Project Schakels en Potten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Project Schakels en Potten"

Transcriptie

1 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid Landbouw en Visserij Eindrapport Project Schakels en Potten STUDIE NAAR DE HAALBAARHEID VAN GESELECTEERDE PASSIEVE VISSERIJMETHODES December 2008 Auteurs: Dirk Verhaeghe, Kris Van Craeynest, Hans Polet

2

3 SCHAKELS EN POTTEN Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Eenheid: Dier - Visserij Ankerstraat 1, B-8400 Oostende, België Tel.: Fax: Eindrapport Project Schakels en Potten Sectie Technisch Visserijonderzoek Hans Polet (Coördinator) hans.polet@ilvo.vlaanderen.be Fernand Delanghe (Technologie) fernand.delanghe@ilvo.vlaanderen.be Jochen Depestele (Ecologie) jochen.depestele@ilvo.vlaanderen.be Dirk Verhaeghe (Technologie) Dirk.verhaeghe@ilvo.vlaanderen.be Hendrik Stouten (Economie) hendrik.stouten@ilvo.vlaanderen.be Kris Van Craeynest (Technologie) kris.vancraeynest@ilvo.vlaanderen.be Els Vanderperren (Technologie-Climar) els.vanderperren@ilvo.vlaanderen.be Johny Vanhee (Technologie) johny.vanhee@ilvo.vlaanderen.be Bart Verschueren (Pulskor) Bart.verschueren@ilvo.vlaanderen.be Techniekers Eddy Buyvoets eddy.buyvoets@ilvo.vlaanderen.be Norbert Van Craeynest norbert.vancraeynest@ilvo.vlaanderen.be Christian Vanden Berghe Christian.vandenberghe@ilvo.vlaanderen.be Kevin Vanhalst Kevin.vanhalst@ilvo.vlaanderen.be Auteurs: Dirk Verhaeghe, Kris Van Craeynest, Hans Polet Contactpers.: Dirk Verhaeghe, Kris Van Craeynest, Hans Polet Projectnaam: Studie naar de haalbaarheid van geselecteerde passieve visserijmethodes ( Schakels en Potten ) Projectcode: VIS/07/B/01/Div Periode: 01/09/ /09/2008 Projectpartners: - EV-ILVO (promotor) - BVBA Rederij Damco Marine Bvba - BVBA Rederij Verleene Marnix - BVBA Rederij Vanderbeken Louwagie Gefinancierd door: - De Europese Commissie (FIOV) - Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Ankerstraat 1, B-8400 Oostende, België - Tel.: Fax:

4

5 Inhoudstabel 1 INLEIDING ACHTERGROND VERANTWOORDING DOELSTELLINGEN DE PROJECTORGANISATIE EN ADMINISTRATIE FINANCIERING PROMOTOR WETENSCHAPPELIJKE OPVOLGING UITVOERDERS VAN HET PROJECT DE STUURGROEP INITIËLE PROJECTSTRUCTUUR AANGEPASTE PROJECTSTRUCTUUR INITIEEL BUDGET AANKOOP VAN NETTEN GEWIJZIGD BUDGET AANKOOP VAN NETTEN, GEKOPPELD AAN DE WERKINGSKOSTEN BIJZONDERE EXTRA AANKOPEN WETTELIJK KADER WETGEVING IDENTIFICATIE VAN HET VISTUIG (FIG. 3-2) NATIONALE EEN INTERNATIONALE ORGANISATIES INZAKE DE STAAND WAND VISSERIJ NATIONAAL INTERNATIONAAL DE VISSERIJ MET STAAND WANT ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE VISSERIJ MET HET STAAND WANT ALGEMEEN PRINCIPE TECHNISCHE SPECIFICATIES VANGSTEFFICIËNTIE WORDT BEPAALD DOOR HET NETONTWERP ANEKDOTISCHE BESCHRIJVING VAN DE VISSERIJ MET EEN VLAAMSE WARRELNETVISSER EEN DAG OP ZEE EEN WEEK VISSEN STAAND WANT VISTUIG WARRELNET OF KIEUWNET HANGING RATIO AANKOOP VAN VISTUIG OPERATIONEEL KADER VAN DE STAAND WANT VISSERIJ HET GEBRUIK VAN PINGERS OPLEIDING DE NEDERLANDSE STAAND WANT VLOOT DE BELANGRIJKSTE COMMERCIËLE STAAND WANT VISSERIJEN IN DE ZUIDELIJKE NOORDZEE EN HET ENGELS KANAAL STAAND WANT VISSERIJ OP TARBOT ACHTERGROND EXPERIMENTEN MET N95 JONAS II EXPERIMENTEN MET DE O ATILLA EXPERIMENTEN MET DE GODELIEVE STAANDWANT VISSERIJ IN HET BRISTOL KANAAL EXPERIMENTEN MET DE GODELIEVE ECONOMISCHE VERGELIJKING TUSSEN STAAND WANT- EN BOOMKORVISSERIJ MILIEU-IMPACT VAN STAAND WANT VISSERIJ DE EFFECTEN VAN KIEUW- EN WARRELNETVISSERIJ OP BENTHISCHE GEMEENSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN KIEUW- EN WARRELNETVISSERIJ OP ZEEVOGELS EFFECTEN VAN DE KIEUW- EN WARRELNETVISSERIJ OP ZEEZOOGDIEREN

6 MILIEU-EFFECTEN VAN KIEUW- EN WARRELNETVISSERIJ DOOR SPOOKVISSEN CONCLUSIE EN RELATIE TOT IMPACT VAN DE BOOMKOR VARIA DE VISSERIJ MET POTTEN EN VISVALLEN POTTENVISSERIJ OP ZEEKAT ACHTERGROND PROSPECTIEREIS NAAR NORMANDIË EXPERIMENTEN MET N95 - JONAS II TESTEN MET WULKPOTTEN ACHTERGROND EXPERIMENTEN MET O.554 GODELIEVE PROMOTIE EN LABELING VOOR PASSIEF VISSEN MSC-GECERTIFIEERDE VIS EEN KWALITEITSLABEL VOOR ZEEBAARS IN NIEUWPOORT PASSIEVE VISSERIJ IN VLAANDEREN - EEN STERK SOCIAAL-ECONOMISCH ALTERNATIEF VOOR DE VLAAMSE VISSERIJ CONCLUSIE ANNEX 1: TECHNISCHE GEGEVENS VAN STAAND WANT VISTUIG INGEZET IN HET PROJECT TARBOTNETTEN A - REDERIJ VERLEENE TARBOTNETTEN B - REDERIJ VERLEENE TARBOTNETTEN - REDERIJ VANDERBEEKEN-LOUAGIE BVBA ZEEKATNETTEN - REDERIJ VANDERBEEKEN-LOUAGIE BVBA TONGNETTEN - REDERIJ DAMCO MARINE TARBOTNETTEN - REDERIJ DAMCO MARINE TARBOTNETTEN - REDERIJ DAMCO MARINE ENKELE DETAILS VAN NETONDERDELEN

7 Dankwoord ILVO-Visserij dankt de aan dit project deelnemende reders, Luc Louwagie, Jean-Pierre Daman en Marnix Verleene en hun bemanningen voor de enthousiaste medewerking en hun bijdrage aan het welslagen van het project Schakels en Potten. 6

8 1 Inleiding De Vlaamse boomkorvisserij heeft sterk te lijden onder stijgende brandstofprijzen en toenemende beschermingsmaatregelen voor het milieu. De Vlaamse visserijsector begrijpt door de ondervonden problemen dat het hoog tijd is om oplossingen te zoeken. Op korte termijn kunnen technische aanpassingen aan de boomkor (gebruik van rolsloffen, T90-kuil, grotere mazen in de rug en benthos ontsnappingspaneel) gedeeltelijk tegemoet komen aan de problemen. Hiervoor werkt de sector constructief samen met de Stichting Duurzame Visserij Ontwikkeling en ILVO-Visserij en heeft al geleid tot positieve ontwikkelingen zoals o.a. het gebruik van het outrigger bordennet. Op langere termijn is het belangrijk dat de sector beseft dat het toepassen van andere, typisch passieve visserijmethodes door een deel van de vloot onvermijdbaar zal zijn om de Vlaamse visserij gezond te houden. Een optimale vlootstructuur omvat nu eenmaal diverse visserijtechnieken zonder dat bestaande methodes per se moeten wijken maar toch aangepast dienen te worden, kortom een gebalanceerde mix die kan inspelen op vraag en aanbod van de diverse markten. Deze visserijen hebben eveneens hun beperkingen, maar kunnen toch meer structurele oplossingen bieden voor de steeds terugkerende brandstofproblematiek en toenemende druk van milieuverenigingen en ngo s. Tot nog toe worden in Vlaanderen door de hoge leerkosten en de beperkte ervaring amper passieve visserijmethodes toegepast. Voorlopig vissen slechts een viertal vaartuigen met warrel- en kieuwnetten (N95-O.554-O ). In het project Schakels en Potten onderzoekt het ILVO daarom samen met de Vlaamse overheid en drie betrokken rederijen de verdere mogelijkheden van de staand want visserij (zowel warrel- als kieuwnetten) voor de Belgische vloot. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk te leren van de ervaringen van de huidige warrelnetvissers teneinde een handleiding op te maken die geschikt is voor startende jonge ondernemer/reders. Deze visserijmethodes hebben het voordeel dat hun kostenstructuur anders is opgebouwd en slechts in beperkte mate afhankelijk is van brandstof- en materiaalprijzen. Bovendien hebben ze het grote voordeel veel selectiever te zijn dan de boomkorvisserij. Het ontwikkelen van deze voor de Vlaamse visserij vrij recente technieken wordt gefinancierd door het Europees Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en de Vlaamse Gemeenschap. Gezien dit project zeer beperkt was in tijd (looptijd één jaar) is het belangrijk dat hieraan een vervolg kan worden gegeven. Er zijn nog heel wat specifieke technieken inzake de staand want-, potten- en hakenvisserij die kunnen worden onderzocht en beoordeeld in functie van een commerciële visserij in België. Er is tevens interesse van kandidaatinvesteerders, doch vaak wordt gewacht op overheidsteun of aanvullende assistentie van de bevoegde instanties. 1.1 Achtergrond De krachtlijnen van het Vlaamse zeevisserijbeleid worden grotendeels vastgelegd door het beleid van de Europese Commissie (EC). In 2002 werd door de EC bij de hervorming van het Gemeenschappelijk VisserijBeleid (GVB) een strategie vastgelegd om een vanuit economisch, sociaal en milieuoogpunt duurzame visserij te verkrijgen. Deze strategie wordt ondersteund door het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV), dat vanaf 2007 overgaat in het Europees VisserijFonds (EVF). Het project Schakels en Potten is één van de projecten die kaderen in het FIOV-programma van de EC. De Europese strategie vloeit voort uit fundamentele problemen waar de visserijsector al jarenlang mee te maken heeft. De achteruitgang van de visstand, waardoor bepaalde bestanden ernstig gevaar beginnen te lopen, staat hierbij centraal. De visbestanden worden 7

9 onder meer beschermd door een duurzaam evenwicht te bevorderen tussen de omvang van de visbestanden en de capaciteit van de communautaire vloot. Voor Vlaanderen betekende dit onder meer dat tijdens de meest recente slopingsrondes heel wat vaartuigen in de sloop zijn gegaan. De EC laat het hier echter niet bij. Beschermplannen voor bepaalde vissoorten zoals kabeljauw en het stimuleren van visserijen die een hoge selectiviteit hebben, horen ook bij de beschermingsmaatregelen. Deze beleidsmaatregelen kunnen verregaande gevolgen hebben voor de Vlaamse visserij. Uit de waarde van de aanlandingen in 2005 blijkt dat tong de dominante doelsoort is voor de Vlaamse vissers, aangezien ongeveer 50% van de besomming van deze doelsoort komt. 11% van de besomming komt van de vangsten van schol. Andere doelsoorten zoals kabeljauw, tarbot, tongschar en zeeduivel maken de rest van de besomming uit. Verschillende van deze doelsoorten worden intensief bevist. Uit ICES-nieuwsberichten van 2006 blijkt dat de biomassa van de schol- en tongbestanden voor de Noordzee zich onder het aanbevolen niveau bevindt. Dalende quota voor deze doelsoorten kunnen grote gevolgen hebben voor de vloot. De Vlaamse vissers hebben echter wel het voordeel dat ze hun kwetsbaarheid voor dalende quota gedeeltelijk kunnen opvangen doordat ze tot verschillende visgronden toegang hebben, maar een dubbele specialisatie naar doelsoort (voornamelijk tong en schol) en naar visserijmethode (boomkor) houdt niettemin hoge risico s in. In 2005 bijvoorbeeld was de aanvoer gedaald voor de meeste soorten. Dit werd toen gecompenseerd door hoge visprijzen waardoor de aanvoerwaarde gelijk bleef, maar afhankelijkheid van dergelijke factoren maakt de sector bijzonder kwetsbaar. Ongeveer 95% van de Vlaamse vloot beoefent immers de boomkorvisserij. Deze gemengde visserij is door haar lage soortenselectiviteit extra gevoelig voor beleidsmaatregelen ter bescherming van vispopulaties. Het kabeljauwherstelplan bijvoorbeeld heeft een invloed uitgeoefend op de verspreiding van de visserijinspanning van de Vlaamse vloot. De daling van de visbestanden en de hiervoor in het leven geroepen beleidsmaatregelen kunnen een belangrijke invloed hebben op de Vlaamse vloot en in het bijzonder op de boomkorvisserij. Een ander, cruciaal aandachtspunt van de EC gaat uit naar negatieve effecten die visserij op het mariene milieu heeft. De EC wil de druk op het mariene milieu verlagen en streeft naar een opwaardering van de biodiversiteit. Deze tendens wordt gestimuleerd door de druk van milieuverenigingen. Zo is er bijvoorbeeld de oproep van milieuverenigingen/ngo s tot een wereldwijd verbod op bodemvisserij in de diepzee. Gesleept vistuig staat onder zware druk en zoals alle gesleept vistuig wordt de boomkor eveneens beschouwd als een visserijmethode met een negatieve impact op het milieu. Deze uit zich voornamelijk in de verstoring van de zeebodem, verdrukking van sessiele organismen en een hoge bijvangst van commerciële en niet-commerciële vissoorten en andere benthische organismen. Verscheidene jaren onderzoek hebben aangetoond dat de impact van boomkorvisserij kan gereduceerd worden, maar dat het vangstmechanisme toch een fundamentele verstoring van het mariene milieu blijft vertonen. Technische aanpassingen kunnen de teruggooi reduceren en alternatieve stimuli (o.a. pulskor) kunnen de milieu-impact ook terugdringen. Deze ontwikkelingen zijn aan de gang en kunnen op korte termijn ademruimte geven aan de Vlaamse boomkorvissers. Een benthos ontsnappingsvenster bijvoorbeeld kan de mortaliteit van benthische invertebraten terugdringen zonder de commerciële vangst te veel te beïnvloeden. Aangezien de bijvangstmortaliteit slechts verantwoordelijk is voor 5 tot 10% van de totale benthische mortaliteit, kan de maximale totale reductie van de milieuimpact op benthische gemeenschappen ook slecht 5 tot 10% bedragen (Revill & Jennings, 2005). De sterfte van bepaalde benthische organismen kan bovendien ook niet worden gereduceerd door het gebruik van een benthos ontsnappingsvenster, daar ze worden beschadigd door contact met grondtuig als de kettingmat en de sloffen, dus voor ze in het net terechtkomen. De oplossing hiervoor kan het gebruik zijn van alternatieve stimuli, maar deze ontwikkelingen hebben tot nog toe een beperkt resultaat opgeleverd voor de platvisboomkor. De impact van de boomkor op fysische substraten en de lage soortenselectiviteit kunnen door technische aanpassingen gedeeltelijk worden geremedieerd, maar zijn niet op alle visgronden toereikend. 8

10 Een volgende prioriteit van de EC is de concurrentiekracht en de economische levensvatbaarheid van de visserijsector. De rentabiliteit van de Vlaamse boomkorvloot laat in veel gevallen te wensen over. Als rederijen al voldoende winst boeken om levensvatbaar te blijven, dan nog is de winstmarge onvoldoende om een innovatief en progressief bedrijf uit te baten. Bovendien geldt voor veel rederijen dat de brandstoffactuur een te zware last aan het worden is. In de eerste helft van 2008 ging 40 tot 50% van de besomming naar brandstofkosten. Dit maakt de boomkorvissers heel kwetsbaar voor schommelende brandstofprijzen. Op korte termijn wordt er gewerkt aan aanpassingen aan het vaartuig en het bestaande vistuig om tot een rationeler energieverbruik te komen. Verschillende potentiële remedies worden getest. Aanpassingen als rolsloffen, grote mazen in de rug van het net en het gebruik van econometers en/of een tweelingboomkor kunnen helpen, maar zullen de boomkorvisserij er niet van weerhouden om energieverslindend te blijven. Het gebruik van outrigger bordennetten kan ook voor oplossingen zorgen op middellange termijn, maar ondanks het aanzienlijk lager verbruik blijft de afhankelijkheid van brandstof evenzeer. Voornamelijk door de structuur van de Vlaamse vloot blijkt dat Europese beleidsmaatregelen, uitgevaardigd om de visbestanden beter te beheren en het mariene milieu te beschermen, de Vlaamse visserij meer en meer beperken. Ook de hoge brandstofen materiaalkosten geven de rederijen problemen om de rentabiliteit van hun bedrijf gezond te houden. De hoger aangehaalde problemen leiden tot heel wat onzekerheden en vragen om ingrijpende, structurele veranderingen. 1.2 Verantwoording Het is duidelijk dat de Vlaamse visserijsector kampt met structurele problemen. Op korte termijn kunnen technische aanpassingen aan vaar- en vistuig de problemen verminderen. Op lange termijn zullen deze echter zodanig gaan doorwegen dat de leefbaarheid van de vloot ernstig in het gedrang komt. De boomkorvisserij, en sleepnetvisserijen in het algemeen, zijn gekenmerkt door zeer hoge uitbatingskosten. Vooral de brandstoffactuur, maar ook materiaalverbruik zoals staal en netwerk (kunststoffen gekoppeld aan de olieprijzen) zijn zeer hoog. Prognoses voorspellen daarenboven een verdere prijsstijging van deze grondstoffen op de lange termijn. De conclusie van de rendabiliteitsanalyse opgenomen in het update rapport Gasolie in de Belgische visserij (23 augustus 2005), een studie uitgevoerd door Policy Research Corporation in opdracht van het SDVO, onderstrepen de precaire situatie van onze (boomkor)vloot: Bij de huidige brandstofprijs maken de meeste schepen verlies, maar is het wel nog rendabel om te gaan vissen (variabele kosten zijn juist nog gedekt) was voor de meeste boomkorrederijen in ieder geval een verlieslatend jaar als gevolg van de hoge brandstofprijzen. Veel schepen zijn bewust niet uitgevaren tijdens een bepaalde periode (vb. de anders zo lucratieve campagne tijdens de zomer in de Golf van Biscaje). Het is dus noodzakelijk dat de Belgische visserij, wil ze overleven, uitkijkt naar alternatieve visserijmethodes met een veel gunstiger kostenstructuur of ingrijpende aanpassingen aan de boomkorvisserij. De boomkorvisserij is ook gekenmerkt door een significante milieu-impact en vrij hoge teruggooi. De literatuur is in deze vrij éénduidig en de toenemende internationale druk om de teruggang van biodiversiteit te stoppen zal er hoogstwaarschijnlijk toe leiden dat de boomkorvisserij verder onder druk komt te staan. In de Johannesburg Declaration werden doelstellingen geformuleerd om de milieu-impact en de teruggooi van de visserij te verminderen de biodiversiteit in de zeeën te vrijwaren van een verdere teruggang. Deze doelstellingen werden reeds overgenomen door de Europese Commissie en zullen stelselmatig omgezet worden in concrete maatregelen. In het kader van deze tendens is 9

11 het ook aangewezen dat de Belgische zeevisserijsector uitkijkt naar alternatieve visserijmethodes. Een extra argument voor deze alternatieven is het toenemende succes van het MSC-label en de trend om vis die met de boomkor wordt gevangen steeds meer te bannen uit het assortiment. De overspecialisatie van de Belgische zeevissersvloot heeft ertoe geleid dat er vrijwel geen praktische kennis aanwezig is betreffende passieve visserijmethodes. Dit maakt het ook bijzonder moeilijk om als nieuwe geïnteresseerde visser/reder te starten met deze alternatieve visserijmethode. Oriënterende experimenten met passieve visserijmethodes die haalbaar lijken voor de Belgische context dringen zich dan ook op. Dit project wil, gesteund op de eerste resultaten behaald binnen het IDEV-project ( Innovatiecentrum Duurzame en Ecologische visserij ), een aantal passieve visserijen uittesten en de nieuwe praktijkervaring verspreiden voor kandidaat-investeerders of jonge starters in de sector. De voorstellen werden aangebracht door de reders van de enige drie Belgische visserijschepen die reeds passieve visserijmethodes toepassen en zijn realistisch wat betreft de beschikbare vaartuigen, visgronden en quota. 1.3 Doelstellingen Dit project beoogt het uittesten van een selectie van passieve visserijmethodes met de bedoeling de nodige kennis te verzamelen om reders te ondersteunen die in de toekomst willen overschakelen naar meer rendabele en minder milieubelastende visserijmethodes als vervanging van de sleepnetvisserij. De opgedane praktijkervaring verhoogt tevens de flexibiliteit van reders die al met passief vistuig vissen. Het project wil de reders motiveren om voor toekomstige investeringen rekening te houden met de mogelijkheden van passieve visserijmethodes. De Belgische visserijsector dient deskundig geïnformeerd te worden over deze visserijmethodes, overtuigd te worden van de voordelen en gemotiveerd te worden om rekening te houden met deze informatie voor verdere investeringen. Visserij is niet gebonden aan landsgrenzen en daarom kijkt het project ook over de grenzen heen. Het is van belang dat de staand want vissers ook goede internationale contacten bekomen en betrokken zijn in de relevante Europese werkgroepen teneinde te komen tot een gefundeerd beleidsplan voor de Belgische passieve visserijen. 10

