkant afbrokkelt en je met de combinatie in de sloot komt. WERKEN MET GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 29

30 Ook bij het afstellen gaat het wel eens mis. Wanneer de lengte van de topstang versteld moet worden, moet je niet achter uit het raampje van de cabine gaan hangen. Vooral het al rijdend verstellen van de topstang is uit den boze. Voor aftakasaangedreven machines geldt altijd dat je de aftakas moet uitschakelen voordat je de machine gaat afstellen. Soms moet de machine gerepareerd worden. Dan is het zaak dat je de motor van de trekker stil zet. Bij aftakasaangedreven grondbewerkingswerktuigen, zoals de frees en de spitmachine, moet je tijdens het werk nog eens extra opletten. Op de kopakker wordt het werktuig uit de grond getild, terwijl de aftakas meestal gewoon doordraait. Trap je eerst de rijkoppeling van de trekker in en doe je daarna pas de hefinrichting omhoog, dan gaat de frees of de spitmachine de trekker aandrijven. Aangezien je op de kopakker meestal een sloot voor je hebt, wordt de trekker dan de sloot ingeduwd. Aanbouwen Het aanbouwen van een ploeg achter een trekker is niet zo n moeilijke klus, zeker omdat de meeste hefinrichtingen van een snelkoppelsysteem zijn voorzien. Voor het veilig aanbouwen van een ploeg zijn de meeste trekkers voorzien van een afstandsbediening op de spatborden. Hierdoor hoef je tijdens het aankoppelen niet tussen de trekker en het werktuig te gaan staan en kun je op veilige afstand de positieregeling van de hefinrichting bedienen. 30 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

31 Fig. 2.8 Ga niet tussen een trekker en een werktuig staan. Het aanbouwen van een ploeg achter een trekker gaat als volgt. De trekstangen op de juiste afstand van elkaar zetten, zodat de vanghaken op dezelfde afstand zitten als de kogels bij de ploeg. De trekker rustig naar achteren rijden, recht naar de ploeg. Met de positieregeling de trekstangen omhoog brengen, zodat de vanghaken de kogels omsluiten. De steunpoot opklappen. De topstang aankoppelen. De hydraulische slangen aankoppelen. Let daarbij goed op dat de koppelingen eerst schoongemaakt worden en dat de koppelingen op de juiste stuurschuif worden aangesloten. Eventueel de stabilisatie vastzetten. Als de ploeg aangebouwd is, moet je ervoor zorgen dat de hefstangen precies even lang zijn. Is dit niet het geval, dan kun je later de ploeg nooit goed afstellen. WERKEN MET GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 31

32 Onderhouden In het instructieboekje van de ploeg staat aangegeven welk onderhoud nietaftakasaangedreven werktuigen, zoals de ploeg en cultivatoren, nodig hebben. Hierna staat kort samengevat wat er in het instructieboek kan staan. Reinig het werktuig regelmatig met water. Bij het afkoppelen van de hydrauliekslangen moeten de slangkoppelingen schoongemaakt worden, zodat je met het aankoppelen geen vuil in het systeem krijgt. Beschadigde hydrauliekslangen moeten vervangen worden. Het hydraulisch systeem op de ploeg mag geen olie lekken. Het hydraulisch systeem moet gecontroleerd worden op lekkage. Draadspindels voor het verstellen van onderdelen moeten gemakkelijk te verstellen zijn. Dit bereik je door ze regelmatig in te vetten. Lagers en scharnierpunten moeten doorgesmeerd worden met vet. Op die manier krijgt het vuil geen kans binnen te dringen. Alle blanke delen moeten na het werk lichtjes ingevet worden, bij voorkeur met biologisch afbreekbaar vet. De scherpte van de ploegscharen, schijfkouters en voorscharen moet regelmatig gecontroleerd worden en zo nodig verbeterd worden. Versleten delen moeten, indien nodig, vervangen worden. Denk aan bijvoorbeeld risterdelen, beitels van ploegscharen, zoolijzers enzovoort. De ploegkop en de steunwielbevestiging moeten regelmatig gecontroleerd worden op slijtage en breuk. Controleer regelmatig of je de beitels moet omkeren of vernieuwen. Wanneer de beitel versleten is, begint ook de tandsteel te slijten. Dit is vaak eerder het geval dan je denkt. Controleer of de tanden van de triltandcultivator nog vast zitten en niet verschoven zijn. De tanden van triltandcultivatoren zijn meestal zijdelings verschuifbaar. Tanden die niet op hun plaats staan, zorgen voor een onregelmatig bewerkte grond en geven meer aanleiding tot verstoppingen. Omdat bij zaaibedcombinaties met vrij hoge snelheden wordt gewerkt, is het raadzaam om het frame van zaaibedcombinaties regelmatig te controleren op breuk. Vragen 2.4 a Welke twee onderdelen van de ploeg kun je in de schuur afstellen? b Noem twee veiligheidsmaatregelen voor het koppelen van een werktuig aan een trekker. c Noem drie veiligheidsvoorschriften waaraan een trekker met aangekoppeld werktuig moet voldoen om aan het verkeer te mogen deelnemen. d Als je met een ploeg in de hefinrichting over de openbare weg rijdt, moet je goed opletten. Noem twee dingen waarmee je dan rekening moet houden. Vragen 2.5 a René heeft een perceel geploegd en is klaar op dit bedrijf. Hij gaat nu naar de volgende klant. Wat moet hij eerst doen voordat hij bij het volgende bedrijf gaat ploegen? Leg uit waarom. b Wat is het gevolg als je de ploeg na een dag ploegen niet schoonmaakt? c Schrijf puntsgewijs op hoe jij het onderhoud aan niet-aftakasaangedreven grondbewerkingswerktuigen, zoals een zaaibedcombinatie, zou uitvoeren. 32 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

33 d Vroeger moest een stagiair of de jongste bediende op een loonbedrijf de glimmende delen van grondbewerkingswerktuigen insmeren met verlopen olie. Hoe gebeurt dat nu? Wat is het voordeel van de huidige werkwijze? Vragen 2.6 Volgens de Arbowet is iedere werknemer zelf verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid. Je moet dan wel de voorschriften kennen. a Noem drie veiligheidsvoorschriften die je moet toepassen bij het aankoppelen van een machine aan een trekker. b Noem drie veiligheidsvoorschriften die je moet toepassen bij het rijden met de trekker op de openbare weg. c Noem drie veiligheidsvoorschriften die je moet toepassen bij het werken met een grondbewerkingsmachine in het veld. 2.4 Niet-aftakasaangedreven grondbewerkingswerktuigen Twee belangrijke typen niet-aftakasaangedreven grondbewerkingswerktuigen zijn ploegen en cultivatoren. Wil je goed onderhoud kunnen uitvoeren en er goed mee kunnen werken, dan moet je ook weten welke soorten ploegen en cultivatoren er zijn en wanneer je welke ploeg of cultivator gebruikt. Ploegen Kun je met een wentelploeg bovenover rijden of kan dat alleen maar met een rondgaande ploeg? En is een ecoploeg een wentelploeg of een ploeg die bovenover rijdt? Allemaal benamingen waar je van in de war raakt. Ploegen behoren tot de grondbewerkingswerktuigen die niet door een aftakas worden aangedreven. Ze worden ingedeeld naar de manier van werken in het veld. Er zijn rondgaande ploegen en wentelploegen. stoppelploegen Rondgaande ploegen Een rondgaande ploeg is een ploeg waarbij je rond moet rijden naar de andere kant van het perceel om terug te kunnen ploegen. Er moeten daarom twee voren zijn waar je doorheen rijdt. Alle ploeglichamen zijn rechtswerkend. Rondgaande ploegen worden gebruikt voor de hoofdgrondbewerking. Voorbeelden van rondgaande ploegen zijn stoppelploegen en sommige diepploegen. NIET-AFTAKASAANGEDREVEN GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 33

