BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit INLEIDING

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: _4/20 Betreft: Besluit op bezwaar van N.V. Continuon Netbeheer tegen het besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie van 17 december 2004, kenmerk I INLEIDING 1. N.V Continuon Netbeheer (hierna: Continuon) heeft bezwaar ingesteld tegen de maximum aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor het jaar Een belangrijk onderdeel van de bezwaren betreft de afwijzing van het verzoek om extra tariefruimte voor een investering in een project ter verzwaring van het net van Continuon in Noordwest-Nederland, het zogenoemde Full Power Project. 2. Alle bezwaren van Continuon zijn ongegrond verklaard. Hieronder wordt uiteengezet in welk kader het bestreden besluit is genomen alsmede welke overwegingen bij de beoordeling van de bezwaren een rol hebben gespeeld. 3. Op 1 juli 2005 is in werking getreden de Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan, Stb. 2005, In artikel II van deze wet is bepaald dat in verband met deze omvorming de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) wordt gewijzigd, in die zin dat de taken en bevoegdheden die op grond van de E-wet waren toebedeeld aan de directeur DTe, thans toekomen aan de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet. 5. Voorts is in artikel IX, eerste lid, van deze wet bepaald dat ten aanzien van bezwaar of beroep tegen een besluit van de directeur van de dienst, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de E- wet, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet, in de plaats treedt van de directeur, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de E-wet, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet. Gelet op het vorenstaande is de Raad bevoegd om op het onderhavige bezwaar te beslissen. Pagina 1 van 22

2 III AANLOOP NAAR DE TARIEFBESLUITEN Totstandkoming van de TarievenCode en vaststelling Methodebesluiten 6. Op 30 september 1999 is, bij besluitnummer 002, het besluit tot vaststelling van de tariefstructuren (hierna: TarievenCode), zoals bedoeld in artikel 27 van de E-wet, tot stand gekomen. De TarievenCode is laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 april 2005 (kenmerk ). Met het besluit van 12 september 2003 met kenmerk heeft de directeur DTe de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door de netbeheerders elektriciteit vastgesteld (hierna: Methodebesluit x- factor). Tariefvoorstellen en voorstellen aanmerkelijke investering 7. Op 2 september 2004 heeft de directeur DTe het informatieverzoek NE-TAR (hierna: tarievenverzoek) in concept naar de netbeheerders gestuurd met het verzoek voor 1 oktober 2004 het tariefvoorstel, zoals bedoeld in artikel 41b, eerste lid van de E-wet (hierna: tariefvoorstel), bij de directeur DTe in te dienen. Op 17 en 21 september 2004 heeft de directeur DTe het tarievenverzoek naar de netbeheerders gestuurd. 8. Op 31 maart 2004 heeft Continuon voorstellen ingediend voor een tariefverhoging ter dekking van de kosten voor een uitzonderlijke en aanmerkelijke investering ter uitbreiding van het door de netbeheerder beheerde net, zoals bedoeld in artikel 41b, tweede lid van de E- wet. Deze voorstellen worden hierna afzonderlijk in dit besluit behandeld. 9. Op 20 oktober 2004 heeft de directeur DTe mededeling gedaan in de Staatscourant 1 van de voorstellen van de netbeheerders voor de gereguleerde aansluit- en transporttarieven Deze voorstellen zijn gedurende twee weken vanaf de dag van publicatie in de Staatscourant ter inzage gelegd bij DTe en op de Internetpagina van DTe gepubliceerd ( De directeur DTe heeft, waar nodig, aan bepaalde netbeheerders aanvullende vragen gesteld wat heeft geresulteerd in ofwel een verzoek tot een aangepast voorstel over het jaar 2005, ofwel een verzoek om nadere onderbouwing van het reeds ingediende voorstel. Tariefbesluiten 10. Op 17 en 23 december 2004, 12 januari 2005 respectievelijk 2 februari 2005 heeft de directeur DTe de maximum aansluit- en transporttarieven als bedoeld in artikel 41c, eerste lid, E-wet vastgesteld voor alle netbeheerders. Het besluit van 17 december 2004 tot vaststelling van de aansluit- en transporttarieven voor het jaar 2005 voor Continuon is geplaatst in de Staatscourant 2. 1 Stcrt. van 24 oktober 2004, nr. 202, p Strcrt. van 22 december 2004, nr. 247, p. 94. Pagina 2 van 22

3 Bezwaren 11. Op 27 januari 2005 heeft Continuon bezwaar ingediend tegen het besluit van 17 december 2004 inzake de vaststelling van de maximum aansluit- en transporttarieven elektriciteit, zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van de E-wet, voor het jaar 2005 (kenmerk /13) voor Continuon. De bezwaren zijn op 24 februari 2005 aangevuld met gronden. Tevens is een verzoek gedaan om in te stemmen met rechtstreeks beroep. 12. Dit verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep is afgewezen bij brief van 9 maart 2005 omdat er andere bezwaren tegen het besluit waren ingediend door GEM Westeraam Beheer B.V., GEM Westeraam Elst C.V., de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (de VNG), de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), waarin eenzelfde verzoek ontbreekt. 13. Op 7 april 2005 is een gezamenlijke hoorzitting gehouden ten kantore van de NMa te s-gravenhage. Bovengenoemde bezwaarmakers zijn uitgenodigd om de bezwaren mondeling nader toe te lichten. Voor de hoorzitting is EnergieNed, sectie netbeheerders, eveneens uitgenodigd. VEMW heeft haar bezwaren ingetrokken 14. Alle genodigden hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om hun standpunt nader toe te lichten. Het standpunt van Continuon is toegelicht door de gemachtigden mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.L. Pigmans. Verder waren zijdens Continuon aanwezig de heer A. Van de Belt, de heer J. Poot, de heer R. Trekop alsmede de heer J. Schuld van TenneT. Van de hoorzitting is een verslag opgemaakt dat op 26 april 2005 aan de genodigden is toegezonden. IV AANLOOP NAAR HET BESTREDEN BESLUIT 15. Het bestreden besluit omvat diverse onderwerpen. Een aantal daarvan zijn onderwerp van geschil geworden. De aanloop naar de besluitvorming inzake deze onderwerpen van geschil worden, ter verduidelijking van de context, hierna besproken. Het betreft: de periodieke aansluitvergoeding meerlengte kabel; de aanpassing van de rekenvolumes; het verzoek om extra tariefruimte ter bekostiging van een voorgenomen investering. Periodieke aansluitvergoeding meerlengte > 25 meter 3-10 MvA 16. Op 1 oktober 2004 heeft de directeur DTe het tariefvoorstel van Continuon ontvangen. Op 19 oktober 2004 heeft DTe Continuon per meegedeeld dat het ingediende tariefvoorstel voor periodieke aansluitvergoeding meerlengte >25 meter bij 3 tot 10 MVA 3 onjuist is. Op 26 oktober 2004 heeft Continuon aangegeven haar tariefvoorstel op dit punt te zullen aanpassen. Op 5 november 2004 heeft Continuon laten weten de periodieke aansluitvergoeding meerlengte per meter > 25 meter voor aansluitingen van 3 tot 10 MvA op nul te hebben gesteld. Per mail van 15 november 2004 heeft DTe Continuon medegedeeld 3 MVA: mega volt ampere, een vermogenseenheid voor elektriciteit. Pagina 3 van 22