12 2 De projectorganisatie en administratie 2.1 Financiering De startdatum werd vastgelegd op 1 september 2007 en de einddatum was 15 september Het project werd gefinancierd in het kader van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV-bijstand, verleend in toepassing van de Europese verordening (EG) 2792/99). Doelstelling: bijdragen tot een rendabele en duurzame visserij d.m.v. energiebesparende maatregelen bij de uitbating van de rederijen en reductie van de milieu-impact. De totale subsidie bedroeg ,75 euro. De Vlaamse cofinanciering was de helft van het toegekende bedrag. De subsidie werd in twee schijven door het Vlaamse Gewest uitbetaald: Eerste schijf 2007: maximaal euro Tweede schijf 2008: maximaal euro Twee gelijke schijven werden uitbetaald door de EU. 2.2 Promotor De promotor van het project Schakels en Potten is verantwoordelijk voor het goed verloop van het project. Hij/zij staat in voor de opvolging van de uitgaven, stuurgroepvergaderingen en projectadministratie. Het ILVO (Eigen Vermogen) neemt deze taak op zich (contactpersonen: Dirk Verhaeghe, Kris Van Craeynest en Hans Polet). Het werk uitgevoerd in de site van ILVO-Visserij in Oostende. 2.3 Wetenschappelijke opvolging De wetenschappelijke opvolging wordt waargenomen door de Sectie Technisch Visserijonderzoek van ILVO-Visserij in de Ankerstraat, Oostende. Die staat in voor het verzamelen van de nodige achtergrondinformatie ter ondersteuning van de experimenten, het opvolgen van de zeereizen aan de hand van logboeken, het verwerken van de gegevens en de rapportering. 2.4 Uitvoerders van het project De uitvoerders van het project zijn drie rederijen die hun vaartuig ter beschikking stellen voor het testen van de aangekochte netten: Rederij Verleene, rederij Louwagie-Vanderbeken en rederij Damco Marine. Details over de vaartuigen zijn gegeven in Tabel

13 TABEL KARAKTERISTIEKEN DEELNEMENDE VAARTUIGEN Vaartuig Attila Godelieve N 95-Jonas II Lengte 12,66 m 21,53 m m Breedte 5,16 m 6.90 m 6.55 m Inhoud 12 ton 133 ton 18 ton Bouwjaar Motortype MAM (1998) Caterpillar (2000) Volvo Penta Vermogen 382 Kw 302 kw 2 x 320 PK Materiaal casco Polyester polyester polyester Type conventioneel conventioneel catamaran N.95 Jonas Attila Godelieve 12

14 2.5 De stuurgroep De leden van de stuurgroep waren: C.V. Rederscentrale Hendrik Baelskaai 25 B-8400 Oostende, België Tel.: Fax: Contact: Ben Desmyter Dienst Zeevisserij Administratief Centrum, Vrijhavenstraat 5 B-8400 Oostende, België Tel.: Fax: Contacten: Guy Vanhecke /Marc Welvaert: Instituut voor Landbouw en VisserijOnderzoek Visserij (ILVO-Visserij): wetenschappelijk opvolging Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.: Fax: Contacten: Dirk Verhaeghe /Hans Polet BVBA Rederij Verleene: eigenaar van het vaartuig Duinhoevelaan 17 B B-8450 Bredene Tel.: Contacten: Marnix Verleen/Alain Verleene BVBA Rederij Louwagie - Vanderbeken: eigenaar van het vaartuig N 95 Hoogstraat 1 B-8620 Nieuwpoort, België Tel.: Contact: Luk Louwagie BVBA Damco Marine: eigenaar van het vaartuig Vaandelpad 2B B-8930 Rekkem Tel.: Contact: Jean-Pierre Damman De belegde stuurgroepvergaderingen zijn gegeven in Tabel 2-2. Daarnaast werden nog verschillende informele vergaderingen gehouden tussen ILVO-Visserij, de reder/schippers van de N95, O.554 en O.369. Ook waren er veelvuldige contacten met de Nederlandse staand want vissers, vertegenwoordigd via de Vissersbond. TABEL STUURGROEPVERGADERINGEN IN DE EERSTE FASE VAN HET PROJECT (2007 EN 2008) Datum Plaats Aanwezigen Onderwerp ILVO 9 Bijsturing van het project ILVO 8 Tussentijds rapport en bespreking financiën en planning tweede fase ILVO 8 Bespreking resultaten/bijsturen van de planning van de diverse testen ILVO 6 Rapportering resultaten zeekat en tarbot/verschuiving budget 2.6 Initiële projectstructuur Het project was opgebouwd uit een ondersteunend luik voor de deelnemende vissers enerzijds en een experimenteel luik waarin de verzamelde kennis in de praktijk werd gebracht. 13

15 Ondersteunend luik Deze fase voorziet in het verzamelen van de nodige informatie over de te gebruiken vistuigen (leveranciers, types, prijzen, voor- en nadelen), de visgronden en, waar relevant, de marketing van het product. Deze fase voorziet ook in de planning en continue opvolging van de experimenten. Er zal tevens een dossier opgemaakt worden voor reders die willen starten met passieve visserij. Dit zal de volgende onderwerpen behandelen: het wettelijk kader waarbinnen deze visserij moet opereren, een economische doorlichting van passieve visserijen, vaartuigkarakteristieken en benodigde boordinfrastructuur. Experimenteel luik Gedurende de experimentele fase zullen de verschillende vistuigen in de praktijk uitgetest worden, op geschikte vaartuigen en in het gepaste seizoen. Volgende methodes en doelsoorten werden voorzien: experimentele visserij met schakels op tong in de Keltische zee; experimentele visserij met schakels op tarbot en rog in de Keltische zee; experimentele visserij met potten op kreeft in de Zuidelijke Noordzee en het Engels Kanaal; experimentele visserij met potten op garnaal in de Zuidelijke Noordzee; experimentele visserij met potten op wulk in het Engels Kanaal; experimentele visserij met schakels op tarbot en griet in de Noordzee; experimentele visserij met schakels op zeekat in de Zuidelijke Noordzee. 2.7 Aangepaste projectstructuur Naar aanleiding van de activiteiten in het ondersteunende luik en de kennis van de vissers werd een alternatief experimenteel luik opgezet. De aangepaste projectstructuur werd voorgesteld, besproken en goedgekeurd tijdens de vergaderingen van de stuurgroep. Experimenteel luik kieuwnetten voor visserij op tarbot in de Noordzee (vaartuig N 95); warrelnetten voor visserij op zeekat in de Noordzee (vaartuig N 95); potten/kooien voor de visserij op zeekat in de Noordzee (vaartuig N 95); kieuwnetten voor visserij op tarbot in de Noordzee (vaartuig 0.369); warrelnetten voor visserij op tarbot, tong en griet in de Keltische Zee (vaartuig 0.554); gebruik van potten voor de vangst van wulk en kreeft in de Noodzee en Seinebaai (vaartuig 0.554). 2.8 Initieel budget aankoop van netten Schakels tong (15 km netten) Schakels tarbot en rog (20 km netten) Potten garnaal (500 stuks) Potten wulk (500 stuks) Schakels tarbot en griet (12 km netten) Schakels zeekat (12 km netten) Pingers Potten kreeft (200 stuks) Totaal euro euro euro euro euro euro euro euro euro 14

16 2.9 Gewijzigd budget aankoop van netten, gekoppeld aan de werkingskosten Rederij Verleene Rederij Louwagie Rederij DAMCO Marine Tarbotnetten Pezen en garens Ankers en toebehoren Dekzeilen 490 Tarbot kieuwnetten Zeekat warrelnetten Zeekat warrelnetten Agriboxen Lier voor vallen zeekat Plaatsen lier Aanpassen hydrauliek lier Potten zeekat Boeien en ankers Touwen en klein materieel Inox sluitingen 907 Huur extra magazijn Net-aft voor de netten Kisten voor opslag netten Warrelnetten tong Warrelnetten tarbot Pingers Uitgaven per rederij , , ,86 Totaal uitgaven ,81 Budget werkingskosten: Opmerkingen: Alle budgetverschuivingen werden aangevraagd en goedgekeurd tijdens de vier stuurgroepvergaderingen 2.10 Bijzondere extra aankopen Bijkomende ankers Doel: extra stevigheid op de bodem (wegens verlegging van visgrond, gekoppeld aan een andere soort zeebodem) Extra stapelbakken voor netten en N.95 Doel: extra opbergruimte Afwikkelsysteem voor netten Doel: tijdswinst bij het omschakelen van het nettype (systeem wordt bevestigd bovenaan de vorkheftruck). Vroeger had men vaak een halve dag nodig om de netten te veranderen, nu gebeurt het omwisselen in quasi een uur tijd. Potten voor zeekat alsook bijpassende lier voor het ophalen hiervan (N 95) 15

17 3 Wettelijk kader 3.1 Wetgeving Net zoals alle commerciële zeevisserij in de EU wordt ook de Belgische passieve visserij beheerd binnen het kader van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB). Dit GVB wordt uitgewerkt door de Europese Commissie (EC). Alle verordeningen kunnen terug gevonden worden op de volgende website: Binnen de landsgrenzen wordt de visserij beheerd door enerzijds de minister verantwoordelijk voor visserij en anderzijds de visserijadministratie van de Vlaamse Gemeenschap. Alle visserij gerelateerde info is te vinden op de website: Onderstaande beknopte samenvatting bevat niet alle elementen van de reglementering en is een momentopname uit 2008 die aan frequente wijzigingen onderhevig is. De basisreglementering is terug te vinden in Verordening Nr.850/98 van de raad van 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen. Voor het staand vistuig is een specifieke bijlage VI en VII voorzien (staand vistuig gebieden 1 en 2 en apart nog gebied 3). Deze bijlage beschrijft de doelgroepen die per maaswijdte mogen gevangen worden. Fig. 3-1 geeft de aanduiding van de ICES gebieden. Met betrekking tot het herstel van de kabeljauwstanden is er Verordening Nr.2056/2001 van de commissie de dato 19 oktober 2001 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van de kabeljauwbestanden in de Noordzee en ten westen van Schotland. Met betrekking tot het herstel van de heekbestanden is er Verordening NR494/2002 van de commissie van 19 maart 2002 tot vaststelling van aanvullende technische maatregelen voor het herstel van het heekbestand in de ICES-deelgebieden II, IV, V, VI en VII in de ICES-sectoren VIIa,b,de,e. Technische reglementering voor het vistuig is gegeven in Verordening 129/2003 van de commissie van 24 januari 2003 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de bepaling van de maaswijdte en de twijndikte van visnetten en Verordening 356/2005 van de commissie van 1 maart 2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor het merken en identificeren van vistuig. 3.2 Identificatie van het vistuig (Fig. 3-2) Elk vistuig dat op een commercieel vaartuig gebruikt wordt moet kunnen geïdentificeerd worden en moet dus voldoen aan een aantal regels. Op elk passief vistuig dat gebruikt wordt om te vissen moet te allen tijde het vaartuignummer zichtbaar zijn op een plaatje dat is bevestigd aan beide uiteinden van elke set. Voor passief vistuig, dat zich uitstrekt over meer dan één zeemijl, dient dit te gebeuren op plaatjes op regelmatige afstand van niet meer dan één zeemijl, zodat geen enkel deel van het vistuig over een lengte van meer dan één zeemijl ongemarkeerd is. Elk plaatje is gemaakt van duurzaam materiaal, stevig vastgemaakt aan het vistuig en is minimaal 65 mm breed en 75 mm lang. Op elke eindmarkeringsboei en tussenboei moet het vaartuignummer zo hoog mogelijk boven de waterspiegel aangebracht worden, zodat zij duidelijk zichtbaar zijn. De kleuren moeten contrasteren met het oppervlak waarop dit nummer is aangebracht. De nummers mogen niet worden uitgewist of veranderd noch onleesbaar worden gelaten. 16

18 FIG. 3-1 KAART MET AANDUIDING VAN DE ICES (INTERNATIONAL COUNCIL FOR THE EXPLORATION OF THE SEA) GEBIEDEN. 17

19 FIG. 3-2 MARKERING VAN STAAND WANT VISTUIG De touwen waarmee de boeien aan het passief vistuig zijn bevestigd, zijn vervaardigd van zinkend materiaal of worden met gewichten onder water gehouden. De eindmarkeringsboeien worden op een zodanige manier geplaatst dat te allen tijde kan worden vastgesteld waar de uiteinden van het vistuig zich bevinden. De mast van iedere eindmarkeringsboei steekt minimaal 1,5 m uit boven het zeeniveau, gemeten vanaf de bovenkant van de drijver. De eindmarkeringsboeien zijn gekleurd, maar niet rood of groen. Elke boei moet voorzien zijn van: een of twee rechthoekige vlag (gen) met zijden van ten minste 40 cm; wanneer op eenzelfde boei twee vlaggen moeten zijn bevestigd, moeten ze op ten minste 20 cm van elkaar staan; de afstand tussen het water en de eerste vlag moet ten minste 80 cm bedragen; vlaggen op boeien waarmee de uiteinden van eenzelfde net worden aangegeven, moeten dezelfde kleur (die niet wit mag zijn) en dezelfde afmetingen hebben; één of twee lichten die een gele kleur moeten hebben en elke 5 seconden, en die zichtbaar zijn van op een afstand van ten minste 2 zeemijl; 18

20 een topteken op het hoogste punt van de boei, bestaande uit een bol met een diameter van ten minste 25 cm, voorzien van één of twee lichtgevende banen die noch rood, noch groen mogen zijn, een die ten minste 6 cm breed moeten zijn. Als topteken bovenop de boei mag een bolvormige radarreflector worden gebruikt; radarreflectoren die een echo van ten minste twee zeemijl geven. De eindmarkeringsboeien worden als volgt aan het passief tuig bevestigd: de boei in de westelijke sector (de halve kompascirkel van zuid over west tot en met het noorden) moet zijn voorzien van twee vlaggen, twee gestreepte lichtgevende banden, twee linten en een plaatje; de boei in de oostelijke sector (de halve kompascirkel van noord over oost tot en met het zuiden) moet zijn voorzien van één vlag, één gestreept lichtgevende band, één licht en een plaatje. Passief vistuig dat langer is dan 5 zeemijl moet worden voorzien van tussenboeien: de tussenboeien worden op maximaal 5 zeemijl van elkaar geplaatst, zodat geen enkel deel van het vistuig over een lengte van 5 zeemijl of meer ongemarkeerd is; de tussenboeien hebben dezelfde kenmerken als de eindmarkeringsboeien in de oostelijke sector, behalve dat de vlaggen wit zijn; De tussenboeien hebben dezelfde kenmerken als de eindmarkeringsboeien in de oostelijke sector, met uitzondering van het volgende: de kleur van de vlaggen is wit; elke vijfde tussenboei wordt uitgerust met een radarreflector die een echo van tenminste twee zeemijl of meer geeft. Verordening 1805/2205 van de commissie van 3 november 2005 tot wijziging van verordening nr 356/2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor het merken en identificeren van passief vistuig en boomkorren:aanwezigheid van pingers (Fig. 3-3) aan boord FIG. 3-3 EÉN VAN DE VELE TYPES PINGERS OM ZEEZOOGDIEREN AF TE SCHRIKKEN De Europese Commissie heeft op 1 juni 2005 beslist om pingers als akoestisch afschrikmiddel voor zeezoogdieren (vb bruinvissen) verplicht te stellen. Dit geldt voor alle visserijtakken waarbij gebruik wordt gemaakt van stand want. In sectie 4.5 wordt de wetgeving inzake pingers verder in detail toegelicht. 19

21 3.3 Nationale een internationale organisaties inzake de staand wand visserij Nationaal Op nationaal gebied bestaat er geen gespecialiseerde vakorganisatie die de belangen van de passieve visserij behartigt. Algemeen is de Rederscentrale (het overkoepelend vakorgaan van alle reders) de meest aangewezen instantie voor praktische informatie alsook het opmaken van een beleidsplan, quotabeheer en opvolging van de vigerende wetgeving. Wat de zuivere wetgeving inzake staand want visserij betreft, kan steeds rechtstreeks contact opgenomen worden met de Dienst Zeevisserij van het bevoegde Ministerie Internationaal Binnen het NSRAC ( North Sea Regional Adivsory Council ), een organisatie die instaat voor de communicatie tussen de visserijsector en de Europese Commissie, werd in 2007 binnen de groep Demersale vis een specifieke internationale werkgroep staand want opgericht. Het initiële doel hiervan is om een algemeen Europees beleidsplan op te maken voor alle betrokken landen wat de staand want visserij betreft. De Belgische leden van deze werkgroep zijn de Rederscentrale en de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO). Gezien de meeste landen met een gelijkaardige problematiek te maken hebben wil deze werkgroep de belangen behartigen van de Europese staand want visserij, dit op reglementair, technisch en sociaaleconomisch niveau. In overleg met de betrokken reders, Rederscentrale en de directie van het ILVO zelf werd besloten om onder de ILVO hoed enkel als waarnemer binnen de werkgroep van NSRAC te gaan zetelen. Alle relevante informatie die wordt bekomen zal worden overgemaakt aan de betrokken reders alsook de Rederscentrale. Naast de officiële instanties onderhoudt ILVO-Visserij contacten met de Nederlandse visserij, vooral op visserijtechnisch vlak. Onze eigen staand want vissers hebben reeds nauwe contacten met de Franse warrelnetvissers doch via de contacten van de Nederlandse vissers wordt hun netwerk uitgebreid tot Denemarken. 20

22 4 De visserij met staand want 4.1 Algemene beschrijving van de visserij met het staand want bron : De grote rede, nummer 17, november 2006 Commerciële kieuw-en warrelnetvisserij Jochen Depestele/Hans Polet/Norbert Van Craeynest, ILVO-visserij Algemeen principe Vissen met speren, met haken, met visvallen, met verdovende middelen, met allerhande netten enz., de variatie aan methodes is enorm. Dat vissen echter de neiging hebben om zichzelf te verwarren in netwerk en er blijven vastzitten hebben vissers al vroeg in de geschiedenis gemerkt. Het principe was eenvoudig en sloeg aan, de vis vangt als het ware zichzelf. Het idee van de kieuw- en/of warrelnetten, passieve visserijmethodes, was geboren. Passief omdat het net vis vangst zonder tussenkomst van de mens, dit in tegenstelling tot bvb. sleepnetvisserijen. De methode bleek goed te werken en heeft zich doorheen de jaren sterk ontwikkeld in vele vormen. Het gemeenschappelijk kenmerk is dat staande netten uitgezet worden als een verticale wand van netwerk. Er kunnen twee grote groepen onderscheiden worden op basis van een verschillend vangstmechanisme: 1. Kieuwnetvisserijen Vangstprincipe: een vis van de gepaste afmeting wil door een maas zwemmen, maar komt vast te zitten doordat de maas net iets kleiner is dan zijn eigen lichaamsomtrek. Wanneer de vis het netgaren opmerkt en terug wil zwemmen, is het al te laat. Het netgaren blijft hangen achter het kieuwdeksel en de vis is gekieuwd. 2. Warrelnetvisserijen Vangstprincipe: deze methode rekent op de vechtlust van de vis. Wanneer een vis in buurt van een net komt en er eventueel al gedeeltelijk in vastzit, zal die zich kronkelen om er uit te geraken. Hierdoor verwart hij zichzelf meestal nog verder in het net tot hij volledig vast zit. Kieuwnetten en warrelnetten lijken vrij goed op elkaar. Ze bestaan beide uit één of meerdere wanden van netgaren met onderaan een grondpees en bovenaan een bovenpees (Fig. 4-1). Het net wordt verticaal gehouden door zinkers op de onderpees en vlotters op de bovenpees. Tussen de onder- en bovenpees spant het net zich op. De lengte van het net varieert naargelang de doelsoort en bedraagt soms verscheidene kilometers (zelfs tot 30 km). Meestal is het samengesteld uit afzonderlijke stukken van elk 50 tot 100 m lengte. Hoewel de algemene opbouw van kieuw -en warrelnetten gelijkaardig is, is er een hele variatie aan toepassingen voorhanden. Naast verschillen in vangstmechanismen, kan ook de positie van het net in de waterkolom, de bewegelijkheid en de constructie van het net variëren. Positie van het net in de waterkolom (B in Fig. 4-2) Het net kan verschillende posities in de waterkolom innemen. Wanneer de netten op de zeebodem uitgezet worden, zijn er ankers nodig en een lijn die tot de wateroppervlakte reikt. Daar zorgen twee boeien en een vlagje ervoor dat de visser zijn netten terugvindt. Voor netten die zich bovenaan of middenin de waterkolom bevinden zijn geen ankers nodig. Voor deze visserijen is het belangrijk om te spelen met de gewichten van de onderpees en met de vlotters van de bovenpees, om zo de positie van het net in de waterkolom te kunnen bepalen. Bewegelijkheid van het net (C in Fig. 4-2) Er zijn drijfnetten, vooral gericht op pelagische vissoorten, die volledig vrij in het water hangen en zich ook aanzienlijk kunnen verplaatsen. Omdat het gevaar op verlies van deze 21

