Infrastructuur, materiaal en uitrusting consultatiebureaus

Transcriptie

1 Infrastructuur, materiaal en uitrusting consultatiebureaus 1

2 WAT IS OPGENOMEN IN HET BESLUIT VLAAMSE REGERING? Het besluit Vlaamse Regering beschrijft de vereisten waaraan een consultatiebureau moet voldoen. In wat volgt werkt Kind en Gezin het besluit verder uit in praktische richtlijnen (verplicht) en aanbevelingen (bij voorkeur) waaraan je als organisator moet voldoen. Kind en Gezin erkent 3 types consultatiebureaus. We hebben de reguliere consultatiebureaus. Bijkomend hebben we de consultatiebureaus gelegen in asielcentra en prenatale consultatiebureaus in sommige grootsteden, met mogelijk afwijkende richtlijnen die in dit bundel zijn beschreven. WAT MET CONSULTATIEBUREAUS IN EEN ASIELCENTRUM? Deze consultatiebureaus zijn steeds gelegen in een opvangcentrum voor asielzoekers. De organisator werkt samen met de inrichter van het opvangcentrum (Fedasil of Rode Kruis). Deze consultatiebureaus voldoen aan dezelfde voorwaarden als reguliere consultatiebureaus beschreven in deze richtlijnen. De organisator kan toestemming vragen aan Kind en Gezin om af te wijken van de voorwaarden voor infrastructuur. Kind en Gezin sluit afzonderlijke protocollen af met betrekking tot de dienstverlening van Kind en Gezin in deze opvangcentra. Er wordt steeds situatie per situatie bekeken of een erkenning als organisator in een asielcentrum nodig is en of de kinderen eventueel kunnen bereikt worden in bestaand regulier consultatiebureau. WAT MET EEN PRENATAAL CONSULTATIEBUREAU? Een prenataal consultatiebureau wordt steeds ingericht in een regulier consultatiebureau. Een organisator dient daarom reeds over een erkenning en subsidiëring te beschikking voor een regulier consultatiebureau om een bijkomend een prenataal consultatiebureau in te richten. Momenteel worden enkel in de grootsteden prenatale consultatiebureaus ingericht als ultiem vangnet voor kwetsbare zwangeren. Voor een prenataal consultatiebureau wordt de beschikbaarheid van specifiek materiaal aan een organisator gevraagd. Verder in dit bundel staat beschreven welk specifiek materiaal je als organisator op een prenataal consultatiebureau ter beschikking stelt. 2

3 Infrastructuur ALGEMEEN De organisator stelt op de locatie van het consultatiebureau een infrastructuur ter beschikking die geschikt is om het consultaanbod kwaliteitsvol uit te voeren. De ter beschikking gestelde infrastructuur maakt het mogelijk om het consultaanbod van Kind en Gezin op een comfortabele manier te realiseren. Het consultatiebureau: 1. is vlot en veilig bereikbaar en toegankelijk voor de cliënten. 2. is herkenbaar, duidelijk aangegeven en uitnodigend. Toont duidelijk de identificatiegegevens en het logo van Kind en Gezin. 3. is kindvriendelijk en borstvoedingsvriendelijk ingericht. 4. is gericht op de behoeften van de cliënten en de medewerkers van het consultatiebureau. De organisator houdt daarbij rekening met hun veiligheid, gezondheid, comfort, privacy, ergonomie en hygiëne. 5. is voorzien van de mogelijkheid om veilig te evacueren. Als organisator neem je maatregelen voor brandpreventie. 6. heeft voldoende ruime en functionele lokalen, die de uitvoering van de dienstverlening van Kind en Gezin mogelijk maken. 7. heeft een functionele toegang tot het internet. 8. mag gedeeld gebruikt worden. Het consultatiebureau voldoet, naast de specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen voor de consultatiebureaus, aan de volgende algemene bouwtechnische en bouwfysische normen (wetgeving van toepassing op alle (publieke) gebouwen): - de regelgeving over de brandveiligheid: koninklijk besluit 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op arbeidsplaatsen (B.S ). - de regelgeving over de toegang van personen met een beperking tot gebouwen die toegankelijk zijn voor het publiek. - het algemeen reglement inzake elektrische installaties (B.S ). - de regelgeving over de stedenbouw en de ruimtelijke ordening. - bouwtechnische normen voor het welzijn van de werknemers. - de regelgeving over de milieuvergunningen. Het consultatiebureau voldoet ook aan volgende regelgeving: 3

4 - codex over welzijn op het werk - koninklijk besluit: thermische omgevingsfactoren (4 juni 2012). Wettelijke bepalingen inzake temperatuur en luchtkwaliteit. - koninklijk besluit tot de vaststelling van algemene vereisten arbeidsplaatsen (B.S ). (B.S , ed 2; erratum: B.S , ed 2). Gewijzigd bij (1) koninklijk besluit van 25 maart HET CONSULTATIEBUREAU IS VLOT EN VEILIG BEREIKBAAR EN TOEGANKELIJK Het consultatiebureau is gelegen in een fysiek Huis van het Kind Een consultatiebureau is bij voorkeur gelegen in een fysiek Huis van het Kind. De locatie moet vlot bereikbaar zijn voor cliënten en belanghebbenden, dit zowel met het openbaar vervoer en/of met de auto of fiets. Het is belangrijk dat er voldoende parkeergelegenheid is in de nabijheid van het consultatiebureau. Daarnaast is het belangrijk dat de locatie zich situeert op een veilige plaats. Tijdens de consultatiemomenten moet het consultatiebureau gemakkelijk toegankelijk zijn. Je bent er alert voor dat niet iedereen zomaar het consultatiebureau in en uit kan lopen zonder toezicht. Fietstalling en betaalbaar parkeren voor de medewerkers van het consultatiebureau Hou rekening met zowel fietsenstalling als parking voor de gebruikers van het consultatiebureau. Parkeerkosten rond het consultatiebureau kunnen hoog oplopen. Hou er rekening mee dat de verpleegkundigen en artsen door de aard van hun werk (huisbezoeken) vaak met de auto naar het consultatiebureau komen. Indien het consultatiebureau deel uitmaakt van een Huis van het Kind of gehuurd wordt van een lokaal bestuur, onderhandel dan indien mogelijk ook dat de verpleegkundigen en arts vlot (eventueel gratis) kunnen parkeren bij het consultatiebureau. Bekijk als organisator ook de mogelijkheid van een afgesloten fietsstalling voor de medewerkers van het consultatiebureau. Het voorzien van een fietsstalling en parkeermogelijkheden voor medewerkers is een aanbeveling, geen verplichting. Voorbeelden: - Een ouder moet vlot het consultatiebureau met een kinderwagen kunnen bereiken. Kiezelsteentjes of onvoldoende verharde ondergrond bij de ingang van het consultatiebureau zijn dan ook niet aangewezen. - Bij de ingang van het consultatiebureau is er voldoende verlichting zodat het veilig kan betreden worden als het donker is. 4

