omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen(godh.nl I Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH FEB Beschikking Wet natuurbescherming - Natura 2000-gebieden Onderwerp Op 22 november 2017 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming. De aanvraag betreft het exploiteren van een veehouderij gelegen aan de Beemdweg 5 te Hoogblokland. Besluit Wij besluien: I. de aangevraagde vergunning te verlenen; II. III. IV. voorschrift 1. te verbinden aan deze vergunning; de aanvraag van 22 november 2017 onderdeel te laten zijn van deze vergunning; het volgende document onderdeel te laten zijn van deze vergunning: AERIUS berekening van 4 november 2017 met kenmerk RanUAFHZevwO. Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, ing. L. Hopn an Hoofd Toetsing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Bljlage(n) 1. AERIUS berekening van 4 november 2017 met kenmerk RanUAFHZevwQ (ODH ) Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.

2 omgevingsdienst HAAGLANDEN VOORSCHRIFTEN 1 Op het bedrijf mogen de volgende maximale dieraantallen worden gehouden: Bron Diersoort Stalsysteem Dieraantallen (RAV-code) Bron 1 Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar; overige A huisvestingssystem en Bron 2 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar; overige A huisvestingssystemen Bron 3 Fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar; overige huisvestingssystemen A /6

3 omgevingsdienst HAAGLANDEN OVERWEGINGEN Aanleiding Op 22 november 2017 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag betreft het exploiteren van een veehouderij gelegen aan de Beemdweg 5 te Hoogblokland. Bij de aanvraag zijn de volgende documenten gevoegd: AERIUS-verschilberekening met van 4 november 2017 met kenmerk RanUAFHZevwQ; CRV-Mineraal (diertelkaart) van het jaar 2012, verwerkingsdatum 4 november 2017; CRV-Mineraal (veesaldokaart) van 1 november 2012, verwerkingsdatum 4 november 2017; Melding Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer van 6 januari Procedure De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, van de Wnb hebben wij op 28 november 2017 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken verlengd. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt (hoofdzakelijk) gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Instemming De gevraagde activiteit heeft nadelige gevolgen voor Natura 2000-gebieden die geheel of gedeeltelijk in de provincies Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Noord-Holland zijn gelegen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.3 van de Wnb is dit besluit tot stand gekomen in overeenstemming met de provincies Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Noord-Holland. Zienswijzen De ontwerpbeschikking heeft vanaf 29 december 2017 gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wijziging ten opzichte van ontwerpbeschikking Ten opzichte van de ontwerpbeschikking zijn geen wijzigingen aangebracht. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan: - de artikelen 2.7 t/m 2.9 Wnb; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Besluit natuurbescherming; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Regeling natuurbescherming. 3/6

4 Beoordeling omgevingsdienst HAAGLANDEN Aangevraagde activiteit Het bedrijf heeft een aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb ingediend voor het exploiteren van een veehouderij gelegen aan de Beemdweg 5 te Hoogblokland. De aanvraag betreft het vastleggen van de bestaande activiteit. Aan het bedrijf is niet eerder een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb verleend. De maximale dieraantallen en diersoorten in de beoogde situatie zijn in tabel 1 opgenomen. Tabel 1 maximale dieraantallen in de beoogde situatie Bron Diersoort Stalsysteem Dieraantallen (RAV-code) Bron 1 Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar; overige A huisvestingssystemen Bron 2 Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar; overige A huisvestingssystemen Bron 3 Fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar; overige huisvestingssystemen A Historie Het bedrijf beschikt over een melding op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer van 6 januari 1999 voor het houden van maximaal van 100 melkkoeien (RAV-code Al.100) en 70 stuks vrouwelijk jongvee (RAV-code A 3.100). In de bestaande situatie worden, gelet op de overgelegde CRV-Mineraal (veesaldokaart) van 1 november 2012, verwerkingsdatum 4 november 2017, 90 melkkoeien (RAV-code Al.lOO), 69 stuks vrouwelijk jongvee (RAV-code A3.100) en 1 fokstier (RAV-code A 7.100) gehouden. Effecten De beoordeling van de aanvraag beperkt zich tot de effecten van stikstofdepositie. Gelet op de aard en afstand van de gevraagde activiteit ten opzichte van Natura 2000-gebieden zijn andere effecten dan stikstof niet aan de orde. Het gaat hier om een activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de nu geldende kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Voor deze gebieden is de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie (PAS) van toepassing. Vergunningplicht In het kader van de Wnb is voor de gevraagde activiteit niet eerder een vergunning verleend. Of er sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in de Wnb dient beoordeeld te worden aan de hand van de beoogde situatie. Op basis van de bij de aanvraag gevoegde AERIUS berekening hebben wij vastgesteld dat er sprake is van een vergunningplicht voor de gevraagde activiteit. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Algemeen Voor elk project (of andere handeling) dat zonder vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb in het verleden is gerealiseerd en niet is vrijgesteld van de vergunningplicht (artikel 2.9, vijfde lid, van de Wnb en artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming), moet het bevoegd gezag alsnog beoordelen of een vergunning kan worden verleend. Indien het gaat om een project of andere handeling die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura gebied, waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de KDW wordt overschreden, is de PAS die per 1 juli 2015 in werking is getreden, van belang. De PAS is thans geregeld in de Wnb, het Besluit 4/6

