Bijlage 3. Facultair reglement. Academiejaar BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 1/66

Transcriptie

1 Bijlage 3 Facultair reglement Academiejaar BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 1/66

2 Facultair reglement: facultaire aanvullingen op de HoGent Onderwijs- en Examenregeling Academiejaar Inhoudsopgave I. ALGEMEEN... 4 art. 1 Definitie en toepassing... 4 II. ONDERWIJSREGELING... 5 Deel 1. Onderwijsregeling: toelatingsvoorwaarden... 5 art. 2 Toelatingsvoorwaarden voor de navorming Proefdierkunde... 5 art. 3 Bijzondere toelatingsvoorwaarden: opleidingstrajecten in afstandsleren binnen de opleiding vastgoed... 5 Deel 2. Onderwijsregeling: inschrijvingen... 5 art. 4 Herinschrijving (OER art. 16 2)... 5 art. 5 Algemene bepaling ondertekening jaarprogramma (OER art. 14 4)... 5 art. 6 Inschrijven voor een persoonlijk deeltraject (PDT)(OER art. 19 3)... 6 art. 7 Studiegeld en stopzettingsmodaliteiten voor de navorming Proefdierkunde (OER art. 29 9)... 9 art. 8 Bijzondere studiekosten (OER art. 30) Deel 3. Onderwijsregeling: organisatie van onderwijsactiviteiten art. 9 Opleidingsprogramma s concordantie (OER art. 33 4) art. 10 Deelname aan onthaalactiviteiten en andere informatiemomenten (OER art. 36) 11 art. 11 Deelname aan studie- en onderwijsactiviteiten (OER art. 34 en 36) art. 12 Verplichte onderwijsactiviteiten en niet-periodegebonden evaluaties (zoals gequoteerde oefeningen, testen, presentaties, projecten, seminaries, ) (OER art. 36 2, 3 ) art. 13 Betrokkenheid bij groepswerk art. 14 Naleven van deadlines bij opdrachten in het kader van niet-periodegebonden evaluaties en periodegebonden evaluaties art. 15 Buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38) art. 16 Beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38 2, 5 ) III. EXAMENREGELING Deel 1. Examenregeling: organisatie van examens en examenactiviteiten art. 17 Examencontract evaluatiemomenten (OER art. 44 en art. 45) art. 18 Tweede examenkans (OER art. 42 4) art. 19 Organisatie van de examens: studentenkaart en identiteitskaart (OER art. 46) art. 20 Naleven van de examenregeling (OER art. 48) art. 21 Naleven van de examenregeling bij persoonlijk deeltraject art. 22 Feedback BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 2/66 2

3 Deel 2. Examenregeling: examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel art. 23 Beoordeling van onderwijsactiviteiten via peer assessment art. 24 Jury bij mondelinge examens (OER art. 45) art. 25 Attest nascholing Proefdierkunde IV. ACADEMISCHE KALENDER art. 26 Aanvullingen op de academische kalender V. STAGEREGLEMENT art. 27 Algemene bepalingen art. 28 Gebruikte terminologie art. 29 Contract art. 30 Brochure Informatiebundel stage art. 31 Werktijden art. 32 Afwezigheid tijdens stageperiode art. 33 Gewettigde afwezigheid van meer dan 5 stagedagen art. 34 Verbreken van de overeenkomst ten gevolge van ongewettigde afwezigheid, deontologische fout van de student, (OER art. 35) art. 35 Verbreken van de overeenkomst op vraag van de stagegever art. 36 Verbreken van de overeenkomst op vraag van de student art. 37 Toekenning van een andere stagebegeleider art. 38 Onverenigbaarheden bij de keuze van de stageplaats art. 39 Beoordeling van buitenlandse stage art. 40 Mogelijkheid tot tweede examenkans VI. BACHELORPROEF art. 41 Brochure Informatiebundel bachelorproef art. 42 Verdediging bachelorproef - jury art. 43 Toekenning van een promotor art. 44 Openbaarheid verdediging bachelorproef art. 45 Timing indienen bachelorproef Bijlage 1: Volgtijdelijkheidstabellen Bijlage 2: Concordantietabellen BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 3/66 3

4 I. ALGEMEEN art. 1 Definitie en toepassing 1. Het facultair reglement FNT bevat specifieke aanvullingen bij de onderwijs- en examenregeling (OER) van de HoGent. 2. Het facultair reglement FNT treedt in werking vanaf de start van het academiejaar en vervangt alle vorige versies. 3. Bij eventuele conflicten tussen de FOER en de studiefiche krijgen de bepalingen in de FOER voorrang op de studiefiche. BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 4/66 4

5 II. ONDERWIJSREGELING Deel 1. Onderwijsregeling: toelatingsvoorwaarden art. 2 Toelatingsvoorwaarden voor de navorming Proefdierkunde De navorming Proefdierkunde is toegankelijk voor personen die relevante, aantoonbare beroepservaring hebben of houder zijn van een diploma secundair onderwijs. Kandidaatdeelnemers, die wensen in te schrijven op basis van relevante aantoonbare beroepservaring, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert in overleg met de opleidingsvoorzitter de faculteitsraad, bij delegatie de decaan, die over het dossier beslist. art. 3 Bijzondere toelatingsvoorwaarden: opleidingstrajecten in afstandsleren binnen de opleiding vastgoed Alvorens in te schrijven voor een opleidingstraject in afstandsleren zal de kandidaat-student een online intakeprocedure doorlopen die resulteert in een advies. Deel 2. Onderwijsregeling: inschrijvingen art. 4 Herinschrijving (OER art. 16 2) De richtlijnen i.v.m. de herinschrijvingen worden jaarlijks gepubliceerd in de Chamilo-cursus Studentenaangelegenheden FNT. art. 5 Algemene bepaling ondertekening jaarprogramma (OER art. 14 4) De student ontvangt, via de inschrijvingsdocumenten ter goedkeuring en ondertekening. Indien de student materiële vergissingen vaststelt, meldt hij dit schriftelijk aan het studentensecretariaat of aan de studietrajectbegeleider: - uiterlijk op 1 december 2015 voor de opleidingsonderdelen van semester 1; - uiterlijk op 15 maart 2016 voor de opleidingsonderdelen van semester 2. Indien de student geen melding doet van materiële vergissingen wordt de student geacht de via ibamaflex bezorgde documenten te aanvaarden, ook al heeft hij de inschrijvingsdocumenten digitaal niet ondertekend. BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 5/66 5

