Externe veiligheid in bestemmingsplannen Vroegtijdig samen aan de slag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Externe veiligheid in bestemmingsplannen Vroegtijdig samen aan de slag"

Transcriptie

1 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Vroegtijdig samen aan de slag

2 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding Aanleiding Doel Achtergrond Leeswijzer 6 2 Werkwijze Inleiding Afbakening Toetsingskader Getoetste onderdelen Resultaat 8 3 Bevindingen Volledigheid externe veiligheid in het (voor)ontwerp Inventarisatie risicobronnen Externe veiligheid in de toelichting Externe veiligheid in de regels en op de verbeelding Grens- en richtwaarde van het plaatsgebonden risico Verantwoording groepsrisico Advies veiligheidsregio Verwerking advies veiligheidsregio Reacties gemeenten op tips en aanbevelingen 16 4 Conclusie 17 5 Aanbevelingen 18 Checklist beoordeling voorontwerpbestemmingsplannen 19 Bijlage 1: Verantwoording groepsrisico nader beschouwd 20 Bijlage 2: Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf 45 2 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

3 Samenvatting Uit eerder provinciaal onderzoek 1 kwam naar voren dat externe veiligheid onvoldoende wordt meegewogen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Oorzaken hiervoor zijn onder meer de complexiteit van het thema en het ontbreken van een geborgde afstemming en samenwerking tussen de medewerker op het gebied van ruimtelijke ordening, de adviseur op het gebied van externe veiligheid en de veiligheidsregio. In navolging hierop heeft de provincie Noord-Brabant een vervolgproject uitgevoerd dat erop gericht was om in een vroeg stadium van het planproces de samenwerking en afstemming te organiseren tussen genoemde partijen. Gedurende vijf maanden (mei - september 2016) heeft de provincie bestemmingsplannen van Brabantse gemeenten in de voorontwerpfase van het planproces bekeken. Van de in totaal 302 bestemmingsplannen waren er 80 relevant op het gebied van externe veiligheid. Deze 80 plannen zijn inhoudelijk beoordeeld, waarbij gebruik is gemaakt van de informatie op de risicokaart en ruimtelijkeplannen.nl. De bevindingen zijn middels een memo teruggekoppeld aan de betreffende gemeenten. Dit bood hen de mogelijkheid om eventuele opmerkingen nog mee te nemen in de planprocedure. Gedurende het traject zijn alle goede praktijkvoorbeelden voor de externe veiligheidsparagraaf verzameld en gebundeld (bijlage 2: Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf). Doel van het project is: het creëren van bewustwording voor externe veiligheid bij gemeenten; aansturen op een vroegtijdige samenwerking tussen ruimtelijke planvormers, adviseurs op het gebied van externe veiligheid en de veiligheidsregio; een (juridisch) goede borging van dit onderwerp in gemeentelijke bestemmingsplanprocedures. Bevindingen: Op basis van de beoordelingen van de 80 voorontwerpplannen is geconstateerd dat: bij 58 plannen alle risicobronnen zijn geïnventariseerd; bij 47 plannen externe veiligheid goed is uitgewerkt in de toelichting; bij 33 plannen externe veiligheid moest worden verwerkt in de regels en op de verbeelding; bij 25 van deze plannen is dit op een goede manier gedaan; bij 54 plannen zichtbaar getoetst is aan het plaatsgebonden risico; bij 19 plannen het groepsrisico is verantwoord; bij 39 plannen advies is gevraagd aan de veiligheidsregio; bij 16 plannen het advies van de veiligheidsregio verwerkt is in de plannen. De bevindingen zijn per plan in de vorm van een memo teruggekoppeld aan de betreffende gemeente en (indien gewenst) besproken. Door nagenoeg alle gemeenten is gereageerd op de verstuurde memo s, waarbij de meeste gemeenten de intentie hadden om de aanbevelingen te verwerken of deze al hadden verwerkt. 1 Onderzoek borging externe veiligheid in gemeentelijke bestemmingsplannen (Provincie Noord-Brabant, 4 juli 2016) 3 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

4 Aanbevelingen: inventariseer de risicobronnen, vóórdat gestart wordt met het opstellen van een (voor)ontwerpplan en toets het plan aan de visie externe veiligheid en/of de structuurvisie van de betreffende gemeente; laat de externe veiligheidsparagraaf opstellen door een deskundige op het gebied van externe veiligheid; laat de medewerker ruimtelijke ordening en de medewerker externe veiligheid samen afstemmen hoe externe veiligheid kan worden verwerkt in het plan; vraag, nadat externe veiligheid compleet is uitgewerkt in het plan, advies aan de veiligheidsregio over de bereikbaarheid, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid en neem dit advies op in het bestemmingsplan; motiveer welke onderdelen van het advies van de veiligheidsregio worden meegenomen en geef daarbij aan op welke manier dit geborgd wordt; geef aan welke onderdelen van het advies van de veiligheidsregio niet worden meegenomen en motiveer waarom niet; neem het bestuur mee in de afwegingen die zijn gemaakt in het kader van de verantwoording van het groepsrisico en laat dit terugkomen in de toelichting of in het raadsbesluit. Uit een analyse van de resultaten van de beoordeelde (voor)ontwerpplannen kan geconcludeerd worden dat er aandacht is voor het thema externe veiligheid; het komt in alle 80 bekeken plannen aan de orde. Op een aantal vlakken kan nog winst worden behaald. Gemeenten staan over het algemeen open voor aangereikte verbetervoorstellen en aanbevelingen. Aanvullend onderzoek Gedurende de looptijd het project is door het kernteam Brabant Veiliger de wens geuit om beter inzicht te krijgen in de mate waarin het groepsrisico is verantwoord in de bestemmingsplannen en welke bestuurlijke afweging daarbij is gemaakt. Deze wens is door de projectgroep gehonoreerd en meegenomen in het lopende project. Het doel van dit aanvullende onderzoek is: voor het kernteam Brabant Veiliger inzichtelijk maken welke (bestuurlijke) afwegingscriteria gemeenten toepassen bij de verantwoording van het groepsrisico; het creëren van bewustwording en meer aandacht bij gemeenten voor de verantwoording van het groepsrisico. Het resultaat van dit aanvullende onderzoek is opgenomen in bijlage 1: Verantwoording groepsrisico nader beschouwd. 4 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Provincie, gemeenten, omgevingsdiensten en veiligheidsregio s dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de veiligheid in Brabant te waarborgen. Het is van belang dat bevoegd gezag aangeeft waarom zij, ondanks de risico s, akkoord gaat met een ruimtelijke ontwikkeling en wat gedaan is om het risico zo laag mogelijk te houden. Uit een eerder onderzoek Borging externe veiligheid in Brabantse bestemmingsplannen van de afdeling Interbestuurlijk Toezicht van de provincie Noord-Brabant blijkt dat externe veiligheid onvoldoende wordt meegewogen in bestemmingsplannen. Hoewel het onderwerp EV in alle bestemmingsplannen aan de orde kwam, waaruit blijkt dat er zeker wel aandacht voor is, wordt de wet- en regelgeving lang niet altijd goed toegepast in de bestemmingsplannen. Met name de verantwoording van het groepsrisico komt niet of onvolledig aan de orde. Oorzaken hiervoor zijn onder meer de diversiteit aan besluiten en de complexiteit van de materie. In bovengenoemd onderzoek zijn de volgende aanbevelingen opgenomen: zorg voor een volledige inventarisatie van risicobronnen door een specialist op het gebied van externe veiligheid; zorg voor vroegtijdige afstemming en samenwerking tussen ruimtelijke planvormers en specialisten op het gebied van externe veiligheid en borg dit in het werkproces; zorg voor vroegtijdige betrokkenheid van de Veiligheidsregio in het ruimtelijk ordeningsproces; zorg voor verwerking van het advies van de Veiligheidsregio in het bestemmingsplan; zorg voor afweging en acceptatie van risico s op bestuurlijk niveau. Om samen met gemeenten te werken aan de aanbevelingen is dit project Samenwerken aan borging van externe veiligheid in bestemmingsplannen uitgevoerd. 1.2 Doel Het doel van het project is: het creëren van bewustwording voor externe veiligheid bij gemeenten; aansturen op een vroegtijdige samenwerking tussen ruimtelijke planvormers, adviseurs op het gebied van externe veiligheid en de veiligheidsregio; een (juridisch) goede borging van dit onderwerp in het gemeentelijk bestemmingsplanproces. Ook is het van belang dat het bevoegd gezag onderbouwt waarom zij ondanks de risico s akkoord gaat met een ruimtelijke ontwikkeling en wat er aan gedaan is om de risico s tot een aanvaardbaar minimum te beperken. 1.3 Achtergrond Op het gebied van externe veiligheid werkt de provincie al lange tijd samen met de gemeenten. Daarnaast heeft de provincie wettelijke taken en beleid op het terrein van externe veiligheid. In de periode werkten provincie, gemeenten en veiligheidsregio s samen in het programma Brabant Veiliger. Bij beëindiging van het effectieve en succesvolle programma is geconstateerd dat het van belang is dat de taken van provincie, gemeenten en veiligheidsregio s blijvend op elkaar worden afgestemd. De provincie heeft het belang van samenwerking ook vastgelegd in haar Risicobeleid externe veiligheid , dat in mei 2014 door Provinciale Staten is vastgesteld. Met deze beleidsnota is verder ingezet op een andere manier van omgaan met risico s. De aandacht is niet meer puur gericht op het minimaliseren van de kans op een ongeval met gevaarlijke 5 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

6 stoffen, maar op een brede afweging van belangen en een bestuurlijke verantwoording van dit proces. Transparantie en duidelijke informatie richting burgers zorgt ervoor dat Brabanders weten waarom welke keuze is gemaakt, welke risico s er in hun buurt spelen en welke handelingsperspectieven zij hebben. Voor de uitvoering van het risicobeleid heeft de provincie enkele wettelijke taken. Dit zijn onder meer activiteiten op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Sinds 1 januari 2016 is de provincie bevoegd gezag geworden voor alle BRZO-bedrijven (Besluit risico s zware ongevallen). Dat wil zeggen dat de provincie mede verantwoordelijk is voor de risico s die hier uit voortkomen. Daarnaast zijn bepaalde activiteiten op het gebied van externe veiligheid gemeentegrens overstijgend, zoals het transport van gevaarlijke stoffen. De gemeente is bevoegd gezag voor de inrichting van de omgeving. Provincie en gemeenten hebben daarom een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is van belang dat zij gezamenlijk en in samenspraak met de veiligheidsregio zorgdragen voor een veilige leefomgeving. Dit kan alleen als genoemde partijen al in een vroeg stadium worden betrokken bij het planproces van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de gevolgde werkwijze toegelicht, waarbij aangegeven is welke toetsingskaders gebruikt zijn en aan welke onderdelen getoetst is. Vervolgens zijn de bevindingen in hoofdstuk 3 per toets-onderdeel uitgewerkt. Hierbij is aangegeven of en op welke wijze externe veiligheid is meegenomen in de bekeken (voor)ontwerpbestemmingsplannen. Ook is in dit hoofdstuk aangegeven of en zo ja hoe de gemeenten gereageerd hebben op de memo s met bevindingen. Tot slot volgen in de laatste twee hoofdstukken de conclusies en aanbevelingen. De aanbevelingen kunnen gebruikt worden bij het opstellen van toekomstige bestemmingsplannen, evenals de praktijkvoorbeelden uit bijlage 2. 6 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