5 omgevingsdienst HAAGLANDEN natuurbescherming, de Regeling natuurbescherming en het programma Programmatische Aanpak Stikstof (verder: Programma). Aan het Programma ligt een passende beoordeling als bedoeld in artikel 2.8 van de Wnb ten grondslag. Op 14 april 2015 hebben wij ingestemd met zowel het Programma als met de daaraan ten grondslag liggende passende beoordeling. Bij het verlenen van de vergunning kan gebruik worden gemaakt van deze passende beoordeling. Het Besluit natuurbescherming voorziet in titel 2.1 in continuering van het Programma zoals deze was opgenomen in de voormalige Natuurbeschermingswet Het thans geldende Programma behoeft gelet op het overgangsrecht in artikel 9.3, derde lid, van de Wnb niet opnieuw te worden vastgesteld. Het Programma is partieel herzien op 17 maart Passende beoordeling PAS Het Programma is een instrument om Natura 2000-doelstellingen te realiseren en tegelijk ruimte te scheppen voor bestaande en nieuwe economische ontwikkelingen. In de passende beoordeling is getoetst of de uitvoering van het programma geen risico vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van individuele Natura 2000-gebieden, binnen de PAS.'' De passende beoordeling bestaat uit een generiek deel (bronmaatregelen, monitoring, etc.) en uit gebiedsanalyses die de ecologische onderbouwing vormen dat met het Programma de stikstofgevoelige Natura 2000-doelstellingen (op termijn) gerealiseerd kunnen worden en er beschikbaar kan worden gesteld voor economische ontwikkelingen. In de gebiedsanalyse per Natura 2000-gebied is verzekerd dat door de uitvoering van een gebalanceerd en robuust pakket aan herstelmaatregelen, er in de eerste programmaperiode geen verslechtering optreedt van alle stikstofgevoelige habitattypen en habitats van soorten. Bij deze beoordeling is uitgegaan van de achtergrondwaarde van In deze achtergrondwaarde zijn alle voor de aanvang van het Programma feitelijke emissies verdisconteerd, zoals blijkt uit de grootschalige concentratie en depositiekaarten Nederland (GCN en GDN). Deze emissies hebben al voor de aanvang van het Programma plaatsgevonden en hebben als uitgangspunt gediend voor de passende beoordeling. Voor de depositie als gevolg van deze emissies is derhalve geen nodig. Daarnaast is voor elk Natura 2000-gebied een bepaalde hoeveeiheid vastgesteld, zodat ook nieuwe initiatieven waaronder ook uitbreidingen van bestaande activiteiten, gerealiseerd kunnen worden. De kan op grond van artikel 2.7, eerste lid, van het Besluit natuurbescherming worden toegedeeld aan projecten en andere handelingen bij toestemmingsbesluiten, zoals een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb of een omgevingsvergunning. De conclusie van de passende beoordeling van het Programma is dat wanneer bestaande activiteiten worden voortgezet en daarnaast ook nog nieuwe activiteiten worden gerealiseerd, kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Met onze instemming met het Programma hebben wij ingestemd met de conclusie van de passende beoordeling dat met het Programma kan worden uitgesloten dat de natuurlijke kenmerken van de in het Programma opgenomen Natura 2000-gebieden worden aangetast. Voorwaarde hierbij is dat er niet meer wordt toebedeeld dan beschikbaar is. Vaststellen benodigde Aan het bedrijf is niet eerder een vergunning op grond van de Wnb verleend. Dit betekent dat bij het bepalen van benodigde voor de gevraagde activiteit rekening mag worden gehouden met de door de bestaande activiteit veroorzaakte stikstofdepositie (artikel 2.4, vijfde lid en zevende lid, van de Regeling natuurbescherming). Dit betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt als gevolg van hetgeen daadwerkelijk plaatsvond voor zover die stikstofdepositie niet meer bedroeg dan de stikstofdepositie die mogelijk was overeenkomstig de ^ Zie hien/oor vvvvw.pas.natura2000.nl, kaart /6

