In memoriam. Nr 2010/01 - februari /maart 2010 DE VERENIGING IN ACTIE INHOUDSTAFEL

Transcriptie

1 Ver. Uitg. Marc Thoulen - N 7317 Nr 2010/01 - februari /maart 2010 DE VERENIGING IN ACTIE EDITO In memoriam Onze gewezen Voorzitter Jacques De Grave is overleden op 3 februari 2010, op 67-jarige leeftijd. Ondanks de ziekte waaraan hij leed, heeft hij nog de vergadering van ons Bureau van 16 december bijgewoond, waar hij pleitte voor maatregelen tegen leegstaande woningen boven handelszaken. Hij was actief in de Elsense gemeenteraad van in 1971 tot aan zijn overlijden. Drie bestuursperiodes lang was hij er schepen, met belangrijke bevoegdheden zoals sociale zaken, financiën en stedenbouw. Hij was tevens senator en Brussels parlementslid. Hij stond steeds volop ten dienste van de Elsenaren en de Brusselaars in het algemeen. Deze warmhartige man was een zeer diplomatisch voorzitter van onze Vereniging van 1995 tot Wij zullen hem nooit vergeten omwille van zijn sterk engagement voor de medemens. Marc Cools Voorzitter van de VSGB INHOUDSTAFEL pagina Internationale samenwerking : Minister Michel wijst op de expertise van de gemeenten Ontmoeting van de gemeenten met de minister : 3 vragen Hoofdelijkheid in de gemeentelijke belastingreglementen Is het kohier uitvoerbaar tegen personen die niet bij name opgenomen zijn? TIC Tanneurs dicht de digitale kloof Evaluatie van de wettelijke graden: ja, maar hoe? Wetgeving De periode waarvan we hier verslag uitbrengen, loopt van midden december tot midden maart. Tijdens de eindejaarsperiode daalt het aantal vormingen en politieke acties, maar het Bureau vergaderde op 13 januari, 10 februari en 10 maart, en de Raad van Bestuur op 10 februari. Op 2 februari overleed bovendien de heer Jacques De Grave, gewezen voorzitter van de Vereniging. In uitvoering van het regeerakkoord van 2009 werd er een werkgroep opgericht om na te denken over de respectieve bevoegdheden van het Gewest en de gemeenten. Die moet zijn conclusies voor het verlof indienen, teneinde een politiekere bespreking van de kwestie voor te bereiden, die in een tweede fase moet plaatshebben. In die context heeft een eerste hoorzitting van de Vereniging in het zogenaamde comité der wijzen plaatsgehad op 12 februari in het Brussels Parlement. De Vereniging was er vertegenwoordigd door haar voorzitter Marc Cools en directeur Marc Thoulen. De nota die er voorgesteld werd, weerspiegelt de consensus van de instanties van de Vereniging en richt de schijnwerpers op twee elementen : subsidiariteit en evenwichtige financiering van de gemeentelijke opdrachten. De discussie draait voornamelijk rond de begrippen efficiëntie en effectiviteit, die zeer complex zijn, maar er werden ook andere elementen besproken, zoals de verlichting van de procedures van toezicht en subsidiëring, de nood om het debat over de taakverdeling aan te vullen met een ander debat over de coördinatie tussen de verschillende niveaus, over de nood aan ontsluiting van de gewestelijke departementen, de mechanismen van solidariteit tussen gemeenten, de mogelijkheden van contractualisering met het Gewest, enz. Er vonden openhartige uitwisselingen plaats en het standpunt van de Vereniging kreeg gehoor. Op 8 oktober vlak voor de afronding van het begrotingsconclaaf nam de Vereniging contact op met de toenmalige premier Herman Van Rompuy om te vragen het grootstedenbeleid niet op te offeren, met de nadruk op het feit dat de wijken in moeilijkheden de eerste zijn die lijden onder de crisis, de nood om meer dan ooit een beleid voor sociale cohesie te voeren, en de weerslag op het vlak van tewerkstelling die een inkrimping van de budgetten zou teweegbrengen. Wij durven te

2 DE VERENIGING IN ACTIE 2 geloven dat dit initiatief dat van de federale minister voor grootstedenbeleid Michel Daerden kracht bijgezet heeft, aangezien de envelop van vorig jaar in 2010 uiteindelijk behouden bleef voor een bedrag van 67 miljoen euro, waarvan 24,50 % ten gunste van de Brusselse gemeenten. Bovendien werd er 84 miljoen euro uitgetrokken om het hoofd te bieden aan de uitgaven van de contracten en voorschotten te storten voor het programma Deze maatregelen zijn waarschijnlijk de voorbode van de regionalisering van het grootstedenbeleid in het kader van de volgende institutionele onderhandelingen, waarbij de Brusselse onderhandelaars het deel van het budget dat totnogtoe uitgetrokken werd voor het Brussels Gewest, zullen moeten verdedigen. De gelijkheid tussen man en vrouw is een strijd voor de mensenrechten en het welzijn van de samenleving, voor iedereen. Sinds meer dan tien jaar voeren de lokaal verkozen vrouwen van Europa debatten, die geleid hebben tot de opstelling van het handvest voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen in het lokale leven. Dit charter werd tot stand gebracht door de Raad van Europese Gemeenten en Regio's en werd inmiddels goedgekeurd door meer dan 900 lokale overheden in 26 landen, maar tot nu toe slechts door vijf Belgische gemeenten, waaronder vier Brusselse. Op 5 december werd er een infosessie georganiseerd door de Belgische afdeling van de REGR en onze Vereniging, met de steun van het Brussels Parlement. Uit het debat bleek dat het laag aantal toetredingen tot het handvest jammer is, te meer daar ons land en ons Gewest in het bijzonder reeds beantwoorden aan de doelstellingen van egalitaire participatie aan het lokaal publiek leven en tewerkstelling in de lokale besturen. Er moeten echter nog heel wat pistes verkend worden om een beter evenwicht tussen mannen en vrouwen te bewerkstelligen. Het gaat in het bijzonder om de dienstverlening van de lokale overheden en de rol van de lokale besturen, wiens verantwoordelijkheid het ook is, om in de samenleving het respect voor iedereen te bevorderen en naar een harmonieuze rolverdeling te streven. In hun brief van 5 januari aan de schepencolleges vroegen de voorzitter van de Vereniging, Marc COOLS, en Fatiha SAIDI, Voorzitster van de Belgische afdeling van de commissie van de lokaal verkozen vrouwen van de REGR, en Françoise DUPUIS, Voorzitster van het Brussels Parlement, de Brusselse gemeenten om het handvest door te nemen en te ratificeren. Inmiddels heeft de Vereniging met genoegen kunnen vaststellen dat twee nieuwe gemeenten zich bij de beweging aangesloten hebben. De Vereniging heeft beslist een verbindingsgroep samen te stellen om bijstand te bieden bij de opstelling van actieplannen. Op 25 februari heeft de Vereniging een bijdrage geleverd aan het colloquium Gezamenlijk huren risico's en 2010/01 moeilijkheden als er meerdere huurders zijn dat georganiseerd werd door Story Scientia. Gezamenlijk huren en collectieve woningen brengen heel wat problemen teweeg op het vlak van het huurrecht maar ook het administratief recht, waar ook de gemeenten bij betrokken zijn. Onze adviseur bevoegd voor stedenbouw en huisvesting, Olivier Evrard, schetste er de weerslag van het stedenbouwkundig recht en de huisvestingscode op de huurovereenkomsten, met name voor de gevallen waar een stedenbouwkundige vergunning of een gelijkvormigsheidsattest noodzakelijk zijn, welke administratieve en strafrechtelijke sancties van toepassing kunnen zijn als er geen vergunning is en de gevolgen daarvan op de geldigheid van het contract. De mobiliteitscel diende zich toe te leggen op de problematiek van de vervuilingspieken. Gemeenten en politiezones waren immers ongerust over de moeilijkheden bij de toepassing van maatregelen waarover te weinig dialoog geweest was met de gemeenten. Het Gewest van zijn kant wou maatregelen in de praktijk kunnen zetten vanaf november. Er werden drie werkvergaderingen georganiseerd: op 12 oktober werd een stand van zaken opgemaakt van de problemen bij de toepassing van het regeringsbesluit van 27 november 2008; op 12 november gaven de twee betrokken kabinetten antwoord op de vragen die op de eerste vergadering gesteld werden en op 18 november werden concrete voorstellen uitgewerkt voor de behandeling van de aanvragen van uitzonderingsbewijzen voor winter en om eventuele mogelijkheden uit te stippelen voor de volgende winter. Op 22 februari werd een evaluatie gedaan van de mechanismen voor de aanpak van pollutiepieken in de gemeenten (piek van niveau 2 alternerend rijden). Ook al is een dergelijke piek in het Gewest nog niet voorgekomen, toch leek het interessant een stand van zaken op te maken van de bestaande procedures en met name het intern beheer van de aanvragen van de doorgangsbewijzen. Uit de vergadering bleek dat de meeste gemeenten de toepassing van de ordonnantie en het besluit bijzonder moeilijk blijven vinden. Veel gemeenten hebben beslist niets bijzonders vast te leggen en het probleem aan te pakken op het moment dat werkelijk een piek van niveau 2 bereikt wordt, maar andere hebben systemen uitgewerkt voor informatieverspreiding en interne procedures voor de behandeling van de doorgangsbewijzen. Er zal later nog een vergadering georganiseerd worden met de gemeenten, om te luisteren naar de nieuwe voorstellen van de kabinetten (Bruno De Lille en Evelyne Huytebroeck) en administraties (Mobiel Brussel en Leefmilieu Brussel) om het systeem doeltreffender te maken. De projectoproep Agenda Iris 21 is aan zijn derde jaargang toe. Deze is gericht tot gemeenten en OCMW's die vooruitgang willen boeken op het vlak van de duurzame

