NVVW-conferentie Optimaal voorbereid naar het eindexamen Maandag 25 september Workshop: VWO Wiskunde A uur

Transcriptie

1 NVVW-conferentie Optimaal voorbereid naar het eindexamen Maandag 25 september Workshop: VWO Wiskunde A uur

2 Opbouw workshop Introductie (13.15 uur uur) Even voorstellen Aanleiding en doel van de workshop Werkwijze workshop Ronde 1. Beroepsrol: vakinhoudelijk deskundige (13.25 uur uur gesprek in groepjes o.l.v. gespreksleider) (13.55 uur uur centrale terugkoppeling door rapporteur) Wisselen samenstelling van groepjes Ronde 2. Beroepsrol: didacticus (14.10 uur uur gesprek in groepjes o.l.v. gespreksleider) ( uur centrale terugkoppeling door rapporteur) Slotronde (14.55 uur uur)

3 Introductie Even voorstellen Erik van Barneveld, 10 jaar werkzaam als docent op de GSG Leo Vroman in Gouda, als pilotdocent meegedaan aan de pilots voor havo A, havo B en vwo A. In de pilotperiode met 4 cohorten leerlingen meegedaan aan de pilotexamens vwo wiskunde A. Aanleiding en doel van de workshop Dit jaar eerste keer landelijke afname eindexamen nieuwe programma s vwo, dus ook voor vwo wiskunde A. Vanzelfsprekende vraag: hoe bereid ik mijn leerlingen zo goed mogelijk voor op dit nieuwe eindexamen? Merk op: ik spreek niet over optimaal voorbereid naar het eindexamen. Dit zo namelijk kunnen suggereren dat er een weg naar het eindexamen is die voor iedere school, iedere docent en iedere leerling optimaal is. Omdat scholen, docenten en hun leerlingen erg verschillend kunnen zijn, denk ik niet dat er een weg is die voor iedereen het beste is. Wel denk ik onderwijs nooit af is en dat iedere docent wel aanknopingspunten kan vinden om zijn of haar onderwijspraktijk te verbeteren. Het doel van deze workshop is dat u vandaag één of meerdere van die aanknopingspunten vindt voor het vak vwo wiskunde A. De gehele workshop is gericht op dit ene vak. Werkwijze In groepen van vier personen in twee rondes een gesprek voeren naar aanleiding van enkele gerichte vragen. In de eerste ronde staat de beroepsrol vakinhoudelijk deskundige centraal, in de tweede ronde de beroepsrol didacticus. Bij de start van elke ronde worden in elk groepje de rollen: gespreksleider, tijdsbewaker, rapporteur en criticus verdeeld. De gesprekleider bewaakt de inhoud van het gesprek, hij/zij let erop dat ieders bijdrage gericht is op het beantwoorden van de gestelde vragen. De rol van de tijdsbewaker spreekt voor zich. De rapporteur zorgt ervoor dat hij/zij beknopt verslag kan doen van hetgeen er in de groep is besproken. De criticus is de enige in de groep die af en toe kritische vragen mag stellen aan een ander. De overige deelnemers luisteren vooral naar elkaar. Voor elke ronde krijgt de gespreksleider een A4tje met de gerichte vragen voor die ronde.

4 Ronde 1. Beroepsrol vakinhoudelijk deskundige Tijdsplanning: Ongeveer 30 minuten gesprek met eigen groepje, daarna ongeveer 15 minuten centrale terugkoppeling Verdeel de rollen: 1) Gespreksleider 2) Tijdsbewaker 3) Rapporteur 4) Criticus Gespreksleider gebruikt onderstaande gerichte vragen: 1) Welke bronnen heb je gebruikt om je op de hoogte te houden van de vakvernieuwing? 2) Wat zijn volgens jou de meest essentiële aspecten van de vakvernieuwing? 3) Hoe zie je die vakvernieuwing terug als je reguliere examen van de afgelopen jaren vergelijkt met de pilotexamens van de afgelopen jaren? 4) Hoe is bij jou op de school de vakvernieuwing vertaalt naar aanpassingen van het vakleerplan ( de verticale leerlijn ) en/of het PTA? 5) Welke visie op het wiskundeonderwijs zit er op jou school achter het vakleerplan en het PTA?

5 Ronde 2. Beroepsrol didacticus Tijdsplanning: Ongeveer 30 minuten gesprek met eigen groepje, daarna ongeveer 15 minuten centrale terugkoppeling Verdeel de rollen: 1) Gespreksleider 2) Tijdsbewaker 3) Rapporteur 4) Criticus Gespreksleider gebruikt onderstaande gerichte vragen: 1) Wat zijn in het licht van de vakvernieuwing - de voor- en nadelen van de methode die bij jou op school wordt gebruikt? 2) Welke leermiddelen gebruik je als aanvulling op de methode? 3) Wat zijn de essentiële aspecten van jouw didactische aanpak? 4) In hoeverre sluit jouw didactische aanpak aan bij de vakvernieuwing? 5) Welk beeld komt naar voren bij een analyse van jouw SE-vragen en de SEresultaten van jouw leerlingen, bijvoorbeeld in termen van RTTI? 6) Welk beeld komt naar voren als je (op basis van een WOLF-rapportage) jouw leerlingen vergelijkt met de landelijke steekproef? Slotronde (centraal) Welke aanknopingspunten zie je om jouw leerlingen nog beter voor te bereiden op het eindexamen vwo wiskunde A?