5 Het consultatiebureau heeft een verantwoorde ligging t.o.v. het doelpubliek, waaronder: - een ligging in buurten met een grote dichtheid van de doelgroep. - een verhuis vindt plaats binnen de gemeentegrenzen. Er wordt ook rekening gehouden met de invloed van een verhuis op andere nabijgelegen consultatiebureaus. - als organisator contacteer je steeds het lokaal team van Kind en Gezin om een verhuis te bespreken. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het lokaal team en de organisator om samen in functie van het doelpubliek een nieuwe locatie voor te stellen. - het Vlaams team Kind en Gezin neemt de beslissing op basis van alle verkregen informatie en regelgeving. De lokalen van het consultatiebureau zijn toegankelijk zonder treden of trap en zijn gelegen op het gelijkvloers of op een verdieping die met een voldoende grote lift bereikbaar is. Ouders kunnen zo vlot met de kinderwagen het consultatiebureau bereiken. In de lokalen van het consultatiebureau mogen geen voorwerpen, informatiedragers of eender welke vorm van reclame aanwezig zijn die: - blijk geven van discriminatie of die racistisch, xenofoob of onwettelijk zijn. - verwijzen naar een bepaalde politieke, filosofische of godsdienstige strekking. - verwijzen naar commerciële producten of firma's die op hetzelfde werkterrein actief zijn als Kind en Gezin. Tips: - zorg dat folders niet in strijd zijn met de richtlijnen van Kind en Gezin en relevant zijn voor het beoogde publiek. - zorg dat folders van Kind en Gezin en de folders van de organisator duidelijk afgescheiden worden van elkaar. - indien je een locatie als organisator deelt met een andere organisator, zorg er dan voor dat je promotiemateriaal uitdeelt aan alle ouders in het consultatiebureau (2 erkenningen, 1 locatie). - zorg ervoor dat eventueel promotiemateriaal van jou als organisator aansluit/relevant is voor de werking en doelstellingen van Kind en Gezin. - er wordt rekening gehouden met het uiterlijk van het gebouw waarin de lokalen van de consultatiebureaus zijn gelegen. Het uiterlijk van het gebouw, mag de ouders er niet van weerhouden om binnen te gaan. Zorg voor een uitnodigde buitenkant van het gebouw. 5

6 2. HET CONSULTATIEBUREAU IS HERKENBAAR, DUIDELIJK AANGEGEVEN EN UITNODIGEND. DE ORGANISATOR VOORZIET IN DE IDENTIFICATIEGEGEVENS EN HET LOGO VAN KIND EN GEZIN Algemeen De organisator zorgt ervoor dat het consultatiebureau duidelijk aangegeven is vanaf de straat. Hierbij wordt een logo van Kind en Gezin aangebracht aan de buitenzijde van het gebouw waarin het consultatiebureau zich bevindt. Indien de locatie zich op een zorgsite bevindt is de organisator verantwoordelijk voor signalisatie en bewegwijzering op de site. Indien meerdere logo s aangebracht worden, evalueert de organisator of de herkenbaarheid niet in het gedrang komt (voorbeeld logo Huis van het Kind, logo organisator, ). Voor cliënten moet het duidelijk zijn dat het om een erkend en gesubsidieerd consultatiebureau van Kind en Gezin gaat. Van bij de hoofdingang naar het consultatiebureau voorziet de organisator in het gebouw voldoende signalisatie en bewegwijzering naar de lokalen van het consultatiebureau. Kind en Gezin stelt vrijblijvend het logo van Kind en Gezin ter beschikking, waarmee je als organisator signalisatie kan laten maken. Kind en Gezin stelt stickerpijlen en een stickerlogo ter beschikking die kunnen gebruikt worden in het gebouw dat toegang geeft tot het consultatiebureau. Signalisatie aan de buitengevels van het gebouw of andere nodige signalisatie wordt steeds voorzien door de organisator. Het logo en deze stickers kunnen aangevraagd worden via: fac.dossierbeheer@kindengezin.be 2.2 Voorbeeldsticker: 6

7 2.3 Beschikbare stickers en afmetingen Arts Kind en Gezin Sticker in bladvorm (wit op blauw) Verpleegkundige Kind en Gezin Sticker in bladvorm (wit op blauw) Consultatiebureau Kind en Gezin Sticker in bladvorm (wit op blauw) 29,70 L x 17,60 H 29,70 L x 17,60 H * Sticker consultatiebureau voor op een brievenbus 5 cm L x 2,5 cm H * Sticker consultatiebureau 50 cm L x 30 cm H * Sticker consultatiebureau 29,7 cm L x 17,6 cm H * Sticker consultatiebureau 65 cm L x 45 cm H * Sticker consultatiebureau 22,5 cm L x 13,5 cm H * Sticker consultatiebureau Kind en Gezin met pijl naar rechts 50 cm L x 30 cm H * Sticker consultatiebureau Kind en Gezin met pijl naar links 50 cm L x 30 cm H * Sticker consultatiebureau Kind en Gezin met pijl naar links 30 cm * Sticker consultatiebureau Kind en Gezin met pijl naar rechts 30 cm * Sticker consultatiebureau Kind en Gezin met pijl naar links 22,5 cm L x 13 cm H * Sticker consultatiebureau Kind en Gezin met pijl naar rechts 22,5 cm L x 13 cm H Gehoortesten Kind en Gezin Kind en Gezin Baby op weegschaal Kind en Gezin Sticker in bladvorm (wit op blauw) * Sticker in bladvorm (wit op blauw) Sticker in bladvorm (wit op blauw) 50 cm L x 30 cm H 50 cm L x 30 cm H A4 29,7 L x 17,6 cm H (kader) * Sticker rechthoek (afgeronde hoeken) Kind & Gezin pijl naar links (blauw op wit) 59,5 cm L x 14,8 cm H 7

8 * Sticker rechthoek (afgeronde hoeken) Kind & Gezin pijl naar rechts (blauw op wit) 59,5 cm L x 14,8 cm H * Sticker in bladvorm (wit op blauw) Kind & Gezin voor op een brievenbus 5 cm L x 2,5 cm H 2.4 Wat met lichtbakken en signalisatie (oude huisstijl Kind en Gezin) bij een verhuis of stopzetting van een consultatiebureau? Voor verwijdering van dit type lichtbakken (zie onderstaande foto) contacteert de organisator Kind en Gezin via: fac.dossierbeheer@kindengezin.be. Kind en Gezin zal instaan voor de verwijdering. Alle andere signalisatie of bewegwijzering met het logo of de huisstijl van Kind en Gezin wordt door de organisator verwijderd. 3 HET CONSULTATIEBUREAU IS KINDVRIENDELIJK EN BORSTVOEDINGSVRIENDELIJK INGERICHT. Zorg ervoor dat het consultatiebureau er uitnodigend en kindvriendelijk uitziet. Gebruik hiervoor in de wachtzaal bij voorkeur verschillende kleuren, bekleed bijvoorbeeld de muren met beelden uit de ruimere leefomgeving van kinderen of maak gebruik van de affiches van Kind en Gezin (vb: 8