3 DE VERENIGING IN ACTIE ontwikkeling. Via deze oproep wil het Brussels Gewest gemeenten en OCMW's aanmoedigen om een Lokale Agenda 21 op te stellen en wordt hun een subsidie aangeboden, die drie jaar hernieuwd kan worden, om een duurzaam en overlegd project tot stand te brengen. Dit jaar kwam er slechts één soort project in aanmerking: de opstelling van een Agenda, met een maximumbudget van euro per project. Dossiers konden ingediend worden tot 15 december De jury heeft beraadslaagd op 7 januari en heeft 3 nieuwe projecten van Lokale Agenda 21 uitgekozen: twee gemeenten en een OCMW. In totaal zijn dus 19 Agenda's 21 aan de gang in 14 gemeenten en 5 OCMW's. Op een eerste workshop, op 29 januari, werd voor de nieuwe geselecteerde projecten een overzicht gegeven van het administratief gedeelte en het programma voor followup en begeleiding. Op 8 februari vond een tweede vergadering plaats, dit keer gewijd aan de evaluatie van de projecten die reeds aan de gang zijn. Daarnaast verscheen ook het tiende nummer van de Monitor van de duurzame ontwikkeling, waarin ondermeer verslag wordt uitgebracht van de manier waarop verschillende Europese steden het concept duurzame stad toepassen. Op 2 februari was er een ontmoeting met federaal minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel, met wie u verder in dit nummer een interview kan lezen. Alle Brusselse gemeenten die reeds deelnemen aan het programma van gemeentelijke internationale samenwerking of dat wensen, waren aanwezig en ook de deelnemende Waalse gemeenten. Onze voorzitter Marc Cools gaf er de inleiding voor het debat. Hij was bijzonder verheugd dat er zeer constructief en pragmatische uitwisselingen plaatsvinden over de praktische moeilijkheden in de uitvoering van de programma's. Het geanimeerde debat dat volgde, sterkt de overtuiging dat bijstand voor uitrustingen ook noodzakelijk is voor een betere zichtbaarheid van de acties in het Zuiden en dus een betere aanvaarding van de programma's. De minister had ook oor voor de nood aan versterking van de human resources, in het bijzonder in het Zuiden. Er werd een dossier samengesteld met de gemeentelijke acties (het is te vinden op de website van de Vereniging). Op 2 maart hebben de drie verenigingen van steden en gemeenten nogmaals vergaderd met de medewerkers van de minister. Zij hebben immers te kampen met een groeiend aantal gemeenten die tot het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking willen toetreden, terwijl de beschikbare kredieten momenteel geen ruimte laten voor nieuwe partners. Daarom zijn onze verenigingen overleg aangegaan met het kabinet en de DGOS om te trachten de dotatie van het programma voor de komende jaren op te trekken. Daarnaast blijft de coördinatie per land doorgaan. Op 11 februari heeft de Vereniging de werkgroep Marokko samengebracht: momenteel werken reeds 6 Brusselse gemeenten met Marokkaanse partners rond sociale actie. Er werd een stand van zaken opgemaakt van de vordering van de projecten, maar er werd vooral informatie uitgewisseld over de wijzigingen die aan het Marokkaanse gemeentelijke charter aangebracht werden, met name de verplichting voor de Marokkaanse gemeenten om een gemeentelijk ontwikkelingsplan op te stellen. En op 1 maart hebben de Brusselse en de Waalse vereniging in Namen een informatievergadering gehouden voor de gemeenten die in Congo een partnership tot stand willen brengen. Dat was een goede gelegenheid om de verschillende etappes te overlopen : politieke beslissing, contacten met de partners, voorbereiding van de overeenkomst, uittekening van actieplannen, opstelling van de begroting, In het Brussels Gewest zouden Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe dit jaar nieuwe samenwerkingsverbanden willen uitwerken met Kintambo en Goma. Op 4 maart tot slot had de Vereniging nogmaals het genoegen onderdak te bieden aan de coördinatie van het Belgisch platform van burgemeesters voor de vrede. Deze coördinatie is in handen van de steden Brussel, Bastogne en Ieper, en lijkt haar hoofdkwartier ondergebracht te hebben bij de Vereniging! Het is namelijk zo dat 15 Brusselse gemeenten momenteel lid zijn van het netwerk, tegenover 347 over heel België. Na de aardbeving die Haïti teisterde op 12 januari, steunt en promoot de Vereniging een gecoördineerde actie voor de heropbouw op lange termijn. De VSGB heeft ook een financiële bijdrage gedaan door de giften van haar personeel te verdubbelen. Dat geld zal worden aangewend voor projecten die verdergaan dan dringende noodhulp. Daartoe zal de Vereniging binnenkort een vergadering beleggen met de geïnteresseerde gemeenten en haar partners van de zusterverenigingen, om na te denken over gemeenschappelijke initiatieven. Op 3 februari had de afdeling OCMW samen met haar zusterverenigingen een ontmoeting met het kabinet van premier Yves Leterme, over de problematiek van de vluchtelingen, in het bijzonder de verdelingsplannen en de asielzoekers, een bewijs dat de afdeling bijzonder begaan blijft met deze problematiek. De sociale maribel stelt financiële middelen ter beschikking van de werkgevers uit de non-profitsector met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling. De federale regering heeft beslist, net als voor de private nonprofit, het voordeel geleidelijk toe te passen op de openbare non-profit sector via de bedrijfsvoorheffing. Deze beslissing werd genomen in het kader van het relanceplan. Dankzij deze maatregelen kunnen in totaal ongeveer nieuwe vervolg pagina /01 3

4 IN ONZE GEMEENTEN MINISTER CHARLES MICHEL WIJST OP DE EXPERTISE VAN DE GEMEENTEN Op 2 februari hadden de Brusselse en Waalse gemeenten een ontmoeting met minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel over het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking. De vergadering werd georganiseerd door de VSGB en haar Waalse zustervereniging. Later zou nog een vergelijkbaar evenement met de Vlaamse gemeenten plaatsvinden. Aansluitend bij de vergadering met de gemeenten heeft de minister toelichting gevraagd bij enkele aspecten van de samenwerking tussen gemeenten. 4 Wat is volgens u de meerwaarde van de gedecentraliseerde samenwerking tussen steden en gemeenten van het Noorden en het Zuiden? Charles Michel : Twee essentiële elementen kenmerken de gedecentraliseerde samenwerking: expertise en nabijheid. De steden en gemeenten hebben specifieke bevoegdheden waarvoor ze expertise ontwikkeld hebben die geen enkele andere actor in de samenwerking bezit. Ik denk bij voorbeeld in het programma GIS aan de ondersteuning voor de diensten burgerlijke stand en bevolking. Het gaat om een niche waar de samenwerking tussen gemeenten van het Noorden en het Zuiden echt haar nut bewijst. Er is een zekere vraag in het Zuiden waaraan andere actoren niet met zo veel ervaring kunnen beantwoorden. Het tweede fundamentele aspect is de nabijheid. Die heeft 3 dimensies : de nabijheid van de gemeente van het Zuiden met de begunstigden, wat de samenwerkingsprogramma's de mogelijkheid biedt een specifiek accent te leggen op burgerparticipatie, lokale uitoefening van de democratie, burgercontrole, hoewel we moeten vaststellen dat er in bepaalde gevallen nog een tekort aan lokale democratie is. Vervolgens is er de nabijheid tussen de gemeente van het Noorden en haar eigen burgers, wat een enorm potentieel biedt voor de sensibilisering voor de complexe banden tussen het Noorden en het Zuiden. Tot slot is er ook de nabijheid tussen de twee partnergemeenten. Hun structuren zijn lichter dan op nationaal niveau en maken soepelere en minder geformaliseerde contacten mogelijk. Wat antwoordt u als iemand vraagt waarom België zulke grote budgetten besteedt aan ontwikkelingssamenwerking, terwijl er ook in België nog veel armoede is? Ik ben overtuigd dat de investering in ontwikkelingssamenwerking, met name op het Afrikaanse continent, een investering is in veiligheid en welvaart voor iedereen. Wij moeten Afrika de mogelijkheid bieden om zich te ontwikkelen. Anders zullen Europa en België dat op een of andere manier betalen. 2010/01 België pionier Sinds kort besteedt België 0,7 % van zijn BBP aan ontwikkelingssamenwerking. Zo haalt het nu reeds Europese doelstellingen die de meeste andere EUlidstaten pas in 2015 zullen bereiken. België behoort daarmee tot de top 5 van de landen die het hoogste aandeel van het BBP aan ontwikkelingssamenwerking besteden, een belangrijk doel in het kader van de voorbeeldrol, terwijl het land zich opmaakt voor het voorzitterschap van de EU in de tweede helft van het jaar en de millenniumdoelstellingen binnenkort in New York aan een grote evaluatie onderworpen worden. In België geldt het wettelijke kader van 2001 dat verplichtte dit jaar de 0,7 % te bereiken. Charles Michel gaat voort: Wellicht werd er over die 0,7 % onvoldoende gecommuniceerd of heeft de media er te weinig aandacht aan geschonken. Toch kan ik bevestigen dat deze prestatie niet onopgemerkt voorbijgaat in de internationale cenakels. Ik ben zelf redelijk trots op dit percentage, dat onze ijver voor solidariteit en menselijke waardigheid weerspiegelt. Hoe ziet u de toekomst van de gedecentraliseerde samenwerking tussen steden en gemeenten van het Noorden en het Zuiden? De gedecentraliseerde overheden zijn vrij nieuwe spelers op het toneel van de ontwikkelingssamenwerking, met name België. Zij verwerven stilaan ervaring in dit domein en bouwen structuren uit. Geleidelijk aan doorgronden de gemeenten de problematiek. Projecten en programma's rond ontwikkelingssamenwerking hangen steeds minder af van een gesensibiliseerde en gemotiveerde mandataris of ambtenaar, maar worden een volwaardig gemeentelijk beleid. Dat is cruciaal voor de duurzaamheid van de interventies en de consolidering van de expertise in de gemeenten. Er zullen zich ook nog nieuwe gemeenten bij de beweging aansluiten: momenteel zijn er nog weinig die er structureel mensen en geld aan besteden. Uiteindelijk zullen de lokale overheden zich op internationaal niveau structureren. Wij zien al hoe het comité der regio's op Europees niveau initiatieven neemt op dat vlak.

5 IN ONZE GEMEENTEN Het delen van ervaringen, de synergie en de complementariteit op lokaal, nationaal en internationaal niveau zou moeten verbeteren om de efficiëntie van de gedecentraliseerde samenwerking te versterken. De coördinatie met de andere actoren op het vlak van ontwikkeling (met name op gemeentelijke vlak) zou ook gesystematiseerd moeten worden. Structurering De structurering op gemeentelijk niveau is al een realiteit op het terrein, stelt Marc Cools, Voorzitter van de VSGB. Zo hebben onze verenigingen lessen getrokken uit de testfase van het programma: die liep tot 2004 en werd onderworpen aan een strategische evaluatie, waarvan de aanbevelingen tot enkele ingrijpende bijsturingen geleid hebben. De ontwikkeling van het programma berustte op 3 pijlers: de geografische en sectorale concentratie, om de versnippering van de middelen (zowel menselijke als financiële) te vermijden; de meerjarenplannen, waarborg van stabiliteit en duurzaamheid van de samenwerkingsverbanden; de programma-aanpak, waarbij nieuwe partnerships kunnen aansluiten in de loop van het programma. Op die basis werd een nieuwe aanpak voorgesteld en goedgekeurd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in 2007: het programma is voortaan geconcentreerd op 5 landen en 5 thema's voor een duur van 5 jaar ( ). Tot slot wil ik nog wijzen op een verandering en geen kleine die wij doorgevoerd hebben in onze eigen beheerswijze van het programma. Er bleek immers snel dat voornamelijk gestreefd moest worden naar versterkte coördinatie in het Noorden, tussen alle gemeentelijke actoren. Sinds een vijftal jaar creëren wij platformen waar de Brusselse en Waalse gemeenten samenkomen die in hetzelfde land actief zijn. Zo worden overlappingen vermeden, wordt schaalvoordeel bereikt, wordt informatie uitgewisseld tussen gemeenten en kunnen kleinere gemeenten meedoen, geruggensteund door de groep. Op ons initiatief worden deze werkplatforms sinds dit jaar opgebouwd in al onze partnerlanden in het Zuiden. Vandaag zijn er meer dan 30 Brusselse en Waalse gemeenten (dus meer dan 10 %) die actief deelnemen aan het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking. Alleen al voor het Brussels Gewest zijn 11 gemeenten reeds actief en niet minder dan 4 nieuwe gemeenten treden dit jaar of volgend jaar tot het programma toe. Steun zoeken Tijdens de ontmoeting met de gemeenten werden er interessante samenwerkingsideeën aangebracht, zoals die van Tintigny met Landsverdediging. Hoewel Tintigny deels eigen middelen investeert, vertelt burgemeester Benoît Piedboeuf, mogen andere pistes niet verwaarloosd worden. Soms kan men aanzienlijk schaalvoordeel bekomen. Zo hebben wij materiaal naar Afrika kunnen sturen door gebruik te maken van militaire cargo's, waardoor de commerciële luchtvaart vermeden kon worden. Dankzij die besparingen was er meer geld voor het materiaal dat verzonden kon worden. En wij raakten niet aan de militaire quota, aangezien de laadruimtes die ons ter beschikking gesteld werden toch half leeg waren en het vliegtuig toch naar Benin moest. Men denkt nog niet vaak genoeg aan samenwerking met de minister van Defensie om gebruik te maken van de militaire infrastructuren. Laten we dus meteen een oproep doen tot de minister. Hoe kan de gemeente uit het Noorden in landen waar de decentralisering nog verre van afgerond is, naast bestaande programma's zoals de GIS, het proces dat aan de gang is zo goed mogelijk ondersteunen? Rechtstreekse bilaterale samenwerking kiest decentralisering als interventiesector in bepaalde partnerlanden. De gemeenten van het noorden kunnen dus ook in dit kader het proces van de versterking van de capaciteiten ondersteunen aan de hand van technische uitwisselingen, bezoeken, stages, jumelages, Er zijn zeer technische thematieken waar de expertise van de gemeenten van het Noorden essentieel is om de bilaterale projecten in goede banen te leiden : het beheer van het grondgebied, afval, burgerlijke stand, Die synergie is er bij voorbeeld in Mali, waar een bilateraal project de toenadering van de regio Vlaams-Brabant tot de regio Koulikoro vergemakkelijkt heeft. De Europese Commissie onderzoekt ook de mogelijkheid om beurzen toe te kennen om contact tot stand te brengen tussen steden en gemeenten uit het Noorden die een eigen samenwerkingsproject willen met een gemeente uit het Zuiden die een partner zoekt. De gemeente uit het Noorden die zich wil engageren in de ontwikkelingssamenwerking en in de ondersteuning van het decentraliseringsproces in het Zuiden kan dus aansluiten bij de reeds bestaande dynamiek op het terrein en coördinatie tot stand brengen met de andere actoren in de ontwikkeling door haar eigenheid te benadrukken. 2010/01 5