34 Fig. 2.9 Rondgaande ploegen worden gebruikt voor de hoofdgrondbewerking. keerploeg Wentelploegen Met een wentelploeg, ook wel heen- en weergaande ploeg genoemd, kan de grond zowel naar links als naar rechts worden geploegd. Dat betekent dat je door de gemaakte ploegvoor weer terugrijdt. Je rijdt dus steeds heen en weer, terwijl de grond naar links of rechts wordt geploegd. Een wentelploeg wordt ook wel een keerploeg genoemd, omdat de ploeg op de wendakker moet worden gekeerd of gewenteld. Dit wentelen gebeurt hydraulisch. Wentelploegen worden gebruikt voor de hoofdgrondbewerking. Voorbeelden van wentelploegen zijn ecoploegen en sommige zaai- of wintervoorploegen. Normaal gesproken rijd je met een ploeg met de trekkerwielen door een voor. Er zijn echter ook rondgaande ploegen en wentelploegen waarbij je met het trekkerwiel niet door de voor rijdt, maar bovenover. Dit is het geval bij grote ploegen met zeven of meer ploegscharen. Het vermogen van de trekker wordt beter benut. Vooral wanneer je werkt met rupstrekkers, ploeg je bovenover. 34 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

35 Fig Met het trekkerwiel rijd je niet door de voor, maar bovenover. Manier van aanbouwen Ploegen kunnen op verschillende manieren achter de trekker gebouwd worden. Er is een onderscheid tussen aanbouwploegen of gedragen ploegen en halfgedragen ploegen. Zowel rondgaande ploegen als wentelploegen kunnen gedragen en halfgedragen zijn. Een aanbouwploeg of gedragen ploeg wordt aangekoppeld in de driepuntshefinrichting van de trekker. De ploegen die uitgerust zijn met twee tot zes scharen, zijn bijna altijd gedragen ploegen. NIET-AFTAKASAANGEDREVEN GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 35

36 Fig Een aanbouwwentelploeg wordt gekoppeld in de driepuntshefinrichting. Een halfgedragen ploeg is een ploeg met zes of meer scharen en een extra wiel. Dit extra wiel ondersteunt het ploegframe tijdens het wentelen. De ploeg rust voor een deel op dit wiel waardoor de trekker minder hefkracht nodig heeft en de vooras van de trekker minder ontlast wordt. Bij het rijden op de weg heeft het steunwiel (steunwielen) de functie van transtportwiel. Fig Een halfgedragen wentelploeg heeft zes of meer scharen en een extra wiel. Bewerkingen Met ploegen kun je verschillende bewerkingen uitvoeren: zaai- of wintervoorploegen; 36 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

37 ecoploegen; stoppelploegen; diepploegen. zaai- of wintervoorploegen ecoploegen Zaai- of wintervoorploegen is een bewerking met een werkdiepte van cm. De werkbreedte hangt af van het aantal scharen dat de ploeg heeft. De werkbreedte per schaar is cm. Een vierscharige ploeg heeft een werkbreedte van ongeveer 160 cm. Zaai- of wintervoorploegen is een hoofdgrondbewerking. Dat wil zeggen dat de grond klaargemaakt wordt voor het nieuwe gewas. Ecoploegen is een ondiepe bewerking. Ondiep (20 cm of minder) ploegen heeft een aantal voordelen voor de teler en de loonwerker. Door ondieper te ploegen bespaar je brandstof en voorkom je grotendeels bodemverdichting. Dit komt, omdat je met een ecoploeg bovenover rijdt. Bovendien kun je met brede banden en lage bandenspanning werken. Fig Ecoploegen is een ondiepe bewerking. stoppelploegen Stoppelploegen is een bewerking om stoppels onder te brengen na de oogst. Een stoppelploeg heeft kleine ploegelementen. De werkdiepte is 5-15 cm. De werkbreedte is cm per schaar. Stoppelploegen worden niet zo vaak meer gebruikt. Fig Een stoppelploeg heeft kleine ploegelementen. diepploegen Diepploegen is een diepe bewerking die wordt toegepast bij grondverbeteringswerk, bijvoorbeeld bij een ruilverkaveling. Een diepploeg is meestal een erg groot uitgevallen NIET-AFTAKASAANGEDREVEN GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 37

38 een- of tweescharige ploeg. De werkdiepte is meestal meer dan 50 cm. Bij het diepploegen wordt de bovenste laag vaak ondergeploegd. De naar boven gekomen grond wordt dan weggeschoven om daar bijvoorbeeld sloten mee te dempen of om het perceel op gelijke hoogte te krijgen. Fig Diepploegen is een diepe bewerking. In figuur 2.16 staan alle bewerkingen op een rij. Fig Kenmerken van verschillende bewerkingen. Bewerking Rijwijze Aantal ploegscharen Manier van aanbouwen Werkdiepte Werkbreedte Zaai- of wintervoorploegen rondgaand of heen en weer twee of meer aanbouw of halfgedragen cm cm per schaar Ecoploegen heen en weer zeven of meer aanbouw minder dan 20 cm cm per schaar Stoppelploegen rondgaand zes of meer aanbouw of halfgedragen 5-15 cm cm per schaar Diepploegen rondgaand een of twee aanbouw of halfgedragen meer dan 50 cm ongeveer 50 cm Vragen 2.7 a Noem twee voorbeelden van rondgaande ploegen. b Noem een voorbeeld van een wentelploeg. c Noem het belangrijkste verschil tussen de rondgaande ploeg en de wentelploeg wat betreft de ploeg zelf en de manier van werken. d Wat wordt bedoeld met bovenover ploegen? 38 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

39 e f Welke twee voordelen heeft een halfgedragen wentelploeg voor de trekker? Welke twee voordelen heeft een ecoploeg in vergelijking met een wintervoorploeg? Cultivatoren Op zandgronden maken veel veehouders de grond voor de maïsteelt zaaiklaar met een cultivator. Dit doen ze meestal veel te diep, waardoor je met de zaaimachine niet netjes recht kunt zaaien. Iedere keer komen de zaaikouters in de sporen van de cultivatortanden. verkruimelrol Cultivatoren worden gebruikt voor het losmaken van grond. Met het losmaken van de grond kun je zaad- en wortelonkruiden bestrijden, vastgereden grond opentrekken, mest of stoppels onderwerken en het zaaibed bereiden. Een cultivator bestaat uit een raamwerk met tanden die vast of verend bevestigd zijn. De tanden bestaan uit tandstelen met erop gemonteerde beitels of ganzenvoeten. Aan het raamwerk bevinden zich ook de aanspanningspunten voor de bevestiging in de hefinrichting. Met steunwielen of een verkruimelrol kun je de werkdiepte instellen. Door verschillende typen beitels of ganzenvoeten te monteren beïnvloed je de mate van verkruimeling. De mate van verkruimeling is ook afhankelijk van de rijsnelheid. Hoe sneller je rijdt, hoe intensiever de grond bewerkt wordt en hoe meer verkruimeld de grond is. Fig De cultivatortanden kunnen worden voorzien van verschillende typen beitels of ganzenvoeten. Er zijn verschillende soorten cultivatoren: triltandcultivator; veertandcultivator; vastetandcultivator; schijvencultivator; woeler. Triltandcultivator De triltandcultivator wordt meestal gebruikt voor ondiepe bewerkingen zoals de zaaibedbereiding op lichtere grond. Deze cultivator heeft veel tanden. Omdat de tanden gemaakt zijn van verenstaal, trillen de tanden. Daardoor zorgen ze voor extra verkruimeling. NIET-AFTAKASAANGEDREVEN GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 39

40 Fig Een triltandcultivator heeft veel tanden. Veertandcultivator Een veertandcultivator wordt meestal gebruikt als bouwlandbemester achter een drijfmesttank. Bij een veertandcultivator zijn de tanden wat zwaarder uitgevoerd dan bij een triltandcultivator. De tanden kunnen alleen maar in de rijrichting bewegen. Vastetandcultivator Een vastetandcultivator wordt gebruikt om vastgereden sporen los te trekken of om stoppels te bewerken. Een vastetandcultivator heeft stalen tanden van niet-verend materiaal die star aan een raam of een balk zijn bevestigd. De tanden staan stekend, waardoor de cultivator de neiging heeft om steeds dieper te gaan. Op een perceel waar aardappelen hebben gestaan, wordt de vastetandcultivator niet alleen gebruikt voor het losmaken van de sporen, maar ook om de achtergebleven aardappels naar boven te halen. Die aardappels kunnen dan kapot vriezen. Op lichtere gronden gebruik je de vastetandcultivator voor het klaarmaken van een poot- of zaaibed. Fig Een vastetandcultivator wordt gebruikt om vastgereden sporen los te trekken of om stoppels te bewerken. Schijvencultivator Een schijvencultivator is een type vastetandcultivator. Hierbij is aan de tandsteel een vleugelschaar bevestigd. Daarachter is een set holle schijven geplaatst. In figuur 2.20 zie je de holle schijven. De vleugelscharen snijden de grond over een grote breedte los, de holle schijven verkruimelen en egaliseren de grond. 40 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