7 2 Werkwijze 2.1 Inleiding Op basis van (voor)ontwerpplannen heeft de projectgroep een advies opgesteld aan de medewerker ruimtelijke ordening en de medewerker externe veiligheid (RO- en EV medewerkers) van de betreffende gemeenten. Er is specifiek voor gekozen om te reageren op (voor)ontwerpbestemmingsplannen, omdat gemeenten dan nog de mogelijkheid hebben om eventuele omissies in het bestemmingsplan te herstellen. De keuze om te reageren op bestemmingsplannen in een erg vroeg stadium heeft wel als nadeel dat de plannen nog niet volledig (uitgewerkt) zijn. In voorliggende rapportage wordt aangegeven of er reactie van de gemeente is ontvangen en of de opmerkingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan. Voor het bereiken van de doelstelling is dat het belangrijkste criterium. 2.2 Afbakening Gedurende vijf maanden (mei t/m september 2016) zijn (voor)ontwerp bestemmingsplannen van alle Brabantse gemeenten bekeken. Deze bestemmingsplannen zijn geselecteerd op basis van indiening in het kader van het zogenoemde vooroverleg met de provincie. Daarbij is in eerste instantie een quick scan uitgevoerd om te bepalen of het plan binnen het invloedsgebied van risicobronnen lag. Indien dit het geval was heeft vervolgens een inhoudelijke screening plaatsgevonden (zie verder paragraaf 3.4). Er zijn 302 bestemmingsplannen bekeken. Bij 222 plannen lagen de invloedsgebieden op grote afstand. Deze plannen zijn niet inhoudelijk beoordeeld. De overige 80 plannen zijn inhoudelijk beoordeeld en de bevindingen zijn per plan in de vorm van een memo teruggekoppeld aan de betreffende gemeenten. 2 Voorafgaand aan de beoordelingen zijn de gemeenten met een brief op de hoogte gesteld van dit project. 2.3 Toetsingskader In de volgende wetten/besluiten zijn de wettelijke normen opgenomen waaraan moet worden getoetst: Wet ruimtelijke ordening Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit externe veiligheid buisleidingen Besluit externe veiligheid transportroutes Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Wet luchtvaart Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Besluit omgevingsrecht 2 Indien enkel een (spoor)weg de risicobron was en het plangebied buiten de 200 meter van deze (spoor)weg lag, dan is het plan niet beoordeeld. 7 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

8 2.4 Getoetste onderdelen De toetsing heeft plaatsgevonden aan de hand van een checklist met 8 toetsonderdelen: zijn alle risicobronnen geïnventariseerd; is externe veiligheid opgenomen in de toelichting; is externe veiligheid opgenomen in de regels; is externe veiligheid opgenomen op de verbeelding; is getoetst aan de grens- en richtwaarden van het plaatsgebonden risico; is het groepsrisico verantwoord; is advies gevraagd aan de veiligheidsregio; is dit advies meegenomen in de groepsrisicoverantwoording. 2.5 Resultaat Het resultaat van dit project beoogt een betere en vroegtijdige afstemming en samenwerking tussen de medewerker externe veiligheid, de medewerker ruimtelijke ordening en de veiligheidsregio. Om dit resultaat te bereiken zijn 80 (concept)voorontwerpbestemmingsplannen beoordeeld. De bevindingen zijn per plan in de vorm van een memo teruggekoppeld aan de betreffende gemeente en (indien gewenst) besproken. Op basis van de aanbevelingen zijn de bestemmingsplannen aangepast. Voorts zijn tijdens de uitvoering tegengekomen goede praktijkvoorbeelden verzameld. Deze voorbeelden zijn gebundeld en opgenomen in bijlage 2. 8 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

9 3 Bevindingen Bijna iedere gemeente publiceert eerst een voorontwerpplan alvorens een ontwerpplan in procedure te brengen. Met deze extra stap verzamelt de gemeente de reacties van de (wettelijk verplichte) adviseurs, bedrijven en burgers. Het voorontwerpplan is vaak nog niet volledig, maar maakt inzichtelijk wat de initiatiefnemer voornemens is om te gaan realiseren. 3.1 Volledigheid externe veiligheid in het (voor)ontwerp Binnen het project is bekeken of de diverse onderdelen die betrekking hebben op externe veiligheid al zijn meegenomen in het (voor)ontwerpplan. In iedere paragraaf wordt aangegeven of dit het geval is Inventarisatie risicobronnen Een EV-toets begint met een inventarisatie van alle risicobronnen. Bij dit onderdeel is bekeken of alle risicobronnen al geïnventariseerd zijn in de (voor)ontwerpfase. Zijn alle risicobronnen zichtbaar geïnventariseerd? 28% ja nee 72% Figuur 1 Inventarisatie risicobronnen 9 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

10 3.1.2 Externe veiligheid in de toelichting In de toelichting van elk bestemmingsplan is een paragraaf gewijd aan externe veiligheid (de EV-paragraaf). Hierin worden het beleidskader, de inventarisatie van risicobronnen en de toetsing aan de wettelijke normen beschreven en uitgewerkt. Bekeken is of externe veiligheid in de toelichting is meegenomen. Daarbij is gelet op benoeming van de juiste wetgeving met daarbij de juiste uitleg. Is EV goed uitgewerkt in de toelichting? 15% ja 5% oude wetgeving 7% niet alle wetgeving 14% 59% groepsrisico niet juist benaderd nee Figuur 2 Externe veiligheid in de toelichting 10 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

11 3.1.3 Externe veiligheid in de regels en op de verbeelding In bepaalde gevallen is het wenselijk om risicovolle bedrijven, veiligheidscontouren en/of veiligheidszones op de verbeelding van een bestemmingsplan vast te leggen en daarbij regels (gebruiksvoorschriften) op te nemen. Ook kan er voor gekozen worden om geen veiligheidszone op te nemen, maar in plaats daarvan objecten specifiek te bestemmen. Maar het is niet altijd nodig/ verplicht om externe veiligheid op te nemen in de regels en op de verbeelding. Voor dit onderdeel is aangegeven of in de gevallen dát gebruik is gemaakt van de mogelijkheid, dit op een goede manier gedaan is in het (voor)ontwerpplan. Is EV goed verwerkt in de regels en op de verbeelding? 31% 59% ja nee nvt 10% Figuur 3 Externe veiligheid in de regels en op de verbeelding 11 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

12 3.1.4 Grens- en richtwaarde van het plaatsgebonden risico Bij dit onderdeel is weergegeven in hoeverre bij het (voor)ontwerpplan zichtbaar getoetst is aan het plaatsgebonden risico (zowel aan de richtwaarde als aan de grenswaarde). Is er zichtbaar getoetst aan het plaatsgebonden risico? 30% 3% 67% ja richtwaarde niet getoetst nee Figuur 4 Toets aan plaatsgebonden risico 12 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

13 3.1.5 Verantwoording groepsrisico Bij elk bestemmingsplan dat binnen het invloedsgebied van een risicobron ligt moet een groepsrisicoverantwoording worden uitgevoerd. Afhankelijk van de risicobron en de hoogte en/of toename van het groepsrisico moet een verantwoording uitgebreid of beperkt uitgewerkt worden. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan moet het groepsrisico verantwoord worden geacht. Vaak is dit onderdeel nog niet uitgevoerd in het voorontwerpstadium. Hieronder is weergegeven of de verantwoording wel al heeft plaatsgevonden in het (voor)ontwerpplan. Is het groepsrisico verantwoord? 3% 24% 29% ja nee gedeeltelijk niet van toepassing 44% Figuur 5 Verantwoording groepsrisico 13 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

14 3.1.6 Advies veiligheidsregio Een onderdeel van de groepsrisicoverantwoording is het vragen van advies aan de Veiligheidsregio. De veiligheidsregio adviseert over de zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid. De gemeente verwerkt dit advies in de groepsrisicoverantwoording, waarbij zij motiveert wat er is gedaan met het advies van de veiligheidsregio. Veelal wordt het (voor)ontwerpplan voor advies naar de veiligheidsregio verzonden, waardoor bij het (voor)ontwerpplan nog geen volledige verantwoording van het groepsrisico kan worden uitgevoerd (het advies van de veiligheidsregio maakt hier immers onderdeel van uit). Aan de veiligheidsregio s is gevraagd of zij van de bekeken plannen een adviesverzoek hebben ontvangen. Hieronder is weergegeven of advies is gevraagd aan de veiligheidsregio tegelijkertijd met het indienen van het (voor)ontwerpplan bij de provincie (of binnen twee weken daarvan). Is er advies gevraagd aan de veiligheidsregio? 4% 4% advies gevraagd 20% naar aanleiding van de opmerkingen advies gevraagd 50% geen advies gevraagd 22% oud advies Figuur 6 Advies veiligheidsregio 14 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

15 3.1.7 Verwerking advies veiligheidsregio Zoals al aangegeven in de vorige paragraaf is bij een (voor)ontwerpplan het advies van de veiligheidsregio vaak nog niet aanwezig. Hierdoor heeft er ook nog geen verwerking van het advies in het (voor)ontwerpplan kunnen plaatsvinden. In onderstaande figuur is weergegeven bij hoeveel (voor)ontwerpplannen al een verwerking van het advies van de veiligheidsregio heeft plaatsgevonden. Is het advies van de veiligheidsregio meegenomen? 3% 20% 27% ja nee nog niet nvt 50% Figuur 7 Verwerking advies veiligheidsregio 15 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

16 3.2 Reacties gemeenten op tips en aanbevelingen Bij elk bekeken (voor)ontwerpplan is een memo opgesteld en naar de betreffende gemeente gestuurd. In de memo s zijn tips en aanbevelingen gegeven, of is aangegeven dat het plan op het gebied van externe veiligheid goed uitgewerkt is. In deze paragraaf is aangegeven of de gemeente heeft gereageerd en of de tips en aanbevelingen worden meegenomen in het ontwerp- of definitieve plan. Diverse gemeenten hebben direct gereageerd op de tips en aanbevelingen. Gemeenten waarvan geen reactie kwam zijn benaderd en alsnog gevraagd om een reactie. Bekeken is of gemeenten in hun reactie hebben aangegeven in hoeverre zij de tips en aanbevelingen hebben verwerkt in het plan. Daarnaast is nagegaan of er al sprake was van een ontwerp- of definitief plan. (Hoe) heeft de gemeente op het advies gereageerd? 3% 10% 7% 21% verwerkt de intentie om ons advies mee te nemen (deels verwerkt) geen actie nodig nemen advies niet mee 59% geen reactie Figuur 8 Reacties gemeenten op tips en aanbevelingen 16 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

