Hierbij doe ik u in alle officiële talen van de Europese Gemeenschappen een exemplaar toekomen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hierbij doe ik u in alle officiële talen van de Europese Gemeenschappen een exemplaar toekomen"

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 maart 2008 (14.03) (OR. en) 7487/08 FIN 90 FSTR 4 REGIO 4 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Vítor CALDEIRA, voorzitter van de Europese Rekenkamer ingekomen: 12 maart 2008 aan: de heer Dimitrij RUPEL, voorzitter van de Raad van de Europese Unie Betreft: Speciaal verslag nr. 1/2008 over het proces van onderzoek en evaluatie van grote investeringsprojecten in de programmeringsperioden en Mijnheer de voorzitter, Hierbij doe ik u in alle officiële talen van de Europese Gemeenschappen een exemplaar toekomen van Speciaal verslag nr. 1/2008 over het proces van onderzoek en evaluatie van grote investeringsprojecten in de programmeringsperioden en Dit speciaal verslag, dat binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden bekendgemaakt, is op 14 februari 2008 door de Rekenkamer aangenomen en gaat vergezeld van de antwoorden van de Commissie, die op 6 november 2007 op de hoogte was gesteld van de voorlopige bevindingen. Hoogachtend, (w.g.) Vítor CALDEIRA Bijlage: Speciaal verslag nr. 1/2008 over het proces van onderzoek en evaluatie van grote investeringsprojecten in de programmeringsperioden en /08 cle/hor/mm 1 DG G III NL

2 ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕ ΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS COUR DES COMPTES EUROPÉENNE CÚIRT INIÚCHÓIRÍ NA HEORPA CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI EURÓPAI SZÁMVEVİSZÉK IL-QORTI EWROPEA TA L-AWDITURI EUROPESE REKENKAMER EUROPEJSKI TRYBUNAŁ OBRACHUNKOWY TRIBUNAL DE CONTAS EUROPEU CURTEA DE CONTURI EUROPEANĂ EURÓPSKY DVOR AUDÍTOROV EVROPSKO RAČUNSKO SODIŠČE EUROOPAN TILINTARKASTUSTUOMIOISTUIN EUROPEISKA REVISIONSRÄTTEN Speciaal verslag nr. 1/2008 (uitgebracht krachtens artikel 248, lid 4, tweede alinea, EG) over het proces van onderzoek en evaluatie van grote investeringsprojecten in de programmeringsperioden en vergezeld van de antwoorden van de Commissie 12, rue Alcide De Gasperi Téléphone (+352) EURAUD@ECA.EUROPA.EU L Luxembourg Téléfax (+352) Internet:

3 2 INHOUD Paragraaf Verklarende woordenlijst Samenvatting I -... VII Inleiding Definities en goedkeuringskader Financieel belang 8 Reikwijdte van de controle en van het verslag Bereidt de Commissie de communautaire financiering van grote projecten goed voor? Kader van het projectonderzoek en controlecriteria Onderzoek van de projecten: methodologische begeleiding verbeterd, maar procedures behoeven versterking Kosten-batenanalyse: toepassingen van ongelijke kwaliteit De vaststelling van de communautaire financiële steun: uiteenlopend geïnterpreteerde en toegepaste criteria Levert de evaluatie achteraf van grote projecten resultaten op die nuttig zijn voor de latere besluitvorming? Evaluatiekader en controlecriteria Enkele omvangrijke evaluaties en zeer weinig afzonderlijke evaluaties van grote projecten Bepaalde factoren hebben de evaluaties achteraf van de grote projecten belemmerd Onvolledige steunaanvragen Ontoereikend toezicht

4 3 Evaluaties over de periode kunnen op losse schroeven staan De nieuwe regelgeving voor de periode Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Bijlage I Bijlage II Steekproeven I en II per betrokken lidstaat - Lijst van gecontroleerde projecten Gecontroleerde grote projecten Discontovoet en vooruitzichten Antwoorden van de Commissie

5 4 VERKLARENDE WOORDENLIJST Buitenkanseffect Cohesiefonds Doelmatigheid Doeltreffendheid EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) Gevoeligheidsanalyse Impact Waargenomen effect dat zich ook zou hebben voorgedaan indien er geen overheidsinterventie was geweest. Instrument ter bevordering van de economische en sociale cohesie door middel van financiering van grote projecten op het gebied van milieu en transport in de lidstaten waarvan het BNP onder de 90 % van het communautaire gemiddelde ligt. Oorspronkelijk werd het Cohesiefonds ingezet in Spanje, Griekenland, Ierland en Portugal. Sinds 1 januari 2004 komt Ierland niet meer in aanmerking voor het Fonds. De nieuwe lidstaten ontvangen sinds hun toetreding tot de Gemeenschap bijstand uit het Fonds. Verhouding tussen de ingezette middelen en de behaalde resultaten. Verhouding tussen de behaalde resultaten en de nagestreefde doelstellingen. Financieel instrument ter bevordering van de economische en sociale cohesie in de landen van de Unie door de correctie van de voornaamste regionale onevenwichtigheden en door de omschakeling van regio's met een achterstand. De acties van het EFRO worden voornamelijk uitgevoerd door middel van operationele programma's die een groot aantal projecten omvatten. Studie van de stabiliteit van een resultaat dat wordt verwacht van een project in het licht van een wijziging van de basisvariabelen. Sociaaleconomische gevolgen die aan een actie kunnen worden toegeschreven.

6 5 IR (interne rentabiliteit) Waarde waarboven een investering rendabel wordt. Financiële IR: rentabiliteit die uitsluitend is berekend op basis van de financiële bedragen die rechtstreeks betrekking hebben op het project. Economische IR: rentabiliteit bij de berekening waarvan ook de externe economische factoren in aanmerking zijn genomen. Kosten-batenanalyse NCW (netto contante waarde) Techniek voor het vergelijken van alle kosten en alle baten van een actie om te bepalen of de baten opwegen tegen de kosten, en zo ja, in hoeverre. Waarde die wordt verkregen door de waarde van de kasmiddelen die een project gedurende de looptijd ervan zal genereren, te actualiseren. Aldus kunnen verschillende projecten met elkaar worden vergeleken. Operationele programma's Door de Commissie goedgekeurde programma's die een samenhangend geheel van prioriteitslijnen omvatten die bestaan uit meerjarenmaatregelen voor de verwezenlijking waarvan een beroep kan worden gedaan op een of meer structuurfondsen en, vervolgens, op andere financiële instrumenten en op de EIB. Programmeringsperiode Risicoanalyse Structuurfondsen Meerjarenkader waarbinnen de uitgaven voor de structuurfondsen worden gepland en gedaan. Studie ter bepaling van de waarschijnlijkheid dat de waarde van de basisvariabelen van een project, berekend in een eerste analyse, inderdaad juist blijkt te zijn. Communautaire fondsen waaruit acties worden gefinancierd ter verkleining van de verschillen in ontwikkeling tussen de regio's van de Unie. Het voornaamste financieringsinstrument van deze acties is het EFRO.

