VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL 200-T VITOSOL 300-T. voor de vakman

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol 200-T type SP2A Vitosol 300-T type SP3B Vacuüm-buizencollector volgens het Heatpipe-principe VITOSOL 200-T VITOSOL 300-T 12/2012 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. 2

3 Inhoudsopgave Montageverloop Schuine dakmontage met dakhaak... 4 Dakhaken monteren... 4 Verticale montage... 7 Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Schuine dakmontage met spanthaken Spanthaken monteren Verticale montage Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Schuine dakmontage met spantankers Spantankers monteren Verticale montage Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Schuine dakmontage met bevestigingsijzers Verticale montage Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) Montage op steunen Collectorsteunen met vaste hellingshoek Collectorsteunen met variabele hellingshoek Hydraulische aansluitingen Aansluitbehuizing verbinden Aansluitset monteren Vacuümbuizen inbouwen Collectortemperatuursensor monteren Installatie Inbedrijfstelling van het zonne-energiesysteem

4 Schuine dakmontage met dakhaak Dakhaken monteren De montage van de dakhaken geldt voor de verticale en horizontale montage van de collectoren. Verticale montage (vacuümbuizen loodrecht op de daknok), zie vanaf pagina 7. Horizontale montage (vacuümbuizen loodrecht op de daknok), zie vanaf pagina Dakhaken voor dakbedekking van leipannen 2 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 30 mm 3 Dakhaken voor dakbedekking van beverstaartpannen 4 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 5 x 30 mm 5 Dakhaken voor golfplaatprofiel 5 en 6 6 Dakhaken voor golfplaatprofiel 8 7 Montagerail voor verticale montage 8 Montagerail voor horizontale montage 4

5 Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Dakbedekking met leipannen 2 1. Opmerking Tegen binnendringend vocht gebruikelijke ommanteling van lood aanbrengen Bedekking met beverstaartpannen Opmerking Dakpan aanpassen, ca. 30 mm met doorslijper afsnijden. 5

6 Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Golfplaatbedekking Ø8 A 5,6 B A Afdichtschijf (door installateur) B Aanwezige daklat 6

7 Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Verticale montage A B a 2 a d b e c c 2 C A Dakhaken B Montagerail C Buisfixatie Combinatie a mm b mm c mm d mm e mm 1,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /3,03 m

8 x Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) x = 35 mm 8

9 y Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 7. 2x y = 285 mm Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 9

10 Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Afmetingen voor de verticale opstelling van de dakhaak c 50 d 74 f g e Combinatie c mm d mm e mm f mm g mm 1,51m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /1,51 m ,03 m 2 /3,03 m

11 185 Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 2030 C 1. B A A Dakhaken B Montagerail C Buisfixatie 11

12 b Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Maat b in de volgende tabel respecteren. Vitosol 200-T a mm b mm 1,51 m ,03 m De aansluitbehuizing met verspringing t.o.v. de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling t.o.v. de horizontale lijn. 12

13 a b Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Ø Aanwijzing bij stap 9: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 13

14 Schuine dakmontage met spanthaken Spanthaken monteren De montage van de spanthaken geldt voor de verticale en horizontale montage van de collectoren. Verticale montage (vacuümbuizen loodrecht op de daknok), zie vanaf pagina 16. Horizontale montage (vacuümbuizen loodrecht op de daknok), zie vanaf pagina Spanthaak 2 Steunstuk 3 Montagerail voor verticale montage 4 Montagerail voor horizontale montage Variant I: Montage van de spanthaak op de contralat met steunstuk 2 Variant II: Montage direct op de dakspant De dakpannen met een hoekslijpmachine aanpassen, bijv. regenrand verwijderen.! Opgelet Voorkomen dat de pannen breken. De spanthaak mag niet op de dakpannen liggen. Afmetingen respecteren. 14

15 Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) A B 75 A B A A Dakspant B Contralat 15

16 Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Verticale montage Afmetingen voor de horizontale plaatsing van de spanthaken Bij elk collectoraantal en elke collectorcombinatie hoort een bepaald aantal spanthaken. Afhankelijk van de afstand tussen de dakspanten moet een bepaald aantal dakspanten voor de montage van de spanthaken worden gebruikt. De volgende tabel laat de dakspanten zien waarop de spanthaken moeten worden gemonteerd. Voorbeeld: 3 collectoren Combinatie van 1 x 1,51 m 2 en 2 x 3,03 m 2 Spantafstand 600 mm 16