6 art. 6 Inschrijven voor een persoonlijk deeltraject (PDT) (OER art. 19 3) 1. Volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid van de opleidingsonderdelen Bij de opbouw van de opleidingsprogramma s werd de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid geven weer welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én welke opleidingsonderdelen gelijktijdig gevolgd moeten worden. Bijlage 1 van dit facultair reglement bevat de volgtijdelijkheids- en gelijktijdigheidstabellen van de opleidingen. De student moet bij de opbouw van zijn persoonlijk deeltraject deze volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid respecteren. Studenten met een persoonlijk deeltraject kunnen van de volgtijdelijkheid afwijken mits een motivatie via de elektronische studieprogramma-aanvraag hiervoor in te dienen bij de studietrajectbegeleider. Bij de beoordeling van de aanvraag zal rekening gehouden worden met de haalbaarheid, de invloed op de studieduur en de invloed op het leerkrediet van de student. De studietrajectbegeleider adviseert, eventueel na het inwinnen van de nodige informatie. De faculteitsraad, bij delegatie de decaan, beslist over het dossier. 2. Omvang van een persoonlijk deeltraject In principe bevat een persoonlijk deeltraject 60 studiepunten, ongeacht het soort inschrijvingscontract. Voor studenten die pas inschrijven vanaf het tweede semester bevat een persoonlijk deeltraject in principe maximaal 30 studiepunten. De toegestane belasting wordt afhankelijk gesteld van de studie-efficiëntie in het vorige academiejaar (studie-efficiëntie is het aantal studiepunten waarvoor men een heeft verworven ten opzichte van het totaal aantal ingeschreven studiepunten). Voor het bepalen van de maximale studiebelasting gelden de volgende regels: - studie-efficiëntie 75% en een studieprogramma van minimaal 57 studiepunten in het voorbije academiejaar: o per semester maximum 38 studiepunten; o totaal: maximum 75 studiepunten; Een zwaar studiepakket (meer dan 30 studiepunten per semester of meer dan 60 studiepunten per academiejaar) wordt enkel toegestaan indien de studieduur kan verkort worden met een jaar of een half jaar. - studie-efficiëntie 50% en <75% of studie-efficiëntie 75% binnen een studieprogramma van minder dan 57 studiepunten in het voorbije academiejaar: o per semester maximum 32 studiepunten; o totaal: maximum 60 studiepunten; - studie-efficiëntie <50% in het voorbije academiejaar. Student valt onder studievoortgangsbewaking: o per semester maximum 27 studiepunten; o totaal: maximum 50 studiepunten. BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 6/66 6

7 Studenten die een persoonlijk deeltraject aanvragen, zijn zelf verantwoordelijk voor de haalbaarheid van het ingediende voorstel binnen het lessenrooster van hun opleiding. Een student kan het samenvallen van lessen ten gevolge van een persoonlijk deeltraject niet inroepen voor het wettigen van afwezigheden op verplichte onderwijsactiviteiten. Indien er zich in verband hiermee éénmalige problemen voordoen, neemt de student vooraf contact op met alle betrokken docenten om na te gaan hoe dit probleem eventueel kan opgelost worden. 3. Regels voor het opnemen van stage en bachelorproef in een persoonlijk deeltraject Een student kan pas inschrijven voor stage en bachelorproef als hij voor alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 een heeft verworven en ingeschreven is voor alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3. Afwijkingen zijn eventueel mogelijk op basis van een gemotiveerde aanvraag in de elektronische studieprogramma-aanvraag, behalve in één van volgende situaties: 1. de student moet nog een verwerven voor een opleidingsonderdeel uit het eerste modeltraject; 2. de student moet nog voor meer dan 9 studiepunten s verwerven uit het tweede modeltraject; 3. in vastgoed-landmeten: is inschrijving voor stage onmogelijk indien men niet is voor topometrie 2 of voor landmeetpraktijk 2; 4. in modetechnologie: inschrijving voor stage en bachelorproef is onmogelijk indien men niet is voor industriële confectietechnieken 3; 5. in agro- en biotechnologie: inschrijven voor stage 2 en bachelorproef is onmogelijk indien men niet is voor stage 1; 6. de student moet nog voor meer dan 6 studiepunten opleidingsonderdelen volgen in hetzelfde semester als stage en bachelorproef; 7. het volgen van de lessen betekent een afwezigheid van meer dan 1 volledige dag per week of meer dan 2 halve dagen per week; 8. de stage kan niet tijdig afgewerkt worden doordat de student teveel aanwezig moet zijn in de lessen. De mogelijke inschrijving voor stage en bachelorproef kan worden uitgesteld en onder voorwaarden gesteld. Na een gunstige beoordeling na de bekendmaking van de resultaten van de eerste examenperiode, kunnen deze studenten zich in semester 2 inschrijven voor stage en bachelorproef door het invullen en indienen van het document Wijziging PDT. 4. Algemene richtlijnen bij het samenstellen van een persoonlijk deeltraject. 1. De opleidingsonderdelen die een student moet hernemen, krijgen voorrang op alle andere opleidingsonderdelen. 2. Daarna krijgen de opleidingsonderdelen uit een lager modeltraject voorrang op opleidingsonderdelen uit een hoger modeltraject. 3. De volgtijdelijkheid moet gevolgd worden (afwijkingen zijn mogelijk bij een studieefficiëntie 75% in een curriculum van > 57 studiepunten met het oog op studieduurverkorting.) 4. De student moet rekening houden met de belasting van zijn persoonlijk deeltraject per semester en per academiejaar. BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 7/66 7

8 5. De student moet aan de hand van de uurroosters nagaan of hij de lessen van de gekozen opleidingsonderdelen ook effectief kan volgen. Hij is zelf verantwoordelijk voor de haalbaarheid van het ingediende voorstel binnen het lessenrooster van zijn opleiding. Niet-periodegebonden evaluatie moet steeds gevolgd worden. Het volgen van een PDT is geen excuus om verplichte lessen of testen te missen. Enkel indien dit éénmalig is, kan op voorhand de betrokken docent gecontacteerd worden om naar een oplossing te zoeken. 6. Bij een persoonlijk deeltraject is het examenrooster en lessenrooster vaak minder gunstig omdat deze zijn afgestemd op modeltrajecten. Enkel als meerdere examens binnen hetzelfde dagdeel vallen, kan een examen verplaatst worden. 7. De student heeft er belang bij om meteen de juiste opleidingsonderdelen te kiezen aangezien er beperkingen zijn per opleidingsonderdeel qua laatste inschrijvingsdatum en uitschrijvingsdatum. BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 8/66 8

9 art. 7 Studiegeld en stopzettingsmodaliteiten voor de navorming Proefdierkunde (OER art. 29 9) Het studiegeld voor de navorming Proefdierkunde en de stopzettingsmodaliteiten zijn de volgende (DFNT/NG/2015/ONDW/17557). 9 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 9/66

