ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 januari 2005 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 januari 2005 *"

Transcriptie

1 JUNK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 januari 2005 * In zaak C-188/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Arbeitsgericht Berlin (Duitsland) bij beslissing van 30 april 2003, ingekomen bij het Hof op 7 mei 2003, in de procedure Inntiaud Junk tegen Wolfgang Kühnel, wijst HET HOF VAN JUSTITIE (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta, C. Gulmann (rapporteur), P. Kūris en G. Arestis, rechters, * Proccstaal: Duits. I - 903

2 advocaat-generaal: A. Tizzano, ARREST VAN ZAAK C-188/03 griffier: M.-F. Contet, hoofdadministrateur, gezien de stukken en na de terechtzitting op 15 juli 2004, gelet op de opmerkingen van: de Oostenrijkse regering, vertegenwoordigd door E. Riedl als gemachtigde, de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door R. Caudwell als gemachtigde, bijgestaan door T. Ward, barrister, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D. Martin en H. Kreppel als gemachtigden, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 30 september 2004, het navolgende Arrest 1 Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de artikelen 1 tot en met 4 van richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225, blz. 16; hierna: richtlijn"). I - 904

3 JUNK 2 Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen I. Junk en W. Kühnel, in zijn hoedanigheid van curator ( Insolvenzverwalter") van de boedel van de onderneming waar Junk was tewerkgesteld, over het ontslag van deze laatste. Rechtskader De gemeenschapsregeling 3 De artikelen 1 tot en met 4 van de richtlijn bepalen: Artikel 1 1. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: a) collectief ontslag: het ontslag door een werkgever om één of meer redenen die geen betrekking hebben op de persoon van de werknemer, wanneer, ter keuze van de lidstaten, het aantal ontslagen i) ofwel gedurende een periode van 30 dagen: I - 905

4 ARREST VAN ZAAK C-188/03 ten minste 10 werknemers treft in plaatselijke eenheden met gewoonlijk meer dan 20, maar minder dan 100 werknemers; ten minste 10 % van het aantal werknemers treft in plaatselijke eenheden met gewoonlijk ten minste 100, maar minder dan 300 werknemers; ten minste 30 werknemers treft in plaatselijke eenheden met gewoonlijk ten minste 300 werknemers; ii) ofwel gedurende een periode van 90 dagen ten minste 20 werknemers treft, ongeacht het aantal werknemers dat gewoonlijk in de desbetreffende plaatselijke eenheden werkzaam is; [...] Artikel 2 1. Wanneer een werkgever overweegt tot collectief ontslag over te gaan, is hij verplicht de vertegenwoordigers van de werknemers tijdig te raadplegen teneinde tot een akkoord te komen. I- 906

5 JUNK 2. De raadpleging moet ten minste betrekking hebben op de mogelijkheden om collectief ontslag te voorkomen of om de omvang ervan te verminderen alsook op de mogelijkheid de gevolgen ervan te verzachten door het nemen van socialebegeleidingsmaatregelen, meer bepaald om bij te dragen tot herplaatsing of omscholing van de ontslagen werknemers. De lidstaten kunnen bepalen dat de vertegenwoordigers van de werknemers overeenkomstig de nationale wetgevingen en/of gebruiken een beroep op deskundigen mogen doen. 3. Teneinde de vertegenwoordigers van de werknemers in staat te stellen constructieve voorstellen te doen, is de werkgever verplicht hun tijdig in de loop van het overleg: a) alle nuttige gegevens te verstrekken, en b) in elk geval schriftelijk mededeling te doen van: i) de redenen van het plan voor ontslag; ii) het aantal en de categorieën van voor ontslag in aanmerking komende werknemers; iii) het aantal en de categorieën werknemers die hij gewoonlijk in dienst heeft; I - 907