6 omgevingsdienst HAAGLANDEN op 1 januari 2015 voor de betrokken inrichting geldende omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e of i van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of de daaraan voorafgaande Hinderwet. Deze bestaande situatie is aangetoond met de CRV-Mineraal (veesaldokaart) van 1 november 2012, verwerkingsdatum 4 november De aangetoonde bestaande situatie past binnen de vigerende melding op grond van het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer van 6 januari Op grond van het bovenstaande zijn wij van mening dat de bestaande situatie op een juiste wijze is aangetoond. Voor deze bestaande situatie is geen nodig, omdat de stikstofdepositie van deze activiteit al plaatsvond voor de aanvang van het Programma. De bestaande situatie komt overeen met de aangevraagde situatie. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/activiteitenbesluit. Hiervoor is de gemeente Giessenlanden bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. 6/6

7 Dit document bevat resultoten van een stifestofdepositieberefeening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in hetfeadervan de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Naturo gebieden. AERIUS Calculator moofet enkel voorde PAS-gebieden inzichtelijk weike stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op weike hien/on een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (l\ih3) en stikstofoxide (NOx), of een van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdfdan in de Calculotor. Berekening Situatie i Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina i/n

8 AERIUSBCALCULATOR Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Maatschap H. van Maurik en B. van Hoorne Beemdweg 5,4221LV Hoogblokland Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk situatie 1: hoogste dieraantal 1 november 2012 RanUAFHZevwg Datum berekening Rekenjaar Rekeninstelllngen 04 november 2017,15: Berekend voor Wnb. Totale emissie Situatie 1 Verschil NOx NH ,80 kg/j 1.479,80 kg/j Resultaten Hectare met hoogste verschil (mol/ha/j) Natuurgebied Bijdrage Toel ichti ng situatiei: hoogste dieraantal op basis van 1 november 2012 situatie 2: aangevraagde situatie (zelfde dieraantallen als in situatie 1) Situatie 1 RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina 2/11

9 Locatie Situatie 1 Situatie 1 Bron Sector I ^ ' NHj NOx i-^ Bron 1 Landbouw Stalemissies 1.170,00 kg/j Bron 2 Landbouw I Stalemissies 303,60 kg/j t-^ Bron 3 Landbouw I Stalemissies 6,20 kg/i Situatie 1 RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina 3/11

10 Locatie ^ron Sector t-^ Bron 1 Landbouw I Stalemissies 1.170,00 kg/j Bron 2 Landbouw I Stalemissies 303,60 kg/j Bron 3 Landbouw Stalemissies 6,20 kg/j Situatie 1 RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina 4/11

11 Resultaten PASgebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Zouweboezem Situatiei Verschil 0,27 0,27 0,00 (- Uiterwaarden Lek 0,14 0,14 0,00 (- Lingegebied b Diefdijk-Zuid 0,12 0,12 0,00 (- Loevestein, Pompveld b Kornsche Boezem 0,07 0,07 0,00 (- Rijntakken >o,05 >o,05 0,00 ( Kolland b Overiangbroek >o,05 >o,05 0,00 ( Biesbosch >o,05 >o,05 0,00 (- Oostelijke Vechtplassen >o,05 >o,05 0,00 ( * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Situatie i RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina 5/11

12 Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Zouweboezem Habitattype Situatiei Verschil H6410 Blauwgraslanden 0,31 0,31 0,00 (-) H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,27 0,27 0,00 (-) Uiterwaarden Lek Habitattype Situatiei Situaties Verschil' H6120 Stroomdalgraslanden 0,14 0,14 0,00 - Lg02 Geisoleerde meander en petgat 0,13 0,13 0,00 (-) H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,13 0,13 0,00 (-) Lingegebied b Diefdijk-Zuid Habitattype Situatie 1 Verschil H91 EoB Vochtige alluviale bossen (essen-iepenbossen) 0,19 0,19 0,00 (- H91 EoC Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende 0,17 bossen) 0,17 0,00 (-) H7230 Kalkmoerassen 0,16 o,i6 0,00 (-) H9999:70 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H7230) 0,12 0,12 0,00 (-) Situatie 1 RanUAFHZevwg {04 november 2017) pagina 6/11