41 Fig De holle schijven van een schijvencultivator verkruimelen en egaliseren de grond. Woeler Een woeler wordt gebruikt om verdichte lagen onder de bouwvoor te verbreken. De woeler uit figuur 2.21 wordt het meest toegepast. Fig Een meertandsdiepwoeler met zijplaten wordt het meest gebruikt. Om goed werk te leveren met een woeler moet je net onder de verdichte laag werken en moet je de grond voldoende oplichten. Door de brede zijplaten, die bovendien schuin omhoog staan (dit wordt de oploophoek genoemd), wordt aan die eisen voldaan. Een hoek van 25 à 30 geeft het beste resultaat, maar kost wel veel trekkracht. Voor het losbreken van werkelijk vaste bodemlagen wordt door loonbedrijven veelal een tweepoots woeler gebruikt. Die kan vaak tot een diepte van 65 cm werken. NIET-AFTAKASAANGEDREVEN GRONDBEWERKINGSWERKTUIGEN 41

42 Vragen 2.8 a Op welke twee manieren kun je de mate van verkruimeling beïnvloeden? b Welk type cultivator kun je het beste gebruiken om drijfmest in de grond te werken? Waarom? c Henk-Jan moet cultivateren op een perceel met graanstoppels. Welk type cultivator kan hij dan het beste gebruiken? Leg uit waarom. 2.5 Afsluiting Onderhouden van een machine levert beter werk en verlengt de levensduur van de machine. Goed onderhoud beloont zichzelf. Om goed onderhoud uit te voeren heb je de tijd nodig. Je moet dus een goede planning maken zowel van dagelijks als van periodiek onderhoud. Daarvoor heb je een planningsformulier nodig. Ook moet je weten wat je moet doen tijdens een onderhoudsbeurt. Een handige hulp hierbij is een onderhoudskaart voor elke machine. Als je de kaart nauwkeurig volgt, weet je zeker dat je niets vergeet. Veel werktuigen lijken wat hun bouw betreft veel op elkaar. Ook het onderhoud van deze werktuigen bevat veel overeenkomsten. Als je dat in je achterhoofd houdt, is het onderhoud een routine die je niet hoeft uit te stellen. Het gemakkelijkste onderhoud is het regelmatig reinigen van de machine. Dit komt niet alleen de machine, maar ook de bodemgezondheid ten goede. Het spreekt vanzelf dat bij al deze werkzaamheden de aandacht voor de veiligheid van jezelf en de medemens op de voorgrond moet staan. 42 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

43 3 Storingen onderkennen Oriëntatie Ondanks het goede onderhoud van trekker en werktuigen kan het voorkomen dat er een storing optreedt. Het overkomt iedereen vroeg of laat dat er iets mis gaat. De kunst is nu om heel snel te onderkennen of er iets mis gaat of dat alles nog in orde is. De meeste zaken moet je in de praktijk leren. Je weet nu hoe de trekker en een aantal werktuigen in elkaar zitten en hoe je ze moet onderhouden. Als het goed is heb je ook een idee van wat er fout kan gaan. 3.1 Storingen opsporen Je merkt dat er iets niet helemaal in orde is. Je hoort een vreemd geluid, je voelt een andere trilling. Wat is er aan de hand? Je moet leren om zoeken naar storingen systematisch aan te pakken. Het heeft geen zin om alle stekkers eruit te trekken of alle bouten los te draaien. Je moet bij het begin beginnen en steeds dingen uitsluiten. Zie het voorbeeld van een storing in een elektrisch apparaat in figuur 3.1. STORINGEN ONDERKENNEN 43

44 Fig. 3.1 Storing zoeken Het opsporen van een elektrische storing Onderzoek Oorzaak storing Wat te doen.. Zit de stekker in het stopcontact? Stekker in het stopcontact doen Staat er wel spanning op het stopcontact? Controleren met een spanningzoeker of ander toestel Nee Ja Apparaat defect Repareren of vervangen Aardlekschakelaar is uitgeschakeld Storing in het apparaat Installatiestoring Zie gebruiksaanwijzing van de aardlekschakelaar (meestal in de meterkast) Kortsluiting in het toestel Toestel repareren Zekering van de groep is defect Kortsluiting in de installatie Bel de installateur Andere defecten Overbelasting van de groep Bijv. losse verbinding in de kabels Minder gebruikers / zwaardere zekering Monteer goede kabels of herstel ze Hoofdzekering defect Kortsluiting in de installatie Overbelasting Bel het Elektriciteitsbedrijf Storing bij het Elektriciteitsbedrijf Bel het Elektriciteitsbedrijf Vragen 3.1 Het opsporen van storingen moet je volgens een systeem doen. a Hoe moet je te werk gaan om een kortsluiting in de installatie te ontdekken? b Wat moet je doen als de zekering weer kapotgaat? 3.2 Kleine storingen aan de trekker verhelpen Ondanks goed onderhoud gaat er natuurlijk wel eens iets mis. In het meest gunstige geval gaat het om kleine storingen die je zelf kunt verhelpen. De volgende onderwerpen komen hierna aan de orde: zekeringen en lampen; loszittende onderdelen; 44 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

45 stofbescherming hydrauliekaansluitingen; acculader. Zekeringen Je bent de verlichting aan het controleren en het dimlicht doet het niet. Dan kunnen de lampen doorgebrand zijn, maar het kan ook aan de zekering liggen. De zekering is de zwakste schakel in het elektrische systeem. Bij overbelasting brandt de zekering door en niet de bedrading. Je mag een zekering van 5 ampère dus nooit vervangen door een zwaardere van bijvoorbeeld 20 ampère. Op het deksel van de zekeringkast staat in schema welke zekering wat beschermt. Fig. 3.2 Zekering Lampen Het is een kleinigheid om de lampen aan de achterkant en op de voorkant van het spatbord te vervangen. Kap eraf en de kapotte lamp vervangen. Je moet natuurlijk wel weten welke lamp je vervangen moet. In sommige instructieboekjes staan gegevens over de te vervangen lampen. Zo niet, dan staan de juiste gegevens wel op de lamp die je vervangen moet. Bij de koplampen moet je eerst even het instructieboekje raadplegen. Bij het monteren van halogeen gloeilampen mag je het glas van de lamp nooit met de blote vingers aanraken. Heb je dat per ongeluk wel gedaan, dan moet je het glas schoonmaken met ramenreiniger of alcohol. Doe je dat niet, dan kun je vrij snel weer een nieuwe lamp plaatsen. Loszittende onderdelen Loszittende onderdelen van de trekker kunnen problemen veroorzaken. Je kunt ze verliezen of ze veroorzaken schade aan de trekker. Dus moet je een loszittend onderdeel direct weer vastmaken. Stofbescherming hydrauliekaansluitingen Zijn de stofbeschermingen van de hydrauliekaansluitingen kapot, dan is vervanging nodig. Een nieuw beschermkapje kost niet veel en kan een dure reparatie aan het hydraulisch systeem voorkomen. Controleer de snelkoppeling voor de hydraulische aansluiting ook altijd op lekkage. Wanneer bij een aangesloten slang olie uit de koppeling druppelt, dan is vermoedelijk een afsluitring defect. Acculader Sta je met een lege accu, omdat je het licht hebt laten branden of de trekker het hele weekend op contact hebt laten staan? Een oplossing kan zijn: de trekker aanslepen KLEINE STORINGEN AAN DE TREKKER VERHELPEN 45