7 6 SAMENVATTING I. Het concept 'grote projecten' op het gebied van infrastructuur en productieve investeringen wordt in de regelgeving voornamelijk aan de hand van de betrokken financiële bedragen bepaald. Gelet op het economisch belang en het potentiële effect van deze projecten is met het oog op de goedkeuring ervan in bijzondere onderzoeksprocedures voorzien. Om dezelfde redenen moeten de juiste gegevens worden verzameld om het werkelijk bereikte effect in vergelijking met het beoogde effect te beoordelen (zie de paragrafen 1-8). II. De controle van de Rekenkamer was gericht op de grote EFRO-projecten en, analoog daaraan, op de grote projecten van het Cohesiefonds van de programmeringsperioden en Het verslag is opgebouwd rond twee hoofdlijnen, namelijk het proces ter voorbereiding van de goedkeuring van de grote projecten door de Commissie en het proces van evaluatie dat op de uitvoering ervan volgt (zie de paragrafen 9-13). III. De Rekenkamer constateerde verscheidene gebreken in het onderzoek in beide betrokken perioden, met name wat betreft de procedures voor het onderzoek van de projecten en voor het bepalen van het percentage van de communautaire cofinanciering. De kosten-batenanalyses die de initiatiefnemers van projecten ter onderbouwing van hun steunaanvragen indienden waren van sterk uiteenlopende kwaliteit, evenals de toepassing ervan door de Commissie. Deze bevindingen doen vragen rijzen betreffende de werkelijke meerwaarde van het specifieke goedkeuringssysteem voor grote projecten (zie de paragrafen 14-34). IV. De Rekenkamer beveelt de Commissie aan, daadwerkelijk beter functionerende onderzoeksprocedures in te zetten, gebaseerd op instrumenten die zij zelf heeft ontworpen, erop toe te zien dat de kosten-batenanalyse rigoureus wordt toegepast, met name wat betreft de verstrekte informatie, en haar inspanningen voort te zetten om rekening te houden met de elementen die het mogelijk maken, het percentage van de communautaire deelname aan te passen (zie paragraaf 63).

8 7 V. De evaluatie achteraf van de grote projecten van de periode heeft de Commissie slechts eenmaal, ten tijde van de controle, kunnen verrichten, en toen bleek ze sterk te lijden te hebben van een gebrek aan relevante en betrouwbare gegevens, met betrekking tot zowel het te voorziene effect als het toezicht. Onder deze omstandigheden leverde de evaluatie geen nuttige informatie ten behoeve van de besluitvorming voor de volgende periode op, met uitzondering van een geval betreffende door het Cohesiefonds gecofinancierde projecten. De evaluatie van de grote EFRO-projecten van de periode , die nog tot stand moet komen, zal kunnen worden gebaseerd op strengere rechtsvoorschriften, met name op het gebied van toezicht. De toepassing ervan in de praktijk is echter pas begonnen (zie de paragrafen 35-55). VI. De regelgeving voor de structuurfondsen van de periode schrijft niet voor dat de Commissie grote projecten afzonderlijk aan een evaluatie achteraf moet onderwerpen. De Rekenkamer geeft echter in overweging, de grote projecten aan het eind van de uitvoering in het licht van de eigen doelstellingen, afzonderlijk te laten evalueren door de nationale beherende instanties en door de begunstigden voor wie de daardoor verkregen informatie nuttig is. Daartoe dient de Commissie erop toe te zien dat de steunaanvragen de nodige informatie bevatten wat betreft de indicatoren en de uitgangssituatie, en dat deze informatie nauwkeurig wordt bijgehouden. Wat betreft de uit deze evaluatie voortvloeiende gegevens die haar moeten worden meegedeeld, dient de Commissie haar eigen behoeften te analyseren om over relevante en betrouwbare gegevens te kunnen beschikken over de effecten van grote projecten (zie paragraaf 64). VII. Voor de langere termijn verzoekt de Rekenkamer de Commissie, het Europees Parlement en de Raad, na te denken over de rol van de speciale regeling voor grote projecten (zie paragraaf 65).

9 8 INLEIDING Definities en goedkeuringskader 1. Het begrip 'grote projecten' wordt in de communautaire regelgeving met betrekking tot het EFRO voornamelijk op basis van het financiële belang van de projecten omschreven Voor de programmeringsperiode zijn 'grote projecten' projecten "waarvan de totale kosten die voor de vaststelling van de communautaire bijstand in aanmerking worden genomen als algemene regel meer dan 25 miljoen ecu voor infrastructuurinvesteringen of 15 miljoen ecu voor produktieve investeringen bedragen" Voor de programmeringsperiode , worden 'grote projecten' gedefinieerd als projecten "waarvan de totale voor de bepaling van de bijdrage van de fondsen in aanmerking genomen kosten hoger zijn dan 50 miljoen euro" 3. Voorts moeten deze projecten een geheel van economisch ondeelbare werkzaamheden omvatten die een precieze technische functie vervullen en op welomlijnde doelstellingen gericht zijn. Zoals in de voorgaande periode kan dit zowel investeringen in de infrastructuur als productieve investeringen betreffen In de regelgeving voor het Cohesiefonds is voor geen van beide perioden in kwestie een definitie van 'grote projecten' te vinden 5. Aangezien in de Het concept kwam reeds voor in Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 (PB L 374 van , blz. 1). Het is eveneens van toepassing in de regelgeving van de nieuwe periode (artikelen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 (PB L 210 van , blz. 25)). Artikel 16, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2082/93 van 20 juli 1993 (PB L 193 van , blz. 20). Artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 (PB L 161 van , blz. 1). Artikel 26 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Het Cohesiefonds heeft ten doel, projecten van grote omvang te financieren in de

10 9 cohesielanden echter gelijksoortige projecten betreffende vervoersinfrastructuur en milieu hetzij door het Cohesiefonds, hetzij door het EFRO kunnen worden gefinancierd, is in de controle bij analogie rekening gehouden met sommige projecten van het Cohesiefonds, geselecteerd op basis van de totale kosten, uitgaande van dezelfde criteria als bij de grote EFRO-projecten. 5. Wat de regeling voor de goedkeuring betreft, konden de grote projecten van het EFRO afzonderlijk of in het kader van een operationeel programma worden ingediend. De Commissie was in ieder geval op de hoogte van de grote projecten, waarvoor aanvullende inlichtingen moesten worden verstrekt 6, maar een formele goedkeuringsbeschikking was niet voorgeschreven. 6. De grote EFRO-projecten worden altijd gefinancierd in het kader van een grotere bijstandsvorm 7. De regelgeving bepaalt echter dat de Commissie ze afzonderlijk goedkeurt, in tegenstelling tot andere projecten die slechts op het niveau van de autoriteiten van de lidstaten worden goedgekeurd In het kader van het Cohesiefonds konden voor de twee perioden in kwestie slechts afzonderlijke projecten worden gefinancierd, die elk het voorwerp van een specifieke beschikking vormen sectoren vervoer en milieu. Artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 (PB L 130 van , blz. 1) voor de programmeringsperiode bepaalde dat "de totale kosten van het project of een groep projecten in beginsel niet minder dan 10 miljoen ecu [mogen] bedragen". Verordening (EG) nr. 1264/1999 van de Raad van 21 juni 1999 (PB L 161 van , blz. 57), betreffende de daaropvolgende programmeringsperiode, verving het woord "ecu" door het woord "euro". Artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 4254/88 zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 van de Raad van 20 juli 1993 (PB L 193 van , blz. 34). Dat wil zeggen voornamelijk operationele programma's, enkelvoudige programmeringsdocumenten, programma's voor communautaire initiatieven. Verordening (EG) nr. 1260/1999, artikel 26, lid 3.