9 afbeeldingen of posters die aantrekkelijk zijn voor kinderen). Zorg ervoor dat de affiches er nog goed uitzien en niet verouderd zijn. Voorzie kindvriendelijk speelgoed (zie verder). Het is belangrijk dat mama s comfortabel borstvoeding kunnen geven. Ga hierover in gesprek met het consultatiebureauteam 1. Zorg ervoor dat je over een lokaal of een hoekje beschikt waar mama s comfortabel borstvoeding kunnen geven. Mama s kunnen tijdens de consultatie-uren steeds terecht in het consultatiebureau om borstvoeding te geven: dus ook wanneer ze geen afspraak hebben met hun kindje. 4 HET CONSULTATIEBUREAU IS GERICHT OP DE BEHOEFTEN VAN DE CLIËNTEN EN MEDEWERKERS VAN HET CONSULTATIEBUREAU De organisator houdt daarbij rekening met hun veiligheid, gezondheid, comfort, privacy, ergonomie en de hygiëne Veiligheid Bekijk het consultatiebureau door de ogen van kinderen. Kinderen gaan immers op ontdekking. Ga na of er geen specifieke gevaren of risico s aanwezig zijn in het consultatiebureau. - beveilig stopcontacten, verlengsnoeren, radiatoren en verwarmingstoestellen. - zorg ervoor dat scherpe randen van tafelhoeken tafelhoekbeschermers hebben. - verlucht het lokaal steeds met het raam in klapstand. - plaats de ontkleedkussens op stevige tafels. - leg kleine voorwerpen weg. Controleer of alle onderdelen van speelgoed stevig vastzitten. - doe deuren dicht of werk met een deurstop zodat handjes of vingers niet gekneld raken. Tip: Zorg voor veilig speelgoed door de tips op: Comfort en ergonomie Voor ouders, kinderen en medewerkers van de organisator moet het aangenaam vertoeven zijn in het consultatiebureau. Voor zowel de medewerkers van Kind en Gezin als de consultatiebureauartsen moet het consultatiebureau een geschikte werkplek zijn zoals beschreven in de welzijnscodex. De organisator zorgt ervoor dat het consultatiebureau niet te warm wordt in de zomer of niet te koud in de winter. Indien nodig voorziet de organisator in airconditioning of zonnewering. De preventieadviseur van de organisator kan hierover advies geven. 1 Organisator/vrijwilligers, artsen en verpleegkundigen 9

10 Als organisator ga je steeds na of het materiaal dat je op het consultatiebureau voorziet ergonomisch is voor zowel je eigen medewerkers, verpleegkundigen, artsen als voor bezoekers van het consultatiebureau. Je voorziet in ergonomisch materiaal zoals beschreven in de codex welzijn op het werk. Voor de medewerkers van Kind en Gezin (verpleegkundige) wordt een preventieadviseur van de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming (GDPB) aangesteld door Kind en Gezin. Deze adviseur dient vlot toegang te hebben tot de consultatiebureauruimten. De organisator geeft passend gevolg aan de adviezen van de preventieadviseur aangesteld door Kind en Gezin in functie van de medewerkers van Kind en Gezin. - Welzijnscodex raadplegen? Privacy Koninklijk besluit thermische omgevingsfactoren (4 juni 2012): regelt de wettelijke afspraken voor temperatuur en luchtkwaliteit Hygiëne en gezondheid Er is voldoende poetsmateriaal aanwezig om de lokalen degelijk te onderhouden. Het consultatiebureau moet goed schoon zijn en ontsmet wanneer nodig. Poetsmateriaal dient bewaard te worden in een (bij voorkeur slotvaste) niet te bereiken ruimte voor kinderen. Kind en Gezin geeft de voorkeur aan ecologische poetsmiddelen. Er moet mogelijkheid zijn om vuilnis weg te gooien en te sorteren. De organisator is verantwoordelijk voor het sorteren, ophalen en verwijderen van het gewoon afval op het consultatiebureau. Tips: - gebruik geen herbruikbare linnen of handdoeken op de weegschaal of ontkleedkussens. - gebruik steeds voldoende groot beschermpapier op de ontkleedkussens. - indien je geen beschermpapier gebruikt, dient onderzoeks- of ontkleedkussen na iedere gebruik gereinigd worden Schoonmaken Wanneer? Sommige spullen moeten na elke consultatie schoongemaakt worden, andere na elk gebruik, andere na een aantal consultaties. 10

11 Waarmee? Steeds met water en allesreiniger of met alcohol 70% in het geval van medisch materiaal. Voorbeelden: na elk gebruik: - potjes, wc - ontkleedkussen - weegschaal - thermometer - medisch materiaal na elke consultatie: - afwasbare oppervlakten in wachtzaal - artsenlokaal - verpleegkundigenlokaal wekelijks (of na maximaal 5 consultatiemomenten) - linnen - vloeren - afwasbak of lavabo - handenwasbak, handbediende kranen of hendels - deurklinken - handvatten - vloeren - van Wiechen materiaal regelmatig - speelgoed - vuilnisemmers - plinten - radiatoren - kasten 11

12 - stoelen Ontsmetten Wanneer? Ontsmetten is enkel nodig bij een epidemie of als iets bevuild is door braaksel, diarree of bloed. Waarmee? kleine oppervlakken: met alcohol 70%. grotere oppervlakten: met chloorwater 1000 ppm Verluchten Wanneer? Na elke consultatie een vijftal minuten, ook in de winter. Hoe? Door de ramen en deuren van alle lokalen open te zetten voor of na de zitting (let op veiligheid indien kinderen aanwezig zijn). Tip: Zorg voor voldoende verluchting op het consultatiebureau zodat de CO-waarden niet oplopen tijdens de consultaties. 5. CONSULTATIEBUREAU IS VOORZIEN VAN DE MOGELIJKHEID OM VEILIG TE EVACUEREN EN NEEMT MAATREGELEN VOOR BRANDPREVENTIE Algemeen Het consultatiebureau voldoet aan de richtlijnen opgenomen in het koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op arbeidsplaatsen (B.S ) Elk consultatiebureau is bereikbaar voor de voertuigen van de brandweerdiensten, zodat de brandbestrijding en de redding normaal uitgevoerd kunnen worden. De bereikbaarheid is plaatsgebonden. Vraag advies aan een brandpreventieadviseur of de lokale brandweerdienst om te bepalen wat hiervoor nodig/haalbaar is. 12