6 ARREST VAN ZAAK C-188/03 iv) de periode die voor het doen plaatsvinden van de ontslagen wordt overwogen; v) de criteria die aangelegd zouden worden bij het selecteren van de voor ontslag in aanmerking komende werknemers, voorzover de werkgever krachtens de nationale wetgevingen en/of gebruiken daartoe de bevoegdheid heeft gekregen; vi) de wijze van berekening die zou worden toegepast voor elke eventuele afvloeiingsuitkering buiten die welke uit de nationale wetgevingen en/of gebruiken voortvloeit. De werkgever is verplicht de bevoegde overheidsinstantie een afschrift te doen toekomen van ten minste de in de eerste alinea, sub b, i tot en met v, genoemde, schriftelijk medegedeelde gegevens. [...] Artikel 3 1. De werkgever is verplicht van elk plan voor collectief ontslag schriftelijk kennis te geven aan de bevoegde overheidsinstantie. I - 908

7 JUNK De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat, wanneer een plan voor collectief ontslag verband houdt met de beëindiging van de werkzaamheden van de plaatselijke eenheid die voortvloeit uit een rechterlijke beslissing, de werkgever de bevoegde overheidsinstantie hiervan slechts op haar verzoek schriftelijk kennis dient te geven. Deze kennisgeving moet alle nuttige gegevens bevatten betreffende het plan voor collectief ontslag en de in artikel 2 bedoelde raadpleging van de vertegenwoordigers van de werknemers, met name de redenen van het ontslag, het aantal voor ontslag in aanmerking komende werknemers, het aantal werknemers dat gewoonlijk in dienst is en de periode die wordt overwogen voor het doen plaatsvinden van de ontslagen. 2. De werkgever is verplicht aan de vertegenwoordigers van de werknemers een afschrift van de in lid 1 bedoelde kennisgeving te doen toekomen. De vertegenwoordigers van de werknemers kunnen hun eventuele opmerkingen aan de bevoegde overheidsinstantie richten. Artikel 4 1. Het collectieve ontslag waarvan het plan ter kennis van de bevoegde overheidsinstantie is gebracht, gaat niet eerder in dan 30 dagen na ontvangst van de in artikel 3, lid 1, bedoelde kennisgeving, onverminderd de geldende bepalingen betreffende de individuele rechten inzake de opzeggingstermijn. I - 909

8 ARREST VAN ZAAK C-188/03 De lidstaten kunnen de bevoegde overheidsinstantie de bevoegdheid verlenen om de in de eerste alinea bedoelde termijn te verkorten. 2. De in lid 1 bedoelde termijn wordt door de bevoegde overheidsinstantie gebruikt om oplossingen te zoeken voor de problemen die uit het voorgenomen collectieve ontslag voortvloeien. 3. Voorzover de in lid 1 bedoelde oorspronkelijke termijn minder dan 60 dagen bedraagt, kunnen de lidstaten de bevoegde overheidsinstantie de bevoegdheid verlenen om de oorspronkelijke termijn te verlengen tot 60 dagen na de kennisgeving, wanneer voor de uit het overwogen collectieve ontslag voortvloeiende problemen binnen de oorspronkelijke termijn geen oplossing dreigt te worden gevonden. De lidstaten kunnen de bevoegde overheidsinstantie ruimere bevoegdheden tot verlenging verlenen. De werkgever dient vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde oorspronkelijke termijn van de verlenging en van de redenen daarvoor in kennis te worden gesteld. 4. De lidstaten zijn niet verplicht dit artikel toe te passen op collectief ontslag ten gevolge van de beëindiging van de werkzaamheden van een plaatselijke eenheid die voortvloeit uit een rechterlijke beslissing." I-910

