Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Transcriptie

1 Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C / op de op 17 december 2010 bij hen ingekomen aanvraag van Erca Moerdijk BV, om vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het project, kadastraal bekend gemeente(n) Klundert, C, 2101 's-hertogenbosch, 28 april Gedeputeerde staten van Noord-Brabant, namens deze, drs. R. Kessenich, bureauhoofd Vergunningverlening Procesindustrie en Afvalverwerking.

2 INHOUDSOPGAVE OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 3 1 Onderwerp 3 2 Besluit 3 3 Procedure 3 4 Overige bijgevoegde documenten 3 OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL 4 1 Gegevens aanvrager 4 2 Projectbeschrijving 4 3 Bevoegd gezag 4 4 Ontvankelijkheid 4 5 Procedure (regulier) 4 6 Adviezen 5 VOORSCHRIFTEN 6 1 Het (ver)bouwen van een bouwwerk Algemeen 6 OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 9 1 Het bouwen van een bouwwerk Inleiding Toetsing Conclusie 9 2 Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan Inleiding Toetsing Conclusie 10

3 OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1 Onderwerp Gedeputeerde Staten hebben op 17 december 2010 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Erca Moerdijk B.V.. De aanvraag is ingediend voor het bouwen van nieuwe bedrijfsgebouwen, bouwwerken en een kantoor gelegen aan de Westelijke Randweg 11 in Klundert, kadastraal bekend, Klundert, sectie C nummer 210. De aanvraag is geregistreerd onder nummer C Besluit Gedeputeerde Staten besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. Deze vergunning wordt verleend onder de bepaling dat de stukken en bijlagen (waaronder voorschriften) deel uitmaken van de vergunning. De vergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: 1. Het bouwen van een bouwwerk (nieuwe bedrijfsgebouwen, bouwwerken en een kantoor); 2. Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. 3 Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de reguliere voorbereidingsprocedure). De aanvraag is getoetst aan artikel 2.1, 2.2 en 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. 4 Overige bijgevoegde documenten De stukken en bijlagen die onderdeel uitmaken van de aanvraag staan in het OLO (OmgevingsLoket Online) onder nummer

4 OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL 1 Gegevens aanvrager Op 17 december 2010 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Erca Moerdijk B.V.. 2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is voor het bouwen van nieuwe bedrijfsgebouwen, bouwwerken en een kantoor. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de in de Wabo omschreven activiteit "het bouwen van een bouwwerk". 3 Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 4 Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag van een omgevingsvergunning moeten worden overgelegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 1 maart Wij zijn van oordeel dat de aanvraag, alsmede de latere aanvulling daarop, voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. De aanvraag is beoordeeld voor het bouwen van een bouwwerk aan artikel 2.10 van de Wabo en voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo aan artikel 2.12 van de Wabo. 5 Procedure (regulier) Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 24 december 2010 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in een dag-, nieuws of huis-aan-huisblad. Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo. Van deze verlenging is kennis gegeven in een

5 dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad. 6 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies voorgelegd aan de Omgevingadvies Welstandscommissie van de gemeente Moerdijk op grond van artikel 6.2 Bor. Naar aanleiding hiervan heeft Omgevingadvies Welstandscommissie van de gemeente Moerdijk ons op 21 april 2011 geadviseerd over de aanvraag. In de overwegingen wordt nader ingegaan op het uitgebrachte advies.