13 5.3. Elk consultatiebureau beschikt over brandbestrijdingsmiddelen. De keuze, het aantal en de plaats van de brandbestrijdingsmiddelen zijn afhankelijk van de aard en de omvang van het risico. Vraag hierover advies aan een brandpreventieadviseur of de lokale brandweerdienst Elk consultatiebureau beschikt over een intern noodplan. Het is belangrijk dat alle medewerkers van de organisator en van Kind en Gezin een crisisprocedure bij de hand hebben. Het intern noodplan is steeds beschikbaar voor alle personeelsleden en de brandweerdiensten. Het bevat minstens de volgende documenten: crisisprocedures naar gelang de gevaarsituatie met specifiek waarschuwingsplan. plan met afgesproken verzamelplaats. de richtlijnen voor een melding aan externe hulpdiensten. Die richtlijnen omvatten een standaardboodschap en de telefoonnummers van de belangrijkste hulpdiensten. De richtlijnen zijn duidelijk aangegeven in alle lokalen van het consultatiebureau. evacuatieplan is beschikbaar (ook voor de preventieadviseur van de organisator). brandinterventiedossier is steeds beschikbaar aanwezig in het gebouw. Het is de eigenaar/uitbater van het gebouw die hiervoor verantwoordelijk is De evacuatiewegen worden vrij en bruikbaar gehouden zonder versperringen. De evacuatiewegen mogen niet versperd zijn met kinderwagens, kasten, vuilnisbakken of andere obstakels De deuren aan uitgangen en op evacuatiewegen mogen geen vergrendeling hebben die een evacuatie kan belemmeren. Als het omwille van de veiligheid noodzakelijk is om de deuren aan de uitgangen op slot te doen, zorg er dan voor dat deze altijd van binnenuit te openen zijn. Je kan bv. een sleutelkastje of een schuifje met ketting gebruiken. Als er een elektronische toegangsbeveiliging is, zoals een toegangscode of een badge, moet je ook bij een stroomonderbreking het consultatiebureau kunnen verlaten. De vluchtweg en de nooduitgangen moeten aangeduid zijn met de nodige veiligheidssignalering Geen enkel consultatiebureau mag zich bevinden op een bouwlaag hoger dan 25 meter. De meeste brandweerkorpsen beschikken over een wagenladder die tot 25 m hoog reikt. 13

14 5.8. Vluchtruimte en evacuatiewegen - De nuttige breedte doorgang bij het vluchten (trappen, overlopen, sassen, evacuatiewegen,...) is de vrije breedte zonder enige hindernis tot op een hoogte van ten minste 200 cm. - De nuttige breedte bedraagt minstens 70 cm voor evacuatiewegen, trappen en deuren, 5.9. De trappen die gebruikt worden bij evacuatie moeten kindvriendelijk zijn en een vlotte evacuatie mogelijk maken. - Bij alle trappen kan je naast de gebruikelijke leuning aan één van de zijden, een extra handgreep plaatsen op 60 cm hoogte. - Plaats ook een balustrade of een wand van minstens 110 cm hoogte op elk punt waar de kans op vallen bestaat (overlopen waar gespeeld wordt, niet de leuningen van de trap zelf). - Als de leuningen of balustrades bestaan uit verticale spijlen, bedraagt de tussenruimte maximaal 8 cm en bedraagt de diameter minstens 1,25 cm. Horizontale tussenregels zijn niet aangewezen, deze kunnen voor kinderen aantrekkelijk lijken als klimrek. - Het is niet altijd noodzakelijk om de bestaande balustrade te vervangen. Eventueel kan een volle plaat of een net tegen de bestaande balustrade aangebracht worden om de balustrade te verhogen of om te grote tussenruimtes dicht te maken. - De trap moet gemakkelijk begaanbaar zijn Er zijn correct geplaatste rookmelders in alle verblijf- en circulatieruimtes. Rookmelders van het ionische type zijn niet toegestaan. Rookmelders van het ionische type zijn niet toegestaan, omdat ze werken op basis van een radioactief bestanddeel. Autonome rookmelders verwittigen snel bij brand of rookontwikkeling. Het is noodzakelijk om niet enkel de wachtruimte en de lokalen van de arts en de verpleegkundige, maar ook andere lokalen zoals berging, waslokaal, kelder, van een rookmelder te voorzien (niet in de doucheruimtes of individuele toiletten). Een rookmelder maakt niet altijd onderscheid tussen condensatiedampen en de rook van een brand. Daardoor kan de rookmelder in de keuken vlugger een vals alarm geven. Als alternatief kan je hier een thermische detector plaatsen. Plaats de autonome rookmelders volgens de volgende leidraad: - zo veel mogelijk in het midden van het plafond. - op meer dan 30 cm van de randen van het plafond en van de hoeken. - op muren: in de zone tussen 15 en 30 cm van het plafond en op 30 cm van de hoeken. Niet alle autonome rookmelders zijn geschikt om op de muren te worden gemonteerd (zie handleiding). 14

15 Let bij de aanschaf van een optische rookmelder op: - een indicator als de batterij bijna leeg is. - een testknop om de werking regelmatig te kunnen testen. - een extra luid pulserend alarm van minimaal 85dB. - CE-goedkeuring. - BELAC-certificaat of door een gelijkaardig Europees accreditatieorganisme. - een lithium-batterij met levensduur van 10 jaar. Onderhoud van een optische rookmelder: - lees en bewaar steeds de handleiding van de rookmelders. - als de batterij bijna leeg is, geeft de melder een signaal. Vervang dan de batterijen. - reinig de rookmelder regelmatig volgens de bijgevoegde handleiding. - test de rookmelder minstens één keer per maand door op de testknop te duwen. Als je een geluid hoort, werkt hij prima; hoor je niets, vervang dan de batterijen of het hele toestel. Controle van een optische rookmelder: - de controle kan je zelf doen. Op de handleiding staat hoe deze correct moet gebeuren. - stel een controlelijst op, want de rookmelders moeten iedere maand gecontroleerd worden Er zijn maatregelen genomen om CO-vergiftiging te voorkomen. Om CO-vergiftiging te voorkomen zorg je ervoor dat verwarmingstoestellen correct geïnstalleerd zijn en indien je over een gasgeiser beschikt zorg je ervoor dat deze in een goed geventileerde ruimte geplaatst is en dat deze minstens tweejaarlijks onderhouden wordt door een erkende firma. Hoe kan je CO-vergiftiging voorkomen: - kies voor een centrale verwarming als je een nieuwe installatie plaatst. - uit veiligheidsoverweging vervang je best volgende toestellen: o bestaande individuele verwarmingstoestellen (gaskachels) zonder thermische terugslagbeveiliging en/of toestellen zonder conforme luchttoevoer en afvoer van de verbrandingsgassen. o keukengeisers voor de voeding van een klein waterverbruik zonder intrinsieke atmosfeerbeveiliging (type A toestellen) en conforme luchttoevoer en afvoer van de verbrandingsgassen (norm NBN D51-003). o badgeisers zonder thermische terugslagbeveiliging (type B toestellen) en/of conforme luchttoevoer en afvoer van de verbrandingsgassen (norm NBN D51-003) o een keukengeiser (5l gasgeiser) die gebruikt wordt als badgeiser en aangesloten is op een douche of een bad, want die toestellen zijn daar niet voor berekend en zijn enkel geschikt voor de keuken of wastafel. 15