23 netten bestaat, worden ze soms bevestigd aan het schip om hun beweeglijkheid in te perken. Demersale vis wordt meestal gevangen met netten die verankert zijn. Tot slot zijn er ook netten die al meer weg hebben van actieve vormen van visserij en gesleept worden. In de Europese wateren worden deze semi-passieve nettenvisserijen niet bedreven. Constructiewijze (D in Fig. 4-2) Er zijn enkelwandige en meerwandige kieuw- of warrelnetten. Soms bevestigt men de netten ook op staken. Deze vorm van nettenvisserij wordt logischerwijze vooral bedreven in getijdengebieden langs de kust. Tot slot zijn er de netten waarbij het netwerk los hangt door verticale en/of horizontale lijnen tussen de onder -en bovenpees. Op die manier creëert men verschillende vangstcompartimenten. 1. Onderpees met zinkers 2. Bovenpees met vlotters 3. Wand van netgaren 4. Anker 5. Boeien 6. Vlagje FIG. 4-1 BASISONDERDELEN VAN HET STAAND WANT Technische specificaties Kieuwnetten en warrelnetten zijn aaneenschakelingen van enkele, dubbele of driedubbele verticale wanden, die uit heel fijn garen zijn opgebouwd. De kleur en de dikte van het garen moet net zoals de hoogte van het net en de verdelingsverhouding ( hanging mode, hanging ratio ) aangepast zijn aan de doelsoort en de omstandigheden van het vissen. Bij warrelnetten is de verdelingsverhouding lager (bijvoorbeeld 0.3) dan bij kieuwnetten (bijvoorbeeld 0.6), omdat het net bij kieuwnetten strakker moet gespannen zijn. Ze worden dicht bij het wateroppervlak, in de midwaterzone en op de bodem gebruikt om vissen te kieuwen, te mazen of te laten verstrikken. Kieuwnetten en warrelnetten hebben vlotters op de bovenste lijn (bovenpees) en over het algemeen loden verzwaringselementen in de grondpees. De kieuwnetten bestaan uit een enkele wand, of 22

24 minder algemeen, een dubbele wand, terwijl de term warrelnet voorbehouden is voor drie wanden die aan dezelfde grond- en bovenpees zijn bevestigd. FIG. 4-2 MOGELIJKE CLASSIFICATIES VAN STAAND WANT TUIG De verschillende nettypes kunnen ook gecombineerd zijn in één vistuig, zoals de combinatie van een warrelnet met een kieuwnet. De netten kunnen op zich gebruikt worden, maar veel gebruikelijker is het gebruik ervan in grote aantallen, veelal in lijnen geplaatst. Het vistuig kan vastgeankerd worden op de bodem, maar kan ook drijvend worden gebruikt, al dan niet vasthangend aan het vaartuig. De uitrusting die voor dit type vistuig nodig is, zijn kleine stevige vlotters, gewoonlijk gemaakt van plastiek en sferisch, cilindrisch of eivormig. Ze worden aan de bovenpees vastgemaakt, terwijl de gewichten gelijk verdeeld worden langs de grondpees. De netten kunnen manueel worden binnen gehaald in ondiep of gemiddeld diep water, zoals gebeurd in kleinschalige visserij (wanneer de lengte van het net niet te groot is). Het netmateriaal bestaat uit multifilament nylon, monofilament of multimonofilament vezels. Het gebruik van een ophaalsysteem ( net haulier, net lifter ) bestaande uit een lier, kabel en uithouder is nu echter heel gebruikelijk). Soms wordt een power-block gebruikt. De 23

25 netten worden meestal op dek gevouwen op een beperkte oppervlakte, maar in sommige gevallen worden ze op nettentrommels gehouden. Een typische dag aan boord van de staand want visserij aan de Belgische kust is gegeven in Fig Stap 1: Dankzij GPS, de boeien en het vlagje zijn de netten gemakkelijk terug te vinden. Hier wordt een net binnengehaald via het powerblock. Stap 2: Eens de boeien binnengehaald komt het net boven. Het wordt via de powerblock op het schip gerold. Stap 3: Op deze foto is duidelijk de structuur en de configuratie van een schakel zichtbaar. Indien nodig wordt het net schoon gemaakt en wordt afval uit het net verwijderd Stap 4: Terwijl het eventuele afval uit het net wordt verwijderd, wordt ook de vis manueel ontward of ontkieuwd. Stap 5: Eens de vangst van alle netten binnengehaald is, worden de netten terug uitgezet. Eerst komt het anker en daarna het net. Stap 6: Het net wordt uitgezet op de geschikte plaats. De foto s zijn gemaakt aan boord van het vissersvaartuig N.95 JONAS. Met dank aan schipper en bemanning. FIG. 4-3 EEN DAG VAN EEN STAAND WANT VISSER. 24

26 De maaswijdte dient minimum 9 cm te zijn, grotere mazen worden gebruikt wanneer specifiek op grotere en duurdere vis wordt gevist; In gebieden met veel stroming (verder uit de kust) kan deze methode ongeveer 22 dagen per maand gebruikt worden (4 x 2 = 8 dagen niet toepasbaar wegens springtij). Dit is niet het geval op het Belgisch Continentaal plat wanneer op tong gevist wordt. Wanneer op kabeljauw gevist wordt rond wrakken wordt het vissen wel beperkt door de getijden Vangstefficiëntie wordt bepaald door het netontwerp De volgende factoren spelen onder meer een rol: Netmateriaal Door het gebruik van dunne moeilijk zichtbare synthetische vezels merkt de vis het net niet gemakkelijk op. Hierdoor laten ze zich veel gemakkelijker vangen dan vroeger toen met natuurlijke vezels werd gewerkt. Maaswijdte Door het kiezen van een welbepaalde maaswijdte kan de grootte van de te vangen vis heel nauwkeurig worden bepaald. Te kleine vissoorten glippen gemakkelijk door de mazen van het net, terwijl grotere vissen onvoldoende door de mazen kunnen worden vastgehouden. Op die wijze kan men, aan de hand van de maaswijdte, bepalen welke visgrootte men wil bekomen. Hierdoor kan de teruggooi van ondermaatse vis sterk worden beperkt. Netopening De opening van het net tussen boven -en onderpees kan nauwkeuriger door de visser worden ingesteld. Bij kieuwnetten zijn het gewicht van de zinkers (in de onderpees) en het drijvend vermogen van de vlotters (in de bovenpees) de voornaamste bepalende factoren. Bij meerwandige warrelnetten komt daar nog bij dat de opening afhangt van de buitenste netwanden. Deze wanden zijn veelal minder hoog dan de binnenste wand en bepalen zo hoe los het netwerk hangt. Mono- of multifilament? Monofilament (vb 0,52 mm draaddikte) is minder duurzaam en wordt minder vuil dan multifilament (vb 3 x 0, 52 mm). Concreet wordt meestal een combinatie Multi-mono gemaakt wat het binnen- en buitennet betreft. Algemeen De vangstefficiëntie is goed als de vangstomstandigheden goed zijn. Als het bijvoorbeeld niet voldoende donker is, kan het net te veel zichtbaar zijn waardoor de vangst vermindert. Dit is eveneens afhankelijk van hoe troebel het water is. Andere factoren zijn de waterstroming, de aanwezigheid van plantenresten en ongewenste diersoorten die in het net kunnen verstrikken en tot slot ook de aan- of afwezigheid van predatoren die op de doelsoort azen. 25

27 4.2 Anekdotische beschrijving van de visserij met een Vlaamse warrelnetvisser Een dag op zee Datum: Vaartuig: Visserij: Visgrond: 29 februari 2008, vertrek 4u30 N 95 Jonas II tongenvangst met warrelnetten Buitenratel bank, bij de Belgisch/Franse grens op zee, zo n 1 uur varen vanuit Nieuwpoort, de gebruikelijke viszone van dit schip Weer: 2 à 3 beaufort, lichte deining Bemanning: 4 personen Luc, schipper Kim, matroos - vaart al 10 jaar mee en is loodgieter van opleiding) Steve, matroos - vaart sinds een paar maanden mee, heeft de sportschool gedaan) Richard, matroos - vaart al 9 jaar mee, matroos van opleiding, vroeger boomkorvisserij De nieuwe bemanning kreeg een interne opleiding aan boord en is volledig op elkaar ingespeeld. Er wordt doorgaans in functie van de weersomstandigheden rond 4u beslist of er al dan niet gevaren wordt. In geval er niet gevaren wordt, krijgt de bemanning een gewaarborgd loon. Het vistuig: Het type net is warrelnet of schakel. Een set bestaat uit 7 x 300 m netten, telkens gescheiden door een anker. Er worden ongeveer 5 sets binnengehaald en uitgezet, totaal 10.5 km netten. Bij het grotere offshore vaartuig bedraagt dit makkelijk zo n 20 km netten. Operationeel: De duur van het uitzetten van 5 sets netten is ongeveer 30 à 45 minuten. Het binnenhalen van een net van 300 m duurt ongeveer 15 minuten en gebeurt via de Power Block. De netten liggen op een canvas doek en worden na het binnenhalen versleept tot dicht bij de nettenbakken. De netten worden over een metalen rol binnengetrokken en opgeslagen in bakken voor later gebruik. Tijdens het binnenhalen van de netten manoeuvreert de schipper het schip met een stuurhendel die direct naast de power Block is voorzien. Er wordt dus uiteraard steeds rekening gehouden met de richting van de stroom bij het binnenhalen van de netten. Via de boordapparatuur kan op elke locatie op voorhand de sterkte van de stroom alsook stroomrichting worden afgelezen. Er wordt gemiddeld gewerkt van 4u30 tot 17 à 18u uur. Een bemanning van vier is absoluut noodzakelijk hier aan boord ook al wegens het feit dat het ontwarren van de vis uit de netten redelijk arbeidsintensief is. De schipper blijft de stuurhendel bedienen terwijl de taken van het binnenhalen,ontwarren en het terug uitzetten van de sets flexibel onderling verdeeld zijn. Het gutten, spoelen en insnijden van de vis gebeurt tijdens het terugvaren naar de haven. 26

28 Om rendabel te blijven is een dagelijkse minimum besomming nodig van ongeveer zo n 1500 euro. Het brandstofverbruik komt neer op zo n 3 à 4 uur varen, dus zo n 100 liter per dag Een week vissen De gegevens van een week vissen in februari 2008 werden verzameld voor een warrelnetvisser en een boomkorvisser van het klein segment om enkele typische verschillen tussen beide visserijmethodes te demonstreren met cijfers. Er dient benadrukt te worden dat dit anekdotische informatie is die niet zomaar mag veralgemeend worden. Typisch is dat de warrelnetvisser kiest voor dagvisserij en de boomkorvisser voor een langere aaneengesloten tijd op zee. De warrelnetvisser slaagt erin om met slechts een derde van de visserijinspanning een besomming te bekomen die dicht in de buurt komt van het boomkorvaartuig. De warrelnetvisser is wel meer afhankelijk van de weersomstandigheden en kan ook slechts de helft van de tijd uitvaren wegens de cyclus van het tij. Het verschil in brandstofkosten is groot. Ook de soortensamenstelling is opvallend, met een duidelijk lager aantal soorten voor de warrelnetvisser. Er dient echter op gewezen te worden dat de boomkorvisserij het laatste jaar met succes inspanningen doet om het brandstofverbruik sterk naar beneden te halen en ook probeert versere vis aan te voeren. Warrelnetvisserij Visserij-inspanning maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag visserijactiviteit 36 zee-uren Bemanning 1 schipper, 3 matrozen Brandstofverbruik 300 liter ; 171 Viszone Doelsoort Versheid Vistuig kustvisserij buiten de 6 mijlszone, Brede bank en Buitenratel tong maximum 2 dagen warrelnet, maaswijdte 100mm Vissoort Aanvoer (kg) Besomming (Euro) Eenheidsprijs (Euro/kg) Griet Schar Schol Tarbot Tong Kabeljauw Totalen

29 Boomkorvisserij klein segment Visserij-inspanning maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag visserijactiviteit 101 zee-uren Bemanning 1 schipper, 3 matrozen Brandstofverbruik 7500 liter ; 4275 Viszone Doelsoort Versheid Vistuig kustvisserij buiten de 6 mijlszone tong en schol maximum 4 dagen boomkor, maaswijdte 80mm Vissoort Aanvoer (kg) Besomming (Euro) Eenheidsprijs (Euro/kg) Ponen Bot Griet Rog Schar Schol Tarbot Tong Tongschar Andere Hondshaai Kabeljauw Krabpoten Pijlinktvis St-Jacobsschelp Steenbolk Wijting Zeebaars Zeeduivel+kop Zeekat Totalen Staand want vistuig Warrelnet of kieuwnet Binnen het project werd beslist om zowel een kieuwnet (N.95) als een warrelnet (0.369 en 0.554) voor tarbot uit te testen. De betrokken reders hebben de meeste ervaring met warrelnetten. Warrelnetten worden meestal gebruikt voor platvis, voor rondvis zijn dit kieuwnetten. Kieuwnetten hebben het voordeel erg selectief te zijn en zeer weinig teruggooi te 28

30 produceren. Kieuwnetten verzamelen ook weinig ongewenste vangst zoals wier, afval, krabben enz. en zijn dus makkelijk te reinigen na het vissen. Kieuwnetten hebben echter een lagere visnamigheid waardoor veel meer netten dienen uitgezet om dezelfde vangst te bekomen. Het binnenhalen van de tuigen vraagt dan ook veel tijd. Warrelnetten daarentegen zijn erg visnamig. Door het vangstmechanisme zullen warrelnetten de doelsoort efficiënter vangen maar zal ook meer ondermaatse vis en niet gewenste soorten gevangen worden. De lengte van de uit te zetten tuigen is merkelijk korter in vergelijking met kieuwnetten om dezelfde vangst te bekomen maar ze zijn moeilijker te reinigen bij het binnenhalen. In de praktijk blijkt dat in de zuidelijke Noordzee en het Engels Kanaal vooral warrelnetten gebruikt worden. Hoe noordelijker men gaat in de Noordzee, hoe meer kieuwnetten worden toegepast. De keuze blijkt vooral bepaald te worden door hoeveel ongewenst materiaal er aanwezig is in het water. Zuiver water laat de efficiënte warrelnetten toe, minder zuiver water verplicht de visser over te schakelen op kieuwnetten die minder wier en inert materiaal verzamelen Hanging ratio In functie van de doelsoort en omgevingsfactoren zal de visser voor zijn staand want een bepaalde hanging ratio kiezen. Onder hanging ratio verstaan we het aantal mazen per meter x lengte van de gestrekte maas gedeeld door de lengte van de bovenpees. Het net moet met voldoende slack aan de bovenpees gezet worden om de vis goed te kunnen verstrikken maar niet teveel zodat het net niet in elkaar draait en niet te zichtbaar is voor de vissen. Men houdt dus rekening met de manier waarop het net proportioneel wordt vastgemaakt aan de bovenpees. Commerciële netten hebben een typische hanging ratio tussen 0.25 en De lagere ratio s worden toegepast voor de visserij op platvis, terwijl de ratio s voor rondvis typisch tussen 0.4 en 0.5 liggen. Hoe gestrekter de mazen, hoe groter de hanging ratio Aankoop van vistuig Voor dit project werd een beroep gedaan op de volgende leveranciers: Ironstrand (Denemarken), Alprech Filets (Frankrijk) en Brevisco (België). Deze keuze werd bepaald door de deelnemende reders en werd vooral ingegeven door hun kwaliteitseisen. Standaard staand want vistuig is vlot verkrijgbaar maar voor maatwerk staat een extreem lange leveringstijd. Zo diende voor netten van de firma Alprech Filets tot één jaar gewacht te worden wat zorgde voor onvoorziene vertragingen in het project. De reden hiervan is dat deze firma zijn netmateriaal wereldwijd inkoopt en ter plaatse laat assembleren waarbij kleine bestellingen op de langere baan worden geschoven. Tijdens het project werden door rederij Verleene aparte drijfpezen, loodkoord alsook nylongaren aangekocht voor de eigen assemblage van de tarbotnetten. Dit gaf een prijsvoordeel en volgens de reder ook een kwalitatief voordeel. Er is gebleken dat handgeknoopte netten sterker zijn dan machinaal vervaardigd tuig. Dit was vooral van belang voor het vissen in de stenige grond waar O.369 actief is. In België zijn ook leveranciers die maatwerk leveren en de netten zelf assembleren. Sommige leveranciers stimuleren de verkoop van nog te monteren netten (Fig. 4-4). De netten zijn verpakt samen met een plastic koker waarop de ogen bevestigd zijn waardoor de bovenpees kan worden gestoken. Met een bijgeleverd metalen statief van de Franse firma Mondiet kan de bemanning zelf de netten aan de boven- of drijfpees bevestigen. 29

31 FIG. 4-4 STAANDWANT VISTUIG ZELF TE MONTEREN OP BOVEN- EN ONDERPEES De montage duurt zo n 5 minuten per 100m net. Een bijkomend voordeel is dat de pezen telkens opnieuw kunnen gebruikt worden. Bovendien laat het toe de montage aan te passen aan de wensen van de visser (speling tussen net en drijfpees). De bemanning kan ingezet worden tijdens springtij wanneer niet kan gevist worden en er moet minder rekening gehouden worden met lange levertijden. 4.4 Operationeel kader van de staand want visserij Wanneer een vaartuig uitvaart om zijn netten te plaatsen, dient het met veel aspecten rekening te houden. Het weer is een eerste, voorname factor. Bij slecht weer worden de netten niet geplaatst, om veiligheidsredenen en om het risico op verlies van vistuig te minimaliseren. Andere factoren zijn het getij en de helderheid van het water. Bij springtij is het problematisch vissen vooral omdat de netten plat tegen de bodem getrokken worden waardoor hun vangstefficiëntie sterk vermindert. De helderheid van het water heeft een invloed op de vangstefficiëntie omdat de vis het vistuig kan waarnemen en vervolgens ontwijkt. Op basis van zijn kennis over stromingen en over visconcentraties en activiteit wordt er naar gestreefd om de verticale wand dwars op de bewegingsrichting van de vis te plaatse. Wanneer de vis niet trekt, wordt vooral gerekend op zijn activiteit, zoals het zoeken naar voedsel. Op die manier kunnen de vissen met het net in contact komen en zich laten vangen. Voor bepaalde nettypes, o.a. de verankerde kieuwnetten en de driewandige warrelnetten, is het ook belangrijk om het net uit te zetten in de richting van de stroom, zodat het niet wordt meegesleurd of platgedrukt. Wanneer micro-organismen welig tieren (veelal ook op het net) en er zogenaamd sprake is van bloei, vermindert de vangstefficiëntie omdat het netwerk beter waarneembaar is voor de vis. Door te spelen met het tijdstip van uitzetten en binnenhalen houdt de visser rekening met deze factoren. 30

32 Bij de wrakken worden de netten geplaatst bij krank tij (wanneer de stroom verandert van hoog naar laag tij of omgekeerd). De netten worden onder een bepaalde hoek bij het wrak geplaatst zodat ze onder invloed van het getij parallel met het wrak komen te staan. Bij volle en nieuwe maan ligt men stil terwijl men bij het eerste en laatste kwartier goed kan vissen. 4.5 Het gebruik van pingers De bijvangst van zeezoogdieren als vorm van niet-bedoelde sterfte wordt wereldwijd erkend als één van de meest ernstige bedreigingen voor deze organismen. Kieuw- en warrelnetvisserij is één van de visserijen met een aanzienlijke impact. Als middel om zeezoogdieren af te schrikken en bijvangst te vermijden kunnen pingers (Fig. 4-5) ingezet worden. Uit gesprekken met staand want vissers is gebleken dat er momenteel geen degelijke pingertypes zouden bestaan op de markt, alhoewel de wetgeving de aanwezigheid van pingers op de vistuigen vereist. Ook zijn er diverse opmerkingen inzake de duurzaamheid van de pingers (kwaliteit van het materiaal) alsook praktische aspecten zoals het scheren van deze pingers over de power Block alsook de kans dat het uiteenspatten ervan onveilig zou kunnen zijn voor de bemanning zelf. Omdat de walvisachtigen beschermd zijn is er een regelgeving van kracht die de bijvangst van walvisachtigen moet voorkomen, dit is: EU-verordening Nr 812/2004 van 26/04/04 tot vaststelling van maatregelen betreffende de bijvangsten van walvisdachtigen bij de visserij en tot wijziging van EU-verordening nr. 88/98 (laying down measures concerning incidental catches of cetaceans in Fisheries and amending EC-regulation no 88/98). Deze wetgeving is sedert juni 2005 in voege en sedert 1 januari 2008 van toepassing op de volgende ICES-visgebieden: VIIe,VIIf, VIIg,VIIh, VIIj, IVa, IVb, IVc, IIIa. Deze regelgeving bestaat uit drie onderdelen: een verbod op drijfnetten in de Baltische Zee, de regeling voor waarnemers aan boord van vissersschepen en het gebruik van akoestische afschrikmiddelen ( pingers ). De regelgeving betreffende pingers houdt in het kort in dat: op vaartuigen met een lengte van 12 meter of langer niet meer met kieuwnetten en warrelnetten gevist mag worden zonder het gelijktijdige gebruik van pingers; schippers verantwoordelijk zijn voor het volledig operationeel zijn van de pingers als zij de visnetten uitzetten; lidstaten verplicht zijn om door middel van wetenschappelijk onderzoek toezicht te houden op het gebruik van pingers en een evaluatie te maken van de gevolgen die het gebruik van pingers in de loop van de tijd met zich mee brengt; de pingers moeten voldoen aan één van de twee sets van technische specificaties die in de regelgeving omschreven staan; de lidstaten een machtiging kunnen verlenen voor het tijdelijk gebruik van pingers die niet voldoen aan de gegeven specificaties, met als voorwaarde dat het effect van de pinger op de vermindering van de bijvangst van walvisachtigen voldoende is aangetoond. Een dergelijke machtiging is voor maximaal twee jaar geldig. 31