4 dat Continuon alsnog een tariefvoorstel (niet zijnde een nultarief) op dit punt moet doen conform de audit- en invulinstructie van Per brief van 3 december 2004 heeft Continuon medegedeeld geen aanvullend voorstel te zullen doen voor de deelmarkt periodieke aansluitvergoeding meerlengte >25 meter bij 3 tot 10 MVA. 17. Op 9 december 2004 heeft de directeur DTe per aan Continuon bekendgemaakt hetgeen onder randnummer 36 van het bestreden besluit is vermeld, namelijk dat met Continuon is overeengekomen dat uiterlijk per 1 april 2005 een herzien tariefvoorstel is ingediend voor de deelmarkt periodieke aansluitvergoeding meerlengte tot en met 25 meter en per meter meerlengte boven de 25 meter voor aansluitingen 3-10 MVA en dat na de beoordeling van dit voorstel overgegaan wordt tot ambtshalve wijziging van het tariefbesluit met terugwerkende kracht tot 1 januari Op 17 december 2004 is het bestreden besluit genomen. Hiertegen is, zoals genoemd, op 27 januari 2005 bezwaar ingediend. 18. Voorafgaande aan de hoorzitting van 7 april 2005 heeft Continuon op 30 maart 2005 aangegeven niet alsnog een herzien tariefvoorstel meerlengte kabel in te zullen dienen. De directeur DTe ontbeerde mitsdien de gegevens op grond waarvan hij tot een ander dan een nultarief voor deze categorie aansluiting kan komen. Rekenvolumes 19. In voornoemde van 19 oktober 2004 is door de directeur DTe aan Continuon ook het volgende medegedeeld: Rekenvolumes In uw voorstel worden de normvolumes voor de tariefdragers kw-max en kw-gecontracteerd door u in diverse deelmarkten neerwaarts bijgesteld als gevolg van een nieuwe definitie voor kw-max in de Begrippenlijst, zoals bedoeld in de voorwaarden ex artikel 31, lid 1, sub a, b en c van de E-wet. DTe keurt deze correctie in het kader van de tariefvoorstellen voor het jaar 2005 af aangezien heden geen uniforme, objectieve en transparante methode voor het bepalen en toetsen van de correctie voorhanden is. Om deze reden keurt DTe ook de correctie ten behoeve van de galvanische netten af. DTe brengt u binnenkort op de hoogte van haar standpunt ten aanzien van de verdere afhandeling van dit onderwerp. DTe heeft in de verdere beoordeling van het tariefvoorstel de correctie niet overgenomen, hetgeen kan leiden tot een overschrijding van de door DTe bepaalde Totale Inkomsten. 20. Continuon heeft bij de tariefvoorstellen 2005 op eigen initiatief correcties doorgevoerd om het effect op de volumes te compenseren. De hierbij door Continuon gehanteerde methode leidt tot uitkomsten die door de directeur DTe niet op juistheid te controleren waren. De directeur DTe heeft, op grond van de hem destijds toekomende bevoegdheid, deze correcties in het kader van de tariefvoorstellen voor het jaar 2005 afgekeurd. Tot op heden is er geen uniforme, objectieve en transparante methode voor het bepalen en toetsen van de correctie door Continuon voorhanden. Pagina 4 van 22

5 Verzoek extra tariefruimte 21. Op 22 augustus 2002 heeft ten kantore van DTe een gesprek plaatsgevonden met Noord West Net, dat later is opgegaan in Continuon 4, inzake voorstellen die betrekking hebben op investeringen die in het jaar 2002 en eerder zijn geactiveerd. 22. Na bestudering van de voorstellen en de toelichting daarop heeft de directeur DTe per van 22 augustus 2002 aanvullende vragen gesteld. Bij van 6 september 2002 heeft Noord West Net nadere toelichting met kenmerk CN/SB/MB/ gegeven. 23. Op 17 februari 2003 heeft de directeur DTe een brief met kenmerk /16.B263 verstuurd naar Noord West Net waarin de directeur DTe bekend maakt dat hij het nemen van een besluit over het voorstel voor extra tariefruimte ten behoeve van een aantal investeringen in het Noord-Hollandse net uitstelt, omdat de besluiten over aanmerkelijke investeringen mede worden bepaald door de reguleringssystematiek in de tweede reguleringsperiode ( ). Op 15 september 2003 heeft de directeur DTe het besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel 41, vierde lid van de E-wet, met kenmerk , genomen. In dit besluit is de reguleringssystematiek neergelegd. 24. Op 31 maart 2004 heeft Continuon in een brief, met kenmerk , investeringen in het Noord-Hollandse net die het gevolg zijn van het loskoppelen van productie en transport door middel van het voorstel Full Power opnieuw ingediend en beargumenteerd. Het betreft hier een investering in het Noord-Hollandse transportnet en de aankoppeling van dit net op het 380 kv net van TenneT om de leveringszekerheid op peil te houden nu als gevolg van de liberalisering van productie van elektriciteit geen afstemming meer is tussen de transportcapaciteit en de productiecapaciteit in het Noord-Hollandse net. 25. Op 4 augustus 2004 heeft de directeur DTe Jacobs Consultancy Nederland B.V. (hierna: Jacobs) opdracht gegeven het voorstel voor extra tariefruimte ten behoeve van het project Full Power te onderzoeken. Dit onderzoek richt zich met name op de uitzonderlijkheid van de investeringen. 26. Jacobs heeft op 16 augustus 2004 zijn onderzoeksmethodiek gepresenteerd aan Continuon en de directeur DTe. Continuon heeft per op 23 augustus 2004 en per brief op 22 september 2004 commentaar geleverd op de methodiek van Jacobs. Op 30 augustus 2004 en 16 september 2004 heeft Continuon informatie aan Jacobs verstrekt ten behoeve van het onderzoek van Jacobs. De directeur DTe heeft op 4 november 2004 aanvullende vragen gesteld. Deze vragen zijn door Continuon op 17 november 2004 beantwoord. Op 4 Op 9 juni 2004 heeft de Minister van Economische Zaken ingestemd met de aanwijzing van N.V. Continuon Netbeheer als netbeheerder elektriciteit in het verzorgingsgebied van Noord West Net. Pagina 5 van 22