10 art. 8 Bijzondere studiekosten (OER art. 30) 1. Algemene bepalingen In de studiefiche staat per opleidingsonderdeel een overzicht van de te verwachten studiekosten. Dit overzicht omvat de geschatte prijs van handboeken en syllabi, inclusief te verwachten extra kopieën, studiereizen en studie-uitstappen en alle andere studiekosten die door de faculteit worden voorzien. De begrote en niet begrote studiekosten (exclusief handboeken en syllabussen) worden per semester geïnd via rechtstreekse en persoonlijke facturatie aan de student. Studenten die zonder geldige reden afwezig zijn op een verplichte activiteit kunnen geen aanspraak maken op terugbetaling van de kosten die verbonden zijn aan die activiteit. Kosten die effectief gemaakt zijn voor studenten die ongewettigd afwezig zijn op een activiteit zullen worden aangerekend. Afhankelijk van de opleiding wordt er bij aanvang van de studie een specifieke demo- en practicumbijdrage of een bepaald bedrag aan labogeld vastgelegd. Aangezien deze bijdrage niet altijd verbonden is aan één bepaald opleidingsonderdeel, is deze informatie niet opgenomen in de studiefiches, maar wel terug te vinden op de website van de faculteit Natuur en Techniek bij de opleidingsspecifieke informatie: 2. De terugbetaling van de bijzondere studiekosten - Studenten die vóór de aanvang van de onderwijsactiviteiten van een opleidingsonderdeel uitschrijven, krijgen de bijbehorende bijzondere studiekost volledig terug. - Studenten die uitschrijven voor opleidingsonderdelen van semester 1 vóór 1 november krijgen 50% van het betaalde bedrag terug. - Studenten die uitschrijven voor opleidingsonderdelen van semester 2 vóór 1 maart krijgen 50% van het betaalde bedrag terug. 10 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 10/66

11 Deel 3. Onderwijsregeling: organisatie van onderwijsactiviteiten art. 9 Opleidingsprogramma s concordantie (OER art. 33 4) De onderstaande opleidingen werken vanaf academiejaar met een nieuw opleidingsprogramma. - Bachelor in de agro- en biotechnologie. (4 afstudeerrichtingen). De nieuwe programma s worden voor alle modeltrajecten tegelijk ingevoerd vanaf academiejaar Bachelor in de modetechnologie. Het nieuwe programma wordt voor alle modeltrajecten tegelijk ingevoerd vanaf academiejaar Bachelor in de textieltechnologie. Het nieuwe programma wordt vanaf academiejaar gradueel ingevoerd. De concordanties tussen het oude opleidingsprogramma en het vernieuwde opleidingsprogramma worden als bijlage toegevoegd (bijlage 2). art. 10 Deelname aan onthaalactiviteiten en andere informatiemomenten (OER art. 36) De studenten zijn verplicht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt. Datum en tijdstip van deze activiteiten worden bekend gemaakt via Chamilo. art. 11 Deelname aan studie- en onderwijsactiviteiten (OER art. 34 en 36) 1. Studenten die een (deel)vrijstelling aanvragen, moeten in afwachting van een goedkeuring van de (deel)vrijstelling deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten waarvoor zij nog niet formeel vrijgesteld zijn. Dit geldt ook voor onderwijsactiviteiten in de vorm van groepswerk, projectwerk en dergelijke. Een student die na verloop van tijd verneemt dat hij geen vrijstelling krijgt, kan voor de periode voorafgaand aan deze mededeling geen overmacht inroepen. 2. De student die een persoonlijk deeltraject aanvraagt, moet alle onderwijsactiviteiten volgen van de aangevraagde opleidingsonderdelen in zijn/haar studietraject ook al is dit traject nog niet goedgekeurd. 11 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 11/66

12 art. 12 Verplichte onderwijsactiviteiten en niet-periodegebonden evaluaties (zoals gequoteerde oefeningen, testen, presentaties, projecten, seminaries, ) (OER art. 36 2, 3 ) 1. Verplichte aanwezigheid op onderwijsactiviteiten Voor studie- en onderwijsactiviteiten die beoordeeld worden via niet-periodegebonden evaluatie is de aanwezigheid tijdens deze activiteiten verplicht. Indien voor een onderwijsactiviteit de aanwezigheid verplicht is, staat dit vermeld in de studiefiche of in de curriculumcursus op Chamilo. Als er tijdens een onderwijsactiviteit een quotering in het kader van niet-periodegebonden evaluatie gegeven wordt, tekent de student bij elk evaluatiemoment een aanwezigheidslijst als bewijs van deelname. De lesgever controleert de aanwezigheid. Eventuele vergissingen kunnen worden rechtgezet. In geval van betwisting wordt slechts de handtekening van de student op de aanwezigheidslijsten als geldig bewijs aanvaard. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door de docent bewaard tot 60 dagen na het afsluiten van de 3 e examenperiode. Een student die laattijdig inschrijft, neemt binnen 8 kalenderdagen na inschrijving per contact op met de betrokken docent om af te spreken hoe hij de gemiste nietperiodegebonden evaluaties kan inhalen of welke vervangende opdracht hij moet uitvoeren. Als hij dit niet doet, krijgt hij de quotering nul voor elk van de gemiste evaluaties. Als het aantal gemiste evaluaties binnen de niet-periodegebonden onderwijsactiviteit meer dan 30% bedraagt, kan dit aanleiding geven tot de onmogelijkheid om de student te evalueren. In dat geval krijgt de student de vermelding afwezig. 2. Procedure voor het melden van een afwezigheid tijdens de lesweken. Alle afwezigheden moeten zo snel mogelijk, bij voorkeur voor de start van de onderwijsactiviteit en uiterlijk binnen de 48u op elektronische wijze gemeld worden (via module mijn afwezigheden in ibamaflex: en kunnen gewettigd worden op basis van: - een medisch attest; - erkende overmacht. De volledige procedure wordt gepubliceerd op de Chamilocursus Studentenaangelegenheden FNT Afwezigheden ten gevolge van overmacht kunnen gewettigd worden met een officieel attest. Als de oorzaak van de overmacht vooraf gekend is, moet de student het al of niet kunnen wettigen van de afwezigheid vooraf bespreken met het diensthoofd studentenaangelegenheden. Indien deze afwezigheid niet vooraf besproken werd, is ze steeds ongewettigd tenzij ze veroorzaakt werd door een onverwachte situatie. 12 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 12/66