33 FMDP-2000 pinger Aquamark 100 Fumunda FMDP 2000 FIG. 4-5 ENKELE VOORBEELDEN VAN PINGERS (bron : R. Kastelein Research to reduce porpoise bycatch HOVO 2007) 32

34 De effectiviteit en de bijeffecten van pingers zijn nog onzeker, zo blijkt uit the ICES-rapport uit 2002 ( Report of the ICES-advisory committee on ecosystems ) waarop de Europese regelgeving is gebaseerd. Bijeffecten die in dit rapport genoemd worden zijn: effecten op prooi vissoorten, habitat uitsluiting en gewenning. In het ICES-rapport wordt echter aangegeven dat pingers gebruikt kunnen worden als korte termijn oplossing en dat ondertussen kan verder gezocht worden naar een andere oplossing. Er wordt wel als kanttekening geplaatst dat de pingers maar op een beperkt aantal soorten walvisachtigen getest zijn en dat het gedrag van deze verschillende soorten verschilt. Er kan daarom niet aangenomen worden dat de pingers bij alle soorten en in alle situaties even effectief zullen zijn. Verder wetenschappelijk onderzoek is nodig om een beter inzicht te krijgen in de gevolgen die het gebruik van pingers op termijn met zich mee brengen. Vandaar dat ILVO-Visserij een literatuuroverzicht te gronde in het vooruitzicht stelt. Binnen het project werden al drie types pingers aangekocht voor gebruik aan boord van de (Aquamark-Fumunda 100 en V2.2). Deze types zijn conform de vigerende EU-reglementering. De testresultaten zullen pas na publicatie van het rapport beschikbaar zijn. 4.6 Opleiding Momenteel bestaat nog geen opleidingsmodule alternatieve visserij in de visserijschool Mercator in Oostende. Eén van de problemen die voorzien wordt indien de staand want visserij in de Vlaamse vloot zou groeien is het vinden van een geschikte bemanning. De bemanning in de huidige vloot heeft vrijwel geen ervaring met deze visserij en blijkt ook niet bereid te zijn deze visserij uit te oefenen. Het is daarom belangrijk dat in het visserijonderwijs voldoende aandacht besteed wordt aan de alternatieve visserijtechnieken. Het is mogelijk om een meetellende stage te volgen aan boord van een staand want vaartuig. 4.7 De Nederlandse staand want vloot De Nederlandse visserij vertoont veel gelijkenissen met de Belgische qua quota, toegepaste visserijmethodes en brandstof- en milieuproblematiek. De omschakeling van de boomkorvisserij naar alternatieven is in Nederland al een tijd aan de gang waar dit in België nog moet starten. De staand want vloot is er al vrij goed uitgebouwd en kan in zekere mate tot voorbeeld dienen voor de Vlaamse vloot. De Nederlandse staand want vloot bestaat uit circa 80 vaartuigen (Tabel 4-1), die voornamelijk op tong (50 schepen) vissen. Daarnaast vist een klein deel op kabeljauw en andere platvissoorten (10 schepen) en ongequoteerde vissoorten als zeebaars en harder. De vloot telt 35 vaartuigen van 10 meter en meer, waarvan dertien groter dan 12 meter. TABEL 4-1 INDELING VAN DE NEDERLANDSE STAAND WANT VLOOT NAAR VAARTUIGGROOTTE Type vaartuig Aantal strandbootjes m m 15 kotters 20 33

35 Strandbootjes 5 tot 10 meter 10 meter 10 tot 15 meter Kotters Schepen groter dan 10 meter hebben in het kader van het kabeljauwherstelplan een speciaal visdocument nodig en vallen onder een zeedagenregeling. Voor deze grotere vaartuigen is een beperking op de bestaande capaciteit gelegd, zodat de tonnenmaat en het vermogen niet meer kan toenemen. Voor kleinere schepen gelden geen beperkingen en kan dit segment in principe ongebreideld groeien. De Nederlandse staand want vissers zijn verenigd in de Vissersbond en hebben reeds een eigen beheersplan opgemaakt. Dit omvat maatregelen inzake het bevriezen van de bestaande capaciteit, uitgedrukt in aantal schepen en hoeveelheid vistuig. Concreet gaat het om een beperking van het aantal netten per schip, het uitgeven van een maximum aantal vergunningen, beperken van de capaciteit van schepen groter dan 10 meter, voorschriften met betrekking tot markeren van netten, gebruik van pingers en certificering van de visserij. In naam van de reders neemt de Vissersbond ook deel aan de NS-RAC vergaderingen (werkgroep Gillnets ). (bron : presentatie Staand want visserij in Nederland, Rems Cramer) TABEL 4-2: SAMENSTELLING VAN DE TOTALE HOEVEELHEID AANLANDINGEN VAN DE NEDERLANDSE STAAND WANT VISSERIJ IN DE PERIODE (LINKS GEDURENDE HET HELE JAAR, RECHTS IN DE PERIODE MAART T/M OKTOBER) 34

36 4.8 De belangrijkste commerciële staand want visserijen in de zuidelijke Noordzee en het Engels Kanaal Tongvisserij met schakels Wie: Waar: Doelsoort: Maaswijdte: Hoe lang: Seizoen: Belgische vissers, maar vooral de Noord-Franse (Calais, Boulogne-sur-mer, Dunkerque,.) en Zuid-Engelse (Rye, Hastings, Newhaven, Folkestone, ) Langs de kusten van het oostelijk deel van het Kanaal en de zuidelijke Noordzee, voornamelijk binnen de 12-mijlszone. Tong Tussen 80 en 110 mm Nooit meer dan 48 uren, voor de Belgen meestal één nacht Kan jaarrond worden beoefend, maar meer in het voorjaar en meestal gecombineerd met andere visserijen Kabeljauwvisserij met verankerde kieuwnetten Wie: Waar: Doelsoort: Maaswijdte: Hoe lang: Seizoen: Belgische (tegenwoordig minder en minder), Noord-Franse (Fécamp, Dieppe, ) en Zuid- Engelse vissers (Hastings, Newhaven, ) Langs de kusten van het oostelijk deel van het Kanaal en vroeger ook op de wrakken in Belgische wateren. Kabeljauw (door een dalende populatie wordt deze visserij minder en minder beoefend en soms zelfs opgegeven), soms bijvangst van zeebaars, wijting en tong Varieert rond 150 en 180 mm. Enkele uren (in nabijheid van wrakken) tot 24 uren (op open visgronden). Veelal seizoenaal (oktober-februari) en afwisselend met de tongvisserij met schakels. Staand want visserij met grote mazen, zowel met schakels als met verankerde kieuwnetten Wie: Waar: Doelsoort: Maaswijdte: Hoe lang: Seizoen: Noord-Franse vissers en Engelse vissers (Cornwall, Devon,..) langs de westkant van het Kanaal (Bretagne), in mindere mate ook langs de oostkant. Vooral in het westelijk deel van het Kanaal en over de gehele breedte, hoewel meestal binnen de 12-mijlszone wordt gevist. Zeeduivel, tarbot, roggen en kreeftachtigen met eventueel een bijvangst van kabeljauw, leng en pollak Tussen 260 en 320 mm Gemiddeld drie dagen en op zijn minst 24 uur Eerder een visserij van de lente en de zomer Zeebaarsvisserij, vooral met verankerde en/of semi-drijvende kieuwnetten, zelden ook met schakels Wie: Waar: Doelsoort: Maaswijdte: Hoe lang: Seizoen: Zuid-Engelse vissers (Cornwall, Sussex, Devon, ) in het oostelijke en westelijke deel van het Kanaal, sinds kort ook aan de Belgische kust. Vooral kustvaartuigen (<10m) binnen de 3-mijlszone en zelfs in estuaria; enkele grote grotere vaartuigen ook verder op de kust en vnl. op wrakken volgens de lijn van of diagonaal op de lijn van het getij. Zeebaars (deze soort wordt er veelal ook met de handlijnen gevangen), bijvangst: mul (vooral in september/oktober) en eventueel tong en kabeljauw Variërend tussen 80 en 100 mm Ongekend Opportunistische visserij, die vooral afhangt van een lokale populatiestijging van zeebaars. In de periode tussen zomer en herfst wordt deze visserij het meest beoefend 35

37 4.9 Staand want visserij op tarbot Achtergrond De staand want visserij op tong in de zuidelijke Noordzee wordt uitgevoerd met warrelnetten met een maaswijdte van 90 of 100mm. Als bijvangst in deze visserij worden soms kleine hoeveelheden kleine tarbot bijgevangen. Gebaseerd op de ervaring van de vissers werd ervan uitgegaan dat grote tarbot waarschijnlijk in bepaalde seizoenen op de visgrond aanwezig is maar niet gevangen wordt door dit vistuig door de te kleine maaswijdte. Warrel- of kieuwnetten met een merkelijk grotere maaswijdte zouden de grote tarbot wel moeten kunnen vangen. Dit was de aanleiding van het experiment. Zowel tarbot als griet zijn niet onderhevig aan quota zodat er onbeperkt op kan gevist worden. Het vangstgebied strekt zich uit vlak voor onze kust en het vissen kan ook tijdens de paaiperiode (mei-juni) gebeuren. Dagverse grote tarbot gevangen met staand want wordt in Frankrijk verkocht met een kwaliteitslabel en deze vis krijgt erg hoge prijzen. Ondanks het commerciële potentieel van deze visserij op de grotere klasse tarbot dient toch de nodige omzichtigheid aan de dag gelegd te worden. Deze visserij richt zich op grote moederdieren tijdens de paaiperiode. Een intensieve visserij kan het tarbotbestand schaden en het is belangrijk dat de visserijsector, bijvoorbeeld aan de hand van de vangststatistieken, opvolgt en ingrijpt wanneer de visserijinspanning te groot zou worden Experimenten met N95 Jonas II Tijdens het project werden experimenten uitgevoerd waarbij met staand want op tarbot werd gevist. Half juli werd beslist om in deze zone niet verder te bevissen wegens een mogelijk uitvissings -effect. Visserijmethode De vistuigen gebruikt voor de experimenten waren kieuwnetten met een maaswijdte van 250mm. Voor de specificaties van kieuwnetten verwijzen we naar 9.3. Aanvullend werden tevens warrelnetten aangekocht bij leverancier Alprech met een maaswijdte van 220 mm.(analoog met de specs van 8.6). Het doel van deze extra aankoop van 3 x 800 m was om een vergelijking te bekomen qua visnamigheid. Visgrond De visserij ging door in de afgebakende zone aan de Buitenratel bank (zie 0). Experimentele zeereizen De zeereizen werden opgevolgd aan de hand van logboeken. De persoonlijke ervaringen van de schipper werden na elke zeereis genoteerd in een verslag. Systematisch werden ook tijdens de uitvoering van het project de nodige aanpassingen of bijsturingen gedaan aan het vistuig of materiaal om de vangst te optimaliseren alsook een zo goed mogelijke visserijmethodiek te genereren. Een ILVO-waarnemer is een zestal keer meegevaren om gedetailleerde vangstmetingen te noteren. Hieronder wordt een selectie van de resultaten gegeven. Eerst werd geopteerd voor de kieuwnetten. Zoals verwacht werd hierbij veel tarbot gevangen van de grotere gewichtsklassen (Tabel 4-3). Op werd gevist met hetzelfde vistuig, maar met 8 sets, dus 6000 meter net. Hierbij werd 264kg tarbot gevangen met een haaltijd van 3 uur 10min. Vervolgens werden de warrelnetten getest. Er werd meer tarbot gevangen in vergelijking met de kieuwnetten maar van de kleinere klassen en van een lagere kwaliteit. Warrelnetten vragen ook meer tijd per lengte-eenheid om binnen te halen. 36

38 TABEL 4-3: RESULTATEN VAN DE TESTEN MET KIEUWNETTEN (TYPE IRONSTRAND ), 4 X 750 METER ( ) Aantal vissen per gewichtsklasse Set 1 Set 2 Set 3 Set 4 Totaal gewicht (kg) Tarbot 1kg Tarbot 2kg Tarbot 3kg Tarbot 4kg Tarbot 12kg 1 12 Totaal (kg) Bijvangst: 2 makreel 1 makreel, 1 schol van 3 kg, 1 kreeft 1 krab 2 dode zeekat, 5 makreel, 4 krab Totale haaltijd = 2 uur TABEL 4-4: RESULTATEN VAN DE TESTEN MET WARRELNETTEN (TYPE APRECH ), 2 X 800 METER ( ) Aantal vissen per gewichtsklasse Set 1 Set 2 Totaal gewicht (kg) Tarbot 1kg Tarbot 2kg Tarbot 3kg Tarbot 4kg 1 4 Tarbot 12kg Totaal (kg) Bijvangst: 8 makreel, 4 krab, 3 dode zeekat 6 makreel, 2 zeekat, 4 krab, 1 spinkrab Totale haaltijd = 2 uur Qua hoeveelheid tarbot wordt er méér gevangen met de warrelnetten (maaswijdte 220 mm)van leverancier Alprech (vooral de sortering 1à 2 kg primeert hier). Nochtans is de kwaliteit van de tarbot merkelijk minder dan deze gevangen met het kieuwnet (250 mm) van leverancier Ironstrand (meer beschadigd). De vis blijft blijkbaar langer leven in de kieuwnetten dan in de warrelnetten. De Franse netten zijn veel zwaarder uitgevoerd dan de Deense netten. De bovenpees, alsook de loodpees is veel dikker en zwaarder. Dit resulteert in een duidelijk prijsverschil, maar ook in een veel grotere opslagruimte aan boord. De netten van de Franse schakels bleken bij het binnenhalen verschillende keren opgedraaid, de oorzaak is tot op heden niet gekend. De Deense kieuwnetten zijn veel lichter en dus beter handelbaar. De vis wordt er gemakkelijker uitgehaald en de netten worden makkelijker geklaard en doorgetrokken. Er werden ook geen bijvangsten gedaan van zeezoogdieren of zeevogels. Warrelnetten wegen ook meer in het water en hebben het nadeel om meer bloei op te pikken uit het water alsook pijlinktviseieren zodat het vissend vermogen gereduceerd wordt (de tarbot kan zodoende de net configuratie zien onder water door deze afzetting). 37

39 Potentieel rendement voor een commerciële tarbotvisserij met staand want De experimentele visserij heeft aangetoond dat een dagelijks rendement van 200 à 300 kg tarbot per 9000 m (3 sets schakels van 5 x 600 meter) realistisch is in de periode mei-juli bij visconcentraties zoals waargenomen in Een dagopbrengst kan vlot 4500 euro bedragen (300 kg). De investering voor 9000 meter net was in hetzelfde jaar euro. Marktprijzen voor tarbot 2-3 kg halen vlot de 20 euro kaap, doch hier hielden we rekening met 15 euro/kg. Gedurende de testen werd al een koper gevonden voor de tarbot die deze vis verder verdeelt aan de restaurants. De schipper zal op zijn vraag een deininggecompenseerde weegschaal aan boord plaatsen zodat de gewichten van de vangst al van op zee kunnen doorgegeven worden aan deze koper. De schipper verkiest om op grotere tarbot te gaan vissen, gezien de betere vraag en marktprijs die ervoor kan bekomen worden Experimenten met de O Atilla Initieel werd afgesproken om tijdens de zomer op griet en tarbot te gaan vissen in de standaard viszone van de 0.369, op 5 mijl buiten Oostende (positie: N en 2 59 E). Deze zone staat bekend om de ruwe bodem (veel stenen en betonafval, ook gekend in de volksmond als zijnde de slijkboei ). In april werd er alvast gestart met de aangekochte netten (Ironstrand en Brevisco, zie 9.1 en 9.2). Deze tarbotwarrelnetten met een maaswijdte van 150mm werden steeds tussen de tongnetten geplaatst. Dit werd systematisch uitgevoerd tijdens de maand april. De tarbot en griet vangsten gemaakt tijdens deze periode zijn gegeven in Tabel 4-5. De visnamigheid van deze netten in dit seizoen en op deze visgrond is erg laag. Tevens was er een bijvangst van kabeljauw en zeebaars. Er werden 18 sets van 600 meter gebruikt met de volgende resultaten: TABEL 4-5: TARBOT EN GRIET VANGSTEN GEMAAKT DOOR O.369 IN APRIL 2008 Set Set 10 2 kg griet (2 stuks) Set Set Set 3 1 kg griet (2 stuks) Set 12 2 kg tarbot (2 stuks) 2 kg griet (1 stuk) Set 4 3 kg griet (2 stuks) Set Set 5 8 kg griet (11 stuks) Set 14 9 kg griet (8 stuks) Set 6 5 kg (5 stuks) Set 15 2 kg tarbot (1 stuk) 6 kg griet (4 stuks) Set 7 3 kg tarbot (3 stuks) 10 kg griet (10 stuks) Set 16 7 kg griet (6 stuks) Set 8 1,5 kg tarbot (1 stuk) 9 kg griet (9 stuks) Set Set 9 8 kg griet (10 stuks) Set 18 8 kg griet (6 stuks) Door omstandigheden (verslag derde stuurgroepvergadering van 5 mei 2008) werd met deze vistuigen niet gevist in het tarbotseizoen (mei/juni) waardoor de resultaten ondermaats waren. 38

40 4.9.4 Experimenten met de Godelieve Tijdens het project werden experimenten uitgevoerd waarbij met staand want op tarbot werd gevist. Visserijmethode De vistuigen gebruikt voor de experimenten waren warrelnetten met een maaswijdte van 250mm. Voor de specificaties van kieuwnetten verwijzen we naar 9.6 en 9.7. Visgrond De visserij ging door in de het oostelijk deel van de zuidelijke Noordzee. Experimentele zeereizen De zeereizen werden opgevolgd aan de hand van logboeken. De persoonlijke ervaringen van de schipper werden na elke zeereis genoteerd in een verslag. De visserij werd uitgevoerd zoals een gewone commerciële visserij. De aanvoergegevens zijn gegeven in Tabel 4-6. TABEL 4-6: AANVOERGEGEVENS VAN DE TARBOTVISSERIJ VOOR DE BELGISCHE KUST DOOR O GODELIEVE Datum visserij Maaswijdte 220 mm 220 mm 220 mm Lengte 1200 m 1200 m 1200 m Vistijd 70 uur 40 uur 20 uur Visgrond Kwintebank Oostdijk Thorntonbank Vangst tarbot (kg) 170 kg 130 kg 50 kg Aanvoer tarbot Vismijn Eenheidsprijs ( /kg) sortering 231 kg Oostende 9,65 1 à 2 kg 120 kg Boulogne 9,5 1 à 2 kg Totaal: 3335 euro omzet Bijvangst: 100 kg gullen Datum visserij Maaswijdte 250 mm 250 mm Lengte 6 x 3000 m 6 x 3000 m Vistijd 48 uur 60 uur Visgrond Westhinder Blight en Oosthinderbank Vangst tarbot (kg) 200 kg 560 kg Aanvoer tarbot Vismijn Eenheidsprijs ( /kg) sortering 64 kg Oostende 18, kg 92 kg Oostende 12, kg 75 kg Oostende 9, kg 187 kg Oostende 7, kg 22 kg Boulogne kg 39

41 43 kg Boulogne kg 66 kg Boulogne kg 60 kg Boulogne kg 105 kg Boulogne 10,5 1-2kg 35 kg Boulogne 10,5 NG 1-2 kg 34 kg Boulogne 13 NG 2-3 kg Totaal: 9924,75 euro omzet Bijvangst: 100 kg gullen Datum Maaswijdte 250 mm 250 mm 250 mm 250 mm Lengte 5 x 3000 m 6 x 3000 m 5 x 3000 m 11 x 3000 m Vistijd 48 uur 48 uur 48 uur 48 uur Visgrond Thornton en Goote Goote en Akkaert bank Oosthinder- Goote Bank, bank Westhinder Buitenratel en Kwintebank Vangst tarbot (kg) 240 kg 260 kg 200 kg 135 kg Aanvoer tarbot Vismijn Eenheidsprijs ( /kg) sortering 835 kg Oostende 10,6 Totaal: 8725 euro omzet Bijvangst: 125 kg gullen Datum Maaswijdte 250 mm 250 mm 250 mm 250 mm Lengte 2 x 3000 m 1 x 4200 m 1 x 4200 m 2 x 3000 m Vistijd 72 uur 65 uur 65 uur 36 uur Visgrond Westhinder Westhinder Westhinder Westhinder en Fairy Bank Vangst tarbot (kg) 140 kg 120 kg 120 kg Aanvoer tarbot Vismijn Eenheidsprijs ( /kg) sortering 380 kg Oostende 11,2 Totaal: 2963 euro omzet Bijvangst: 0 De reder/schipper van de gaf volgende opmerkingen: De eerste reizen waren zeer goed, met mooie vis. De netten kunnen bij mooi weer 3 dagen blijven liggen, bij slecht weer 2 dagen. Er is géén verschil opgemerkt tussen netten in multimono en monofilament, maar de multimono-netten nemen minder plaats aan boord en zijn meer functioneel. De visserij op de zandbanken (droog) was niet goed, de beste vangsten werden gerealiseerd in dieper water. De netten met maaswijdte 220 mm resulteren in eenzelfde hoeveelheid vis, maar wel meer kleinere tarbot. 40