6 23 november 2004 heeft de directeur DTe een tussenrapportage van Jacobs ontvangen. Op 1 december 2004 heeft Jacobs zijn eindrapportage aan de directeur DTe doen toekomen. 27. De directeur DTe heeft op 1 december 2004 een conceptbeoordeling van het voorstel voor extra tariefruimte aan Continuon gestuurd, evenals de eindrapportage van Jacobs. Bij het bestreden besluit is bijlage 3 gevoegd met daarin de conclusie dat de directeur DTe niet instemt met het voorstel tot tariefsverhoging door Continuon. V JURIDISCH KADER TARIEFBESLUITEN Algemeen 28. Op grond van artikel 40 van de E-wet worden de tarieven voor de diensten ter uitvoering van de taken, genoemd in artikel 16, eerste lid van de E-wet vastgesteld overeenkomstig artikel 41 tot en met 41d van de E-wet. 29. Ingevolge artikel 41b, eerste lid van de E-wet zendt iedere netbeheerder jaarlijks een voorstel voor de tarieven die deze netbeheerder ten hoogste zal berekenen voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, eerste lid van de E-wet. 30. Ingevolge artikel 41b, tweede lid van de E-wet kan een netbeheerder gelijktijdig met het voorstel zoals bedoeld in het eerste lid, een voorstel doen voor een tariefverhoging ter dekking van de kosten voor een uitzonderlijke en aanmerkelijke investering ter uitbreiding van het door de netbeheerder beheerde net. 31. Ingevolge artikel 41c, eerste lid van de E-wet stelt de Raad de tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders en voor onderscheiden tariefdragers, jaarlijks vast. Periodieke aansluitvergoeding meerlengte > 25 meter 3 10 MvA 32. Artikel 41c van de E-wet luidt met ingang van 14 juli 2004: 1. De directeur van de dienst stelt de tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders en voor onderscheiden tariefdragers, jaarlijks vast. 2. De directeur van de dienst kan de tarieven die zullen gelden in het jaar t corrigeren, indien de tarieven die golden in dat jaar of de jaren voorafgaand aan het jaar t: a. bij rechterlijke uitspraak of met toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht zijn gewijzigd; b. zijn vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en de directeur van de dienst, indien hij de beschikking had over juiste of volledige gegevens, tarieven zou hebben vastgesteld die in aanmerkelijke mate zouden afwijken van de vastgestelde tarieven; c. zijn vastgesteld met gebruikmaking van geschatte gegevens en de feitelijke gegevens daarvan afwijken. 3. Indien een voorstel niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 41b, eerste lid, aan de directeur van de dienst is gezonden, stelt deze de tarieven voor de desbetreffende netbeheerder uit eigen beweging vast met inachtneming van artikel 41b. Pagina 6 van 22

7 33. Artikel 42 luidt: 1. De tarieven treden in werking op een door de directeur van de dienst te bepalen datum en gelden tot 1 januari van het jaar, volgend op de datum van inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de tarieven. 2. Indien op 1 januari de tarieven voor het volgende jaar nog niet zijn vastgesteld, gelden de tarieven tot de datum van inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de tarieven voor het volgende jaar. 3. Iedere netbeheerder legt een exemplaar van de voor hem geldende tarieven voor een ieder ter inzage in al zijn vestigingen. 34. Artikel B van de Tarievencode 5 bepaalt het volgende: De periodieke vergoeding voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit kleiner dan 3 MVA bestaat uit een bedrag ter dekking van de kosten van het instandhouden van de aansluiting en voor elke meter meer dan de maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (de verbinding). De periodieke vergoeding voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit groter dan of gelijk aan 3 MVA bestaat uit een bedrag ter dekking van de kosten van het instandhouden van de aansluiting, aangevuld met een bedrag per meter ter dekking van de kosten van het instandhouden voor elke meter meer dan die 25 meter. Rekenvolumes 35. Artikel 41a, eerste lid 1, sub c van de E-wet bepaalt dat de Raad het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld, vaststelt. In de begrippenlijst 6, zoals bedoeld in de voorwaarden ex artikel 31, eerste lid, sub a, b en c van de E-wet, is de definitie van kwmax opgenomen. Voor 1 januari 2004 luidde de definitie van kwmax: De werkelijk voorgekomen maximale belasting van het net door een aangeslotene, die bij een meetperiode van 5 minuten wordt bepaald op basis van het per 5 minuten voortschrijdende kwartiergemiddelde van de vijfminuten kwh-waarden en die bij een andere meetperiode wordt bepaald op basis van de hoogste waarde per meetperiode. Na 1 januari 2004 is deze definitie als volgt gewijzigd: De werkelijk voorgekomen maximale belasting van het net door een aangeslotene, die bij een meetperiode van en die bij een andere meetperiode wordt bepaald op basis van de hoogste waarde per meetperiode. 36. Artikel 27, tweede lid van de E-wet bepaalt dat in de tariefstructuren in ieder geval wordt opgenomen dat: a: een afnemer recht heeft op een aansluiting op het door hem gewenste spanningsniveau, tenzij dit om technische redenen redelijkerwijs niet van de netbeheerder kan worden verlangd; en onder c 7 : een afnemer die beschikt over een aansluiting met 5 De bepaling is in werking getreden op 1 januari 2004, Staatscourant 2003, 160, pag De begrippenlijst zoals gewijzigd per besluit met nummer /17.O169 van de directeur DTe van 18 december 2003 en geldend per 1 januari Dit artikel lid is inwerking getreden op 14 juli Pagina 7 van 22