11 10 Tabel 1 - Definitie van 'grote projecten' FONDS Periode Periode Totale kosten boven: - 25 miljoen ecu voor infrastructuur - 15 miljoen ecu voor productieve investeringen Totale kosten boven: 50 miljoen euro voor alle soorten projecten 'Grote projecten' van het EFRO (infrastructuurprojecten en projecten voor productieve investeringen) Bovendien: ondeelbaarheid van de werkzaamheden uit economisch en technisch oogpunt en welbepaalde doelstellingen Afzonderlijk project of in een grotere bijstandsvorm ingebed project Project altijd in een grotere bijstandsvorm ingebed 'Grote projecten' van het Cohesiefonds (infrastructuurprojecten voor vervoer en milieu) Geen definitie in de regelgeving Ten behoeve van de controle: totale kosten meer dan 25 miljoen ecu Afzonderlijk project Geen definitie in de regelgeving Ten behoeve van de controle: totale kosten meer dan 50 miljoen euro Afzonderlijk project Financieel belang 8. Tabel 2 toont voor de twee programmeringsperioden de hoogte van de totale kosten van de grote projecten die bijstand uit het EFRO of het Cohesiefonds hebben gekregen:

12 11 Tabel 2 - Totale kosten van de 'grote projecten' waarvoor communautaire bijstand is verleend Periode Periode Miljard ecu Aantal projecten Miljard euro Aantal projecten GP EFRO GP Cohesiefonds TOTAAL REIKWIJDTE VAN DE CONTROLE EN VAN HET VERSLAG 9. Gezien de impact die projecten boven een bepaald bedrag op zich kunnen hebben op de regionale ontwikkeling, worden grote investeringsprojecten onderworpen aan onderzoeksprocedures die ingewikkelder zijn dan gewoonlijk en vormen zij tevens het voorwerp, althans vanaf de programmeringsperiode , van een afzonderlijke goedkeuringsbeschikking. Om dezelfde redenen is een retrospectieve beoordeling nodig van het reële effect van de ingezette middelen om de opzet en de selectie van de projecten van de latere programmering te oriënteren. 10. De Rekenkamer wilde dus de twee volgende vragen beantwoorden: - Wordt de communautaire financiering van grote projecten goed voorbereid door de Commissie? - Levert de evaluatie achteraf van grote projecten nuttige resultaten op ten behoeve van de toekomstige besluitvorming? 11. De controles aan de hand van stukken en in de lidstaten hadden betrekking op een steekproef van 20 grote afgesloten projecten van de periode en op 30 grote projecten van de periode Bovendien werd een extra steekproef van 36 grote projecten uit de periode aan de hand van stukken onderzocht bij de Commissie (zie bijlage I).

13 Ten aanzien van het beoordelingssysteem voor grote projecten had de controle betrekking op de procedures die de Commissie voor de twee perioden en heeft opgezet. De geleidelijk aangebrachte verbeteringen zijn aangeduid. De aanbevelingen betreffende dit gedeelte kunnen de uitvoering van de periode beïnvloeden, waarin het begrip 'grote projecten' voor alle structuurfondsen blijft bestaan Wat betreft de evaluaties achteraf kon uitsluitend rekening worden gehouden met de evaluaties betreffende projecten uit de periode , want op het moment van de controle van de Rekenkamer was de uitvoering van de projecten van de periode nog niet afgesloten en de evaluatie achteraf ervan moest dus nog plaatsvinden 10. In het verslag wordt echter ook nagegaan of verbeteringen kunnen worden verwacht voor de periode De opmerkingen die na afloop van de controle worden geformuleerd kunnen van invloed zijn op de evaluaties van de periode , die nog moeten worden verricht, maar vooral op die van de periode , die pas is ingegaan. BEREIDT DE COMMISSIE DE COMMUNAUTAIRE FINANCIERING VAN GROTE PROJECTEN GOED VOOR? Kader van het projectonderzoek en controlecriteria 14. De presentatie van grote projecten voor communautaire cofinanciering valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten en wordt verricht op basis van hun eigen processen en regels voor onderzoek, rekening houdend met de prioriteiten die worden gesteld in het kader van de betrokken operationele programma's van het EFRO en het Cohesiefonds Zie met name de artikelen van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Niettemin zijn tussen 2000 en 2002 acht goedgekeurde projecten onderzocht in het kader van een evaluatie achteraf in opdracht van de Commissie (zie paragraaf 41).

14 De Commissie hoeft niet te kiezen tussen de projecten van de verschillende lidstaten, daar de budgetten die voor elke lidstaat zijn bestemd vooraf worden vastgesteld in het kader van de voorbereiding van elke programmeringsperiode. Zij moet echter de kwaliteit van de te financieren projecten onderzoeken, dat wil zeggen de gekozen projecten moeten tot een goed resultaat kunnen leiden op het gebied van regionale ontwikkeling, en de communautaire financiële inbreng moet nodig zijn voor de verwezenlijking ervan en een echte meerwaarde opleveren. 16. De Rekenkamer heeft de onderzoeksfase van de Commissie onderzocht, in de mening dat de volgende elementen nodig zijn opdat deze fase leidt tot de vaststelling van waardevolle projecten: a) een gemeenschappelijk kader voor onderzoek van de aanvragen om bijstand ter garantie dat het project correct is voorbereid en dat het wel degelijk de elementen bevat aan de hand waarvan kan worden uitgemaakt of het verdient, te worden gesubsidieerd; b) een op beproefde methoden gebaseerd besluitvormingsproces, dat door de lidstaten en de Commissie op gelijke wijze wordt opgevat en toegepast; c) het bepalen van de communautaire financiële bijstand op basis van regels waarmee de doelmatigheid van de overheidssteun kan worden gemaximaliseerd. Onderzoek van de projecten: methodologische begeleiding verbeterd, maar procedures behoeven versterking 17. Uit de controle van de Rekenkamer is gebleken dat de begeleidende instrumenten waarin de Commissie heeft voorzien, mettertijd zijn verfijnd. De formulieren voor het aanvragen van bijstand met betrekking tot de grote projecten van het EFRO en van het Cohesiefonds voor de periode verschillen onderling wel, maar zijn vollediger en geschikter dan de formulieren die tijdens de voorgaande periode werden gebruikt. Ook heeft de gids voor de

15 14 kosten-batenanalyse 11 die door de Commissie ter beschikking van de lidstaten is gesteld, verbeteringen ondergaan, zowel wat de presentatie van het theoretische kader, als wat het meer operationele karakter betreft Het onderzoek van de presentatiedossiers was echter van wisselende kwaliteit: - aangezien het onderzoeksproces wordt geleid door verschillende beherende diensten (de geografische eenheden van de Commissie voor projecten in het algemeen en de eenheid Evaluatie voor de kosten-batenanalyse), was er gedurende lange tijd geen sprake van een gemeenschappelijke aanpak, met name in de vorm van een controlelijst. Afgezien van de vademecums en de procedurehandleidingen voor de structuurfondsen en het Cohesiefonds in het algemeen, zijn er pas in 2003 appraisal summary tables en controlelijsten opgesteld die specifiek bestemd zijn voor grote projecten; - uit overleg tussen de diensten komen soms uiteenlopende standpunten naar voren, met name betreffende de wenselijkheid en het bedrag van de steun, die de met het beheer belaste geografische eenheden niet altijd volgen, zonder dat in het dossier een verklaring wordt gegeven. Ook komt het voor dat aanvragen om aanvullende inlichtingen uit de andere dan de beherende diensten onbehandeld blijven (zie tekstvak 1); - in de cohesielanden wordt de toewijzing van grote vervoer- en milieuprojecten aan het EFRO of het Cohesiefonds niet geregeld in een duidelijk voorschrift, afgezien van het feit dat het Cohesiefonds in de eerste plaats de trans-europese vervoersnetwerken moet financieren (TEN-T) Zie de gids voor de kosten-batenanalyse van grote projecten van het EFRO, in het kader van het regionaal communautair beleid, die in 1994 is afgerond. Een herziene gids is in 1997 gepubliceerd, eveneens betreffende de projecten van het Cohesiefonds. Voor de volgende periode verving de gids voor de kosten-batenanalyse van investeringsprojecten van de structuurfondsen (EFRO), het Cohesiefonds en ISPA in 2002 het oude kaderinstrument. Deze documenten zijn beschikbaar op de site van de Commissie op het volgende adres: De in 2002 gepubliceerde gids bepaalt met name de financiële en economische discontovoeten die moeten worden gehanteerd en de vooruitzichten per sector om de rentabiliteit van de projecten te beoordelen. De impact op het gebied van het milieu en het scheppen van werkgelegenheid wordt echter niet gepreciseerd, en ook niet met bepaalde technieken voorspeld.