46 en de motor laten draaien (dat kan en mag niet bij alle trekkers). Je kunt het probleem ook met behulp van een accu op een andere trekker en startkabels oplossen. Een derde mogelijkheid is de lege accu op te laden met een acculader. Bij acculaders heb je verschillen in: het voltage van de accu. Meestal is dit een 12 voltsaccu. Deze accu heeft zes cellen en iedere cel levert staandaard 2 volt; de snelheid van laden. Langzaam laden is beter, want snel laden is snel leeg. Het is aan te raden om voor het aansluiten van de acculader de klem aan de minpool los te maken. Dit geldt vooral bij moderne trekkers die veel elektronica bevatten. De juiste volgorde is: 1 de plus van de acculader aan de plus van de lege accu en de min aan de min (rood is altijd plus, blauw of zwart is min); 2 voltage instellen; 3 keuze maken voor snel of langzaam laden; 4 stekker in het stopcontact en apparaat inschakelen. Bij het loskoppelen moet je eerst de acculader uitschakelen en de stekker eruit trekken, daarna de klemmen pas losmaken. Denk eraan: eerst de min en dan de plus. 46 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

47 Fig. 3.3 Frontje van een acculader Bij het laden van de accu ontstaat knalgas! Door vonkvorming of bij het aansteken van een sigaret kan de accu exploderen. Vragen 3.2 Vragen 3.3 Kleine storingen aan de trekker kun je vaak zelf verhelpen. a Het dimlicht van een trekker brandt niet. Wat is vaak de oorzaak? b Wat is de reden hiervan? c Waarom is een stofafsluiting van de hydrauliekaansluiting zo belangrijk? Moderne trekkers met veel elektronica zijn gevoelig voor stroompieken. Met de acculader moet je dus voorzichtig zijn. a Welke volgorde moet je aanhouden om een acculader aan te sluiten? b Waarom moet je de minpool altijd losmaken? 3.3 Storingen voorkomen door een goede afstelling De meeste storingen die tot nu toe behandeld zijn, komen voort uit onderdelen die kapot gegaan zijn door slijtage of overbelasting. Er is nog een andere bron van storingen: de afstelling is niet goed voor de omstandigheden. Om deze storingen te onderkennen en op te lossen moet je veel van het grondbewerkingswerktuig weten. Als voorbeeld bekijken we de ploeg. Stel, een ploeg werkt uitstekend op een perceel zonder veel begroeiing. Maar moet je daarna een perceel ploegen waar een heel pak groenbemester op staat, dan werkt de ploeg niet goed. Goed ploegwerk is een vereiste om goede omstandigheden is krijgen voor het te zaaien of te poten gewas. Om goed ploegwerk te krijgen moet je de ploeg goed STORINGEN VOORKOMEN DOOR EEN GOEDE AFSTELLING 47

48 afstellen. Aan een ploeg valt veel af te stellen. In deze paragraaf komen de afstellingen in het veld uitgebreid aan de orde. Andere afstellingen worden genoemd, maar niet uitvoerig besproken. Alle afstellingen hebben hoofdzakelijk betrekking op een wentelploeg. Om een ploeg goed af te kunnen stellen, moet je ervan uitgaan dat de ploeg recht is, er geen verbogen onderdelen op zitten en er geen speling op de onderdelen zit. De trekker moet een goed werkend hydraulisch systeem hebben, een goed werkende hefinrichting en de juiste banden (met links en rechts dezelfde bandspanning). Als je met een wentelploeg ploegt, moeten de hefstangen even lang zijn. Tijdens het ploegen moeten de stabilisatiekettingen of -stangen los zitten. De volgende afstellingen komen aan bod: schijfkouters afstellen; voorscharen afstellen; ploegdiepte instellen; vlakstelling in de lengte; vlakstelling in de breedte; snijbreedteregeling van het eerste ploeglichaam; treklijninstelling; werk- of snijbreedteregeling. Schijfkouters afstellen Het schijfkouter moet zo diep worden afgesteld dat de onderkant van de naaf 5 cm boven het maaiveld staat. Hierdoor wordt de grond maximaal gesneden zonder dat de naaf door de grond gaat. Het schijfkouter loopt nagenoeg evenwijdig aan het zoolijzer, ongeveer 2 cm vanaf het zoolijzer. De kant van de voor blijft daarom keurig staan en brokkelt niet af. Op losse grond is het nodig het kouter breder dan 2 cm af te stellen om instorten van de kant van de bouwvoor te voorkomen. Ook moet het schijfkouter zijdelings kunnen bewegen. Deze beweging moet wel begrensd worden, omdat de schijfkouters anders naar de verkeerde kant draaien. Bij een niet goed afgestelde begrenzing kan het kouter gedwongen worden om scheef door de grond te gaan lopen. Daardoor kan het schijfkouter beschadigen. Voorscharen afstellen De voorschaar snijdt een stukje van de bouwvoor af. Daarom moet hij voldoende ver voor het rister staan, maar ook dwarser dan het rister. De voorschaar mag niet dieper dan 5 cm werken. De punt van de voorschaar moet bijna tegen het schijfkouter aan lopen. Bij het bevestigingspunt van de voorschaar kun je dit instellen. Ploegdiepte instellen De ploegdiepte wordt ingesteld met de weerstands- of trekkrachtregeling van de trekker. Soms kun je de ploegdiepte ook bij het steunwiel instellen. 48 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

49 Vlakstelling in de lengte Met de topstang wordt de vlakstelling in de lengte ingesteld. De vlakstelling in de lengte is goed als het zoolijzer net geen afdruk in de grond maakt en het ploegframe nagenoeg horizontaal staat. Bij grotere ploegen (vierscharige en meer) heeft deze afstelling weinig of geen effect. Een juiste stand van de trekstangen en een goed ingestelde trekkrachtregeling zorgen ervoor dat ook de vlakstelling in de lengte goed is. Fig. 3.4 De topstang is te kort (A) en te lang (B). Vlakstelling in de breedte Met het verdraaien van de aanslagnokken of -bouten wordt de ploeg in de breedte vlakgesteld. Een wentelploeg heeft bijna altijd twee aanslagnokken. De vlakstelling in de breedte is juist als het frame van de ploeg verticaal staat. Om dit te beoordelen ga je achter de ploeg in de voor staan. Helt de bovenkant van de ploeg over naar het geploegde land, dan staat de ploeg over buik. Helt de bovenkant van de ploeg over naar het ongeploegde land, dan staat de ploeg over rug. In figuur 3.5 wordt dit duidelijk gemaakt. STORINGEN VOORKOMEN DOOR EEN GOEDE AFSTELLING 49

50 Fig. 3.5 De ploeg in tekening A staat over buik, in tekening B over rug. Snijbreedteregeling van het eerste ploeglichaam Bij meerscharige ploegen moet de snijbreedte van het eerste ploeglichaam afgesteld worden. De andere ploeglichamen zitten op een vaste afstand van elkaar en hoeven niet afgesteld te worden. De snijbreedte van het eerste ploeglichaam moet gelijk zijn aan die van de overige ploegscharen. Dit kun je instellen door het ploegframe te verdraaien met een draadspindel of een hydraulische cilinder. Je verdraait als het ware het ploegframe met de scharen ten opzichte van de kop van de ploeg. In figuur 3.6 zie je wat er gebeurt als de eerste schaar breder of smaller ploegt dan de overige scharen. 50 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

51 Fig. 3.6 De eerste schaar werkt breder (links) en smaller (rechts) dan de overige scharen. Treklijninstelling De treklijninstelling is de moeilijkste ploegafstelling. Gelukkig hoeft deze afstelling alleen veranderd te worden als je een andere trekker met een andere spoorbreedte voor de ploeg plaatst. De ploeg mag de trekker niet uit de voor werken. De trekker en de ploeg moeten daarom bij elkaar passen en op elkaar zijn afgesteld. Als bijvoorbeeld de trekkerspoorbreedte niet goed past bij de breedte van de ploeg, moet je de trekker continu bijsturen. Dit kost extra trekkracht en dus extra dieselolie. Het instellen van de treklijn betekent dat de stand van de trekstangen moet veranderen. Dit kun je doen door de ploegkop zijdelings te verplaatsen ten opzichte van het ploegframe. Werk- of snijbreedteregeling De werk- of snijbreedte van alle ploeglichamen kun je tegelijk verstellen door bepaalde bouten in een ander gat te steken of met een zogenaamde memorycilinder (hydraulisch). Tijdens het rijden kun je heel gemakkelijk hydraulisch de snijbreedte van alle ploeglichamen veranderen van 30 tot bijvoorbeeld 45 cm. Als de snijbreedte van alle scharen verandert, dan verandert uiteraard ook de totale werkbreedte. De werkbreedteregeling heeft de volgende voordelen. De ploeg is geschikt voor meer grondsoorten. De ploeg is gemakkelijk in te stellen op iedere gewenste breedte bij het ploegen van bijvoorbeeld de eindvoor. Het afploegen van perceelskanten is gemakkelijker. De werkbreedte wordt aangepast aan het vermogen van de trekker en de werkomstandigheden. De memorycilinder heeft naast het instellen van de werkbreedte nog een andere functie. Tijdens het wentelen van de ploeg kunnen de ploeglichamen op de grond terechtkomen en kan er iets breken. Om dit te voorkomen zorgt de memorycilinder ervoor dat de werkbreedte van alle scharen op zijn smalst wordt gezet voordat de ploeg gewenteld wordt. Na het wentelen komt de werkbreedte weer terug in zijn vooraf ingestelde stand. In figuur 3.7 staat deze memorycilinder afgebeeld. STORINGEN VOORKOMEN DOOR EEN GOEDE AFSTELLING 51