9 JUNK De nationale regeling 4 Naar Duits recht worden de bij collectief ontslag te volgen procedures geregeld bij de 17 en 18 van het Kündigungsschutzgesetz (wet inzake ontslagbescherming), in de versie van 25 augustus 1969 (BGBl I, blz. 1317), gewijzigd bij wet van 23 juli 2001 (BGBl I, blz. 1852; hierna: KSchG"), welke bepalingen van toepassing zijn in het kader van een gerichtliches Insolvenzverfahren" KSchG bepaalt dat de werkgever, wanneer hij het voornemen heeft over te gaan tot een bepaald aantal ontslagen binnen een tijdvak van dertig kalenderdagen, verplicht is: de ondernemingsraad tijdig alle relevante gegevens te verstrekken, in het bijzonder met betrekking tot de redenen van de voorgenomen ontslagen, het aantal en de categorieën van voor ontslag in aanmerking komende werknemers alsook van de werknemers die hij gewoonlijk in dienst heeft, de periode waarin de ontslagen plaatshebben, en de criteria die aangelegd zouden worden bij het selecteren van de voor ontslag in aanmerking komende werknemers; aan het arbeidsbureau kennis te geven van zijn voornemen door dit een kopie te doen toekomen van de aan de ondernemingsraad gerichte mededeling en van het standpunt van de ondernemingsraad over de ontslagen KSchG bepaalt: (1) Ontslagen waarvan krachtens 17 moet worden kennisgegeven, gaan vóór het verstrijken van een maand na ontvangst van de kennisgeving door het arbeidsbureau uitsluitend in met toestemming van het arbeidsbureau; deze toestemming kan ook met terugwerkende kracht tot de dag van indiening van de aanvraag worden verleend. I - 911

10 ARREST VAN ZAAK C-188/03 (2) In individuele gevallen kan het arbeidsbureau beslissen dat de ontslagen niet eerder dan maximaal twee maanden na ontvangst van de kennisgeving zullen ingaan. [...]" 7 Bovendien bepaalt 102 van het Betriebsverfassungsgesetz (wet op de ondernemingsraden), in de versie van 25 september 2001 (BGBl I, blz. 2518), gewijzigd bij wet van 10 december 2001 (BGBl I, blz. 3443; hierna: BetrVG"), dat een werkgever die het voornemen heeft over te gaan tot collectief ontslag, het medebeslissingsrecht van de ondernemingsraad moet eerbiedigen. Een ontslag dat wordt gegeven zonder dat de ondernemingsraad is gehoord, is nietig. 8 Ten slotte verlenen de 111 en volgende BetrVG de ondernemingsraad een participatierecht in geval van wijziging van het bedrijf, waaronder ook collectief ontslag valt. Vindt een wijziging van het bedrijf plaats zonder dat deze bepalingen in acht zijn genomen, dan is de werkgever overeenkomstig 113 BetrVG verplicht tot herstel van de schade in de vorm van betaling van een schadeloosstelling. Hoofdgeding en prejudiciële vragen 9 Junk was als verpleeghulp en gezinsverzorgster tewerkgesteld bij AWO Gemeinnützige Pflegegesellschaft Südwest mbh (hierna: AWO"). AWO, met ongeveer 430 werknemers, had als doel de verlening van thuisverzorgingsdiensten. Er was een ondernemingsraad ingesteld. I - 912

11 JUNK 10 Op 31 januari 2002 verzocht AWO wegens betalingsmoeilijkheden om inleiding van het Insolvenzverfahren". Met ingang van 1 februari 2002 stelde zij alle personeel vrij van de arbeidsverplichting en ook betaalde zij de lonen voor januari 2002 niet uit. Midden juni 2002 waren er nog 176 werknemers tewerkgesteld. Eind augustus 2002 was dit aantal gedaald tot Op 5 februari 2002 werd het vorläufige Insolvenzverfahren" geopend, op 1 mei 2002 gevolgd door het endgültige Insolvenzverfahren". Kühnel werd aangesteld als curator. 12 Bij brief van 19 juni 2002, die de voorzitter van de ondernemingsraad nog dezelfde dag ontving, deelde Kühnel deze mee dat hij wegens de sluiting van de onderneming van plan was om alle nog bestaande arbeidsovereenkomsten, waaronder die van Junk, met inachtneming van de in het Insolvenzverfahren" bepaalde maximumtermijn van drie maanden, dat wil zeggen per 30 september 2002, op te zeggen en tot collectief ontslag over te gaan. Bij de brief was een lijst gevoegd met de namen, de adressen en de geboortedata van de werknemers die voor ontslag in aanmerking kwamen, alsmede andere gegevens die op hen betrekking hadden. 13 Bij brief van 26 juni 2002 deelde de voorzitter van de ondernemingsraad de curator mee dat ook de ondernemingsraad de zaak snel wenste af te handelen. 14 Voordien was Kühnel op 23 mei 2002 met de ondernemingsraad een compensatieregeling in het kader van de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van AWO en een sociaal plan in de zin van 112 BetrVG overeengekomen. I - 913