17 Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) In de tabel voor drie collectoren op pagina 18 de combinatie zoeken (grijze markering): Van de 9 dakspanten worden gebruikt: spanten 1, 2, 3, 6, 7, 9 a A Positie van de spanthaken A Buisfixatie 1 collector Combinatie Spantafstand a in mm Gebruikte spanten 1 x 1,51 m , , , 2 1 x 3,03 m , , , 3 2 collectoren Combinatie Spantafstand a in mm Gebruikte spanten 600 1, 2, 3, 5 1 x 1,51 m 2 / 1 x 3,03 m , 2, 3, , 2, 3, 4 2 x 3,03 m , 3, 4, , 4, 5, , 3, 4, 6 17

18 Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 3 collectoren Combinatie Spantafstand a in mm Gebruikte spanten 600 1, 2, 3, 6, 7, 9 1 x 1,51 m 2 / 2 x 3,03 m , 2, 3, 5, 6, , 2, 3, 4, 5, 7 3 x 3,03 m , 3, 4, 6, 7, , 4, 5, 7, 8, , 3, 4, 6, 7, 8 4 collectoren Combinatie Spantafstand a in mm Gebruikte spanten 600 1, 2, 3, 5, 6, 9, 12 1 x 1,51 m 2 / 3 x 3,03 m , 2, 3, 5, 6, 8, 9, , 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11 4 x 3,03 m , 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, , 4, 5, 7, 8, 9, 11, 12, , 3, 4, 6, 7, 8, 9, 11 5 collectoren Combinatie Spantafstand a in mm Gebruikte spanten 600 1, 2, 3, 6, 7, 9, 10, 13, 14, 16 1 x 1,51 m 2 / 4 x 3,03 m , 2, 3, 5, 6, 9, 10, 12, 13, x 3,03 m , 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 13, , 4, 5, 7, 8, 11, 12, 14, 15, , 3, 4, 6, 7, 8, 11, 12, 13 18

19 Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spanthaken x

20 x Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) x = 55 mm 20

21 y Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 7. 2x y = 305 mm Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 21

22 f Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spanthaken c 50 d 74 g e Combinatie c mm d mm e mm f mm g mm 1,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /1,51 m ,03 m 2 /3,03 m

23 Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Voor de totale breedte zijn drie dakspanten nodig. Daarvan de middelste vrij laten. h C k B A 1. A Spanthaak B Montagerail C Buisfixatie Spantafstand k in mm Uitstekend deel h in mm

24 b Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Maat b in de volgende tabel respecteren. Vitosol 200-T a mm b mm 1,51 m ,03 m De aansluitbehuizing met verspringing t.o.v. de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling t.o.v. de horizontale lijn. 24

25 a b Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Ø Aanwijzing bij stap 9: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 25

26 Schuine dakmontage met spantankers Spantankers monteren De montage van de spantankers geldt voor de verticale en horizontale montage van de collectoren. Verticale montage (vacuümbuizen loodrecht op de daknok), zie vanaf pagina 28. Horizontale montage (vacuümbuizen loodrecht op de daknok), zie vanaf pagina Verticale montage 1 Spantanker 2 Montagerail Horizontale montage 3 Spantanker 4 Montagerail 26

27 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) 2. B ~40 1. ~40 A A Dakspant B Daklat

28 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) Verticale montage Afmetingen voor de horizontale plaatsing van de spantankers Zie vanaf pagina 16. Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spantankers

29 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) 1. 29

30 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg)

31 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) 7. 2x Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 31

32 f Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spantankers c 50 d 74 g e 32

33 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) Combinatie c mm d mm e mm f mm g mm 1,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /1,51 m ,03 m 2 /3,03 m

34 Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) Voor de totale breedte zijn drie dakspanten nodig. Daarvan de middelste vrij laten. 1. h C k B A 4x 2. A Spantanker B Montagerail C Buisfixatie Spantafstand k in mm Uitstekend deel h in mm