6 IN ONZE GEMEENTEN 6 Wat betekent de gedecentraliseerde samenwerking binnen de directe en indirecte Belgische ontwikkelingssamenwerking zowel op het vlak van de middelen als de symboliek? Zoals ik daarnet zei, is de gedecentraliseerde samenwerking een vrij nieuw kanaal. Het aandeel is dus nog klein : het vertegenwoordigde 0,79 % van de uitgaven in nietgouvernementele samenwerking in 2007 en 0,69 % van de gouvernementele samenwerking in datzelfde jaar. Maar dat aandeel stijgt geleidelijk: in 2009 (de cijfers zijn nog niet definitief) stijgt het aandeel tot 1,38 % ten opzichte van de niet-gouvernementele samenwerking en tot 0,9 % ten opzichte van de gouvernementele samenwerking. Voor 2009 komt dat ongeveer neer op 3,4 miljoen euro. Buiten het kanaal van de gedecentraliseerde samenwerking werd in 2009 meer dan 4,3 miljoen euro besteed aan de decentralisering en de steun aan de infranationale besturen, voornamelijk via directe bilaterale samenwerking. De financiering van dit soort samenwerking gaat dus snel vooruit, wat het belang ervan toont maar ook de toenemende professionalisering. Voelt u in uw officiële contacten met de partnerlanden waar gedecentraliseerde samenwerking bestaat met België, bijzondere aandacht voor dit soort samenwerking? Wat zijn de voornaamste aandachts-punten of wensen wat dit soort samenwerking betreft? Gedecentraliseerde samenwerking wordt regelmatig aangekaart in de politieke dialoog met partnerlanden. Mijn missie van maart 2009 in Benin is daar een goed voorbeeld van. Wij hebben er verschillende gemeentelijke projecten bezocht. De overheden van de partnerlanden tonen een zekere belangstelling voor dit type samenwerking, omdat het hen helpt om bepaalde taken uit te voeren in het decentraliseringsproces. In bepaalde landen zien we de keuze voor decentralisering als interventiesector in het kader van de politieke dialoog. Toch komt de belangstelling vooral van de gemeenten in het Zuiden, die naast financiering ook steun zoeken, ervaringen en kennis willen delen, netwerken willen opbouwen, 2010/01 De minister vraagt zichtbaarheid Charles Michel wijst op een punt dat hij voor ogen wil houden wanneer hij een algemeen zicht op alle partners moet hebben: De programmalijn met het oog op de versterking van de capaciteiten is uitstekend, omdat ze structureel is. Toch is het weinig zichtbaar voor de burger. Maar het is belangrijk dat de burger geïnteresseerd is in samenwerking. Daarom zou ik de financiering willen opentrekken tot beter zichtbare projecten. Op termijn zou er zo evenwicht komen tussen belangrijke projecten, zoals de versterking van de capaciteiten en andere die even nuttig zijn maar bovendien beter zichtbaar. Daarom heeft de minister in 2009 een test opgezet rond de medefinanciering van micro-projecten die gedragen worden door gemeenten van het Noorden en het Zuiden. Aansluitend bij het programma voor GIS heeft dit initiatief tal van partners de kans geboden om zeer concrete acties te financieren, zoals de bouw van een schooltje, de aankoop van voertuigen of het graven van putten. Verschillende Brusselse gemeenten hebben overigens projecten ingediend in dat kader. Deze projectoproep kadert in de reeks instrumenten die de Belgische ontwikkelingssamenwerking en de gemeenten de mogelijkheid moeten bieden om de internationale samenwerking zichtbaarder en concreter te maken. Daartoe hebben de Brusselse en de Waalse vereniging overigens besprekingen aangevat met het kabinet van de minister en zijn administratie rond de uitwerking voor een volgende programmafase van een gemeentelijk ontwikkelingsfonds. Dat fonds zou de gemeenten die actief zijn in het programma voor GIS de mogelijkheid kunnen bieden op het vlak van capacity building om financiële steun te genieten in de toepassing van bepaalde aspecten van hun samenwerkingsverband, met name infrastructureel, met daarbij een perfecte synergie tussen verschillende financieringsprogramma's van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Leefmilieu en ontwikkeling Les autorités des pays partenaires marquent un certain Het Belgisch Ontwikkelingsagentschap BTC heeft in intérêt à ce type de coopération dans la mesure où elle les december 2009 de brochure Environnement et aide à assumer certaines tâches dans le processus de développement regard sur 30 projets de coopération uitgebracht. décentralisation. Dans certains Daarin pays, komen cet intérêt 30 Belgische se cristallise dans ontwikkelingsprojecten le choix de la décentralisation aan bod. De focus comme ligt op secteur de d intervention milieuaspecten lors en du de dialogue manier politique. waarop de projecten er rekening mee houden. De projecten zijn ingedeeld l intérêt vient in 7 surtout hoofd- Néanmoins, des stukken: communes milieubeleid, du Sud qui, landbouw, outre le financement, natuurlijke rijkdommen, cherchent onderwijs, également du water, soutien, sanering le partage en energie. d expertise et d expériences, la mise en réseaux, De brochure is beschikbaar in het etc. Frans en het Engels op

7 IN ONZE GEMEENTEN Ontmoeting van de gemeenten met de minister : 3 vragen Zonder exhaustief te willen zijn belichten wij drie vragen die de gemeenten op de ontmoeting van februari aan de minister voorlegden. 1. Financiering van de human resources in het Zuiden Xavier Vaes, Schaarbeekse adjunct-directeur en coördinator van het project in zijn gemeente, pleit ervoor dat de federale fondsen ook een deel van de lonen zouden dekken van Belgische ambtenaren die aan het programma meewerken. Enkele andere gemeentelijke vertegenwoordigers volgen hem in die richting. Maar Charles Michel matigt, zonder evenwel de deur volledig te sluiten: De federale fondsen moeten rechtstreeks ter plaatse besteed worden aan de zichtbaarheid van de projecten. Aangezien de samenwerking gemeentelijk is, moet de lokale overheid er een deel van opnemen, die van het personeel. Er kunnen eventueel ook andere uitgeven ten laste genomen worden, onder voorbehoud van latere analyse. Anderen stellen echter voor het financieringsgebied uit te breiden tot de sensibiliseringsacties van onze burgers, of zelfs tot de ambtenaren van de partner. De minister preciseert dat de financiering van wat momenteel buiten het kader van het programma valt, delicaat is. De filosofie is de gemeentelijke autonomie te respecteren, wat de tenlasteneming van de personeelskosten bemoeilijkt. Maar de vraag kan open blijven op samenwerkingsmechanismen, op voorwaarde dat de vragen redelijk zouden zijn en er gestreefd wordt naar een duidelijke proportionaliteit ten opzichte van de effecten op het terrein. Wat dat laatste betreft, hebben de Brusselse en Waalse vereniging van steden en gemeenten bij de recentste besprekingen met de DG Ontwikkelingssamenwerking het principeakkoord verkregen voor de financiering van gemeentelijke human resources in het Zuiden. Dat nieuwe mechanisme zou de samenwerkingsverbanden nog dynamischer moeten maken, in het bijzonder wanneer de Belgische partner tegenover een kleine gemeente staat waar het gemeentebestuur zwak staat. Uiteraard moet dit soort financiering aan vrij strikte voorwaarden beantwoorden om ontsporingen te voorkomen en het essentiële criterium van de duurzaamheid van dergelijke maatregelen in aanmerking te nemen. De verenigingen zijn momenteel deze voorwaarden aan het voorbereiden om ze binnenkort voor te leggen aan de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. De Brusselse en Waalse gemeenten zijn daar zeer verheugd over en overwegen dit jaar reeds voorstellen te doen. 2. Het overleg verbeteren Voor Evere stipt Ann Denef enkele problemen aan rond coherentie, die zij ervaren heeft wanneer verschillende partners ter plaatse zijn zonder voorafgaand overleg. Daarop geeft Charles Michel toe dat het overleg verbeterd moet worden en dat daar reeds aan gewerkt wordt. Zo werd enige tijd geleden beslist dat telkens als er een gemengde commissie is, de attachés in ontwikkelingssamenwerking stelselmatig alle Belgische betrokken partijen uitnodigen. Maar in de praktijk gebeurt dat nog niet altijd, ondermeer omdat bepaalde ngo's vrezen voor hun vrijheid en hun autonomie. Gemengde commissie : ieders rol in de samenwerking Een gemengde commissie bestaat uit de vertegenwoordigers van de regeringen van beide landen en houdt zich bezig met de validering van een indicatief meerjarenprogramma voor ontwikkelingssamenwerking dat opgesteld wordt door de bevoegde besturen van beide landen. Dat indicatief programma dient als richtlijn voor de selectie van de prestaties van directe bilaterale samenwerking (van Staat tot Staat) in de loop van de periode in kwestie. De directe bilaterale samenwerking tussen de gouvernementele instanties wordt dus gepland door de indicatieve programma's, maar wordt in België uitgevoerd door het Belgisch Ontwikkelingsagentschap (BTC), een naamloze vennootschap van Belgisch publiek recht met sociaal doel. De Belgische ontwikkelingssamenwerking wordt in de praktijk gezet via andere kanalen : indirecte bilaterale samenwerking door ngo's, universitaire instellingen, organisaties van de burgersamenleving en de steden en gemeenten ; multilaterale samenwerking via internationale organisaties zoals de agentschappen van de Verenigde Naties ; speciale samenwerkingsprogramma's en -instellingen, zoals de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) of humanitaire hulp via gespecialiseerde organisaties zoals het Rode Kruis. Zie ook Meer informatie over het intergemeentelijk programma voor ontwikkelingssamenwerking met de landen in het Zuiden vindt u op > Materies > Internationale samenwerking. Of op de blog van het programma voor gemeentelijke internationale samenwerking : /01 7

8 IN ONZE GEMEENTEN 3. De projecten kracht bijzetten bij aarzelende mandatarissen Daniel Bruaux, gemeentesecretaris van Gesves, wijst op een interessant probleem: Buiten de verantwoordelijke van het dossier zijn de verkozenen soms wat terughoudend om te kiezen voor gedecentraliseerde ontwikkelingssamenwerking. Om die terughoudendheid te overwinnen zou een omzendbrief van de minister onze argumenten een bijkomend gewicht geven. Philippe Delvaux Met de medewerking van Jean-Michel Reniers De bestuurlijke aanpak van onveiligheid en criminaliteit is een belangrijk onderdeel van een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid. Denk maar aan het sluiten van bepaalde etablissementen die overlast bezorgen of de strijd tegen onrechtmatige bezetting van publieke en private panden. Verschillende steden en gemeenten hebben op dit vlak een rijke bron aan ervaring, die zij wensen te delen. De Algemene Directie Veiligheid en Preventie heeft in het verleden tot vier keer toe met succes een colloquium voor de burgemeester georganiseerd. Dit jaar wensen zij dit te herhalen, met als thema bestuurlijke aanpak van criminaliteit en onveiligheid. Zoals gewoonlijk wordt er geen theorie gedoceerd, maar worden er praktijkgevallen voorgesteld door burgemeesters, de belangrijkste architecten van veiligheid in de steden en gemeenten. Nieuw dit jaar is dat de organisatie van het colloquium plaatsvindt in nauwe samenwerking met een aantal belangrijke partners. De organisatie gaat dus niet enkel uit van de AD Veiligheid en Preventie, maar ook de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB), de Vereniging van Vlaamse Steden en Versterkt bestuur in de praktijk Gemeenten (VVSG), de Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) en het Centrum voor Politiestudies (CPS). Data In het Nederlands : dinsdag 27 april Faculty Club Leuven In het Frans : donderdag 29 april Palais des Congrès Namen Doelgroep Voormiddag : voor en door burgemeesters Namiddag : gericht naar korpschefs, gemeente- en stadssecretarissen en beleidsmedewerkers met interesse voor de materie Programma & inschrijving De praktische details zullen eind maart beschikbaar zijn. Surf naar Algemene Directie Veiligheid en Preventie (ADVP) Sabrina Buelens Tel Sabrina.buelens@ibz.fgov.be /01