6 VOORSCHRIFTEN 1 Het (ver)bouwen van een bouwwerk 1.1 Algemeen Aan de vergunning wordt, op verzoek van de aanvrager, het voorschrift verbonden dat de volgende gegevens en bescheiden uiterlijk binnen een termijn van drie weken voor de start van de bouw worden overgelegd: a Aangepaste Gewichts- en stabiliteitsberekening Hal A en Staal- en funderingsberekening Hal A naar aanleiding van de gewijzigde 240 minuten brandwerende scheidingsconstructie. b Aangepaste constructietekeningen Hal A naar aanleiding van de gewijzigde 240 minuten brandwerende scheidingsconstructie. c Gewichts- en stabiliteitsberekening en Staal- en funderingsberekening Pijpenrek. d Een gedetailleerde uitwerking van de 240 minuten brandwerende scheiding. Smeltankers achter de geïsoleerde buitenwand zijn zo bevestigd dat bij bezwijken van de constructie niet het smeltanker wordt aangesproken en de brandwerende wand mee omver wordt getrokken. Bovendien krijgt de wand nu de gelegenheid om bij bezwijken van de binnenruimte opzij gedrukt te worden door de vorm van de smeltankers aan de zijde van de buitenwand. e Documentatie van de brandwerende deuren waaruit blijkt dat de toe te passen deuren met 120 minuten brandwering achter elkaar geplaatst de vereiste 240 minuten WBDBO halen, inclusief aansluitdetails. In de productbeschrijving van de toe te passen deur staat het aantal deuren vernoemd voor deze oplossing. De wand/kozijnconstructie waarin de deur is opgehangen moet vanzelfsprekend ook aan dat criterium van 240 minuten voldoen. f Een tekening van de verdiepingsvloer op 8,600 m waaruit blijkt dat deze vloer aansluit op de vluchtdeur in de gevel Aan de vergunning wordt, op verzoek van de aanvrager, het voorschrift verbonden dat de volgende gegevens en bescheiden uiterlijk binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling worden overgelegd: a Wapeningsberekening Hal A, Hal B, Deel C, Kantoor D, Deel E en Deel F; b Wapeningstekening fundering Hal A, fundering Hal B, put Deel C, fundering Kantoor D, fundering Deel E en fundering Hal F; c Wapeningstekening vloer Hal A, vloer Hal B, vloeren Deel C, vloer Deel E en vloer Deel F; d Wapeningstekening wanden Hal B, wanden Deel C en wanden Deel E; e Een berekening met tekening van de verankering van de staalconstructie aan de fundering met voor zover nodig een berekening daarvan. (De berekening moet mede een beton-controle inhouden overeenkomstig artikel 9.16 van de VBC (Als de belasting uit het eigen gewicht onvoldoende is voor het opnemen van de trekkrachten uit de windverbanden dan moeten de palen tevens een bijdrage leveren aan het opnemen van de trekkrachten.) f Definitieve constructieberekeningen en tekeningen van de prefab betonconstructieonderdelen, inclusief detaillering en wapening (de trappen, bordessen, balkons, galerijen, vloerafscheidingen, liggers, balklagen, lateien e.d); g Definitieve constructieberekeningen en tekeningen van de prefab systeemvloeren,

7 inclusief detaillering, schijfwerking t.b.v. stabiliteit; h Definitieve constructieberekeningen en tekeningen van de staalconstructies, inclusief de verbindingen en verbindingsmiddelen. Hiertoe behoren ook windverbanden en eventuele kipsteunen, knikverkorters, gordingen en dergelijke alsmede de brandpreventieve voorzieningen en corrosiewering. i Detailberekeningen en werkplaatstekeningen van de staalconstructie; j Definitieve constructieberekeningen en tekeningen van alle verbindingen tussen verschillende constructieonderdelen; k Definitieve constructieberekeningen en tekeningen van de stalen dak- en wandplaten, inclusief detaillering; l Detailberekeningen en tekeningen van alle overige constructie onderdelen; m Definitieve berekeningen van de stabiliteitsvoorzieningen, inclusief detaillering; n Definitieve berekeningen en tekeningen van de wateraccumulatie van de dakconstructie inclusief de detaillering van de overstortvoorzieningen; o Gegevens en bescheiden over de toe te passen bouwmethodiek en de toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen bij de bouwwerkzaamheden: p De berekening en tekeningen van de grond- en waterkerende (hulpconstructies en eventuele verankeringen; q De bemalingsadviezen; r Gegevens en bescheiden met betrekking tot de details van de in of ten behoeve van het bouwwerk toegepaste installaties, voor zover het niet de gegevens met betrekking tot de hoofdlijn dan wel het principe van de toegepaste installaties betreft; de hoofdlijn betreft onder meer de wijze van verwarming, koeling en luchtbehandeling, de plaats en wijze van verticaal transport en de locatie en het type brandveiligheidinstallatie. s Programma van Eisen Sprinklerbeveiliging en Programma van Eisen brandmeldinstallatie Ontruimingsalarm installatie moet voor de definitieve goedkeuring in 3 voud worden ingediend Op elke verdieping van de reactor bunker moet bij de trappen een draagbaar blustoestel worden aangebracht. Bij de overkapping laad- en losplaats ( tekening B-121) moet een draagbaarblustoestel worden opgehangen Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moet dit worden gemeld aan de afdeling Vergunningen en Handhaving, Postbus 4, 4760 AA Zevenbergen, door middel van invulling en toezending van een aanmeldingskaart die verkrijgbaar is bij de gemeente Het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van de Bouwverordening en het Bouwbesluit Aan de afdeling Vergunningen en Handhaving van de gemeente Moerdijk, moeten de volgende meldingen schriftelijk worden gedaan: tenminste 2 dagen tevoren: de start van het heiwerk c.q. het boren van de palen; tenminste 1 dag tevoren: het storten van beton voor fundering, vloeren en overige constructies.