12 ARREST VAN ZAAK C-188/03 15 Bij brief van 27 juni 2002, die zij op 29 juni 2002 ontving, zei Kühnel de arbeidsovereenkomst van Junk per 30 september 2002 om bedrijfseconomische redenen op. 16 Bij verzoekschrift neergelegd bij het Arbeitsgericht Berlin op 17 juli 2002 kwam Junk tegen dit ontslag op. 17 Bij brief van 27 augustus 2002, die op dezelfde dag werd ontvangen, gaf Kühnel het arbeidsbureau kennis van het ontslag van 172 werknemers per 30 september 2002, overeenkomstig 17, lid 3, KSchG. Bij die kennisgeving voegde hij het standpunt van de ondernemingsraad. 18 Voor het Arbeitsgericht voert Junk de nietigheid van haar ontslag aan. 19 De verwijzende rechter meent dat het voor de beslissing van het bij hem aanhangige geding van belang is te weten of het betrokken ontslag wegens een overtreding van de bepalingen inzake collectief ontslag ingevolge 18, lid 1, KSchG nietig is. 20 Hij merkt op dat naar de tot dusver heersende mening naar Duits recht de bepalingen inzake collectief ontslag niet doelen op de opzegging van arbeidsovereenkomsten, maar op het tijdstip waarop de werknemers het bedrijf daadwerkelijk verlaten, doorgaans na het aflopen van de opzeggingstermijn. I-914

13 JUNK 21 Hij stelt vast dat in de 17 en 18 KSchG alsook in de Duitse versie van de richtlijn sprake is van Entlassung". 22 Hij benadrukt dat het Duitse recht een onderscheid maakt tussen het begrip Kündigung" en het begrip Entlassung". Onder het eerste begrip wordt verstaan de eenzijdige wilsverklaring van één van de partijen bij een arbeidsovereenkomst die erop is gericht de arbeidsverhouding te beëindigen. Onder het tweede begrip wordt verstaan het daadwerkelijk beëindigen van de arbeidsverhouding op grond van de opzegging door de werkgever. 23 Toegepast op de bepalingen inzake collectief ontslag wil dit zijns inziens zeggen dat het onderscheid tussen Kündigung" en Entlassung" ertoe leidt dat voor collectief ontslag niet het tijdstip van belang is waarop de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd, maar het tijdstip waarop de individuele opzeggingstermijnen aflopen. Derhalve zou de werkgever na de opzegging van de arbeidsovereenkomsten de ondernemingsraad bij de procedure kunnen betrekken en kunnen overgaan tot kennisgeving aan het arbeidsbureau, zolang dit vóór de daadwerkelijke beëindiging van de arbeidsverhoudingen gebeurt. 24 De verwijzende rechter meent evenwel dat het begrip ontslag" in de zin van de richtlijn, die de bescherming van de werknemers tot doel heeft, moet worden uitgelegd als samenvallend met de opzegging door de werkgever, zodat de procedure inzake raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers en inzake kennisgeving aan de bevoegde instantie vóór de opzegging van de arbeidsovereenkomsten volledig moet zijn beëindigd. 25 Het Arbeitsgericht Berlin heeft dan ook besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof de volgende prejudiciële vragen voor te leggen: I - 915