16 15 Daar de bovengrenzen voor de financiering van projecten bij het Cohesiefonds hoger liggen, leidde dit ertoe dat bij soortgelijke projecten verschillende percentages voor de financiële deelneming werden gehanteerd. Bovendien heeft de toewijzing van projecten aan het EFRO of aan het Cohesiefonds ook bij het toezicht en de evaluatie achteraf uiteenlopende gevolgen wat de regelgeving betreft (zie tekstvak 2). Tekstvak 1 Voor productieve projecten had een dienst van de Commissie op de hoge rentabiliteit van de investeringen gewezen, die geen steun rechtvaardigde. Voor een infrastructuurproject op het gebied van vervoer was door een andere dienst een verlaging van het aangevraagde bijstandspercentage met 60 % voorgesteld omdat het project in de rijkste regio van de lidstaat gelokaliseerd was en de autoriteiten voor armere regio's lagere percentages toepassen. Een verlaging van het percentage werd tevens gevraagd voor een ander project dat zeer rendabel was in vergelijking met het geïnvesteerde kapitaal. Voor geen enkel van deze projecten werd uiteindelijk een verlaging van het aangevraagde percentage toegepast. Het project voor de aanleg van een metro werd, nadat DG TREN had geweigerd om het als vervoersinfrastructuurproject te beschouwen, overgeheveld naar de milieuprojecten van het Cohesiefonds, ondanks het voorbehoud van DG ENV, dat van mening was dat slechts 1 à 3 % van de met het project verbonden voordelen afkomstig zouden zijn van milieuverbeteringen. Tekstvak 2 In Griekenland worden projecten na een bespreking met de Commissie aan het EFRO of het Cohesiefonds toegewezen naar gelang van het niveau van voorbereiding en planning van de projecten en van de beschikbaarheid van de middelen. Dat had het niet erg logische gevolg dat de uitbreiding van een groot vervoersproject voor één project uit het Cohesiefonds werd gefinancierd tegen een percentage van 66,3 %, en voor een ander project uit het EFRO in het kader van een operationeel programma, tegen een percentage van 50 %.

17 Het onderzoeksproces werd gekenmerkt door grote vertragingen. De termijn van twee maanden voor de goedkeuring van de Commissie 13 na ontvangst van de presentatieformulieren wordt doorgaans niet nageleefd. Bij de EFRO- en Cohesiefondsprojecten die ter plaatse werden gecontroleerd bedraagt de gemiddelde termijn 187 dagen, waarbij de snelste goedkeuring na 46 dagen en de traagste na dagen plaatsvond. De vertragingen zijn te wijten aan verzoeken om aanvullende inlichtingen die de Commissie bij veruit de meeste grote projecten moet doen. Deze verzoeken hangen voornamelijk samen met de ontoereikende kwaliteit of zelfs het ontbreken van milieueffectstudies, die in vele gevallen verplicht zijn, alsmede met specifieke aspecten van de financiële en economische analyses van de projecten 14. De lidstaten krijgen overigens vaak zeer lange antwoordtermijnen. Deze vertragingen zijn gedeeltelijk te verklaren uit de tekortkomingen die lange tijd op het gebied van de begeleiding hebben bestaan (zie paragraaf 17). 20. De Commissie heeft zich bij de goedkeuring van sommige projecten te soepel opgesteld: - projecten die niet rijp genoeg waren, zijn goedgekeurd, zoals blijkt uit de overschrijding van hun budgetten en het tijdschema voor de uitvoering ervan. De Commissie heeft ze niettemin goedgekeurd, zelfs toen zij zich bewust was van dit probleem; - sommige projecten waren daarentegen vrijwel afgesloten ten tijde van de presentatie. Bij productieve projecten kwam het voor dat de datum van verzending van het presentatiedossier aan de Commissie rond die van de fysieke beëindiging van de projecten viel, en alleen de boekhoudkundige afsluiting dan nog moest plaatsvinden. Onder deze omstandigheden kon het project niet meer worden gewijzigd en had de Commissie slechts de keuze uit twee mogelijkheden: goedkeuren of afwijzen; Artikel 26, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/1999; deze termijn bedraagt drie maanden wanneer het noodzakelijk blijkt, de Europese Investeringsbank te raadplegen. Zie ter zake ook de paragrafen

18 17 - bij de productieve investeringen werd de toepassing van beginselen die de overheidsinterventie rechtvaardigen slechts zelden geverifieerd en de inaanmerkingneming van de criteria ter compensatie van de tekortkomingen van de markt en ter voorkoming van cofinanciering van buitenkanseffecten heeft voor het financieringsbesluit geen belangrijke rol gespeeld; - sommige grote projecten voldoen niet aan het criterium dat een groot project bestaat uit een geheel van economisch ondeelbare werkzaamheden die een bepaalde technische functie vervullen en waarmee welomlijnde doelstellingen worden beoogd (zie paragraaf 3). Als grote projecten goedgekeurde EFRO-projecten bestaan in werkelijkheid uit samengevoegde afzonderlijke projecten. De vraag is van wezenlijk belang, want het indienen van een aanvraag voor een groot project maakt het mogelijk, de facto een uitgestelde toepassing van de regel 'n+2' te genieten gedurende de periode waarin het project wordt bestudeerd, en die kan bijzonder lang duren 15. Kosten-batenanalyse: toepassingen van ongelijke kwaliteit 21. De in de regelgeving voorgeschreven kosten-batenanalyse ter onderbouwing van de steunaanvragen vormt het voornaamste instrument waarover de Commissie beschikt voor het nemen van haar besluit om al dan niet communautaire financiering te verlenen. Een bevredigende hantering ervan is van essentieel belang voor het beoordelen van de kwaliteit van de ingediende projecten. Er wordt mee beoogd, de ingezette middelen te vergelijken met de sociaaleconomische voordelen die de voorgestelde actie op middellange termijn oplevert 16. De Commissie kan verzoeken om herziening of Deze regel voorziet in de automatische annulering van verplichtingen die niet tot betalingen hebben geleid in de loop van de twee jaar volgend op het opvoeren van de desbetreffende middelen in de communautaire begroting. Het gaat om een maatregel ter aanmoediging van een snelle uitvoering van de projecten. Artikel 26, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2082/93 voor de EFRO-projecten van de periode ; artikelen 25 en 26 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voor de EFRO-projecten van de periode Artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1164/94, respectievelijk van Verordening (EG) nr. 1264/1999 voor de projecten van het Cohesiefonds van de periode en de periode

19 18 uitwerking van de ter onderbouwing van de aanvraag gepresenteerde analyse, ofwel zelf een beoordeling van het project opstellen waarbij zij zo nodig het advies van onafhankelijke deskundigen inwint of de EIB om bijstand verzoekt. 22. Hoewel de Commissie een gids voor de kosten-batenanalyse van grote projecten heeft gepubliceerd (zie paragraaf 17), valt te constateren dat de financiële en economische analyses die de projectontwikkelaars indienen, van sterk uiteenlopende kwaliteit zijn. 23. De houding van de Commissie in dit opzicht is niet eenduidig. In bepaalde gevallen aanvaardt zij vele gebreken en keurt zij projecten goed zonder aanvullende inlichtingen te verlangen, terwijl zij in andere gevallen de goedkeuring van projecten blokkeert totdat zij de voor de financiële analyse noodzakelijke gegevens heeft verkregen. 24. Tijdens de controle van de Rekenkamer konden de volgende tekortkomingen of inconsequenties worden geconstateerd, die van invloed zijn op de beoordeling van de projecten: - informatie die niet toereikend is om de juistheid van de verrichte analyse te beoordelen: bij sommige projecten blijven de financiële en economische analyses beperkt tot een presentatie van het bedrag van de investering en de kosten en ontvangsten, zonder uitsplitsing van deze gegevens; bij andere projecten worden uitsluitend de resultaten van de analyses gepresenteerd; - ontbrekende gegevens: de economische analyse of de kosten-baten verhouding ontbreken soms; de inhoud van de risicoanalyse en de gevoeligheidsanalyse is vaak onvolledig, percentages en vooruit zichten zijn onbepaald (zie bijlage II); het rechtstreekse milieueffect wordt eenvoudigweg beschreven of vermeld, en niet of slechts gedeeltelijk in geldwaarde uitgedrukt; bij sommige grote vervoersinfrastructuur projecten die deel uitmaken van grotere projecten wordt geen visie op het totale project gegeven, hetgeen toch nodig is om het voor cofinanciering gepresenteerde gedeelte te beoordelen (zie tekstvak 3); bij grote industriële projecten worden zelden resultaat- en impactindicatoren gekwantificeerd, afgezien van de werkgelegenheid (directe en indirecte schepping, behoud van werkgelegenheid);