9 ONDER DE LOEP HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen vlot te laten verlopen, kan een belastingreglement voorzien in een mechanisme van hoofdelijkheid. De belasting die oorspronkelijk geheven wordt ten laste van één persoon, kan bij meerdere schuldenaars geïnd worden. In het gemeentelijke belastingreglement moet uitdrukkelijk vermeld worden wie de belastingplichtigen zijn, die hoofdelijk of zelfs ondeelbaar gehouden zijn tot de betaling. De hoofdelijke belastingplichtige moet over dezelfde rechten als de oorspronkelijk ingekohierde belastingplichtige beschikken, een bezwaar kunnen indienen bij het college van burgemeester en schepenen en een rechtsvordering kunnen instellen voor de justitiële rechter 1. In het volgende artikel gaan we nader in op de begrippen gemeentelijke autonomie en de grenzen ervan, hoofdelijkheid in het burgerlijk recht, hoofdelijkheid en de notie van belastingplichtige op fiscaal gebied, zoals vernoemd in de rechtspraak, voornamelijk van de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en het Hof van Cassatie. 1. De gemeentelijke autonomie en de grenzen ervan In het kader van haar fiscale autonomie 2 is het de taak van de gemeente om de principes en de grondslag te bepalen van de belastingen waarvan zij de noodzakelijkheid beoordeelt ten aanzien van de behoeften waarin zij acht te moeten voorzien. Deze bevoegdheid wordt uitgeoefend onder het enige voorbehoud opgelegd door de Grondwet 3, namelijk de bevoegdheid van de wetgever om de gemeenten te verbieden bepaalde belastingen 4 te heffen. De Raad van State verduidelijkt dat alleen de federale wet rechtstreeks de mogelijkheid voor de gemeenten kan beperken om belastingen te heffen: ( ) de uitzonderingen op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten moeten, krachtens artikel van de Grondwet, uitdrukkelijk vastgesteld worden door de federale wetgever 5. Het Grondwettelijk Hof bepaalde eveneens dat het wel degelijk om een federale wet moet gaan: Artikel 170, 2, tweede lid, van de Grondwet kent de federale wetgever evenwel de bevoegdheid toe om, wat de fiscale bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten betreft, de uitzonderingen te bepalen waarvan de noodzakelijkheid blijkt 6. Binnen de grenzen van de zo beschreven autonomie kunnen de gemeentelijke belastingreglementen voorzien in diverse mechanismen, zoals met name de hoofdelijkheid tussen de belastingplichtigen. 2. Hoofdelijkheid in de betekenis van het Burgerlijk Wetboek en op het gebied van gemeentebelastingen Artikel 1200 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt het volgende : Er bestaat hoofdelijkheid tussen schuldenaars, wanneer zij verplicht zijn tot een en dezelfde zaak, zodat ieder voor het geheel kan worden aangesproken, en de betaling door een van hen gedaan, de overige schuldenaars jegens de schuldeiser bevrijdt. Door de verplichting tot hoofdelijkheid kan van een persoon de betaling van de volledige schuld geëist worden, zelfs als de verplichting in se deelbaar is. In dat opzicht vormt de verplichting tot hoofdelijkheid een uitzondering op het principe van de verdeling van de verplichtingen bij meerderheid van personen 7. De betaling door een van deze personen bevrijdt de anderen ten aanzien van de schuldeiser. Hoofdelijkheid kan alleen van rechtswege zijn of voortvloeien uit de wil van de partijen. Zij wordt niet vermoed, maar moet uitdrukkelijk bedongen zijn 8. Bovendien is hoofdelijkheid gebaseerd op een zekere gemeenschap van belangen 9. Het principe van de hoofdelijkheid op het gebied van gemeentebelastingen is al enige tijd gangbaar in de rechtspraak van het Hof van Cassatie 10 en van de Raad van State. Het principe dat op die manier bekrachtigd wordt, heeft betrekking op de invordering van de belasting Voor meer details over het bezwaar en het instellen van het georganiseerd beroep, zie B. MARCQ, La réclamation contre les impositions communales, Rev. Dr. Comm., 2009, p Artikel 170, 4, van de Grondwet. 3 Artikel 170, 4, tweede lid, van de Grondwet stipuleert het volgende: De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt. 4 R.v.S., 27 mei 2009, nr R.v.S., 24 mei 2002, nr G.H., 21 januari 1998, nr. 4/98. 7 H. De Page, "Traité élémentaire de droit civil belge", T. III, 1967, p Artikel 1202 van het Burgerlijk Wetboek. 9 H. De Page, o. c., p Cass., 7 mei 1942, Pas. 1942, I, p De hoofdelijkheid heeft betrekking op de bijdrage in de schuld. 2010/01 9

10 ONDER DE LOEP a) de bevoegdheid om hoofdelijkheid tussen de belastingplichtigen op te nemen in het belastingreglement : In een arrest van 14 maart 2000 bevestigt de hoogste administratieve rechtbank de bevoegdheid van de gemeenten om te bepalen wie de belastingen moet betalen die zij heffen, evenals de mogelijkheid om in hoofdelijkheid te voorzien 12 : ( ) ldat de bevoegdheid van de gemeenten om vast te stellen wie belastingplichtig is, eveneens de bevoegdheid inhoudt om te voorzien in mechanismen van hoofdelijkheid tussen die belastingplichtigen, aangezien artikel 1202 van het Burgerlijk Wetboek de draagwijdte van het voornoemde artikel 170, 4, van de Grondwet niet kan inperken. In een arrest van 22 februari 2006, dat uitgevaardigd werd op het gebied van hoofdelijkheid in een belastingreglement tussen de huurder en de eigenaar van een onroerend goed, herhaalt het Hof van Beroep van Brussel 13 de woorden die de Raad van State gebruikte in 2000 : ( ) zowel de eigenaar als de huurder kunnen beschouwd worden als belastingplichtig, aangezien zij beschikken over een zakelijk of persoonlijk recht met betrekking tot een gebouw ( ) of een deel van een gebouw dat onderworpen is aan de betrokken belasting; de bevoegdheid van de gemeenten om vast te stellen wie belastingplichtig is, houdt eveneens de bevoegdheid in om te voorzien in mechanismen van hoofdelijkheid tussen die belastingplichtigen. b) de gemeenschap van belangen om de hoofdelijkheid te motiveren en de keuze van de hoofdelijke belastingplichtige in het belastingreglement te bepalen De rechtsleer en rechtspraak hebben de vrijheid van de gemeente in de keuze van de belastingplichtige die hoofdelijk gehouden is tot de betaling van de belasting, genuanceerd door middel van de beginselen voor gelijkheid, niet-discriminatie en gemeenschap van belangen 14. Betreffende de belasting op kermiskramen kunnen beschouwd worden als hoofdelijke belastingplichtigen de uitbater van de installatie en de eigenaar van het stuk grond waarop de activiteit uitgeoefend wordt. Er is een gemeenschap van belangen en onderneming tussen beide personen die verplicht zijn tot de betaling van de belasting 15. In een arrest van 27 november 2008 benadrukt de Raad van State eveneens de gemeenschap van belangen tussen de hoofdelijke schuldenaars, aangezien de eigenaar en zijn huurder deelnemen aan de belaste activiteit, namelijk het verhuur en de bewoning van tweede woningen, en de eigenaar een huurprijs int ten laste van zijn huurder. Deze gemeenschap van belangen kan redelijkerwijs het mechanisme van hoofdelijkheid, zoals bedoeld in het betwiste belastingreglement, motiveren 16. De rechtbank van eerste aanleg van Luik heeft een belastingreglement afgewezen wegens tegenstrijdigheid met de beginselen van evenredigheid, gelijkheid en nietdiscriminatie. De rechtbank had onder meer zijn uitspraak verdedigd met de afwezigheid van een gemeenschap van belangen tussen de eigenaar van een benedenverdieping die verhuurd werd voor de uitbating van een bar, en de uitbater van die bar. Niets motiveerde de hoofdelijkheid tussen beiden met betrekking tot de betaling van de exploitatiebelasting voor de bar, aangezien de eigenaar niet verantwoordelijk is voor de uitbating van de bar Het Grondwettelijk Hof verduidelijkt het begrip hoofdelijke belastingplichtige en zijn rechten 18 a) het begrip belastingplichtige In de strikte betekenis van het woord is de belastingplichtige de persoon die bij naam op het aanslagbiljet vermeld wordt. In de ruime betekenis gaat het om elke persoon bij wie de belasting geïnd kan worden, zelfs als de belasting ingekohierd werd op naam van een andere persoon. 19 b) de beroepswegen voor de hoofdbelastingplichtige en de hoofdelijke belastingplichtige Het Grondwettelijk Hof moest zich uitspreken over de volgende prejudiciële vraag die gesteld werd door het Hof van Beroep van Antwerpen : Schendt artikel 9 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen (...) de artikelen 10 en 11 G.W., nu artikel 9 van voormelde wet slechts aan de belastingplichtige R.v.S., 14 maart 2000, nr Brussel, 22 februari 2006, R.G.C.F., 2006, p A. BORTOLOTTI en L. ORBAN, La fiscalité locale: décennie d évolutions in Actualités en droit fiscal, ed. Anthemis, p R.v.S., 17 maart 2003, F.J.F., 2003, p R.v.S., 27 november 2008, nr Rb. Luik, 17 januari 2005, F.J.F., 2006, p G.H., 6 november 2008, nr. 155/ J.P. MAGREMANNE en F. VAN DE GEJUCHTE, La procédure en matière de taxes locales: Etablissement et contentieux du règlement- taxe et de la taxe", Larcier, 2004, p /01