8 meerdere verbindingen, aangesloten op één of meer spanningsniveaus die vallen binnen dezelfde tariefcategorie voor de berekening van het transportafhankelijk transporttarief wordt geacht te beschikken over één aansluiting. 37. Artikel van de TarievenCode bepaalt onder meer: Voor aansluitingen met meerdere verbindingen geldt dat deze verbindingen voor het transporttarief als één aansluiting beschouwd worden voor zover de verbindingen in één en dezelfde tariefcategorie vallen en de netaansluitpunten van deze verbindingen liggen in delen van het net van de netbeheerder die in de normale bedrijfstoestand galvanisch met elkaar verbonden zijn. 38. Artikel 27, tweede lid, sub c E-wet is per 14 juli 2004 van kracht. Artikel van de TarievenCode bestond op dat moment al en is na de wetswijziging niet aangepast. Extra tariefruimte 39. In artikel 41b, tweede lid van de E-wet is een mogelijkheid opgenomen om bij de vaststelling van de tarieven rekening te houden met een investering als bedoeld in 41b.2 van de E-wet. Dit artikel luidt als volgt: Een netbeheerder kan gelijktijdig met het voorstel, bedoeld in het eerste lid, een voorstel doen voor een tariefverhoging ter dekking van de kosten voor een uitzonderlijke en aanmerkelijke investering, ter uitbreiding van het door de netbeheerder beheerde net. 40. Netbeheerders kunnen dergelijke voorstellen voor 41b.2-investeringen doen tegelijk met hun tariefvoorstel. De toelichting op artikel 41b, tweede lid van de E-wet luidt als volgt: In het tweede lid is een voorziening opgenomen om bij de vaststelling van de tarieven rekening te kunnen houden met incidentele, grootschalige investeringen. Dergelijke investeringen kunnen zich met name voordoen bij de netten met een hoog spanningsniveau. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om normale uitbreidingsinvesteringen waarvan de jaarlijkse lasten van deze investeringen worden verrekend in de gewone tarieven die betreffende netbeheerders hebben voorgesteld. Voor deze uitzonderlijke investeringen kan de netbeheerder door middel van dit lid in het voorstel aangeven dat een verhoging van het tarief nodig is en kan de directeur van de dienst deze verhoging vaststellen 8. 8 MvT, kamerstukken II , nr. 3, p.30. Pagina 8 van 22

9 Nadere specificatie van begrippen 41. De begrippen uitzonderlijk, aanmerkelijk en de zinsnede ter uitbreiding van het net, zijn nader uitgewerkt. De directeur DTe heeft in een brief aan de netbeheerders, gedateerd 14 mei 2002 met kenmerk /1.B263, invulling gegeven aan de beoordelingsruimte die voornoemde begrippen en zinsnede laten. 42. Indien de Raad bij de vaststelling van de tarieven rekening houdt met één of meerdere investeringen als bedoeld in 41b.2 E-wet, zal de Raad eerst twee stappen moeten doorlopen. De Raad dient aan te geven: welk voorstel als investering in de zin van 41b.2 van de E-wet wordt goedgekeurd; hoe hij het door de netbeheerder ingediende tariefvoorstel zal beoordelen. 43. Om te worden goedgekeurd om als investering als bedoeld in artikel 41b.2 van de E-wet te worden aangemerkt, dient het voorstel te voldoen aan de criteria aanmerkelijk, uitzonderlijk en uitbreiding net zoals hierna zal worden weergegeven. Voor het bepalen van de te rekenen tarieven dient voorts aan de criteria voor opname in toegestane kosten, te weten het maatschappelijk nut en de kostenefficiëntie, te worden voldaan. 44. Indien de Raad van oordeel is dat het voorstel aan één of meer van deze criteria niet voldoet, wordt het voorstel niet gehonoreerd. Toetsen aan de overige criteria kan achterwege blijven. Indien de Raad het voorstel niet kan beoordelen omdat hij, ook nadat gelegenheid is gegeven om het voorstel aan te vullen, niet beschikt over juiste en volledige informatie, zal de Raad het voorstel niet in behandeling nemen. VI BEZWAREN TEGEN HET BESLUIT 45. Zoals genoemd heeft Continuon tegen een aantal onderwerpen in het bestreden besluit, bezwaar gemaakt. De bezwaren van Continuon worden hierna besproken. Periodieke aansluitvergoeding meerlengte > 25 meter 3-10 MvA 46. Continuon verzet zich tegen de volgende passage uit het bestreden besluit: Met Continuon Netbeheer is overeengekomen dat uiterlijk 1 april 2004 [lees: 1 april 2005] een herzien tariefvoorstel is ingediend voor de deelmarkt periodieke aansluitvergoeding meerlengte tot en met 25 meter en per meter meerlengte boven de 25 meter voor aansluitingen 3-10 MVA. Dit voorstel dient voorzien te zijn van een goedkeurende accountantsverklaring over de rekenvolumes voor de meters meerlengte boven 25 meter. Het voorstel wordt door de Raad beoordeeld. Na deze beoordeling wordt overgegaan tot ambtshalve wijziging van dit besluit, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari Naar de mening van Continuon is deze beleidslijn van DTe in strijd met de E-wet (artikel 42, eerste en tweede lid, dat volgens Continuon heeft willen voorzien in een stelsel van jaarlijks door de Raad voor het opvolgend jaar vast te stellen nettarieven) en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De directeur DTe had, aldus Continuon, niet in redelijkheid mogen Pagina 9 van 22

10 besluiten de implementatie van de periodieke aansluitvergoeding meerlengte kabel met terugwerkende kracht in te voeren. Dit zou bij Continuon tot communicatie- en factureringsproblemen leiden. Thans zou de Raad anders dienen te beslissen. Correctie rekenvolumes 48. Voorts maakt Continuon bezwaar tegen de beide afwijzingen van de voorgestelde correcties op de rekenvolumes, zoals die op 1 oktober 2004 door Continuon in haar tariefvoorstel zijn gedaan. In die genoemde brief is gesteld dat de eerste correctie is voorgesteld vanwege een gewijzigde definitie van de kw-max in de Begrippenlijst (zoals bedoeld in de voorwaarden ex artikel 31, lid 1, sub a, b en c van de E-wet). De tweede correctie is voorgesteld in verband met de inwerkingtreding op 14 juli van het nieuwe artikel 27, tweede lid, onder c van de E-wet. 49. Naar de mening van Continuon is het onjuist om de effecten van de gewijzigde regelgeving enkel te betrekken in de generieke x-factor in de derde reguleringsperiode naar aanleiding van de berekening van de gemiddelde productiviteitsstijging in de tweede reguleringsperiode. Continuon meent dat de gevolgen voor de individuele netbeheerders juist sterk (zullen) verschillen. Continuon loopt zonder adequate correctie potentieel vele miljoenen euro per jaar mis. De directeur DTe heeft in de belangenafweging geen rekening gehouden met de onevenredige nadelige gevolgen voor Continuon. Dit is tevens in strijd met het zorgvuldigheids- en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in de artikelen 3:2 en 3:4, tweede lid, Awb. Investering Full Power 50. Voorts wordt bezwaar gemaakt tegen het feit dat in het bestreden besluit ten onrechte is geweigerd extra tariefruimte op te nemen ter dekking van de kosten van uitzonderlijke en aanmerkelijke investeringen ter uitbreiding van het door Continuon beheerde net in de zin van artikel 41b, tweede lid, van de E-wet. Het betreft de afwijzing van dekking in de netten van de versterking van het 150 kv-net in Noord-Holland, inclusief de uitbreiding van de koppelcapaciteit met het landelijk hoogspanningsnet van TenneT BV (hierna: TenneT), het zogenoemde project Full Power. Een investeringsvoorstel voor de uitbreiding van het koppelpunt Doetinchem met een extra transformator, het zogenoemde project Doetinchem, is eveneens afgewezen. 51. Continuon onderstreept het maatschappelijk belang van het project Full Power, dat samenhangt met project Diemen Oostzaan Beverwijk van TenneT (het zogeheten project DOB). Het project DOB houdt in dat aan de noordkant van Amsterdam, tussen Diemen, Oostzaan en Beverwijk, een deel van het 150 kv-net dat nu nog wordt beheerd door Continuon, door TenneT bedreven gaat worden op 380 kv. Voor de realisatie van het project DOB is het nodig dat een deel van het 150 kv net van Continuon eerst wordt verzwaard. Dit laatste gebeurt in het kader van het project Full Power. Bij besluit van 30 juli 2004 ( kenmerk , hierna het DOB-besluit) is door de directeur DTe aan TenneT dekking verleend voor de investeringskosten van het project DOB. Het project DOB zou volgens de directeur DTe noodzakelijk zijn om de elektriciteitsvoorziening in Noord-Nederland op termijn te Pagina 10 van 22

