GEMEENTE AMSTERDAM De bestuurscommissie van Stadsdeel Oost. Ontwerp weigering omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Bezoekadres Oranje-Vrijstaatplein NG Amsterdam Postbus GV Amsterdam Telefoon Retouradres: Postbus 94801, 1090GV Amsterdam E Harbour Amsterdam Oost T.a.v. de heer J.W.M. Schippers Veembroederhof 100 hs 1019 HC Amsterdam Datum 1 juni 2015 Ons kenmerk /HZ_WABO Adres Borneosteiger 11019KM Amsterdam Behandeld door Mw. C. Lieuw Fo Doorkiesnummer c.lieuw.fo@amsterdam.nl Onderwerp Ontwerp weigering omgevingsvergunning is voornemens om: GEMEENTE AMSTERDAM De bestuurscommissie van Stadsdeel Oost Ontwerp weigering omgevingsvergunning een omgevingsvergunning te weigeren voor het realiseren van een jachthaven op de locatie Borneosteiger 1, 1019KM te Amsterdam. Activiteiten Het project bestaat uit de volgende activiteit: A. het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met een planologische regeling (artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, om af te wijken van het geldende bestemmingsplan. Hoogachtend, Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens deze, DEZE ONTWERPBESCHIKKING WORDT NIET ONDERTEKEND de secretaris van de bestuurscommissie Oost Liane Pielanen

2 Oost Pagina 2 van 14 De volgende documenten maken onderdeel uit van dit besluit en zijn vanaf de dag van bekendmaking van dit besluit, als bedoeld in artikel 3.41, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, gedurende 7 kalenderdagen online beschikbaar. In een ontvangt u van ons een link om het besluit met de bijlage te downloaden. Na deze periode is het besluit met de daarbij horende documenten verkrijgbaar bij ons bouwarchief. Met het bouwarchief moet u een afspraak maken. Informatie over de wijze waarop u een afspraak kunt maken met het bouwarchief vindt u op de website van stadsdeel Oost. Voor meer informatie over het maken van een afspraak kunt u ook bellen met de contactcenter op telefoonnummer Bijlagen Aanvraagformulier, gemerkt 1; Brief aanpassing bouwplan, gemerkt 2; Tekeningen, gemerkt 3; Ruimtelijke Onderbouwing, gemerkt 4; Akoestisch onderzoek, gemerkt 5; Nbtc.nipo research, gemerkt 6. Wat volgt hierna? Rechtsbescherming Inwerkingtreding beschikking Intrekking en overschrijving Verloop van de procedure Beoordeling van het project Rechtsbescherming Clausule zienswijze Niet mee eens? Bent u het niet eens met dit ontwerpbesluit? Dan kunt u gedurende de zes weken dat het ontwerpbesluit ter inzage ligt een zienswijze indienen. Dit kan schriftelijk of mondeling. Stuur uw zienswijze naar: Het college van burgemeesters en wethouders van Amsterdam T.a.v. Stadsdeel Oost Afdeling vergunningen Team Wabo Postbus GV Amsterdam Vermeld in uw zienswijze altijd: uw naam, adres en telefoonnummer; de datum waarop u de zienswijze schrijft en uw handtekening; het ontwerpbesluit waartegen u een zienswijze indient, datum en referentienummer/kenmerk van het ontwerpbesluit; waarom u een zienswijze indient.

3 Oost Pagina 3 van 14 Voor een mondelinge zienswijze kunt u contact opnemen met het stadsdeel. Dit kan op maandag t/m vrijdag van 8.30 tot uur (Team Wabo). Telefoonnummer: Inwerkingtreding beschikking Bij beroepstermijn De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn zoals bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (zes weken na de datum bekendmaking van de vergunning), voor het indienen van een beroepschrift in gevallen waarin zij is voorbereid met toepassing van afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 6.1, tweede lid, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Bij voorlopige voorziening Indien in gevallen, zoals bedoeld in artikel 6.1, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gedurende de daar bedoelde termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt de beschikking niet eerder in werking voordat op dat verzoek is beslist (artikel 6.1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Bij beroep op Waterwet Indien, zoals bedoeld in artikel 3.16 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, beroep is ingesteld tegen een beschikking op de aanvraag zoals bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet en deze beschikking daarmee samenhangt, heeft het beroep, voor zover het die samenhang betreft, ook betrekking op deze beschikking (artikel 6.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Intrekking en overschrijving Intrekking Dit besluit kan onder andere worden ingetrokken als er gedurende een bepaalde termijn geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning, op verzoek van de vergunninghouder, of als hiervoor een zwaarwegend belang aanwezig is. In sommige gevallen moet het besluit worden ingetrokken. Bijvoorbeeld op verzoek van een ander bestuursorgaan of een adviseur, als deze bij het besluit betrokken is geweest. Overschrijving Het is mogelijk om een omgevingsvergunning over te schrijven, zodat iemand anders dan de aanvrager vergunninghouder wordt. Dit moet minimaal vier weken voor de gewenste overschrijving aan het stadsdeel worden gemeld. Hierbij dienen de volgende gegevens worden ingediend: - naam en adres van de vergunninghouder; - de omgevingsvergunning(en) waar het verzoek betrekking op heeft; - naam, adres en telefoonnummer van degene voor wie de omgevingsvergunning zal gaan gelden; - een contactpersoon van degene voor wie de omgevingsvergunning zal gaan gelden; - het tijdstip waarop de overschrijving plaats zal vinden.