11 ONDER DE LOEP het recht geeft om bezwaar in te dienen tegen een in zijnen hoofde gevestigde belasting en dit bezwaarrecht niet wordt toegekend aan diegenen die hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van deze belasting? Houdt met andere woorden de ontstentenis van wettelijke bepalingen die toelaten aan de hoofdelijk aansprakelijke belastingplichtige van een gemeentebelasting een bezwaar in te dienen een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ( ) in? Het Grondwettelijk Hof gaf deze 2 interpretaties : 1 e interpretatie van art. 9 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen 20. Artikel 9 van de wet van 24 december 1996 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling het recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige ten name van wie de aanslag is gevestigd, met uitsluiting van de hoofdelijk aansprakelijke ten name van wie de aanslag niet is gevestigd, terwijl die hoofdelijk aansprakelijke, op grond van het belastingreglement ( ) gehouden is tot de belastingschuld die ten name van de belastingplichtige is gevestigd. 2 e interpretatie van dezelfde bepaling in het licht van de definitie van het begrip belastingplichtige in de betekenis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen : ( ) het recht om een bezwaar in te dienen thans wordt toegekend aan elke belastingschuldige die is onderworpen aan het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, dit wil zeggen aan elke persoon die gehouden kan worden tot de betaling van de belasting. Rekening houdend met de bedoeling van de wetgever om ( ) de regels over te nemen van de inkomstenbelastingen 21 ( ) moet worden aangenomen dat het in het geding zijnde recht van bezwaar voortaan wordt toegekend aan elke persoon die tot de betaling van de belasting gehouden kan worden, niet enkel inzake inkomstenbelastingen, maar tevens inzake provincie- en gemeentebelastingen. Uit dit arrest blijkt dat het recht om een bezwaar in te dienen en, indien nodig, om een rechtsvordering in te stellen voor de justitiële rechter, toegekend wordt aan elke belastingplichtige (inclusief de belastingplichtigen die hoofdelijk gehouden zouden kunnen zijn tot de betaling van de belasting) 22. De persoon die hoofdelijk gehouden is tot de betaling, is eveneens een belastingplichtige van de genoemde belasting en beschikt over dezelfde rechten met betrekking tot de indiening van een bezwaar. Deze persoon is een potentiële schuldenaar met betrekking tot de goederen waarop de overheid de volledige belasting zou kunnen heffen. De gemeente is overigens niet verplicht om een bepaalde volgorde van voorrang tussen de belastingplichtigen te respecteren 23. Volgens de interpretatie van het Grondwettelijk Hof moet de hoofdelijke belastingplichtige beschikken over hetzelfde recht om een bezwaar in te dienen als de belastingplichtige die oorspronkelijk ingekohierd werd. Besluit Belastingreglementen kunnen voorzien in mechanismen van hoofdelijkheid tussen de belastingplichtigen. De hoofdelijkheid heeft betrekking op de invordering van de belasting. Indien de gemeente besluit om de hoofdelijkheid in te voeren, moet het zo opgestelde reglement uitdrukkelijk bepalen wie hoofdelijk belastingplichtig is 24. De belastingplichtigen moeten gekozen worden op basis van de gemeenschap van belangen die tussen beiden bestaat en die de heffing motiveert. In dat geval zal de overheid de betaling van de belastingsschuld kunnen voortzetten bij een van de schuldenaars zonder onderscheid 25. De hoofdelijke schuldenaar is een volwaardige belastingplichtige en kan bijgevolg het administratief beroep indienen op grond van de wet van 24 december 1996 en in rechte optreden op basis van artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek 26. Boryana Ruslanova Nikolova 20 Art. 9 van de wet van 24 december 1996 (BS 31 dec. 1996): De belastingplichtige kan een bezwaar tegen een provincie- of gemeentebelasting indienen respectievelijk bij de gouverneur of bij het college van burgemeester en schepenen, die als bestuursoverheid handelen. De Koning bepaalt de op dit bezwaar toepasselijke procedure. 21 Art. 366 tot 374quinquies van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen Het georganiseerd beroep moet verplicht ingesteld worden door de belastingplichtige op straffe van de niet-ontvankelijkheid van de verknochte vordering. 23 A. BORTOLOTTI en L. ORBAN, o. c., p Bijvoorbeeld: alle houders van een zakelijk recht op het goed zijn gehouden tot de betaling van de belasting. 25 Betreffende de fasen voor de (vrijwillige of gedwongen) invordering van de belasting, zie M. LEVIS, Les impôts communaux in Finances communales, 08, ed. Van den Broele, p Artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek. 2010/01 11

12 ONDER DE LOEP 1. Definitie IS HET KOHIER UITVOERBAAR TEGEN PERSONEN DIE NIET BIJ NAME OPGENOMEN ZIJN? 3. Artikel 393, 2, van het WIB Het kohier is de authentieke akte op basis waarvan de overheid zichzelf een titel tegen de belastingplichtige bezorgt, en drukt haar wens uit om de betaling van de belasting te vorderen, eventueel onder dwang 1. In het kohier staat de naam van de hoofdbelastingplichtige en niet van de belastingplichtige die hoofdelijk gehouden is tot de betaling. De hoofdelijke belastingplichtige is voor de overheid alleen nog maar een potentiële schuldenaar. De hoofdelijke schuldenaar zal op zijn eigen goederen het gewicht moeten dragen van de belasting die betaald moet worden door de ingekohierde hoofdbelastingplichtige. Over dit onderwerp deed de afdeling Wetgeving van de Raad van State de volgende uitspraak : Het kohier is een uitvoerbare titel, vergelijkbaar met een vonnis, dat de Staat zichzelf bezorgt. Het kohier, evenals een vonnis, kan per definitie slechts een uitvoerbare titel zijn tegen personen die daarin worden genoemd 2 2. De uitzonderingen het gemeen recht en het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB 1992) Het mechanisme van hoofdelijkheid, ingevoerd door de wet en door het WIB 1992, kan geanalyseerd worden als een uitzondering op het principe van de persoonlijkheid van het kohier. Een praktisch voorbeeld vinden we terug in het arrest van het Hof van Cassatie van 22 november Het Hof is erin van mening dat op het gebied van inkomstenbelasting het kohier, hoewel het uitsluitend op naam van een vennootschap onder firma ingesteld werd, eveneens uitvoerbaar is tegen de vennoten onder firma die hoofdelijk aansprakelijk zijn : Het uitvoerbaar verklaard kohier kan in de regel slechts ten uitvoer worden gelegd tegen de bij name in dat kohier vermelde belastingschuldige(n). De uitvoering van het kohier tegen andere personen is alleen mogelijk als dit voortvloeit uit het wettelijk systeem Het kohier is uitvoerbaar tegen de personen die er niet in zijn opgenomen in de mate dat zij gehouden zijn tot de betaling van de belastingschuld op grond van het gemeen recht of op grond van de bepalingen van dit Wetboek. 5. De voorbereiding van het artikel De goedkeuring van de bepaling die artikel 66 invoegt als artikel 393, 2, van het WIB , werd gemotiveerd door de wens om de inning van de belasting toe te staan bij personen die niet in het kohier opgenomen werden en die belastingplichtigen van de belastingsschuld zijn op basis van het gemeen recht of op basis van de bepalingen van het WIB De afdeling Wetgeving van de Raad van State was van mening dat het tekstontwerp het begrip kohier zelf niet erkende en dus een ongeoorloofde uitbreiding van de uitvoerbaarheid van het kohier was 8. De mening werd niet gevolgd door de wetgever. Context en chronologie van het artikel In 1999 werd een bepaling met identieke draagwijdte voorgesteld door artikel 5 van het voorontwerp van de wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere bepalingen 9. Deze had betrekking op de mogelijkheid om de belasting die verschuldigd is door één van de feitelijk gescheiden echtgenoten, te vorderen bij de andere echtgenoot, terwijl slechts één van de echtgenoten in het kohier opgenomen was, zonder dat de overheid een vonnis moest afwachten. In zijn advies over artikel 5 oordeelde de Raad van State dat het de notie van kohier niet erkende. De wetgever en de regering hebben het advies van de afdeling Wetgeving gevolgd en verwierpen deze bepaling Wat met de toepassing van artikel 393, 2, van het WIB 1992 op het gebied van gemeentebelastingen? We zagen dat het kohier een uitvoerbare titel vormt (net als een vonnis) en dat het in de regel enkel geïnd kan worden 12 1 Cass., 17 juni 1929, Pas., 1929, p Advies van de Raad van State nr /2-1/V. 3 Cass., 22 november 2007, R.G. nr. F N. 4 Voor een grondige analyse van het onderwerp, zie M. DAUBE, noot onder Cass. 14 juni 2007, R.G.C.F., 2009/1, p Artikel 66, programmawet van 27 april 2007, B.S., 8 mei 2007, p Artikel 66, programmawet van 27 april 2007, B.S., 8 mei 2007, p /01 7 Parl. St., Kamer, zitting , doc. 51, 3058/015, p Parl. St., Kamer, zitting , doc. 51, 3058/015, advies van de Raad van State, nr /1/2/3, p Wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere bepalingen, B.S., 6 juni 1999, p Parl. St., o. c., p. 151.

13 ONDER DE LOEP ten laste van personen die er bij name in vermeld zijn. Toch staat artikel 393, 2, van het WIB 1992 de uitvoering van het kohier toe ten aanzien van een persoon die er niet bij name in vermeld is, op voorwaarde dat die persoon belastingplichtige van de belasting is op grond van het gemeen recht of het WIB Artikel 12 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen bepaalt het volgende : Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de huidige wet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, (7) tot 10 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Uit deze bepaling kan afgeleid worden dat artikel 393, 2, van het WIB 1992 (Titel VII, Hoofdstuk 8) in principe van toepassing is op de gemeentebelastingen. Voor zover wij weten, is er geen recente rechtspraak over dit onderwerp. In een uitspraak voorafgaand aan de goedkeuring van artikel 393, 2, van het WIB 1992, oordeelde de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dat een vonnis dat dienst kan doen als uitvoerbare titel, noodzakelijk is om de betaling te kunnen innen bij de hoofdelijke schuldenaar 11. We onthouden als besluit dat - wat de oplossing ook mag zijn - de persoon die, hoewel hij niet bij name vermeld staat in het kohier, op die manier verplicht wordt tot de betaling van de belasting, wel degelijk een belastingplichtige wordt. Zoals het Grondwettelijk Hof bekrachtigde in het arrest van 6 november 2008, zal deze belastingplichtige in dat opzicht beschikken over dezelfde rechten als de oorspronkelijke belastingplichtige. Boryana Ruslanova Nikolova 11 Antwerpen, 24 oktober 1983, R.W., , p /01 13

14 ONTMOETING 2010, Europees jaar van de armoedebestrijding LATEN WE SAMEN DE DIGITALE KLOOF DICHTEN Gratis of zeer goedkope computers aanbieden om de digitale kloof te dichten, dat is het credo van de vzw TIC Tanneurs. De dynamische directeur tracht zich ten dienste te stellen van de 19 Brusselse gemeenten en OCMW's door samenwerkingsverbanden te creëren. Wij hadden een gesprek met de heer Thuan Chu. Wat is TIC Tanneurs en wat doen jullie? Wat biedt TIC Tanneurs aan? 14 Thuan Chu : Atelier TIC Tanneurs is een vzw die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend is als Lokaal Initiatief voor de Ontwikkeling van de Tewerkstelling. De vereniging is actief in de sociale economie. Wij zijn werkzaam in de informatica en ondernemen sociaal-economische activiteiten ter bestrijding van de digitale kloof. Een greep uit onze initiatieven : 1. Projecten op het getouw zetten voor socioprofessionele herinschakeling door de creatie van jobs voor personen die uitgesloten waren uit de arbeidsmarkt, o.a. door vorming die voornamelijk gericht is op de praktijk die nuttig is voor de wederinschakeling op de arbeidsmarkt. 2. De levensduur van verouderde computers verhogen door een tweedehandsmarkt tot stand te brengen voor verkoop tegen lage prijzen. 3. Deze operatie met sociaal doel zelfredzaam maken door middel van de opbrengst van de verkoop. 4. Sociale solidariteit en duurzame ontwikkeling promoten. Zo streven wij naar evenwicht tussen economische efficiëntie, sociale solidariteit en ecologische aansprakelijkheid: de economische efficiëntie door gerecycleerde computers voor een zacht prijsje op de markt te brengen; sociale solidariteit door de tewerkstelling van mensen die moeilijk aan werk geraakten en de creatie van samenwerkingsverbanden met diverse verenigingen of overheidsinstellingen; en tot slot de ecologische aansprakelijkheid door de verlenging van het leven van computers die verouderd zijn of onterecht vernietigd zouden worden. De vzw werd vier jaar geleden opgericht door drie personen en stelt vandaag een vijftiental medewerkers te werk (24 als we de stagiairs meetellen). Op de markt van de gerecycleerde pc's zijn wij één van de grootste spelers in Brussels, na het alom bekende Oxfam. Aangezien wij niet dezelfde zichtbaarheid hebben als Oxfam, zoeken wij contact met gemeenten, OCMW's of andere actoren die ons kunnen helpen onze doelgroep, vooral kansarmen, te bereiken. 2010/01 Wij bieden gerecycleerde computers aan, voorzien van de nodige software, waarvoor wij de gebruikers opleiden voor de bescheiden som van 100 euro. Meer nog, steuntrekkers hoeven zelfs helemaal niets te betalen, omdat de federale overheid de aankoop van computers door deze doelgroep sinds 2007 subsidieert met De heer Chu, rechts, met zijn computers. 100 euro. Als de koper OCMW-hulp krijgt, moet hij het geld zelfs niet op tafel leggen, aangezien de factuur rechtstreeks naar het OCMW gaat, dat op zijn beurt een terugbetaling van de Staat ontvangt. Het OCMW verliest dus ook geen inkomsten. Jammer genoeg kennen alle maatschappelijk assistenten het systeem nog niet en zouden wij wellicht meer computers kunnen leveren als de OCMW's hun publiek beter over deze mogelijkheid zouden informeren. De federale subsidies worden berekend volgens het aantal financierbare pc's per gemeente. De jaarlijkse quota van Sint-Gillis of de stad Brussel worden wel bereikt, maar er blijft een zekere marge voor de OCMW's van de 17 andere gemeenten. De vzw heeft een duidelijk sociaal doel, maar is dat ook intern zichtbaar? Ja, wij werken ook aan wederinschakeling op de arbeidsmarkt, via de 'artikel 60 sociale economie' die door de OCMW's tewerkgesteld worden. Wij leren hun de kneepjes van het vak en zorgen ervoor dat hun ervaring in aanmerking genomen wordt voor het Europees computerrijbewijs. Dat is een attest dat bewijst dat de houder de basisvaardigheden voor computergebruik onder de knie heeft. Het wordt na een test afgeleverd door Bruxelles Formation en getuigt van praktische ervaring. Naar gelang van het aantal modules waarvoor men slaagt, verkrijgt de kandidaat het attest Europees computerrijbewijs tart of volledig. 1 Als OCMW's mensen willen aanwerven in het kader van artikel 60, kunnen wij werk geven aan vijf personen. Maar als de vzw blijft groeien, zou er uiteraard nog meer werk zijn. 1 Het Europees computerrijbewijs is een bekwaamheidsattest dat gebaseerd is op een internationale standaard die vastgelegd werd binnen ECDL (European Computer Driving Licence -