17 4 Conclusie De belangrijkste doelen van voorliggend project zijn: het creëren van bewustwording, aandacht voor externe veiligheid bij gemeenten en een goede borging van dit thema in het gemeentelijke bestemmingsplanproces. Door nagenoeg alle gemeenten is gereageerd op de verstuurde memo s over de (voor)ontwerpbestemmingsplannen. De meeste gemeenten hebben de intentie om de aanbevelingen te verwerken of hebben deze al verwerkt. Daarbij geven de gemeenten veelal aan hiervoor een specialist externe veiligheid in te schakelen, waardoor er weinig behoefte was aan een nadere toelichting op de memo s. Een enkele gemeente lukte het niet om de aanbevelingen nog te verwerken, omdat het betreffende plan al in een te ver gevorderd stadium was. Bij het aanbieden van de memo s aan de gemeenten is benadrukt dat het project los staat van de vooroverlegreactie van de provincie (toetsing aan de Verordening ruimte). Opvallend is dat meerdere gemeenten de memo s met aandachtspunten vanuit externe veiligheid toch beschouwden als een vooroverlegreactie in het kader van het bestemmingsplan. Enkele gemeenten waren in de veronderstelling dat de provincie in het kader van het vooroverleg altijd naar het aspect externe veiligheid kijkt. Extra uitleg was nodig om te verduidelijken dat de toets in het kader van dit project los staat van de provinciale planologische toets aan de Verordening ruimte. Uit de resultaten van het onderzoek komt naar voren dat: bij 58 plannen alle risicobronnen zijn geïnventariseerd; bij 47 plannen externe veiligheid goed is uitgewerkt in de toelichting; bij 33 plannen externe veiligheid moest worden verwerkt in de regels en verbeelding. Bij 25 van deze plannen is het goed verwerkt; bij 54 plannen zichtbaar getoetst is aan het plaatsgebonden risico; bij 19 plannen het groepsrisico is verantwoord; bij 39 plannen advies is gevraagd aan de veiligheidsregio; bij 16 plannen het advies van de veiligheidsregio verwerkt is in de plannen. Geconcludeerd kan worden dat in de (voor)ontwerpbestemmingsplannen met name de verantwoording van het groepsrisico nog niet goed geregeld is. Onderdeel hiervan is het inwinnen en verwerken van het verplichte advies van de veiligheidsregio. Op grond van de wet- en regelgeving voor externe veiligheid moet vóór vaststelling van het plan advies worden gevraagd aan de veiligheidsregio. Aangezien de voorontwerpfase van een planproces wordt gebruikt om in overleg te treden met de diverse (vooroverleg)partners is het verklaarbaar dat in veel gevallen nog geen advies gevraagd was aan de veiligheidsregio. Naar aanleiding van de memo s is in 22% van de gevallen (waarbij nog geen advies was gevraagd) alsnog advies gevraagd aan de veiligheidsregio. Op basis van de bevindingen kan worden geconstateerd dat als gevolg van het eerdere onderzoek bij gemeenten meer aandacht is (gecreëerd) voor externe veiligheid in bestemmingsplannen. Hierbij moet worden vermeld dat het aantal plannen waarbij externe veiligheid vanaf het begin van het planproces op een goede manier wordt meegenomen laag is. Aangezien het hier gaat over risico s vanwege gevaarlijke stoffen is hier nog winst te behalen. 17 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

18 5 Aanbevelingen Voordat het (voor)ontwerpplan wordt opgesteld moet de haalbaarheid van het plan worden getoetst. Het is van belang dat er vooraf inzicht is in mogelijke belemmeringen. Een inventarisatie van de risicobronnen is dan de eerste stap. Hierbij is het van belang dat de gemeente de risicobronnen in beeld heeft met de daarbij behorende aan te houden afstanden. Ook dient elke ontwikkeling vooraf getoetst te worden aan de gemeentelijke visie (visie externe veiligheid en/of structuurvisie). Indien de ontwikkeling niet past binnen de visie kan deze vooraf worden voorgelegd aan het bestuur. Ook is het aan te raden om in dergelijke situaties de ontwikkeling te bespreken met de veiligheidsregio. Zij kunnen aangeven of een ontwikkeling nadelig is of problemen geeft voor de bereikbaarheid, bestrijdbaarheid of de zelfredzaamheid. Na de inventarisatie kan gestart worden met het opstellen van een (voor)ontwerpplan. Door de EV-paragraaf op te laten stellen door een deskundige op het gebied van EV wordt voorkomen dat verouderde regelgeving of een onjuiste vertaling van de regelgeving in de EV-paragraaf beland. Ook kan de deskundige meteen een aanzet doen voor de verantwoording van het groepsrisico. Nadat de EV-paragraaf is opgesteld is het van belang dat de deskundige in overleg treedt met de opsteller van de planregels en verbeelding. Samen zorgen zij ervoor dat, daar waar nodig, voorwaarden worden opgenomen in het voorontwerpplan. Wanneer dit gedaan is kan het voorontwerpplan voor advies worden aangeboden aan de veiligheidsregio. In de toelichting moet terugkomen op welke wijze het advies van de veiligheidsregio verwerkt is in het bestemmingsplan. Uiteindelijk dient het bevoegd gezag de (rest)risico s te verantwoorden. Het voorgaande is kort samengevat in onderstaand stappenplan. Toets plan aan visie EV of structuurvisie gemeente Toets plan aan plaatsgebonden risico Aanzet voor verantwoording groepsrisico Bekijk met RO regels en verbeelding Stuur voorontwerpplan aan veiligheidsregio Verwerk advies veiligheidsregio Verantwoord groepsrisico (restrisico) 18 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

19 Checklist beoordeling voorontwerpbestemmingsplannen Checklist toets plan Gemeente Plannaam Planstatus en datum Conserverend of ontwikkeling? Alle risicobronnen geïnventariseerd? Is externe veiligheid opgenomen in de toelichting? Is externe veiligheid opgenomen in de regels? Begrippen, Bevi uitgesloten, afwijking Bevi, regels bij zones Is externe veiligheid opgenomen op de verbeelding? Belemmeringenstrook buisleiding, PR-contour, invloedsgebied, plasbrandaandachtsgebied, Bevi-gebieden Is getoetst aan de grens- en richtwaarden van het plaatsgebonden risico? Wordt voldaan aan grenswaarde? Is het afwijken van de richtwaarde gemotiveerd? Is het groepsrisico verantwoord? De aanwezige en te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied De hoogte van het groepsrisico en de bijdrage van het besluit aan het groepsrisico Maatregelen aan de risicobron ter beperking van het groepsrisico (door veroorzaker van risico, in het kader van het besluit, die het bevoegd gezag voornemens is om te nemen, die genomen worden in de nabije toekomst ) De voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico Mogelijkheden voor hulpverleningsdiensten (bestrijdbaarheid en beperking omvang) Mogelijkheden voor zelfredzaamheid Is advies gevraagd aan de veiligheidsregio? Is dit advies meegenomen in de groepsrisicoverantwoording? Planologische maatregelen Bouwkundige maatregelen Organisatorische maatregelen Is het groepsrisico bestuurlijk verantwoord? In het raadsbesluit / In de toelichting / Is er een verwijzing naar de Beleidsvisie EV opgenomen? 19 Externe veiligheid in bestemmingsplannen

20 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd Bijlage 1

21 Inhoud B.1 Inleiding Aanleiding Doel Leeswijzer 3 B.2 Werkwijze Inleiding Toetsingskader Getoetste onderdelen Resultaat 5 B.3 Bevindingen Veiligheid in een visie Gebiedsgericht beleid in relatie tot de verantwoordingsplicht Uitgebreide versus beperkte verantwoording Hoogte groepsrisico Maatregelen om het groepsrisico te beperken Locatiekeuze en maatregelen Bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en zelfredzaamheid Advies veiligheidsregio Verwerking advies veiligheidsregio 20 B.4 Conclusies 21 B.5 Aanbevelingen Locatiekeuze en kaders groepsrisico Bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en zelfredzaamheid Hoogte groepsrisico 22 Checklist verbetering verantwoording groepsrisico 24 2 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

22 B.1 Inleiding 1.1 Aanleiding Bij een ruimtelijke ontwikkeling heb je bijna altijd te maken met risico s als gevolg van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het vakgebied dat zich daarmee bezig houdt is externe veiligheid (hierna EV). In een bestemmingsplan moet de gemeente onder andere aangeven hoe zij bij ruimtelijke ontwikkelingen zorgt voor veiligheid en hoe zij omgaat met risicobronnen. Het afgelopen jaar is het project Samenwerken aan borging van externe veiligheid in bestemmingsplannen uitgevoerd. In het hoofdrapport Externe veiligheid in bestemmingsplannen, vroegtijdig samen aan de slag zijn de resultaten van dit onderzoek opgenomen. Gedurende de looptijd van bovengenoemd project is door het kernteam Brabant Veiliger de wens geuit om beter inzicht te krijgen in de mate waarin het groepsrisico is verantwoord in de bestemmingsplannen en welke bestuurlijke afweging daarbij is gemaakt. Deze wens is door de projectgroep gehonoreerd en meegenomen in het lopende project. Het resultaat van dit aanvullende onderzoek wordt in de voorliggende bijlage gepresenteerd. 1.2 Doel Het doel van dit aanvullende onderzoek is: voor het kernteam Brabant Veiliger inzichtelijk maken welke (bestuurlijke) afwegingscriteria gemeenten toepassen bij de verantwoording van het groepsrisico; het creëren van bewustwording en meer aandacht bij gemeenten voor de verantwoording van het groepsrisico. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de gevolgde werkwijze toegelicht, waarbij aangegeven is welke toetsingskaders gebruikt zijn en aan welke onderdelen getoetst is. Vervolgens zijn de bevindingen uitgewerkt in hoofdstuk 3. Hierbij is aangegeven of en zo ja hoe de verantwoording van het groepsrisico is meegenomen in de bekeken (voor)ontwerpbestemmingsplannen. Tot slot volgen in het laatste hoofdstuk de conclusies en aanbevelingen. 3 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

23 B.2 Werkwijze 2.1 Inleiding Dit project is een aanvulling op het project Samenwerken aan borging van externe veiligheid in bestemmingsplannen. In dat project zijn in totaal 80 EV-relevante (voor)ontwerpbestemmingsplannen beoordeeld. Dezelfde plannen zijn aan de hand van een aanvullende checklist (opgenomen achterin in dit rapport) nader bekeken op het onderdeel groepsrisicoverantwoording en op de doorwerking van het gemeentelijk externe veiligheidsbeleid. De resultaten worden gepresenteerd in hoofdstuk 3 Bevindingen. 2.2 Toetsingskader Voor de verantwoording van het groepsrisico moet er getoetst worden aan de volgende besluiten: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) 2.3 Getoetste onderdelen In het kader van de verantwoording van het groepsrisico zijn de onderstaande onderdelen bekeken (gebaseerd op art. 13 van het Bevi) 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 3. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico aan de bron door de inrichtinghouder/ transporteur/ exploitant. 4. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het plan. 5. De voorschriften die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de inrichting om het groepsrisico te beperken. 6. De voor en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico. 7. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst. 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. Niet altijd zijn alle hierboven genoemde onderdelen van de verantwoording van het groepsrisico van toepassing. In het Bevb en het Bevt wordt onderscheid gemaakt tussen een zogenoemde beperkte en uitgebreide verantwoording. Indien sprake is van een beperkte verantwoording is alleen naar de onderstaande onderdelen gekeken. 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. 4 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