14 ARREST VAN ZAAK C-188/03 1) Moet [de] richtlijn [...] aldus worden uitgelegd dat met het begrip.ontslag' [»Entlassung'] in de zin van artikel 1, lid 1, sub a, van de richtlijn de.opzegging' [,Kündigung'] als eerste stap ter beëindiging van de arbeidsverhouding wordt bedoeld, of betekent.ontslag' [.Entlassung'] de beëindiging van de arbeidsverhouding na het verstrijken van de opzeggingstermijn? 2) Als met.ontslag' [,Entlassung'] de opzegging wordt bedoeld, schrijft de richtlijn dan voor dat zowel de raadplegingsprocedure bedoeld in artikel 2 van de richtlijn als de kennisgevingsprocedure bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de richtlijn moet zijn afgesloten vóór de opzegging [,Kündigung']?" Beantwoording van de prejudiciële vragen 26 Het hoofdgeding betreft de beoordeling van de regelmatigheid van een ontslag in het licht van de raadplegings- en kennisgevingsprocedures voorzien in artikel 2 respectievelijk de artikelen 3 en 4 van de richtlijn. Met het oog op deze beoordeling moet worden vastgesteld op welk tijdstip een ontslag plaatsvindt, dat wil zeggen, op welk moment de als ontslag geldende gebeurtenis zich voltrekt. 27 Voor de oplossing van het hoofdgeding moet dus de inhoud van het begrip ontslag" in de zin van de richtlijn worden verduidelijkt. 28 Artikel 1, lid 1, sub a, van de richtlijn definieert het begrip collectief ontslag", maar geeft niet aan welke omstandigheid een ontslag tot stand brengt en verwijst ter zake evenmin naar het recht van de lidstaten. I-916

15 JUNK 29 Dienaangaande zij eraan herinnerd dat het met het oog op de eenvormige toepassing van het gemeenschapsrecht en het beginsel van gelijke behandeling als algemene regel noodzakelijk is, dat de termen van een gemeenschapsrechtelijke bepaling die voor de vaststelling van de betekenis en draagwijdte daarvan niet uitdrukkelijk naar het recht van de lidstaten verwijst, in de gehele Gemeenschap autonoom en op eenvormige wijze worden uitgelegd, waarbij rekening moet worden gehouden met de context van de bepaling en met het doel van de betrokken regeling (zie met name arresten van 19 september 2000, Linster, C-287/98, Jurispr. blz. I-6917, punt 43, en 12 oktober 2004, Commissie/Portugal, C-55/02, Jurispr. blz. I-9387, punt 45). 30 In deze omstandigheden moet het begrip ontslag" in de zin van de artikelen 2 tot en met 4 van de richtlijn in de gemeenschapsrechtsorde autonoom en eenvormig worden uitgelegd. De eerste vraag 31 Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de artikelen 2 tot en met 4 van de richtlijn aldus moeten uitgelegd worden dat de uiting van de wil van de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen dan wel de daadwerkelijke beëindiging van de arbeidsverhouding bij het verstrijken van de opzeggingstermijn de als ontslag geldende gebeurtenis is. 32 Volgens de gegevens van deze rechter verwijst het in de Duitse versie van de richtlijn gehanteerde begrip Entlassung" naar Duits recht naar de daadwerkelijke beëindiging van de arbeidsverhouding en niet naar de uiting van de wil van de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. I - 917