4 Oost Pagina 4 van 14 Verloop van de procedure Originele aanvraag Op 17 maart 2014 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een jachthaven aan de Borneosteiger met ongeveer 80 ligplaatsen voor pleziervaartuigen en bedrijfsvaartuigen, zowel gemotoriseerd als elektrisch. Er was voornamelijk sprake van pleziervaartuigen en een kleine toename van bedrijfsvaartuigen ten opzichte van de huidige situatie. De aanvraag, de ontwerpbeschikking en de bijbehorende stukken hebben van 24 juli 2014 tot en met 3 september 2014 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn er 247 zienswijzen ingediend. Opschorting beslistermijn Op 1 oktober 2014 is de beslistermijn van de aanvraag op verzoek van de aanvrager, op basis van artikel 4.15, tweede lid, onder a van de Algemene wet bestuursrecht, opgeschort tot nader order. Op 21 januari 2015 heeft de aanvrager de opschorting van de beslistermijn ingetrokken en heeft hij ons verzocht om zo spoedig mogelijk een besluit te nemen. Gewijzigde aanvraag De aanvrager heeft op 21 januari 2015 een aangepast plan ingediend. Er worden in het aangepast plan 71 ligplaatsen gerealiseerd in plaats van ongeveer 80. In de gewijzigde aanvraag worden de mogelijkheden voor bedrijfsvaartuigen uitgebreid. In deze aanvraag zijn alle 71 ligplaatsen te gebruiken voor zowel pleziervaartuigen als bedrijfsvaartuigen. De gewijzigde aanvraag betreft een dusdanige essentiële wijziging ten opzichte van de originele aanvraag, waardoor er sprake is van een nieuwe aanvraag. De procedure moet dan ook opnieuw worden doorlopen. Het besluit is voorbereid overeenkomstig de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in 3.3. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Terinzagelegging Het ontwerp van het te nemen besluit, met de hierop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig waren voor een beoordeling van het ontwerp, wordt zes weken ter inzage gelegd, van 5 juni 2015 tot en met 16 juli Voorafgaande aan deze terinzagelegging is van het ontwerp besluit kennis gegeven in de Staatscourant en op de website van Amsterdam.

5 Oost Pagina 5 van 14 Beoordeling van het project Planologie Bestemmingsplan De aanvraag heeft betrekking op een locatie die is gelegen in het bestemmingsplan Cruquius en heeft de bestemmingen Water, Wonen en Verkeer-2. Het gebruik als jachthaven is in strijd met deze bestemmingen. Jachthavens of steigers zijn binnen de bestemming Water alleen toegestaan ter plaatse van de nadere aanduiding 'jachthaven' en 'specifieke vorm van water - steiger'. Op de locatie waarvoor de aanvraag is ingediend, is geen nadere aanduiding opgenomen dat een jachthaven en/of steigers zijn toegestaan. Het bouwplan is derhalve in strijd met de artikelen 17, 19 en 20 van de bestemmingsplanvoorschriften. Projectafwijking (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo) Het is mogelijk van het bestemmingsplan af te wijken, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Wij zijn van oordeel dat deze activiteit in strijd is met een goede ruimtelijke ordening zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo. Dit wordt hierna nader gemotiveerd. Ruimtelijke afweging Allereerst stellen wij vast dat de ruimtelijke onderbouwing Jachthaven E-Harbour onvoldoende is onderbouwd. Essentiële aspecten, zoals hierna genoemd ( ad. 3 kopje ruimtelijke onderbouwing ) zijn niet of onvoldoende onderzocht. Afgezien van deze tekortkoming in de onderbouwing, zorgt een ontwikkeling van een jachthaven in een omvang en op een locatie zoals hier bedoeld voor een te grote ruimtelijke impact op (de identiteit van) de omgeving. Aan de ruimtelijke afweging liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: I. Stedelijk beleid II. Woon- en leefklimaat III. Ruimtelijke Onderbouwing Jachthaven E-Harbour IV. Betrokken belangen I. Stedelijk beleid: Structuurvisie Amsterdam 2040 (Vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam op 17 februari 2011) De structuurvisie is opgesteld in opdracht van het gemeentebestuur van Amsterdam. Na instemming van het college van B&W op 12 oktober 2010 heeft de gemeenteraad de structuurvisie op 17 februari 2011 