13 Overmacht te wijten aan een onverwachte situatie (vertraging trein, ongeval, ) wordt direct gemeld aan het studentensecretariaat dat vervolgens het diensthoofd studentenaangelegenheden verwittigt. Onderstaande attesten worden niet aanvaard: - laattijdig opgestelde attesten; - attesten die laattijdig bezorgd werden aan de faculteit; - attesten waarin enkel de verklaring van de student wordt gemeld (dixitattest). Voorbeelden van niet-gewettigde afwezigheid: zich overslapen, zich vergissen van datum of uur voor een onderwijsactiviteit, te laat komen, een trein missen, enzovoort. Het melden van een afwezigheid betekent niet dat deze automatisch erkend wordt als een gewettigde afwezigheid. Betreft de melding van een afwezigheid tijdens de stageperiode dan volgt de student nauwgezet de regels opgenomen in het stagereglement en de stagebundel. 3. Inhaalmogelijkheid bij een gewettigde afwezigheid voor een verplichte onderwijsactiviteit of voor een niet-periodegebonden evaluatie wegens ziekte of overmacht Enkel in geval van gewettigde afwezigheid wegens ziekte (met een gelegitimeerd medisch attest) of overmacht kunnen de gemiste verplichte onderwijsactiviteiten, indien organisatorisch mogelijk, ingehaald worden. Een evaluatiemoment (elke vorm van evaluatie) kan slechts één keer verplaatst worden. Het bepalen van het inhaalmoment gebeurt door de docent in overleg met de student. Als de student meent dat er ten onrechte geen inhaalmogelijkheid is, maakt hij dit onmiddellijk aanhangig bij de ombudsdienst. 4. Beoordeling bij afwezigheden voor niet-periodegebonden evaluatie Indien de student onwettig afwezig is op een niet-periodegebonden evaluatie krijgt de student de vermelding nul voor de gemiste niet-periodegebonden evaluatie. Indien de student voor een niet-periodegebonden evaluatie binnen een (deel)opleidingsonderdeel in die mate afwezig is dat binnen het (deel)opleidingsonderdeel het verworven hebben van alle eindcompetenties, conform de evaluatiewijze vermeld in de studiefiche, niet meer ten volle bewezen kan worden, krijgt de student de vermelding afwezig voor het (deel)opleidingsonderdeel. Indien het aantal gemiste evaluaties binnen de niet-periodegebonden onderwijsactiviteit meer dan 30% bedraagt, kan dit aanleiding geven tot de onmogelijkheid om de student te evalueren. 13 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 13/66

14 art. 13 Betrokkenheid bij groepswerk Als de student in het kader van groepswerk een gebrek aan betrokkenheid vertoont, kan de lesgever de student uitnodigen tot een gesprek, dat bedoeld is om de student terug in het groepswerk te betrekken. Ook de student kan een dergelijk gesprek vragen. Tijdens dit gesprek kunnen ook de andere groepsleden gehoord worden. Er wordt afgesproken op welke wijze, indien mogelijk, de student terug aan de werkzaamheden van de groep kan deelnemen. Als wordt vastgesteld dat de student niet meer kan instappen in het groepswerk of indien de student niet op het gesprek aanwezig is of als de student na afloop van deze procedure nog niet aan de gestelde eisen voldoet, krijgt hij de quotering afwezig voor het geheel van dit groepswerk, en dus voor het (deel)opleidingsonderdeel. art. 14 Naleven van deadlines bij opdrachten in het kader van nietperiodegebonden evaluaties en periodegebonden evaluaties De opdrachten in het kader van niet-periodegebonden evaluaties en periodegebonden evaluaties (projectverslagen, papers, stageverslagen, bachelorproeven, casussen,.) moeten op de afgesproken datum worden ingediend. De praktische organisatie wordt door de docenten en via Chamilo aan de studenten meegedeeld. Iedere deadline moet strikt worden gerespecteerd. art. 15 Buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38) De student die in het kader van stage 1 binnen het modeltraject 2 van de opleiding agro- en biotechnologie kiest voor een buitenlandse stage binnen Europa, registreert zich via Over iedere student wordt, in lijn met de bepalingen in de OER art. 38 2, 3, een facultaire beslissing genomen die vóór 10 juli aan de student meegedeeld wordt. Bij alle andere buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand volgt de student de richtlijnen vanuit de opleiding met betrekking tot timing en procedure voor aanvraag tot deelname aan deze activiteit. Gezien deze buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand passen binnen de opleiding en de beoogde competenties, beslist de opleiding over toelating tot deelname aan deze activiteit. art. 16 Beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten (OER art. 38 2, 5 ) De facultaire dienst verantwoordelijk voor internationalisering publiceert de timing en procedure voor aanvraag beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten bij aanvang van de informatiecyclus in het tweede semester van het academiejaar voorafgaand aan de buitenlandse onderwijsactiviteit. Dit gebeurt in de Chamilocursus Internationalisering Natuur en Techniek. De betrokken studenten ontvangen doorheen het voorbereidingsproces up-todate informatie. 14 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 14/66

15 III. EXAMENREGELING Deel 1. Examenregeling: organisatie van examens en examenactiviteiten art. 17 Examencontract evaluatiemomenten (OER art. 44 en art. 45) Voor bepaalde opleidingsonderdelen bevat de evaluatie (een) individuele opdracht(en). De student ingeschreven met een examencontract moet zelf tijdig de individuele opdracht(en) bij de lesgever opvragen of downloaden van de elektronische leeromgeving. Conform artikel 45 2 van de OER verloopt de evaluatie, ongeacht het soort contract dat de student heeft afgesloten, telkens op dezelfde wijze. De student ingeschreven met een examencontract moet voor deze opdrachten dus dezelfde afspraken respecteren als de studenten ingeschreven met een diplomacontract of een contract. art. 18 Tweede examenkans (OER art. 42 4) Voor evaluaties van bepaalde opleidingsonderdelen is er geen tweede examenkans mogelijk. De informatie hierover is opgenomen in de studiefiches van de desbetreffende opleidingsonderdelen. art. 19 Organisatie van de examens: studentenkaart en identiteitskaart (OER art. 46) Een student moet zich bij elke evaluatie (periodegebonden en niet-periodegebonden) kunnen identificeren aan de hand van zijn studentenkaart. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan een identiteitskaart of paspoort voor de identificatie worden gebruikt. Tevens tekent hij de aanwezigheidslijst als bewijs van deelname aan het examen. art. 20 Naleven van de examenregeling (OER art. 48) 1. Periodegebonden evaluatie: melden gewettigde afwezigheid Alle afwezigheden moeten zo snel mogelijk, bij voorkeur voor de start van het examen en uiterlijk binnen de 48u op elektronische wijze gemeld worden (via module mijn afwezigheden in ibamaflex: en kunnen gewettigd worden op basis van: - een medisch attest; - erkende overmacht. De volledige procedure wordt gepubliceerd op de Chamilocursus Studentenaangelegenheden FNT Afwezigheden ten gevolge van overmacht kunnen gewettigd worden met een officieel attest. Als de oorzaak van de overmacht vooraf gekend is, moet de student het al of niet kunnen 15 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 15/66