16 - laat verwarmingstoestellen en waterverwarmingstoestellen steeds door een erkend vakman plaatsen en regelmatig onderhouden (jaarlijks of tweejaarlijks, afhankelijk van de installatie). - de vlam ter hoogte van de brander moet blauw zijn. Een oranje kleur bij een gastoestel wijst op een onvolledige verbranding. In dit geval moet een vakman gecontacteerd worden. - laat je schoorsteen tijdig reinigen door een erkend vakman indien nodig. - elektrische waterverwarmingstoestellen geven geen CO-gevaar Verplaatsbare verwarmingstoestellen zijn niet toegestaan (zie ook thema veiligheid). Verplaatsbare verwarmingstoestellen kunnen vlugger omgestoten worden of op een plaats gezet worden waar het niet veilig is. Veilige individuele elektrische verwarmingstoestellen die correct aan de muur zijn opgehangen zijn wel toegestaan. Verwarmingstoestellen en leidingen die te warm worden, moeten afgeschermd zijn voor de kinderen: - rond een kachel plaats je een hekwerk. o indien de radiatoren te warm worden plaats je een omkasting in geschikt materiaal. o bovengrondse toevoerleidingen kunnen ook zeer warm worden en worden ook best omkast of beschermd met een buisisolatie die niet afbrokkelt (kinderen kunnen deze stukjes in hun mond stoppen) Het gebruik van gas in verplaatsbare recipiënten, zoals gasflessen, is niet toegestaan. - vaste gastanks zijn wel toegestaan indien ze voldoen aan de geldende wetgeving Wat als er een lift is die toegang geeft tot het consultatiebureau? Zorg ervoor dat de lift steeds voldoet aan de geldende regelgeving en gecontroleerd is door bevoegde instanties. 6. HET CONSULTATIEBUREAU HEEFT VOLDOENDE RUIME EN FUNCTIONELE LOKALEN, DIE DE UITVOERING VAN DE DIENSTVERLENING MOGELIJK MAKEN Algemeen Het consultatiebureau volgt de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot de vaststelling van algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten voldoen (B.S , ed 16

17 2; erratum: B.S , ed 2). Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 25 maart 2016 tot de wijziging van koninklijk besluit van 10 oktober 2012 (B.S. 14 april 2016) Ruimten beschikbaar in het consultatiebureau Het consultatiebureau beschikt tijdens de consultatie-uren minstens over de volgende afzonderlijke binnenruimten (voldoende grote volumes zoals opgenomen in KB beschreven in punt 6.1): 1) wachtruimte, ontkleedruimte en vergaderlokaal (grote ruimte) 2) exclusief lokaal voor de arts tijdens zitting (in het geval twee artsenzittingen gelijktijdig doorgaan, worden 2 lokalen voor artsen voorzien) 3) exclusief lokaal voor de verpleegkundige 4) circulatieruimtes tussen de lokalen 5) keukenruimte 1. Wachtruimte en ontkleedruimte Hier ontvangen de vrijwilligers de ouders met kinderen. De grootte van de wachtruimte is afhankelijk van de vorm en de inrichting van het lokaal, zodat alle activiteiten mogelijk zijn. Het is belangrijk dat de wachtruimte voldoende groot is. Ouders komen vaak niet alleen (familie, andere kinderen) waardoor het aantal wachtenden kan oplopen. In de wachtruimte wordt een plaats voorzien waar kinderen comfortabel ontkleed kunnen worden. Het moet mogelijk zijn om minstens 4 kinderen gelijktijdig aan en uit te kleden. Er is bij voorkeur een wastafel met koud en warm stromend water (of een keukenhoek). Met het oog op de vertrouwensrelatie moeten de wachtruimte, het lokaal van de arts en het lokaal van de verpleegkundige volledig visueel en akoestisch van elkaar gescheiden zijn. 2. Lokaal voor de arts In deze ruimte houdt de arts zijn medisch consult. De grootte van het lokaal is afhankelijk van de vorm en de inrichting van het lokaal. In alle consultatiebureaus kunnen kandidaat-artsen opgeleid worden door de consultatiebureauarts. Zorg voor een voldoende groot lokaal en voldoende stopcontacten. Het lokaal beschikt bij voorkeur over een wastafel met koud en warm stromend water. 3. Lokaal voor de verpleegkundige In deze ruimte houdt de verpleegkundige haar consult. De grootte van het lokaal is afhankelijk van de vorm en de inrichting van het lokaal. Zorg voor een voldoende groot lokaal en voldoende stopcontacten. In functie van de oogtest moet het licht in het lokaal zelf kunnen uitgeschakeld worden. Het lokaal beschikt bij voorkeur over een wastafel met koud en warm stromend water. 17

18 4. Circulatieruimtes De wachtruimte staat bij voorkeur rechtstreeks in verbinding met het lokaal van de arts en dat van de verpleegkundige. Indien een rechtstreekse verbinding niet mogelijk is, mag de circulatie tussen wachtruimte, het lokaal van de arts en het lokaal van de verpleegkundige verlopen via een circulatieruimte. Het consultatiebureau beschikt minstens over de volgende afzonderlijke ruimten die gedeeld mogen worden met andere gebruikers van het gebouw, ook tijdens de consulturen: - er is een inkomruimte of sas, zodat men niet rechtstreeks binnenkomt in de wachtruimte. De inkomruimte of sas heeft een kamerhoge scheiding in functie van tocht aangezien er in de wachtruimte kleine kinderen aan- en uitgekleed worden. - er moet een berging voor minstens 6 kinderwagens in de inkomruimte of in de nabijheid van de inkomruimte beschikbaar zijn. Zorg ervoor dat ouders de kinderwagens veilig kunnen achterlaten en voorkom diefstal. - de sanitaire voorzieningen zijn gemakkelijk bereikbaar voor de bezoekers. Er is minstens 1 toilet en een wasbak in de sanitaire ruimte of in de onmiddellijke nabijheid. - eventuele technische ruimtes, berging. 5. De keukenhoek De keukenhoek kan zich in de wachtruimte bevinden of in de nabijheid ervan. In de keukenhoek kunnen eventueel flesjes opgewarmd worden en er is een gootsteen aanwezig (bij voorkeur uit inox) met stromend water. Er is een werkoppervlak aanwezig en er kan koffie of thee gezet worden Consultatiebureaus in nieuwbouwprojecten Bij nieuwbouwprojecten van consultatiebureaus voorzie je altijd zowel in de wachtruimte, lokaal van de arts als in het lokaal van de verpleegkundige een wastafel met warm en koud stromend water. Het lokaal van de verpleegkundige en het lokaal van de arts hebben beiden toegang tot de wachtruimte. Bij voorkeur zijn het lokaal van de arts en het lokaal van de verpleegkundige via een tussendeur met elkaar verbonden. Eventueel kan ook een tussensas tussen het lokaal van de verpleegkundige en het lokaal van de arts voorzien worden als bergruimte en kan hier de vaccinkoelkast geplaatst worden. Je kan hierover advies vragen aan het lokaal team en de arts Kunnen lokalen voor andere doeleinden gebruikt worden? Het is toegestaan de lokalen te gebruiken voor andere doeleinden, buiten de uren van de zitting en onder de volgende voorwaarden: 18