42 Bij het opkomen van de stroming naar springtij werd de visserij beduidend minder. De laatste visserij in juli leverde vrijwel niets meer op en dan nog slechts kleinere vis. Bijgevolg kunnen wij aannemen dat dit een seizoensgebonden visserij is (mei-juni), toch voor onze eigen Noordzeekust. De bewerking van de netten verloopt vlug. Bijvoorbeeld voor het ophalen en terug zetten van 3000 meter mono of Multi hadden we ongeveer 70 minuten nodig. Als bijvangst hadden we af en toe een blauwe kreeft, een paar grieten, wat kabeljauw en enkele grote pladijzen. Algemeen genomen kan deze visserij als zeer positief beschouwd worden en kijken wij er reeds naar uit om verder te experimenteren. De schipper is het er over eens dat hier wel degelijk een commercieel potentieel aanwezig is en er een rendabele visserij kan uitgeoefend worden. Nochtans was de timing van de start van het vissen op tarbot ongelegen en niet vroeg genoeg. In principe dient er reeds vanaf mei gestart te worden. Een verschil met de experimenten met N.95 en O.369 is dat er gevist werd op de diverse banken voor onze kust en dat elk van deze banken potentieel toont voor een rendabele visserij. In vergelijking met de N.95 werd hier gewerkt met veel langere schakels en lagen deze ook langer in het water. Er bleek ook dat er goede prijzen worden bekomen voor tarbot op de Franse markt. De reder van de voert zijn zijn vangst zelf met eigen vervoer naar de Noord Franse veilingen Staandwant visserij in het Bristol Kanaal Het is waarschijnlijk dat op middellange termijn de Belgische kustvisserij met passief vistuig verder zal ontwikkeld worden. Daar de ruimte voor de Belgische kust beperkt is, is het essentieel dat de verre visgronden verkend worden. De Belgische visserij heeft belangrijke quota op de verre visgronden. Deze worden momenteel uitsluitend bevist door sleepnetvisserijen. Dat de passieve visserij een haalbare kaart is op de Belgische kust is al duidelijk aangetoond. In de sector is er echter grote twijfel of dit ook kan op de verdere visgronden. De enige manier om de sector te overtuigen van het potentieel is effectief een experimentele visserij uit te voeren in commerciële omstandigheden op die verre visgronden. Het is belangrijk dat de sterktes en zwaktes in kaart gebracht worden. Doelstellingen: Verkennen van het Bristol Kanaal met het staand want Identificeren van mogelijke doelsoorten Nagaan van de haalbaarheid en in kaart brengen van de praktische problemen De sector overtuigen van het potentieel Experimenten met de Godelieve Tijdens het project werden experimenten uitgevoerd waarbij met staand want werd gevist in de Keltische Zee, meer bepaald het Bristol Kanaal. Het vaartuig O.554 bedrijft de passieve visserij, met name de staande want visserij met als voornaamste doelsoort tong. Deze visserij wordt door dit vaartuig traditioneel bedreven in de Noordzee en het oostelijk deel van het Engels Kanaal. De ervaring van de andere staande want vissers in de Belgische vloot is beperkt tot de Belgische kust. Er is dus geen ervaring met dit vistuig voorhanden op de verre visgronden. Dit experiment hield een groot financieel risico in voor de reder. Bijgevolg werd financiële hulp gezocht en gevonden bij SDVO wat betreft eventuele tekorten op de besomming. 41

43 Visserijmethode De vistuigen gebruikt voor de experimenten waren warrelnetten. Het vaartuig had verschillende types vistuig aan boord om het potentieel te testen voor een onbekende variatie aan doelsoorten. Visgrond De visserij ging door in de omgeving van Trevose. Experimentele zeereizen De zeereizen werden opgevolgd aan de hand van logboeken. De persoonlijke ervaringen van de schipper werden na elke zeereis genoteerd in een verslag. De visserij werd uitgevoerd zoals een gewone commerciële visserij hoewel per doelsoort slechts een beperkte hoeveelheid vistuig aan boord was. Het is bijzonder moeilijk om de coördinaten te weten te komen van de meest geschikte visgronden voor staand want in het Bristol Kanaal. Onze eigen boomkorvloot is ook actief in deze regio maar het is niet zo dat geschikte visgronden en seizoenen voor de boomkor ook geschikt zouden zijn voor staand want, eerder integendeel. De enige voorkennis waarop de schipper zich kon baseren was mondelinge info van Franse collega s. De zeereis van O.554 liep van tot Eerste visgrond : Trevose, 22 september om uur, na 38 uren stomen Daar werd de visserij op tong en vlaswijting ( pollack ) gestart tussen de rotsen met de volgende netten : 6000 m met warrelnetten voor tong, maaswijdte 100 mm 6000 m met warrelnetten voor tarbot, maaswijdte 250 mm 900 m met warrelnetten voor tong, maaswijdte 110 mm 2 x 600 m kieuwnetten voor vlaswijting, maaswijdte 140 en 120 mm Ophalen van de netten : 23 september om uur (vistijd : 19 uur) Vlaswijtingnetten De maaswijdte van de netten voor vlaswijting was goed, er werd 180 kg vlaswijting gevangen van 3 à 4 kg. Het tweede kieuwnet was blijven steken op de rotsen die met een klassieke dreg niet kon uitgedregd worden. Tongnetten De warrelnetvisserij met tongnetten gaf problemen met een grote bijvangst aan haaien, kathaai, hondshaai en andere soorten. Om het eerste net van 3000 meter op te kuisen werd gedurende 5 uur met 5 man gewerkt waarbij geen enkele tong gevangen werd. De rest van de netten bleek hetzelfde fenomeen, veel hondshaai, slechts enkele tongen maar wel een grote hoeveelheid noordzeekrab (105 kg aan krabbenpoten). Tarbotnetten In deze vistuigen werden grote hoeveelheden zeeduivel gevangen van de grotere klasse. Opvallend was ook de goede vangst aan langoesten, maar enkel in het gedeelte net dat dichtbij de rotsen lag. De bijvangst van rog was miniem. Volgende vangsten werden genoteerd: Langoesten : 20 stuks Kreeften : 4 stuks Zeeduivel : 90 kg Rog : 70 kg Lipvis : 100 kg 42

44 Het ophalen van deze netten duurde in totaal 12 uur Tweede visgrond : ongeveer 15 mijl ten noordoosten van de positie van de vorige dag, verder weg van de rotsen. Hier werden vergeefs wrakken gezocht met de sonar, doch deze werkte niet efficiënt genoeg op deze harde grond. Volgende netten werden uitgezet : 1200 m met warrelnetten voor tong, maaswijdte 100 mm 6000 m met warrelnetten voor tarbot, maaswijdte 250 mm Resultaat : Tongnetten Veel hondshaai, minder dan de vorige dag, geen tong en quasi geen bijvangsten Tarbotnetten 25 kg zeeduivel, 90 kg rog en geen langoesten 43

45 Derde visgrond : hierbij werd terug gekeerd naar de eerste visserij tussen de rotsen (13.h) 3 x 800 m kieuwnetten voor vlaswijting, maaswijdte m met warrelnetten voor tarbot, maaswijdte 250 mm Ophalen van de netten : h Vlaswijtingnetten 600 kg vlaswijting van een mooie sortering (3 à 5 kg) Tarbotnetten 20 kg langoesten, 80 kg zeeduivel, 30 kg rog en 3 blauwe kreeften Op 25 september werden technische problemen vastgesteld met de regelaar van de hoofdmotor. Vanwege het risico op schade aan de keerkoppeling werd gekozen om de visserij stop te zetten. Daar het tij toch maar twee visdagen meer toeliet werd gekozen terug te keren naar Oostende. Conclusie De besomming van deze experimentele zeereis was niet goed maar de reder-schipper is ervan overtuigd dat er goede mogelijkheden zijn voor een toekomstige visserij. Vooral de soortensamenstelling en de grootte van de vis bieden potentieel. Na extrapolatie uit de vangsten wordt geschat dat de volgende dagelijkse besommingen mogelijk zijn : Vlaswijting : 700 kg = 2400 euro Zeeduivel : 250 kg = 1200 euro Langoesten : 100 kg = 2500 euro Vanwege de grote bijvangsten aan hondshaai in de netten met kleine mazen zou best geopteerd worden voor grootmazig tuig. Tevens is het aangeraden om bij verdere toekomstige experimenten in deze regio langdurig (1 of 2 maanden) te blijven vissen waarbij een Engelse haven als uitvalbasis wordt gebruikt. Tevens wordt het dan noodzakelijk om een opslagplaats te voorzien wat de bevoorrading van extra netten, reservemateriaal en wisselstukken betreft. De vis zelf kan verkocht worden in Engelse havens of via koeltransport naar Belgische veilingen worden vervoerd. De resultaten die bekomen werden met de visserij op langoesten waren verrassend. Jaren geleden bestond er immers een visserij op langoesten die echter verdwenen is door een te intensieve bevissing. Deze (her)ontdekking van dit langoestenbestand mag niet leiden tot fouten die gemaakt werden in het verleden. Langoesten zijn blijkbaar gevoelig voor overbevissing en de nieuw te ontwikkelen visserijinspanning dient binnen de perken gehouden te worden. Er dient minstens een opvolging te zijn van de vangsten per eenheid van visserijinspanning. 44

46 4.11 Economische vergelijking tussen staand want- en boomkorvisserij Dit hoofdstuk is een beknopte samenvatting van een studie uitgevoerd op ILVO: Stouten et al. (2007). Uit deze studie blijkt dat de rederijen die de staand want visserij beoefenen rendabele KMO s zijn met een concurrentieel voordeel tegenover de meeste Vlaamse sleepnetvisserijen. Bovendien is de staand want visserij ecologisch duurzamer en kan ze ook sociale voordelen hebben. De gegevens waarop deze studie gebaseerd is dateren uit De vloot bestond toen uit: Boomkor groot segment: 52 Boomkor klein segment: 30 Kustvisserij: 15 Staand want visserij: 3 Andere: 19 De boomkorvisserij op platvis is een vrij extreme vorm van gemengde visserij. Naast tong die in waarde de belangrijkste vissoort is, zijn er nog 20 of meer vissoorten die tegelijk met de doelsoort in het net terechtkomen en die een bijdrage leveren tot de besomming van deze visserij. Ook de bordenvisserij is sterk afhankelijk van het gemengde karakter van de vangsten. De staand want visserij daarentegen is een visserij die sterk gericht is op een beperkt aantal doelsoorten en is weinig afhankelijk van bijvangstsoorten. Deze visserij laat toe zeer gericht te vissen en produceert dan ook veel minder quota gerelateerde teruggooi. Ze is minder onderhevig aan beperkende maatregelen vanuit het beleid om teruggooi en druk op uitgeputte visbestanden te verminderen. De sterk schommelende en dikwijls dure brandstofprijzen leggen een zware druk op de rendabiliteit van de boomkorvloot. In 2005 werd in een studie van Policy Research ( Scenario analyse Belgische visserij, studie i.o.v. SDVO) nog de 0.40 euro/liter drempel aangehaald als kritisch punt terwijl de brandstofprijs in de eerste helft van 2008 al was gestegen tot 0.70 euro/liter. De brandstofkost liep in deze periode dikwijls op tot 50% van de waarde van de besomming van de boomkorvisserij. Door het operationele karakter van de staand want visserij is deze veel zuiniger. De brandstofkost ligt hier doorgaans tussen de 5 à 10% van de besomming. De brandstofefficiëntie (besomming / brandstofkost) berekend voor 2005 wordt gegeven in Fig Hieruit blijkt duidelijk dat sleepnetvisserijen slecht scoren op deze parameter in tegenstelling tot het staand want. Ook wat de bruto winst in verhouding tot de aanvoer betreft scoort de staand want visserij goed (Tabel 4-7). Uit Fig. 4-7 blijkt dat in 2005 het groot boomkorsegment verlieslatend was. Het klein segment slaagde erin om net geen verlies te maken en de garnaalvisserij en staand want maakten een bescheiden winst. Opvallend is dat de staand want visserij en de garnaalvisserij met een bescheiden besomming en dus klein aandeel van de quota winst maken. De boomkorvisserij maakt aanspraak op het leeuwenaandeel van de quota maar zet daar geen winst tegenover. De eerder bescheiden winst van de staand want schepen moet ook gekaderd worden in de jonge leeftijd van de schepen waardoor de afschrijvingen nog sterk doorwegen. Fig. 4-8 toont aan dat 75% of meer van de bruto winst naar afschrijvingen gaat. Dit geeft aan dat deze visserij zeker potentieel heeft voor de toekomst. TABEL 4-7: BRUTO WINST PER KG AANGEVOERDE (GEMENGDE) VIS (2005) Boomkor groot segment 0.24 Boomkor klein segment 0.59 Kustvisserij

47 Staand want visserij 1.81 Andere Fuel efficiency 5 0 Large beam traw ler Shrimp traw ler Other Eurocutter Set netter FIG. 4-6 DE BRANDSTOFEFFICIËNTIE VOOR VIJF VLAAMSE VLOOTSEGMENTEN (2005) , , , , , ,00 Revenues Gross operating profit Net operating profit ,00 0, ,00 Eurocutter Large beam trawler Set netter Shrimp trawler FIG. 4-7 BESOMMING, BRUTO EN NETTO WINST VOOR DE VERSCHILLENDE VLAAMSE VLOOTSEGMENTEN (2005) 46

48 100% 80% 60% 40% Net profit/losses Finacial costs (-financial yield) Depreciations 20% 0% FIG. 4-8 OPSPLITSING VAN DE BESOMMING VAN DE STAAND WANT VISSERIJ IN AFSCHRIJVINGEN, KOSTEN EN NETTO WINST (2005) 4.12 Milieu-impact van staand want visserij Dit hoofdstuk is een beknopte samenvatting van volgende studie: Depestele, J., Courtens, W., Degraer, S., Derous, S., Haelters, J., Hostens, K., Moulaert, I., Polet, H.,Rabaut, M., Stienen, E., Vincx, M. (2008). WAKO: Evaluatie van de milieu-impact van Warrelneten boomkorvisserij op het Belgisch deel van de Noordzee: Eindrapport. ILVO-Visserij: Oostende, België. 185pp. (+Annexes) De effecten van kieuw- en warrelnetvisserij op benthische gemeenschappen Er zijn heel weinig studies teruggevonden die de effecten van kieuw- en/of warrelnetvisserij op benthische gemeenschappen bestuderen. De effecten door het binnenhalen en het uitzetten van het vistuig en de indirecte effecten door schade aan het fysisch habitat worden verwaarloosd, behalve op visgronden waar fysische structuren als koraalriffen voorkomen. Op het Belgisch deel van de Noordzee en ruimer in de Zuidelijke Noordzee worden geen significante effecten verwacht. De bijvangst en teruggooi van kieuw- en/of warrelnetvisserij kan belangrijk zijn, zoals in de kabeljauwvisserij met kieuwnetten in de Noorse wateren. Voor de kieuw- en/of warrelnetvisserij die door de Belgische visserijsector worden of in de toekomst zouden kunnen worden toegepast zijn geen specifieke studies teruggevonden. Bijvangst en teruggooi van benthische invertebraten krijgen wellicht weinig wetenschappelijke aandacht doordat de effecten beperkt tot verwaarloosbaar zijn. De voornaamste, mogelijke effecten van kieuw- en/of warrelnetvisserij kunnen voorkomen door spookvissen en bijvangsten van mariene vertebraten De effecten van kieuw- en warrelnetvisserij op zeevogels Algemeen Zeevogels zijn meestal langlevende soorten met een hoge overleving van adulten (vaak >90%), een lage reproductie (meestal minder dan 0,5 jongen per paar per jaar) en zijn veelal pas na 5 tot 10 jaar geslachtsrijp. Een verhoging van de mortaliteit van adulte vogels van één of enkele procenten kan daarom een belangrijke impact hebben op populatieniveau en heeft een groter effect op de populaties dan bijvoorbeeld een (beperkte) periode met een laag broedsucces. Het is dan ook erg belangrijk om de effecten van visserij en verschillende visserijtechnieken op zeevogels in te kunnen schatten. 47

49 De meest voorkomende directe effecten van visserij op zeevogels hebben betrekking op de bijvangst in het vistuig. De visserijtechnieken die wereldwijd het meest bijvangst veroorzaken zijn monofilament kieuw- en warrelnetten en longline-visserij. Een tweede directe, zij het (meestal) minder nefaste, interactie tussen zeevogels en visserij is verstoring. Verstoring kan een negatief effect hebben op het voorkomen van deze soorten op plaatsen die aantrekkelijk zijn voor zowel zeevogels als vissers. Zeevogels en visserij kunnen met elkaar in competitie treden voor vis: de visserij kan door overbevissing de voedselbronnen voor zeevogels reduceren en anderzijds kunnen zeevogels de omvang van commerciële vangsten verminderen door consumptie van vis. De interacties zijn echter hoofdzakelijk van dien aard dat de visserij grotere effecten heeft op zeevogels dan omgekeerd. Het extra voedselaanbod als gevolg van het overboord werpen van discards heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van een aantal zeevogelpopulaties. Discards komen hoofdzakelijk ten goede aan de beperkte groep van vogels die van afval leven, de zogenaamde scavengers. In de Noordzee profiteren een aantal meeuwensoorten (Zilver-, Kleine Mantel-, Grote Mantel- en Drieteenmeeuw) en Noordse Stormvogel aangevuld met kleinere aantallen Jan-van-Gent, Grote Jager en Stormmeeuw het meest van discards. Dit heeft er toe geleid dat de balans in de zeevogelgemeenschappen naar deze soorten is overgeslagen. De teruggooi bij de kieuw- en warrelnetvisserij op platvis is relatief laag en is dus allicht weinig relevant wat betreft het effect op zeevogelpopulaties. Zuidelijke Noordzee In de zuidelijke Noordzee heeft warrelnetvisserij vermoedelijk de grootste impact op duikende soorten die hun prooien op het zicht onder water lokaliseren en achtervolgen. De belangrijkste hieronder in het Belgisch gedeelte van de Noordzee zijn Roodkeelduiker, Fuut, Aalscholver, Zwarte Zee-eend, Alk en Zeekoet. Hier speelt vooral een invloed van de diepte en de lokatie waar de netten worden geplaatst, alsook van de hoogte waarop ze open staan. Kieuwnetten voor Kabeljauw, die in de buurt van wrakken worden gepositioneerd en een hogere nethoogte hebben dan kieuw- en warrelnetten voor tong zullen waarschijnlijk een grotere bijvangst veroorzaken. De omvang van de bijvangst zal ook afhankelijk zijn van de diepte waarop de kieuwnetten worden geplaatst. De meest verstoringsgevoelige soorten in de zuidelijke Noordzee zijn Roodkeelduiker en Zwarte Zeeëend. Deze vliegen meestal op ongeveer één kilometer voor een naderend schip op. De overige soorten zijn veel minder verstoringsgevoelig. Verstoring door vissersboten heeft echter een vrij geringere impact op zeevogels. In de Belgische zeegebieden zijn hoofdzakelijk meeuwen (met uitzondering van Dwergmeeuw) en Jan-van-Gent geassocieerd met schepen en hun teruggooi. De warrelnetvisserij wordt echter verondersteld door zijn geringe teruggooi weinig effect te hebben. Voor de zuidelijke Noordzee is weinig bekend over bijvangsten van zeevogels door kieuwen warrelnetvisserij. Op de Belgische kust werden wel reeds zeekoeten (Uria aalge) waargenomen die aanspoelden, wellicht verstrikt geraakt in een (recreatief of commercieel) visnet (Fig. 4-9). 48

50 FIG ZEEKOETEN, VERSTRIKT IN KIEUWNET EN AANGESPOELD OP DE BELGISCHE KUST (FOTO: BMM) Effecten van de kieuw- en warrelnetvisserij op zeezoogdieren De bijvangst van zeezoogdieren als vorm van niet-bedoelde sterfte wordt wereldwijd erkend als één van de meest ernstige bedreigingen voor deze organismen. Kieuw- en warrelnetvisserij is één van de visserijen met een aanzienlijke impact. De bijvangst kan de functionaliteit en structuur van mariene systemen op populatie-, gemeenschaps- en ecosysteemniveau beïnvloeden. Zeezoogdieren zijn door hun lage fecunditeit kwetsbaar voor uitroeiing. Daarom mag de gecombineerde sterfte, geïnduceerd door visserij en alle andere menselijke invloeden, niet meer dan 1.7% van de geschatte minimumpopulatiegrootte bedragen. In bepaalde gevallen vormen bijvangsten door visserij een bedreiging voor populaties. De effecten van kieuw- en warrelnetvisserij op diverse species zijn echter verschillend. De voornaamste conclusie uit deze literatuurstudie is dat er slechts een beperkt aantal studies zijn uitgevoerd met waarnemers aan boord van vissersvaartuigen. Dit type experimenten levert nochtans de beste kennis op over de mogelijke bijvangst van zeezoogdieren in kieuw- en/of warrelnetten. Diverse variabelen kunnen een rol spelen bij de bijvangst van zeezoogdieren en met name ook bruinvis. Deze variabelen zijn moeilijk algemeen te bepalen, maar een uitgebreider en gerichte literatuurstudie kan hier soelaas brengen. Anderzijds blijkt uit de onderzochte studies met waarnemers dat het vistuig en hiermee gepaard gaand de visserij steeds een cruciale rol speelt in het al dan niet veroorzaken van bijvangsten van bruinvis. Twee Deense studies lijken er op te wijzen dat de bijvangsten van kieuwnetten voor tong geen essentieel probleem vormen voor zeezoogdieren, terwijl kieuwnetvisserij voor kabeljauw en tarbot daarentegen wel vermeld worden als een potentiële bron voor bijvangsten. De nettenvisserij op schol geeft eveneens aanzienlijke bijvangsten, hoewel deze lager zijn dan de kieuwnetvisserij op kabeljauw en tarbot. Met het toenemend aantal bruinvissen in de Zuidelijke Noordzee (vooral in vergelijking met het lage aantal tijdens de Deense studie) en de licht andere karakteristieken van nettenvisserij voor tong van de Belgische zeevisserij ten opzichte van de Deense zeevisserij dient het de aanbeveling om de impact van warrelnetvisserij op zeezoogdieren in situ te bestuderen. 49