15 ONTMOETING Wat zijn uw toekomstdromen? Momenteel beschikken wij over een lokaal kantoor in Sint-Gillis, maar wij zouden graag uitbreiden in andere Brusselse gemeenten om ook daar goedkope gerecycleerde computers en informaticabijstand aan te bieden. Daarvoor moeten wij samenwerkingsverbanden tot stand brengen met de gemeenten en de OCMW's, eventueel in het kader van wijkcontracten. De vzw is gehuisvest aan de Huidevetterstraat. Zo zouden we nog meer kansarme gezinnen kunnen uitrusten met een computer. Met welke instellingen werkt u momenteel samen op lokaal niveau? Wij hebben zeer goede contacten met de OCMW's van Sint- Gillis, Brussel en Sint-Joost-ten-Node, die onze voorstellen bij hun publiek bekendmaken. Met de andere OCMW's hebben wij wel samenwerking, maar ik voel dat het nog beter zou kunnen. Wij zouden hun nogmaals onze sociale doelstellingen moeten toelichten. Buiten de OCMW's hebben wij ook een akkoord met de schepen van informatica van de stad Brussel. Wij krijgen de computers die uit gebruik genomen worden bij de vernieuwing van hun pc-park. Wij mogen die doorverkopen, steeds voor een zacht prijsje, aan studenten, werklozen of gepensioneerden die in de stad wonen. Aangezien de stad Brussel heel veel computers heeft, moeten wij toegeven dat we de stock nauwelijks opgeruimd krijgen. Maar ik ben ervan overtuigd dat er nog heel wat potentiële gebruikers zijn, te meer daar al wie het zich de aankoop van een computer niet kan veroorloven, er gratis één kan ontlenen gedurende een jaar (tegen een waarborg). Die ontleningsmogelijkheid bestaat sinds 2009, maar wordt onvoldoende benut door het publiek, wellicht omdat slechts weinigen ervan op de hoogte zijn. Daarom zoeken wij contact met partners uit de overheidssector om onze diensten meer bekendheid te geven bij de burgers. Met welke moeilijkheden kampen jullie? Wij weten dat wij onze diensten kunnen aanbieden aan een ruimer publiek dan dat nu het geval is. Maar daarvoor moet dat publiek ons ook kennen. En daar knelt het schoentje : wij hebben een tekort aan spreekbuizen. En als vzw is het soms moeilijk om de beleidsvoerders van bepaalde instellingen te bereiken. Wij zijn dus waarschijnlijk onvoldoende gekend in de netwerken waar wij contacten zouden kunnen benutten. Ik hoop dat dit interview onze zichtbaarheid een duwtje in de rug zal geven. Vroeger verdeelden we soms foldertjes in de brievenbussen van sociale woningen, om de OCMW-gebruikers te melden dat zij een gesubsidieerde computer konden verkrijgen. De sociale wetgeving is zo complex dat we niet kunnen verwachten dat elke maatschappelijk assistent alle mogelijkheden perfect kent, a fortiori voor dit soort mogelijkheden die iets verder van de dringende bijstand af liggen. Met wie zou u graag contact leggen? Oh, dat is vrij ruim: naast de versterking van de bestaande samenwerking met de OCMW's denk ik vooral aan de schepenen van sociale zaken, jeugd of senioren, de lokale opdrachten voor tewerkstelling en Actiris. En aangezien wij werken met gerecycleerd materiaal, vestig ik ook de aandacht van alle verantwoordelijken voor milieuzaken of bevoegd voor duurzame ontwikkeling op ons werk: ik vraag al die diensten of verantwoordelijken om contact op te nemen met TIC Tanneurs om na te gaan of er een of andere vorm van samenwerking mogelijk is. Wij hebben ook een specifieker project ontwikkeld ten behoeve van de handelaars, om hun ook voor een sociale prijs informaticabijstand te bieden (trage pc, virussen, defecten, ). Zo doen onze werknemers ervaring op en dus verbetert hun knowhow. Maar ook hier hebben we om nog meer bekendheid te krijgen de bijstand nodig van de schepenen van handel of gespecialiseerde structuren, zoals Atrium om maar één voorbeeld te noemen. Info Steun bij de aankoop van een PC Interview door Philippe Delvaux De financiële bijstand die door het federaal niveau toegekend wordt voor de verwerving van een computer, via het OCMW, is vastgelegd in het KB van 27 april 2007 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW's voor de periode (B.S , inforum nr ). Info Een handige fiche over deze financiële bijstand is te vinden op > U bent beroepshalve bezig met OCMW-materies > Steun voor de deelname aan het culturele en sociale leven en aan sportactiviteiten en de bijzondere maatregelen in de strijd tegen de digitale kloof 2010/01 15

16 ontmoeting DE WETTELIJKE GRADEN EVALUEREN : JA, MAAR HOE? Een jaar geleden bracht de ordonnantie van 5 maart 2009 wijzigingen aan in de Nieuwe Gemeentewet, onder meer door de invoering van een evaluatie voor gemeenteontvangers en -secretarissen. Binnenkort zal de Federatie van gemeentesecretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich op die nieuwe verplichting toeleggen tijdens een colloquium. Een goede gelegenheid voor een praatje met de Everse gemeentesecretaris Dirk Borremans, voorzitter van de Federatie. 16 Bij de evaluatie zijn niet alleen de wettelijke graden betrokken, maar ook de evaluatoren, zijnde de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepen. De kern van de zaak De evaluatie van de wettelijke graden is vervat in artikel 69 en 70 van de Nieuwe Gemeentewet. De ordonnantie van 5 maart 2009 heeft het systeem ingevoerd. Onze publicatie De Nieuwe Gemeentewet, Brusselse uitgave bevat referenties en wordt jaarlijks bijgewerkt. Dit werk kan in papieren versie besteld worden, maar ook geraadpleegd worden online (gecoördineerd, maar niet geannoteerd) op (rubriek Publicaties). De ordonnantie kwam reeds aan bod in het artikel De Nieuwe Gemeentewet grondig gewijzigd door de ordonnantie van 5 maart 2009 van Hildegard Schmidt in , blz. 13 e.v. Het artikel is ook te vinden op > Materies > Gemeentelijke organen > Documenten. Dirk Borremans : De Federatie stelt zich in het algemeen en in het kader van deze problematiek in het bijzonder op als 'partner' van het Gewest. Hoewel wij destijds reeds betrokken werden bij de opstelling van de ordonnantie, willen wij de materie nog eens uitdiepen op het ogenblik dat de concrete toepassingen in de praktijk omgezet moeten worden. Wat denkt u van de verplichte evaluatie? Een evaluatie is een positieve etappe in een loopbaan. Als ze goed aangepakt wordt, biedt ze de mogelijkheid zich op de kern van de zaak toe te spitsen en prioriteiten en doelstellingen vast te leggen. Dat kan een nieuwe dynamiek tot stand brengen voor de werknemer. Zonder evaluatie kan de werknemer het gevoel krijgen dat hij aan zijn lot overgelaten wordt. Feedback werkt altijd stimulerend. 2010/01 Bovendien worden de andere gemeenteambtenaren al vijftien jaar lang geëvalueerd, op basis van het sociaal handvest van Wij begrijpen dat de verplichting nu uitgebreid wordt tot de wettelijke graden. Dat hoort bij de tijdsgeest. De twee andere gewesten beschikken reeds over een vergelijkbare wetgeving in Vlaanderen het Gemeentedecreet en in Wallonië de Code de la démocratie locale ook al wachten de Waalse wettelijke graden nog op de uitvoeringsbesluiten. Waarom dit colloquium? In de ordonnantie werd het principe van de evaluatie vastgelegd en worden slechts enkele aanwijzingen gegeven. Er rijzen dan ook heel wat praktische vragen op het moment dat de gemeenten tot de evaluatie van de wettelijke graden dienen over te gaan, onder andere wat betreft de vaststelling van de evaluatiecriteria, de opstelling van het evaluatieverslag, de vervanging van de secretaris bij de evaluatie van deze laatste in de gemeenteraad, het verloop van het evaluatiegesprek, de aanwezigheid van de gemeentesecretaris bij de evaluatie van de ontvanger, de redactie van de gemotiveerde beraadslaging, Aangezien het om een première gaat op Brussels vlak lijkt het nuttig zich vragen te stellen en te gaan kijken hoe het systeem werkt in de gewesten die het reeds toepassen. Zo moet er in Vlaanderen een beroep gedaan worden op een externe deskundige, waarbij men zich kan afvragen hoe dat extern bureau gekozen wordt : gezien de bedragen zal dit immers aangewezen worden via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij de gemeentesecretaris een rol zou kunnen spelen... De Brusselse ordonnantie verplicht die medewerking van een externe deskundige niet. Een ander verschil is dat de wettelijke graden in Vlaanderen geëvalueerd worden door een specifieke gemeenteraadscommissie, terwijl de Nieuwe Gemeentewet het evaluatiegesprek toevertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen en de evaluatie aan de gemeenteraad in zijn geheel. Zoals we zien, zijn er een hele reeks vragen en moeten er praktische oplossingen gezocht worden.