16 wettigen van de afwezigheid vooraf bespreken met het diensthoofd studentenaangelegenheden. Indien deze afwezigheid niet vooraf besproken werd, is ze steeds ongewettigd tenzij ze veroorzaakt werd door een onverwachte situatie. Overmacht te wijten aan een onverwachte situatie (vertraging trein, ongeval, ) wordt direct gemeld aan het studentensecretariaat dat vervolgens het diensthoofd studentenaangelegenheden verwittigt. Onderstaande attesten worden niet aanvaard: - laattijdig opgestelde attesten; - attesten die laattijdig bezorgd werden aan de faculteit; - attesten waarin enkel de verklaring van de student wordt gemeld (dixitattest). Voorbeelden van niet-gewettigde afwezigheid: zich overslapen, zich vergissen van datum of uur voor een examenactiviteit, te laat komen, het missen van een trein, enzovoort. Het melden van een afwezigheid betekent niet dat deze automatisch erkend wordt als een gewettigde afwezigheid. 2. Inhaalexamens Een student die wegens ziekte of overmacht afwezig is op het examen kan het examen enkel inhalen indien hij over een geldig medisch attest beschikt of de overmacht erkend is en indien dit organisatorisch mogelijk is. Een aanvraag voor een inhaalexamen impliceert niet automatisch dat er een inhaalexamen kan worden georganiseerd. Studenten kunnen per examenperiode slechts één keer een bepaald examen verplaatsen. Tevens kan er maar één examen per dagdeel ingehaald worden. De faculteit Natuur en Techniek voorziet per examenperiode én binnen de examenperiode een bepaalde dag en bepaalde uren waarop de inhaalexamens georganiseerd worden. Dit wordt gecommuniceerd via het examenrooster of via het ad valvas bericht met betrekking tot de examens. Inhalen van een examen kan enkel binnen de door de faculteit voorziene inhaalmomenten tenzij op basis van individuele uitzonderlijke omstandigheden. In dat geval kan de student contact opnemen met de studietrajectbegeleider van zijn opleiding. art. 21 Naleven van de examenregeling bij persoonlijk deeltraject Studenten die ten gevolge van een persoonlijk deeltraject twee examens op hetzelfde dagdeel dezelfde dag moeten afleggen, kunnen één van de twee examens verplaatsen. In principe wordt het examen behorende tot het hoogste modeltraject verplaatst. 16 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 16/66

17 In het bericht op Chamilo met betrekking tot de examens wordt per examenperiode de uiterste datum voor het indienen van de aanvraag en de te volgen procedure kenbaar gemaakt. Verplaatsen van een examen omwille van samenvallende examens is niet meer mogelijk als de aanvraag gebeurt na de uiterste datum zoals kenbaar gemaakt in de te volgen procedure. Een student die een mondeling en een schriftelijk examen binnen hetzelfde dagdeel moet afleggen, neemt onmiddellijk na bekendmaking van de roosters contact op met de docent van het mondelinge examen om een ander tijdstip toegewezen te krijgen. art. 22 Feedback Wie uitleg wenst over de examenresultaten heeft aanwezigheidsplicht op de geplande feedbackmomenten. Na de officiële feedbackmomenten wordt geen extra feedback georganiseerd, behoudens bij overmacht. De student meldt voor de aanvang van de feedback zijn afwezigheid via de module mijn afwezigheden in ibamaflex: en voegt terzelfdertijd de documenten ter staving van de overmacht toe. In dat geval kan de student een aanvraag tot feedback richten tot het diensthoofd studentenaangelenheden. Als de afwezigheid de status gewettigd krijgt en als dit organisatorisch mogelijk is, kan er een nieuw feedbackmoment vastgelegd worden. 17 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 17/66

18 Deel 2. Examenregeling: examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel art. 23 Beoordeling van onderwijsactiviteiten via peer assessment Indien een onderwijsactiviteit beoordeeld wordt via peer assessment (beoordeling van studenten door medestudenten) kan dit slechts voor maximaal (rechtstreeks of onrechtstreeks) 20% van de maximum te behalen punten. De overige 80% wordt beoordeeld door de betrokken lesgever(s) onafhankelijk van het resultaat van het peer assessment. De titularis van het opleidingsonderdeel blijft verantwoordelijk voor alle toegekende beoordelingen en de motivatie ervan. art. 24 Jury bij mondelinge examens (OER art. 45) Om de kwaliteit van de opleiding te garanderen en een echte inbreng vanuit het werkveld te bewerkstelligen kan bij mondelinge examens een extern jurylid aanwezig zijn. De titularissen blijven evenwel individueel verantwoordelijk voor de correctheid van de toegekende examenresultaten. art. 25 Attest nascholing Proefdierkunde Aan de studenten die de nascholing Proefdierkunde gevolgd hebben, wordt een attest uitgereikt. 18 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 18/66

19 IV. ACADEMISCHE KALENDER art. 26 Aanvullingen op de academische kalender In de faculteit Natuur en Techniek kunnen voor de studenten onderwijs- en examenactiviteiten worden georganiseerd in andere perioden dan vermeld op de academische kalender. De studenten ontvangen bij de aanvang van het academiejaar een aangepaste academische kalender. De stage kan ook tijdens de vakantieperiodes, behalve tijdens de zomervakantie, georganiseerd worden. Bij identificatie FFNT/B/2015/ONDW/17737 werd de academische kalender voor de faculteit Natuur en Techniek goedgekeurd (zie onder). 19 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 19/66