35 b Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) Maat b in de volgende tabel respecteren. Vitosol 200-T a mm b mm 1,51 m ,03 m De aansluitbehuizing met verspringing t.o.v. de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling t.o.v. de horizontale lijn. 35

36 a b Schuine dakmontage met spantankers (vervolg) Ø Aanwijzing bij stap 10: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). Schuine dakmontage met bevestigingsijzers Bijv. op plaatdaken. 36

37 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Verticale montage Vacuümbuizen verticaal t.o.v. de daknok. De montage kan afhankelijk en onafhankelijk van de spantafstand plaatsvinden Afmetingen voor de verticale plaatsing van de bevestigingsijzers Afmetingen voor de horizontale plaatsing van de bevestigingsijzers De horizontale plaatsing van de bevestigingsijzers bij de montage afhankelijk van de spantafstand is gebaseerd op de afstanden tussen de spanten (zie vanaf pagina 16). De horizontale plaatsing van de bevestigingsijzers bij de montage onafhankelijk van de spantafstand, zie volgende afbeelding). 37

38 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) C B A c 2 c f d g e e 2 A Bevestigingsijzer B Montagerail C Buisfixatie Combinatie c mm d mm e mm f mm g mm 1,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /3,03 m

39 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Voor de montage van de bevestigingsijzers zijn ter plaatse bevestigingselementen nodig. De montage wordt aan de hand van een enkele staande fels weergegeven. B 3. A 2. D 1. A Bevestigingsijzer B Montagerail D Bevestigingselement en schroeven ter plaatse 39

40 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg)

41 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) 9. 2x Aanwijzing bij stap 8: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) Vacuümbuizen parallel aan de daknok

42 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Afmetingen voor de verticale plaatsing van de bevestigingsijzers c 50 d 74 f g e Combinatie c mm d mm e mm f mm g mm 1,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /1,51 m ,03 m 2 /3,03 m

43 190 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Afmetingen voor de horizontale plaatsing van de bevestigingsijzers 2050 B C A A Bevestigingsijzer B Montagerail C Buisfixatie 43

44 Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Voor de montage van de bevestigingsijzers zijn ter plaatse bevestigingselementen nodig. De montage wordt aan de hand van een enkele staande fels weergegeven. 3. B A 2. D 1. A Bevestigingsijzer B Montagerail D Bevestigingselement en schroeven ter plaatse 44

45 b Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Maat b in de volgende tabel respecteren. Vitosol 200-T a mm b mm 1,51 m ,03 m De aansluitbehuizing met verspringing t.o.v. de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling t.o.v. de horizontale lijn. 45

46 a b Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Ø Aanwijzing bij stap 11: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 46

47 a b c Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T)

48 Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) Combinatie a mm b mm c mm 1,26 m ,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /1,51 m ,03 m 2 /3,03 m

49 b Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) 3. 2x x Maat b in de volgende tabel respecteren. 49

50 Vitosol 200-T a mm b mm 1,26 m ,51 m ,03 m De aansluitbehuizing met verspringing t.o.v. de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling t.o.v. de horizontale lijn. a Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) Ø9 b Aanwijzing bij stap 10: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) Bijv. op platte daken. Montage-instructies Max. optredende belasting en afstand tot de dakrand voor onderbouw door installateur volgens DIN 1055 in acht nemen. Grind e.d. van het opstellingsvlak verwijderen. Vlak met bouwmatten bedekken en daarop steunpunten A en B positioneren (zie volgende afbeelding). 50

51 Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) Collectorveld zo mogelijk naar het zuiden uitlijnen. Berekeningen van de belastingen en de max. belasting van de onderliggende constructie volgens DIN1055-4: en DIN : Per collector zijn twee steunpunten A en twee steunpunten B nodig. Voor de berekening staat onder het Viessmann-berekeningsprogramma SOLSTAT ter beschikking. 51

52 a b Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) 3. c A B Schroeven door de installateur te voorzien. A Steunpunt A B Steunpunt B 52

53 Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) Combinatie a mm b mm c mm 1,51 m ,03 m ,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /1,51 m ,03 m 2 /3,03 m

54 Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) 9. 2x 8. Aanwijzing bij stap 8: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 54