17 ontmoeting Met stip genoteerd De ordonnantie van 5 maart 2009 biedt de gemeenten de mogelijkheid om bij de vervanging van een wettelijke graad te opteren voor een mandaat van acht jaar in plaats van voor een statutair systeem. Artikel 69 en 70 van de Nieuwe Gemeentewet voorzien in verschillende methodes en gevolgen voor de evaluatie. In Koekelberg is de procedure voor de vervanging van de gemeenteontvanger volop aan de gang : de volgende ontvanger zal er aangeworven worden in het kader van het nieuwe mandaatstelsel. Begin mei en juli vertrouwt Elsene een mandaat van acht jaar toe aan een nieuwe ontvanger en een nieuwe secretaris. Etienne Schoonbroodt, In Wallonië : Besluit van de Waalse regering van houdende codificatie van de decreetgeving betreffende de plaatselijke besturen [Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie - Code de la démocratie locale et de la décentralisation - CDLD] B.S , B.S , err. (Inforum ) Section 3 De l'évaluation art. L Aux conditions et modalités arrêtées par le Gouvernement, le conseil communal procède à l évaluation du secrétaire communal, du secrétaire communal adjoint et du receveur. U verwacht dus nog een vervolg? Wij zullen de materie op een zeer constructieve manier benaderen: vragen inventariseren om er antwoorden op trachten te zoeken. Op dat vlak denken wij dat de gewestoverheid die uiteraard uitgenodigd is op het colloquium en waarvan wij hopen dat zij het zal bijwonen in het verlengde van onze werkzaamheden een interpretatieve omzendbrief zou kunnen opstellen teneinde een werkbare regeling voor te stellen. Interview door Philippe Delvaux In Vlaanderen : Gemeentedecreet van de Vlaamse Regering van B.S (Inforum ) Afdeling 5 - De evaluatie van het personeel [ ] Art. 115 De personeelsleden van de gemeente worden geëvalueerd op ambtelijk niveau. De gemeentesecretaris, de adjunct-gemeentesecretaris, de financieel beheerder en de ombudsman worden echter geëvalueerd door een bijzondere gemeenteraadscommissie, samengesteld overeenkomstig artikel 39, 3. Die commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad. Die evaluatie vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het college van burgemeester en schepenen. Voormeld rapport en voormeld verslag zijn niet vereist bij de evaluatie van de ombudsman. Bij staking van stemmen wordt het betrokken personeelslid geacht te voldoen. Evaluatie van de wettelijke graden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Colloquium georganiseerd door de Federatie van Gemeentesecretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vijftien jaar nadat het Sociaal Handvest in het principe van een tweejaarlijkse evaluatie voor het overige gemeentepersoneel heeft voorzien, schrijft de Nieuwe Gemeentewet voortaan voor dat ook het functioneren de secretaris en de ontvanger op de werkvloer geëvalueerd dient te worden. De Brusselse gemeentesecretarissen hebben kennis genomen van het minimale evaluatiekader dat door de Nieuwe Gemeentewet werd ingesteld en hebben besloten er een studiedag aan te wijden. Programma Het programma beslaat zowel een theoretisch als een praktisch luik. Tijdens de voormiddag stellen we de vraag naar de zin van de evaluatie van de wettelijke graden, analyseren we kritisch het wettelijke kader waarbinnen deze evaluatie dient te gebeuren en kijken we eens over het muurtje om na te gaan via welke procedure de wettelijke graden in Vlaanderen nu reeds conform het Gemeentedecreet worden geëvalueerd. In de namiddag laten we een aantal geëvalueerde secretarissen en ontvangers hun verhaal en hun ervaringen vertellen, laten we vertegenwoordigers van externe bureaus die er verplicht bij ingeschakeld dienen te worden aan het woord over hun specifieke inbreng en luisteren we naar de visie van de Brusselse Regering op het evaluatiegebeuren van de wettelijke graden. Doelgroep Deze studiedag heeft de ambitie om een forum te zijn waar alle secretarissen, ontvangers en HRM-verantwoordelijken van Brusselse gemeenten en OCMW's elkaar in een andere dan een traditionele werkomgeving kunnen ontmoeten en wat kunnen bijpraten. Wanneer: vrijdag 23 april 2010 Waar: DEXIA Corporate University Philips de Goedestraat Brussel Prijs: 60 euro (koffie en lunch inbegrepen) Inschrijving: tot 15 april 2010 Info: Programma op > Agenda Dirk Borremans, Gemeentesecretaris van Evere, Voorzitter van de Federatie van Gemeentesecretarissen van het Brussels Gewest dborremans@evere.irisnet.be 2010/01 17

18 Programmawet en bijzonder de titels Werk, Mobiliteit en vervoer, Financiën, Diverse bepalingen - B.S., WETGEVING bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van t/m behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven B.S., Omz. Fedasil - Inlichtingen betr. de opvang van asielzoekers in een lokaal opvanginitiatief (LOI) Wet houdende diverse bepalingen en bijzonder de titel Maatschappelijke integratie B.S., /01 SOCIALE ZAKEN Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 197/ De prejudiciële vragen betr. art Gerechtelijk Wetboek Gehandicapte personen BVCGG betr. de erkenning van personen met een handicap en hun opname in centra en diensten die afhangen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie B.S., Huisvesting KB houdende toekenning van een subsidie voor het jaar 2009 aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de kosten voor het samenstellen van huurwaarborgen ten gunste van personen die ze niet kunnen betalen B.S., Inbeslagneming KB tot uitvoering van art. 1409, par. 2, Ger.W. - B.S., Bericht over de indexering van de bedragen vermeld in art. 1, vierde lid, van het KB ter uitvoering van art. 1409, par. 1, vierde lid, en 1409, par. 1erbis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek inzake de beperking van de inbeslagneming wanneer er kinderen ten laste zijn B.S., KSZ Omz. van POD MI betr. de vervangingen van Identificatienummers voor de sociale zekerheid (INSZ) : Herhaling van de toe te passen werkwijze OCMW MB tot vaststelling van de lijst van steden en gemeenten waarvan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen genieten van een verhoogde staatstoelage voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling B.S., MB wijz. MB tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een Omz. van POD MI : Contingent verhoogde toelage van de staat aan de OCMW's voor de aanwerving van leefloon- en steungerechtigden met toepassing van artikel 60, par. 7, van de organieke wet van , die ter beschikking worden gesteld van sociale economie-initiatieven en Handleiding voor OCMW's MB houdende herverdeling van de middelen voor specifieke bijkomende projecten bedoeld in art. 7, par. 3, van het KB houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn B.S., KB wijz. KB tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie B.S., KB wijz. KB tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, voor rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp - B.S., Omz. van POD MI betr. het uniek verslag Vreemdelingen Europees Vluchtelingenfonds - 2 e Projectoproep Programma B.S., Omz. Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 opvangstructuur op vrijwillige basis Wet houdende diverse bepalingen inzake migratie en asiel B.S., KB wijz. art. 17 van KB houdende uitvoering van de wet betr. de tewerkstelling van buitenlandse werknemers B.S., Omz. Fedasil - Wijzigingen aan de opvangwet van door middel van de wet houdende diverse bepalingen van MB zie Subsidies Energielevering Omz. van POD MI betr. de verwarmingsperiode 2010 in het kader van het Sociaal Stookoliefonds Omzendbrief van POD MI betreffende de verwarmingstoelage : verhoging van de interventiedrempels vanaf 1 maart Rust- en verzorgingstehuizen MB wijz. MB tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in art. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op , in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden B.S., Tewerkstelling KB wijz. KB betr. de dienstencheques - B.S., KB wijz. KB betr. de dienstencheques - B.S., Omz. van RSZ-PPO : Sociale en fiscale Maribel : toekenning van nieuwe arbeidsplaatsen in de openbare sector Mededeling 2009/ HANDEL Wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt B.S., ECONOMIE/TEWERKSTELLING Wet wijz. wet tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, wat de taken van het één-loket betreft B.S.,

19 WETGEVING BBHR tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de werkwijze van het samenwerkingscomité aangaande de missions locales pour l'emploi en de lokale werkwinkels. - B.S., MB tot bepaling van de modellen als bedoeld in de art. 8, par. 1, lid.1, 17, par. 2, lid. 3 en 18, par. 1, eerste lid, van het BBHR betr. de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel B.S., MB tot bepaling van het model als bedoeld in art. 23 van het BBHR betr. de diversiteitsplannen en het diversiteitslabel B.S., LEEFMILIEU BBHR tot vaststelling van de interventienormen en saneringsnormen B.S., BBHR tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten - B.S., MB waarmee toestemming wordt gegeven voor fietsverkeer buiten de fietspaden in de parken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden beheerd - B.S., BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING Circulaire met betrekking tot de wijziging aan de wet wijz. van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan die werd ingevoerd door de wet houdende diverse bepalingen betr. Justitie. - B.S., FINANCIËN/BELASTINGEN Wet houdende fiscale en diverse bepalingen - B.S., Grondwettelijk hof - Arrest nr. 186/2009 van Het beroep tot vernietiging van art. 2 van de wet ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en wijz., met ingang van aanslagjaar 2009, van art. 468 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 B.S., KB betr. de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E voor het burgerlijk jaar B.S., Omz. van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering - Belasting op de uitzendantennes en masten voor mobiele telefonie - Ref. OMZ/2009/ GEMEENTEBEHEER Omz. betr. het Medisch Interventieplan - B.S., MB wijz. sommige bedragen in het KB betr. de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten - B.S., MB wijz. sommige bedragen in het KB betr. de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken B.S., MB wijz. sommige bedragen bepaald in het KB betr. de mededinging in het raam van de Europese Gemeenschap van sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten B.S., Wet tot invoeging van een nieuw boek betr. de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen in de wet betr. de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten - B.S., HUISVESTING MB houdende de regels voor de toepassing van het BBHR betr. de toekenning van premies voor renovatie van het woonmilieu - B.S., PERSONEEL KB wijz. KB houdende vaststelling van de lijst van beroepsziekten die aanleiding geven tot schadeloosstelling en tot vaststelling van de criteria waaraan de blootstelling aan het beroepsrisico voor sommige van deze ziekten moet voldoen - B.S., KB wijz. het KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard B.S., Aanpassing op van de loonbedragen bepaald bij de wet betr. de arbeidsovereenkomsten aan het algemeen indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden (art. 131) - B.S., Omz. nr Eindejaarstoelage 2009 [op basis van het KB ] B.S., Omz. nr Eindejaarstoelage 2009 [op basis van het KB ] B.S., KB wijz. KB tot vervanging, voor het personeel van sommige overheidsdiensten, van KB houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt - B.S., POLITIEPERSONEEL Omz. GPI 66 betr. de overdracht van verloven van 2009 en de toekenning van sommige verloven in B.S., POLITIE KB houdende de toekenning van de jaarlijkse toelage aan de nv ASTRID voor het jaar B.S., Omz. GPI 44ter. Richtlijnen betr. het Interventiekorps - B.S., Omz. GPI 67 - Eervolle onderscheidingen - B.S., KB wijz. KB houdende de regeling van de specifieke functie-uitrustingen van het uniform van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus - B.S., MB betr. de hondengeleiderskledij van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus - B.S., KB tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de overgang van personeelsleden van het operationeel kader naar het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus - B.S., ADMINISTRATIEVE POLITIE BBHG houdende uitvoering van de ordonnantie van betr. de toegang van assistentiehonden tot voor het publiek toegankelijke plaatsen - B.S., Wet wijz. wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's - B.S., Ministeriële omzendbrief betr. wet tot regeling van de plaatsing en het ge- 2010/01 19