20 20 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 20/66

21 V. STAGEREGLEMENT art. 27 Algemene bepalingen 1 Het stagereglement heeft betrekking op de opleidingsonderdelen stage, stage 1 en stage 2 aangeboden in de opleidingen van de faculteit Natuur en Techniek. 2 Het reglement maakt samen met de studiefiche, het stagecontract en de brochure Informatiebundel stage één geheel uit. art. 28 Gebruikte terminologie - De stagiair: student die stage loopt in een bedrijf; - stagegever: de ondernemer bij wie de student stage loopt; - stagementor: werknemer die de student op de werkvloer begeleidt. Deze zal dus ook instaan voor de evaluatie van de student; - stagebegeleider: stageverantwoordelijke in de faculteit. Hij of zij is de schakel tussen de ondernemer en de stagiair; - stagecoördinator: verantwoordelijke voor de organisatie van de stage binnen de faculteit. art. 29 Contract Voor elke vorm van stage wordt een contract opgesteld en ondertekend door de stagegever enerzijds en door de student en de decaan anderzijds. Zonder een contract dat door alle betrokken partijen ondertekend is, kan de student niet aan de stage beginnen. Er moeten drie ondertekende exemplaren van het contract zijn: 1 voor de externe partij, 1 voor de student en 1 voor HoGent. art. 30 Brochure Informatiebundel stage Per opleiding en eventueel per afstudeerrichting, is er een brochure met de richtlijnen die de student moet volgen tijdens zijn/haar stage. Deze brochure bevat onder andere informatie over de periode, de organisatie en begeleiding van de stage, de rapportering, eventuele zelfreflectie over de activiteiten, de evaluatie,. art. 31 Werktijden Voor de student gelden normaliter dezelfde werktijden als voor de werknemers van het bedrijf. Indien de student in ploegen zou moeten werken of nachtwerk verrichten, dient dit eerst besproken te worden met de stagecoördinator van de betrokken opleiding. 21 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 21/66

22 art. 32 Afwezigheid tijdens stageperiode De student moet elke afwezigheid tijdens de stageperiode aan de stagebegeleider, stagementor en het secretariaat melden conform de richtlijnen opgenomen in de brochure Informatiebundel stage. Activiteiten van de HoGent waarop de student aanwezig moet zijn, meldt de student ruim vooraf aan het bedrijf (afstudeerbeurs, feedback, eventueel overleg met stagebegeleider, ). Het gebeurt soms dat studenten die in het lopende academiejaar hun diploma kunnen behalen, tijdens hun stage uitgenodigd worden voor een sollicitatiegesprek in een ander bedrijf. Dat kan een geldige reden voor afwezigheid zijn. De student moet vooraf aan de stagementor én aan de stagebegeleider de toelating vragen om afwezig te zijn. De student bezorgt aan het secretariaat een bewijs van de sollicitatie. De student kan maximaal twee keer een beroep doen op deze maatregel. art. 33 Gewettigde afwezigheid van meer dan 5 stagedagen Bij gewettigde afwezigheid tijdens de stageperiode van meer dan 5 stagedagen, wordt de stageperiode verlengd. Deze verlenging gebeurt in overleg met de stagementor, de stagebegeleider en de student. De verlenging van de periode kan alleen indien het organisatorisch mogelijk is. Indien de verlenging van de stageperiode niet mogelijk is, wordt er in overleg met de stagecoördinator van de opleiding, de voorzitter van de opleiding, de stagebegeleider, het diensthoofd studentenaangelegenheden en de ombudsdienst (als vertegenwoordiger van de student) een mogelijke oplossing uitgewerkt. Indien ten gevolge van de afwezigheden op de stage het verworven hebben van alle eindcompetenties niet meer ten volle kan bewezen worden, krijgt de student de vermelding afwezig voor het opleidingsonderdeel. art. 34 Verbreken van de overeenkomst ten gevolge van ongewettigde afwezigheid, deontologische fout van de student, (OER art. 35) De student aanvaardt dat de stagegever of de faculteit een einde maakt aan de overeenkomst in geval van deontologische fout, manifeste onbekwaamheid, wangedrag, slechte wil, opzettelijke overtreding van bepalingen van de overeenkomst, alsook in geval van herhaalde ongewettigde afwezigheid van de student. In deze gevallen krijgt de student de vermelding afwezig voor het opleidingsonderdeel. art. 35 Verbreken van de overeenkomst op vraag van de stagegever Indien er zich op de stageplaats problemen voordoen die van die aard zijn dat de stagegever de stageovereenkomst wenst te verbreken, zal de decaan na overleg met de voorzitter van de opleiding, de stagecoördinator van de opleiding, de stagebegeleider, het diensthoofd 22 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 22/66

23 studentenaangelegenheden en de ombudsdienst (als vertegenwoordiger van de student) één van de onderstaande beslissingen nemen: - de student krijgt de toestemming om zijn/haar stage verder te zetten op een nieuwe stageplaats waarbij vastgelegd wordt hoeveel dagen/weken de student op de nieuwe stageplaats nog moet presteren en hoe de beoordeling van beide stageplaatsen zal verrekend worden; - de student krijgt de toestemming om een volledig nieuwe stage aan te vatten op een andere stageplaats; - de stage wordt definitief beëindigd. art. 36 Verbreken van de overeenkomst op vraag van de student De student kan op basis van gegronde redenen bij de decaan een aanvraag indienen om tijdens de stageperiode van stageplaats te veranderen. De student kan een dergelijke aanvraag slechts éénmaal indienen. De decaan zal de aanvraag behandelen in overleg met de voorzitter van de opleiding, de stagecoördinator van de opleiding, de stagebegeleider, het diensthoofd studentenaangelegenheden en de ombudsdienst (als vertegenwoordiger van de student) en zal één van de onderstaande beslissingen nemen: - de student krijgt de toestemming om zijn stage verder te zetten op een nieuwe stageplaats waarbij vastgelegd wordt hoeveel dagen/weken de student op de nieuwe stageplaats nog moet presteren en hoe de beoordeling van beide stageplaatsen zal verrekend worden; - de student krijgt de toestemming om een volledig nieuwe stage aan te vatten op een andere stageplaats; - de stage wordt definitief beëindigd. art. 37 Toekenning van een andere stagebegeleider De student kan om grondige redenen en in samenspraak met de ombudsdienst de aangeduide stagebegeleider binnen de 14 dagen na bekendmaking wraken. De student zal, indien de aangehaalde grondige redenen erkend worden, een andere stagebegeleider toegewezen krijgen door de faculteitsraad. art. 38 Onverenigbaarheden bij de keuze van de stageplaats Er is onverenigbaarheid bij de keuze van de stageplaats indien één van de volgende situaties zich voordoet: - studenten lopen stage in een bedrijf waar een docent van de opleiding fungeert als stagementor of leidinggevende van het bedrijf; - studenten lopen stage in een bedrijf waar de stagementor of leidinggevende verwant is met de student (partnerschap, bloed- of aanverwantschap tot de vierde graad). 23 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 23/66