11 waarborgen. Na de datum van het DOB-besluit verkeerde Continuon in de verwachting dat haar investeringskosten voor het project Full Power, althans de economisch efficiënte kosten van dit project, gedekt zouden kunnen worden in de nettarieven 2005 ex artikel 41, tweede lid, van de E-wet. Die verwachting zou bovendien gerechtvaardigd zijn op grond van onder meer (doel en strekking van) de E-wet en de contractuele verplichting van DTe uit hoofde van de Overeenkomst regulering nettarieven elektriciteit ( ) van 26 mei Continuon vindt de reikwijdte van de volgende overweging van de directeur DTe onduidelijk en dan ook in strijd met artikel 3:46 Awb, respectievelijk het motiveringsbeginsel. De directeur DTe is van mening dat er geen tariefsverhoging nodig is om Continuon in staat te stellen de investeringen te doen. Dit houdt echter niet in dat de directeur DTe van mening is dat de noodzaak tot investeren niet aanwezig is. Op basis van artikel 16 lid 1, sub d van de E-wet dient een netbeheerder voldoende reservecapaciteit voor het transport aan te houden. 53. Voor zover deze overweging begrepen zou moeten worden als een rechtsoordeel van de directeur DTe, of thans van de Raad, omtrent een op Continuon rustende verplichting tot het doen van een investering van circa EUR 60 miljoen, zonder dekking in de vorm van extra tariefruimte in de nettarieven, is Continuon van mening dat dit oordeel, behalve met de E-wet, tevens strijdig is met de bescherming van haar eigendomsrechten zoals neergelegd in onder meer artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, alsmede met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. 54. Verder is Continuon van mening dat door de directeur DTe bij de behandeling van de tariefvoorstellen voor het jaar 2004 het vertrouwen zou zijn gewekt dat de investeringsvoorstellen zullen leiden tot aanpassing van deze tarieven. Continuon heeft met het oog hierop een aantal suggesties gedaan met betrekking tot de wijze waarop invulling zou kunnen worden gegeven aan het begrip aanmerkelijk. Continuon heeft de bezwaren tegen de nettarieven 2004 ingetrokken nadat met de directeur DTe was overeengekomen dat de investeringsvoorstellen bij de vaststelling van de tarieven voor 2005 beoordeeld zouden worden. Continuon meent dat hiermee het vertrouwen is gewekt dat de investeringsvoorstellen zouden leiden tot extra tariefruimte in Gelijkheidsbeginsel 55. Naast de schriftelijk ingediende bezwaren heeft Continuon op de hoorzitting gesteld dat indien de investering was gedaan door een netbeheerder met een geringere activawaarde dan wel indien de investering in één jaar was gedaan in plaats van verspreid over drie jaar, dit allicht tot andere uitkomsten zou hebben geleid met betrekking tot de beoordeling van de aanmerkelijkheid van de voorgestelde investering. Continuon acht dit in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Ook het besluit van de directeur DTe om TenneT wel extra tariefruimte te gunnen voor het met het Full Power project samenhangende DOB-project zou volgens Continuon in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. Pagina 11 van 22

12 56. Continuon verzoekt de Raad de bezwaren gegrond te verklaren en een nieuw besluit te nemen waarin: in de nettarieven van 2005 alle kapitaallasten van geactiveerde investeringskosten (inclusief geactiveerde rente) voor de projecten Full Power en Doetinchem vanaf het moment van activering tot en met ultimo 2004 alsmede de operationele kosten in die periode worden verdisconteerd; wordt bepaald dat alle kapitaallasten en operationele kosten met betrekking tot de projecten Full Power en Doetinchem mogen worden verdisconteerd in de tariefbesluiten volgend op de jaren van activering, voorzover deze kosten nog niet zijn verdisconteerd in het besluit tot vaststelling van de maximum tarieven elektriciteit voor 2005; na herroeping van het bestreden besluit een nieuw besluit te nemen waarin aan de belangen van Continuon wordt tegemoetgekomen. Kosten van behandeling bezwaar 57. Voorts verzoekt Continuon de Raad op grond van artikel 7:15, tweede lid Awb om de kosten die zij heeft moeten maken in verband met de behandeling van dit bezwaar te vergoeden. VII BEOORDELING OP DE BEZWAREN Periodieke aansluitvergoeding meerlengte > 25 meter 3-10 MvA 58. Ten aanzien van de tariefvoorstellen voor de deelmarkt periodieke aansluitvergoeding meerlengte tot en met 25 meter en per meter meerlengte boven de 25 meter voor de aansluitingen 3-10 MVA kan het volgende worden opgemerkt. 59. De directeur DTe heeft in het bestreden besluit (randnummer 36) aangegeven dat een nultarief als periodieke aansluitvergoeding meerlengte > 25 meter bij aansluitingen van 3 tot 10 MvA, als voorgesteld door Continuon, niet tegemoet komt aan de eisen die worden gesteld aan de tariefvoorstellen (zie ook artikel B van de TarievenCode). Het voorstel van Continuon om een nultarief voor meerlengte te hanteren is in strijd met het kostenveroorzakingsprincipe, omdat dit tarief meerlengte juist is ingevoerd om kosten toe te kunnen rekenen aan de veroorzakers ervan. Continuon is verzocht om uiterlijk 1 april 2005 een aanvullend voorstel meerlengte (> 25 meter) voor aansluitingen van 3-10 MVA in te dienen dat met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2005 zal gelden. 60. Naar het oordeel van de Raad bestaat deze mogelijkheid van terugwerkende kracht op grond van het bepaalde in 41 c lid 2 sub b en lid 3 van de E-wet, wat een uitzondering vormt op het bepaalde in artikel 42 van de E-wet. Bovendien was bij Continuon al eind 2003 bekend dat hun tariefvoorstel een voorstel voor meerlengte moest bevatten. Indien Continuon dit tijdig in hun tariefvoorstel voor 2005 had verwerkt, was terugwerking niet nodig geweest en had een tarief voor meerlengte per 1 januari 2005 van kracht kunnen zijn. 61. Continuon heeft tot op heden niet voldaan aan het verzoek van DTe om een aanvullend tariefvoorstel in te dienen. Als reden heeft Continuon aangegeven niet in staat te zijn om op een dergelijk korte termijn een volumesplitsing door te voeren die het hanteren van Pagina 12 van 22