20 19 - tegenstrijdige of verkeerde praktijken: er worden - zelfs binnen eenzelfde lidstaat - uiteenlopende financiële en economische discontovoeten gehanteerd, zowel voor openbare infrastructuurwerken als voor productieve investeringen (zie bijlage II); soms is niet duidelijk of de rentabiliteit met of zonder subsidie is berekend; afschrijvingen worden meegeteld bij de berekening van de IR en de financiële NCW, hetgeen strijdig is met de algemeen aanvaarde beginselen voor financiële analyse; ten slotte waren de gepresenteerde economische en financiële IR's en NCW's bij een betrekkelijk groot deel van de onderzochte productieve investeringen identiek. Tekstvak 3 In het kader van de aanleg van een grensoverschrijdende tunnel werd door een van de twee lidstaten een aanvraag in het kader van grote projecten ingediend. Een totaalbeeld van het tunnelproject zou nuttig zijn geweest voor de beoordeling van de tunnelsectie die in de aanvragende lidstaat ligt. Dit geldt ook voor grensoverschrijdende snelwegen. Bij nationale snelwegen of spoorwegen komt het regelmatig voor dat een economische analyse wordt verricht per sectie, waarbij elke sectie een groot project vormt, zonder dat er een economische analyse van het geheel wordt gemaakt. De kwaliteit van de analyses is doorgaans geringer bij grote productieve projecten. 25. De gebreken van de analysegegevens die bij de steunaanvragen worden gevoegd tonen aan dat de Commissie niet altijd een doeltreffend onderzoek van de kosten-batenanalyses van de projecten in de onderzoeksfase heeft verricht. Zodoende is de definitieve afwijzing van projecten zowel bij investeringen in infrastructuur als bij productieve investeringen een zeer zeldzame gebeurtenis; even zeldzaam zijn de verzoeken tot wijziging van projecten na onderzoek van de Commissie.

21 20 De vaststelling van de communautaire financiële steun: uiteenlopend geïnterpreteerde en toegepaste criteria 26. Het door de Commissie verrichte onderzoek heeft ook ten doel, "het communautaire bijdragepercentage te bevestigen of te wijzigen" 17. Zo wordt een instrument voor efficiënte toewijzing ingevoerd waardoor het gefinancierde project van voldoende middelen wordt voorzien om te worden verwezenlijkt zonder dat aan de begunstigde een ongerechtvaardigd voordeel wordt toegekend. Dit is nog belangrijker wanneer de begunstigden particuliere ondernemingen zijn, want de communautaire financiering kan de marktsituatie verstoren. 27. De communautaire steun is gebonden aan bepaalde maxima die in de regelgeving zijn aangegeven. Voor infrastructuurinvesteringen die substantiële netto-ontvangsten genereren en voor investeringen in ondernemingen zijn lagere maxima voorgeschreven 18. Verder moeten de communautaire voorschriften en de limieten wat betreft staatssteun in acht worden genomen. 28. Het enige precieze instrument dat de Commissie binnen deze limieten hanteert om de communautaire steunverlening te bepalen is dat van de ratio van het financieringstekort ('financing gap'), dat slechts wordt toegepast op infrastructuurprojecten die inkomsten genereren en bestaat in een berekening van het gedeelte van de geactualiseerde oorspronkelijke investeringskosten van het project dat niet wordt gedekt door de geactualiseerde operationele netto-ontvangsten (met inbegrip van de restwaarde) 19. Aan de hand van deze berekening wordt het maximumbedrag van de overheidssteun bepaald. Een gewijzigde berekeningsmethode voor grote projecten inzake sanering en Zie artikel 26, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Zie respectievelijk artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2052/88, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2081/93 van de Raad van 20 juli 1993 (PB L 193 van , blz. 5) en artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voor het EFRO; artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 4253/88, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2082/93, en artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1264/1999 voor het Cohesiefonds. De formule voor de ratio van de 'financing gap' luidt als volgt: r=(c-r)/c, waarbij C staat voor de geactualiseerde totale oorspronkelijke investeringskosten en R voor de geactualiseerde operationele netto-ontvangsten.

22 21 beheer van vast afval 20 is door de Commissie in 2003 ingevoerd om rekening te houden met de ontvangsten uit de investering en tegelijkertijd te proberen de begunstigden die het beginsel 'de vervuiler betaalt' nauwgezet naleven, niet te benadelen Bij sommige door de Rekenkamer onderzochte gevallen leidde de toepassing van het 'financing gap'-principe tot de vaststelling van een te hoge deelnamegraad voor de Gemeenschappen of bestond er twijfel over de juiste toepassing van dit beginsel. 30. Afgezien van de 'financing gap'-methode ontbreekt het aan een oriënterend kader dat aangeeft met welke andere elementen rekening moet worden gehouden om het percentage van de communautaire steunverlening aan te passen, hetgeen ook sommige verschillen in zienswijze tijdens het overleg tussen de diensten verklaart (zie paragraaf 18). Bij gebreke van vooraf bepaalde criteria wordt de steun willekeurig aangepast en is verificatie van de samenhang ervan niet mogelijk. 31. De controle van de Rekenkamer wijst uit dat op het gebied van investeringen in openbare infrastructuurwerken die geen inkomsten genereren de sociaaleconomische aspecten ('contextuele' elementen zoals de industrialisatiegraad van een regio of de betrekkelijke welvaart ervan) niet in aanmerking zijn genomen om het bijstandsbedrag te verlagen. Hetzelfde geldt voor criteria zoals de complementariteit met andere communautaire acties. De "Simplification, transparence et cohérence dans l'évaluation des grands projets d'infrastructures publiques: application de quatre règles de base", DG Regionaal beleid, nota van , officieel gericht aan de bevoegde instanties van de lidstaten en van de kandidaat-lidstaten. Een nota over de nieuwe toepassingsvoorschriften van de formules voor de 'financing gap' was reeds in juli 2002 aan het Comité voor de ontwikkeling en de omschakeling van de regio's gericht. Voor deze twee soorten projecten vereist het beginsel dat de vervuiler betaalt de vaststelling van een hoger tariferingsniveau ter dekking van de exploitatie- en investeringskosten, hetgeen de 'financing gap' verkleint en bijgevolg ook het bedrag van de communautaire steun verlaagt. De ten opzichte van de traditionele formule aangebrachte wijzigingen corrigeren deze 'distorsie' en zorgen ervoor dat in de formule geen rekening wordt gehouden met alle operationele netto-ontvangsten, maar slechts met het gedeelte dat is berekend naar rato van de door de Commissie toegekende investeringssteun. De formule is iets anders voor het Cohesiefonds en het EFRO.