24 Als er zich een onverenigbaarheid voordoet, zal de decaan in overleg het diensthoofd studentenaangelegenheden, de stagecoördinator van de opleiding en de voorzitter van de opleiding beslissen of deze stageplaats al dan niet weerhouden kan worden. De student is verplicht eventuele onverenigbaarheden te melden bij de aanvraag tot goedkeuring van de stageplaats. art. 39 Beoordeling van buitenlandse stage Er wordt een onderscheid gemaakt tussen studenten die als Erasmusstudent opleidingsonderdelen opnemen bij een buitenlandse partnerinstelling ter vervanging van stage en bachelorproef en studenten die stage lopen in een buitenlandse onderneming waarbij de begeleiding van de student de verantwoordelijkheid blijft van de faculteit. 1. De Erasmusstudenten De Erasmusstudent valt tijdens zijn buitenlandse stageperiode voor de evaluatie en begeleiding van de stage onder de verantwoordelijkheid van de partnerinstelling. Hij/zij wordt aldus op het einde van zijn verblijf door deze instelling voor zijn prestaties beoordeeld. HoGent en de partnerinstelling ondertekenen een learning agreement betreffende het te compenseren aantal studiepunten in de buitenlandse instelling. Een student moet stage en bachelorproef steeds samen opnemen in zijn programma. De student tekent vóór zijn vertrek dat hij zich akkoord verklaart met de puntenoverdracht. Dit systeem impliceert dat de partnerinstelling, zodra de student zijn leeropdracht aan deze partnerinstelling aanvat, instaat voor de inhoudelijke begeleiding en evaluatie. Als er zich tijdens de Erasmusperiode moeilijkheden zouden voordoen, dient de student dit te melden. 2. De stagiairs in een buitenlandse onderneming Deze studenten blijven voor hun buitenlandse stageperiode volledig onder de verantwoordelijkheid van de HoGent. Het stageverloop wordt gestuurd via telefoon en/of , zowel met de stagementor in het bedrijf als met de student zelf. Via het stageboek blijft de stagebegeleider in België voortdurend op de hoogte van wat er gebeurt. De stagebegeleider neemt op geregelde tijdstippen contact op met de stagementor. Problemen (vb. communicatieproblemen, problemen met het stagebedrijf, organisatorische problemen, ) moeten altijd via gemeld worden aan de stagebegeleider. 24 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 24/66

25 De communicatie tussen het buitenlands stagebedrijf, de student en de faculteit Natuur en Techniek gebeurt in het Nederlands, het Engels of het Frans. art. 40 Mogelijkheid tot tweede examenkans Voor de stage wordt geen tweede examenkans georganiseerd. Wanneer een student voor de eerste examenkans niet is voor het betrokken opleidingsonderdeel blijft de behaalde beoordeling behouden voor de tweede examenkans. 25 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 25/66

26 VI. BACHELORPROEF art. 41 Brochure Informatiebundel bachelorproef Per opleiding en eventueel per afstudeerrichting, is er een brochure met de richtlijnen die de student moet volgen bij het uitwerken van de bachelorproef. Deze brochure bevat bijvoorbeeld informatie over de rapportering van de vorderingen van de bachelorproef, de evaluatie, art. 42 Verdediging bachelorproef - jury Aan de bachelorproef wordt een mondelinge presentatie en verdediging gekoppeld. Per student of groep studenten wordt een jury aangeduid. De jury oordeelt over de bachelorproef, de mondelinge presentatie en verdediging ervan. De samenstelling van de jury wordt door de decaan beslist en wordt 14 dagen voor de presentatie aan de studenten bekendgemaakt via de elektronische leeromgeving. Bij overmacht kan de decaan de jury wijzigen. De student wordt over de wijziging van de samenstelling van de jury geïnformeerd. De openbaarheid van de verdediging moet worden gewaarborgd conform de OER (art. 51). De plaats en het tijdstip van de verdediging worden vooraf aan de student bekendgemaakt, bijvoorbeeld via de elektronische leeromgeving. De student houdt er rekening mee dat deze datum en het uur nadien nog kunnen wijzigen. De beraadslaging van de jury over de evaluatie van de student is niet openbaar. Verdedigingen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de faculteit na afspraak met de decaan. art. 43 Toekenning van een promotor De student kan om grondige redenen en in samenspraak met de ombudsdienst de aangeduide promotor binnen de 14 dagen na bekendmaking wraken. De student zal, indien de aangehaalde grondige redenen erkend worden, een andere promotor toegewezen krijgen door de faculteitsraad. art. 44 Openbaarheid verdediging bachelorproef 1. Indien er in de bachelorproef vertrouwelijke informatie vermeld wordt, waarvan het bedrijf van mening is dat deze vertrouwelijk moet blijven, kan in overleg met de promotor, stagebegeleider, algemene coördinator stage en student beslist worden dat de bachelorproef niet openbaar zal gemaakt worden en dat elk lid van de jury een verklaring van vertrouwelijkheid zal ondertekenen. Hiertoe zullen de nodige 26 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 26/66

27 documenten ingevuld worden. De faculteit ontvangt in elk geval een volwaardige bachelorproef zodat de beoordeling ervan mogelijk blijft. 2. Een student kan wegens grondige persoonlijke redenen in overleg met de promotor en stagecoördinator aanvragen om de verdediging van zijn bachelorproef niet openbaar te laten gebeuren. De decaan beslist over het wel of niet toestaan van het niet openbaar verlopen van de verdediging. art. 45 Timing indienen bachelorproef 1. De bachelorproef wordt ingediend zoals vermeld in de brochure Informatiebundel bachelorproef. 2. Uitstel van indienen van de bachelorproef wordt schriftelijk en gemotiveerd aangevraagd bij het diensthoofd studentenaangelegenheden, die zorgt voor de verdere behandeling van het dossier. Uitstel kan enkel toegekend worden indien er een gegronde reden is voor het laattijdig afgeven. 3. Een bachelorproef die zonder voorafgaande toestemming laattijdig ingediend wordt, zal niet meer aanvaard worden. De verdediging gekoppeld aan de bachelorproef zal niet doorgaan en de student krijgt de vermelding afwezig. 27 BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 27/66

28 Bijlage 1: Volgtijdelijkheidstabellen - bachelor in de agro en biotechnologie - bachelor in de chemie - bachelor in de elektromechanica - bachelor in de houttechnologie - bachelor in de modetechnologie - bachelor in de textieltechnologie - bachelor in het vastgoed BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 28/66