24 Naast de verantwoordingsvereisten op grond van wetgeving, is voor de bestuurlijke afweging gekeken naar gemeentelijke visies en/of beleid waarin ambities ten aanzien van EV zijn vastgelegd. De aanwezigheid van een dergelijke visie en/of beleid kan de verantwoording van het groepsrisico vereenvoudigen. Of een visie en/of beleid geschikt is als afwegingskader voor de verantwoording van het groepsrisico wordt beoordeeld aan de hand van de onderstaande criteria. Is binnen de gemeente een visie opgesteld, waarbij ontwikkelgebieden zijn benoemd? Is EV hierbij meegenomen? Voldoet het bestemmingsplan aan de visie? Zo nee; is er een afweging gemaakt op het gebied van EV? Hoe is de afweging gemaakt? Zo ja; welke afwegingscriteria waren er aan de orde (EV ten opzichte van welke andere belangen)? Is het bestuur hierbij betrokken? 2.4 Resultaat Met behulp van dit project krijgen we beter in zicht in de mate waarin het groepsrisico op een juiste manier is verantwoord en welke bestuurlijke afweging daarbij is gemaakt. 5 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

25 B.3 Bevindingen In dit hoofdstuk worden de bevindingen ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico gepresenteerd. Daarbij wordt eerst ingezoomd op gemeentelijke externe veiligheidsambities en de daarin (eventueel) aanwezige aanknopingspunten voor de invulling van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. 3.1 Veiligheid in een visie Gemeenten en provincies kunnen vastleggen hoe zij hun beschikbare beleidsvrijheid rond de omgang met risico s van EV wensen in te vullen. Een beleidsvisie EV is het meest voorkomende document om de gemaakte keuzes in op te nemen. Maar het volstaat niet om ambities alleen in een visiedocument op te nemen. Gemaakte keuzes vragen om toepassing in de praktijk. Vooral in de ruimtelijke planvorming komen de gemaakte beleidskeuzes het beste tot hun recht. Naast doorwerking in bestemmingsplannen, is het ook belangrijk dat EV een rol speelt op het niveau van de ruimtelijke structuurvisie. In de ruimtelijke structuurvisie geeft het bevoegd gezag bijvoorbeeld aan waar gebouwd mag worden, waar de natuur behouden blijft en waar de economische structuur versterkt moet worden. Bij het bepalen van die ruimtelijke strategie dient men zich te buigen over de vraag waar risico s van EV juist wel of juist niet toegestaan zijn. Deze vroege doorwerking van externe veiligheidsambities helpt ruimtelijke ordenaars en stedenbouwkundigen aan uitgangspunten bij het ontwerpen van een veilige leefomgeving. Een ander niet minder belangrijk voordeel van een vroege doorwerking van externe veiligheidsambities in de ruimtelijke planvorming, is gelegen in de verantwoording van het groepsrisico. Voor elk ruimtelijk ordeningsbesluit binnen het invloedsgebied van een risicobron dient deze wettelijke verantwoordingsplicht te worden ingevuld. Met een beleidsvisie kan de invulling van de verantwoordingsplicht worden gestroomlijnd en worden ad-hoc besluiten vermeden. Dit betekent eenduidigheid in beleid en kostenbesparing op termijn. 6 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

26 Bij 66 van de 80 bekeken plannen is sprake van een visie waarin externe veiligheidsambities zijn verwerkt. Het grootste deel van de externe veiligheidsambities is vastgelegd in een beleidsvisie EV (54 plannen). Enkele gemeenten kiezen ervoor om de ambities in hun structuurvisie vast te leggen (12 plannen). Is er een visie? 17% 15% Visie externe veiligheid Structuurvisie Niet aangetroffen 68% Figuur 1 Visie EV/structuurvisie Van de gemeentelijke plannen waarbij een visie op EV aanwezig is (66 plannen), is in 70% procent van de gevallen ook daadwerkelijk getoetst aan die visie. Dit betekent dat dit in ruim een kwart van de gevallen wordt nagelaten. Het gevolg hiervan is dat niet bekend is of een ruimtelijk plan past in de gemeentelijke visie op EV en dat er bij de verantwoording van het groepsrisico niet verwezen wordt naar de visie op EV. Is er getoetst aan de visie? 30% Ja Nee 70% Figuur 2 Toetsing aan visie 7 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

27 3.2 Gebiedsgericht beleid in relatie tot de verantwoordingsplicht De vraag waar risico s van EV juist wel en juist niet zijn toegestaan moet in samenhang met andere leefomgevingsaspecten worden bekeken. Grootschalige woningbouw in de nabijheid van het spoor kan voordelen hebben voor bijvoorbeeld het gebruik van het openbaar vervoer, maar de nadelen zijn bijvoorbeeld geluidshinder en veiligheid. De integrale afweging van deze voor- en nadelen van ontwikkelingen dient bij voorkeur al in de structuurvisie te worden gemaakt. Zodra deze afweging duidelijk is, kan deze worden gebruikt voor de onderstaande onderdelen van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. 1. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico. 2. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 3. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. Bij inrichtingen en buisleidingen wordt ook gekeken naar de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico van de toekomst. Voor de voor- en nadelen van andere ruimtelijke ontwikkelingen kan worden verwezen naar de visie. Immers, de voor- en nadelen zijn dan al in een eerder stadium bekeken. Ook kan in de structuurvisie op een grootschaligere manier worden gekeken naar maatregelen die de leefomgeving in de toekomst veiliger maken. Denk bijvoorbeeld aan het verplaatsen van een brandweerkazerne in verband met de bereikbaarheid, het realiseren van blusvijvers ter verhoging van de bestrijdbaarheid of de ambitie om risicobronnen te saneren (opheffen risicovol bedrijf of het verleggen van buisleidingen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, etc.). Bij de groepsrisicoverantwoording van een ontwikkeling kan in dat geval voor onderdeel ook hiernaar worden verwezen. Daarnaast kan in de visie locatiebeleid voor kwetsbare groepen personen worden gevoerd. Zijn het personen die zichzelf in veiligheid kunnen brengen of hebben zij extra hulp nodig? Alvorens een ontwikkeling op een bepaalde locatie mogelijk wordt gemaakt, zou hierover duidelijkheid moeten zijn. Als hierover al in een vroeg stadium is nagedacht (en vastgelegd in een structuurvisie of beleidsvisie EV) hoeven niet alle stappen van de groepsrisicoverantwoording te worden doorlopen. Een verwijzing naar de visie volstaat in dat geval (zie artikel 13, lid 4 Bevi). Naast bestemmingsplannen kan ook bij andere ruimtelijke besluiten voor deze onderdelen verwezen worden naar de visie. Als de visie bovengenoemde onderdelen bevat, wordt ad-hoc verantwoording achteraf voorkomen. In het onderzoek is bekeken of de visies van de gemeente deze onderdelen bevatten en of het plan ook getoetst is aan deze visies. 8 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

28 Van de bekeken plannen waarbij een visie op EV aanwezig is (66 plannen), is bekeken in hoeverre hierin gebiedsgerichte keuzes zijn gemaakt. Is de visie gebiedsgericht? 18% Ja Nee 82% Figuur 3 Gebiedsgerichte visie Van de plannen waarbij een visie op EV aanwezig is (66 plannen), is bekeken in hoeverre er hierin uitspraken zijn gedaan over het groepsrisico. Is het groepsrisico meegenomen in de visie? 32% Ja Nee 68% Figuur 4 Groepsrisico in de visie 9 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

29 3.3 Uitgebreide versus beperkte verantwoording Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) De onderdelen van de groepsrisicoverantwoording die zijn behandeld in de vorige paragraaf maken alle vier onderdeel uit van de verantwoordingsplicht voor risicovolle inrichtingen (Bevi). In het Bevi wordt onder de verantwoording van het groepsrisico verstaan: 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud) 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud) 3. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico aan de bron door de inrichtinghouder/ transporteur/ exploitant 4. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het plan 5. De voorschriften die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de inrichting om het groepsrisico te beperken 6. De voor en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico 7. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen Elk plan binnen het invloedsgebied van een Bevi-bedrijf dient volledig te worden verantwoord aan de hand van bovenstaande punten. Van de 80 bekeken plannen liggen er 27 binnen het invloedsgebied van een inrichting. Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) Wanneer echter het Bevt van toepassing is, wordt er onderscheid gemaakt tussen een beperkte verantwoording van het groepsrisico en een uitgebreide verantwoording. Onder de uitgebreide verantwoording van het groepsrisico wordt verstaan dat inzicht wordt gegeven in de volgende onderdelen. 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 3. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico aan de bron door de inrichtinghouder/ transporteur/ exploitant. 4. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het plan. 5. De voorschriften die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de inrichting om het groepsrisico te beperken. 6. De voor en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico. 7. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst. 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. 10 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

30 Bij een beperkte verantwoording van het groepsrisico hoeft enkel te worden ingegaan op de punten 1, 2, 8 en 9, waarbij punt 1 en 2 kwalitatief kunnen worden onderbouwd. Zowel bij de beperkte als bij de uitgebreide verantwoording dient de veiligheidsregio in de gelegenheid te worden gesteld om advies uit te brengen. Van een beperkte verantwoording is alleen sprake als: het plangebied buiten de 200 meter van de transportroute ligt of; het groepsrisico niet hoger is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde of; het groepsrisico niet meer dan 10% toeneemt bij een groepsrisico dat de oriëntatiewaarde niet overschrijdt. Van de 80 bekeken plannen liggen er 62 binnen de 200 meterzone van een transportroute. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) Ook in het Bevb wordt onderscheid gemaakt tussen een beperkte en uitgebreide verantwoording van het groepsrisico. Evenals bij het Besluit externe veiligheid transportroutes wordt onder de uitgebreide verantwoording van het groepsrisico verstaan dat inzicht wordt gegeven in onderstaande onderdelen. 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 3. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico aan de bron door de inrichtinghouder/ transporteur/ exploitant. 4. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het plan. 5. De voorschriften die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de inrichting om het groepsrisico te beperken. 6. De voor en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico. 7. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst. 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. Ook hoeft bij een beperkte verantwoording van het groepsrisico enkel te worden ingegaan op de punten 1, 2, 8 en 9. Zowel bij de beperkte als bij de uitgebreide verantwoording dient de veiligheidsregio in de gelegenheid te worden gesteld om advies uit te brengen. Van een beperkte verantwoording is alleen sprake als: het plangebied buiten de 100% letaliteitscontour ligt (of bij toxische stoffen waarbij het plaatsgebonden risico kleiner is dan 10-8 per jaar) of; het groepsrisico niet hoger is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde of; de toename van het groepsrisico minder dan 10% bedraagt en het groepsrisico dat ten hoogste de oriëntatiewaarde bedraagt. Van de 80 bekeken plannen liggen er 41 binnen het invloedsgebied van een buisleiding. 11 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

