6,6. Antwoorden door een scholier 2844 woorden 6 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. 8 Tanken in 2020
|
|
- Annemie Peters
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Antwoorden door een scholier 2844 woorden 6 oktober ,6 77 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 8 Tanken in Verbrandingsreacties en energie 1 a Bij de verbranding van benzine ontstaat ook veel warmte en geluid. b Een rendement van 25% betekent dat van alle beschikbare chemische energie slechts 25% om-gezet wordt in bewegingsenergie. c Er moet dus minder warmte en geluid ontstaan. Dat kan door: de verbranding in de motor te optimaliseren, de warmte op te vangen en die op een of andere manier ook weer om te zetten in bewegingsenergie. 2 een stof bevat het element: bij verbranden van die stof ontstaat onder andere: waterstof H2O zwavel SO2 koolstof CO2 3 Geef eerst het reactieschema in woorden. Welke stof is onmisbaar bij verbrandingen? Maak eerst het aantal C atomen en H atomen kloppend. Maak tot slot het aantal O atomen kloppend. a Zuurstof is bij alle verbrandingen onmisbaar. waterstof + zuurstof water of waterdamp 2 H2(g) + O2(g) 2 H2O(g) b methaan + zuurstof koolstofdioxide + water CH4(g) + 2 O2(g) CO2(g) + 2 H2O(l) c alcohol + zuurstof koolstofdioxide + water C2H6O(l) + 3 O2(g) 2 CO2(g) + 3 H2O(l) d Je moet hier als laatste stap alle coëfficiënten met twee vermenigvuldigen. hout + zuurstof koolstofdioxide + water Maak eerst het aantal C en H atomen kloppend. C65H82O24(s) + O2(g) 65 CO2(g) + 41 H2O(l) Nu staan er rechts = 171 O atomen. In de formule van hout staan al 24 O atomen. Je hebt er dus nog = 147 nodig. Dat betekent dat vóór de formule van zuurstof een getal 147 : 2= 73,5 komt. C65H82O24(s) + 73,5 O2(g) 65 CO2(g) + 41 H2O(l) Door alle coëfficiënten met twee te vermenigvuldigen, krijg je hele getallen: 2 C65H82O24(s) O2(g) 130 CO2(g) + 82 H2O(l) 4 a Je moet een hoeveelheid dieselolie verbranden en de ontstane gassen met behulp van een pomp door een Pagina 1 van 7
2 joodoplossing leiden. Als de dieselolie zwavel bevat, ontstaat bij de verbranding zwaveldioxide. Daardoor zal de joodoplossing na enige tijd ontkleuren. b reagens toont aan waarneming custardpoeder wit kopersulfaat kalkwater joodoplossing vlammetje houtspaander H2O(l) en (g) H2O(l) en (g) CO2(g) SO2(g) H2(g) O2(g) lichtgeel(wit) wordt donkergeel wit wordt blauw helder wordt troebel bruin wordt kleur-loos Je hoort een knalletje gloeit fel op 5 6 Door blussen met water sluit je de zuurstof-toevoer af en daalt de temperatuur. 7 Een brand in een oliepijpleiding kun je blussen door de toevoer van olie te stoppen. In een bos kun je (brand)gangen kappen, waar-door een bosbrand zich niet verder kan uitbreiden. 8 a Er komt energie (beweging, warmte, geluid) vrij bij de verbranding van benzine. Het is dus een exotherme reactie. b Je moet weliswaar eerst energie toevoeren, maar als de reactie eenmaal loopt, gaat die vanzelf door waarbij warmte vrijkomt. 9 a Bij de verbranding van benzine ontstaan koolstof-dioxide en water, CO2(g) en H2O(l). b Geef eerst het reactieschema in woorden. Welke stof is onmisbaar bij verbrandingen? Maak eerst het aantal C atomen en H atomen kloppend. Maak tot slot het aantal O atomen kloppend. benzine + zuurstof koolstofdioxide + water C7H16(l) + 11 O2(g) 7 CO2(g) + 8 H2O(l) c Denk eraan dat in een molecuul MTBE een zuur-stofatoom voorkomt. Bij het kloppend maken van de O atomen is dat van belang. MTBE + zuurstof koolstofdioxide + water C8H18O(l) + 12 O2(g) 8 CO2(g) + 9 H2O(l) d Bij een verbrandingsreactie moet een brandstof met zuurstof (een gas) reageren. Als de brandstof dan ook een gas is, kunnen die twee gassen beter mengen, waardoor de moleculen van de brandstof beter met de moleculen van zuurstof in contact kunnen komen. e De molecuulformule van diesel, C10H22(l), geeft aan dat diesel uit grotere moleculen bestaat dan benzine, C7H16(l). Het kookpunt van diesel ligt dus hoger dan dat van benzine. Diesel gaat dus pas bij hogere temperaturen over in de dampfase. De ontbrandingstemperatuur van diesel is dus hoger dan die van benzine. f Als je zwavel verbrandt, ontstaat zwaveldioxide, SO2(g). Deze stof ontstaat ook bij de verbranding van zwavelhoudende diesel. Pagina 2 van 7
3 8.2 Volledige en onvolledige verbranding a In de gebieden waar de vlam blauw gekleurd is, is sprake van volledige verbranding. Dat is te vergelijken met de blauwe vlam van de brander. Dat is dus onderaan en aan de buitenkant van de vlam tot halverwege. Dat is ook logisch omdat onderaan de temperatuur van de vlam het hoogst is en aan de buitenkant is contact met zuurstof het beste mogelijk. b Op de gele plekken vindt de onvolledige verbran-ding plaats. Ook dat is te vergelijken met de bran-der. Bovenin is de vlam wat meer afgekoeld en binnenin is het contact met zuurstof minder. 12 a Bij het verbranden van diesel ontstaat meer roet dan bij het verbranden van benzine. In een dieselmotor worden druppeltjes dieselolie ingespoten. Binnenin zo n druppeltje vindt soms onvolledige verbranding plaats door gebrek aan zuurstof. Er ontstaat roet. Bij een benzinemotor verdampt de brandstof eerst. De damp wordt in de cilinders gemengd met zuurstof. De verbranding kan zo goed en volledig verlopen. b De temperatuur van de gassen wordt door het additief sterk verhoogd. c Dan kan de koolstof, (het roet in de uitlaatgassen) beter verbranden. d C(s) + O2(g) CO2(g) 13 a Het lijkt best logisch: voor het ontstaan van CO(g) is minder zuurstof nodig dan voor dat van CO2(g). b Nee, want als je de brander in de waakstand, (luchtregelring omhoog, gele vlam) hebt staan, vindt er een onvolledige verbranding plaats. Als daarbij dan CO(g) zou ontstaan, zou dat heel ge-vaarlijk zijn, omdat CO(g) een erg giftig gas is a Als mensen in een caravan slapen, gebeurt dat in een kleine en afgesloten ruimte. Als in diezelfde ruimte een slecht werkende kachel staat, dan is dat gevaarlijk. In huis is de ruimte veel groter en de kachel staat niet in de slaapkamer. b In de caravan mag maximaal = 638 mg CO(g). Afgerond: 0,64 gram CO(g). c Geef eerst het reactieschema in woorden. methaan + zuurstof koolstofmonooxide + water 2 CH4(g) + 3 O2(g) 2 CO(g) + 4 H2O(l) 16 a In het begin komt er uit het gaatje alleen maar aardgas. Omdat de menging met zuurstof uit de lucht dan minder gemakkelijk is, heb je een onvolledige verbranding. Dat is te zien aan de gele vlam. Je kunt dat vergelijken met de brander, als je de luchtregelring helemaal omhoog gedraaid hebt. Ook dan heb je een gele vlam. b Tijdens de proef stroomt er aardgas uit het blik en stroomt er lucht binnen. Na verloop van tijd komt er naast aardgas ook lucht mee uit het gaatje. De menging met zuurstof is dan beter, waardoor je met een volledige verbranding te maken hebt. Net als bij de brander wordt de vlam dan blauw of kleurloos. 17 a Een explosie is een heel snelle verbrandingsreactie, waarbij vaak veel energie vrijkomt. b Voor een explosie moeten: brandstof en zuurstof heel goed gemengd zijn, brandstof en zuurstof ook in de juiste verhou-dingen bij elkaar zijn. Dit wordt aangegeven met de explosiegrenzen. c In het riool kan het brandbare gas zich ophopen. Als dan samen met de aanwezig zuurstof uit de lucht de samenstelling volgens de explosiegrens goed is, is er nog maar heel weinig nodig om het gasmengsel te laten exploderen. In een open ruimte kan het brandbare gas zich veel beter ver-spreiden, waardoor geen explosief mengsel kan ontstaan. Pagina 3 van 7
4 18 a Het wordt een viertaktmotor genoemd omdat een volledige draaicyclus uit vier stappen bestaat. b Het zal een onvolledige verbranding zijn, omdat: het heel snel moet gaan, de menging brandstof met zuurstof minder goed is. 8.3 Waterstof als alternatief 19 a Als je dit mengsel aansteekt, ontploft het met een harde knal. b Water wordt ontleed in waterstof en zuurstof. 2 H2O(l) 2 H2(g) + O2(g) c Er moet voortdurend (elektrische) energie worden toegevoerd. Het is dus een endotherme reactie. d Bij de elektrolyse ontstaan waterstof en zuurstof in de verhouding 2 : 1 (volumeverhouding). e 1 deel lucht bevat 0,2 delen O2(g). Voor 1 deel O2(g) heb je 5 delen lucht nodig. De volumeverhouding H2(g) : lucht(g) = 2 : 5 f 2 H2(g) + O2(g) 2 H2O(g) 20 Waterstof is opgebouwd uit waterstofatomen. Bij de verbranding kan alleen het oxide van waterstof ontstaat en dat is water. 21 Een energiebron is, zoals het woord al zegt een bron van energie. De zon, wind, fossiele brandstoffen. Waterstof komt niet zomaar ergens op deze wereld als delfstof voor. Je zult waterstof dus eerst moeten maken. Daarvoor is energie (van een energiebron) nodig. Met het gevormde waterstof kun je wel weer ergens anders energie opwekken, vandaar: energiedrager. 22 a fase 1: ontwikkelen van technologie fase 2: proefdraaien fase 3: waterstofauto s in productie b De verschillende bedrijven zijn op verschillende terreinen deskundig. Een energiebedrijf zoals Shell en Total weten veel van brandstoffen. De autobedrijven weten veel van automotoren. c Dat mag je zelf uitzoeken. 23 a Bij de fotosynthese wordt in groene planten zuurstof en glucose gemaakt uit koolstofdioxide en water. b koolstofdioxide + water glucose + zuurstof 6 CO2(g) + 6 H2O(g) C6H12O6(s) + 6 O2(g) c In de tweede alinea: Hierbij wordt onder invloed van licht water gesplitst. d Hier zijn verschillende tekeningen mogelijk. In ieder geval bestaan de acht hoekpunten van de kubus uit: 3 Mn, 1 Ca en 4 O-atomen. Het vierde Mn atoom zit aan een van de O atomen vast. Bijvoorbeeld: e Omdat je voor het krijgen van waterstof via elek-trolyse eerst zelf energie in dat proces moet stop-pen. Bij de fotosynthese krijg je die energie (gratis) van de zon. 24 a Zoek het eens op in een goed woordenboek. De infrastructuur is het stelsel van wegen, te land en te water, bruggen, viaducten, pijpleidingen, opslagplaatsen, vliegvelden, etc. dat nodig is voor het vervoer van personen en goederen. b De infrastructuur voor benzine en diesel is geba-seerd op vloeistoffen. Waterstof is een gas, dat een heel laag kookpunt heeft. Dat is dus heel moeilijk vloeibaar te krijgen. Daarom kan dat niet gemakkelijk via de bestaande Pagina 4 van 7
5 infrastructuur gele-verd worden. c d Bij de elektrolyse wordt elektrische energie omgezet in chemische energie. Bij het voertuig (aangenomen dat daar gebruik gemaakt wordt van brandstofcellen) wordt chemi-sche energie omgezet in elektrische energie, die vervolgens wordt omgezet in bewegingsenergie. e Zie ook antwoord d. De elektrische energie komt uit een accu of uit het elektriciteitsnet via een ge-lijkrichter. f Bij de elektrolyse: 2 H2O(l) 2 H2(g) + O2(g) Bij het voertuig: 2 H2(g) + O2(g) 2 H2O(g) g Zie het antwoord op opdracht f h Er zijn eigenlijk twee kringlopen. Water wordt bij de elektrolyse verbruikt en ontstaat uiteindelijk weer bij het voertuig. Zuurstof ontstaat bij de elektrolyse en wordt bij het voertuig weer gebruikt. 8.4 Broeikaseffect 25 De overeenkomst is dat bij beide de aarde opwamt (of juist niet afkoelt) doordat de zonne-energie die overdag door straling wordt opgevan-gen s nachts niet allemaal weer uitgestraald wordt. Het natuurlijke broeikaseffect is er altijd geweest, omdat de atmosfeer van nature broeikasgassen zoals koolstofdioxide en water bevat. Het versterkte broeikaseffect wordt door mensen ver-oorzaakt, vooral door de enorme verbranding van fossiele brandstoffen. 26 a Bekende broeikasgassen zijn: koolstofdioxide, CO2(g), methaan, CH4(g) en waterdamp, H2O(g). b Drijfgassen worden gebruikt in spuitbussen. Bij-voorbeeld bij het spuiten van deodorant of verf. 27 a Lees eerst het artikel goed en kijk welk gegeven je nodig hebt. Volgens het artikel levert 1 kg benzine (1,38 L) 3,15 kg CO2 op. Met 1,38 liter kan de auto 1,38 15 = 20,7 km rijden. Er ontstaat dus 3,15 kg CO2 per 20,7 km. Dat is 3,15 : 20,7 = 0,152 kg = 152 g CO2 per km. b De nieuwe norm is 130 g CO2 per km auto s die km per jaar rijden, pom-pen = 2, g CO2 de lucht in. Om dat op te vangen zijn 2, : = 1, (1,04 miljard!!) bomen nodig. c Gezien de uitkomst van berekening b lijkt klimaatneutraal bij het autoverkeer onhaalbaar. d Jij bent de minister! Jij mag het zeggen! 28 a Biobrandstoffen zijn brandstoffen die uit (meestal) plantaardige bronnen afkomstig zijn. Deze planten zijn vaak speciaal voor dit doel aangeplant. b Omdat deze brandstoffen rechtstreeks uit biolo-gisch materiaal gemaakt kunnen worden. c De energie-inhoud van ethanol (28 gigajoule per ton) is kleiner dan die van benzine (41 gigajoule per ton). Voor een bepaalde hoeveelheid energie moet je dus meer ethanol verbranden dan benzine. d Geef eerst het reactieschema in woorden, vul dan de formules in. Maak eerst de waterstof kloppend en daarna de koolstof. suiker + water ethanol + koolstofdioxide C12H22O11(s) + H2O(l) C2H6O(l) + CO2(g) Er staan links van de pijl 24 H atomen, rechts van de pijl staan er 6. Dus: C12H22O11(s) + H2O(l) 4 C2H6O(l) + CO2(g) Links van de pijl staan 12 C atomen, rechts van de pijl = 9. Die coëfficiënt 4 moet je niet meer veranderen. Pagina 5 van 7
6 Dat betekent dat er een co-efficiënt voor de formule van koolstofdioxide moet komen: C12H22O11(s) + H2O(l) 4 C2H6O(l) + 4 CO2(g) Nu staan er links van de pijl = 12 O atomen. Rechts van de pijl staan = 12 O atomen. Alles klopt nu. e Je mag de beide hoeveelheden ethanol en biodiesel bij elkaar optellen. In 2010 moet ton ethanol en ton biodiesel geproduceerd worden; samen = ton biobrandstof. Dat is 5,75% van het totale verbruik. Dus is voor het transport in 2010 ( : 5,75) 100 = ton brandstof nodig. Dat is 14,3 miljoen ton. f In 2003 was er 4,2 + 6,3 = 10,5 miljoen transport-brandstof nodig. Er is dus 14,3 10,5 = 3,8 miljoen ton bijgeko-men. Ten opzichte van 2003 is het gebruik van trans-portbrandstof dan met (3,8 : 10,5) 100% = 36% gestegen. g Toepassing 29 a Het salpeter gaat smelten en vervolgens brui-sen. Als je dan een gloeiende houtspaander in de buis steekt, gaat die fel opgloeien. b Er is dus zuurstof ontstaan. Dat moet ontstaan zijn door de verhitting van salpeter. Dan moet in deze proef salpeter dus ontleden. c Geef eerst het reactieschema in woorden. salpeter kaliumnitriet + zuurstof 2 KNO3(l) 2 KNO2(l) + O2(g) 30 a Bij de explosie verbranden zwavel en koolstof. Voor die verbranding is zuurstof nodig. Die zuur-stof wordt geleverd door het salpeter. b Het probleem zit in het aantal O atomen. Links van de pijl komen die alleen voor in salpeter. Probeer de coëfficiënten 1 tot en met 4 voor de formule van salpeter. 4 KNO3(s) + 4 C(s) + S(s) 2 K2CO3(s) + SO2(g) + 2 CO2(g) + 2 N2(g) 31 a Neem bijvoorbeeld C3H6Ox. Uit C3H6Ox ontstaan 3 CO2 en 3 H2O. Dat zijn in totaal = 9 O atomen. Dus moet de formule C3H6O9 zijn. Er is ook een algemeen geldige oplossing: Stel de formule is CnH2nOm(s). Hieruit ontstaan n CO2(g) + n H2O(g). Na de pijl heb je dan 3n O dus moet gelden: m = 3n. Stel dat je voor n het getal 3 neemt, dan is C3H6O9 de formule van een explosieve stof. b Het enige element dat verder van dynamiet nog overblijft is zuurstof, vandaar. c Geef eerst het reactieschema in woorden. dynamiet koolstofdioxide + water + stikstof + zuurstof C3H5N3O9(s) CO2(g) + H2O(g) + N2(g) + O2(g) Maak eerst stikstof kloppend: Pagina 6 van 7
7 2 C3H5N3O9(s) CO2(g) + H2O(g) + 3 N2(g) + O2(g) Daarna koolstof en waterstof: 2 C3H5N3O9(s) 6 CO2(g) + 5 H2O(g) + 3 N2(g) + O2(g) Nu staan er links van de pijl 18 O atomen, rechts = 19. Door een coëfficiënt 0,5 voor de formule van zuurstof te plaatsen, worden het rechts ook 18 O atomen. Daarna moet je alle coëfficiënten met twee vermenigvuldigen om hele getallen te krijgen: 4 C3H5N3O9(s) 12 CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g) + O2(g) d Er is geen externe zuurstof (van buitenaf) nodig. Alle benodigde zuurstof zit al intern in de molecu-len van de stof opgesloten. 32 a kaliumchloraat kaliumchloride + zuurstof 2 KClO3(s) 2 KCl(s) + 3 O2(g) b Zwavel kan reageren met de zuurstof die ontstaat. Daarbij ontstaat zwaveldioxide. Geef eerst het reactieschema in woorden. kaliumchloraat + zwavel kaliumchloride + zwaveldioxide 2 KClO3(s) + 3 S(s) 2 KCl(s) + 3 SO2(g) c Uit 12,26 g KClO3 ontstaat 7,46 gram kaliumchlo-ride en 12,26 7,46 = 4,80 g zuurstof. 4,80 gram zuurstof reageert met 4,80 gram zwa-vel. Dus 12,26 gram kaliumchloraat reageert met 4,80 gram zwavel. De verhouding is dan: KClO3 : S = 12,26 : 4,80 = 2,55 : 1,00 Pagina 7 van 7
Samenvatting Chemie Overal 3 havo
Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame
Nadere informatie4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)
4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieEen mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken
Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie
Nadere informatieEen ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.
8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat
Nadere informatie6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde
Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de
Nadere informatie3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie
3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door Immanuel 2683 woorden 19 december 2017 4,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova 1 Ontledings- en synthesereacties Een ontledingsreactie is
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatieHet smelten van tin is géén reactie.
3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatieHoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)
Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden
Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie
Nadere informatieT2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,
Nadere informatieSamenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)
Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (1) Kenmerkend voor het optreden van een chemische reactie is dat de stofeigenschappen veranderen. Als stofeigenschappen veranderen, dan zijn er dus nieuwe ontstaan.. Deze
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieAardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.
Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,
Nadere informatieHoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)
Hoofdstuk 5 Reacties en energie J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 5 Reacties en energie Paragrafen 5.1 Verbranding 5.2 Ontleding van stoffen 5.3 Overmaat en ondermaat 5.4 Energie en reactiesnelheid Practica
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieDe ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden
Samenvatting door een scholier 1322 woorden 21 januari 2004 5,7 92 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas NASK HOOFDSTUK 7 TOETSWEEK Begrippen 7.1A Stoffen verbranden Bij verbranding kun je waarnemen:
Nadere informatie4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting
5,2 Samenvatting door Syb 763 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Natuurkunde Methode Pulsar Natuurkunde H6 Samenvatting PARAGRAAF 1 Er zijn veel verschillende soorten energie: Bewegingsenergie
Nadere informatieEr is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.
Boekverslag door D. 2309 woorden 17 juni 2010 6.3 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 3 Drop en ander snoep 3.1 Reactie en reactieschema 1 Bij het mengen worden stoffen alleen maar
Nadere informatieProef Scheikunde Proeven
Proef Scheikunde Proeven Proef door een scholier 973 woorden 4 december 2001 4,6 177 keer beoordeeld Vak Scheikunde Titel: De zuurstoftoevoer. Proefnummer: 1 Verbrandt papier met zuurstof? -) het brandt
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een
Nadere informatieMethode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties
Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)
Nadere informatieDe meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.
Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.
Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur
Nadere informatieReactievergelijkingen
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 23 maart 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/60504 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieSamenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8
Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting door een scholier 2783 woorden 10 april 2007 5,9 108 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas Natuur- scheikunde Hoofdstuk 6 Uittreksel 6.3A Stoffen verhitten
Nadere informatie1 Vastkokende aardappelen blijven heel, kruimige aardappelen vallen uit elkaar bij het koken.
Antwoorden door een scholier 2377 woorden 17 juni 2010 7 39 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 6 Aardappelen: van snack tot plastic Activiteiten 6A 2 Hoe hoger je komt, hoe lager de luchtdruk
Nadere informatieDe oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.
Toelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO De opgave is een bewerking van de volgende CE-opgave: LPG 2007-2de tijdvak De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Alternatieve brandstoffen Inleiding Deze chemie-verdiepingsmodule over alternatieve brandstoffen sluit aan op het Reizende DNA-lab Racen met wc-papier. Doel Het Reizende
Nadere informatieNa leren van paragraaf 5.1 kun je
Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf 5.
Nadere informatieLeerlingenhandleiding
Leerlingenhandleiding Afsluitende module Alternatieve Brandstoffen - Chemie verdieping - Ontwikkeld door dr. T. Klop en ir. J.F. Jacobs Op alle lesmaterialen is de Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk
Nadere informatiea. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.
PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je
Nadere informatieElektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto
Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Bron 1: Elektrische auto s zijn duur en helpen vooralsnog niets. Zet liever in op zuinige auto s, zegt Guus Kroes. 1. De elektrische auto is in
Nadere informatie4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.
Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:
Nadere informatieUitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Jood-129 1 aantal protonen: 53 aantal elektronen: 53 aantal protonen: 53 1 aantal elektronen: gelijk aan aantal protonen 1 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Er ontstaan geen
Nadere informatie7. Chemische reacties
7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.
Nadere informatieColofon. Titel: Xact Groen Scheikunde deel 2 ISBN: 978 90 3721 056 9 NUR: 124 Trefwoord: mbo, groen, scheikunde
Colofon Titel: Xact Groen Scheikunde deel 2 ISBN: 978 90 3721 056 9 NUR: 124 Trefwoord: mbo, groen, scheikunde Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: E. Benthem, H. Vermaat Redactie: Edu Actief b.v.
Nadere informatieWater is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft
Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Zeewater 1 Sr 2+ juist symbool 1 juiste lading bij gegeven symbool 1 2 aantal protonen: 6 aantal neutronen: 8 juiste aantal protonen 1 aantal neutronen: 14 verminderen met het aantal
Nadere informatieEindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl 2007 - II
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Lampen 1 B 2 B 3 B 4 maximumscore 1 17 5 A 6 maximumscore 1 W 2+ 7 B 8 maximumscore 1 Het antwoord moet de notie
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 1892 woorden 19 augustus 2010 5,4 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde.. Hfst 1 & 2.1,
Nadere informatieEindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl 2005 - I
BEOORDELINGSMODEL Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ZWAVELOXIDEN 1 C 2 maximumscore 3 CH 4 S + 3 O 2 CO 2 + 2 H 2 O + SO 2 CH 4 S en O 2 voor
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2011 - I
Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3
Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 14 januari 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Ontledingsreactie:
Nadere informatieSamenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5
Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5 hoofdstuk 4 Paragraaf 4.1 Aardgas uit de gaskraan is een mengsel van methaangas (80%), het brandbare bestanddeel en stikstofgas. Deze stoffen zijn beide geurloos
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.
Nadere informatieVorming van niet-metaaloxiden
Vorming van niet-metaaloxiden Leerlingenproef 4: verbranden van koolstof ORIËNTEREN Welke organische stofklasse ontstaat er bij het verbranden van koolstof? Hypothese: Er ontstaat een niet-metaaloxide,
Nadere informatieOnderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.
Vak: Scheikunde Leerjaar: Kerndoel(en): 28 De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp
Nadere informatieBacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster
Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.
Nadere informatiePresenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014. Energie in Beweging
Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014 Energie in Beweging Wat is Well to Wheel Met Well to Wheel wordt het totale rendement van brandstoffen voor wegtransport uitgedrukt Well to Wheel maakt duidelijk
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2007-I
Beoordelingsmodel Nitraat in drinkwater 1 maximumscore 2 aantal protonen: 32 aantal elektronen: 34 aantal protonen: 32 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 2 1 2 maximumscore 1 2+ 3 maximumscore
Nadere informatie5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken
3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot
Nadere informatieSE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel
SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat
Nadere informatieKolenvergasser. Kolenvergasser 2009-02-01 hdefc.doc
Kolenvergasser 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 Beantwoord de vragen 1 t/m 3 aan de hand van het in bron 1 beschreven proces. Bron 1 De
Nadere informatieHoofdstuk 3 Organische stoffen
oofdstuk 3 Organische stoffen 3.1 Organische stoffen Organische stoffen bestaan uit moleculen die opgebouwd zijn uit één of meer koolstofatomen die onderling en/of aan andere atomen gebonden zijn door
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatieModule 8 Chemisch Rekenen aan reacties
1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen
Nadere informatie3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO
3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7.1 Tellen met grote getallen In het dagelijks leven tellen we regelmatig het aantal van bepaalde voorwerpen. Vaak bepalen we dan hoeveel voorwerpen er precies
Nadere informatie3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..
Steenkool Steenkool komt in heel veel verschillende vormen voor. Dat geldt voor het uiterlijk van de steenkool. De kleur van steenkool kan bijvoorbeeld variëren van bruin tot zwart, steenkool kan hard
Nadere informatieToets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde
Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium
Nadere informatieScheikundige begrippen
Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties
Nadere informatieDuurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018
Duurzaamheid Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018 Duurzaamheid Duurzaamheid Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige
Nadere informatieEindexamen vwo scheikunde pilot I
Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor
Nadere informatieExamen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen
Examen scheikunde HAV tijdvak 2 2018 uitwerkingen Bodem bedekken 1p 1 fotosynthese/koolzuurassimilatie 2 25,0 kg 3 Aantal m 3 polymelkzuur in 1,00 m 3 bolletjes = 3 3 1,24 10 kg/m 2,016 10 2 m 3 4 Volume
Nadere informatieSCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN
SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN Auteurs Tessa Lodewijks Toon de Valk Eindredactie Aonne Kerkstra Eerste editie Malmberg s-hertogenbosch www.nova-malmberg.nl 3 Rekenen aan reacties Praktijk Zorgen voor morgen
Nadere informatie1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen
1 ENERGIE... 2 1.1. Inleiding... 2 1.2. Het omzetten van energie... 2 1.3. Fossiele brandstoffen... 5 1.4. Duurzame energiebronnen... 7 1.5. Kernenergie... 9 1.6. Energie besparen... 10 1.7. Energieverbruik
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II
Ammoniak Ammoniak wordt bereid uit een mengsel van stikstof en waterstof in de molverhouding N 2 : H 2 = 1 : 3. Dit gasmengsel, ook wel synthesegas genoemd, wordt in de ammoniakfabriek gemaakt uit aardgas,
Nadere informatieLes Koolstofkringloop en broeikaseffect
LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Basisles Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Les Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Zonlicht dat de aarde bereikt, zorgt ervoor dat het aardoppervlak warm
Nadere informatieChemisch rekenen versie 22-03-2016
Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 6 en 7
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 6 en 7 Samenvatting door een scholier 2759 woorden 20 juni 2010 5,4 27 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde pww 17-06-10 Hoofdstuk 6 en 7. Belangrijk
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen
Nadere informatie1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.
1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg
Nadere informatieHoofdstuk 3. en energieomzetting
Energie Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting Grootheid Energie; eenheid Joule afkorting volledig wetenschappelijke notatie 1 J 1 Joule 1 Joule 1 J 1 KJ 1 KiloJoule 10 3 Joule 1000 J 1 MJ 1 MegaJoule
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1700 woorden 17 januari 2010 6,6 24 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis
Nadere informatie4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte
Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof
Nadere informatie07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK
PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ijzeroxide 1 III 1
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Hematiet 1 maximumscore 2 ijzer(iii)oxide ijzeroxide 1 III 1 2 B 3 maximumscore 1 (ijzer/het) geleidt stroom (ijzer/het
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.
Nadere informatieDeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht
DeNOx-installatie Een DeNOx-installatie is niets meer dan een uit de kluiten gewassen autokatalysator. Net als de installatie onder uw vierwieler zorgt een DeNOx-installatie ervoor dat schadelijke stoffen
Nadere informatieEcotanken quiz antwoorden
Ecotanken quiz antwoorden 1. Waarom laten we, steeds vaker, auto s rijden op alternatieve brandstoffen. A: De minerale (fossiele) stoffen raken op B: Slecht voor het milieu Uitleg vraag 1 Alle stoffen
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2003-II
4 Antwoordmodel Superzwaar 1 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 50 (neutronen). opzoeken van het atoomnummer van krypton (36) 1 berekening van het aantal neutronen: 86 verminderd met het atoomnummer
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatie14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK
PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige
Nadere informatiePraktische opdracht Scheikunde Biomassa als brandstof
Praktische opdracht Scheikunde Biomassa als brandstof Praktische-opdracht door een scholier 694 woorden 13 april 2016 9 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Pagina 1 van 5 PO biomassa als brandstof (practicum
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Etheen 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn weergegeven: 2 H 2 H 2 H 2 H 2 H H H H H H H H + 2H 2 2 H + H H H H H H H 2 voor de pijl 1 formule van glucose en het overgebleven fragment
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 7 duurzaamheid
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 7 duurzaamheid Samenvatting door een scholier 1632 woorden 10 juni 2017 5,9 6 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde samenvatting hoofdstuk 7 7.2 Fossiele brandstoffen
Nadere informatie