16 ARREST VAN ZAAK C-188/03 33 Dienaangaande is het vaste rechtspraak dat het vereiste van een uniforme toepassing en dus uitlegging van een gemeenschapshandeling meebrengt dat deze tekst niet op zichzelf in een van zijn versies wordt beschouwd, doch gebiedt dat hij zal worden uitgelegd zowel naar de werkelijke bedoeling van de auteur ervan als naar het door deze nagestreefde doel, gelet op onder meer de in alle talen geredigeerde versies (zie, onder meer, arresten van 12 november 1969, Stauder, 29/69, Jurispr. blz. 419, punt 3; 7 juli 1988, Moksel, 55/87, Jurispr. blz. 3845, punt 15, en 20 november 2001, Jany e.a., C-268/99, Jurispr. blz. I-8615, punt 47). 34 Met betrekking tot de richtlijn moet opgemerkt worden dat in de andere taalversies dan de Duitse het voor Entlassung" gebruikte begrip ofwel tegelijkertijd de twee door de verwijzende rechter bedoelde gebeurtenissen dekt ofwel veeleer verwijst naar de uiting van de wil van de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. 35 Vervolgens moet vastgesteld worden dat artikel 2, lid 1, van de richtlijn een verplichting voor de werkgever behelst om tijdig de werknemersvertegenwoordigers te raadplegen wanneer hij overweegt tot collectief ontslag over te gaan". Artikel 3, lid 1, van de richtlijn stelt een verplichting voor de werkgever vast om de bevoegde overheidsinstantie kennis te geven van elk plan voor collectief ontslag". 36 De omstandigheid dat de werkgever overweegt" om tot collectief ontslag over te gaan en hiervoor een plan" heeft opgesteld, strookt met een situatie waarin nog geen enkele beslissing is genomen. De kennisgeving aan de werknemer van de opzegging van de arbeidsovereenkomst is daarentegen de uitdrukking van een beslissing tot verbreking van de arbeidsverhouding, waarbij de daadwerkelijke beëindiging van de verhouding bij het verstrijken van de opzeggingstermijn enkel het gevolg van deze beslissing is. I-918

17 JUNK 37 De door de gemeenschapswetgever gebruikte bewoordingen wijzen er dan ook op dat de verplichtingen inzake raadpleging en kennisgeving vóór een beslissing van de werkgever tot opzegging van de arbeidsovereenkomsten ontstaan. 38 Deze uitlegging wordt met betrekking tot de procedure voor raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers ten slotte bevestigd door de in artikel 2, lid 2, van de richtlijn geformuleerde doelstelling om opzeggingen van arbeidsovereenkomsten te voorkomen of het aantal ervan te verminderen. De realisatie van deze doelstelling zou in het gedrang komen wanneer de werknemersvertegenwoordigers na de beslissing van de werkgever werden geraadpleegd. 39 Op de eerste vraag moet dan ook worden geantwoord dat de artikelen 2 tot en met 4 van de richtlijn aldus moeten worden uitgelegd dat de uiting van de wil van de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, de als ontslag geldende gebeurtenis is. De tweede vraag 40 Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de werkgever tot collectief ontslag mag overgaan voordat de raadplegingsprocedure bedoeld in artikel 2 van de richtlijn alsmede de kennisgevingsprocedure bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn is afgesloten. 41 Uit het antwoord op de eerste vraag volgt reeds dat de werkgever arbeidsovereenkomsten niet kan opzeggen alvorens de twee betrokken procedures te hebben ingeleid. I - 919

18 ARREST VAN ZAAK C-188/03 42 Uit artikel 2, lid 1, van de richtlijn blijkt dat de raadplegingsprocedure als doel heeft tot een akkoord te komen". Volgens het tweede lid van dit artikel moet zij ten minste betrekking hebben op de mogelijkheden om collectief ontslag te voorkomen of om de omvang ervan te verminderen alsook op de mogelijkheid de gevolgen ervan te verzachten door het nemen van socialebegeleidingsmaatregelen". 43 Artikel 2 van de richtlijn stelt dan ook een onderhandelingsverplichting vast. 44 Het nuttig effect van een dergelijke verplichting zou in het gedrang komen indien de werkgever de arbeidsovereenkomsten tijdens of zelfs al bij de aanvang van de procedure mocht opzeggen. Voor de werknemersvertegenwoordigers zou het merkelijk moeilijker zijn om te bewerkstelligen dat een reeds genomen beslissing werd ingetrokken dan dat van een voorgenomen beslissing werd afgezien. 45 De arbeidsovereenkomst mag dan ook pas worden opgezegd na het einde van de raadplegingsprocedure, dat wil zeggen nadat de werkgever aan de verplichtingen van artikel 2 van de richtlijn heeft voldaan. 46 Met betrekking tot de procedure van kennisgeving aan de bevoegde overheidsinstantie zij eraan herinnerd dat de werkgever overeenkomstig artikel 3 van de richtlijn verplicht is aan de bevoegde instantie kennis te geven van elk plan voor [...] ontslag". 47 Volgens artikel 4, lid 2, van de richtlijn heeft de kennisgeving als doel de bevoegde instantie in staat te stellen oplossingen te zoeken voor de problemen die uit het voorgenomen collectieve ontslag voortvloeien. I-920