55 Montage op steunen Als meerdere collectoren achter elkaar opgesteld worden, beschaduwingen voorkomen. Tussen de rijen een afstand z aanhouden. 2. Maat z berekenen: h = 2241 mm α = 45 β = 16,5 1. Hoek β van de stand van de zon op 21 december (kortste dag) 's middags bepalen. In Nederland ligt deze hoek afhankelijk van de breedtegraad tussen 13,4 (Groningen) en 15,6 (Maastricht). Voorbeeld: Amsterdam ligt ongeveer op 52,2 noorderbreedte. In het noordelijke halfrond wordt deze waarde van een vaste hoek van 66,5 afgetrokken: β = 66,5 50 = 16,5 h h α z β α z sin (180 (α+β)) = h sin β 2241 mm sin (180 61,5 ) z = sin 16,5 z = 6934 mm z Collectorrijafstand h Collectorhoogte α Hellingshoek collector β Hoek van de stand van de zon 55

56 Montage op steunen (vervolg) Montage-instructies Max. optredende belasting en afstand tot de dakrand voor onderbouw door installateur volgens DIN 1055 in acht nemen. Grind e.d. van het opstellingsvlak verwijderen. Vlak met bouwmatten bedekken en daarop steunpunten A en B positioneren (zie volgende afbeeldingen). Collectorveld zo mogelijk naar het zuiden uitlijnen. Berekeningen van de belastingen en de max. belasting van de onderliggende constructie volgens DIN1055-4: en DIN : Per collector zijn twee steunpunten A en twee steunpunten B nodig. Voor de berekening staat onder het Viessmann-berekeningsprogramma SOLSTAT ter beschikking. Berekening van maat z, zie pagina 55. Collectorsteunen met vaste hellingshoek De collectorsteunen voor de hellingshoeken α 25, 45 en 60 zijn vooraf gemonteerd met schroeven, schijven, moeren en klemblokken. 56

57 z Montage op steunen (vervolg) x B c a b A Voetsteunen als boorsjabloon gebruiken. A Steunpunt A Collectoroppervlak a mm 1,51 m ,03 m Combinatie b mm 1,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /3,03 m B Steunpunt B Opstellingshoek c mm

58 Montage op steunen (vervolg) Ø8,5 58

59 Montage op steunen (vervolg) 6. 4x 5. Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 59

60 Montage op steunen (vervolg) Collectorsteunen met variabele hellingshoek Hellingshoek α instellen 1. 2x 2. 60

61 Z Montage op steunen (vervolg) A 3. 4x B 2000 a b De voetsteunen als boorsjabloon gebruiken. A Steunpunt A Collectoroppervlak a mm 1,51 m ,03 m B Steunpunt B Combinatie b mm 1,51 m 2 /1,51 m ,51 m 2 /3,03 m ,03 m 2 /3,03 m

62 Montage op steunen (vervolg) Ø8,

63 Montage op steunen (vervolg) 9. 4x 8. 4x Aanwijzing bij stap 9: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk Hydraulische aansluitingen (zie pagina 64). 63

64 88,5 Hydraulische aansluitingen Aansluitbehuizing verbinden Onderdelen Viesmann Armaturenfett Graisse pour robinetterie Instrument grease Lubrication Unisilkon L250L! Opgelet Verbindingsleidingen mogen geen beschadigingen vertonen. Alle O-ringafdichtingen aan de collectoren alleen met het speciale, meegeleverde smeervet invetten. 4. A Aanwijzing bij stap 5: Collectorzekering A door boringen in de aansluitbehuizing vastklikken. 64

65 Hydraulische aansluitingen (vervolg) Aansluitset monteren Onderdelen Viesmann Armaturenfett Graisse pour robinetterie Instrument grease Lubrication Unisilkon L250L Montage-instructies Alle leidingeinden moeten haaks en zonder bramen zijn. O-ring afdichtingen uitsluitend met het meegeleverde speciale smeervet invetten. Wartelmoer eerst met de hand aantrekken, daarna met een steeksleutel ¾-slag vasttrekken. Op klemringkoppelingen geen uitgegloeide koperen leidingen gebruiken. 65

66 Hydraulische aansluitingen (vervolg) VL 1. VL RL RL 6. RL Retour VL Aanvoer Keerkast met ontluchting alleen bij Vitosol 200-T, horizontale montage van de collectoren, gebruiken. Na de verbinding van het collectorveld met de buizen van het zonnecircuit de installatie vullen, de installatiedruk en de dichtheid controleren. Servicehandleiding Vitosol- T. 66