vastgesteld. De realisatie van een jachthaven voor elektrisch varen en het creëren van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen past in de doelstellingen van het stedelijk beleid zoals verwoord in de structuurvisie en daarop gebaseerde beleidsstukken (waaronder de Watervisie en de Nota Varen). Echter, zoals ook in de structuurvisie staat worden locaties voor jachthavens niet willekeurig gekozen, maar liggen altijd in het zicht van de stad en zijn ze passend bij de identiteit van de omgeving. Die jachthavens moeten dan geen afgeschermde parkeerhavens zijn voor boten, maar aantrekkelijke stedelijke plekken. De Watervisie verwoordt het als volgt: we willen er samen met de stadsdelen

6 Oost Pagina 6 van 14 voor zorgen dat water in alle delen van de stad zo veel mogelijk openbaar en toegankelijk gemaakt wordt en blijft. Door het geven van ruimte aan ligplaatsen voor de passagiersvaart worden de doelstellingen uit de nota Varen 2.1 ondersteund. Er is een tekort aan ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in Amsterdam en alle ligplaatsen worden uitgerust met een oplaadpunt voor elektrisch varen. Echter een jachthaven op deze locatie en met deze omvang is niet passend bij de identiteit van de omgeving. Daarnaast wordt het water hier aan de openbaarheid onttrokken en komen er hekken te staan waardoor het een afgeschermde parkeerhaven voor boten wordt. Juist dit wordt als ongewenst gezien. Hoewel het creëren van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen voorzien van een elektrisch oplaadpunt een gewenste ontwikkeling is, kan ook op basis van het stedelijk beleid geconcludeerd worden dat een jachthaven van deze grootte op deze locatie geen gewenste ontwikkeling is. II. Woon- en leefklimaat De jachthaven is gelegen in de directe nabijheid van woningen, waarbij zelfs enkele woningen boven de jachthaven zullen liggen. In de beoordeling van de eerste aanvraag werd uitgegaan van voornamelijk elektrisch aangedreven motoren. Deze nieuwe aanvraag maakt duidelijk dat het de wens is om uiteindelijk alleen elektrisch aangedreven boten ligplaats te bieden, maar de aanvraag ziet hier niet op. Ook gemotoriseerde boten kunnen ligplaats krijgen. Tevens is de aanvraag uitgebreid om voor passagiers-/bedrijfsvaartuigen ligplaatsen te realiseren. Deze laatste boten varen dagelijks in en uit, terwijl de meeste pleziervaartuigen dat gemiddeld minder vaak doen. Het merendeel van de passagiers-/bedrijfsvaartuigen is niet elektrisch aangedreven. De impact van de jachthaven op de omgeving wordt door deze uitbreiding alleen maar groter. Zie verder de ruimtelijke onderbouwing (onder III) behorende bij deze aanvraag. Het feit dat in eerste instantie is meegedacht, maar dat nu negatief wordt geadviseerd, betekent niet dat het stadsdeel Oost in beginsel tegen waterontwikkelingen is. In tegendeel, het stadsdeel Oost is actief bij de uitwerking van de Wateragenda van Amsterdam. Denk hierbij onder andere aan IJburg met zijn haven, steigers en waterrecreatie mogelijkheden, de realisatie van jachthaven Entrepot, diverse kanoverenigingen, de buurthaven met bedrijfsvaartligplaatsen en elektrische sloepenverhuur aan de Schollenbrugstraat en de elektrische sloepenverhuur aan de Mauritskade. Zodra wonen en water elkaar ontmoeten zoeken wij naar een balans in het gebied. In het geval van de jachthaven Borneosteiger is de kritische grens overschreden. Dit blijkt onder andere ook uit de vele zienswijzen van omwonenden, waar wij als ogen en oren van de buurt groot belang aan hechten. De haven zorgt voor een te grote ruimtelijke impact op de omgeving en een aantasting van het woon- en leefklimaat. De jachthaven van deze omvang zorgt voor een onaanvaardbare verslechtering van het woon- en leefklimaat in en nabij de Borneosteiger. III. Ruimtelijke Onderbouwing Jachthaven E-Harbour De bebouwing van het Oostelijk Havengebied heeft een stedelijk karakter met een hoge bebouwingsdichtheid. Voor groen is de ruimte beperkt. De leus van de stadsontwikkeling was "blauw is groen", oftewel het water van de havens in het gebied moest grotendeels de functie overnemen die het groen in andere buurten heeft.