23 22 Commissie heeft evenmin de structuur van het door de projectontwikkelaar voorgelegde financieringsplan ter discussie gesteld. 32. Wat betreft de productieve investeringen wees de beoordeling van de projecten uit dat de vaststelling van de steun tamelijk automatisch plaatsvindt: - in de meeste gevallen is het toegekende percentage eenvoudigweg het percentage dat was aangevraagd; - met de financiële kosten-batenanalyse (die met name gestalte krijgt in de financiële IR en NCW, alsmede de risico- en gevoeligheidsanalyse) is geen rekening gehouden bij de variatie van het steunpercentage. Zeer rendabele projecten met substantiële financiële IR's verkregen een hoge cofinanciering terwijl diensten van de Commissie buiten de geografische dienst die het onderzoek deed, voor sommige daarvan op het buitenkanseffect van de steun hadden gewezen. De controle wees uit dat zich in sommige gevallen na de uitvoering daadwerkelijk buitenkanseffecten voordeden (zie tekstvak 4); - binnen de grenzen van de voorgeschreven maxima en de maxima die worden bepaald door de regels inzake staatssteun is voor het vaststellen van het steunpercentage doorgaans geen rekening gehouden met sociaaleconomische begrippen, zoals toegevoegde waarde, het creëren of behouden van werkgelegenheid, en hefboomeffecten. Een goede praktijk werd niettemin geconstateerd bij de Spaanse productieve investeringen, waar de betrokken nationale instanties het gevraagde percentage ook op niet-financiële criteria hadden gebaseerd, en het cofinancieringspercentage werd berekend aan de hand van de werkgelegenheid, de benutting van de natuurlijke hulpbronnen in de regio, de toegevoegde waarde (met name in de vorm van productiviteitsstijging), het innoverend karakter van de technologie en het stimuleringsvermogen; - gebruikmaking van leningen ter vervanging van niet-terugvorderbare steun is door de diensten van de Commissie niet onderzocht. Terugvorderbare steun zou echter in overweging moeten worden genomen, met name voor productieve investeringen met hoge financiële IR's of bij ondernemingen die goede financiële ratio's vertonen. Meer in het algemeen wordt bij de bepaling van de steun doorgaans geen rekening gehouden met aspecten als de financiële situatie van de onderneming of de marktvoorwaarden.

24 23 Tekstvak 4 In het geval van een vennootschap die aanzienlijke winst boekte, zou het project goed hebben gepresteerd zonder communautaire steun. Dit geldt ook voor een ander industrieel productieproject waarvoor de betrokken onderneming vrijwel geen concurrenten op de Europese markt had. In sommige gevallen zouden subsidies voor projecten met een gunstige IR echter gerechtvaardigd zijn voor vestigingseffecten. Bij het grote project van een andere onderneming die toentertijd voor een aantal producten een groot wereldmarktaandeel bezat, werd de gecofinancierde investering gedaan in een vestiging van de onderneming in een doelstelling 1-regio dank zij met name communautaire subsidies, waarbij sprake was van werkelijke concurrentie tussen de diverse lokaties om de toe te wijzen investering. 33. De Commissie is zich bewust van deze gebreken. Eind 2004 heeft zij een poging tot rationalisatie gedaan teneinde de communautaire bijstandspercentages te variëren op basis van bepaalde criteria. Dit heeft ertoe geleid dat indicatieve percentages voor bijstandsverlening werden vastgesteld waarbij rekening werd gehouden met een per sector normaliter verwachte rentabiliteit, berekend op basis van interne rentabiliteitspercentages van een steekproef van 200 grote infrastructuurprojecten en productieve projecten. Het instrument is nuttig, zij het nog zeer beperkt. In ieder geval kwam het te laat voor het onderzoek van de dossiers. 34. De in 2006 gepubliceerde nieuwe richtsnoeren 22 bevatten het voorstel, in de berekening van de 'financing gap' elementen op te nemen die niet louter financieel zijn, zoals het bestaan van een publiek-privaat partnerschap, alsmede billijkheid (te weten de relatieve welvaart van de betrokken regio). Ze behandelen ook de wijze waarop subsidies en leningen worden gecombineerd naar gelang van de rentabiliteit die normaliter per sector wordt verwacht. Ook al is tot dusver slechts gedeeltelijk rekening gehouden met 'contextuele factoren', toch betreft het verbeteringen die gaan in de in dit verslag bepleite richting van een ruimere en objectievere regeling ter differentiatie van het steunbedrag. Het is dus van belang dat ze op coherente en transparante wijze worden toegepast op de financieringsbesluiten van de nieuwe periode. 22 Zie werkdocument 4: "De nieuwe programmeringsperiode , Richtsnoeren betreffende de methode voor de uitvoering van de kosten-batenanalyse", augustus 2006.

25 24 LEVERT DE EVALUATIE ACHTERAF VAN GROTE PROJECTEN RESULTATEN OP DIE NUTTIG ZIJN VOOR DE LATERE BESLUITVORMING? Evaluatiekader en controlecriteria 35. In algemene zin heeft de evaluatie van een project na de verwezenlijking ervan ten doel, rekenschap af te leggen van het gebruik van de middelen en van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de gevoerde actie. Zij is vooral voor de politiek verantwoordelijken, de beherende instanties en de begunstigden van belang. Aan de hand van de evaluatie moet uit het project lering kunnen worden getrokken over de noodzaak om in de toekomst aanvullende of corrigerende maatregelen te treffen. De resultaten van deze evaluatie leveren gegevens op over het door het project teweeggebrachte effect, en worden ook gebruikt voor de kwantificering van de doelstellingen van latere projecten. 36. De regelgeving betreffende de structuurfondsen bepaalt dat de communautaire bijstandsverlening aan een dergelijke evaluatie wordt onderworpen. Deze wordt 'evaluatie achteraf' genoemd en valt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, in samenwerking met de lidstaten 23. Aangezien een groot EFRO-project dat buiten een operationeel programma om wordt ingediend als een actie wordt beschouwd, wordt het in principe dus onderworpen aan een evaluatie achteraf. Wat betreft de grote projecten die in acties zijn geïntegreerd, is er in de regelgeving geen uitdrukkelijk voorschrift te vinden Artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2052/88, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2081/93 en artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Een afzonderlijke evaluatie achteraf blijft toch mogelijk. Artikel 27, lid 4, van het Financieel Reglement van 2002 bepaalt dat alle programma's en activiteiten die grote uitgaven met zich meebrengen, moeten worden geëvalueerd; artikel 21 van de Uitvoeringsvoorschriften bij dat Reglement schrijft ook een tussentijdse evaluatie en/of evaluatie achteraf voor van alle programma's of activiteiten die meer dan 5 miljoen euro kosten. Onverminderd deze bepalingen behoudt de Commissie zich het recht voor zelf te bepalen op welk geaggregeerd niveau een evaluatie wordt verricht met inachtneming van een aantal criteria, waaronder met name het financieel belang en het verwachte effect (zie de nog recente Mededeling aan de Commissie van mevrouw Grybauskait Répondre aux besoins stratégiques: renforcer l'usage de l'évaluation, SEC(2007) 213 van 14 februari 2007, paragraaf 2.1).

26 Voor het Cohesiefonds wordt de evaluatie achteraf per project echter uitdrukkelijk voorgeschreven De basisgegevens die worden gebruikt tijdens de evaluaties achteraf worden hoofdzakelijk verzameld door de lidstaten, door middel van het toezichtsysteem. In de periode werd uitsluitend op de projecten van het Cohesiefonds toegezien en werden uitsluitend daarover jaarlijkse uitvoeringsverslagen opgesteld, terwijl bij de structuurfondsen het toezicht expliciet op een hoger niveau werd uitgeoefend (maatregelen, prioriteiten, operationele programma's, communautaire bestekken 26 ). 39. De Rekenkamer heeft de evaluatiefase uit de volgende oogpunten onderzocht: a) de evaluatie van grote projecten moet nuttig zijn om de uitvoering van toekomstige projecten te oriënteren. De nationale autoriteiten en de begunstigden zijn de eerst belanghebbenden bij deze evaluaties die informatie kunnen verstrekken die het mogelijk maakt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de acties ter plaatse te versterken; b) direct bij aanvang dienen de instrumenten te worden vastgesteld die het mogelijk moeten maken op de uitvoering van de projecten toe te zien en de resultaten ervan te vergelijken; c) er moeten inlichtingen worden ingewonnen om de instrumenten die zo zijn opgezet van materiaal te voorzien. Enkele omvangrijke evaluaties en zeer weinig afzonderlijke evaluaties van grote projecten 40. De lidstaten verrichten slechts zelden evaluaties achteraf van grote projecten 27. Dit gebeurde met slechts één van de 20 door de Rekenkamer gecontroleerde afgesloten projecten (zie tekstvak 5). Studies betreffende sectoren waarvan de grote projecten deel uitmaken - zoals bijvoorbeeld de havensector en de automobielsector - kunnen uiteraard worden verricht door de begunstigden, de beherende overheidsinstanties of externe organen Artikel 13 van de Verordeningen (EG) nrs. 1164/94 en 1264/1999. Artikel 25 van Verordening (EEG) nr. 2082/93. Zo verricht in Ierland Forfás jaarlijks een evaluatie achteraf van een steekproef van productieve investeringen; in Portugal heeft het Departamento de Prospectiva e Planeamento (DPP) de macro-economische impact van enkele infrastructuurinvesteringen met gebruikmaking van econometrische modellen achteraf geëvalueerd.