19 De activiteiten die plaatsvinden in de lokalen mogen niet in strijd zijn met de belangen en doelstellingen van Kind en Gezin. - de lokalen moeten schoongemaakt worden na gebruik. Alles moet terug op zijn plaats gezet worden vóór de aanvang van een zitting. - de activiteiten van Kind en Gezin blijven voorrang hebben, ook als later een uitbreiding van het aantal zittingen nodig blijkt. Gedurende de andere activiteiten worden de kasten van het consultatiebureau afgesloten. Dit geldt in het bijzonder voor de kasten met medisch materiaal, medisch afval en EHBO-materiaal. Alle materiaal van Kind en Gezin moet veilig en afgesloten kunnen weggeborgen worden. Het bijplaatsen van ander materiaal of meubilair mag de vlotte werking van het consultatiebureau niet hinderen: de nodige oppervlakte voor een goed functioneren van een zitting moet hoe dan ook gegarandeerd blijven. Zorg ervoor dat de volle naaldcontainers afgesloten bewaard kunnen worden tot ze opgehaald worden. Zorg ook voor voldoende berging voor lege naaldcontainers en opbergdozen. Materiaal dat stuk is of materiaal dat niet langer gebruikt wordt in het consultatiebureau wordt verwijderd door de organisator Technische uitrusting De uitrusting en inrichting van de consultatiebureauruimten zijn veilig en kindvriendelijk en voldoen minstens aan volgende voorwaarden: - ventileren is noodzakelijk hetzij op natuurlijke wijze, hetzij op mechanische wijze. - de koolstofdioxideconcentratie (CO2 waarde) in de lucht binnen in het gebouw voor ruimtes waar personen verblijven mag niet hoger zijn dan 1200 ppm. - de wachtruimte, lokalen en de circulatieruimte zijn tocht- en vochtvrij en kunnen worden verwarmd tot 22 C. - zorg ervoor dat de temperatuur in het consultatiebureau niet te hoog kan oplopen tijdens de zomermaanden. - de uitrusting en inrichting is hygiënisch afwasbaar en onderhoudsvriendelijk. 7. HET CONSULTATIEBUREAU HEEFT EEN FUNCTIONELE TOEGANG TOT HET INTERNET. Voor een goede dienstverlening is toegang tot draadloos internet noodzakelijk. Zorg voor toegang van een breedbandverbinding naar internet die toelaat dat de toestellen van Kind en Gezin een VPN kunnen opzetten naar het Kind en Gezin-netwerk. In de praktijk komt dat neer op: - aanwezigheid van gestructureerde bekabeling: 19

20 In het gebouw dient door de organisator koperbekabeling (liefst Cat 6 UTP of FTP, Cat5E is ook toegelaten) voorzien te worden tussen het entrypoint van de gekozen provider en de lokalen van het consultatiebureau. Er moet een breedbandaansluiting mogelijk zijn door een door Kind en Gezin gekozen provider. Het staat de organisator vrij om een rechtstreekse internetlink ter beschikking te stellen via haar netwerkinfrastructuur of die van een partner (OCMW, Stad,..) op voorwaarde dat deze praktisch bruikbaar is (niet of beperkt onderhevig aan outbound firewall regels) en voldoende performant is. Een DHCP-adres moet kunnen gegeven worden aan de Kind en Gezin apparatuur (geen statische adressering). De organisator voorziet toelating dat Kind en Gezin een eigen WIFI-netwerk op 2,4 en/of 5 GHz kan opbouwen. Andere aanwezige lokale netwerkapparatuur mag geen interferentie veroorzaken op het draadloos netwerk van Kind en Gezin, noch het draadloos netwerk van Kind en Gezin actief blokkeren. Kind en Gezin neemt alle kosten ten opzichte van de provider op zich voor de installatie van breedband internet. De organisator voorziet elektriciteit. De elektriciteitsvoorziening van de netwerkelementen moet volstaan om permanente beschikbaarheid van het netwerk te garanderen. Dit wil zeggen dat er voldoende stopcontacten moeten zijn. Namelijk: - 1 voor de Kind en Gezin printer - 1 voor de draadloze router - indien nodig 1 provider device Huidig: Proximus bbox Deze mag niet achter een schakelaar verbonden zijn en moet ook stroom krijgen tijdens momenten dat de lokalen niet gebruikt worden door Kind en Gezin. De door de organisator beschikbaar gestelde lokalen dienen voldoende WIFI-dekking te hebben. De lokalen moeten dicht genoeg bij elkaar liggen om dekking door het draadloos netwerk mogelijk te maken of moeten via een geschikte netwerkkabel met elkaar verbonden zijn. De ruimtes/lokalen mogen bij voorkeur niet zodanig afgeschermd zijn dat 3/4/5G (GSM-dekking) niet beschikbaar is. Dit is belangrijk bij pannes van de normaal gebruikte apparatuur. Kind en Gezin heeft toegang tot de lokalen in samenspraak met de organisator (ook technische), ook nadat de locatie in gebruik is genomen. Je voorziet hiertoe als organisator een sleutel van het consultatiebureau die toegang geeft tot alle ruimtes, ook buiten de consultatiebureau-uren. Of je stelt een medeweker ter beschikking die steeds toegang tot de ruimtes kan verstrekken, ook buiten de consultatiebureau-uren. Kind en Gezin moet tijdig op hoogte gesteld worden van een verhuis of nieuwe locatie om tijdig te kunnen controleren of de locatie aan de voorwaarden voldoet. Kind en Gezin kan de locatie afwijzen als ze niet aan boven beschreven voorwaarden voldoet. 20

21 8. WAT MET EEN GEDEELDE WACHTZAAL? De wachtruimte kan gedeeld worden met andere gebruikers, in die zin dat: - de ontkleedruimte in de wachtruimte voldoende privacy waarborgt. - de wachtruimte tijdens de consultaties gedeeld wordt met andere diensten die ook activiteiten aanbieden aan jonge kinderen en (aanstaande) ouders. - dit gedeeld gebruik van de wachtzaal op geen enkel ogenblik de activiteiten en onthaal door de vrijwilligers in het gedrang brengen. De kinderen moeten bovendien veilig kunnen spelen in de wachtruimte. - er goede afspraken gemaakt worden door de organisatoren omtrent het gedeeld gebruik van de wachtzaal tijdens de zitting. 21

22 Materiaal ALGEMEEN De organisator stelt het materiaal in het consultatiebureau ter beschikking dat nodig is om de dienstverlening kwaliteitsvol uit te voeren. De organisator is verantwoordelijk voor het aanbod, de installatie, het onderhoud, de herstellingen en vervanging van het materiaal. De organisator houdt daarbij rekening met de wettelijke vereisten op het gebied van veiligheid, hygiëne en milieu. 1. WAT MET HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN NAALDCONTAINERS EN HET VERWERKEN VAN MEDISCH AFVAL? Kind en Gezin voorziet naaldcontainers en verzameldozen in de consultatiebureaus. Afhankelijk van het vaccinverbruik per consultatiebureau gaat een door Kind en Gezin aangestelde firma een ophaling organiseren. Voor consultatiebureaus met een zeer groot vaccinverbruik is dat 3 keer per jaar, voor consultatiebureaus met een middelmatig tot groot verbruik 2 maal per jaar en voor consultatiebureaus met een klein verbruik 1 maal per jaar. Het lokaal team van Kind en Gezin zal hiervan op de hoogte zijn. Bij de ophaling van dit medisch afval worden nieuwe naaldcontainers en verzameldozen geleverd. Dit zal steeds gebeuren tijdens de zittingsuren. In geval van nood, bv. bij een koudeketenincident waarbij een grote hoeveelheid vaccins moet vernietigd worden, zal het lokaal team van Kind en Gezin een bijkomende ophaling en bijkomende naaldcontainers en verzameldozen kunnen aanvragen. Deze richtlijn is niet geldig voor consultatiebureaus in asielcentra. Hier maakt de organisator afspraken met de inrichter van het asielcentrum (Fedasil of het Rode Kruis) i.v.m. de naaldcontainers en de verwerking van het medisch afval Wat wordt van jou als organisator verwacht met betrekking tot het medisch afval? Je voorziet op ieder consultatiebureau een afgesloten plaats (kast of bergruimte) voor medisch afval. Dit telkens voor maximaal een 12-tal volle naaldcontainers (7 liter). We vragen tevens ruimte te voorzien om lege naaldcontainers en ongebruikte opplooibare kartonnen verzameldozen te bewaren. Die hoeven niet op een afgesloten plaats bewaard te worden. 22