7 Oost Pagina 7 van 14 Het water is onderdeel van de Entrepothaven. Daaroverheen is een slingerend blok woningen gebouwd. In het midden van dit slingerblok ligt op een soort eiland een horecagelegenheid. Vanaf dit eiland lopen in drie richtingen steigers (de Borneosteiger) naar de Entrepotkade, de van Eesterenlaan en de Borneokade. De horecagelegenheid bevindt zich als het ware als een spin in een web. Het slingerblok markeert de grens tussen het oostelijk deel van de Entrepothaven en Entrepot West. Het oostelijk deel heeft nog de steenachtige uitstraling van een haven met kades. Het oostelijk deel is veel groener van karakter. Gazons met wandelpaden begeleiden de oevers. De oever zelf bestaat uit een glooiing van basaltblokken, die af en toe begroeit zijn. Er ontstaat daardoor een zachte overgang van land naar water. Hoewel veel smaller dan het oostelijk deel is het water van Entrepot west nog behoorlijk ruim. De deels onder het slingerblok gelegen binnenhaven ziet er rommelig uit. Dit komt mede doordat er ook bootjes zonder aanmeervoorzieningen tegen de poeren van het blok liggen. Aan de achterzijde van de bebouwing aan de van Eesterenlaan liggen terrassen aan het water. Ingevolge artikel 5.20 van het Besluit omgevingsrecht (hierna: het Bor) zijn, voor zover de omgevingsvergunning wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo, de artikelen 3.1.2, en 3.3.1, eerste lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) van overeenkomstige toepassing. Om die reden gaan we hier achtereenvolgens in op de aspecten: 1. Ladder van duurzame verstedelijking 2. Milieu 3. Ecologie 4. Verkeer en parkeren 5. Waterbeleid 6. Privacy 1. Ladder van duurzame verstedelijking Op grond van artikel van het Bro dienen overheden - indien zij een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk willen maken - standaard een aantal stappen te zetten die borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. De eerste vraag die in dit kader behandeld moet worden is de vraag is of er een actuele regionale behoefte bestaat naar een jachthaven. In de Nota Varen in Amsterdam 2.1 (Vastgesteld door de gemeenteraad op 2 oktober 2013 en inclusief moties gewijzigd vastgesteld door B&W op 19 november 2013) wordt aangegeven dat het streven is te komen tot een forse uitbreiding van het aantal beschikbare (nacht)ligplaatsen. Dit lijkt te duiden op een actuele behoefte, echter in de uitwerking van deze plannen (onder andere in het rapport Ligplaatsen genoeg, frustraties teveel) is de locatie Borneosteiger niet meegenomen. Daarnaast is naast de Borneosteiger de Entrepothaven gelegen waar nog veel ligplaatsen over zijn. De grachtenmonitor 2014 meldt dat het aantal pleziervaartuigen voor het derde achtereenvolgende jaar is afgenomen. Er is onvoldoende onderbouwd waarom de ontwikkeling op deze locatie dient te komen.

8 Oost Pagina 8 van Milieu 2.1.Milieuzonering In de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (2011) zijn richtafstandenlijsten voor milieubelastende activiteiten opgenomen. Deze lijst is ook opgenomen bij het bestemmingsplan. Een jachthaven met diverse voorzieningen valt onder categorie 3.1 en kent een grootste afstand van 50 meter van de jachthaven tot woningen. Omdat sprake is van een gemengd stedelijk gebied kan de afstand met een stap verminderd worden tot 30 meter. De jachthaven wordt echter deels onder woningen gerealiseerd en voldoet daarmee niet aan de richtafstand. SBI SBI OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS INDICES - - nummer G GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE VERKEER VISUEEL Jachthavens met diverse voorzieningen C P 1 B BODEM LUCHT Afweging De richtlijnen uit de VNG-brochure gaan uit van relatief grote jachthavens met diverse voorzieningen (zoals onderhoud en horeca) wat resulteert in een relatieve grote richtafstand. In de voorliggende aanvraag gaat het om een relatief kleine haven en worden er alleen ligplaatsen gerealiseerd en vooralsnog geen voorzieningen voor onderhoud of horeca. Horeca is in de huidige situatie al aanwezig. Met de komst van een jachthaven vindt er een opeenstapeling van milieubelastende activiteiten plaats waarbij de woningen direct naast en boven de jachthaven zijn gesitueerd. De afstand tot deze woningen is nul. In de beoordeling van de eerste aanvraag werd uitgegaan van voornamelijk elektrisch aangedreven motoren, waardoor de aan te houden afstand als nog kleiner werd beoordeeld. Deze nieuwe aanvraag maakt duidelijk dat het de wens is om uiteindelijk alleen elektrisch aangedreven boten ligplaats te bieden, maar dat daar zeker in de eerste jaren nog geen sprake van is en niet geborgd is dat er uiteindelijk alleen maar elektrische boten komen te liggen. Tevens is de aanvraag uitgebreid om voor passagiers-/bedrijfsvaartuigen ligplaatsen te realiseren. Deze boten varen dagelijks in en uit, terwijl de meeste pleziervaartuigen veel minder vaak uitvaren. Naast geluid worden er ook afstanden gegeven voor andere ruimtelijk relevante milieuaspecten, te weten geur, stof en gevaar. 