27 26 (universiteiten, onderzoekscentra). Deze studies zijn evenwel niet rechtstreeks op de projecten gericht en vinden niet achteraf plaats. Voorts worden ze niet altijd doorgezonden naar de diensten die belast zijn met het beheer van de communautaire middelen. Tekstvak 5 In de steekproef van de Rekenkamer werd over één project een afzonderlijke evaluatie achteraf verricht. De macro-economische impact werd echter geëvalueerd op basis van andere elementen dan die welke aanvankelijk in de ter onderbouwing van de aanvraag voorgelegde evaluatie vooraf waren voorzien. Het was dus niet mogelijk, deze impact te vergelijken met die welke was voorspeld. Bovendien werd de voorziene financiële rentabiliteit niet geactualiseerd. 41. Bij de Commissie hebben de evaluaties die specifiek gericht zijn op grote projecten van de periode de enige die tot op heden zijn geëvalueerd (zie paragraaf 13) - of die er enig verband mee houden, sterk uiteenlopende doelstellingen en methoden. Ze zijn door de nationale beherende instanties en door de begunstigden niet benut, met uitzondering van één ervan (zie d)). Het betreft: a) een thematische evaluatie van de impact van de structuurfondsen op de vervoersinfrastructuur, voornamelijk gebaseerd op de strategieën, per land en per vervoermiddel, op het niveau van de programma's; deze evaluatie omvat zeer weinig informatie inzake de doelmatigheid, doeltreffendheid en impact van de afzonderlijke projecten; b) een evaluatie achteraf van doelstelling 1 met inbegrip van een onderzoek van 60 grote projecten van het EFRO en het Cohesiefonds; daarin werd de voorkeur gegeven aan een brede aanpak die de beoordeling van de geschiktheid van de strategie, de doeltreffendheid, de doelmatigheid, de impact, de beheers- en uitvoeringssystemen, alsmede de communautaire meerwaarde omvat; slechts enkele grote projecten worden echter op bepaalde doeltreffendheidsaspecten beoordeeld;

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 augustus 2007 (02.08) (OR. en) 12289/07 FIN 380

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 augustus 2007 (02.08) (OR. en) 12289/07 FIN 380 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 augustus 2007 (02.08) (OR. en) 12289/07 FIN 380 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Hubert WEBER, voorzitter van de Europese Rekenkamer ingekomen: 31 juli 2007 aan: de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 december 2003 (16.12) (OR. fr) 15598/03 FIN 577

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 december 2003 (16.12) (OR. fr) 15598/03 FIN 577 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 december 2003 (16.12) (OR. fr) 15598/03 FIN 577 VERTALING BRIEF van: de heer Juan Manuel FABRA VALLÉS, voorzitter van de Europese Rekenkamer d.d.: 28 november 2002

Nadere informatie

Advies nr. 2/2014. (uitgebracht krachtens artikel 336 VWEU)

Advies nr. 2/2014. (uitgebracht krachtens artikel 336 VWEU) ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕΔΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van Eurojust en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van Eurojust en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 november 2011 (24.11) (OR. en) 17359/11 FI 929 I GEKOME DOCUME T van: de heer Vítor CALDEIRA, voorzitter van de Rekenkamer ingekomen: 3 november 2011 aan: de heer Radoslaw

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

Verslag over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2011

Verslag over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2011 ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕΔΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

Verslag over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2011

Verslag over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2011 ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕΔΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS

Nadere informatie

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van het bureau en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van het bureau en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 3 december 2012 (04.12) (OR. en) 16782/12 FI 914 I GEKOME DOCUME T van: de heer Vítor CALDEIRA, voorzitter van de Rekenkamer ingekomen: 13 november 2012 aan: mevrouw Erato

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Verslag van de Rekenkamer over de doelmatigheidscontrole bij de Europese Centrale Bank betreffende het begrotingsjaar 2004

Verslag van de Rekenkamer over de doelmatigheidscontrole bij de Europese Centrale Bank betreffende het begrotingsjaar 2004 TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF IL-QORTI EWROPEA TA L-AWDITURI EUROPESE REKENKAMER EUROPEJSKI TRYBUNAŁ OBRACHUNKOWY TRIBUNAL DE CONTAS

Nadere informatie

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Advies nr. 7/2014 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, VWEU) over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. VERORDENING (EG) Nr. 1264/1999 VAN DE RAAD. van 21 juni 1999

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. VERORDENING (EG) Nr. 1264/1999 VAN DE RAAD. van 21 juni 1999 26.6.1999 L 161/57 VERORDENING (EG) Nr. 1264/1999 VAN DE RAAD van 21 juni 1999 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1164/94 tot oprichting van een Cohesiefonds DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 2.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 VERORDENING (EG) Nr. 2060/2004 VAN DE RAAD van 22 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2702/1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

Advies nr. 1/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325, lid 4, VWEU)

Advies nr. 1/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325, lid 4, VWEU) ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕΔΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS

Nadere informatie

EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI. Advies nr. 3/2013

EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI. Advies nr. 3/2013 ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕΔΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE

Nadere informatie

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE

Nadere informatie

LEIDRAADNOTA INKOMSTEN DOELSTELLING 2013 januari 2012 LEIDRAADNOTA INKOMSTEN

LEIDRAADNOTA INKOMSTEN DOELSTELLING 2013 januari 2012 LEIDRAADNOTA INKOMSTEN LEIDRAADNOTA INKOMSTEN 1 INLEIDING 3 Rechtsgrondslag 3 Definitie van inkomsten 4 I - NIET-TOEPASSING VAN ARTIKEL 55 5 1.1 Het project genereert geen inkomsten 5 1.2 De kostprijs van het project is lager

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2015 C(2015) 8766 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 2.12.2015 tot goedkeuring van het operationele programma "Vooruitziend en voortvarend" met het oog op steunverlening

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

Hierbij doe ik u in alle officiële talen van de Europese Gemeenschappen een exemplaar toekomen

Hierbij doe ik u in alle officiële talen van de Europese Gemeenschappen een exemplaar toekomen RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2007 (22.11) (OR. en) 15143/07 FIN 531 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Hubert WEBER, voorzitter van de Europese Rekenkamer ingekomen: 5 november 2007 aan:

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RESULTAAT BESPREKINGEN van: Groep civiele bescherming d.d.: 16 april 2002 nr. vorig doc.: 7573/02 prociv

Nadere informatie

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID Concipiëring, impact, coördinatie en evaluatie Seminar Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden?