23 2. WAT MET VERDUISTERING LOKALEN? VOORWAARDEN? 2.1 Voorwaarden om onder correcte omstandigheden een oogtest te kunnen afnemen. 1. het lokaal heeft voldoende ruimte zodat het geteste kind en de ouder op 1m afstand van de verpleegkundige die de test afneemt kunnen zitten of staan. 2. er is een aparte lichtschakelaar voor het lokaal waar getest wordt, zodat de verlichting kan gedoofd worden zonder dat dit problemen geeft voor de andere lokalen van het consultatiebureau. 3. voorzie verduistering van de ramen door (rol)gordijnen: a. het gordijn is donker van kleur en gemaakt van een verduisterende en zonwerende stof die het buitenlicht/daglicht tegen houdt. b. het gordijn bedekt het volledige raam zodat er geen spleten aan zij- of bovenkant zijn. c. het gordijn is gemaakt van brandvertragend materiaal. 4. ook lichtkoepels zijn voorzien van een (rol)gordijn. Tips: - zorg ervoor dat niet alle muren wit zijn. Dit zorgt voor minder reflectie tijdens de oogtest. - een donkere muur (deel van de muur) als achtergrond voor de test geeft tevens minder reflectie, waardoor test veel vlotter verloopt. - als bij het uitdoen van het licht, het lokaal volledig donker is, wordt best een klein bijzetlichtje aan de zijkant of in de hoek voorzien Eénmalige extra subsidie najaar 2018 implementatie nieuwe oogscreening. Tips: 2.2. Eénmalige extra subsidie najaar 2018 voor implementatie nieuwe oogscreening. Er werd in 2018 een éénmalige subsidie door Kind en Gezin toegekend voor de implementatie van de nieuwe oogscreening. Bij een verhuis, eventueel nieuwe vestigingsplaats of nieuwe erkenning is de organisator zelf verantwoordelijk om deze kost te dragen. Deze subsidie wordt na 2018 niet meer toegekend. 3. WORDT NOG STEEDS EEN BASISUITRUSTING GELEVERD DOOR KIND EN GEZIN BIJ DE OPSTART VAN EEN NIEUWE ERKENNING? Er wordt door Kind en Gezin geen basisuitrusting geleverd wanneer een nieuwe erkenning opstart. De opstartkosten zijn ten laste van de organisator. Zorg er steeds voor dat je het consultatiebureau voorziet van een uitrusting die ergonomisch in gebruik is. 23

24 3.1. Wat met de basisuitrusting die ooit aan de bestaande consultatiebureaus werd geleverd door Kind en Gezin? Deze is eigendom van de organisator. Het is dan ook aan de organisator om deze te verwijderen als bepaald meubilair niet meer zou gebruikt worden (bv. oude kasten van de papieren medische dossiers) Welk meubilair stel je als organisator ter beschikking? In de wachtruimte De wachtruimte is minstens uitgerust met: - een (vergader)tafel (eventueel meerdere tafels) - een kast met slot - een speelhoek met een speelmat en speelgoed voor kinderen - eventueel een tafel voor werkzaamheden van de vrijwilligers - een ontkleedplaats/hoek met ontkleedkussen (6-tal) voor kinderen met ontkleedkussen - twee weegschalen - bergingssysteem voor de kleding van de kinderen (bv. mandjes) - een meetbak en meetlat - een meetlat voor staande lengtemeting - stoelen voor wachtende ouders Lokaal arts Het lokaal is minstens uitgerust met: - een ergonomische bureaustoel op wieltjes - (bij voorkeur) een in de hoogte verstelbare bureautafel 2 die voldoende groot is om onderzoekskussen, laptop en medisch materiaal op te plaatsen (eventueel tafel met bijzettafel(s)) - stoelen voor ouders - een koelkast(en) voor vaccins - een kast met slot voor volle naaldcontainers, laptop en medisch materiaal, (of bij de verpleegkundige te voorzien). - een onderzoekskussen - een kast voor folders 2 Kind en Gezin streeft ernaar om op alle consultatiebureaus in de hoogte verstelbare tafel te hebben voor zowel de verpleegkundigen als de consultatiebureauartsen. Bij een verhuis na 2020, is de aankoop van een verstelbare tafels verplicht. Ten laatste tegen 2028 dienen alle consultatiebureaus uitgerust te zijn met ergonomische verstelbare tafels. 24

25 Lokaal verpleegkundige Het lokaal is minstens uitgerust met: - een ergonomische bureaustoel op wieltjes - een (bij voorkeur) in de hoogte verstelbare bureautafel 3 voldoende groot om onderzoekskussen, laptop en medisch materiaal op te plaatsen (eventueel tafel met bijzettafel(s)) - stoelen voor ouders - een kast voor folders - een onderzoekskussen - een tafel voor de printer in het lokaal van de arts of in het lokaal van de verpleegkundige Keukenhoek Heeft minstens: - een mogelijkheid om flesjes te verwarmen Welk niet-medisch materiaal stel je als organisator ter beschikking? - vuilnisbakken in elk lokaal die sorteren mogelijk maken. - EHBO-koffer 4. De organisator bepaalt met zijn preventieadviseur de inhoud van de koffer. - onderhoudsmateriaal - onderhoudsproducten - kantoorbenodigdheden voor vrijwilliger, artsen en verpleegkundige - extra Min-Max thermometer (bv. type Cooper Atkins T158). De thermometer werd vervangen door een temperatuurlogger. Een thermoteter mag aangekocht worden voor noodgevallen (niet verplicht). - voldoende sleutels die toegang geven tot het consultatiebureau. Bespreek met het lokaal team van Kind en Gezin hoeveel sleutels nodig zijn (minimaal 4 stuks). - brandbestrijdingsmiddelen 3.4. Welk niet-medisch materiaal stelt Kind en Gezin ter beschikking? - laptop voor verpleegkundige en arts - batterij voor de temperatuurlogger 3 Kind en Gezin streeft ernaar om op alle consultatiebureaus in de hoogte verstelbare tafel te hebben voor zowel de verpleegkundigen als de consultatiebureauartsen. Bij een verhuis na 2020, is de aankoop van een verstelbare tafels verplicht. Ten laatste tegen 2028 dienen alle consultatiebureaus uitgerust te zijn met ergonomische verstelbare tafels. 4 Zie bijlagen 25