13 afzonderlijke periodieke aansluitvergoeding voor enerzijds aansluitingen van 3-10 MVA tot en met 25 meter en anderzijds aansluitingen van 3-10 MVA > 25 meter mogelijk maakt. Continuon heeft in haar bezwaar aangegeven alles in het werk te stellen om de tariefcategorie periodieke aansluitvergoeding meerlengte kabel op een zorgvuldige manier in te voeren. Voor Continuon is dit mogelijk per 1 januari Benadrukt dient te worden dat de passage in het bestreden besluit waarin de verplichting voor Continuon om een tariefvoorstel in te dienen wel degelijk correct is. Omdat de directeur DTe niet over de benodigde volumegegevens beschikte op grond waarvan hij tot een vastgesteld tarief meerlengte, anders dan een nultarief, kon komen, heeft de directeur DTe de periodieke aansluitvergoeding meerlengte > 25 meter (aansluitingen 3-10 MVA) voor het jaar 2005 in het bestreden besluit vastgesteld op EUR 0,0. Continuon wordt geacht in zijn tariefvoorstel voor 2006 wél een tariefvoorstel voor meerlengte op te nemen. Afwijzing van de rekenvolumecorrectie op grond van de wijziging van de definitie van kwmax 63. Ten aanzien van de bezwaren inzake de door Continuon in haar tariefvoorstel van 1 oktober 2004 aangebrachte correctie in de rekenvolumes merkt de Raad het volgende op. 64. Met de definitiewijziging wordt de meetperiode verlengd van maximaal 5 minuten naar maximaal een kwartier. Dit betekent dat er minder waarnemingen zijn van de capaciteit. Het effect is dat de piekcapaciteit die wordt waargenomen bij een meting per 5 minuten onopgemerkt kan blijven bij een meting per kwartier. Dit is het geval als de eerder waargenomen piek tussen twee kwartiermetingen invalt. De waargenomen piekcapaciteit bij een kwartiermeting is in het gunstigste geval gelijk maar meer waarschijnlijk lager dan bij een meting per 5 minuten. Omdat de facturering geschiedt op basis van de waargenomen piekcapaciteit kan een netbeheerder derhalve inkomsten mislopen als gevolg van deze definitiewijziging. 65. Zoals hierboven is vermeld, is per van 19 oktober 2004 door de directeur DTe aan Continuon medegedeeld dat in de verdere beoordeling van het tariefvoorstel de correctie niet wordt overgenomen omdat dit kan leiden tot een overschrijding van de door DTe bepaalde Totale Inkomsten. De door Continuon bij de tariefvoorstellen 2005 op eigen initiatief doorgevoerde correcties ter compensatie van de volumes, kunnen vanwege de door Continuon gehanteerde methode leiden tot uitkomsten die door de Raad niet op juistheid te controleren zijn. De Raad keurt deze correcties in het kader van de tariefvoorstellen voor het jaar 2005 af omdat tot op heden geen uniforme, objectieve en transparante methode voor het bepalen en toetsen van de correctie voorhanden is. De Raad acht dit verantwoord om de volgende redenen: Op basis van een aantal reacties van netbeheerders concludeert de Raad dat het effect van de correcties van geringe materiële waarde is. Bij de nacalculatie van de frontiershift wordt het gemiddelde effect voor de netbeheerders in de meetgroep reeds gecompenseerd. Pagina 13 van 22

14 De nieuwe definitie levert ook administratieve (kosten)besparingen op omdat er minder meetmomenten zijn. 66. Behalve de bovengenoemde overwegingen die aan de correctie in de weg staan is een correctie voor de tarieven 2005 niet meer mogelijk vanwege het feit dat een correctie eerst tijdig in het tariefproces kan worden meegenomen als de correctie voor 1 juni voorafgaande aan het vanaf 1 januari vast te stellen tarief is ingediend. Voorts is er zoals gezegd nog geen uniforme methodiek bepaald voor het toepassen van de correctie. Afwijzing rekenvolumecorrectie op grond van de in de TarievenCode gestelde eis van galvanische verbondenheid 67. De argumentatie ten aanzien van rekenvolume-correctie door Continuon gaat uitsluitend op als blijkt dat de Raad de aanvullende eis, in aanvulling op artikel 27 lid 2 onderdeel c van de E-wet, van galvanische verbondenheid (artikel van de TarievenCode) niet zou mogen stellen. 68. Ingevolge artikel wordt aan iedere aangeslotene per aansluiting en per energierichting in het overdrachtspunt van die aansluiting het transporttarief in rekening gebracht. Voor aansluitingen met meerdere verbindingen geldt dat deze verbindingen voor het transporttarief als één aansluiting beschouwd worden voor zover de verbindingen in één en dezelfde tariefcategorie vallen en de netaansluitpunten van deze verbindingen liggen in delen van het net die in de normale bedrijfstoestand galvanisch met elkaar verbonden zijn. Indien door deze sommering het transportvermogen uitgaat boven de grenzen van de betreffende tariefcategorie volgens artikel van de TarievenCode, dan blijft toch de tariefcategorie, waarin de afzonderlijke verbindingen vallen, gelden. In het vorenstaande wordt derhalve geregeld wanneer meerdere verbindingen mogen worden gesommeerd, zodat de afnemer slechts één keer een transporttarief is verschuldigd. Naar het oordeel van de Raad moet de voorwaarde van galvanische verbondenheid worden opgevat als een nadere uitwerking van de voorwaarde dat de verbindingen in één en dezelfde tariefcategorie vallen. 69. De eis van galvanische verbondenheid wordt naast de eis dat de verbindingen in één en dezelfde tariefcategorie vallen in de TarievenCode gesteld omdat de galvanische verbondenheid van meer dan één verbinding in dezelfde tariefcategorie leidt door het ontbreken van transformatoren en dergelijke voorzieningen tot een kostenbesparing voor de netbeheerder. In dit geval kan de kostenbesparing aan de afnemer worden doorgegeven door zijn verbindingen als één aansluiting te beschouwen. Zonder galvanische verbondenheid bestaat die kostenbesparing niet. Sommering van aansluitingen is in dit geval niet redelijk omdat de netbeheerder dan met de kosten die meer aansluitingen met zich brengen, blijft zitten. Deze kosten zullen elders moeten worden verhaald, hetgeen in strijd is met het kostenveroorzakingsbeginsel. De Raad acht het dan ook geoorloofd om deze eis van galvanische verbondenheid in de Tarievencode te handhaven. 70. Overigens heeft ook het College van Beroep voor het bedrijfsleven in zijn uitspraak van 6 juli 2005 (Awb/04/ ) geoordeeld dat aan de directeur DTe, thans de Raad, de Pagina 14 van 22