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van het centrum en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van het centrum en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 december 2012 (06.12) (OR. en) 16817/12 FI 949 BEGELEIDE DE OTA van: de heer Vítor CALDEIRA, voorzitter van de Rekenkamer ingekomen: 24 oktober 2012 aan: mevrouw Erato

Nadere informatie

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND NL NL I. RECHTSGRONDSLAG 1. In artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 24.6.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 158/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 539/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 juni 2010 tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland"

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 28.1.2016 L 21/45 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/100 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2169(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 19ЯХ/2008

COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 19ЯХ/2008 COMMISSIEVAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19/IX/2008 C(2008) 5113 definitief WORDT NIET GEPUBLICEERD BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 19ЯХ/2008 tot goedkeuring van het operationeel programma "Frankrijk

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 29.10.2014. tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.10.2014 C(2014) 8190 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.10.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België CCI 2014BE16M8PA001

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie 7.2.2019 A8-0043/413 413 Overweging 20 (20) Mechanismen die het financieringsbeleid van de Unie moeten koppelen aan het economisch bestuur van de Unie moeten verder worden verfijnd, waarbij de Commissie

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2010 (25.11) (OR. en) 16740/10 FIN 620 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Vítor CALDEIRA, voorzitter van de Europese Rekenkamer ingekomen: 11 november 2010 aan:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006

Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad. van 21 december 2006 Verordening (EG) nr. 1968/2006 van de Raad van 21 december 2006 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/19)

VERSLAG (2016/C 449/19) C 449/102 NL Publicatieblad van de Europese Unie 1.12.2016 VERSLAG over de jaarrekening van het Europees Instituut voor gendergelijkheid betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van

Nadere informatie

Communautés européennes COUR DES COMPTES

Communautés européennes COUR DES COMPTES Comunidades Europeas TRIBUNAL DE CUENTAS De Europæiske Fællesskaber REVISIONSRETTEN Europäische Gemeinschaften RECHNUNGSHOF Ευρωπαϊκές Κοινότητες ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕ ΡΙΟ European Communities COURT OF AUDITORS

Nadere informatie

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2008 inzake de externe kwaliteitsborging voor wettelijke auditors en auditkantoren die

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, L 219/10 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 800/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van verslagleggingsprocedures en andere praktische regelingen betreffende de financiering van operationele

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2018 C(2018) 3973 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.6.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 181/2014 wat betreft een aantal

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0222 (NLE) 12579/15 PECHE 331 VOORSTEL van: ingekomen: 1 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 3 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/35)

VERSLAG (2016/C 449/35) C 449/188 NL Publicatieblad van de Europese Unie 1.12.2016 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/29)

VERSLAG (2016/C 449/29) 1.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 449/157 VERSLAG over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord

Nadere informatie

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting C 449/168 NL Publicatieblad van de Europese Unie 1.12.2016 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting

Nadere informatie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0070/2017 23.3.2017 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.11.2009 COM(2009)194 definitief/2 2009/0060 (COD) CORRIGENDUM Annuleert en vervangt document COM(2009) 194 definitief van 21.4.2009. Betreft de originele

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 13 december 2011 (OR. en) 2011/0209 (COD) PE-CO S 70/11 CODEC 2165 AGRI 804 AGRISTR 74 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie begrotingscontrole

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie begrotingscontrole EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie begrotingscontrole 2009 17.9.2008 WERKDOCUMENT over Speciaal verslag nr. 2/2008 van de Europese Rekenkamer over bindende tariefinlichtingen (BTI's) Commissie begrotingscontrole

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.793/1 van 20 december 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen betreffende projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van trans-europese vervoersnetwerken

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen betreffende projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van trans-europese vervoersnetwerken EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE EN VERVOER DIRECTORAAT B - Trans-Europese netwerken - Energie & vervoer Uitnodiging tot het indienen van voorstellen betreffende projecten van gemeenschappelijk

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 oktober 2003 (OR. fr) 14051/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0255 (COD) ENT 194 ENV 570 CODEC 1478 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur,

Nadere informatie

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET COMMUNAUTAIR BUREAU VOOR PLANTENRASSEN van 25 maart 2004 inzake de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan projecten in het kader van het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening. L 219/4 25.7.2014 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 799/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2092(BUD)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2092(BUD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Begrotingscommissie 11.5.2011 2011/2092(BUD) ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.5.2018 L 114 I/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU, Euratom) 2018/673 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr.

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 28/03/2018 ESMA70-151-435 NL Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 2 2 Doel...

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/18)

VERSLAG (2016/C 449/18) 1.12.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 449/97 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 10 FIN 10 EUROJUST 1 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE DIENST AAN DE BESPREKINGEN VAN HET BEGROTINGSCOMITE nr. Comv.: 12130/02 FIN 333

Nadere informatie

VERSLAG (2017/C 417/26)

VERSLAG (2017/C 417/26) C 417/166 NL Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2017 VERSLAG over de jaarrekening van het Spoorwegbureau van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het

Nadere informatie

VERSLAG (2016/C 449/23)

VERSLAG (2016/C 449/23) C 449/128 NL Publicatieblad van de Europese Unie 1.12.2016 VERSLAG over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.2.26 COM(25) 539 definitief 25/215 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening

Nadere informatie

vergezeld van het antwoord van het Bureau

vergezeld van het antwoord van het Bureau Verslag over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2016 vergezeld van het antwoord van het Bureau 12, rue Alcide De Gasperi - L - 1615

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) N 20 CORDROGUE 27 FISC 45 BUDGET 13 SAN 71 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 14 maart

Nadere informatie

Advies nr. 7/2015. (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, van het VWEU)

Advies nr. 7/2015. (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, van het VWEU) Advies nr. 7/2015 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, van het VWEU) over een voorstel tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad betreffende

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 7.3.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 7.3.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.3.2014 C(2014) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 7.3.2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie begrotingscontrole

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie begrotingscontrole EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid VOORLOPIGE VERSIE 2003/2210(DEC) 15 januari 2004 ONTWERPADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en

Nadere informatie

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan MEMO/08/740 Brussel, 26 november 2008 Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan Wat is de rol van het

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2002 (15.02) (OR. fr) 6226/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0033 (ACC) PECOS 47 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de

Nadere informatie

Kwijting 2011: Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Kwijting 2011: Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie P7_TA-PROV(203)037 Kwijting 20: Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie. Besluit van het Europees Parlement van 7 april 203 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD) COEST 125 COMAG 16 PESC 778 RELEX 441 FIN 225 DEVGEN 108 MED 36 VOORSTEL van: de Europese

Nadere informatie

Mededelingen en bekendmakingen

Mededelingen en bekendmakingen Publicatieblad van de Europese Unie C 18 Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 61e jaargang 18 januari 2018 Inhoud III Voorbereidende handelingen REKENKAMER 2018/C 018/01 Advies

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst)

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van XXX. betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening. (Voor de EER relevante tekst) EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX C(2011) 4977 AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van XXX betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening (Voor de EER relevante tekst) {SEC(2011) 906} {SEC(2011) 907} NL

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0213 (NLE) 11120/16 VOORSTEL van: ingekomen: 12 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 281 RELEX 619 COWEB

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2018) 398 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad van 13 juli 2015 betreffende de toepassing van de artikelen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 december (11.12) (OR. en) 16316/06 FIN 651

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 december (11.12) (OR. en) 16316/06 FIN 651 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 december (11.12) (OR. en) 16316/06 FIN 651 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Hubert WEBER, voorzitter van de Europese Rekenkamer ingekomen: 3 november 2006 aan: de heer

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2018 C(2018) 8465 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.12.2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees

Nadere informatie

Verslag over de jaarrekening van het Spoorwegbureau van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2016

Verslag over de jaarrekening van het Spoorwegbureau van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2016 Verslag over de jaarrekening van het Spoorwegbureau van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2016 vergezeld van de antwoorden van het Bureau 12, rue Alcide De Gasperi - L - 1615 Luxembourg T

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 maart 2000 (OR. en) 5685/00 Interinstitutioneel dossier: 96/0304 (COD) LIMITE ENV 22 CODEC 68 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van 10.6.2015

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van 10.6.2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2015 C(2015) 3759 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie