Postadres: Postbus l95l8,2500 CM's-Gravenhage

Transcriptie

1 Openbaar Ministerie Functioneel Parket Hoofdoffïcier van lustitie Postadres: Postbus l95l8,2500 CM's-Gravenhage De heer p.t. Lakeman Stichting Sobi Zandpad NK Nieuwersluis Bezoekadres: Enthovenplein I, 2521 DA 's-gravenhage Telefoon: (070) Fax: (070) Onderdeel Bedrijfsbureau Contactpersoon Drs. M.A.I. Tol Doorkiesnummer(s) Datum 13 juli 2006 Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(nJ Ondent.lero Bij de beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt U slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte heer Lakeman. Op 3 maart 2006 heeft u het Openbaar Ministerie (hierna OM) verzocht om strafuervolging in te stellen tegen de accountantsmaatschap Deloitte & Touche NL (hierna D&T) alsmede tegen een van de bij die maatschap betrokken vennoten. te weten de heer Van den Dries. In uw brief stelt u dat beiden zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte ten aanzien van de afgegeven goedkeurende verklaringen, het uitlokken van valsheid in geschrifte - vermoedelijk doelend op handelingen van medewerkers van Koninklijke Ahold N.V. (hierna Ahold) ten aanzien van control en/of sideletters - en medeplichtigheid aan oplichting van aandeelhouders van Ahold bij het controleren van, en het afgeven van onware verklaringen bij, de jaarrekeningen 1999 tot en met 2001 van Ahold. U motiveert uw verzoek door te stellen dat D&T zijn controles niet heeft uitgevoerd conform de daarvoor geldende controlerichtlijnen terwijl D&T in zijn goedkeurende verklaring stelt dat wel te hebben gedaan. U doelt daarbij op in uw ogen ontoereikende controle op financiële gegevens afkomstig van US Foodservice. Voorts meent u dat de jaarrekeningen van 1999 tot en met 2001 onjuist zijn doordat hiervoor sideletters gebruikt zijn waarvan de inhoud strijdig was met joint venture oveíeenkomsten. Voor een goed begrip wordt de eerste sideletter door ons in deze klacht aangeduid als 'controlletter' en de tweede brief wordt aangeduid als 'sideletter'. Dergelijke brieven bestonden er voor de joint ventures Bompreco (Brazilië), Disco Ahold (DAIH) te Argentinië, Paiz-Ahold NV te Guatemala en voor ICA Ahold Holding AB (hierna ICA Ahold) te Zweden en

2 Noorwegen. De controlletters voor Bompreco, DAIH en ICA Ahold zijn aan de externe accountant Deloitte & Touche Nederland overhandigd. Uit het onderzoek volgt dat de controlletter voor Paiz Ahold niet is overhandigd aan de accountant. Geen van de sideletters zijn aan de accountant overhandigd, noch is van het bestaan ervan melding gemaakt aan die accountant. Naar de mening van het OM is vast komen te staan dat D&T op de totstandkoming van de controlletters heeft aangestuurd en daar ook actief aan heeft meegewerkt door voor die brieven teksten aan te leveren. Tijdens het onderzoek is vastgesteld dat de tweede sideletters nooit ter beschikkingzijn gesteld aan D&T. Verdachte Meurs heeft zowelbij de FIOD als ter zitting verklaard dat deze sideletters door hem bewust zijn achtergehouden en verzwegen. Tijdens het onderzoek onder leiding van het OM is vervolgens feitelijk geconstateerd - onder meer tijdens de doorzoekingen op kantooradressen van D&T maar ook in de uitvoering van de diverse vorderingen uitleveringen - dat deze sideletters niet bij D&T aanwezig waren. In het onderzoek is derhalve vastgesteld D&T niet op de hoogte was van dergelijke sideletters. Dat is ook de conclusie van de onderzoekers van de ondernemingskamer. In paragraaf 435 staat immers vermeld: " Het stant uoor de onderzoekers uast dat D&T NL tot het najaar 2002 niet op de hoogte was uan het bestaan uan eníge Side Letter en ook dat, wanneer zij uan het bestaan uan Side Letters op de hoogte zou zíjn geweest, D&T NL consolidatíe uan de betreffende loint Ventures zeker nanr US Gaap niet had toegestaan." Het OM deelt op dit punt de mening van de onderzoekers van de ondernemingskamer. De rechtbank Amsterdam oordeelde op 22 mei 2006 in de rechtszaak tegen de oud-bestuurders van Ahold dat naar haar mening is komen vast te staan dat de controlletters inzake Bompreco, Disco Ahold en ICA Ahold vals zijn, dat de sideletters inzake Bompreco, Disco Ahold en ICA Ahold niet aan de account zijn verstrekt en dat D&T pas op de hoogte van deze sideletters raakte op 25 oktober 2002 respectievelijk 23 februari De rechtbank oordeelde ook dat verdachten wisten dat de accountant van oordeel was dat naar Amerikaans jaarrekeningenrecht een aanpassing van de shareholdersagreement nodig was en dat die aanpassing nooit is overeengekomen. Door het onder deze omstandigheden verstrekken aan de accountant van de controlletters inzake ICA Ahold, Disco Ahold en Bompreco zijn het oogmerk en de listige kunstgreep benodigd voor een veroordeling voor oplichting bewezen geacht door de rechtbank. Nu vast is komen te staan dat D&T niet eerder dan op 25 oktober 2002 respectievelijk 23 februari 2003 wetenschap had van het bestaan van de sideletters geldt als uitgangspunt dat er geen redelijk vermoeden van strafbaar handelen door D&T bestaat voorzover dit ziet op de integrale consolidatie van de 507o deelnemingen. Voor zover uw verzoek ziet op de door D&T afgegeven accountantsverklaring is het OM met de rechtbank in de strafzaak van mening dat D&T door de oudbestuurders van Ahold is opgelicht. Die oplichting die de rechtbank bewezen acht ziet op de hierna opgenomen accountantsverklaringen. 2t5

3 Een geschrift zijnde het jaarverslag van Ahold over 1999 (p.77): "Acco untantsverklarin g. op 2 januari 2000 en van het resultaat over 1999 in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving in Nederland en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel9 boek 2 BW. Amsterdam, 7 maart 2000" Een geschrift zijnde het jaarverslag van Ahold over 2000 (p. 75): "Acc o untantsverklaring. op 31 december 2000 en van het resultaat over 2000 in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor fïnanciële verslaggeving in Nederland en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel g boek 2 BW. Amsterdam, 6 maart 2001." Een geschrift zijnde het jaarverslag van Ahold over 2001 (p.72): "Ac c o untantsverklaring op 30 december 2001 en van het resultaat over 2001 in overeenstemming met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving in Nederland en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel g boek 2 BW. Amsterdam, 7 maart 2002." Een geschrift zijnde het annual report on Form 20-F van Ahold over 1999 (p. 49): "Independent Auditors Report: position of Koninklijke Ahold N.V. at January 2, 2000, lanuary 3, 1999 and the results of its operations, changes in its equity and its cash flows for each of the three fiscal years in the period ended fanuary 2,2000, in conformity with generally accepted accounting principles in The Netherlands. Generally accepted accounting principles in the Netherlands vary in certain respects from generally accepted accounting principles in the United States. The application of the latter would have affected the determination of net earnings for each of the three fiscal years in the period ended Ianuary 2, 2000 and the determination of stockholders' equity at lanuary 2,2000 and Ianuary 3, lg99 to the extent summarized in Note 23. March " 3/5

4 Een geschrift zijnde het annual report on Form 20-F van Ahold over 2000 (p. 64): "Independent Auditors Report: position of Koninklijke Ahold N.V. as of December 31, 2000, JanuaÍy 2, 2000 and the results of its operations, changes in its equity and its cash flows for each of the three fiscal years in the period ended December 31, 2000, in conformity with generally accepted accounting principles in The Netherlands. Generally accepted accounting principles in the Netherlands vary in certain respects from generally accepted accounting principles in the United States. The application of the latter would have affected the determination of net earnings for each of the three fiscal years in the period ended December 31, 2000 and the determination of stockholders' equity at December 31, 2000 and January 2, 2OOO to the extent summarized in Note 23. march 6,200I." Een geschrift zijnde het annual report on Form 20-F van Ahold over 2001 (p. 6e): " Independent Auditors Report: position of Koninklijke Ahold N.V. as of December 30, 2001 and December 31, 2000 and the results of its operations, changes in its equity and its cash flows for each of the three fiscal years in the period ended December 30, 2001, in conformity with generally accepted accounting principles in The Netherlands. Accounting principles generally accepted in the Netherlands vary in certain respects from accounting principles generally accepted in the United States of America. The application of the latter would have affected the determination of net earnings for each of the three fïscal years in the period ended December 30, 2001 and the determination of stockholders' equity as of December 30, 2001 and December 31, 2000 to the extent summarized in Note 27. March " Alhoewel het OM -anders dan de rechtbank - van mening is dat er zowel naar Nederlands recht als naar US Gaap sprake is van onterechte consolidatie en derhalve zowel de in Nederland gepubliceerde jaarrekening als de 20F form voor Amerikaanse doeleinden onjuist zijn, is het in het licht van het vorenstaande niet aannemelijk dat D&T hierop opzet heeft gehad, dan wel opzet heeft gehad op het ten onrechte afgeven van een onjuiste goedkeurende acco untantsverklarin g. Voor zover uw klacht ziet op feiten die gerelateerd zijn aan US Food Service delen wij u mede dat het OM hiernaar in overleg met de Amerikaanse autoriteiten geen onderzoek heeft verricht. Ons is wel ter ore gekomen dat de 4t5

5 Amerikaanse autoriteiten naar de in de Verenigde Staten gepleegde feiten een strafrechtelijk onderzoek hebben ingesteld, doch dat dit onderzoek niet heeft geleid tot enige juridische stappen richting Ahold zelf dan wel tegen D&T. Voorzover u andere informatie heeft vernemen wij die graag. Voor het overige is uw klacht op dit punt (US Food) onvoldoende onderbouwd om op basis daarvan een redelijk vermoeden van schuld van enig strafbaar feit gepleegd door D&T aan te nemen. Het OM ziet derhalve geen basis voor een strafrechtelijke vervolging van D&T en/of de heer Van de Dries. Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geinformeerd. Tegen mijn besluit om geen vervolging in te stellen is het mogelijk een klacht in te dienen op grond van artikel L2 van het wetboek van strafuordering. Mr. I.I.M. van Dis - Setz Officier van justitie 5/5