2.2 Geluid In de ruimtelijke onderbouwing wordt uitgebreid ingegaan op de onderbouwing van de verkleining van de afstand voor het aspect geluid en is een akoestisch rapport aangeleverd ter onderbouwing. In de onderbouwing wordt ook hier aangegeven dat de jachthaven bestemd is voor elektrisch aangedreven vaartuigen en dat zeilboten met masten geen ligplaats zullen innemen, echter dit is niet wat er in de aanvraag staat. Aangegeven wordt dat de wens bestaat om enkel elektrisch aangedreven boten ligplaats te bieden, maar dat daar zeker in de eerste jaren nog geen sprake van is. Daarnaast wordt niet aangegeven dat zeilboten worden geweerd. De kans is klein dat zij gezien de ligging van de jachtplaats ligplaats innemen, maar het is niet onmogelijk. Tevens is de aanvraag

9 Oost Pagina 9 van 14 uitgebreid om voor passagiers-/bedrijfsvaartuigen ligplaatsen te realiseren. Deze laatste boten varen dagelijks in en uit, terwijl de meeste pleziervaartuigen veel minder vaak uitvaren. Het Amsterdamse gemeentebestuur hecht veel waarde aan de realisatie van woningen met een optimale leefkwaliteit, ook als op locaties die blootstaan aan geluidshinder van wegen, spoorbanen en/of industrie wordt gebouwd. Daarom is bepaald dat woningen waarvoor hogere grenswaarden worden vastgesteld in principe dienen te beschikken over een stille zijde. Van dit principe kan slechts worden afgeweken op grond van zwaarwegende argumenten. Van zwaarwegende argumenten is hier geen sprake. Voor de woningen gelegen aan de Van Eesterenlaan geldt de gevel aan de zijde van de jachthaven als geluidsluwe zijde. Door aan deze zijde een jachthaven mogelijk te maken met frequent in- en uitvarend verkeer wat een extra geluidsbelasting met zich mee brengt. Het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd door Anteagroup voor de jachthaven aan de Borneosteiger en Entrepotkade in Amsterdam richt zich uitsluitend op het vaargeluid van de boten. Het akoestisch onderzoek geeft aan dat het geluid binnen de normen blijft. Daarentegen is in het kader van de beoordeling van een goede ruimtelijke ordening het juist ook van belang om andere potentiële (geluid)hinderbronnen te beschouwen. Dan kan een completere beoordeling worden gegeven van eventuele geluidbronnen die hinder naar de omgeving kunnen veroorzaken. In onderzoek zou stemgeluid, loopgeluid en piekgeluiden vanwege het stalen hek eveneens moeten worden beschouwd om een completere en realistische afweging te maken. Betreffende het stemgeluid is door stadsdeel Oost nader onderzoek gedaan door het Geluidburo. De conclusie van het onderzoek is dat de reguliere stemgeluiden in de jachthaven geen aanleiding tot hinder zullen geven in de omgeving. Van belang is de gezelligheid die kan ontstaan met mooi weer te reguleren. Het borrelen en nazitten op de boten kan leiden tot hinder, waarbij muziekgeluid en stemgeluid van luid pratende mensen met name in de avondperiode aanleiding kan zijn voor klachten. Geconcludeerd mag worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening en een acceptabel woon- en leefklimaat, mits de gezelligheid op boten in de avondperiode wordt gereguleerd en beperkt. 2.3 Geur In de onderbouwing wordt niet ingegaan op geur. De aangegeven afstand hiervoor is 10 meter, waarbij voor gemengd gebied rekening mag worden gehouden met de vermindering van één afstandsstap. De jachthaven kan worden gezien als gemengd gebied, echter het is wel een afgesloten omgeving, waar geur kan blijven hangen. Vooral de niet elektrisch aangedreven passagiers- en bedrijfsvaartuigen geven veel geur hinder. Zowel in de Watervisie als in de Nota Varen 2.1 wordt aangegeven dat zowel met betrekking tot luchtkwaliteit als stank en geluidsoverlast beleving van overlast relatief groot is. 2.4 Gevaar De jachthaven zelf is geen Bevi inrichting. Wel wordt er in bedrijven en milieuzonering een afstand van 30 meter aangehouden. Voor gemend gebied kan dit korter. Ook vindt er geen opslag van gevaarlijke stoffen plaats. De boten kunnen wel gasflessen aan boord hebben, daarnaast kunnen de diesel en benzinetanks gevaar opleveren.