29 Volgtijdelijkheid DIERENZORG Modeltraject 2 Nieuwe programma Oude programma Stage 1 45 studiepunten van modeltraject 1 45 studiepunten van modeltraject 1 Dierenzorg hond en kat Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Basisverzorging en EHBO Morfologie van het dier Dierenzorg paard Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Basisverzorging en EHBO Morfologie van het dier Dierenzorg nieuwe gezelschapsdieren Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Morfologie van het dier Project diermanagement Veehouderij en stallenbouw Werkveldoriëntatie Rassenleer Rassenleer Project dier Project dier Toegepaste informatica en wetenschappelijke rapportering Laboratoriumvaardigheden Agrochemie Basiswetenschappen 1 OF Microbiologie Chemie Microbiologie, biochemie en biotechnologie OF Microbiologie en biochemie OF Microbiologie of samen te volgen met Ethiek en dierenwelzijn Dierengedrag of samen te volgen met Dierengedrag of samen te volgen met Diervoeding Voedingsleer Voedingsleer Veterinaire assistentietechnieken Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Basisverzorging en EHBO Morfologie van het dier Statistische dataverwerking Toegepaste informatica 1 OF Informatieverwerking of samen te volgen met Informatieverwerking of samen te volgen met Small business project 1 Basis- en bedrijfseconomie OF of samen te volgen met Basis- en bedrijfseconomie of samen te volgen met Ondernemersvaardigheden 1 Dieren in de hulpverlening Dierengedrag of samen te volgen met Dierengedrag of samen te volgen met Sportbegeleiding Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Morfologie van het dier Fokkerij Voortplanting en verloskunde Morfologie van het dier Dierenzorg paard of samen te volgen met Dierenzorg paard of samen te volgen met Dierenzorg hond en kat of samen te volgen met Dierenzorg kleine huisdieren OF Dierenzorg hond en kat of samen te volgen met Zoodieren Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Morfologie van het dier Veeteelt: productie en fokkerij Veehouderij en stallenbouw OF of samen te volgen met Veehouderij en stallenbouw of samen te volgen met Voedselproducerende dieren EN veehouderij OF Basisprincipes veemanagement EN landbouwconstructies EN stallenbouw BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 29/66

30 Modeltraject 3 Nieuwe programma Oude programma Bedrijfs- en kwaliteitsmanagement Basis- en bedrijfseconomie OF of samen te volgen met Basis- en bedrijfseconomie of samen te volgen met Economie EN (ondernemersvaardigheden 2 OF Informatieverwerking dolod ondernemersvaardigheden 2) Dierenzorg landbouwhuisdieren en farmacologie Agrochemie Basiswetenschappen 1 OF Chemie Microbiologie Microbiologie, biochemie en biotechnologie OF Microbiologie en biochemie Gedragsproblemen en training Dierengedrag Dierengedrag Ethiek en dierenwelzijn Gedragsproblemen Praktijksessies dierenzorg Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 of samen te volgen met Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 of samen te volgen met Veehouderij OF Specialisatie dierlijke productie Veemanagement Veeteelt: productie en fokkerij Voedselproducerende dieren OF Basisprincipes veemanagement Small business project 2 Ondernemersvaardigheden 2 OF Basis- en bedrijfseconomie of samen te volgen met dolod ondernemersvaardigheden 2 OF Basis- en bedrijfseconomie of samen te volgen met Small business project 1 Project dierengezondheid 1 Management van dierenartsenpraktijk Anatomie en fysiologie van het dier Anatomie en fysiologie van het dier Morfologie van het dier Dierenzorg paard Dierenzorg paard Dierenzorg hond en kat Dierenzorg kleine huisdieren Veterinaire assistentietechnieken Veterinaire assistentietechnieken Rescue wilde dieren Zoodieren Dierenzorg koudbloedigen en wilde dieren Bedrijfsmanagement dierlijke productie Werkveldoriëntatie / / Veeteelt: productie en fokkerij / / Basis- en bedrijfseconomie Economie EN (ondernemersvaardigheden 2 OF ondernemersvaardigheden 2 (dolod) Bedrijfs- en kwaliteitsmanagement of samen te volgen met Ondernemersvaardigheden 1 OF Bedrijfs- en kwaliteitsmanagement of samen te volgen met Stage 2 Bachelorproef Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 of samen te volgen met of samen te volgen met Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 Alle opleidingsonderdelen uit modeltraject 3 of samen te volgen met of samen te volgen met BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 30/66

31 Volgtijdelijkheid GROENMANAGEMENT Modeltraject 2 Nieuwe programma Oude programma Stage 1 45 studiepunten van modeltraject 1 45 studiepunten van modeltraject 1 Bomen en sierplanten 2 Bomen en sierplanten 1 OF of samen te volgen met Bomen en sierplanten 1 Boomteelt EN Sierteelt Project groen- en plantmanagement 1 Project plant en groen Project plant en groen Toegepaste informatica en wetenschappelijke rapportering Aanleg 3 (GR) OF of samen te volgen met Aanleg 3 (GR) of samen te volgen met Aanleg en beheer van tuinen en openbaar groen 1 EN Aanleg en beheer van tuinen en openbaar groen 2 Beheer 3 (GR) of samen te volgen met Beheer 3 (GR) OF of samen te volgen met Vegetatiekunde en verwerkingstechnieken Bomen en sierplanten 2 (PM) OF of samen te volgen met Bomen en sierplanten 2 (PM) of samen te volgen met Boomteelt EN Sierteelt Teelten onder glas: sierteelt (PM) OF of samen te volgen met Teelten onder glas: sierteelt (PM) of samen te volgen met Teelten onder glas EN Sierteelt Plantenbescherming 2 Microbiologie, biochemie en biotechnologie OF of Microbiologie Microbiologie en biochemie OF Microbiologie of samen te volgen met Ecologie en plantenbescherming Ecologie EN plantenbescherming Statistische dataverwerking Informatieverwerking OF of samen te volgen met Informatieverwerking of samen te volgen met Toegepaste informatica 1 Keuze groenmanagement Aanleg 2 Aanleg 1 Aanleg Beheer 2 Beheer 1 Beheer Aanleg 3 Aanleg 2 OF of samen te volgen met Aanleg 2 of samen te volgen met Aanleg en beheer van tuinen en openbaar groen 1 Beheer 3 Beheer 2 OF of samen te volgen met (Natuurbeheer EN Beheer 2 of samen te volgen met Vegetatiekunde en verwerkingstechnieken OF verwerkingstechnieken) Keuze plantmanagement Vollegrondsteelten Plantaardige productie Plantenteelt- en kennis Laboratoriumvaardigheden Basiswetenschappen 1 OF Agrochemie Chemie Microbiologie Microbiologie, biochemie en biotechnologie OF Microbiologie en biochemie OF Microbiologie of samen te volgen met Teelttechnieken tuinbouw Plantaardige productie Plantenteelt- en kennis Teelten onder glas: sierteelt Plantaardige productie Plantenteelt- en kennis BC/B/2015/ONDW/ bijlage 3 31/66