20 WETGEVING 20 bruik van bewakingscamera's, zoals gewijzigd door de wet B.S., Wet betr. een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook - B.S., Wet wijz. wet betr. een algemene regeling van rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming voor werknemers tegen tabaksrook B.S., Wet tot bekrachtiging van het KB betr. de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E voor het burgerlijk jaar B.S., Wet wijz. de wetgeving inzake kansspelen - B.S., Wet wijz. wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft - B.S., /01 REGIE/VZW Advies - Kosten voor de openbaarmaking van de documenten bedoeld in art. 25 van het KB betr. de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen B.S., Advies - Kosten voor de openbaarmaking van de documenten bedoeld in art. 173 van het KB tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen B.S., Wet wijz. Wet betr. het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen B.S., KB wijz. KB betr. de methodologie voor het vaststellen van het totale inkomen dat de billijke marge bevat, betreffende de algemene tariefstructuur, de basisprincipes inzake tarieven, de procedures, de bekendmaking van de tarieven, de jaarverslagen, de boekhouding, de kostenbeheersing, betreffende de inkomensverschillen van de beheerders en de objectieve indexeringsformule bedoeld in de wet betr. het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen B.S., STEDENBOUW/LEEFOMGEVING KB wijz. KB tot verduidelijking van de criteria waarmede rekening moet worden gehouden bij het onderzoek van ontwerpen van handelsvestiging en de samenstelling van het sociaal-economisch dossier. B.S., Ord. houdende organisatie van de stedelijke herwaardering B.S., VERKEERSVEILIGHEID KB wijz. KB houdende algemeen reglement op technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen B.S., Omz. betr. de plaatsing van de verkeersborden die betrekking hebben op verkeersbeperkingen voor vervoer van gevaarlijke goederen (ADR). - B.S., SUBSIDIES BVR betr. de toekenning van een eenmalige forfaitaire subsidie voor informatisering aan initiatieven voor preventieve gezinsondersteuning en de toekenning van een forfaitaire subsidie voor brandveiligheid aan kinderopvanginitiatieven - B.S., BVR wijz. BVR betr. de toekenning van een eenmalige forfaitaire subsidie voor informatisering aan initiatieven voor preventieve gezinsondersteuning en de toekenning van een forfaitaire subsidie voor brandveiligheid aan kinderopvanginitiatieven B.S., MB zie Sociale Zaken Europees Vluchtelingenfonds zie Sociale Zaken BVR tot toekenning van een financiële tegemoetkoming aan onthaalouders en kinderopvangvoorzieningen voor een basisopleiding levensreddend handelen bij kinderen B.S., BVCGG tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen moeten voldoen alsmede tot nadere omschrijving van de groepering en de fusie en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen B.S., BVR betr. de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers B.S., KB tot toekenning van een financiële hulp teneinde investeringen inzake infrastructuur en veiligheidsmaterieel in verband met de veiligheid in Brussel te dekken in het kader van de organisatie van de Europese Toppen B.S., KB tot regeling van de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2009 ten laste van het Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel aan de Brusselse politiezones om er de installatie van het ASTRIDsysteem te ondersteunen B.S., KB houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2009 ten laste van het Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel aan de Brusselse politiezones om de taalverwerving door hun personeel aan te moedigen - B.S., KB houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2009 ten laste van het Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verband houden met de veiligheid van de organisatie van de Europese Toppen te Brussel aan de Brusselse politiezones om er de toetreding van de politieagenten tot het basiskader aan te moedigen B.S., KB tot toekenning van een financiële hulp teneinde de last verbonden aan de organisatie van de Europese Toppen te dekken en meer in het bijzonder de gepresteerde uren in het kader van deze toppen - B.S., KB houdende de toekenningsmodaliteiten van een financiële tussenkomst voor 2009 ten laste van het Fonds ter financiering van sommige uitgaven die verband houden met de veiligheid van de organisatie van de Europese Toppen te Brussel aan de Brusselse politiezones voor de aanmoediging van de rekrutering en van het behoud van het aanwezige personeel B.S., KB tot toekenning van een financiële tussenkomst aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere

21 WETGEVING initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken B.S., KB houdende de toekenning van een federale basistoelage en een toelage voor uitrusting handhaving openbare orde aan de gemeente of aan de politiezone en een toelage veiligheids- en samenlevingscontracten aan sommige gemeenten voor het jaar B.S., KB houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage voor indexering van de financiering van de lokale politie voor het jaar B.S., KB houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiering van de lokale politie voor het jaar 2008 B.S., KB betr. de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van lokaal beleid voor veiligheid en preventie van criminaliteit voor het jaar B.S., MB wijz. MB houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen B.S., MB houdende de bewijsvoering met betrekking tot de subsidiëringsvoorwaarden in het kader van de animatiewerking en de effectieve tewerkstelling van de personeelsleden die tewerkgesteld zijn met een gewezen DAC-statuut B.S., MB houdende toekenning van een subsidie aan 8 Brusselse gemeenten voor de sterilisatie van zwerfkatten B.S., BVCGG wijz. BVGG betr. de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra en diensten voor personen met een handicap B.S., BBHR tot bepaling van de opdrachten, de samenstelling en de werkwijze van het samenwerkingscomité aangaande de missions locales pour l emploi en de lokale werkwinkels B.S., BVCGG houdende vaststelling van de financiële bijdrage van de personen met een handicap opgenomen in de centra of diensten die afhangen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad B.S., Dec. houdende bepalingen tot begeleiding van de derde aanpassing van de begroting Onderwijs - Inhaalbeweging in schoolinfrastructuur (art. 14) B.S., MB tot vaststelling van de subsidiëringswijze van de centra voor kortverblijf B.S., MB tot vaststelling van de subsidiëringswijze van de dagverzorgingscentra B.S., Wet houdende de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2010 B.S., MB tot vaststelling van de verdeling van de toelage toegekend aan de gemeenten met een open centrum voor de opvang van asielzoekers op hun grondgebied in Volgens de wet betr. de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, art. 53 dat de financiële tegemoetkoming zoals hierboven vermeld toekent Ord. houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar B.S., DE VERENIGING IN ACTIE banen gecreëerd worden in 2010 voor heel België, in voltijds equivalent, waarvan een deel voor de OCMW's. In de geest van de beslissing van de federale regering trachten deze jobs de werklast van de centrale OCMW-diensten te verlichten (sociale dienst, nl. eerstelijns- en ondersteunende diensten) die veel werk hebben door het stijgend aantal steunaanvragen. Het beheerscomité van het fonds sociale maribel beschikt over een absolute bevoegdheid aangaande het gebruik van deze fondsen. In het kader van dit beheerscomité hebben de Vlaamse en Waalse Federatie van OCMW's, maar ook de verenigingen van steden en gemeenten hun steun betuigd aan het voorstel van de Federaties van OCMW's en aan de situatie van het Brussels Gewest op het vlak van de stijging van de sociale bijstand sinds jaren, wat de Brusselse OCMW's in staat zou moeten stellen via de sociale maribel een groot aantal gesubsidieerde banen te vragen. Onder de titel 1 jaar economische crisis : impact op de Brusselse OCMW's hield de afdeling OCMW van de Vereniging haar algemene vergadering op 4 maart, die zoals gewoonlijk veel volk op de been bracht. Na de voorstelling van het activiteitenverslag en de goedkeuring van het nieuwe reglement volgden uiteenzettingen van het Planbureau, Dexia (voor de traditionele analyse van de financiën van de OCMW's, waarop wij in een volgend nummer nog zullen terugkomen), de POD Maatschappelijke Integratie en het OCMW van Sint-Gillis (waar de vergadering plaatsvond). Zo werden heel wat facetten van de problematiek belicht : van de algemene economische situatie tot de toenemende armoede, van de huidige federale maatregelen (en het nieuwe managementsproject) tot de economische perspectieven op middellange termijn. De door de verschillende studies voor-gestelde indicatoren tonen jammer genoeg allemaal een realiteit die de OCMW's in dit jaar van de armoedebestrijding sterkt in hun essentiële rol van sociaal vangnet. Marc Thoulen 2010/01 21

22 Actiris : dichterbij, om nog verder te gaan in het actieve leven ACTIRIS is de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Als erkende expert op de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest biedt ACTIRIS, samen met zijn partners, aangepaste oplossingen die de werkgevers de kans bieden geschikte medewerkers aan te werven en die de werkzoekenden helpen bij het zoeken van een baan die bij hun vaardigheden past. ACTIRIS biedt de werkgevers 3 mogelijkheden aan De werkgeverslijn via de Multi Channel Services (MCS) De werkgevers kunnen via telefoon, fax of hun vacatures doorgeven en informatie krijgen over de reglementeringen en tewerkstellingsprogramma s, alsook over alle diensten die hun gratis worden aangeboden. ACTIRIS verspreidt de werkaanbiedingen op zijn website, via zijn agentschappen en zijn partners. De vacatures zijn eventueel ook te raadplegen in de twee andere gewesten, via de VDAB en FOREM. Indien ze dit wensen, kunnen de werkgevers bij het bepalen van het profiel van de kandidaat, bij het opmaken en de verspreiding van hun werkaanbiedingen en bij de selectie van de kandidaten ondersteuning krijgen. Persoonlijk contact met een ACTIRIS-consulent De werkgever kan eveneens een DBW-consulent (Dienst Beheer Werkgevers) over de vloer krijgen. Als heuse aanwervingsadviseur beantwoordt de consulent alle vragen, helpt hij met de functiebeschrijving, maakt hij de vacatures op, verspreidt ze en volgt ze op en geeft inlichtingen over de tewerkstellingsmaatregelen en financiële voordelen die in het kader van een aanwerving worden toegekend. Al deze diensten worden gratis aangeboden. Mijn ACTIRIS Werkgever via internet: een persoonlijke ruimte op De werkgevers kunnen hun werkaanbiedingen zelf online plaatsen en automatisch een selectie aan kandidaten ontvangen. Om zo goed mogelijk aan de behoeften van de werkgevers en de kandidaten te beantwoorden, gebruikt ACTIRIS vooruitstrevende webtechnologie. Zodra de vacatures online staan, krijgen de werkgevers onmiddellijk de tien beste profielen. Mijn ACTIRIS Werkgever is een moderne en doeltreffende dienst die op afstand toegankelijk is. En stelt verschillende specifieke en aangepaste middelen voor Om de taalkennis te evalueren :Taaltests De werkgevers kunnen hun toekomstige medewerkers een test laten afleggen in de Taalhoek van ACTIRIS. Dankzij deze tool kunnen ze het exacte niveau van hun taalkennis kennen. De test is geïnformatiseerd, precies en objectief en bestaat in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. De Taalhoek levert eveneens gedetailleerde informatie over de taallessen die in het Brussels Gewest worden gegeven. Financieel duwtje in de rug: Individuele Beroepsopleiding (IBO) en cheques Met de Taalcheques, de ICT-cheques en de Opleidingscheques, die de kandidaat de mogelijkheid geven zich tot het vereiste niveau te vervolmaken, biedt ACTIRIS oplossingen aan die aan ieder zijn aangepast. Dankzij de IBO wordt de werknemer rechtstreeks in de onderneming opgeleid. Specifieke aanpak : de Dienst Rechtstreekse Tussenkomst inzake Tewerkstelling (DRTT) Deze specifieke dienst is op maat gemaakt voor leidinggevende functies is. De consulent gaat naar de onderneming en neemt alle stappen van de selectieprocedure voor zijn rekening om de meest geschikte kandidaat te vinden. De onderneming openstellen... voor de Europese markt De informatie- en begeleidingsdiensten voor de internationale mobiliteit, voor werkgevers en werknemers: Brussel International JOBCenter (BiJob) helpt Belgische werkgevers die op zoek zijn naar internationale profielen, en buitenlandse werkgevers die Belgische kandidaten wensen aan te werven. voor diversiteit ACTIRIS geeft gratis advies aan de ondernemingen die zich willen inzetten voor diversiteit (origine, handicap, leeftijd, geslacht): een managementtool waarmee nieuwe talenten kunnen worden ontdekt, medewerkers worden gemotiveerd, de waarden van de onderneming worden versterkt, de creativiteit, de innovatie of nog de prestaties worden gestimuleerd. Voor al uw aanwervingen in de openbare sector Contacteer onze consulenten gespecialiseerd in openbare instellingen : Bart Bury : bbury@actiris.be Pablo Drama Ekinda Loki : pdramaekindaloki@actiris.be Meer info? ACTIRIS-lijn Werkgevers tel fax employeurs@actiris.be Kiekenmarktstraat Brussel /01

23 Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus Brussel Tel Fax Redactie : philippe.delvaux@avcb-vsgb.be Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias Nr februari /maart 2010 Directie : Marc Thoulen Coördinatie : Philippe Delvaux Redactie : Marc Cools, Philippe Delvaux, Céline Lecocq, Boryana Ruslanova Nikolova, Marc Thoulen Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest Secretariaat : Céline Lecocq, Chantal Matthys Abonnementen : Patricia De Kinne : patricia.dekinne@avcb-vsgb.be 23 Publiciteit : Agentschap Publiest office@publiest.lu 2010/01 wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier

24 /01