31 3.4 Hoogte groepsrisico Op basis van het Bevi, het Bevt en het Bevb dient altijd inzicht te worden gegeven in de populatiedichtheid en het groepsrisico. In het kader van het Bevi dient het groepsrisico zowel in de huidige als in de toekomstige situatie te worden berekend. Voor het Bevt en het Bevb geldt dat bij een uitgebreide verantwoording het groepsrisico moet worden berekend en bij een beperkte verantwoording het groepsrisico kwalitatief kan worden beschouwd. Binnen het invloedsgebied van een risicobron dient daarom altijd te worden ingegaan op de personendichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Navolgend zijn de resultaten van de bekeken plannen per risicobron weergegeven. Bij de ligging van het plangebied binnen het invloedsgebied van een inrichting (27 plannen) is bij de bekeken plannen in meer dan de helft van de gevallen ingegaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Bij 48% van de plannen is nog niet ingegaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Is ingegaan op de hoogte groepsrisico inrichtingen? 48% 52% Ja Nee Figuur 5 Hoogte groepsrisico inrichtingen 12 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

32 Bij de ligging van het plangebied binnen het invloedsgebied van transportassen (62 plannen) is in 60% van de bekeken plannen ingegaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Bij 40% van de plannen is niet ingegaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Is ingegaan op de hoogte groepsrisico inrichtingen? 48% 52% Ja Nee Figuur 6 Hoogte groepsrisico transportroutes Bij de ligging van het plangebied binnen het invloedsgebied van buisleidingen (41 plannen) is bij 61% van de bekeken plannen ingaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. In 39% van de gevallen is niet ingegaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Is ingegaan op de hoogte groepsrisico buisleidingen? 39% 61% Ja Nee Figuur 7 Hoogte groepsrisico buisleidingen 13 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

33 3.5 Maatregelen om het groepsrisico te beperken Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een inrichting (27 plannen) is in 19% van de bekeken plannen ingegaan op maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door degene die de inrichting drijft. Ook is ingegaan op de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst en de maatregelen die in het besluit ter opgenomen. Bij 81% van de plannen is niet ingegaan op maatregelen ter beperking van het groepsrisico. Is ingegaan op de maatregelen beperking groepsrisico inrichtingen? 19% Ja Nee 81% Figuur 8 Maatregelen beperking groepsrisico inrichtingen Van de bekeken plannen waar sprake is van een uitgebreide verantwoording (4 plannen) is bij 1 plan wel ingegaan op maatregelen ter beperking van het groepsrisico en bij 3 plannen niet. Is ingegaan op de maatregelen beperking groepsrisico transportroutes? 25% Ja Nee 75% Figuur 9 Maatregelen beperking groepsrisico transportroutes 14 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

34 Van de bekeken plannen waar sprake is van een uitgebreide verantwoording (4 plannen) is bij 2 plannen wel ingegaan op maatregelen ter beperking van het groepsrisico en bij 2 plannen niet. Is ingegaan op de maatregelen beperking groepsrisico buisleidingen? 50% 50% Ja Nee Figuur 10 Maatregelen beperking groepsrisico buisleidingen 15 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

35 3.6 Locatiekeuze en maatregelen Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een inrichting (27 plannen), is bij 22% van de bekeken plannen ingegaan op de voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico en op maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst. In 78% van de gevallen is hier niet op ingegaan. Is ingegaan op voor- en nadelen binnen invloedsgebied inrichtingen? 22% Ja Nee 78% Figuur 11 Voor- en nadelen van het plan binnen invloedsgebied inrichtingen Van de bekeken plannen waar sprake is van een uitgebreide verantwoording (4 plannen) is bij 2 plannen wel ingegaan op de locatiekeuze en bij 2 plannen niet. Is ingegaan op voor- en nadelen binnen invloedgebied transportroutes? 50% 50% Ja Nee Figuur 12 Voor- en nadelen van het plan binnen invloedgebied transportroutes 16 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

36 Van de bekeken plannen waar sprake is van een uitgebreide verantwoording (4 plannen) is bij 2 plannen wel ingegaan op de locatiekeuze en bij 2 plannen niet. Is ingegaan op voor- en nadelen binnen invloedsgebied buisleidingen? 50% 50% Ja Nee Figuur 13 Voor- en nadelen van het plan binnen invloedsgebied buisleidingen 17 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

37 3.7 Bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en zelfredzaamheid Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een inrichting (27 plannen), is bij 56% van de bekeken plannen ingegaan op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Bij 44% van de plannen is dit niet gedaan. Is ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid inrichtingen? 44% 56% Ja Nee Figuur 14 Zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid inrichtingen Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een transportroute (66 plannen), is bij 53% van de bekeken plannen ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Bij 47% van de plannen is dit niet gedaan. Is ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid transportroutes? 47% 53% Ja Nee Figuur 15 Zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid transportroutes 18 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

38 Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een buisleiding (44 plannen), is bij 54% van de bekeken plannen ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Bij 46% van de plannen is dit niet gedaan. Is ingegaan op zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid buisleidingen? 46% 54% Ja Nee Figuur 16 Zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid buisleidingen 19 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

39 3.8 Advies veiligheidsregio Bij de ligging van het plangebied binnen een invloedsgebied (27 plannen), is bij 51% van de bekeken plannen advies gevraagd aan de veiligheidsregio. In 47% van de plannen is dit niet gedaan. In 2% van de gevallen is gebruik gemaakt van een oud advies, hier is verzuimd om opnieuw advies te vragen. Het vragen van advies aan de veiligheidsregio is voor alle besluiten (Bevi, Bevt en Bevb) wettelijk verplicht. Is er advies gevraagd aan de veiligheidsregio? 2% 47% 51% Ja Nee Oud advies Figuur 17 Advies veiligheidsregio 3.9 Verwerking advies veiligheidsregio Het advies van de veiligheidsregio is bij 37% van alle 80 bekeken plannen verwerkt in het bestemmingsplan. Bij 63% van de plannen is dit niet gedaan. Is het advies van de veiligheidsregio verwerkt in de verantwoording? 63% 37% Ja Nee Figuur 18 Verwerking advies veiligheidsregio 20 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

40 21 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

41 B.4 Conclusies Aangezien in het project voornamelijk voorontwerpplannen zijn bekeken, kan geconcludeerd worden dat EV niet al in een vroegtijdig stadium volledig wordt meegenomen. Met de komst van de Omgevingswet valt hier nog een verbeterslag te maken. Bij een ruime meerderheid van de gemeenten is een visie externe veiligheid opgesteld. Enkele gemeenten gaan in de structuurvisie in op EV. De visies zijn over het algemeen gebiedsgericht. In de meeste gevallen worden de plannen getoetst aan deze visies, maar EV is een thema dat nog maar beperkt wordt meegenomen bij de integrale afwegingen. Uit het onderzoek komt het volgende naar voren: Bij de verantwoording van het groepsrisico wordt bij een kleine meerderheid van de gevallen ingegaan op de populatiedichtheid en de hoogte van het groepsrisico. Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een inrichting en transportroutes wordt in het merendeel van de gevallen niet ingegaan op de mogelijke maatregelen ter beperking van het groepsrisico. Bij buisleidingen is hier in de helft van de gevallen wel op ingegaan. Binnen het invloedsgebied van een inrichting wordt in het merendeel van de gevallen niet ingegaan op de voor- en nadelen van een andere ruimtelijke ontwikkeling. Bij transportroutes en buisleidingen is hier in de helft van de gevallen wel op ingegaan. Bij de ligging binnen het invloedsgebied van een inrichting, transportroute of buisleiding wordt in een kleine meerderheid van de gevallen ingegaan op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Bij een zeer kleine meerderheid van de gevallen is advies gevraagd aan de veiligheidsregio. Dat advies is in het merendeel van de gevallen niet verwerkt in het bestemmingsplan. 22 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

42 Maak de ambitie van de gemeente inzichtelijk Leg de ambitie naast de risicobronnen Maak de bestrijdbaarheid en bereikbaarheid inzichtelijk, betrek hierbij de Veiligheidsregio Maak aan de hand van de eerste drie een locatiekeuze en stel randvoorwaarden op Breng bij ontwikkeling van een gebied de bestrijdbaarheid in beeld, betrek hierbij de veiligheidsregio Deel het gebied in en betrek hierbij de hoogte van het groepsrisico Verantwoord groepsrisico (restrisico) Neem het bestuur mee in de afwegingen die zijn gemaakt Laat dit terugkomen in de toelichting of in het raaadsbesluit Toets plan aan visie EV of structuurvisie gemeente 23 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

43 B.5 Aanbevelingen 5.1 Locatiekeuze en kaders groepsrisico Als gemeente is het goed om vooruit te kijken. Wat wil je de komende 10 jaar gaan realiseren/ wijzigen binnen je gemeente en hoe verhoudt dit zich tot andere wensen? Dit beschrijf je in een structuurvisie. Een gemeente beschrijft de ambities, waarbij ze doorkijkt naar 30 jaar in de toekomst. Het is belangrijk dat de gemeente bij dit onderdeel kijkt naar de leefomgevingsaspecten. Bij de ambitie om bijvoorbeeld 500 extra woningen te realiseren binnen de gemeente kan hier met vlekken (locaties) een locatievoorkeur worden gegeven. Bij de afweging van de locatie zullen de leefomgevingsaspecten een rol spelen. Een woonwijk dicht bij het spoor kan voordelen hebben voor bijvoorbeeld het openbaar vervoer, maar de nadelen zijn geluid en veiligheid. De afweging (de voor- en nadelen van ontwikkelingen) zou je hier al moeten maken. Zo kun je in een later stadium bekijken of de ontwikkeling past binnen de structuurvisie. Bij een groepsrisico verantwoording van die ontwikkeling kun je voor het onderdeel voor- en nadelen voor een lager groepsrisico dan verwijzen naar de visie. Immers de voor- en nadelen zijn al in een eerder stadium bekeken. Ook kun je in de structuurvisie op een grootschaligere manier kijken naar maatregelen die het in de toekomst veiliger maken. Bijvoorbeeld het verplaatsen van een brandweerkazerne in verband met bereikbaarheid, of het realiseren van blusvijvers, of de ambitie om risicobronnen te saneren (weghalen risicovolbedrijf of het verleggen van wegen, etc.). Bij de groepsrisicoverantwoording voor een ontwikkeling kun je voor dit onderdeel maatregelen in de nabije toekomst voor een lager groepsrisico dan ook verwijzen naar de visie. 5.2 Bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en zelfredzaamheid Het is belangrijk om inzicht te hebben in de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid alvorens een gebied te ontwikkelen. Het is van belang om inzicht te hebben in de bereikbaarheid van een gebied bij de locatiekeuzes. De ambitie om een bedrijventerrein te ontwikkelen, ver weg van een brandweerkazerne, zal leiden tot een slechte bereikbaarheid. Bij deze keuze zal de gemeente ook een extra brandweerkazerne moeten realiseren of zal het terrein zelf een eigen brandweer moeten hebben. Daarnaast is het belangrijk om bij de locatiekeuze voorwaarden te stellen aan de zelfredzaamheid. Gebouwen voor verminderd zelfredzame personen dichtbij een risicobron vergen meer capaciteit van de hulpverleningsdiensten. Deze aspecten kunnen worden meegenomen in de structuurvisie. Daarnaast is het van belang om - voordat een ontwikkeling in de markt wordt gebracht- duidelijk te hebben wat de benodigde bluswatercapaciteit moet zijn en wat er nu al ligt. Bij de ontwikkeling kan de gemeente dan rekening houden met extra kosten die ze moet maken, of de inrichting van een gebied. Ook kan de gemeente in dit stadium denken aan sanering of beperking van de risicobron. Zijn er maatregelen denkbaar (bijvoorbeeld het verhogen van het beschermingsniveau bij een PGS opslag). Ook kan de gemeente in dit stadium bekijken of een wal naast het spoor de veiligheid verbetert. 5.3 Hoogte groepsrisico Als de gemeente nadenkt over de indeling van het gebied, moet ze bekijken welke verdeling van dichtheden er binnen het gebied kunnen worden aangebracht die de veiligheid verhogen. Dit heeft een relatie met de hoogte van het groepsrisico. Zet de vrijstaande woningen dichter bij het spoor en de appartementen verder weg. 24 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