67 Vacuümbuizen inbouwen Gevaar De vacuümbuizen kunnen breken als zij onvoorzichtig worden behandeld. Dat kan tot verwondingen leiden. De condensator wordt bij directe zonnestraling erg heet. Handschoenen en veiligheidsbril dragen. Montage-instructies Afdichting alleen aan de bovenkant uit de gleuf van het behuizingdeksel trekken. De gecoate kant van de absorber naar de zon toe uitlijnen. Geen onderdelen van de isolatie vastklemmen. Het oppervlak van de condensator moet schoon zijn. De condensor gecentreerd in de houder van de warmtewisselaar met dubbele buis leggen. Op daken met een afwijking t.o.v. het zuiden de hellingshoek van de absorber instellen (zie schaleringen in afbeelding op pagina 68). 25! Opgelet De beugels van de buishouder A (zie volgende afbeelding) kunnen gemakkelijk breken. Vacuümbuizen voorzichtig in de buisfixaties duwen. 67

68 Vacuümbuizen inbouwen (vervolg) A

69 Vacuümbuizen inbouwen (vervolg)! Opgelet Als het zonne-energiesysteem na de montage niet onmiddellijk met het warmte overdrachtsmedium wordt gevuld, kunnen de collectoren worden beschadigd. Daarom moeten de collectoren met een afdekking tegen zoninstraling worden geschermd. Collectortemperatuursensor monteren Montage-instructies Sensor in de buurt van de hydraulische aansluiting monteren.! Opgelet De sensorkabel mag niet met de hete buizen in contact komen. De kabel in de gleuf van de isolatie leggen x 69

70 Collectortemperatuursensor monteren (vervolg)

71 Installatie Opgelet! Ondeskundige installatie kan schade aan de collectoren veroorzaken. Voor de installatie rood messing fittingen, messing fittingen en koperbuis gebruiken. Collectoren niet betreden! In de buurt van de collector en aan de collector niet solderen! Leidingen zo leggen dat een volledige ontluchting wordt gegarandeerd. Op een toegankelijke plaats een luchtafscheider in de buisleiding monteren. Opmerking In de Solar-Divicon is een luchtafscheider in de aanvoerstreng geïntegreerd. In de regel worden koperen leidingen in het zonnecircuit hard gesoldeerd of geperst. Zachte soldeerverbindingen kunnen, vooral in de buurt van de collector, vanwege de maximaal optredende temperaturen zwak worden. Het best geschikt zijn metaal dichtende verbindingen, knelkoppelingen of Viessmann-steekverbindingen met dubbele O-ringen. Indien andere afdichtingen, bijv. platte pakkingen, worden gebruikt, moet een voldoende glycol-, druk- en temperatuurbestendigheid door de fabrikant worden gegarandeerd. Verbindingen dienen druk- en temperatuurbestendig te zijn (max. stilstandstemperatuur van de collector in acht nemen). Niet gebruiken: teflon (ontbrekende glycolbestendigheid) hennepverbindingen (niet voldoende gasdicht) Installatie volgens EN met expansievat, veiligheidsklep en circulatiepomp uitrusten. Het expansievat moet volgens DIN 4807 toegelaten zijn. Membranen en afdichtingen van het expansievat en de veiligheidsklep moeten geschikt zijn voor het warmte overdrachtsmedium. Berekening van de voordruk, zie servicehandleiding Vitosol. Bij werking zonder Solar-Divicon alleen veiligheidskleppen gebruiken die ontworpen zijn 120 C en max. 6 bar en de codeletter S (Solar) in de onderdeel-id hebben. 71

72 Installatie (vervolg) A M K B P K C L G F D E G H A Collector B Solar-Divicon C Vulkraan D Afsluitkraan E Aftapkraan F Luchtafscheider G Expansievat H Opvangreservoir K Stagnatiekoeler L Warmwaterboiler M Zonneregeling 72

73 Inbedrijfstelling van het zonne-energiesysteem Servicehandleiding Vitosol-T. 73

74 74

75 75

76 76 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.