8 1.1.7 Zodra de werkzaamheden zijn beëindigd, moet dit direct worden gemeld aan de afdeling Vergunningen en Handhaving door middel van invulling en toezending van een gereedmeldingskaart die verkrijgbaar is bij de gemeente.

9 OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 1 Het bouwen van een bouwwerk 1.1 Inleiding De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. 1.2 Toetsing Bouwbesluit (voldoende aannemelijk) De aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens maken voldoende aannemelijk dat het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gegeven bij of krachtens het Bouwbesluit. Bouwverordening (voldoende aannemelijk) De aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens maken voldoende aannemelijk dat het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gegeven in de gemeentelijke bouwverordening. Welstand Op 21 april 2011 heeft de Welstandscommissie van de gemeente Moerdijk ons geadviseerd over de aanvraag. Zij is van mening dat het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Wij hebben dit advies overgenomen, voor de motivering met betrekking tot welstand wordt dan ook naar het betreffende advies verwezen. Bestemmingsplan Het perceel waarop gebouwd gaat worden valt binnen het bestemmingsplan '6e herziening Industrieterrein Moerdijk 1993'. Het perceel heeft volgens dit bestemmingsplan de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden C1'. De aanvraag is getoetst aan de voorschiften van dit bestemmingsplan. (Strijd bestemmingsplan) Hieruit is gebleken dat de ingediende aanvraag niet past binnen de voorschriften van dit bestemmingsplan. Artikel 5.3 lid b. van het bestemmingsplan bepaalt dat de hoogte van een erfafscheiding maximaal 2,00 m. mag bedragen. De ingediende aanvraag gaat uit van een erfafscheiding met een hoogte van 2,50 m. Er is daarom sprake van strijd met het bestemmingsplan. Omdat de aanvraag niet past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan moet de aanvraag, op grond van artikel 2.10 lid 2 Wabo, mede worden aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo. De vergunning wordt in dat geval slechts geweigerd als vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 Wabo niet mogelijk is. Gebleken is dat toepassing kan worden gegeven aan artikel 2.12 zodat de vergunning voor het zogenaamde planologisch strijdig gebruik kan worden verleend. Voor de overwegingen verwijs wij naar het gestelde onder het gebruiken van gronden of bouwwerken... in onderstaande overwegingen. 1.3 Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er geen

10 redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Op grond van de genoemde overwegingen, zijn wij van oordeel dat de gevraagde vergunning voor de activiteit het (ver)bouwen van een bouwwerk verleend moet worden. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden met betrekking tot het uitvoeren van deze activiteit. 2 Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan 2.1 Inleiding Op grond van artikel 2.10 lid 2 Wabo moet de ingediende aanvraag voor de activiteit het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo mede worden aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c omdat zij niet past binnen de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De aanvraag wordt slechts geweigerd als vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 Wabo niet mogelijk is. Wij hebben beoordeeld of het mogelijk is de vergunning met toepassing van artikel 2.12 Wabo te verlenen. 2.2 Toetsing De aanvraag voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c kan, op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2, worden verleend als de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan maar past binnen het beleid ten aanzien van de planologische afwijkingsmogelijkheden welke zijn opgenomen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Het Bor geeft mogelijkheden om af te wijken van het geldende bestemmingsplan. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk heeft voor het toepassen van deze mogelijkheden regels opgesteld, welke zijn opgenomen in het beleid planologisch strijdig gebruik. Dit beleid is op 6 juli 2010 door ons college vastgesteld en is op 1 oktober 2010 in werking getreden. De aangevraagde activiteit, is slechts 0,5 meter hoger dan op grond van het bestemmingsplan is toegestaan. Gelet op het open karakter van de erfafscheiding en het feit dat een ieder het recht heeft zijn perceel af te scheiden, door middel van een erfafscheiding kan op grond van artikel 2.5 van dit beleid medewerking worden verleend. Het gebruik maken van deze mogelijkheid leidt niet tot onevenredige aantasting van de belangen van omwonenden. 2.3 Conclusie Op grond van bovenstaande overwegingen, zijn wij van oordeel dat de gevraagde vergunning voor het planologisch strijdig gebruik op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo (kruimelgeval) kan worden verleend voor de verwezenlijking van het in de aanvraag omschreven project, conform de bij het besluit behorende stukken en bijlagen. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden met betrekking tot het uitvoeren van deze activiteit.