26 3.5. Welk medisch-uitrustingsmateriaal stel je als organisator ter beschikking? Deze lijst geeft een beschrijvend overzicht van het medisch uitrustingsmateriaal dat nodig is om de medisch preventieve dienstverlening van Kind en Gezin te brengen in het consultatiebureau. Met het consultatiebureauteam kan overlegd worden over de voorkeur voor een bepaald merk van materiaal Wegen en meten - babyweegschaal: bereik 0-20 kg, gradatie van 5, 10 tot max. 20g, digitale uitlezing met 2 of 3 cijfers na de komma, weegkuip in kunststof met opgaande randen aan zijkant, gemakkelijk te reinigen, geijkt klasse III, (bv. Seca 354 of gelijkwaardig). - personenweegschaal: opstapweegschaal voor staand wegen van kinderen, bereik 0->30 kg, afleesbaar op 100g, digitale uitlezing, geijkt klasse III. - meetlint voor meting van hoofdomtrek: niet rekbaar (geen linnen meetlint), soepel zonder snijdende randen (geen metalen meetlint), afleesbaar tot op 1 mm. - meetinstrument voor liggende lengtemeting van baby s en peuters tot 2 jaar: met vast hoofdeinde en soepel verschuifbaar voeteinde, meetbereik van +/- 40 tot 100 cm, afleesbaar tot op 1 mm. - meetlat voor staande lengtemeting van kinderen vanaf 2 jaar. Meetlat voor montage tegen wandplaat of muur ofwel mobiele stadiometer die door een stabiele bodemplaat geen wandmontage nodig heeft, minimaal meetbereik van 75 tot 125 cm, afleesbaar tot op 1 mm, licht bedienbare en makkelijk te verschuiven meetschuif Instrumenten - stethoscoop: pediatrische stethoscoop (bv. Littmann Classic Infant of gelijkwaardig). - otoscoop: als lichtbron voor oogonderzoek en voor onderzoek van de oren op indicatie. Bij voorkeur draagbare otoscoop. - reflexhamer voor jonge kinderen: 28 cm, niet plooibaar (bv Dejerine of gelijkwaardig) - koortsthermometer: digitaal, bestand tegen ontsmetting met alcohol 70% Kussens - onderzoekskussen: plat kussen voor lokaal arts en voor lokaal verpleegkundige, afmetingen +/- 80 x 60 x 5 cm. In kunststof en gemakkelijk te reinigen. - ontkleedkussen voor de wachtzaal, met opstaande randen van +/- 10 cm hoog, afmetingen +/- 80 x 60 x 5 cm, in kuststof en gemakkelijk te reinigen Koelkast en temperatuurbewaking vaccins (Semi-) professionele koelkast voor bewaring van vaccins (bv. Liebherr FKV 3640, FKV 5440 of gelijkwaardig): zonder vriesvak, met automatische ontdooiing, geventileerde/dynamische koeling, afsluitbare volle deur (geen glazen deur) met stevig slot en 2 sleutels, minstens 4 in de hoogte 26

27 verstelbare draagroosters, netto-inhoud: +/- 350l voor een klein tot middelgroot consultatiebureau en +/- 500l voor een groot consultatiebureau Welk medisch materiaal en medische verbruikersgoederen worden door Kind en Gezin beschikbaar gesteld? - van Wiechenmateriaal - oogscreener - naaldcontainers - urgentiekit voor de behandeling van anafylactische shock, bestaande uit: 2 ampullen adrenaline 1mg/1ml (Tartrate Sterop) + 2 steriel verpakte spuiten 1 ml gegradeerd op 1/100 en bijpassende steriel verpakte naalden 25G x 5/8''. - opbergdozen voor naaldcontainers - koelbox voor tijdelijke bewaring van vaccins in het lokaal van de verpleegkundige - temperatuurlogger (bv. Testo 184 T3 of Ebro EBI300) voor temperatuurbewaking vaccins: type usb-logger, werkt op elke pc zonder installatie van bijkomende software, genereert automatisch een temperatuurrapport, meetbereik van +/- min 30 tot 50 C, resolutie 0,1 C, met alarmaanduiding bij het overschrijden van de ingestelde onder of bovengrens, instelbaar meetinterval van 1 minuut tot 24 uur.. Regelmatig de batterijduur controleren wordt aangeraden. Een nieuwe batterij wordt door de verpleegkundige aangevraagd en door Kind en Gezin geleverd Welke medische verbruiksgoederen stel je als organisator ter beschikking? Deze lijst geeft een overzicht van de medische verbruiksgoederen die minimaal in een consultatiebureau aanwezig moeten zijn om een consult te kunnen uitvoeren. Een organidator kan op eigen initiatief in bijkomende medische verbruiksgoederen voorzien Ontsmetting en reiniging - ontsmettingsalcohol (ethanol 70%). - ontsmettingsmiddel voor handen: handalcohol met concentratie van 60-80% alcohol - allesreiniger voor oppervlaktereiniging. - ontsmettingsalcohol met alcohol 70% (als opp.< 0,5 m 2 ) of chlooroplossing 1000 ppm (als opp. > 0,5 m 2 ). - celstofdeppers +/- 4 x 5 cm of wattenbollen: niet steriel voor ontsmetting bij injectie Naalden, naaldcontainer, bloedlancetten - een beperkte voorraad injectienaalden 25G x 5/8 0,5 x 16 mm voor IM-injectie van vaccins bij prematuren of baby s met weinig spiermassa. 27

28 - een beperkte voorraad injectienaalden 23G x 1 0,6 x 25 mm voor naaldwisseling bij steriliteitsfouten. - een beperkte voorraad bloedlancetten voor hielprik (i.h.k.v. Vlaams bevolkingsonderzoek naar aangeboren afwijkingen bij pasgeborenen). Steriel, voor éénmalig gebruik, maximale incisielengte 2,4 mm Papierwaren en hygiëne - beschermpapier: wegwerp, aparte bladen of op rol. Licht absorberend papier +/- 50 x 70cm, cellulosevellen of cellulosevellen op rol (geperforeerd om gemakkelijk af te scheuren). Dit is nodig voor zowel het onderzoekskussen van de arts als de verpleegkundige als voor de ontkleedkussens in de wachtruimte. De kussens kunnen ook gereinigd worden na ieder gebruik. - beperkte voorraad papieren mondmaskers met elastieken voor éénmalig gebruik. - cellulose of papieren handdoekjes voor drogen van handen: gevouwen of op rol (bv. Tork premium H2). - cellulose zakdoekjes Pleisters - injectiepleisters: hypoallergeen, bij voorkeur op rol en makkelijk af te scheuren Handschoenen - handschoenen voor éénmalig gebruik, niet-steriel in Vinyl of Nitril en geen latex. Voorzie deze in small, medium en large Toebehoren van instrumenten - wegwerpspecula: ø 2,5mm (baby en peuters), beperkte voorraad (voor otoscoop bij onderzoek oren op indicatie). - wegwerphoesjes voor digitale koortsthermometer: in beperkte hoeveelheid (optie bij grote verpakkingen: verdelen over meerdere consultatiebureaus). - reservebatterijen voor weegschaal, otoscoop (indien otoscoop op batterijen werkt) en koortsthermometer Diversen - tongspatels: hout, afgeronde toppen, niet steriel. - optioneel: wegwerprecipiënt (bv. kartonnen wegwerpnierbekken). 28