44 Checklist verbetering verantwoording groepsrisico Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 3. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico aan de bron door de inrichtinghouder/ transporteur/ exploitant. 4. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het plan. 5. De voorschriften die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de inrichting om het groepsrisico te beperken. 6. De voor en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico. 7. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst. 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) Volledige verantwoording 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 3. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico aan de bron door de inrichtinghouder/ transporteur/ exploitant. 4. Indien mogelijk de maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het plan. 5. De voorschriften die het bevoegd gezag voornemens is te verbinden aan de inrichting om het groepsrisico te beperken. 6. De voor en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico. 7. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de toekomst. 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. Beperkte verantwoording 1. De te verwachten dichtheid van personen binnen het invloedsgebied (nieuw en oud). 2. De hoogte van het groepsrisico (nieuw en oud). 8. De mogelijkheden tot voorbereiden van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp. 9. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen. 25 Verantwoording groepsrisico nader beschouwd

45 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf Bijlage 2

46 Inhoud B.1 Inleiding 3 B.2 Praktijkvoorbeelden Beschrijving beleidskader en wettelijke normen Inventarisatie van alle risicobronnen Toets plaatsgebonden risico Externe veiligheid in de regels en op de verbeelding Verantwoording van het groepsrisico Advies Veiligheidsregio & verwerking in het bestemmingsplan Bestuurlijke verantwoording van het groepsrisico 22 B.3 Tot besluit 24 2 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

47 B.1 Inleiding Externe Veiligheid (hierna EV) is vaker aan de orde dan dat er bij het opstellen van ruimtelijke besluiten wordt onderkend. Zelfs wanneer er geen risicobronnen in een plangebied aanwezig zijn, kan EV een rol spelen, bijvoorbeeld als het plan wordt ontwikkeld binnen het invloedsgebied van een risicobron verderop. Een goede ruimtelijke ordening is nodig om tot een verantwoorde afstemming tussen risicobron en omgeving te komen. Het is van belang dat bevoegd gezag aangeeft waarom zij, ondanks de aanwezigheid van externe veiligheidsrisico s, akkoord gaat met een ruimtelijke ontwikkeling en welke afweging daaraan ten grondslag ligt. Het bestemmingsplan is bij uitstek een ordeningsinstrument dat een juridische basis biedt voor de toetsing van ruimtelijke ontwikkelingen. Uit eerder onderzoek van de provincie is gebleken dat EV niet voldoende wordt meegewogen in bestemmingsplannen. Redenen hiervoor zijn de complexiteit van het thema EV en het ontbreken van afstemming en samenwerking met de medewerker RO, de adviseur op het gebied van EV, de omgevingsdienst en de veiligheidsregio. Om dit te verbeteren en om ervoor te zorgen dat er bij de gemeenten aandacht voor EV is in een vroeg stadium van het planproces, heeft de provincie in 2016 het project Samenwerken aan borging externe veiligheid in bestemmingsplannen uitgevoerd. Gedurende vijf maanden zijn bestemmingsplannen van Brabantse gemeenten in het voorontwerpstadium bekeken op het onderwerp EV. De beoordeling van elk voorontwerpbestemmingsplan op het gebied van EV is, verwoord als tips en aanbevelingen, in de vorm van een memo aan de betreffende gemeenten verstuurd. De plannen zijn bekeken aan de hand van de volgende onderdelen: wettelijke normen en beleidskader & inventarisatie van alle risicobronnen; toetsing aan de grens- en richtwaarden van het plaatsgebonden risico; de wijze waarop EV is opgenomen in de regels en verbeelding; de verantwoording van het groepsrisico; het advies van de veiligheidsregio & verwerking in het bestemmingsplan. Voorliggende handreiking beoogt praktische voorbeelden te geven van uiteenlopende situaties waarin EV op een juiste manier is geborgd. De voorbeelden zijn ontleend aan de bestemmingsplannen die zijn onderzocht tijdens dit project. Qua opzet is hierbij aangesloten op bovengenoemde onderdelen. Meer informatie hierover is terug te vinden in voorliggend eindrapport. De handreiking is primair gericht op RO- en EV-medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van bestemmingsplannen of de milieuparagrafen van dat bestemmingsplan. De voorbeelden zijn ook bruikbaar voor de ruimtelijke onderbouwing van omgevingsvergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze handreiking is niet uitputtend; er zijn meerdere mogelijkheden om EV op een goede manier mee te nemen in het bestemmingsplan. 3 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

48 B.2 Praktijkvoorbeelden In dit hoofdstuk zijn de praktijkvoorbeelden per bekeken onderdeel weergegeven. De voorbeelden zijn niet limitatief en bieden een handreiking voor de wijze waarop EV op een goede manier aan bod komt. 2.1 Beschrijving beleidskader en wettelijke normen In de toelichting van elk bestemmingsplan is een paragraaf gewijd aan EV (de EV-paragraaf). Hierin worden het beleidskader, de inventarisatie van risicobronnen en de toetsing aan de wettelijke normen beschreven en uitgewerkt. Hieronder volgt een aantal voorbeelden. Voorbeeld 1: Algemeen Externe veiligheid (EV) beschrijft de risico s die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven), transportroutes (over weg, spoor en water) en buisleidingen. Het beleid voor transportmodaliteiten is opgenomen in het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt). Voor buisleidingen geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en voor inrichtingen het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Binnen het beleidskader voor EV staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden risico (PR) Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6/jaar contour (die als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten worden geprojecteerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6/ jaar contour niet als grenswaarde, maar als richtwaarde. Groepsrisico (GR) Het groepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald): de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR kan niet op de kaart worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N): de fn-curve. Als een ontwikkeling plaatsvindt binnen het invloedsgebied van een risicobron, is in veel gevallen een verantwoording van het GR nodig. 4 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

49 Voorbeeld 2: Externe veiligheid (EV) heeft betrekking op situaties waar een ongeval kan plaatsvinden met gevaarlijke stoffen en een ongeval als gevolg van vliegtuigen op of nabij luchthavens, waardoor mensen - die verder niets met de risicodragende activiteit te maken hebben - om het leven zouden kunnen komen. Hiervoor wordt meestal uitgegaan van het begrip risico, als combinatie van kans en effect. In zeer beperkte situaties is het effect bepalend (voornamelijk bij vuurwerk en munitie). De reikwijdte van het begrip EV is in die zin beperkt dat uitsluitend naar slachtoffers buiten de poort wordt gekeken. In deze afbakening van het begrip EV zit echter ook de link met de ruimtelijke ordening: de relatie tussen de risicovolle activiteit en haar omgeving. Voor inrichtingen is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) het belangrijkste toetsingskader. Voor transport over de weg, water of spoor is het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) van toepassing. Bij buisleidingen met gevaarlijke stoffen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) het toetsingskader. Hierin zijn grenswaarden voor het plaatsgebonden risico en de verantwoordingplicht voor het groepsrisico opgenomen. Daarnaast is er specifieke wetgeving voor de opslag van vuurwerk en munitie. Voor luchthavens (vliegbewegingen) is specifiek beleid, dat deels nog in ontwikkeling is. 2.2 Inventarisatie van alle risicobronnen De risicobronnen in en nabij het gebied waarvoor het bestemmingsplan wordt vastgesteld, moeten worden geïnventariseerd. Deze inventarisatie moet de gemeente tot ruim buiten de plangrens uitvoeren. Bij sommige risicobronnen kan de plaatsgebonden risicocontour vele tientallen meters groot zijn (en het invloedsgebied dat belangrijk is voor de bepaling van het groepsrisico zelfs enkele kilometers groot). Voor de gegevens over de risicobronnen wordt kortheidshalve verwezen naar de diverse overzichten die (de laatste jaren) zijn opgesteld. Hierbij valt te denken aan: de professionele risicokaart/ Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS); de Regeling basisnet; telgegevens en prognoses over het vervoer van gevaarlijke stoffen; de structuurvisie buisleidingen Voorbeeld 1: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Om te bepalen of er in de directe omgeving bedrijven zijn gelegen waarop het Bevi van toepassing is, wordt de professionele risicokaart geraadpleegd. In de nabijheid van het plangebied zijn de volgende inrichtingen gelegen die van invloed zijn op het plangebied: 1. Bedrijf X 2. Bedrijf Y 3. Bedrijf Z Het invloedsgebied van Bedrijf Z ligt net buiten het plangebied en is daarom niet relevant. De bedrijven X (niet zichtbaar op het plaatje) en Y hebben wel invloed op het plan. In de komende paragrafen wordt het groepsrisico (GR) en het plaatsgebonden risico (GR) van beide bedrijven verder toegelicht. 5 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

50 Figuur 1: Uitsnede risicokaart, ligging invloedsgebieden bedrijf Z en Y (blauwe lijn)en ligging plangebied (rechthoek). Bedrijf X Voor bedrijf X is de provincie Noord-Brabant bevoegd gezag. Op basis van de professionele risicokaart is bepaald dat het plangebied op een afstand van ca meter van de inrichtingsgrens van bedrijf X ligt. Het invloedsgebied van bedrijf X bedraagt 8705 meter en ligt hierdoor volledig over het plangebied (niet zichtbaar in bovenstaand kaartje). Uit de QRA, behorende bij de omgevingsvergunning van bedrijf X, blijkt dat het PR van 10-6 per jaar niet buiten de inrichtingsgrens ligt. Het maximaal berekende GR bedraagt van de oriënterende waarde. Bedrijf Y Voor deze inrichting is de gemeente bevoegd gezag. Op basis van de professionele risicokaart is bepaald dat het plangebied op een afstand van ca meter van de inrichtingsgrens van bedrijf Y ligt. Het invloedsgebied van bedrijf Y bedraagt meter en ligt hierdoor volledig over het plangebied. Uit de QRA, die hoort bij de omgevingsvergunning, blijkt dat het PR van 10-6 per jaar net (10 m) buiten de inrichtingsgrens, maar niet over het plangebied ligt. Het maximaal berekende GR bedraagt 0.15 van de oriënterende waarde. Overige risicobronnen Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van buisleidingen of transportroutes voor gevaarlijke stoffen (weg, water of spoor). 6 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