10 Oost Pagina 10 van 14 De milieuaspecten geluid, geur, stof en gevaar zijn onvoldoende onderzocht, waardoor niet is aangetoond dat er sprake zal zijn van een goed woon- en leefklimaat na vestiging van de jachthaven. De ruimtelijke onderbouwing schiet hierop derhalve te kort. 2.5 Luchtkwaliteit Een jachthaven is geen kwetsbare functie zoals bedoeld in het Besluit Luchtkwaliteit. De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet milieubeheer goedgekeurd (Stb. 2007, 414). Omdat hoofdstuk 5 titel 2 handelt over luchtkwaliteit staat het hoofdstuk ook bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. De Wet luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen kleine en grote projecten. Kleine projecten dragen niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit. Een paar honderd grote projecten dragen juist wel in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het gaat vooral om bedrijventerreinen en infrastructuur. Wat het begrip in betekenende mate precies inhoudt, staat in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen. Op hoofdlijnen komt het erop neer dat grote projecten die jaarlijks meer dan 3 procent bijdragen aan de jaargemiddelde norm voor fijn stof en stikstofdioxide (1,2 microgram per m3) een betekenend negatief effect hebben op de luchtkwaliteit. Kleine projecten die minder dan 3 procent bijdragen, kunnen doorgaan zonder toetsing. Dat betekent bijvoorbeeld dat lokale overheden een woonwijk van minder dan huizen niet hoeven te toetsen aan de normen voor luchtkwaliteit. Deze kwantitatieve vertaling naar verschillende functies is neergelegd in de Regeling niet-in betekenende mate bijdragen (Regeling NIBM). In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening opgenomen voor de luchtkwaliteit. Daaruit blijkt dat het project niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. 2.6 Externe veiligheid Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op twee maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc.). Groepsrisico Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een Indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm).

11 Oost Pagina 11 van 14 Afweging Over de spoorweg Amsterdam Diemen vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De Borneosteiger ligt buiten de zone van de spoorweg. Een deel van de steiger zal echter wel binnen de zone komen te liggen. Het plangebied ligt verder niet binnen de risicozones van LPG-stations, overige risicobedrijven en aardgasbuisleidingen of (vaar)wegen. Uit eerder onderzoek naar de externe veiligheid rond de spoorweg is gebleken dat het plaatsgebonden risico als gevolg van het vervoer per spoor lager is dan 10-6 per jaar en dat het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde blijft (minder dan 0,3 maal de oriëntatiewaarde). Op de steiger zullen mensen slechts korte tijd aanwezig zijn, nl. om naar een boot te gaan en daarmee weg te varen. Door het intensievere gebruik van de jachthaven zullen er wel meer mensen aanwezig zijn De verwachting is dat het groepsrisico daardoor niet significant zal toenemen. Echter dit is niet onderzocht. Slechts een deel van de steigers liggen binnen een zone voor externe veiligheid. In de huidige situatie ligt het groepsrisico ver onder de oriëntatiewaarde. De verwachting is dat externe veiligheid vormt daarmee geen belemmering voor het plan, dit is echter niet onderzocht. 3. Ecologie In de ruimtelijke onderbouwing staat dat de huidige boten verdwijnen ten gunste van de nieuwe boten en dat daarom er niet meer vaarbewegingen zullen zijn en dat hierdoor er geen negatieve effecten op de Natura 2000 gebieden of flora en fauna is te verwachten. Deze aanname lijkt niet correct, want de boten die weg moeten zullen ongetwijfeld elders in Amsterdam worden aangemeerd. Op dat moment kunnen er wel meer vaarbewegingen ontstaan. Ook wordt de bestaande haven uitgebreid en zullen er dus meer boten komen. Ook hierdoor neemt het aantal vaarbewegingen toe. Daarnaast wordt de haven nu uitsluitend gebruikt voor pleziervaartuigen. Gezien de aanvraag is het ook mogelijk dat er alleen passagiers-/bedrijfsvaartuigen zullen aanmeren. Zij zullen over het algemeen vaker uitvaren dan de pleziervaartuigen, hetgeen meer vaarbewegingen zal genereren. Daarnaast zijn deze vaartuigen niet, zoals in de ruimtelijke onderbouwing staat, uitsluitend elektrisch aangedreven. Er wordt in de ruimtelijke onderbouwing duidelijk gesteld dat er geen significant negatieve effecten zijn op beschermde soorten. Deze stelling wordt echter niet onderbouwd met een onderzoek. Er wordt onvoldoende onderbouwd dat er geen (significant) nadelige effecten te verwachten zijn op het nabijgelegen Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer of dat er plant- en diersoorten aanwezig zijn die beschermd worden op grond van de Flora- en faunawet. 