15 discretionaire bevoegdheid toekomt om dit kostenveroorzakingsbeginsel in de TarievenCode toe te passen. Het College is van oordeel dat galvanische verbondenheid als voorwaarde voor sommatie uit oogpunt van kostentoedeling verantwoord en objectief gerechtvaardigd is. Naar het oordeel van de Raad brengt dit met zich mee dat het kostenveroorzakingsbeginsel ook in de daar op gebaseerde tariefbesluiten dient te worden toegepast. 71. De overwegingen die hiervoor zijn gemaakt met betrekking tot de rekenvolumecorrectie op grond van de wijziging van de definitie van kw-max gelden onverkort voor de rekenvolumecorrectie op grond van de in de TarievenCode gestelde eis van galvanische verbondenheid. Deze overwegingen worden dan ook als hier ingelast beschouwd. Afwijzing extra tariefruimte voor Full Power-project 72. Ten aanzien van de bezwaren tegen de weigering extra tariefruimte op te nemen ter dekking van de kosten van de investeringen gedaan in het project Full Power is het van belang de reguleringssystematiek uiteen te zetten en het beoordelingskader van het verzoek om extra investeringsruimte. In dat kader kan vervolgens ingegaan worden op de aangedragen bezwaren tegen het besluit om die extra tariefruimte niet te gunnen. Reguleringssystematiek 73. De Raad heeft met ingang van de tweede reguleringsperiode ( ) maatstafconcurrentie voor de tariefregulering van de netbeheerders elektriciteit ingevoerd. Het systeem van maatstafconcurrentie is beschreven in het Methodebesluit voor de bepaling van de korting voor het bevorderen van de doelmatigheid De Raad hanteert outputsturing waarbij de netbeheerder voor zijn diensten wordt beloond zonder dat de Raad zich mengt in specifieke beslissingen over de bedrijfsvoering. Outputsturing houdt in dat de Raad zich niet met de bedrijfsvoering bemoeit. Een artikel 41b.2-investering vormt hierop een uitzondering omdat afgeweken wordt van de reguliere reguleringssystematiek en er wel een inhoudelijke beoordeling van de voorgestelde investering plaatsvindt door de Raad. Voorstel van Continuon voor extra tariefruimte 75. Het voorstel van Continuon betreft het versterken van het 150 kv-net in Noord Holland en het uitbreiden van de koppelcapaciteit met het landelijk hoogspanningsnet van TenneT B.V. (hierna: TenneT). In de jaren 2002 tot en met 2004 is voor dit project een bedrag van EUR 22,9 miljoen geactiveerd. 9 Zie het besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel 41, vierde lid van de E-wet, met kenmerk en het besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41, eerste lid van de E-wet, met kenmerk Pagina 15 van 22

16 76. Continuon vermeldt dat deze investeringen noodzakelijk zijn als gevolg van de liberalisering van de energiemarkt. Door de liberalisering van de energiemarkt zijn de productie- en transportcapaciteit niet meer op elkaar afgestemd. Om de leveringszekerheid te waarborgen wordt geïnvesteerd in het Noord-Hollandse 150 kv-net en in de koppeling van dit net met het landelijke hoogspanningsnet van TenneT. Hier tegenover staan geen extra inkomsten, waardoor de investeringen bedrijfseconomisch onrendabel zijn. 77. Continuon licht de uitzonderlijke positie van het Noord-Hollandse net als volgt toe. Enerzijds is het Noord-Hollandse net een omvangrijk deelnet met slechts één koppelpunt op het 380 kv-net. Anderzijds is een groot aantal centrales op het net aangesloten. Dit zorgde in het verleden voor voldoende vermogen en een deel van het blindvermogen om de spanning van het net op peil te houden. Continuon stelt dat de combinatie van één koppelpunt en een grote afhankelijkheid van de inzet van productie het Noord-Hollandse deelnet uniek maakt ten opzichte van andere netten. In een pieksituatie zal minimaal 36 procent van het conventionele productievermogen dat is aangesloten op het Noord-Hollandse net moeten draaien om te voldoen aan de vraag naar elektriciteit. Hiermee beargumenteert Continuon van alle regionale netbeheerders het meest afhankelijk te zijn van de inzet van productie in het deelnet. Beoordeling van het voorstel 78. Continuon is per 9 juni 2004 aangewezen als netbeheerder in het verzorgingsgebied van Noord West Net. Dit betekent dat de Raad bij de toetsing van de criteria uitgaat van Continuon als netbeheerder van het Noord-Hollandse net. 79. De beoordeling door de directeur DTe, thans de Raad, van de criteria waaraan een aanmerkelijk investeringsvoorstel dient te voldoen heeft als volgt plaatsgevonden: Aanmerkelijk 80. Bij de beoordeling van het criterium aanmerkelijk is met name gekeken naar de verhouding van de investering tot investeringen in het verleden en tot het normale investeringspatroon in de activa die worden aangewend voor het uitvoeren van activiteiten zoals omschreven in artikel 16 van de E-wet (hierna: gestandaardiseerde activa). De investeringen van Continuon van de jaren 2001, 2002 en 2003 zijn berekend door de investeringen van het oude Continuon, Noord West Net en EWR Netbeheer bij elkaar op te tellen. 81. Het voorstel van Continuon heeft betrekking op een investeringsbedrag van EUR 22,9 miljoen. Dit bedrag is gedurende de jaren 2002 tot en met 2004 geïnvesteerd, wat betekent dat gemiddeld een bedrag van EUR 7,63 miljoen per jaar is geïnvesteerd. Om de aanmerkelijkheid van het voorstel te toetsen wordt dit bedrag vergeleken met het gemiddelde investeringsbedrag van Continuon gedurende de jaren waarover betrouwbare gegevens beschikbaar zijn, te weten de jaren 2001 tot en met De Raad constateert dat de gemiddelde in het voorstel genoemde investering gedurende voornoemde jaren 8,1 procent van het gemiddelde totale jaarlijkse investeringsbedrag in de daaraan voorafgaande jaren respectievelijk 2001, 2002 en 2003 bedroeg. Pagina 16 van 22