51 2.3 Toets plaatsgebonden risico Bij aanwezigheid van een risicobron die invloed heeft op het plan, moet getoetst worden aan het plaatsgebonden risico. Dit dient expliciet vermeld te worden in de EV-paragraaf of in een bijlage die deel uitmaakt van het bestemmingsplan. Hieronder volgen diverse voorbeelden Voorbeeld 1: Toets plaatsgebonden risico buisleiding Bij veel hogedruk aardgasleidingen is de plaatsgebonden risicocontour 0 meter en ligt daarmee op de buisleiding zelf. In dergelijke gevallen is het van belang om aan de belemmeringenstrook te toetsen. Deze is altijd 5 meter, tenzij de aardgasleiding een werkdruk heeft tussen de 16 en 40 bar. In dat geval bedraagt de belemmeringenstrook 4 meter. Het plaatsgebonden risico (PR) van de buisleiding is 0 meter en ligt op de buisleiding zelf (hart leiding) en daarmee buiten het plangebied. Het PR vormt daarom geen belemmering voor het plan. De belemmeringenstrook van de buisleiding bedraagt 5 meter. Het plangebied valt hierbuiten. Ook de belemmeringenstrook staat het ruimtelijk plan niet in de weg. Voorbeeld 2: Toets plaatsgebonden risico LPG-tankstation Het LPG-tankstation aan <adres> maakt onderdeel uit van het garagebedrijf X. De inrichting is een Bevi-inrichting, waarvoor de gemeente het bevoegd gezag is. De vergunde jaardoorzet LPG bedraagt 499 m3. Hiervoor geldt een plaatsgebonden risico (PR) 10-6 contour van 25 meter, gemeten vanaf het vulpunt. De PR 10-6 contour, gemeten vanaf het LPG-reservoir bedraagt ook 25 meter. De contour van het LPG-afleverpunt van 15 meter is gelegen binnen de eerder genoemde contouren. Binnen de genoemde PR 10-6 contouren is een beperkt kwetsbaar object gelegen in de vorm van een kleinschalig kantoor. Voor dergelijke objecten is de PR 10-6 contour een richtwaarde. In dit geval is de afwijking hiervan toelaatbaar, omdat het een bestaande situatie betreft en omdat het kantoor voorziet in doelmatig gebruik in relatie tot de bestemming bedrijventerrein. Ook zijn de personen normaal zelfredzaam en kunnen het pand snel ontvluchten bij een eventuele calamiteit bij het LPG-tankstation. Binnen de plaatsgebonden risicocontouren liggen geen andere beperkt kwetsbare objecten. Voorts zijn er zijn geen kwetsbare objecten geprojecteerd binnen de plaatsgebonden risicocontouren. De plaatsgebonden risicocontouren staan het bestemmingsplan niet in de weg. Voorbeeld 3: Toets plaatsgebonden risico rijksweg De Rijksweg A<cijfer> ligt ten zuidoosten van het plangebied. De kortste afstand van de A<cijfer> tot het plangebied bedraagt meer dan 50 meter. De weg heeft ter hoogte van het plangebied een plaatsgebonden risico (PR)10-6 -plafond van 16 meter (zone waarbinnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour moet zijn gelegen), het PR levert daarmee geen belemmeringen op voor het bestemmingsplan. 7 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

52 2.4 Externe veiligheid in de regels en op de verbeelding In bepaalde gevallen is het wenselijk om risicovolle bedrijven, veiligheidscontouren en/of veiligheidszones op de verbeelding van een bestemmingsplan vast te leggen en daarbij regels (gebruiksregels) op te nemen. Ook kan er voor gekozen worden om geen veiligheidszone op te nemen, maar in plaats daarvan objecten specifiek te bestemmen. Het is echter niet altijd nodig om EV op te nemen in de regels en op de verbeelding, omdat een plaatsgebonden risicocontour/belemmeringenstrook niet over het plangebied is gelegen. Wanneer het wel wordt opgenomen in de regels en/of op de verbeelding (al dan niet noodzakelijk), volgt hieronder een aantal voorbeelden waarbij dit op een goede manier is gedaan. Voorbeeld 1: Dubbelbestemming leiding (belemmeringenstrook) Onderstaand voorbeeld is een uitwerking van de regels zoals deze in de laatste versie van het Handboek buisleiding in bestemmingsplannen (oktober 2016) is opgenomen. Artikel x dubbelbestemming Leiding Gas x.1 Bestemmingsomschrijving a. De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse buisleiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 8,63 inch en een druk van ten hoogste 40 bar met de daarbij behorende belemmeringenstroken en bijbehorende voorzieningen (zoals afsluiters en vloeistofafvangers). b. De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt. x. 2 Bouwregels a. Op of in de in x.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en leveringszekerheid. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. x.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen in overeenstemming met de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken buisleiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten. x.4 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de buisleiding voor het transport van gas. 8 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

53 x.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden x.5.1 Het is verboden op of in de gronden met de bestemming buisleiding gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en bomen; b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; c. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair; d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren. x.5.2 Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden: a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; b. die het normale onderhoud ten aanzien van de buisleiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen; c. zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten; d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. x.5.3 Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de buisleiding niet schaden. x.5.4 Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in x.6.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingexploitant over de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de buisleiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen. Verbeelding belemmeringenstrook Uitsnede: ruimtelijkeplannen.nl 9 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

54 Voorbeeld 2: Veiligheidszone LPG Artikel x Algemene aanduidingsregels x.1 veiligheidszone - lpg x.1.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - lpg mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd of aanwezig zijn. x.1.2 Omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel x.1.1, met dien verstande dat: a. voldaan wordt aan de normen die gelden voor het plaatsgebonden risico; b. er een verantwoording van het groepsrisico plaatsvindt. Verbeelding veiligheidszone - lpg Uitsnede: ruimtelijkeplannen.nl 10 Praktijkvoorbeelden externe veiligheidsparagraaf

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu. .

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu.  . Provincie Noord-Brabant Inspectierapport EV-RO project interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht Taakuitvoering van de gemeente Asten > Onderzoek borging EV in gemeentelijke bestemmingsplannen Contactpersoon

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen

Nadere informatie

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het

Nadere informatie

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk Notitie Aan Gemeente Schiedam, t.a.v. Bas Hovens Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei 2015 21933243 L.C. Luijendijk Onderwerp Externe veiligheid Harga Midden Inleiding De gemeente Schiedam

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 20 juni 2012 Kenmerk N004-4638202MTU-evp-V01-NL Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel van het

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : POLR/8154A312 Aantal pagina s

Nadere informatie

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid Memo memonummer 1 datum 26 februari 2015 aan ProRail van J. Eskens kopie M. Mutsaers project Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr. 268405 betreft Notitie Externe veiligheid Wettelijk kader Externe

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Rapportage quickscan externe veiligheid

Rapportage quickscan externe veiligheid BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein Externe Veiligheid Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein Opdrachtgever: Aldi Roermond BV Dhr. O. Lebon Postbus 1335 6040 KH Roermond Betreft: Projectnummer: Externe veiligheid Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Nadere informatie

Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand

Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand Inleiding Gemeente Harderwijk heeft de Omgevingsdienst Noord Veluwe (ODNV) gevraagd om advies op het gebied van

Nadere informatie

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 16 DECEMBER 2014, PZH- PZH- 2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL WAARIN INVULLING WORDT GEGEVEN AAN HET INZETTEN VAN BEVOEGDHEDEN OP BASIS VAN

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen revisie 00 maart 2011 Auteur: Tom van der Linde Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vught datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

Externe veiligheid ontwikkeling Eindhoven Airport

Externe veiligheid ontwikkeling Eindhoven Airport Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 4 mei 2015 Kenmerk N011-1220869RUD-rlk-V03-NL 1 Inleiding In het kader van de aanvraag veranderingsvergunning voor de ontwikkeling op het voorplein, is het aspect

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Beleidskader

Memo. Inleiding. Beleidskader Memo datum 13 maart 2013 aan Hester van Griensven Croonen Adviseurs van Roel Kouwen Antea Group kopie Jeroen Eskens Antea Group project Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Labouréstraat, Beek projectnummer

Nadere informatie

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid Wateringse Veld Noord Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof concept revisie 01 9 november 2015 SEQ Part \r0 \h ColofonInhoud Kop 1 Bijlage Wateringse Veld Noord: Zonnepit-Populier- Steijnhof-Leyhof

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

Nadere informatie

Onderstaand advies heeft betrekking op het onderdeel externe veiligheid inzake het bestemmingsplan Tonselseveld Ermelo.

Onderstaand advies heeft betrekking op het onderdeel externe veiligheid inzake het bestemmingsplan Tonselseveld Ermelo. ADVIES EXTERNE VEILIGHEID Betreft : Bestemmingsplan Tonselseveld, Ermelo Ons kenmerk : Z-13-02301 Uw kenmerk : Bestemmingsplan Tonselseveld : 3 februari 2014 Behandelaar : Jan Balkestein, tel: 0341-474315

Nadere informatie

Bestemmingsplanprocedure

Bestemmingsplanprocedure Bestemmingsplanprocedure 1 Beschrijving van de procedure Deze procedure wordt gevolgd bij het opstellen van bestemmingsplannen of andere ruimtelijke besluiten waarbij een ruimtelijke onderbouwing voor

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN Realisatie vrijstaande woning, wijziging bouwvlak Luikerweg 110 Valkenswaard Opdrachtgever: Contactpersoon: Compositie 5 Stedenbouw bv de heer T. Kousemaeker

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. VERGUNNING VERLEEND Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. Ontwerp omgevingsvergunning Grassav anne ong. Ruimtelijke onderbouwing artikel 2.12 lid 1a sub 3 Wabo Inhoudsopgav e Toelichting 3 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Onderzoek Externe Veiligheid

Onderzoek Externe Veiligheid Onderzoek Externe Veiligheid Voetbalvereniging Noordscheschut Gemeente Hoogeveen RUD Drenthe Team advies Henk Zwiers 27 januari 2015 Tel.: 06-11617942 Versie: definitief Advies externe veiligheid Voetbalvereniging

Nadere informatie

Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur

Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur Opdrachtgever : Gemeente Barneveld, mevr. I. Pater Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/502495

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978

Nadere informatie

Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen

Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen Boudewijn de Hoop Henk Tomassen Inhoud presentatie 1. Waar gaat het over bij Externe Veiligheid (EV)? 2. Toetsingskaders EV 3. Risicoprofiel

Nadere informatie

Extern veiligheidsonderzoek. Molenzicht Valburg

Extern veiligheidsonderzoek. Molenzicht Valburg definitief revisie 3.0 28 september 2017 HI87 definitief revisie 3.0 28 september 2017 Adviesgroep SAVE Opdrachtgever Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Postbus 37 2990 AA Barendrecht Colofon

Nadere informatie

Notitie 1. Inleiding

Notitie 1. Inleiding Notitie Datum: 14 juli 2015 Project: Nauernasche Vaartdijk 50 Westzaan Uw kenmerk: - Locatie: Westzaan Ons kenmerk: V073260aa.00001.cvg Betreft: Externe Veiligheid, vervoer gevaarlijke Versie: 01_001 stoffen

Nadere informatie

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen projectnr. 169666 revisie 01 24 februari 2010 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever d' Olde Kamp Fam. Van Zanten Dwingelerweg

Nadere informatie

Externe veiligheid. Algemeen

Externe veiligheid. Algemeen Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus

Nadere informatie

Memo. Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan de Driehoek Ermelo

Memo. Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan de Driehoek Ermelo Aan ODNV, Douwe Visser Van Tim Waanders Memo Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan de Driehoek Ermelo Inleiding Gemeente Ermelo heeft de Omgevingsdienst Noord Veluwe (ODNV)

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD quickscan externe veiligheid Laagwaalderweg te Oudeschild Opdrachtgever Buro SRO Rapportnummer 3192.007 Versienummer Status D1 Eindrapportage Datum

Nadere informatie

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding Notitie Project Projectnummer : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld : 15-170 EV Betreft : Externe veiligheid Behandeld door : Patricia Coenen 1 Inleiding Plangroep Heggen verzorgd de gedeeltelijke herbestemming

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16

Nadere informatie

*15.0012085* 15.0012085

*15.0012085* 15.0012085 ADVIESNOTA AAN COMMISSIE RUIMTE Onderwerp en inhoud Adviesnota Postregistratienummer *15.0012085* 15.0012085 Vertrouwelijk Sector Afdeling Medewerk(st)er/tel Nee Grondgebiedzaken M. Smit 333 MS Gezien

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: Dhr. R. Osinga Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.