4. Verkeer en parkeren Parkeren Uitgangspunt is dat bij elke nieuwe ruimtelijke ontwikkeling de parkeerbehoefte op eigen terrein afgewenteld moet worden. Het parkeerkencijfer voor een jachthaven is volgens het CROW in een zeer sterk stedelijk gebied met een centrumfunctie circa 0,5 parkeerplaats per ligplaats. Opmerking van het CROW is dat dit kencijfers slechts zeer globaal is en dat er een forse marge in acht genomen moet worden. De kencijfers voor buitengebieden in niet stedelijke gebieden is namelijk hetzelfde. De parkeerbehoefte zal in dit geval ongeveer 0,1 parkeerplaats per ligplaats bedragen. Op een totaal van 70 ligplaatsen komt dat neer op circa 7 parkeerplaatsen. In tegenstelling tot hetgeen in de ruimtelijke onderbouwing is opgenomen is in de woonwijken gelegen aan de Borneolaan en de Entrepotbrug in de regel geen parkeercapaciteit beschikbaar voor andere functies. De

12 Oost Pagina 12 van 14 parkeerplaatsen zijn nodig voor het faciliteren van bewoners en bezoekers van bewoners. Aangenomen wordt dat de gebruikers en eigenaren van de sloepen voor pleziervaart voor een belangrijk deel uit de directe omgeving komen. Dat zou betekenen dat geen sprake is van extra parkeerbehoefte door de aanwezigheid van de haven. De parkeerbehoefte van de sloepenhaven kan wel opgevangen worden op het Veemarktterrein. Daar is, zeker in het weekend en in de vakantieperiodes, voldoende parkeercapaciteit beschikbaar. Het Veemarktterrein is prima ontsloten en ligt op loopafstand van de sloepenhaven (ca. 200 meter). Er zijn echter weinig sturingsmogelijkheden om parkeerders die toch met de auto komen te weren en het is onwenselijk dat de aanliggende woonwijk zwaarder wordt belast met parkeerders. Daarnaast zullen eigenaren en gebruikers van passagiersvaartuigen niet per definitie uit de omgeving komen. Daarnaast zullen zij juist ook op werkdagen gebruik maken van de parkeervoorzieningen op het Veemarktterrein. Fietsvoorzieningen De meeste gebruikers van de pleziervaartuigen zullen uit de directe omgeving komen. De locatie is niet bedoeld als opstappunt voor de passagiers-/bedrijfsvaartuigen. Wel zullen de eigenaren (en gasten) van de pleziervaartuigen hier opstappen. Het parkeren van fietsen op de steiger is onwenselijk. In de aanvraag wordt geen analyse gegeven van de mogelijk sterke toename van overlast door (wild)fietsparkeren in het gebied. Bij geen van de toegangen naar de jachthaven is in de directe omgeving fietsparkeercapaciteit aanwezig, noch worden voorstellen gedaan om deze toe te voegen. Ook is in het stuk geen relatie gelegd tussen een mogelijk sterke toename van het gebruik van het gebied en de gevolgen voor het fietsparkeren. Indien de locatie gebruikt wordt als opstapplaats voor de bootjes (zowel privévaart als de bedrijfsvaartuigen) kan dit grote gevolgen hebben voor het aanbod aan geparkeerde fietsen in het gebied. Twintig bootjes waarop per bootje tien mensen meevaren, kan al snel inhouden dat er honderd tot honderdvijftig bezoekersfietsen in het gebied gestald moeten worden. Uit de aanvraag blijkt niet hoe het fietsparkeren geregeld zal worden. Wel wordt aangegeven dat veel gebruikers uit Amsterdam zullen komen. Het gebruik van de fiets is in Amsterdam de afgelopen jaren gestegen. Daar het gebruik van de functie ook vooral bij mooi weer zal pieken is dit een verdere stimulans om van de fiets gebruik te maken. Deze toename van fietsen kan vanwege het ontbreken van (voorstellen voor) fietsparkeercapaciteit alleen leiden tot overlast door wildparkeerders. Laden en lossen Voor parkeren is de locatie Veemarktterrein op korte afstand beschikbaar. Wel is er mogelijk behoefte aan het laden en lossen op kortere afstand van de haven. De locatie is vanaf drie kanten bereikbaar. Voor laden en lossen kan geparkeerd worden op bestaande parkeerplaatsen bij de C. van Eesterenlaan, Entrepothof en Entrepotbrug. Waarschijnlijk zijn deze parkeergelegenheden echter onvoldoende om piekbelasting op te vangen nu er intensiever gebruik gemaakt gaat worden van de haven. De extra parkeerdruk voor auto s kan niet opgevangen worden op eigen terrein. Verder ontbreekt de onderbouwing betreffende de bedrijfsvaartuigen en ontbreekt een visie op fietsparkeren en hoe dit op te lossen. 5. Waterbeleid Segmenten passagiersvaartuigen In het stedelijk beleid zoals verwoord in de Nota Varen in Amsterdam 2.1 wordt de passagiersvaart ingedeeld in de verschillende segmenten:

13 Oost Pagina 13 van 14 Gebruik door passagiersvaartuigen Gezien de afmeting van de ligplaatsen en de segmentering van de passagiersvaart kunnen de ligplaatsen in Borneo Marina en Entrepot Marina door passagiersvaartuigen Bemand open, Onbemand of Waterfietsen worden gebruikt. Hoewel een deel van deze bedrijfsvaartuigen qua omvang en aard visueel overeenkomt met pleziervaartuigen is het gebruik anders. In de regel worden pleziervaartuigen gedurende het jaar beperkt gebruikt (mooi weer, zon- en feestdagen, etc.). Het gebruik van passagiersvaartuigen kan over het algemeen het gehele jaar door dagelijks plaatsvinden. Het aantal, het segment en het effect van de passagiersvaartuigen is in de ruimtelijke onderbouwing niet toegelicht en kan dus niet worden beoordeeld. Nautische afweging Voor de ruimtelijke situering van de jachthaven en de ligplaatsen in het water in de oorspronkelijke aanvraag is een positief nautisch vooradvies gegeven door Waternet. In de definitieve beoordeling kunnen nog wel aanvullende eisen worden gesteld aan nautische bebording, verlichting, e.d. De wijzigingen in de aangepaste aanvraag vormen geen uitbreiding of herpositionering van de steigers. Hierdoor is er geen aanleiding een nieuw nautisch vooradvies aan te vragen. Beleid De realisatie van ligplaatsen voor pleziervaartuigen met de mogelijkheid tot elektrisch opladen voldoet aan de ambitie van de gemeente Amsterdam om de pleziervaart te verduurzamen/vergoenen. Deze ambitie is verwoord in de nota Varen in Amsterdam 2.1. De realisatie van nieuwe ligplaatsen voor passagiersvaartuigen buiten het centrumgebied van Amsterdam voldoet aan de ambitie van de gemeente Amsterdam zoals verwoord nota Varen in Amsterdam 2.1. Hoewel nieuwe ligplaatsen voor passagiersvaartuigen past in stedelijk beleid, ontbreekt het in de aanvraag aan informatie over passagiersvaartuigen. Het effect van de passagiersvaartuigen is in de ruimtelijke onderbouwing niet toegelicht en kan dus niet worden beoordeeld. 6. Privacy De realisatie van de jachthaven op deze locatie zorgt voor een duidelijke vermindering van het woongenot en privacy. Er zullen immers meer en frequenter bezoekers naar de steiger komen. De tuin en slaapkamers van de woningen aan de van Eesterenlaan zijn direct aan het water gelegen. Zij zullen, zeker ook door de realisatie van een brug aan deze zijde veel varend verkeer langs krijgen. In de zienswijzeperiode is door één van de omwonenden aangegeven dat de verhoging van de brug zorgt voor een vermindering van privacy voor de woning gelegen op de hoek doordat er inkijk ontstaat in de woning. Op een afstand van ongeveer 8 meter zullen nu mensen langslopen, daar waar nu een vrij uitzicht is. De bewoners op de begane grond en op de eerste verdieping krijgen te maken met veel meer langsvarend en lopend verkeer hetgeen wordt aangemerkt als een onaanvaardbare inbreuk op de privacy en aantasting van het woon- en leefklimaat.

14 Oost Pagina 14 van 14 IV. Betrokken belangen Wij hebben met de volgende belangen rekening gehouden: _ De belangen van de ondernemer die geïnvesteerd en gewerkt heeft aan het realiseren van zijn plannen. De ondernemer heeft voor zijn duurzame initiatief subsidie aangevraagd bij de provincie en deze aanvraag is ook toegekend; _ De belangen van omwonenden en gebruikers (kano-vereniging) in het gebied die zich in meerderheid verzetten tegen de komst van een jachthaven. Zij vrezen voor overlast ten aanzien van geluid, geur als ook ten aanzien van parkeren en verkeer. Verder denken zij dat de uitvoerbaarheid van hun huidige activiteiten (kanovereniging) in het geding komt en het initiatief een inbreuk op privacy met zich meebrengt; _ Het gemeentelijk belang dat er voldoende ligplaatsen voor passagiersvaartuigen (juridisch planologisch) zijn als ook een schone vaart/elektrisch varen. Deze belangenafweging komt neer op het wegen van het (stedelijk) belang om duurzame (passagiers)vaart te realiseren, waaronder het realiseren van voldoende ligplaatsen (al dan niet op initiatief door marktpartijen), en het ruimtelijke/stedenbouwkundige belang ter plaatse alwaar een initiatief passend moet worden geacht bij de omgeving/stedenbouwkundige structuur. Wij menen dat in dit geval een zwaarder belang moet worden toegekend aan het ruimtelijke belang en de stedenbouwkundige identiteit van het gebied ter plaatse dan aan het (individuele) belang van de aanvrager. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat er onvoldoende rechtvaardiging aangevoerd is dan wel aangetoond is die het afwijken van het bestemmingsplan rechtvaardigen. Wij weigeren de omgevingsvergunning omdat er geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.