52 Fig. 3.7 Het instellen van de werkbreedte van de eerste schaar (A), de treklijninstelling (B) en de memorycilinder (C) voor het verstellen van de werkbreedte van alle scharen Vragen 3.4 a Hieronder staan vier beweringen. Welke beweringen zijn juist? De onderdelen van de ploeg mogen geen speling vertonen. Tijdens het ploegen moeten de stabilisatiestangen vastzitten. Bij een wentelploeg moeten de hefstangen even lang zijn. Je kunt de vlakstelling in de lengte controleren door achter de ploeg te gaan staan. b Hoe wordt de werkdiepte van een ploeg ingesteld? c Waarmee kun je de ploeg vlakstellen in de lengte? d Waarmee kun je de ploeg vlakstellen in de breedte? e Wat gebeurt er als bij een meerscharige ploeg de eerste schaar breder ploegt dan de andere scharen? f De treklijninstelling is de moeilijkste ploegafstelling. Wanneer is het nodig om de treklijninstelling te veranderen? g Hoe kun je de treklijninstelling van een ploeg veranderen? h Noem twee functies van een zogenaamde memorycilinder. 3.4 Afsluiting Een machine kent geen pijn zoals de mens. De machine kan ook niet gaan gillen als er iets mis dreigt te gaan. Als de machine wel gaat gillen, is het meestal te laat: er is schade ontstaan. De bediener van de machine moet de storing voorkomen of heel vroeg opmerken. Door de storing op een goede manier op te zoeken ben je hier weinig tijd mee kwijt. Als je een kleine storing tijdig opmerkt en die snel verhelpt, blijft een grotere storing meestal uit. Veel storingen hebben als oorzaak een verkeerde afstelling van de machine of een onderdeel. Als je met een machine gaat werken, moet je goed weten wat de afstellingen zo ongeveer zijn. In de praktijk moet je toch altijd wat bijstellen, de natuur werkt immers niet volgens het boekje. 52 GEBRUIKEN WERKTUIGEN

Periodiek onderhoud. Olie aftappen. Oliefilters

Periodiek onderhoud. Olie aftappen. Oliefilters Periodiek onderhoud Periodiek onderhoud is het behoud van je machines. Het eerste gereedschap dat je daarbij nodig hebt is niet meer dan het instructieboekje en een goede draaiurenregistratie. Naast het

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 8

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 8 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 8 1 Ploegen 11 1.1 Soorten ploegen 11 1.2 Onderdelen van de ploeg 17 1.3 Aanbouwen en rijden 22 1.4 Afstellen 25 1.5 Het ploegen van een perceel 29 1.6 Onderhouden 30 1.7 Afsluiting

Nadere informatie

Teeltvoorbereiding Antwoorden Gebruiken werktuigen. N. Vollebregt

Teeltvoorbereiding Antwoorden Gebruiken werktuigen. N. Vollebregt Teeltvoorbereiding Antwoorden Gebruiken werktuigen N. Vollebregt eerste druk, 2001 Artikelcode: 27054.2 & 27054.1 2001 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Figuur 1-2: Rondgaande ploegen worden gebruikt voor de hoofdgrondbewerking.

Figuur 1-2: Rondgaande ploegen worden gebruikt voor de hoofdgrondbewerking. Soorten ploegen Kun je met een wentelploeg bovenover rijden of kan dat alleen maar met een rondgaande ploeg? En is een ecoploeg een wentelploeg of een ploeg die bovenover rijdt? Allemaal benamingen waar

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond bewerken 9 1.1 Grond bewerken is noodzakelijk 9 1.2 Grondbewerkingswerktuigen 10 1.3 Bodem en grondbewerking 17 1.4 De invloed van grondbewerkingsmachines op de structuur

Nadere informatie

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje BBRAAVVOK Ezelsbruggetje Om de onderhouds- en controlepunten voor de motor makkelijk te onthouden, is het volgende ezelsbruggetje bedacht: BBRAAVVOK. Dit staat, zoals in het menu te lezen is, voor: Banden,

Nadere informatie

4 Aan- en afkoppelen 74

4 Aan- en afkoppelen 74 4 74 4.1 Gedragen werktuigen Eerst moet je weten wat allemaal lading is. Lading noemen we in elk geval alle personen, dieren en goederen die je met een trekker kunt vervoeren. Maar lading zijn ook alle:

Nadere informatie

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje Voertuigcontrole BBRAAVVOK Ezelsbruggetje Om de onderhouds- en controlepunten voor de motor makkelijk te onthouden, is het volgende ezelsbruggetje bedacht: BBRAAVVOK. Dit staat, zoals in het menu te lezen

Nadere informatie

Instelbare platenslipkoppelingen onderhouden antwoorden

Instelbare platenslipkoppelingen onderhouden antwoorden Instelbare platenslipkoppelingen onderhouden antwoorden Doel Je kunt instelbare platenslipkoppelingen van aftaktussenassen onderhouden, repareren en afstellen. Oriëntatie Slipkoppelingen komen op veel

Nadere informatie

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0 Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0 Motorolie: Interval: Oliefilter: Motorolie: 3.000 km. 25.465.00 2 liter 10W40 Versnellingsbak en cardanolie: Interval: 10.000 km Differentieel olie: 1 liter 80W90

Nadere informatie

Aankoppelen van de aftaktussenas.

Aankoppelen van de aftaktussenas. Aankoppelen van de aftaktussenas. antwoorden Doel Je kunt een aftaktussenas veilig en juist aankoppelen en controleren. Oriëntatie Met de aftakas kan een trekker werktuigen aandrijven. Als trekkerchauffeur

Nadere informatie

9 Harken. 9.1 Cirkelharken. Oriëntatie. Aanbouwwerktuigen. Getrokken werktuigen

9 Harken. 9.1 Cirkelharken. Oriëntatie. Aanbouwwerktuigen. Getrokken werktuigen 9 Harken Oriëntatie Op het loonbedrijf van Joep Gerritsen vraagt Joep Alfred om te gaan harken met de grote dubbele cirkelhark met zijafleg. Alfred ziet die klus helemaal niet zitten, want dit werktuig

Nadere informatie

1.1 De vierslagmotor. Een trekker of een kraan werkt zomaar als je het sleuteltje omdraait. Maar wat heb je eigenlijk nog meer nodig?

1.1 De vierslagmotor. Een trekker of een kraan werkt zomaar als je het sleuteltje omdraait. Maar wat heb je eigenlijk nog meer nodig? 1.1 De vierslagmotor Een trekker of een kraan werkt zomaar als je het sleuteltje omdraait. Maar wat heb je eigenlijk nog meer nodig? Wanneer je de wielen van een trekker of de rupsen van een kraan wilt

Nadere informatie

Tweeassige trekkers juli 2008

Tweeassige trekkers juli 2008 Tweeassige trekkers juli 2008 Inhoud Inleiding 5 1 Veiligheid en milieu 1.1 Lekkage van brandstof, olie of koelvloeistof 1.2 Wettelijke regels 7 7 7 2 Starten, wegrijden en stoppen 2.1 Starten 2.2 Wegrijden

Nadere informatie

2 Soorten trekkers Indeling van trekkers Afsluiting Algemene bouw Hoofdonderdelen Afsluiting 32

2 Soorten trekkers Indeling van trekkers Afsluiting Algemene bouw Hoofdonderdelen Afsluiting 32 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 11 1.1 Veiligheidsvoorschriften 11 1.2 Veiligheidsvoorschriften voor het werken met de aftakas 16 1.3 Afsluiting 20 2 Soorten trekkers 21 2.1 Indeling

Nadere informatie

OC Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012

OC Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012 Banden en wielen Doel antwoorden Je kunt bij een trekker, een wagen en een werktuig op een veilige manier de banden op de juiste spanning brengen en dubbellucht monteren. Oriëntatie Het is erg belangrijk

Nadere informatie

De koeling van de motor.