51 Milieu-effecten van kieuw- en warrelnetvisserij door spookvissen In tegenstelling tot actief vistuig bestaat bij kieuw- en warrelnetvisserij het risico op spookvissen. Dit betekent dat het vistuig de mogelijkheid heeft om te blijven vissen, zonder dat de visser controle heeft over zijn vistuig of dus wanneer het vistuig verloren is gegaan. Kieuw- en warrelnetten kunnen verloren gaan door verschillende redenen. Het afknotten van de ankers of de markeerboeien doordat ze onder water scheuren tijdens het binnenhalen, vooral bij harde substraten, of door conflicten met actieve visserijmethoden, wordt door vissers als de meest voorkomende oorzaak geciteerd als verlies van visnetten. Het scheuren of vasthaken van de netten op de bodem komt vooral voor in gebieden met ruwe bodem en sterke stroming en bij wrakkenvisserij. De mogelijke effecten van verloren kieuw- en warrelnetten op het milieu zijn: De blijvende vangst van doelsoorten. De blijvende vangst van niet-doelsoorten, schaal- en schelpdieren. Verstrengeling van zeevogels en -zoogdieren in de verloren netten. Inname van afval van de netten door mariene fauna. Fysische impact van het vistuig op het benthisch milieu. Afval van het verloren vistuig in het marien milieu. Uit de studies van visserijen die het meest overeenkomsten vertonen met de tongenvisserij in de Zuidelijke Noordzee wordt verwacht dat spookvissen weinig problemen zal veroorzaken voor de vispopulaties. Wegens sterke stromingen en ondiep water wordt verwacht dat de vangsten van warrelnetten snel terugvallen, i.e. binnen enkele weken. In de Zuidelijke Noordzee is dit wellicht na enkele dagen wegens hogere dynamica. Anderzijds kan geconcludeerd worden dat de totale vangst van biota tijdens de levensduur van het net aanzienlijk kunnen zijn. De vangst is evenwel afhankelijk van de lokale fauna, het habitat type en de milieuomstandigheden Conclusie en relatie tot impact van de boomkor Voor de ecosysteemcomponent benthos kan besloten worden dat de effecten van boomkorvisserij, gericht op platvis, duidelijk aanwezig zijn. Warrelnetvisserij heeft amper een effect. De invloed op zeevogelpopulaties is bij warrelnetvisserij beperkt door de lage teruggooi. De bijvangst in dergelijke netten kan voor duikende soorten belangrijk zijn, hoewel hier geen kwantitatieve gegevens over beschikbaar zijn. Boomkorvisserij, zowel gericht op garnaal als op platvis, beïnvloedt de zeevogelpopulaties aanzienlijk op het Belgisch deel van de Noordzee door de hoge teruggooi van voornamelijk rondvissoorten en snijafval. Voornamelijk meeuwensoorten, die zich ophouden in de kustzone, zijn hierdoor beïnvloed. Zeezoogdieren worden niet of amper beïnvloed door boomkorvisserij. Bij warrelnetvisserij is de bijvangst van zeezoogdieren sterk afhankelijk van het type visserij. Recreatieve strandvisserij, gericht op tong, vormt in het voorjaar een probleem. De bijvangst in commerciële kieuwnetvisserij op tong is in de Deense wateren heel beperkt gebleken. Vooral in niet-deense wateren, oa. de Zuidelijke Noordzee, en in een periode dat er weinig zeezoogdieren voorkwamen, is de bijvangst in tongennetten laag gebleken. Hetzelfde wordt verwacht voor de Belgische zeevisserij, maar programma s met waarnemers zouden hier duidelijkheid in moeten brengen. Spookvissen is zowel voor warrelnet- als voor boomkorvisserij geen substantiële bron van sterfte voor organismen op het Belgische deel van de Noordzee Varia Het GVB maakt de laatste jaren steeds meer gebruik van het beperken van de visserijinspanning als middel om de vlootcapaciteit in verhouding te brengen tot de visbestanden. Zo zijn de vaartdagen voor staand want vissers in 2008 in de Noordzee en het Oostelijk Engels Kanaal beperkt tot 140. Vaartuigen die minder dan 24 uur op zee zijn krijgen een 50

52 uitzondering en worden 205 zeedagen toegekend. Het gevolg is dat vaartuigen die meerdere dagen op zee blijven uit de noodzaak om hun vistuig te beschermen tegen overvaren een concurrentieel nadeel hebben wat zeedagen betreft. Dit kan een rem zetten op de verdere ontwikkeling van de Vlaamse staand want visserij. De regelgeving is echter aan een continue wijziging onderhevig waardoor dit probleem zich na 2008 misschien niet meer zal stellen. Het doorvaren van de netten door de sleepnetvisserij is een oud zeer dat nog steeds problemen geeft in de verhouding tussen de verschillende visserijmethodes. Volgens het internationale zeerecht moet gaand want wijken voor staand want. Het staand want vaartuig moet echter in principe naast de netten blijven liggen en de omliggende vaartuigen actief oproepen om overvaren te voorkomen. De Vlaamse staand want vissers onderhouden tegenwoordig goede contacten met sleepnetvissers die actief zijn op dezelfde visgronden en slagen er vrij goed in conflicten te vermijden. De nieuwe technologie waarbij vaartuigen kunnen geïdentificeerd worden via de radar (AIS Automatic Identification System) zou toelaten om de posities van het staand want vistuig mee te geven in de identificatielog. In de praktijk is dit nog niet gangbaar maar dit houdt mogelijkheden in voor de toekomst. 51

53 5 De visserij met potten en visvallen 5.1 Pottenvisserij op zeekat Achtergrond Zeekat ( loligo vulgaris ) is een niet gequoteerde vissoort die zich vooral laat vangen tijdens de paaiperiode maart/mei. Deze soort wordt vooral commercieel gevangen in Normandië en de Seine-baai en migreert verder langs onze kust om te paaien en eieren af te zetten, bij voorkeur in warm en helder water dicht onder de kust. Na het paaien sterft de zeekat. De mannetjes worden niet ouder dan 2 tot 3 jaar, het vrouwtje leeft zelf maar één jaar). Zeekat paart zodra de temperatuur van het water meer dan 10 graden is en de eieren worden afgezet op stenen, zeewier, netten en fuiken. Er kunnen wel 300 eitjes gelegd worden in trosjes van 20 à 30 stuks. FIG. 5-1 PAAIGEDRAG VAN ZEEKAT De zeekat voedt zich met krabben, kreeften, garnalen, kleine vissen en weekdieren. Zeekat leeft op zand- en slibbodems en in zeegrasvelden, van ondiep water net beneden de laagwaterlijn tot zeker 250 m diepte. Tussen hun 8 gewone tentakels zitten twee langere vangarmen die alleen te zien zijn als de zeekat een prooi grijpt. De prooi wordt doorgebeten door middel van een snavelvormige bek die tussen de tentakels ligt. Hun eigen vijanden zijn haaien, zeehonden, roggen, kabeljauw, zeevogels en zeehonden. De visserij met staand want en potten op zeekat bestaat al in Noord Frankrijk en Zuid Engeland en heeft er zin rendabiliteit aangetoond. Het is een typische seizoensvisserij die valt in de lente en wordt uitgevoerd in de kustwateren. Zeekat wordt ook gevangen in sleepnetten maar bevat er dikwijls zand en algemeen wordt de kwaliteit in de pottenvisserij als superieur gezien. In België is er een markt voor zeekat aangevoerd door sleepnetvisserijen. Voor de goede kwaliteit die bekomen wordt in pottenvisserij is het echter aangewezen om bijvoorbeeld de verkoop van zeekat in een Franse veiling te laten geschieden waar doorgaans een betere prijs wordt verkregen. 52

54 5.1.2 Prospectiereis naar Normandië Tussen 10 en 13 maart 2008 werd door Norbert Vancraeynest en Dirk Verhaeghe (ILVO- Visserij) alsook Luk Louwagie en bemanningslid Kim (N.95) een prospectiereis ondernomen naar Normandië in het kader van de aankoop van vallen voor zeekat en een bijkomende vislier. Er waren afspraken met plaatselijke vissers (Blainville,Granville,Port-en Bessin, Quiberville, Dieppe, Gouville) alsook verantwoordelijken van de plaatselijke visserijcomités (CRPMEM Normandie) en Ifremer. Het doel was om zo veel mogelijk relevante praktijkkennis te verzamelen betreffende het vissen met potten en vallen alsook staand want (enkel of gecombineerd). FIG. 5-2 DE ZEEKATVISSERIJ IN NORMANDIË 53

55 Deze gediversifieerde visserij in Normandië waarbij diverse potten en vallen, alsook staand want samen gebruikt worden blijkt een economisch rendabel en duurzaam voorbeeld voor de Belgische visserij. In Normandië is de vangst op zeekat onderhevig aan bepaalde periodes en locaties waar gevist mag worden. Het betreft een systeem van visvergunningen die er jaarlijks voor zorgt dat het bestand van zeekat op punt wordt gehouden. Enkele foto s van deze visserij zijn gegeven in Fig Experimenten met N95 - Jonas II Tijdens het project werden experimenten uitgevoerd waarbij met potten op zeekat werd gevist. Visserijmethode De potten gebruikt in het project zijn van het Normandische type en zijn afgebeeld in Fig De gekochte potten werden verstevigd met een rubber band rond het frame om de slijtage te voorkomen bij wrijving over de bodem. De ingang werd voorzien van een keerkuil zodat de gevangen zeekat de val niet meer kon verlaten. De vangst van de zeekat is gebaseerd op het paaigedrag. Om de zeekat in de pot te lokken is de aanwezigheid van een vrouwtje nodig. De vrouwtjes worden eerst met het staand want opgevist en worden dat tijdens het buitenzetten van de potten in de pot gezet. In plaats van zeekat worden ook wel witte melkflessen gebruikt. De potten worden per set van 30 of 50 stuks met een tussenafstand van 20 à 30 meter op de bodem geplaatst. Daarbij worden deze sets verankerd en met boeien afgebakend. De potten zelf worden manueel overboord gezet, doch dit kan eventueel ook gebeuren aan de hand van een glijsysteem. Voor het binnenzetten van de potten werd een lier geïnstalleerd aan boord (Fig. 5-4). Deze lier werd op maat gemaakt in Normandië en werd naast de powerblock op de reling vastgezet zodat ergonomisch en praktisch kon gewerkt worden. Deze lier is ook geschikt voor andere vallen, fuiken of potten. Specificaties: Ronde val van 900mm x 400mm Gegalvaniseerd, met terugslagklep in de trechteringang Maasgrootte: 43 mm Gewicht: 8 kg FIG. 5-3 DE POTTEN VOOR ZEEKAT ZOALS GEBRUIKT TIJDENS HET PROJECT 54

56 FIG. 5-4 DE LIER VOOR HET BINNENZETTEN VAN DE POTTEN De visgrond Voor de visgrond werd geopteerd voor een klein gebied ter hoogte van de Buitenratel bank. Om de potten te beschermen tegen schade door sleepnetvisserij werd geopteerd voor een afgebakende zone met een verbod op sleepnetvisserij. Het sluiten van deze zone werd georganiseerd in samenspraak met de Rederscentrale en de sleepnetvissers actief in het gebied. Via een bericht aan zeevarenden werden alle schippers, reders en relevante autoriteiten op de hoogte gebracht van het bestaan van deze zone. De beboeing werd uitgevoerd door de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO). De coördinaten waren: N N N N O O O O Deze zone is zo n 3000 meter lang en 400 meter breed en werd tevens gebruikt voor de experimenten met kieuwnetten voor tarbot. Zowel de zeevaartpolitie alsook het Maritieme Informatiecentrum Kust hielden deze afgebakende zone nauwlettend in de gaten nadat diverse inbreuken werd vastgesteld met schade aan het vistuig tot gevolg. Dankzij een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen werden na de bekendmaking van de locatie van deze afgebakende zone quasi geen inbreuken meer vastgesteld. Begeleide zeereizen Tussen 13 mei en 30 juli 2008 werden een 20-tal zeereizen uitgevoerd, waarbij de visserij met potten op zeekat gedeeltelijk gecombineerd werd met de staand want visserij op tarbot. Een ILVO-waarnemer is een achttal keer meegevaren om gedetailleerde vangstmetingen te noteren. De zeereizen werden opgevolgd aan de hand van logboeken en verslagen van de schipper. Als lokaas werden zowel vrouwelijke zeekat als witte PVC-melkflessen gebruikt. Spoedig bleek dat melkflessen weinig resultaat boekten maar de vrouwelijke zeekat bleek erg efficiënt in het lokken van de mannetjes. Het vissen met staande netten op de vrouwelijke zeekat als lokaas voor de vallen is behoorlijk arbeidsintensief (Fig. 5-5). Waar de potten 55

57 een vrij zuivere zeekatvangst gaven zonder teruggooi bleek de staand want visserij een duidelijke bijvangst van schol, schar, tong, zeebaars en wat kleinere tarbot te geven. De vrouwelijke zeekatten werden op voorhand gevangen met staande netten met een maaswijdte van 110mm (firma Ironstrand, zie 9.4). Er werden tè weinig testen uitgevoerd om te weten wat het gemiddeld rendement is van deze netten voor vrouwelijke zeekat. Alvorens de vallen worden uitgezet worden de vrouwelijke zeekatten levend aan boord gehouden in een bassin. FIG. 5-5 VROUWELIJKE ZEEKAT ALS LOKAAS Meestal werd de experimentele visserij uitgevoerd met een vijftigtal potten. Deze bestonden meestal uit twee sets. De experimenten leerden ons dat het ongeveer één minuut duurt om een pot binnen- en buiten te plaatsen, wat betekent dat op twee dagen zo n 800 potten kunnen verwerkt worden. Men kan tussen deze sets met potten staande netten voor zeekat plaatsen, met als doel het vangen van de vrouwelijke zeekat als lokaas. Deze gecombineerde vangstmethodiek werd tijdens het experiment met succes toegepast. De beste visperiode bleek eind mei/begin juni te zijn. De resultaten zijn gegeven in Tabel 5-1. Tijdens de maand juni werd veel afzetting van eitjes op de vallen zelf waargenomen (Fig. 5-6). De visser liet de vallen een kleine maand rusten op de zeebodem waarna bleek dat de 56

58 eieren al uitgekomen waren. Er waren niet enkel eitjes de van de zeekat, doch ook van de pijlinktvis die werden afgescheiden op de vallen. Het Vissen op pijlinktivs is dan eerder aanbevolen met de jigging -vismethode. TABEL 5-1: VANGSTRESULTAAT 21/05/ /06/2008 Potten uitgezet Dagen in het water 2 2 Opbrengst 104kg (3-4 stuks per val) 225kg (4 stuks per val) Bijvangst 4 kabeljauw 2 schol 1 steenbolk 9 kabeljauw 1 krab 5 zeester 2 schol Gemiddelde opbrengst per val 3,5 kg 3,75 kg Vrouwelijke zeekat 30% 25% FIG. 5-6 ZEEKAT EIEREN AFGEZET TIJDENS DE VISSERIJ (LINKS), EIEREN NA DRIE WEKEN IN ZEE (MIDDEN) EN EIEREN VAN PIJLINKTVIS (RECHTS) De zeekat laat zich het best vangen bij warm weer, vanaf april, behoorlijk dicht onder de kust, in helder water en wanneer er weinig tot geen bloei is in het water. Ook de windrichting speelt een rol. Gedurende het experiment met potten op zeekat was er quasi voortdurend een noordoostenwind tijdens de maanden mei en juni zodat er gepaard gaande met de hoge bloeiconcentratie ronduit een slechte zichtbaarheid in het water was. Hierdoor laat de zeekat zich ook minder vlot vangen. Vanaf 15 juni werden meer en meer dode zeekatten opgemerkt die aanduidden dat de paaiperiode stilaan voorbij was. De zeekat sterft immers na het paaien. Naar het einde van het seizoen werden ook steeds meer kleine zeekatten gevangen (12-15 cm). Het is niet duidelijk of dit reeds de nuljarigen waren. Tijdens het project met de vallen voor zeekat werd een markante bijvangst van kabeljauw vastgesteld. De vis bleek voornamelijk af te komen op de vrouwelijke zeekat in de pot. Tijdens de maand juni werd een gemiddelde van 4 tot 6 stuks kleinere of middelgrote kabeljauw vastgesteld in deze vallen. Franse vissers bevestigden deze waarneming. 57

59 Potentieel rendement voor een commerciële zeekatvisserij Uit de proeven en tijdsopnames met de N.95 is gebleken dat het 1 minuut duurt om een pot binnen en buiten te plaatsen wat een omzet geeft van 800 potten in twee dagen. Tijdens de paaiperiode moet het mogelijk zijn om gemiddeld minimum 4 kg zeekat per val te vangen wat een vangst geeft van zo n 3200 kg per twee dagen, bij goed weer. De gemiddelde prijs van dagverse zeekat in 2008 in Franse havens is ongeveer 2 à 2,5 euro/kg, waar men spreekt van een gemiddeld seizoen (bron: visveiling Cherbourg). Mits de nodige voorafgaande promotie betreffende dagverse zeekat, moet het ook mogelijk worden om in onze Belgische visveilingen analoge prijzen te bekomen. Indicatief wordt geschat dat een kustvaartuig een omzet kan maken van 5000 à 7500 euro per twee dagen. De kostprijs van de aangekochte potten bedraagt 45 euro/stuk, wat betekent dat de investering wordt terug gewonnen tijdens het zeekatseizoen na 10 à 15 dagen vissen. De aankoopwaarde van de lier bedraagt euro (exclusief plaatsen van een extra steun aan boord of eventuele aanpassingen aan hydraulica). Deze lier werd op maat gemaakt en varieert in prijs afhankelijk van de bouw van het vaartuig maar kan ook voor andere visserijen gebruikt worden. 5.2 Testen met wulkpotten Achtergrond Bij de gespecialiseerde Engelse firma Mustang Engineering werden een 50-tal wulkenpotten ( Portzic -merk) aangekocht (zie foto s). Deze firma werd ons aanbevolen door collega s van SEAFISH (UK). De testen werden gepland om uitgevoerd te worden door de Godelieve. FIG. 5-7 POTTENVISSERIJ OP WULK IN HET ENGELS KANAAL 58

60 5.2.2 Experimenten met O.554 Godelieve Visserijmethode De potten zijn ontworpen als vallen voor wulk. Ze worden geaasd en trekken zo de wulken aan. De potten dienen bij voorkeur op een niet zanderige bodem te worden geplaatst. Een schelpachtige bodem zoals die in de nabijheid van Dieppe leent zicht uitstekend hiervoor. De kennis betreffende de vangstmethode alsook visgronden dient absoluut nog verder uitgediept te worden. Door ILVO-Visserij werd in 2008 een eerste bezoek gebracht aan diverse schippers in Normandië, de zogenaamde bulotiers om meer informatie te verzamelen over deze visserijmethode. Visgrond Noordhinder en Westhinder Experimentele zeereizen Midden en eind juli werden door de een 30-tal wulkenpotten geplaatst ter hoogte van de Noordhinder en Westhinder. Er bevond zich vooral zand alsook heremietkreeften in de potten maar geen wulken. Wegens tijdsgebrek van de schipper werd besloten om niet verder te doen met de geplande experimenten. 59