19 JUNK 48 Die bepaling verduidelijkt dat de bevoegde instantie de in artikel 4, lid 1, bedoelde termijn gebruikt om dergelijke oplossingen te zoeken. 49 De betrokken termijn bedraagt minstens 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving. Onder de voorwaarden bedoeld in artikel 4, lid 1, tweede alinea, en lid 3, van de richtlijn kunnen de lidstaten de bevoegde overheidsinstantie de bevoegdheid verlenen om die termijn te verkorten of te verlengen. 50 Overeenkomstig artikel 4, lid 1, eerste alinea, van de richtlijn gaat het collectieve ontslag, dat wil zeggen de opzegging van de arbeidsovereenkomsten, pas in na het verstrijken van de toepasselijke termijn. 51 Bijgevolg komt deze termijn overeen met het minimale tijdvak waarover de bevoegde instantie moet beschikken om oplossingen te zoeken. 52 Door uitdrukkelijk een voorbehoud te maken ten aanzien van de geldende bepalingen betreffende de individuele rechten inzake de opzeggingstermijn, ziet artikel 4, lid 1, eerste alinea, van de richtlijn noodzakelijkerwijze op het geval waarin opzegging reeds heeft plaatsgevonden en daardoor een dergelijke termijn is ingegaan. Het voorbehoud inzake het verstrijken van een andere dan de in de richtlijn voorziene opzeggingstermijn zou namelijk zinloos zijn wanneer geen enkele termijn was ingegaan. 53 Bijgevolg moet worden vastgesteld dat de artikelen 3 en 4 van de richtlijn niet eraan in de weg staan dat arbeidsovereenkomsten worden opgezegd tijdens de daarbij ingestelde procedure, op voorwaarde dat deze opzegging plaatsvindt na de kennisgeving van het plan voor collectief ontslag aan de bevoegde overheidsinstantie. I - 921

20 ARREST VAN ZAAK C-188/03 54 Op de tweede vraag moet dus worden geantwoord dat de werkgever na afloop van de raadplegingsprocedure bedoeld in artikel 2 van de richtlijn en na kennisgeving van het plan voor collectief ontslag bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn, mag overgaan tot collectief ontslag. Kosten 55 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Het Hof van Justitie (Tweede kamer) verklaart voor recht: 1) De artikelen 2 tot en met 4 van richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag, moeten aldus worden uitgelegd dat de uiting van de wil van de werkgever om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, de als ontslag geldende gebeurtenis is. 2) De werkgever mag na afloop van de raadplegingsprocedure bedoeld in artikel 2 van richtlijn 98/59 en na kennisgeving van het plan voor collectief ontslag bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn, overgaan tot collectief ontslag. ondertekeningen I -922

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. TIZZANO van 30 september 2004 1

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. TIZZANO van 30 september 2004 1 JUNK CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. TIZZANO van 30 september 2004 1 1. In de onderhavige zaak stelt het Arbeitsgericht Berlijn het Hof twee prejudiciële vragen over de uitlegging van richtlijn 98/59/

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* ZVK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* In zaak C-300/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag L 225/16 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 12. 8. 98 RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 24 VAN 2 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN INLICHTING EN RAADPLEGING VAN DE WERKNEMERSVER- TEGENWOORDIGERS MET BETREKKING TOT HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Samenvatting van het arrest

Samenvatting van het arrest 1 van 7 20/11/2008 14:41 Zaak C 128/04 Strafzaak tegen Annic Andréa Raemdonck en Raemdonck-Janssens BVBA (verzoek van de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde om een prejudiciële beslissing) Wegvervoer