De koeling van de motor. . AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 Inleiding Door de verbranding van brandstof in de motor (= werkslagen) ontstaan zeer hoge temperaturen. ( ± 2000 C.) Deze temperatuur moet worden teruggebracht

Nadere informatie

- Verlichting. Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren:

- Verlichting. Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren: - Verlichting Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren: Dimlicht en ongedimd licht. Seinlicht. Achterlicht. Remlicht, van

Nadere informatie

Oliën en oliefilter vervangen

Oliën en oliefilter vervangen Oliën en oliefilter vervangen Interval: 3.000 km. Oliefilter: 25.465.00 Motorolie: 2 liter 10W40 Interval: 10.000 km Differentieel olie: 1 liter 80W90 Carterpan pakking Breng de motor op bedrijfstemperatuur.

Nadere informatie

1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18

1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18 2 Hydraulische onderdelen 19 2.1 Oliereservoir 19 2.2 Pompen

Nadere informatie

Teeltvoorbereiding. Gebruiken werktuigen

Teeltvoorbereiding. Gebruiken werktuigen Teeltvoorbereiding Gebruiken werktuigen Gebruiken werktuigen Opdrachten N. Vollebregt eerste druk, 2001 GEBRUIKEN WERKTUIGEN 3 Artikelcode: 27054.1 Colofon Auteursteam Onderwijskundige Illustraties Redactie

Nadere informatie

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport. Handleiding mobiele hogedrukreiniger 200 bar, 15 l/min., 1.140 l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport. Inhoud 1. Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Luchtfilter vervangen en filterhuis reinigen

Luchtfilter vervangen en filterhuis reinigen Luchtfilter vervangen en filterhuis reinigen Interval: 10.000 km. Luchtfilter: 17.11.36.51 / UFI 2777900 Hoe werkt het? De V50 Nato is een verbrandingsmotor. In de cilinder wordt een mengsel van benzine

Nadere informatie

Winteronderhoud motor. Handige tips om je motor in top conditie te houden

Winteronderhoud motor. Handige tips om je motor in top conditie te houden Winteronderhoud motor Handige tips om je motor in top conditie te houden Rik Houdijk Motor types en brandstof Winter klaar maken beurtje geven Type motoren We kennen in de scheepvaart twee type motoren

Nadere informatie

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat Instructies Deze kunnen worden gebruikt voor het afzuigen van: Motorolie Versnellingsbak- en transmissieolie Koelvloeistof Remvloeistof Andere

Nadere informatie

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK)

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK) Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK) Banden Controlepunten banden: - Bandenspanning: De banden moeten voldoende op spanning zijn. Per motortype is de bandenspanning verschillend, voor en achter is vaak

Nadere informatie

De koeling van de motor.

De koeling van de motor. . AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2004 Inleiding Door de verbranding van brandstof in de motor (= werkslagen) ontstaan zeer hoge temperaturen. ( ± 2000 C.) Deze temperatuur moet worden teruggebracht

Nadere informatie

VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK)

VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK) VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK) KAWASAKI ER-6n BANDEN Controlepunten banden: - Bandenspanning: De banden moeten voldoende op spanning zijn. Per motortype is de bandenspanning verschillend, voor en achter is

Nadere informatie

Voertuig Controle Golf 7

Voertuig Controle Golf 7 Voertuig Controle Golf 7 Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees deze pagina een aantal keren aandachtig door zodat je

Nadere informatie

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie BULLETIN No.66 BEPROEVING CAPPON TREKKERPLOEG TYPE TWZ Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie (,;:< Dr. S.L.Mansholtlaan 12,Wageningen DE CAPPON TREKKERPLOEG TYPE TWZ Fabrikant: Fa. Iz. Cappon,

Nadere informatie

De Yanmar 1 GM10. Winterklaar maken. Presentatie Jur Pels op najaarsbijeenkomst NBOA Wijk bij Duurstede 18-11-07. Programma

De Yanmar 1 GM10. Winterklaar maken. Presentatie Jur Pels op najaarsbijeenkomst NBOA Wijk bij Duurstede 18-11-07. Programma De Yanmar 1 GM10 Aandrijving in de North Beach 24 Winterklaar maken Presentatie Jur Pels op najaarsbijeenkomst NBOA Wijk bij Duurstede 18-11-07 1 Programma Hoe werkt een dieselmotor Hoe ziet dat er in

Nadere informatie

Werken met. De Clippeleir Machines 5-25. 5.3 Aankoppelen. Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt.

Werken met. De Clippeleir Machines 5-25. 5.3 Aankoppelen. Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt. 5.3 Aankoppelen Let op! Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt. De houtversnipperaar wordt in de driepuntshefinrichting van de tractor gehangen. Het

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Machines voor zaaien, poten en planten 9 1.1 Soorten zaaimachines 9 1.2 Aanbouwen, afstellen en afdraaien van zaaimachines 13 1.3 Zaaien 14 1.4 Onderhoud 14 1.5 Nieuwe

Nadere informatie

"De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel. "Weet jij een voorbeeld van zo n pomp?

De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel. Weet jij een voorbeeld van zo n pomp? Van zuigen tot pompen "De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel "Weet jij een voorbeeld van zo n pomp? Karel denkt even na Een zuigerpomp "Een vetspuit misschien? Karel gokt op

Nadere informatie

************************* **************** ******** ***

************************* **************** ******** *** Bij deelname aan het Tussentijdstoets moet je de volgende documenten overhandigen: een geldig theorie certificaat een wettelijk toegestaan, geldig identiteitsbewijs. ************************* ****************

Nadere informatie

Assistent installatie- en constructietechniek

Assistent installatie- en constructietechniek Techniek Assistent installatie- en constructietechniek Deel 4 van 4 Bergt gereedschap, materieel en materiaal op en voert afval af Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 8

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 8 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 8 1 Werktuigen voor het zaaien 13 1.1 Normalisatie 14 1.2 Mechanische pijpenzaaimachines 16 1.3 Pneumatische pijpenzaaimachines 26 1.4 Mechanische precisiezaaimachines 26 1.5

Nadere informatie

Ongevallen met aftaktussenassen zijn gemakkelijk te voorkomen door de draaiende delen goed af te schermen. Wat is de gewenste situatie?

Ongevallen met aftaktussenassen zijn gemakkelijk te voorkomen door de draaiende delen goed af te schermen. Wat is de gewenste situatie? AFTAKAS Ongevallen met aftaktussenassen zijn gemakkelijk te voorkomen door de draaiende delen goed af te schermen. Wat is de gewenste situatie? De draaiende delen van de aftakas zijn niet bereikbaar als

Nadere informatie

3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN 3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Voordat tot bediening van de aanhangwagen wordt overgegaan moet de informatie uit het hoofdstuk "Veiligheid" bekend zijn. Dit hoofdstuk is bestemd voor bedieners zoals aangegeven

Nadere informatie

2.4 Tussenassen. In figuur 2.44 zijn deze onderdelen weergegeven. Hieronder worden de onderdelen besproken. Kruiskoppeling

2.4 Tussenassen. In figuur 2.44 zijn deze onderdelen weergegeven. Hieronder worden de onderdelen besproken. Kruiskoppeling 2.4 Tussenassen Als een werktuig niet goed achter een trekker gekoppeld wordt, kan de tussenas kapot gaan. Met tussenassen gebeuren veel ongelukken. Maar wat is een tussenas, wat kun je ermee doen en hoe

Nadere informatie

Olie verversen antwoorden

Olie verversen antwoorden Olie verversen antwoorden Doel Je kunt olie verversen. Oriëntatie Het is belangrijk dat er voldoende olie in bijvoorbeeld de motor of een tandwieloverbrenging zit. Dat heb je natuurlijk al vaak gehoord.