61 6 Promotie en labeling voor passief vissen Passieve visserijmethodes in het algemeen en de visserij met haken of potten in het bijzonder hebben vanwege hun zeer lage teruggooi en zeer lage milieu-impact potentieel voor een ecologisch label. De doorgaans hoge kwaliteit van de vis stelt ook de mogelijkheid voor een kwaliteitslabel in het vooruitzicht. Hoe dit georganiseerd wordt hangt zeer sterk af van de situatie en de intenties van de vissers. Als voorbeeld worden hier twee labels besproken. 6.1 MSC-gecertifieerde vis Het MSC-certificaat ( Marine Stewardship Council ) is een onafhankelijke non-profit organisatie die in 1997 werd opgericht door de multinational Unilever (die zich kort na de oprichting terugtrok) en het Wereld Natuur Fonds. Deze standaard is het enige internationaal erkende milieukeurmerk voor duurzame en goed beheerde visserij. MSC beoordeelt de visserij in zijn assessment op basis van drie thema s waarin een ganse reeks detailaspecten aan bod komen: de toestand van het visbestand; de milieu-impact van de visserij; het beheer van de visserij. Er is een trend dat de Europese groothandel en supermarktketens steeds meer eisen gaan stellen aan de visserijsector om vis op een duurzame manier boven te halen. Zo heeft de Britse supermarkt Sainsbury s beslist geen vis meer te verkopen gevist met de boomkor. Ook het Nederlandse Albert Hein stelt openlijk eisen ivm duurzaamheid. Het MSC-certificaat is een van de mogelijkheden om de handel te overtuigen van goede visserijpraktijken. Of er werkelijk een hogere prijs verkregen wordt voor duurzaam gevangen vis is niet helemaal duidelijk. De tongvisserij in Hastings is een voorbeeld van een visserij die het MSC-label behaalde. Dit voorbeeld is interessant daar het een vissoort betreft die voor de Vlaamse sector de belangrijkste doelsoort is en het visgronden betreft waar onze vissers in de omgeving ook actief zijn. Deze visserij met het staande want vindt plaats in het oostelijk deel van het Engels Kanaal (ICES-gebied VIId) en specifiek tussen Beachy Head en Dungeness en buiten de 6-mijl zone. Voor het behalen van dit MSC-certificaat werd met de steun van het South East England Development Agency een fishing sector development officer aangesteld in permanente dienst. Het seizoen van de Hastings tong start rond de maand juni en kan doorgaan tot de maand december. De vissers in Hastings vissen bij goed weer dagelijks op tong. De bootjes vertrekken bij zonsopgang en komen rond het middaguur weer terug. Nadat de vis wordt voorzien van een MSC-keurmerk vertrekt de vis nog dezelfde avond voor transport naar Nederland, waar het de volgende dag in de handel terecht komt. Ook in Nederland begint de sector het belang en een eventueel concurrentieel voordeel in te zien van een duurzaamheidslabel. De visserijsector heeft zich er in 2008 openlijk toe verbonden om voor alle Nederlandse visserijen te pogen het MSC-label te behalen. De initiatieven zijn al heel concreet voor de Nederlandse garnaal- en haringvisserij. De Nederlandse staand want vissers op tong zijn in november 2008 het assessment-traject ingegaan voor MSC. De belangen van de Nederlandse staand want vissers worden verdedigd door de Vissersbond. Er werd een contract getekend met de Schotse certificeerder Food Certification International (FCI) om het traject te begeleiden dat moet leiden tot een eigenlijke MSC-certificatie. Er doen 34 vissers mee. Vanaf november 2008 zal er door de vissers en wetenschappers, in samenwerking met natuur- en milieuorganisaties en sportvissers gewerkt worden aan een beheersplan en het verzamelen van wetenschappelijke informatie over het visbestand en de mogelijke effecten van de visserij 60

62 op de natuur. Een belangrijk onderdeel van het beheersplan is de beperking van het aantal netten. FIG. 6-1 ZEEBAARS MET DE HENGEL GEVANGEN EN GELABELD BAR DE LIGNE 6.2 Een kwaliteitslabel voor zeebaars in Nieuwpoort De reder van het vaartuig N.95 oefent al enkele jaren de hengelvisserij op zeebaars uit. Deze visserijmethode levert een superieure viskwaliteit en er wordt enkel zeebaars aangevoerd uit de grotere sorteringen. Om zijn product te promoten en een meerwaarde te geven heeft hij het initiatief genomen om een kwaliteitslabel voor deze met handlijnen gevangen vis op te starten. Dit is een samenwerking tussen: de vismijn Nieuwpoort Promovis N.95 Jonas II Analoog met de Normandische Bar de ligne werd een eigen label ontworpen ( Zeebaars met de hengel gevangen Extra kwaliteit ). Initieel werd afgesproken dat Promovis een percentage op de verkoopprijs van deze zeebaars zou bijdragen. Tot op heden is dit het geval niet meer en opereert de reder volledig autonoom. Nochtans is het de wens van de reder om dit kwaliteitslabel meer te gaan officialiseren. Ondertussen werd afgesproken met de VLAM om een officieel keurmerk toe te kennen aan alle duurzaam gevangen vis met zowel de hengel, staand want als potten, dit om de extra kwaliteit van deze vangstmethoden verder te promoten. Het is opportuun om reeds van op zee de gewichten van de gevangen vis door te kunnen geven aan potentiële kopers. 61

63 7 Passieve visserij in Vlaanderen - Een sterk sociaal-economisch alternatief voor de Vlaamse visserij Vandaag stelt men vast dat visbestanden onder druk staan. De TAC s en quota vertonen de laatste decennia een dalende trend. Kosten, zowel van brandstof als materialen, zijn erg variabel maar zijn gemiddeld vrij sterk gestegen gedurende de laatste paar jaar. Naast deze problematiek die rechtstreeks ingrijpt op de rendabiliteit van de rederijen is er een toenemende druk vanuit de maatschappij om de zee op een duurzame manier te exploiteren. Visserijmethodes die het mariene milieu beschadigen krijgen niet alleen kritiek maar zullen ook hoe langer hoe meer moeilijkheden hebben om hun visserijproducten verkocht te krijgen. In die zin grijpt de milieuproblematiek onrechtstreeks in op de rendabiliteit van de visserij. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat voor de toekomst de juiste keuzes gemaakt worden wat betreft vissersvloot en visserijmethodes. Met deze bedenkingen in het achterhoofd lijkt het er sterk op dat passieve visserijmethodes aan belang zullen winnen. Ze bieden een antwoord op elk van de hierboven aangehaalde problemen en zowel de experimentele visserij als de commerciële visserij met passief vistuig tonen aan dat ze een volwaardig alternatief zijn met goede vooruitzichten. Passieve visserijmethodes zijn erg selectief en produceren dus weinig teruggooi. Ze hebben een verwaarloosbare bodemimpact en hebben door hun laag brandstof- en materialenverbruik een gunstige kostenstructuur. De passieve visserijmethodes waarvan reeds aangetoond werd dat ze een haalbaar alternatief zijn: de lijnenvisserij (zowel hengel- als longlinevisserij) de staand want visserij de pottenvisserij Met elk van deze methodes kan flexibel op verschillende doelsoorten gevist worden: rondvis en platvis, inktvis en crustaceeën, demersaal en pelagisch. Dit alles kan flexibel uitgevoerd op één vaartuig. Mits de nodige afspraken met afnemers zijn er doelgerichte seizoensgebonden visserijen mogelijk op een waaier aan gequoteerde en niet-gequoteerde soorten. Deze visserijen laten toe dat er met een laag quotum toch een ruime vloot gevoed wordt die plaats biedt aan een ruime tewerkstelling. Tabel 7-1 geeft enkele oriënterende cijfers voor een typisch vaartuig geschikt voor een flexibele kustvisserij met passief vistuig. TABEL 7-1: ENKELE OPERATIONELE CIJFERS VOOR EEN KUSTVAARTUIG VOOR PASSIEVE VISSERIJ (GEBASEERD OP N.95 JONAS II): Aantal bemanningsleden: 4 (inclusief de schipper) Break-even punt per zeereis: < euro Aantal zeedagen: 140 per jaar Gemiddelde zeedag: van tot uur Aantal meerdaagse zeereizen: 2 tot 4 (Engelse kust, omgeving Harwich) Kostprijs van het schip: tot euro Jaarlijks brandstofverbruik: liter (120 dagen in 2007 aan 150 l/dag) Jaarlijkse onderhoudskosten: euro Jaarlijkse investering/nieuwe netten: euro Gewaarborgd loon: Levensduur van de netten: gemiddeld 16 à 24 maanden 62

64 Behoefte aan netten: Maaswijdte Kost Aantal meter Tong 100 mm 225 euro/100 m 6000 m Tarbot 250 mm 150 euro/100 m 9000 m Kabeljauw 150 mm 225 euro/100 m 5000 m Zeebaars mm 250 euro/100 m 5000 m Zeekat 120 mm 230 euro/100 m 5000 m Ter illustratie enkele cijfers waarbij een kustvaartuig voor passieve visserij vergeleken wordt met een eurokotter (cijfers 2006, brandstofprijs gebaseerd op 2008). TABEL 7-2: VERGELIJKING BESOMMING EN KOSTEN PER ZEEDAG VOOR HANDLIJNENVISSERIJ EN EUROKOTTER (2006) handlijnen eurokotter besomming brandstofkost brandstofkost (2008) materiaalkost loonkost overige kosten en winst TABEL 7-3: VERGELIJKING BESOMMING EN KOSTEN PER ZEEDAG VOOR STAANDWANTVISSERIJ EN EUROKOTTER (2005) staandwant eurokotter besomming brandstofkost brandstofkost (2008) overige kosten operationele winst TABEL 7-4: TE VERWACHTEN BESOMMING VOOR POTTENVISSERIJ OP ZEEKAT potten besomming >

65 8 Conclusie De Vlaamse kust heeft gedurende meerdere decennia een bloeiende zeevisserij gekend met de IJslandvaart, de kustvisserij en met diverse sleepnetvisserijen op pelagische soorten als haring, maar vooral op demersale soorten (tong, schol, kabeljauw, langoestines, ). De Vlaamse zeevisserijvloot heeft zich sinds de 60er jaren ontwikkeld tot een vrij eenzijdige maar efficiënte vloot met een focus op dure vissoorten. Het overgrote deel van de vloot beoefent een intensieve visserijmethode, de boomkorvisserij, waarmee een grote variëteit aan vissoorten en visgronden kunnen uitgebaat worden. Een vrij goed evenwicht tussen klein en groot segment laat toe dat zowel kustwateren en de 12-mijlszone kunnen bevist worden evenals de verafgelegen visgronden. De boomkor heeft de reders de afgelopen decennia een vrij goede rentabiliteit bezorgd. Het succes van die boomkor heeft echter geleid tot een erg eenzijdige (sterke nadruk op platvis) en weinig flexibele vloot (één dominante visserijmethode) en dit dreigt nu de achillespees van de visserijsector te worden. ILVO-visserij is van mening dat het risico groot is dat, indien er geen ingrijpende structurele veranderingen komen, de boomkorvloot op termijn zal verdwijnen. Het is daarom noodzakelijk dat er nagedacht wordt over welke vlootstructuur en welke visserijmethodes de beste garantie bieden om de Belgische quota s op een duurzame manier uit te baten. Het is duidelijk dat hierbij gestreefd moet worden naar een stabiel evenwicht tussen de economische, ecologische, sociale, technische en veiligheidsaspecten van de visserij. ILVO-Visserij is hiertoe volop bezig met de ontwikkeling van een langetermijnstrategie voor de vloot. Het project Schakels en Potten past binnen dit thema. Het project heeft duidelijk aangetoond dat de passieve visserij een rendabel alternatief en complement vormt voor de sleepnetvisserij. De voordelen kunnen als volgt samengevat worden: een gunstige kostenstructuur, flexibiliteit inzake toepassing van diverse vistuigen (warrelnetten, kieuwnetten, potten, ), een verwaarloosbare bodemimpact, weinig teruggooi, een goed imago. De N.95 en de O.554 kunnen als rolmodel dienen voor kandidaat-investeerders. In deze voor de visserij moeilijke tijden baten ze een rendabele rederij uit met goede toekomstvooruitzichten. De schippers zijn van plan de nieuwe types vistuigen die uitgetest zijn in het project het volgend seizoen op commerciële basis te gaan beoefenen. De kennis verzameld tijdens dit project zal starters in dit type visserij ongetwijfeld een vliegende start geven. Het belang van dit project is dat in de praktijk is aangetoond dat verschillende types passieve visserij, zowel staand want als potten, op een rendabele manier kunnen toegepast worden in de Vlaamse context. Er is tevens aangetoond dat de voornaamste doelsoort voor de Vlaamse visserij, de tong, zeer efficiënt kan bevist worden met het staand want. Daarenboven is een eerste aanzet gegeven in de verkenning van de verre visgronden met passief vistuig. Ook hier werd succes geboekt en biedt dit perspectieven voor onze vloot. De verkenning van de visserij over de grenzen heeft aangetoond dat er nog veel kan geleerd worden van de passieve vissers in onze buurlanden waar bvb. de staand want visserij de laatste jaren een sterke groei heeft gekend. Er wordt nu reeds gericht gevist met het staand want op tong, kabeljauw, zeebaars, tarbot, griet en zeekat, doch is het mogelijk 64

66 om dit vispallet verder uit te breiden door de diversificatie van de netten alsook potten en vallen (vb rog, kreeft, rog, griet, pijlinktvis, pladijs, steurgarnaal, ). Passief vissen zal de volgende jaren ongetwijfeld aan belang winnen in onze vloot. Dit project legt de basis om deze visserij succesvol uit te bouwen. 65

67 9 Annex 1: Technische gegevens van staand want vistuig ingezet in het project 9.1 Tarbotnetten A - Rederij Verleene Specificaties Type: warrelnet Doelsoort: tarbot Leverancier: IRON STRAND (DK) Specificaties van de leverancier: 0,52 x 125 mm sq x 7,5 md x 2000 kn + (1,5 x 12) x 300 mm sq x 2.0 md x 334 kn Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: Binnennet: 0,52mm 250mm volle maas 7,5 mazen, 1,88m 1000 mazen Buitennet: 1,5mm (x 12 multifil.) 600 mm volle maas 2,0 mazen, 1,2 m hoog 168 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 60 mt Hauline no.3,0 70 mt Br. Hauline no. 3,0 66

68 9.2 Tarbotnetten B - Rederij Verleene Specificaties Type: warrelnet Doelsoort: tarbot Leverancier: BREVISCO (B) Specificaties van de leverancier: 0,30 x 75 mm sq x 23 md x 2000 kn + 0,40 x 300 mm sq x 2,5 md x 334 kn Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: Binnennet: 0,30mm 150mm volle maas 23 mazen, 3.45m 1000 mazen Buitennet: 0,40mm 600 mm volle maas 2,5 mazen, 1,5 m hoog 167 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 67

69 9.3 Tarbotnetten - Rederij Vanderbeeken-Louagie BVBA Specificaties Type: kieuwnet Doelsoort: tarbot Leverancier: IRON STRAND (DK) Specificaties van de leverancier: 0,52 x 125 mm sq x 7,5 md x 2000 kn Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: 0,52mm 250mm volle maas 7,5 mazen, 1,88m 1000 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 55,0 mtr Hauline no 2,5 82,5 mtr Leadline no 2,5 68

70 9.4 Zeekatnetten - Rederij Vanderbeeken-Louagie BVBA Specificaties Type: warrelnet Doelsoort: zeekat Leverancier: IRON STRAND (DK) Specificaties van de leverancier: (1,5 x4) x 55 x 30,5 x (6x3) x 400 x 2,5 x 334 Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: Binnennet: 1,50mm (x4 multifil.) 110mm volle maas 30,5 mazen, 3.35m 2000 mazen Buitennet: 3mm (x6 multifil.) 800 mm volle maas 2,5 mazen, 2 m hoog 167 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 88 mtr Hauline no 3 97 mtr Leadline no 3 69

71 9.5 Tongnetten - Rederij Damco Marine Specificaties Type: warrelnet Doelsoort: tong Leverancier: ALPRECH FILETS (FR) Specificaties van de leverancier: 0,50 x 12 x 50 m/m x 2500 x (blauw) 0,60 x 3 x200 m/m x 417 x 3,5 (wit) Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: Binnennet: 0,50mm (x12 multifil.) 100mm volle maas 30,5 mazen, 3.05m 1250 mazen Buitennet: 0,6mm (x3 multifil.) 400 mm volle maas 3,5 mazen, 1,4 m hoog 208 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 104 mtr Hauline 117 mtr Leadline, 12 kg lood per 100 meter 70

72 9.6 Tarbotnetten - Rederij Damco Marine Specificaties Type: warrelnet Doelsoort: tarbot Leverancier: ALPRECH FILETS (FR) Specificaties van de leverancier: 0,20 x 8 x 125 m/m x 1000 x 14,50 (groen) 0,20 x 12 x 400 m/m x 200 x 2,5 (wit) Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: Binnennet: 0,20mm (x8 multifil.) 250mm volle maas 14,5 mazen, 3.62m 500 mazen Buitennet: 0,20mm (x12 multifil.) 800 mm volle maas 2,5 mazen, 2 m hoog 100 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 97 mtr Hauline 109mtr Leadline, 12 kg lood per 100 meter 71

73 9.7 Tarbotnetten - Rederij Damco Marine Specificaties Type: warrelnet Doelsoort: tarbot Leverancier: ALPRECH FILETS (FR) Specificaties van de leverancier: 0,57 x 125 m:m x 1000 x 14,50 (groen) 0,80 x 400 m:m x 200 x 2,5 (wit) Netwerk garendiameter: maaswijdte: nethoogte: netlengte: Binnennet: 0,57mm (mono) 250mm volle maas 14,5 mazen, 3.62m 500 mazen Buitennet: 0,80mm (mono) 800 mm volle maas 2,5 mazen, 2 m hoog 100 mazen Optuiging Bovenpees: Onderpees: 97 mtr Hauline 109mtr Leadline, 12 kg lood per 100 meter Opmerking: het onderscheid tussen beide tarbot warrelnetten (9.6 en 9.7) ligt bij de keuze van het garen (het eerste is multi-filament, het tweede is mono-filament) 72

74 9.8 Enkele details van netonderdelen Loodlijn (onderpees) Drijflijn ( bovenpees) Radarreflector Reflector Lichtmarkering Netmarkeringen 73

75 Referentielijsts Stouten, Van Craeynest, Heene, Gellynck, Polet A quest to diversify the belgian fleet an economic evaluation, ILVO (Paper prepared for the XVIII th annual EAFE-conference in Reykjavik, Iceland) ICES 2002, Report of the ICES Advisory Committee on Ecosystems 2002, ICES Cooperative, research report 254 De grote rede, nummer 17, november 2006 Commerciële kieuw-en warrelnetvisserij Jochen Depestele/Hans Polet/Norbert Van Craeynest ILVO-visserij) R. Kastelein Research to reduce porpoise bycatch HOVO 2007) Powerpoint-presentatie Staand want visserij in Nederland, Rems Cramer (NL) Depestele, J., Courtens, W., Degraer, S., Derous, S., Haelters, J., Hostens, K., Moulaert, I., Polet, H.,Rabaut, M., Stienen, E., Vincx, M. (2008). WAKO: Evaluatie van de milieu-impact van Warrelneten boomkorvisserij op het Belgisch deel van de Noordzee: Eindrapport. ILVO-Visserij: Oostende, België. 185pp. (+Annexes). 74

INFOfiche Langetermijnstrategie en Planning 2007

INFOfiche Langetermijnstrategie en Planning 2007 INFOfiche Langetermijnstrategie en Planning 2007 Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Eenheid: Dier - Visserij Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.: +32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.dvz.be

Nadere informatie

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele Zeevisserij in beweging Naar een duurzame visserij Jochen Depestele,, Hans Polet, Els Vanderperren, Hendrik Stouten en Kris Van Craeynest,, ILVO-Visserij, Visserij, Oostende, België Gepresenteerd door

Nadere informatie

Keerpunt in de Vlaamse visserij. ILVO Directie Dier Beleidsdomein Landbouw en Visserij

Keerpunt in de Vlaamse visserij. ILVO Directie Dier  Beleidsdomein Landbouw en Visserij Keerpunt in de Vlaamse visserij Inhoud Inleiding Betere boomkor De alternatieve boomkor De garnalenpulskor Alternatieve methodes voor boomkorvaartuigen De outriggervisserij Flyshooting Passief vissen Staand

Nadere informatie

Themanummer Nieuwsgolf december 2009 Duurzame visserijtechnieken

Themanummer Nieuwsgolf december 2009 Duurzame visserijtechnieken Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid - Landbouw en Visserij Burg. Van Gansberghelaan 96 bus 1 9820 Merelbeke, België Tel. 09 272 25 00 - Fax

Nadere informatie

MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z. MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. UEVENS, directeur-generaa!) GEGEVENS OVER

Nadere informatie

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij)

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij) Een kink in de kabeljauw ILVO-Visserij Visserij Mei 2008 Inhoud Inleiding De Belgische situatie Alternatieven voor de boomkor De alternatieve boomkor De garnalenpulskor Alternatieve methodes voor boomkorvaartuigen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

VISSERIJ VERDUURZAAMT

VISSERIJ VERDUURZAAMT VISSERIJ VERDUURZAAMT.;.' Maatschappelijk Convenant in uitvoering van de doelstellingen van Vistraject 12015-2020 1 ~\".\ Vlaams~ ILVO!nstituul voor Landbouwen Vis5,erijonderzoek 'l~ \ overheid Rederscentrale

Nadere informatie

Oolavis Verslag bezoek N 350

Oolavis Verslag bezoek N 350 Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Eenheid: Dier - Visserij Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.: +32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be Oolavis Verslag bezoek N 350 Sectie

Nadere informatie

Projectrapport Alternatieve boomkor

Projectrapport Alternatieve boomkor Alternatieve boomkor ILVO - Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Eenheid: Dier Visserij Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.:+32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be Sectie

Nadere informatie

PROJECT PULSKOR. Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij. Bart Verschueren, 23 januari 2009

PROJECT PULSKOR. Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij. Bart Verschueren, 23 januari 2009 PROJECT PULSKOR Ontwikkeling en demonstratie van een selectieve pulskor voor de visserij op grijze garnaal met het oog op een reductie van de teruggooi en de milieu-impact Kenniskring Duurzame Garnalenvisserij

Nadere informatie

Tijdschrift - Toelating gesloten verpakking - 8000 Brugge 1-2 de Afd. - 4/296

Tijdschrift - Toelating gesloten verpakking - 8000 Brugge 1-2 de Afd. - 4/296 België - Belgique P.B. 4/2283 8680 Koekelare Tijdschrift - Toelating gesloten verpakking - 8000 Brugge 1-2 de Afd. - 4/296 EXTRA EDITIE 1 MEI 2008 Afgiftekantoor 8000 Brugge 1-2 de Afd. - P409962-4 de

Nadere informatie

Tijdschrift - Toelating gesloten verpakking - 8000 Brugge 1-2 de Afd. - 4/296. Mei 2008

Tijdschrift - Toelating gesloten verpakking - 8000 Brugge 1-2 de Afd. - 4/296. Mei 2008 België - Belgique P.B. 4/2283 8680 Koekelare Tijdschrift - Toelating gesloten verpakking - 8000 Brugge 1-2 de Afd. - 4/296 EXTRA EDITIE 2 Mei 2008 Afgiftekantoor 8000 Brugge 1-2 de Afd. - P409962-4 de

Nadere informatie

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink.