Nadere informatie

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid. Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude projectnr. 172050 revisie 01 december 2008 Auteur drs. T. (Tim) Artz Opdrachtgever Boom Holding BV Hamersveldweg 109 3833 GM Leusden datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave december

Nadere informatie

Lilian van Riet

Lilian van Riet Notitie Aan Resie Beulen (gemeente Schiedam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 26 februari 2014 Onderwerp EV bestemmingsplan Groenoord 21732799 Lilian van Riet Inleiding De gemeente Schiedam

Nadere informatie

Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst

Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, de heer S. de Graaff Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/529357 Aantal

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave

Nadere informatie

Quickscan Externe Veiligheid N240

Quickscan Externe Veiligheid N240 Quickscan Externe Veiligheid N240 projectnr. 194453 revisie 0.1 februari 2009 Auteur M. Beterams MSc. Opdrachtgever Gemeente Wieringermeer Postbus 1 1770 AA Wieringerwerf datum vrijgave beschrijving revisie

Nadere informatie

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg projectnr. 200080 revisie 00 12 augustus 2009 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus 165 4330 AD Middelburg datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave 12-08-2009

Nadere informatie

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Welke informatie is noodzakelijk bij beoordeling: Inventariseren

Nadere informatie

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers CSO Adviesbureau Contactpersonen Dhr. E, Schurink drs. A.M.M. (Wiet) Baggen Quick Scan externe

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie

Nadere informatie

kwantitatieve risicoanalyse hogedruk aardgastransportleidingen

kwantitatieve risicoanalyse hogedruk aardgastransportleidingen KWANTITATIEVE RISICOANALYSE HOGEDRUK AARDGASTRANSPORTLEIDINGEN KLEIN BREMBROOD 6 TE CALFVEN kwantitatieve risicoanalyse hogedruk aardgastransportleidingen Klein Brembrood 6 te Calfven Opdrachtgever Welmers

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven 25-9-2013 Herikerbergweg 290 1101

Nadere informatie

Onderzoek borging externe veiligheid in Brabantse bestemmingsplannen. Interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht

Onderzoek borging externe veiligheid in Brabantse bestemmingsplannen. Interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht Onderzoek borging externe veiligheid in Brabantse bestemmingsplannen Interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht Onderzoek borging externe veiligheid in Brabantse bestemmingsplannen Interbestuurlijk toezicht

Nadere informatie

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost Inleiding Het voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-0ost en de bijbehorende stukken

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

Checklist Externe Veiligheid

Checklist Externe Veiligheid Checklist Externe Veiligheid Versie 1.0, januari 2011 Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1508 XB ZAANDAM INLEIDING Met de checklist Externe Veiligheid beoogt de Regio Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

BIJLAGE 1 Ligging plangebied BIJLAGE 1 Ligging plangebied 12 Bijlage: Ligging plangebied BIJLAGE 2 Ligging gezoneerd industrieterrein De Lage Meren BIJLAGE 3 Technische beoordeling externe veiligheid Technische beoordeling externe

Nadere informatie

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Projectnr: Bar201328 versie 1.1 1 Projectlocatie: Schoutenstraat te Barneveld Opdrachtgever: Omgevingsdienst de Vallei Postbus 9024 6710 HM Ede Projectnr. en

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015 Opdrachtgever: PlanROS Contactpersoon: Dhr. S. Peters Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing.

Nadere informatie

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam Rapport B.2012.1011.08.R001 Wolfertcollege, Rotterdam Onderzoek externe veiligheid - groepsrisico Status: DEFINITIEF Van Pallandtstraat 9-11 Casuariestraat 5 Lavendelheide 2 Geerweg 11 info@dgmr.nl Postbus

Nadere informatie

Advies externe veiligheid

Advies externe veiligheid Extern Advies Bevoegd gezag : Gemeente Marum Datum : 29-06-2015 Kenmerk VTH/DMS : Liza-nummer : 39409 Aan : Mevr. M. van der Zee Van : Patrick van Lennep Collegiale toetser : K. Stijkel Onderwerp / Locatie

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's

Externe veiligheidsrisico's 29 juni 2012 Dossiernummer Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan IJburg 29-06-2012 S.M. Musch Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 1000 AX Amsterdam 020-254 38 26

Nadere informatie

Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert

Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, de heer M. Middelbeek Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/548767

Nadere informatie

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer Externe Veiligheid: de Basis Beginselen Ir. D.J. de Boer d.j.deboer@saxion.nl EV de Basis Beginselen: vooruitblik 1. Gericht op (het voorkomen) van dodelijke slachtoffers (niet zijnde werknemers) als gevolg

Nadere informatie

Beoordeling externe veiligheid plangebied. De Wolder te Maastricht

Beoordeling externe veiligheid plangebied. De Wolder te Maastricht Beoordeling externe veiligheid plangebied De Wolder te Maastricht Beoordeling Externe veiligheid plangebied Castermans I & II te Wolder, Maastricht CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Postbus 1323

Nadere informatie

Rapport. Advies Externe veiligheid Plan Tromptuinen Wielwijk. Rapport externe veiligheid ten behoeve van het plan Tromptuinen Wielwijk

Rapport. Advies Externe veiligheid Plan Tromptuinen Wielwijk. Rapport externe veiligheid ten behoeve van het plan Tromptuinen Wielwijk Rapport Dossier Zaaknummer Z-16-313138 Kenmerk D-17-1666483 Opsteller M.F. Jongerius/S. van den Bergh Datum 12 mei 2016 Onderwerp Rapport externe veiligheid ten behoeve van het plan Tromptuinen Wielwijk

Nadere informatie

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Opdrachtgever: Mv. T. Swijghuizen gemeente Loppersum Opgesteld door: P.P. van Lennep Steunpunt

Nadere informatie

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp Opdrachtgever: Mv. K. Bakema gemeente De Marne Opgesteld door: P.P. van Lennep Datum: 14 oktober 2011

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen Notitie 20112327-05 MER Beneden-Lek (Bergambacht) Externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen 1 Inleiding In opdracht van Consortium 2.0 1 is een

Nadere informatie

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r 2 0 1 2 1 Externe veiligheid Voor externe veiligheid zijn een aantal bronnen

Nadere informatie

Onderzoek externe veiligheid

Onderzoek externe veiligheid Onderzoek externe veiligheid Bestemmingsplan Zaltbommel, Binnenstad SRO januari 2014 Onderzoek externe veiligheid Bestemmingsplan Zaltbommel, Binnenstad dossier : BC8289-100-100 registratienummer : PM

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Deze verantwoording groepsrisico heeft betrekking op het bestemmingsplan Landgoed Ottermeer.

Nadere informatie

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid).

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid). Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid). Kaartnummer: 08.093 AI tot en met IV Vastgesteld d.d.: 1 2 1. Overleg

Nadere informatie

Risicoanalyse transport spoor

Risicoanalyse transport spoor 2 oktober 2013 Versie 1 locatie Amsterdam Risicoanalyse transport spoor Bestemmingsplan Rouwcentrum Hoogoorddreef E. Dolman Herikerbergspoor 290 Postbus 922 1101 CT Amsterdam 1000 AX Amsterdam e.dolman@dmb.amsterdam.nl

Nadere informatie

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade RUD Utrecht Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade Auteur : J. van Berkel Datum : 17 december 2014 RUD Utrecht Archimedeslaan 6 3584

Nadere informatie

Memo. Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan Rietmeen

Memo. Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan Rietmeen Aan Mevr. van der Schot Van Tim Waanders Memo Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan Rietmeen Inleiding Gemeente Harderwijk heeft het Projectbureau Externe Veiligheid van

Nadere informatie

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley Bijlage Nota van wijzigingen Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley Inleiding Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren,

Nadere informatie

Over denken en doen. Doorvertaling van EV in RO. 7 december december 2010 ARCADIS Imagine the result

Over denken en doen. Doorvertaling van EV in RO. 7 december december 2010 ARCADIS Imagine the result Over denken en doen Doorvertaling van EV in RO 7 december 2010 7 december 2010 ARCADIS 2010 1 Imagine the result Doel Stap van ambitie/ DENKEN naar DOEN gezet? Inzicht in doorvertaling van EV in RO Hoofdvraag:

Nadere informatie

COMMENTAARNOTA OVERLEGREACTIES KERN RAALTE

COMMENTAARNOTA OVERLEGREACTIES KERN RAALTE COMMENTAARNOTA OVERLEGREACTIES KERN RAALTE GEMEENTE RAALTE mei 2009 B01033.177.301 Inhoud Samenvatting en 1.1 overlegreactie provincie overijssel 3 1.2 Overlegreactie Vitens 3 1.3 Vrom inspectie 3 1.4

Nadere informatie

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00 Dorado Beach Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe veiligheid... 6 2.1 Het begrip risico...

Nadere informatie

Cumulatie van risico's

Cumulatie van risico's Cumulatie van risico's Kennistafel buisleidingen mr. drs. J.H.K.C. (Christiaan) Soer Inhoud 1. Wat staat er in het Handboek? 2. Wat zei de rechter ook al weer? 3. Wat staat er eigenlijk in de wet? 4..

Nadere informatie

Algemeen. Externe Veiligheid

Algemeen. Externe Veiligheid Externe Veiligheid Algemeen Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door onder andere: - het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke

Nadere informatie

Carola risicoberekening Vakantieparken Woudstee en Dennenhoek te Harderwijk

Carola risicoberekening Vakantieparken Woudstee en Dennenhoek te Harderwijk Carola risicoberekening Vakantieparken Woudstee en Dennenhoek te Harderwijk Colofon Omgevingsdienst Noord Veluwe/Omgevinsdienst Veluwe IJssel/Omgevingsdienst Achterhoek 26 april 2018 Definitief Auteur:

Nadere informatie