Nadere informatie

WWW.HUURLAND.BE HANDLEIDING CHAPEPOMP

WWW.HUURLAND.BE HANDLEIDING CHAPEPOMP Veiligheidsvoorschriften - De machine dient uitsluitend voor het mengen en verpompen van chape. Het verwerkte zand dient minimum korrel 05 te zijn en de maximum partikelgrootte bedraagt 16mm. Andere stoffen

Nadere informatie

Werken met een hogedrukreiniger

Werken met een hogedrukreiniger Werken met een hogedrukreiniger Doel antwoorden Je kunt met een hogedrukreiniger werken. Oriëntatie Het reinigen van vuile machines of werktuigen kun je op veel verschillende manieren doen. 1 Waarom zou

Nadere informatie

De voorkant. De zijkant. De banden

De voorkant. De zijkant. De banden Controlepunten: De voorkant De verlichting moet heel zijn en werken (de werking van de verlichting, remlichten en richtingaanwijzers kan voor je gaat rijden gecontroleerd worden door de examinator) De

Nadere informatie

Tandwielen. Katrollen

Tandwielen. Katrollen Met tandwielen kun je beweging van het ene apparaat overbrengen op een ander. Er zijn veel verschillende soorten tandwielen en de meeste apparaten maken er gebruik van. Met het aantal tandwielen kun je

Nadere informatie

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

Voertuig Controle BMW 116d Sportline Voertuig Controle BMW 116d Sportline Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees deze pagina een aantal keren aandachtig door

Nadere informatie

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek.

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek. Gereedschappen Tijdens je werk zul je vaak gebruik maken van gereedschappen. In de Arbowet wordt onderscheidt gemaakt in vier soorten gereedschap; - eenvoudig handgereedschap - aangedreven handgereedschap

Nadere informatie

De tweeslagmotor AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013

De tweeslagmotor AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 . is een eenvoudiger soort verbrandingsmotor. Op het titelblad zag je een doorsnede van een tweeslagmotor De drijfstang is letter. De zuiger is letter. De krukas

Nadere informatie

Verkorte gebruikershandleiding Multihog CX met Heatweed XL.

Verkorte gebruikershandleiding Multihog CX met Heatweed XL. Verkorte gebruikershandleiding Multihog CX met Heatweed XL. De werking, de bediening en het onderhoud van de Heatweed XL en de Multihog zijn opgenomen in de oorspronkelijke handleiding van de fabrikanten.

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Waarom de montagehandleiding volgen?

MONTAGEHANDLEIDING. Waarom de montagehandleiding volgen? MONTAGEHANDLEIDING 1/5 Bij alle door ons geleverde turbo s wordt een beknopte montagehandleiding meegeleverd. De afzonderlijke aandachtspunten zijn voorzien van een checkbox die kunnen worden afgevinkt

Nadere informatie

Klein vaarbewijs. 7 e bijeenkomst

Klein vaarbewijs. 7 e bijeenkomst Klein vaarbewijs 7 e bijeenkomst programma Testje Motoren Koeling Aandrijving Stuurinrichting Controles voor vertrek Controles tijdens de vaart Controles tijdens lang stilliggen Onderdelen van de voorstuwing

Nadere informatie

Probleemoplossingsgids

Probleemoplossingsgids NL Probleemoplossingsgids BF115D, BF135A, BF150A Inhoud *Tik of klik op de relevante uitgave. - Controlelampje gaat aan / uit - Motor start niet - Motor stopt na te zijn gestart / Motor stopt terwijl deze

Nadere informatie

Postbus 9 3945 ZG COTHEN telefoon 0343 562800 fax 0343 563924 e-mail info@vasasport.nl website www.vasasport.nl

Postbus 9 3945 ZG COTHEN telefoon 0343 562800 fax 0343 563924 e-mail info@vasasport.nl website www.vasasport.nl Onderhoud Bull (en andere rolski's met vrijloopkoppeling) Inleiding Na jaren van uitstekend gebruik van de SkiSkett rolski's van het type Bull zijn er het laatste jaar regelmatig problemen met het vastlopen

Nadere informatie

Pompen AOC OOST Almelo Groot Obbink

Pompen AOC OOST Almelo Groot Obbink AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 Fietspomp. 1. Waar komt bij deze pomp de lucht binnen? Geef deze plaats aan in de tekening met een pijl. 2. Wanneer komt er lucht onder het manchet bij de zuigslag

Nadere informatie

Gemotoriseerde Tweewielers Scooters en Bromfietsen. Aandrijving en onderhoud

Gemotoriseerde Tweewielers Scooters en Bromfietsen. Aandrijving en onderhoud Gemotoriseerde Tweewielers Scooters en Bromfietsen Aandrijving en onderhoud Naam: Klas: Vmbo-project Beroepstaken Gemotoriseerde Tweewielers 2 Beroepstaak Aandrijving en onderhoud van scooters, bromfietsen

Nadere informatie

Veehouderij en bedrijf. Werken met machines

Veehouderij en bedrijf. Werken met machines Veehouderij en bedrijf Werken met machines Werken met machines Inzetten bedrijfsuitrusting veehouderij Jan Bockweg Thijs de Haan Jelle Uyt de Boogaardt Jan Nijholt Eerste druk, 1997 WERKEN MET MACHINES

Nadere informatie

Onderhoud van machines

Onderhoud van machines Nieuwsbrief 60 Winter 2011-2012 Onderhoud van machines Tijdens de wintermaanden zullen enkele machines voor een langere periode niet gebruikt worden. Het ideale moment dus om deze machines te onderwerpen

Nadere informatie

Schudders. Z Hydro Z Pro Z 1000

Schudders. Z Hydro Z Pro Z 1000 Schudders Z Hydro Z Pro Z 1000 Schudders Alle schudders zijn standaard uitgerust met: Scharnierende naloopbok. Volgt de bodem onafhankelijk van de vaste driepuntsbok, volgt de tractor bij bochten. Tijdens

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 Inleiding In de land- en tuinbouw wordt veel gewerkt met hydraulische installaties, Een trekker heeft een hydraulische hefinrichting waarmee werktuigen opgetild

Nadere informatie

Handboek van een vacuümunit type VHU-40-HE Type: VHU-3000-HE Gewicht: 145 kg

Handboek van een vacuümunit type VHU-40-HE Type: VHU-3000-HE Gewicht: 145 kg De Brugman 9, NL-1948NB Beverwijk Tel: +31(0)251226477 Fax:+31(0)251221840 Email: info@hamevac.nl Site: www.hamevac.nl KvK: 34079398 BTW: NL800854202B01 Bank: 671113003 Iban: NL24INGB0671113003 Handboek

Nadere informatie

STIGA VILLA 92M

STIGA VILLA 92M STIGA VILLA 92M 8211-3037-01 1. 2. A C B 3. 4. 5. 6. A+5 A B+5 B 7. 8. 2 9. 10. R L L+R X Z Y 11. 12. W V 3 NEDERLANDS NL SYMBOLEN De volgende symbolen staan op de machine om u eraan te herinneren dat

Nadere informatie

Oliekeerringen vervangen antwoorden

Oliekeerringen vervangen antwoorden Oliekeerringen vervangen antwoorden Doel Je kunt een lekkende of defecte oliekeerring vervangen. Oriëntatie In- en uitgaande assen van tandwielkasten of overbrengingen worden bijna altijd afgedicht door

Nadere informatie

2 elements-zwadharken

2 elements-zwadharken 2 elements-zwadharken Zijafleg- en middenafleg-harken Middenafleg-harken - driepuntsophanging R 655 DS - een middenafleg-hark met driepuntsaanbouw Driepuntsophanging Beweegbare elementophanging -- De harkelementen

Nadere informatie

Voertuig Controle. De Motor (Golf 6 1.6 TDI)

Voertuig Controle. De Motor (Golf 6 1.6 TDI) Voertuig Controle Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees daarom deze pagina een aantal keren aandachtig door zodat je

Nadere informatie

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch s hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch nl/ta-bjxxxx -1 INHOUDSOPGAVE pagina 1 Inleiding 02 2 Gebruik van de handleiding 02 3 Beschrijving van de hefbrugkrik 02 4 Veiligheid 02 5 Technische specificaties