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink. Vissen met zorg factsheets kwaliteit en duurzaamheid staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij Kees Taal Wim Zaalmink Maart 2012 LEI, onderdeel van Wageningen UR, Den Haag Voorwoord Met trots presenteer

Nadere informatie

Zeeduivel, Vis van het jaar 2018

Zeeduivel, Vis van het jaar 2018 Zeeduivel, Vis van het jaar 2018 Zeeduivel wordt door VLAM uitgeroepen tot vis van het jaar 2018. Maar wat zijn de biologische kenmerken van deze soort? Wat is de herkomst van onze Belgische zeeduivel?

Nadere informatie

ONDERZOEKSGROEP VISSERIJTECHNIEK PROJECT LATE NETINNOVATIE LANGOUSTINEVISSERIJ

ONDERZOEKSGROEP VISSERIJTECHNIEK PROJECT LATE NETINNOVATIE LANGOUSTINEVISSERIJ ONDERZOEKSGROEP VISSERIJTECHNIEK PROJECT LATE NETINNOVATIE LANGOUSTINEVISSERIJ DIRK VERHAEGHE 6 OKTOBER 2012 1 ONDERZOEKSGROEP VISSERIJTECHNIEK PROJECT LATE NETINNOVATIE LANGOUSTINEVISSERIJ 2 KORTE BESCHRIJVING

Nadere informatie

Steekproef methode (Kevin Vanhalst, ILVO)

Steekproef methode (Kevin Vanhalst, ILVO) Steekproef methode (Kevin Vanhalst, ILVO) Er werd voor de productie van de zoekkaarten voor haaien en roggen gekeken naar de algemene kennis over haaien en roggen. Deze steekproeven werden uitgevoerd op

Nadere informatie

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL Koninkrijk België iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL LE BELGISChE ZEEVISSERIJ in 1973 U ittreksel "Landbouwstatistieken" nr 5-6 mei-juni

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 30.12.2014 L 370/35 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1395/2014 VAN DE COMMISSIE van 20 oktober 2014 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde kleine pelagische visserijen en visserijen voor

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE

11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE 11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE 1. Dankzij de Habitatrichtlijn van de Europese Unie is de bruinvis een beschermde soort die onder het strengste

Nadere informatie

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN INSTANDHOUDING VAN VISBESTANDEN Om de visbestanden in stand te houden, is het nodig deze bestanden ecologisch duurzaam te exploiteren en de sector voor de lange termijn levensvatbaar te maken. Hiertoe

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979 KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 1 i NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg 44-1000 BRUSSEL 1 DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979 ''1 «i T Uittreksel "Landbouwstatistieken" nr

Nadere informatie

Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Project Best Practices II Opzet, eerste uitkomsten, stand van zaken en planning 2017 Voor intern gebruik 27 januari 2017 Ed de Heer Opzet Doelen BPII: 1) het inschatten van de uitvoerbaarheid, naleefbaarheid

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.5.2015 COM(2015) 212 final 2015/0108 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Nadere informatie

SALV. ADVIES Invoering van een puntensysteem voor ernstige inbreuken in de zeevisserij. Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

SALV. ADVIES Invoering van een puntensysteem voor ernstige inbreuken in de zeevisserij. Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES Invoering van een puntensysteem voor ernstige inbreuken in de zeevisserij SALV, 20 september 2012 (nr. 2012-15) Contactpersoon SALV: Dirk Van

Nadere informatie

VALDUVIS. Presentatie Project en Tussentijdse Resultaten. Kim Sys & Arne Kinds

VALDUVIS. Presentatie Project en Tussentijdse Resultaten. Kim Sys & Arne Kinds VALDUVIS Presentatie Project en Tussentijdse Resultaten Kim Sys & Arne Kinds 21 november 2012 Lerend Netwerk - Plaatselijke Groep Belgisch Zeevisserijgebied (EVF - As 4) VLIZ - InnovOcean Site Instituut

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2018 COM(2018) 613 final 2018/0321 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars

Nadere informatie

Aquacultuur in Vlaanderen

Aquacultuur in Vlaanderen Aquacultuur in Vlaanderen ILVO Daan Delbare Problematiek Problematiek Een geringe beschikbaarheid van productiegebieden (zeer korte kuststrook van 64 km, geen afgesloten baaien, competitie met andere gebruikers

Nadere informatie

BEDENKINGEN BIJ DE EVOLUTIE VAN HET GARNAALBESTAND

BEDENKINGEN BIJ DE EVOLUTIE VAN HET GARNAALBESTAND ILVO-NOTA 2017.03 BEDENKINGEN BIJ DE EVOLUTIE VAN HET GARNAALBESTAND HANS POLET INHOUD Grijze garnaal in de Noordzee 3 www.ilvo.vlaanderen.be BEDENKINGEN BIJ DE EVOLUTIE VAN HET GARNAALBESTAND HANS POLET

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Waddenfonds. Nr. 390 1 augustus 2016 Verordening van 30 juni 2016 van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.1.2017 COM(2017) 4 final 2017/0001 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1903 tot vaststelling, voor 2017, van de vangstmogelijkheden

Nadere informatie

de Commerciële kieuw- en warrelnetvisserij,

de Commerciële kieuw- en warrelnetvisserij, Is het je ook opgevallen? De voorbije maanden is er bijna geen week voorbijgegaan of de zeeën en oceanen waren in het wereldnieuws. Eerst was er de tornado aan berichten over voorspelde zeespiegelstijgingen

Nadere informatie

Eerste resultaten van de tweede fase van het Project Alternatieve Visserij

Eerste resultaten van de tweede fase van het Project Alternatieve Visserij Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek www.ilvo.vlaanderen.be Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid Landbouw en Visserij Tussentijds projectrapport Eerste resultaten van de tweede

Nadere informatie

Ronde Tafel Discussie Zeebaars

Ronde Tafel Discussie Zeebaars Ronde Tafel Discussie Zeebaars Vrijdag 20 maart 2015 IMARES, IJmuiden. Aanleiding Op initiatief van de kenniskring Kleinschalige Kust- en zeevisserij werd afgelopen vrijdag 20 maart 2015 een bijeenkomst

Nadere informatie

Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk

Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk Europese Visserijfonds, investering in duurzame visserij Project Innovatieve discardvermindering in de praktijk Eerste inzicht in de mogelijke effecten van het verlagen van de minimuminstandhoudingsreferentiemaat

Nadere informatie

Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij. Hoezo dure gasolie?

Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij. Hoezo dure gasolie? www.kenniskringvisserij.nl Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij Hoezo dure gasolie? Tips voor boomkorvissers om brandstof te besparen en hun rendement te verhogen In deze brochure beschrijven

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Joop Nijssen T 0031 70 348 4858

Nadere informatie

Trends in Zeevisserij 2013

Trends in Zeevisserij 2013 Trends in Zeevisserij 2013 Innovatie loont! 22 maart 2013, Kees Taal Trends Innovatie Ondernemerschap Verduurzaming Markt Trends Investeringen Prestaties: Kottervloot - Platvis - Garnalen - Flyshoot -

Nadere informatie

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Bouwen aan een betere toekomst voor vis en vissers Het EC-voorstel kort samengevat Maatregelen tegen overbevissing en ten gunste van duurzaam beheer

Nadere informatie

MINISTERIE VAN LANDBOUW

MINISTERIE VAN LANDBOUW MINISTERIE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent RIJKSSTATION VOOR ZEEVISSERIJ - OOSTENDE (Directeur : P. HOVART) TEMPERATUUR EN VANGST P.

Nadere informatie

Vlaanderen is visserij

Vlaanderen is visserij Vlaanderen is visserij De Belgische zeevisserij 2016 BEDRIJFSRESULTATEN Economische resultaten van de Belgische rederijen DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ www.vlaanderen.be/landbouw //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1749 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.8.2012 COM(2012) 432 final 2012/0208 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor

Nadere informatie

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij De voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij e voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij Veelgebruikt vistuig in Europa De mariene biodiversiteit neemt snel af. Vanwege

Nadere informatie

BELGISCHE ZEEVISSERIJ

BELGISCHE ZEEVISSERIJ NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg 44 000 BRUSSEL Tel. : 53.9.50 BELGISCHE ZEEVISSERIJ JAAR 984 Uittreksel "Landbouw/statistieken nr 4, 5, 98". I N H O U D S O P G A V E ZEEVISSERIJ Jaar

Nadere informatie

Gezonde visbestanden van de Belgische aanvoer

Gezonde visbestanden van de Belgische aanvoer Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Duurzaamheidsteam Eenheid: Dier - Visserij Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.: +32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be Gezonde visbestanden

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Visbestanden in de Noordzee,

Visbestanden in de Noordzee, Indicator 11 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door overbevissing staan veel visbestanden

Nadere informatie

Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël

Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël Stichting Masterplan Duurzame Visserij februari 2016 p/a Vlaak 4 8321 RV Urk Contactpersoon: drs. J.Luchies T: 0527 681641 E: jluchies@mkbadviseurs.nl www.masterplanduurzamevisserij.nl

Nadere informatie

ILVO. Duurzame visserij. Heleen Lenoir - De strandwerkgroep 21 februari 2015

ILVO. Duurzame visserij. Heleen Lenoir - De strandwerkgroep 21 februari 2015 Duurzame visserij Heleen Lenoir - De strandwerkgroep 21 februari 2015 Opbouw I. Problemen visserij II. Toolbox visserijbeheer III. De Noordzee visserijbestanden status IV. De Belgische visserij- boomkor

Nadere informatie

Eindverslag : Haalbaarheidsstudie ivm de oprichting van een zaterdagmarkt voor langoustines in Oostende.

Eindverslag : Haalbaarheidsstudie ivm de oprichting van een zaterdagmarkt voor langoustines in Oostende. Eindverslag : Haalbaarheidsstudie ivm de oprichting van een zaterdagmarkt voor langoustines in Oostende. 1. Context De hierna beschreven studie werd uitgevoerd in het kader van het project Oolavis. Dit

Nadere informatie

Experimenten Eco-Roll Flumetank Boulogne-sur-Mer

Experimenten Eco-Roll Flumetank Boulogne-sur-Mer Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Eenheid: Dier - Visserij Ankerstraat 1 B-8400 Oostende, België Tel.: +32 59 342250 Fax: +32 59 330629 www.ilvo.vlaanderen.be Experimenten Eco-Roll Flumetank

Nadere informatie

VERDER ONDERZOEK OVER HET ELECTR!SCH VISSEN

VERDER ONDERZOEK OVER HET ELECTR!SCH VISSEN M!NiSTER!E VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. Ltevens, directeur-generaal) VERDER ONDERZOEK

Nadere informatie

Uitkomsten. van de Belgische zeevisserij. Administratie Land- en Tuinbouw Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Dienst Zeevisserij

Uitkomsten. van de Belgische zeevisserij. Administratie Land- en Tuinbouw Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Dienst Zeevisserij Uitkomsten van de Belgische zeevisserij 2004 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Land- en Tuinbouw Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Dienst Zeevisserij Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Nadere informatie

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014 Visserij in Cijfers Trends in zeevisserij Kees Taal en Mike Turenhout Scheveningen 28 februari 2014 Visserij in Cijfers Jaarlijkse publicatie Vanaf nu via LEI-internet te downloaden www.visserijincijfers.nl

Nadere informatie

QuickTime en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.

QuickTime en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven. Fuikenvisserij Een fuik is een langwerpig, taps toelopend, rondgebreid net met een wijde opening en meerdere 'kelen': versmallingen met daarin een netwerk dat het terugzwemmen van de vis belemmert. Een

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie visserij 10.4.2015 2014/0319(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het protocol

Nadere informatie

SUMWING BESPAREND VISSEN

SUMWING BESPAREND VISSEN SUMWING BESPAREND VISSEN Maart 2009 Uit visserijnieuws: Van der Vis:,,Maandag in het Diepe Gat lag de grond na de storm van afgelopen weekend open. De TX 38 kreeg daar rukken tot 20 ton, maar wij hadden

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 06 juni 2014 Betreft Maatregelen zeebaars

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 06 juni 2014 Betreft Maatregelen zeebaars > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A Brussel, 6 december 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0365 (E) 14292/18 PECHE 462 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor 2019,

Nadere informatie

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Nathalie Steins & Adriaan Rijnsdorp, IMARES Wageningen UR 20 juni 2016 Background NL vloot heeft 80% Noordzee tong quota Zorgen over traditionele vangstmethode (boomkor)

Nadere informatie

Vissen in de Ardennen

Vissen in de Ardennen Vissen in de Ardennen Inleiding Bent u van plan om uw hengels mee te nemen op vakantie? Hier volgen enkele praktische tips die u kunnen helpen om uw favoriete sport in alle rust te beoefenen. Zoals in

Nadere informatie

Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode 1 maart december 2016

Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode 1 maart december 2016 Project Best Practices II Tussenrapportage Innovatieprojecten aanlandplicht Selectiviteit Periode Opgesteld door: R. Martens d.d. 20 maart 2017 Inhoudsopgave 1. Algemene Projectinformatie...3 2. Voortgang

Nadere informatie

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ Tweede Kamerfractie ChristenUnie Arie Slob 22 januari 2011 TIENPUNTENPLAN VOOR DE NEDERLANDSE NOORDEEVISSERIJ Het gaat gelukkig beter met de visbestanden

Nadere informatie

VALDUVIS. 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog. Arne Kinds Kim Sys

VALDUVIS. 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog. Arne Kinds Kim Sys VALDUVIS Duurzaamheidsbarometer voor de visserij 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog Arne Kinds Kim Sys Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit

Nadere informatie

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur?

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur? Opdracht 1a. In de tabel hieronder staan een aantal materialen. Bedenk per type materiaal 3 soorten afval die je tegenkomt onderweg naar school of op het schoolplein. Zoek per categorie van 1 soort afval

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 23 september 2009 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad houdende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0263/92. Amendement. Jens Gieseke, Gabriel Mato namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0263/92. Amendement. Jens Gieseke, Gabriel Mato namens de PPE-Fractie 11.9.2017 A8-0263/92 92 Artikel 16 Artikel 16 Aangewezen havens voor de groepen 1, 2, 3, 4 en 7 De in levend gewicht uitgedrukte drempel voor de onder het meerjarenplan vallende soorten, bij overschrijding

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 98 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in

Nadere informatie

Notitie voorstel beheerplan staande nettenvisserij in kustzone van Nederland

Notitie voorstel beheerplan staande nettenvisserij in kustzone van Nederland Notitie voorstel beheerplan staande nettenvisserij in kustzone van Nederland Emmeloord, 1 november 2007 Opgesteld door: D.J.T. Berends (Nederlandse Vissersbond) in samenspraak Ed Reker, Rems Cramer, Arjan

Nadere informatie

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek Pulsvisserij Overzicht Onderzoek Platvis Bob van Marlen Inhoud Historisch overzicht onderzoek RIVO-IMARES garnaal en vooral platvis EU-verbod ICES vragen in 2006 en onderzoek hierop gericht Vangstvergelijking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 1474 30 januari 2009 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 januari 2009, nr. TRCJZ/2009/210,

Nadere informatie

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ Factsheet: Schol versie maart 2013 Schol is een belangrijke vissoort voor de Nederlandse vissector, zelfs één van de belangrijkste wat betreft aanvoer op de Nederlandse afslagen; bijna 50% van alle vis

Nadere informatie

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014 VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014 In dit document wordt antwoord gegeven op een aantal veel gestelde vragen over de aanlandplicht. Aan de publicatie kunnen geen

Nadere informatie

Samenvatting praktijkonderzoek passieve vistuigen in de Noordzee

Samenvatting praktijkonderzoek passieve vistuigen in de Noordzee Het project Kenniskringen visserij wordt gefinancierd door het Europees Visserijfonds investering in duurzame visserij Afdeling Visserij Postbus 68 1970 AB IJmuiden Kenniskringen Visserij: staandwant T.a.v.

Nadere informatie

LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft. Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012

LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft. Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012 LFD: Less Fuel & Discards in Visserij op Noorse kreeft Josien Steenbergen en Jacob van Urk, 4 mei 2012 Achtergrond: visserij in Nederland Advies taskforce duurzame Noordzeevisserij: Reduceren van de kosten

Nadere informatie

Pulskor versus boomkor

Pulskor versus boomkor Pulskor versus boomkor ARM 7 en ARM 44, economische uitkomsten en analyses Vertrouwelijk rapport Kees Taal Mike Turenhout Arie Klok LEI-rapport 2014-xxx Maart 2014 Projectcode Kenniskringen Visserij LEI,

Nadere informatie

Een Eeuw Zeevisserij in België

Een Eeuw Zeevisserij in België Een Eeuw Zeevisserij in België Ann-Katrien Lescrauwaet Heidi Debergh VLIZ medewerkers: Sara Behiels, Jan Haspeslagh, Daphnis Depoorter, Nancy Fockedey, Heike Lust, Liesbeth Lyssens, Jan Mees, Annelies

Nadere informatie

VALDUVIS. 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog. Arne Kinds Kim Sys

VALDUVIS. 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog. Arne Kinds Kim Sys VALDUVIS Duurzaamheidsbarometer voor de visserij 31 oktober 2014 Symposium Dag van de Garnaal, Lauwersoog Arne Kinds Kim Sys Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.6.2018 COM(2018) 390 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken

Nadere informatie

SCHMIDT ZeeVIS ROTTeRDaM De allerbeste VIS VaN De allerbeste VISSeRS SCHMIDT ZeeVIS en MVO

SCHMIDT ZeeVIS ROTTeRDaM De allerbeste VIS VaN De allerbeste VISSeRS SCHMIDT ZeeVIS en MVO SCHMIDT ZEEVIS ROTTERDAM De allerbeste VIS VAN DE ALLERBESTE VISSERS SCHMIDT ZEEVIS EN MVO Verantwoordelijkheid Alleen het beste is goed genoeg De maatschappij schreeuwt om verduurzaming. De vissers en

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel

Nadere informatie

DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ

DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ Vlaanderen is landbouw & visserij DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ 2017 BEDRIJFSRESULTATEN Economische resultaten van de Belgische rederijen DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ www.vlaanderen.be/landbouw ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Geachte heer, mevrouw,

Geachte heer, mevrouw, Geachte heer, mevrouw, Inleiding Met deze brief willen wij u graag op de hoogte stellen van de beslissing van de CVO om het MSC certificaat voor de staand want visserij te beëindigen. De CVO biedt u een

Nadere informatie

Advies. Fonds voor scheepsjongens Brussel, 2 februari 2017

Advies. Fonds voor scheepsjongens Brussel, 2 februari 2017 Advies Fonds voor scheepsjongens 2017 Brussel, 2 februari 2017 Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@salv.be www.salv.be De Strategische

Nadere informatie

SELECTIEF VISSEN DOET LEVEN. Actieplan van en voor de Vlaamse visserijsector. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

SELECTIEF VISSEN DOET LEVEN. Actieplan van en voor de Vlaamse visserijsector. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Actieplan SELECTIEF VISSEN DOET LEVEN Actieplan van en voor de Vlaamse visserijsector Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij SELECTIEF VISSEN DOET LEVEN ACTIEPLAN VAN EN VOOR DE VLAAMSE VISSERIJSECTOR

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Visserij De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 4 september 2008 2070828790 Viss. 2008/5042 25 september

Nadere informatie

Visserijimpact in de Noordzee

Visserijimpact in de Noordzee Titel Visserijimpact in de Noordzee Hans Polet & Jochen Depestele Presentatie bij Stichting de Noordzee mei 2011 Inleiding Titel Wie zijn wij? Visserijtechneuten Visserijtechnologie 2 www.visserijnieuws.punt.nl

Nadere informatie

Els Vanderperren & Hans Polet

Els Vanderperren & Hans Polet Terugblikken op wat is geweest en uitkijken naar wat komt... We doen het allemaal vrijwel doorlopend. Toch staan we er zelden echt bij stil hoezeer beide onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Door de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 februari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 februari 2015 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 11 februari 2015 (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2013/0436 (COD) 6023/15 LIMITE PECHE 48 CODEC 160 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties

Nadere informatie

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES advies naar aanleiding van de studie betreffende het opstellen van een lijst van potentiële Habitatrichtlijngebieden in het 26 maart 2010 2

Nadere informatie

Vandaag vis of morgen ook nog?

Vandaag vis of morgen ook nog? Page 1 of 6 (/) dinsdag 13 december 2016 - Algemeen Visvangst in de Ierse Zee: wetenschappers raden al jaren aan om er niet meer op tong te vissen. Justin Tallis De visquota liggen nog niet vast of sommige

Nadere informatie

Kostprijs garnalen. Kenniskring duurzame garnalenvisserij. 1. Inleiding. 2. Kosten. Mike Turenhout, Arie Klok en Wim Zaalmink

Kostprijs garnalen. Kenniskring duurzame garnalenvisserij. 1. Inleiding. 2. Kosten. Mike Turenhout, Arie Klok en Wim Zaalmink Kostprijs garnalen Kenniskring duurzame garnalenvisserij Mike Turenhout, Arie Klok en Wim Zaalmink 1. Inleiding Om een gezonde visserij te hebben, is het van belang om niet onder de kostprijs te vissen.

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2013 COM(2013) 250 final 2013/0133 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 302/2009 van de

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 29.5.2015 L 133/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/812 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 mei 2015 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2187/2005,

Nadere informatie