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 * ADS ANKER ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 * In zaak C-349/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Arbeitsgericht Bielefeld (Duitsland) in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2018

Datum van inontvangstneming : 06/03/2018 Datum van inontvangstneming : 06/03/2018 Vertaling C-57/18 1 Zaak C-57/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2018 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* COLOR DRACK ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* In zaak 0386/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * In zaak 139/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * ARREST VAN 21. 10. 2010 ZAAK C-242/09 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * In zaak C-242/09, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * ARREST VAN 7. 9. 2006 ZAAK C-108/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * In zaak C-108/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) Sociale politiek Overgang van ondernemingen Richtlijn 2001/23/EG Behoud van rechten van werknemers Concern waarvan werknemers in dienst zijn van werkgevervennootschap

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * INGMAR ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * In zaak C-381/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Court of Appeal (England

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 13 december 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 13 december 2005 * SEVIC SYSTEMS ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 13 december 2005 * In zaak C-411/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Landgericht Koblenz

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * In zaak C-112/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberverwaltungsgericht für das Land Nordrhein-Westfalen (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 17, lid 5, derde alinea Recht op aftrek van voorbelasting Goederen en diensten die zowel voor belastbare als voor vrijgestelde

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 19 oktober 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 19 oktober 2004 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 19 oktober 2004 * In zaak C-472/02, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Hofvan Beroep te Brussel (België)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * ARREST VAN 7. 2. 1991 ZAAK C-227/89 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * In zaak C-227/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sozialgericht Stuttgart,

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 *

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * In zaak C-124/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te s-gravenhage (Nederland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 * LEITNER ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 * In zaak C-168/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Landesgericht Linz (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * In zaak C-68/07, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door de Högsta domstol (Zweden)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005* ST. PAUL DAIRY ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005* In zaak C-104/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens het protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * ARREST VAN 22. 11. 2001 ZAAK C-184/00 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * In zaak C-184/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * ARREST VAN 1. 7. 1999 ZAAK C-173/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * In zaak C-173/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

ZAAK NO. 143/79. Eiser Margaret Walsh. Gedaagde National Insurance Officer

ZAAK NO. 143/79. Eiser Margaret Walsh. Gedaagde National Insurance Officer ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 22 MEI 1980. MARGARET WALSH TEGEN NATIONAL INSURANCE OFFICER. ("SOCIALE ZEKERHEID - MOEDERSCHAPSUITKERINGEN"). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 * ARREST VAN 14. 7. 2005 ZAAK C-434/03 ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 * In zaak C-434/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen,

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

HERBOSCH KIERE. ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 26 januari 2006*

HERBOSCH KIERE. ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 26 januari 2006* HERBOSCH KIERE ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 26 januari 2006* In zaak C-2/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Arbeidshof te Brussel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 * COMMISSIE / BELGIË ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 * In zaak C-433/02, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Banks als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5.5.1994 ZAAK C-421/92 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-421/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Arbeitsgericht Regensburg,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen; L 201/88 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 98/50/EG VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * In zaak C-518/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per  over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 17 september 2014 (*) Prejudiciële verwijzing Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Btw-groep Interne facturering voor

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * KRETZTECHNIK ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * In zaak C-465/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Unabhängige Finanzsenat,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Vertaling C-515/13-1 Zaak C-515/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * WATSON RASK EN CHRISTENSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-209/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sø- og Handelsret te Kopenhagen

Nadere informatie

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing)

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing) Downloaded via the EU tax law app / web Zaak C?40/09 Astra Zeneca UK Ltd tegen Commissioners for Her Majesty s Revenue and Customs (verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 *

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * In zaak C-517/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundespatentgericht (Duitsland), in de procedure aldaar ingeleid door Merz & Krell

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 8 september 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 8 september 2005 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 8 september 2005 * In zaak C-129/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Raad van State (België) bij beslissing

Nadere informatie