13 Loevestein, Pompveld b Kornsche Boezem Habitattype Situatie 1 Verschil * H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,08 0,08 0,00 (-) H6i20 Stroomdalgraslanden 0,07 0,07 0,00 (-) H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,07 0,07 0,00 (-) Lg02 Geisoleerde meander en petgat 0,06 0,06 0,00 (- ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen 0,06 0,06 0,00 (- Rijntakken Habitattype Situatiei Situaties Verschil* ZGLgii Kamgrasweide 7 Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied >o,05 >o,05 0,00 (-) Lg02 Geisoleerde meander en petgat >o,05 >o,05 0,00 (-) ZGH3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen >o,05 >o,o5 0,00 (-) ZGLg02 Geisoleerde meander en petgat >o,05 >o,05 0,00 (-) Kolland b Overiangbroek Habitattype Situatiei Situaties Verschil* H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende >o,05 >o,05 0,00 (-) bossen) Situatie 1 RanUAFHZevwg {04 november20i7) pagina w'n

14 Biesbosch Habitattype Situatiei Verschil Lgii Kamgrasweide b Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied >o,05 >o,05 0,00 ( H6120 Stroomdalgraslanden >o,05 >o,05 0,00 (-) H91 EoB Vochtige alluviale bossen (essen-iepenbossen) >o,05 >o,05 0,00 (-) Lgo8 Nat, matig voedselrijk grasland >o,05 >o,05 0,00 (-) H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) >o,05 >o,05 0,00 (-) H6510B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart) >o,05 >o,05 0,00 (-) Oostelijke Vechtplassen Habitattype Situatie 1 Verschil * H3i5obaz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen >o,05 >o,05 0,00 (-) * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Situatie 1 Situaties RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina 8/11

15 (per bron) Situatie 1 Naam Locatie (X.Y) Uitstoothoogte Bron , ,0 m Warmteinhoud 0,000 MW NH? 1.170,00 kg/j Dier RAVcode Omschrijving Aantal Stof dieren factor (kg/dier/j) Al.lOO overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 90 l\ih3 13, ,00 kg/j Naam Locatie (X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Bron , >0 m 0,000 M W 303,60 kg/j Dier RAVcode Omschrijving Aantal Stof factor dieren (kg/dier/j) A overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 69 NH3 4, ,60 kg/j ^1 Naam Locatie (X.Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Bron , m 0,000 MW 6,20 kg/j Dier RAVcode Omschrijving Aantal Stof dieren factor (kg/dier/j) y^, A overige huisvestingssystemen (Rundvee; fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar) (Overig) 1 NH3 6,200 6,20 kg/j Situatie 1 Situatie s RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina g/n

16 (per bron) Naam Locatie (X,Y) Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3 Bron , m 0,000 MW 1.170,00 kg/j Diet RAV code Omschrijving Aantal Stof factor dieren (kg/dier/j) -y^ Al.lOO overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig) 90 NH3 13, ,00 kg/j Naam Locatie (X,Y) Bron Uitstoothoogte 5,0 m Warmteinhoud 0,000 M W NH3 303,60 kg/j Dier RAVcode Omschriiving Aantal Stof factor dieren (kg/dier/j) A overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig) 69 NH3 4, ,60 kg/j! Naam Locatie (X.Y) Bron , Uitstoothoogte 5»0 m Warmteinhoud 0,000 M W NH3 6,20 kg/j Dier RAVcode Omschrijving Aantal Stof dieren factor (kg/dier/j) y^ A overige huisvestingssystemen (Rundvee; fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar) (Overig) 1 Nh3 6,200 6,20 kg/j Situatie 1 RanUAFHZevwg (04 november 2017) pagina lo/ii

17 DiSCia i mer Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zi n voorbehouden. Reken basis ^^^^ berekening is totstand gekomen op basis van: AERiUS versie 20i6L_20i7ioo3_i682e2550C Database versie 20i6L_soi7o8s8_c3fo58foof Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Situatiei Situaties RanUAFHZevwg (04 november S017) pagina 11/11