Nadere informatie

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET De krik en het gereedschap bevinden zich onder de stoel links voorin. HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN Wees voorzichtig bij het optillen van een wiel. De wielen zijn zwaar en

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

Eenassige trekkers IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009

Eenassige trekkers IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009 Eenassige trekkers IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009 Inhoud Inleiding 5 1 Onderdelen 7 1.1 Aftakas 7 1.2 Differentieel of wielontkoppeling 7 1.3 Banden 9 2 Starten, wegrijden en stoppen 11 2.1 Starten 11

Nadere informatie

OC-27143.1 Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012

OC-27143.1 Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012 Krachtstroom antwoorden Doel Je kunt een stekker of een contrastekker aan een krachtstroomsnoer monteren. Oriëntatie Bij het werken met elektriciteit speelt de veiligheid een zeer grote rol. Een onveilige

Nadere informatie

Praktische sectororiëntatie. Techniek

Praktische sectororiëntatie. Techniek Praktische sectororiëntatie Techniek Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Tessel Mulder Titel: Praktische sectororiëntatie

Nadere informatie

Fig Veiligheid

Fig Veiligheid 3.4.2 Crankstel; bij inrijden van een nieuwe skelter Na een gebruiksperiode van enkele dagen (bij intensief gebruik) tot twee weken (bij normaal gebruik) dienen de bevestigingsbouten (zie Fig. 3) waarmee

Nadere informatie

TR25 INSTRUKTIEHANDLEIDING OWNER S MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG

TR25 INSTRUKTIEHANDLEIDING OWNER S MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG TR25 INSTRUKTIEHANDLEIDING OWNER S MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG Lees instructie handleiding Read owner s manual Die Bedienungsanleitung durchlesen Draag Oorbeschermers Wear Eargear Gehörschutz Notities-Notes-Aufzeichnungen

Nadere informatie

Grondbewerking in de groene sector

Grondbewerking in de groene sector Grondbewerking in de groene sector Arnhem, juli 2007 Inhoud Inleiding 5 1 Waarom grondbewerking? 7 1.1 De grondsoort en de draagkracht van de bodem 8 1.2 Het tijdstip van de grondbewerking 8 1.3 Het beschikbare

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DS.

Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DS. Pag. 1-5 Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DS. Pag. 2-5 Montagevoorschriften. Om de doseergoot correct te kunnen installeren is een voldoende stevige opstelling nodig waarop de goot geplaatst kan worden.

Nadere informatie

SUPERIEURE BEMESTERS. degelijk duurzaam

SUPERIEURE BEMESTERS. degelijk duurzaam SUPERIEURE BEMESTERS degelijk duurzaam KRACHT DUURZAAMHE VEENHUIS Een bemester bouwen kunnen er meer. Maar een GOEDE bemester bouwen, daar is ervaring voor nodig Veenhuis ontwikkelt landbouwtechniek sinds

Nadere informatie

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Handleiding. Tilly Light fietsendrager Handleiding Tilly Light fietsendrager mei 2015 Tilly Light BV Inhoudsopgave Algemeen 4 Onderdelen 5 Stekker aansluiting 10 Eerste gebruik 11 Op de auto plaatsen 15 Fietsen plaatsen 18 Rijden 23 Fietsen

Nadere informatie

Thermostaat vernieuwen op een Fiat Brava 1.6 16v '96

Thermostaat vernieuwen op een Fiat Brava 1.6 16v '96 Thermostaat vernieuwen op een Fiat Brava 1.6 16v '96 Benodigheden: Klein doppensetje Schroevendraaierset / Slangklemschroevendraaiers Schuurlinnen korrel 120 Opvangbak voor het koelwater Een looplamp Ty-rips

Nadere informatie

3.0. Babboe BV Saljoet 3 3824 MD Amersfoort info@babboe.nl tel: 033-7410740

3.0. Babboe BV Saljoet 3 3824 MD Amersfoort info@babboe.nl tel: 033-7410740 3.0 Babboe BV Saljoet 3 3824 MD Amersfoort info@babboe.nl tel: 033-7410740 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van de Elektrische Babboe City. Deze handleiding geeft u meer informatie over

Nadere informatie

T3000 INSTRUKTIEHANDLEIDING

T3000 INSTRUKTIEHANDLEIDING T3000 INSTRUKTIEHANDLEIDING Lees instructie handleiding Draag Oorbeschermers Notities Ulbo Machinery BV www.samac.nl Pag 1 Beschrijving Nederlands 1 Stuurbeugel 2 Motor 3 Slinger, Tank 4 Hijsbeugel 5 Typeplaatje

Nadere informatie

versie: januari 2011

versie: januari 2011 Rijsnelheid Het zaairesultaat wordt niet alleen bepaald door de perfectie en afstelling van de machine, maar ook door de rijsnelheid. De gewenste rijsnelheid is bij buitenvullers ongeveer 5 km per uur,

Nadere informatie

5 Bediening van een koppeling

5 Bediening van een koppeling 5. Mechanische bedieningssystemen 5 Bediening van een koppeling 5. Mechanische bedieningssystemen 5.. Werking In voertuigen met een voetbediende droge enkelvoudige platenkoppeling is een mechanisme noodzakelijk

Nadere informatie

Categorie A B C Cat.0 440 mm 500 mm 380 mm Cat. 1 718 mm 850 mm 650 mm Aankruisen wat van toepassing is: Cat. 0

Categorie A B C Cat.0 440 mm 500 mm 380 mm Cat. 1 718 mm 850 mm 650 mm Aankruisen wat van toepassing is: Cat. 0 D-124 Bestelformulier veegmachine aanvraag formulier veegmachine A-Bok Categorie A B C Cat.0 440 mm 500 mm 380 mm Cat. 1 718 mm 850 mm 650 mm Aankruisen wat van toepassing is: Cat. 0 Cat. 1 Frontaftakas

Nadere informatie

Kverneland NG-S 101 F35 Opklapbare kopeg voor trekkers tot 350pk 91150C

Kverneland NG-S 101 F35 Opklapbare kopeg voor trekkers tot 350pk 91150C Kverneland NG-S 101 F35 Opklapbare kopeg voor trekkers tot 350pk NG-S 101 F35 Opklapbare kopeggen Een zelfdragend chassis is de basis van deze robuuste NG-S 101 Fold serie. Geen extra zij frame nodig Gewichtsbesparend,

Nadere informatie

WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER (< 250 BAR)

WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER (< 250 BAR) WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER (< 250 BAR) Het werken met een hogedrukreiniger brengt een hoge lichamelijke belasting met zich mee. Deze wordt veroorzaakt door de trillingen van de lans en door het opvangen

Nadere informatie

85 Nee 4 cilinder zonder turbo cilinder turbo. 110 Nee 6 cilinder zonder turbo cilinder turbo 8 cilinder zonder turbo

85 Nee 4 cilinder zonder turbo cilinder turbo. 110 Nee 6 cilinder zonder turbo cilinder turbo 8 cilinder zonder turbo Algemene bepalingen 1. Deelname aan de wedstrijd is geheel voor eigen risico. De Stichting Trekkertrek Nieuw Wehl kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deelnemers, tractoren of derden.

Nadere informatie

INHOUD. www.contimac.be 2

INHOUD. www.contimac.be 2 INHOUD 1. Gebruik... 3 2. Gebruik en onderhoud... 3 3. Technische kenmerken... 5 4. Smering... 5 5. Accessoires... 5 6. Geleverde delen... 5 7. Onderdelenlijst en -tekening... 6 CE Certifikaat van overeenstemming...

Nadere informatie

2.1 Eenvoudige meetapparatuur

2.1 Eenvoudige meetapparatuur 2.1 Eenvoudige meetapparatuur Je begeleider vraagt of je voor hem een strip ijzer op lengte wilt maken. Deze strip ijzer moet 250 mm lang zijn. Je gaat aan de slag en brengt hem even later de strip. Wat

Nadere informatie

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie BULLETIN No. 190 BEPROEVING PZ SNELHOOIER HARKKEERDERSCHUDDER Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie Dr. S.L. Mansholtlaan 12, Wageningen DE PZ SNELHOOIER HARKKEERDERSCHUDDER Fabrikant: Fa.

Nadere informatie