17 82. De gestandaardiseerde activawaarde van Continuon ultimo 2003 bedroeg EUR miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd. De gestandaardiseerde activawaarde 2000 bedroeg EUR miljoen en is verhoogd met de investeringen in artikel 16 activa en verlaagd met de afschrijvingen van artikel 16 activa in de jaren 2001, 2002 en Hieruit blijkt dat ondanks de voorgestelde investering, in de betrokken periode minder geïnvesteerd is dan is afgeschreven. Alleen al hierom valt niet in te zien dat extra tariefruimte wordt verlangd. De gestandaardiseerde activawaarde ultimo 2003 wordt door de investering met 0,72 procent verhoogd. 83. De Raad is van mening dat een investering van 22,9 miljoen verdeeld over drie jaar op een gestandaardiseerde activawaarde van miljoen niet voldoet aan het criterium aanmerkelijk. Op grond hiervan kan het voorstel van Continuon niet worden toegewezen. Bezwaren met betrekking tot Aanmerkelijkheid 84. Voor zover voor Continuon onduidelijkheid bestaat over het investeringsbedrag dat wordt beoordeeld bij het toetsen aan het criterium aanmerkelijk, dient er op gewezen te worden dat de nettarieven uitsluitend vastgesteld kunnen worden op basis van reeds gedane investeringen en niet op basis van nog te maken kosten. De wetgever heeft beoogd de tarieven kostengeoriënteerd te laten te zijn. Aan netgebruikers worden pas kosten in rekening gebracht als ook baten worden gerealiseerd. De voorgenomen investering van in totaal EUR 60 miljoen kan dus niet beoordeeld worden of bepalend zijn voor de tarieven voor het jaar Uitsluitend de reeds gedane investering van EUR 23 miljoen kan worden beoordeeld. Van dit bedrag is komen vast te staan dat het niet als aanmerkelijk dient te worden aangemerkt. 85. Tijdens de hoorzitting heeft Continuon gesteld dat de wijze van toetsing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel omdat als de investering was gedaan door een netbeheerder met een geringere activawaarde danwel indien de investering in één jaar was gedaan in plaats van verspreid over drie jaar, dit mogelijk tot andere uitkomsten zou hebben geleid. Ten aanzien hiervan dient er op gewezen te worden dat de Raad een beoordeling maakt van een investeringsvoorstel zoals deze aan hem wordt voorgelegd. In dit geval heeft Continuon het voorstel ingediend die op basis van de financiële gegevens van Continuon moet worden beoordeeld. Het gaat om de verhouding tussen de voorgestelde investering en de totale activawaarde. Deze verhouding kan van geval tot geval verschillen, zodat ook de uitkomsten kunnen verschillen. Er is dan evenwel geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. 86. Anders dan Continuon in de toelichting op haar bezwaren stelt, is de discrepantie tussen de investeringskosten en de verwachte opbrengsten niet doorslaggevend voor de vraag of aan een netbeheerder extra tariefruimte dient te worden gegund. Het is slechts één van de factoren die bij de beoordeling van een verzoek daartoe een rol spelen. Deze discrepantie leidt mitsdien niet vanzelf tot een toekenning van extra tariefruimte. Pagina 17 van 22

18 Uitzonderlijk 87. Ten overvloede, of voor het geval Continuon ondanks het bovenstaande toch van mening is dat de investering aan het aanmerkelijkheidscriterium voldoet, is tevens getoetst aan het criterium dat de investering uitzonderlijk moet zijn. 88. Door het beëindigen van de overeenkomst van de Samenwerkende Elektriciteitsproductiebedrijven (de SEP) en de inwerkingtreding van de E-wet worden de productie en het transport van elektriciteit niet meer op elkaar afgestemd. Netbeheerders dienen in het net te investeren om te voorkomen dat transportbeperkingen optreden als gevolg van het wegvallen van productie. De directeur DTe heeft getoetst of er sprake is van een unieke situatie van het Noord-Hollandse net van Continuon ten opzichte van andere netbeheerders. Om de uniciteit van de investeringen te toetsen zijn twee onderzoeksvragen opgesteld: Is het Noord-Hollandse net voor de instandhouding ervan significant afhankelijker van de inzet van regionale productie dan de netten van andere (Nederlandse) netbeheerders? Dient door de afhankelijkheid van regionale productie significant meer in het Noord- Hollandse net te worden geïnvesteerd in vergelijking met andere regionale netbeheerders? Indien blijkt dat het Noord-Hollandse net voor de instandhouding ervan niet significant afhankelijker is van de inzet van productie dan andere Nederlandse netbeheerders, dan wordt de tweede onderzoeksvraag niet meer onderzocht. 89. Ter beoordeling van bovenvermelde onderzoeksvragen heeft de directeur DTe een onderzoek laten verrichten door Jacobs 10. Jacobs heeft allereerst getoetst in hoeverre het Noord- Hollandse net significant afhankelijker is van de inzet van regionale productie van elektriciteit. 90. Om een conclusie te trekken omtrent de mate van afhankelijkheid van de inzet van productie heeft Jacobs voor alle regionale netbeheerders elektriciteit een analyse gemaakt van het regionaal opgestelde productievermogen (hierna: productievermogen), de verwachte inzet van het productievermogen en de piekvraag naar elektriciteit (hierna: piekvraag). Uitgaande van de gegevens zoals weergegeven in het TenneT capaciteitsplan ( ) is de mate van afhankelijkheid van productie van de regionale netbeheerders met elkaar vergeleken. De afhankelijkheid van productie wordt bepaald door te kijken naar de verhouding tussen de inzet van vermogen ten opzichte van het opgestelde vermogen ten tijde van de piekvraag. 91. Uit de benchmark van Jacobs voor het jaar 2003 komt naar voren dat het Noord-Hollandse net geen unieke positie heeft ten opzichte van andere regionale netten. In Noord-Holland wordt ten tijde van de piek 60 procent van het opgestelde vermogen ingezet, terwijl de 10 Het rapport Project aanmerkelijke investeringen Case Continuon Full Power van Jacobs is als bijlage 4 bij onderhavig besluit gevoegd. Dit betreft een openbare versie van het rapport, gedateerd 15 december 2004, waarin bedrijfsvertrouwelijke gegevens zijn weggelaten. Pagina 18 van 22