Rapportage Beheersbaarheid van Brand 2007 Brandveiligheid (Foyer grote zaal)

Transcriptie

1 T.P.M. van Dartel Stu. nr.: EB Eindhoven Tel E t.p.m.v.dartel@student.tue.nl Rapportage Beheersbaarheid van Brand 2007 Brandveiligheid (Foyer grote zaal) Popcentrum MIO betreft een popcentrum op het terrein van het voormalige Landbouwbelang te Maastricht. Het complex bestaat uit 2 bouwlagen en zal als nieuwbouw gerealiseerd worden. Doordat het gebouw niet voldoet aan alle gestelde eisen uit het bouwbesluit, is in opdracht van de cursus Gebouwveiligheid 7Y320, voor het betreffende project aanvullende rapportages opgesteld. T.P.M. van Dartel ( )

2 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Introductie object en opdrachtgever Doelstellingen rapportage Toegepaste tekeningen, documenten en afkortingen Opbouw rapportage Omschrijving gebouw Toepassingsgebied van Beheersbaarheid van Brand Maatregelpakketten Toepassingsgebied gebruiksfuncties Aanvullende voorwaarden Toepassingsgebied bouwvorm Locatie Hoogte Verdiepingen Stapeling Keuze Maatregelpakket Uitwerking Beheersbaarheid van Brand 2007, Maatregelpakket I Brandcompartimenten Uitwerking Beheersbaarheid van Brand Algemeen Permanente vuurbelasting Variabele vuurbelasting Gemiddelde vuurbelasting (q) Gevaarlijke stoffen Bepaling brandcompartimentsgrootte en brandpreventieve maatregelen Conclusie Bijlage A: Bepaling van de permanente vuurbelasting Bijlage B: Bepaling van de variabele vuurbelasting Bijlage C: Bepaling van de maatgevende vuurbelasting Bijlage D: Bepaling WBDBO gevels Bijlage E: WBDBO per gevel Bijlage F: Begrippenlijst

3 Samenvatting Het MIO-Project aan de TU/e te Eindhoven heeft een ontwerp vervaardigd voor een popcentrum aan de maas, in Maastricht. Het betreft een nieuw plan met een totaal gebruiksoppervlakte van ±7.400m². (Begane grond = ±4.300² en 1 e verdieping = ±3.100².) Het nieuwe pand zal bestaan uit twee bouwlagen. In het pand zijn maximaal 1500 personen tegelijkertijd aanwezig. De zalen op de begane grond worden omsloten door foyers, welke verschillende vluchtmogelijkheden bieden. De grote en kleine zaal (resp. Noord en Zuidblok) wordt gesplitst door een centrale patio / entree gedeelte, uitgevoerd als gesloten, glazen verbindingsvolume. Op de tweede verdieping worden de technische ruimtes gehuisvest en de koelinstallatie. In verband met de bedrijfsvoering is het gewenst om de totale ruimten van de foyer grote zaal uit te voeren als één brandcompartiment met een gebruiksoppervlak van ± m². Indien, op basis van het bouwbesluit, het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 wordt toegepast, blijkt uit de berekening dat het gewenste brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van ± m 2 als één brandcompartiment mag worden beschouwd. De voorwaarden om dit brandcompartiment uit te mogen voeren zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van deze rapportage. Het toepassen van de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 betekent, dat de brandbeveiliging is afgestemd op het daadwerkelijke gebruik. Een verandering van dat gebruik (zowel qua aard als omvang) kan betekenen dat de getroffen maatregelen niet meer in overeenstemming zijn met de aanwezige vuurbelasting. Controle van de aannames, welke als uitgangspunt voor dit rapport zijn gebruik, is derhalve altijd noodzakelijk. 3

4 1 Inleiding 1.1 Introductie object en opdrachtgever De MIO-projectgroep heeft het ontwerp vervaardigd voor het popcentrum in Maastricht. Het betreft een nieuw plan met een gebruiksoppervlakte van ± m². Het popcentrum zal bestaan uit twee bouwlagen. Er rust enkel een bijeenkomstfunctie op het BvB-compartiment. Conform het Bouwbesluit moet het gebouw worden verdeeld in brandcompartimenten met een maximale gebruiksoppervlakte van m 2. Op basis van deze regelgeving moeten bouwkundige scheidingen met een brandwerendheid van 60 minuten worden aangebracht. Vanuit het gebruik is het gewenst om één brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van ± m 2 te realiseren. Dit compartiment bestaat uit één ruimte genaamd foyer grote zaal. Op basis van het Bouwbesluit kan, met behulp van het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007, worden aangetoond dat, onder een aantal voorwaarden grotere compartimenten toelaatbaar zijn. 1.2 Doelstellingen rapportage Doel van deze rapportage is een gelijkwaardig alternatief te bieden ten aanzien van de bovengenoemde eis tot het realiseren van brandcompartimenten met een gebruiksoppervlak van maximaal m 2. In deze rapportage worden de te nemen brandbeveiligingsmaatregelen ter beperking van uitbreiding van brand voor het popcentrum te Maastricht gepresenteerd op basis van het Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand Toegepaste tekeningen, documenten en afkortingen Uitgangspunt voor deze rapportage zijn de tekeningen vervaardigd door MIO-Groep 4 tekeningnr D0.01 dd 15 Juni Daarnaast zijn de afkortingen gebruikt zoals weergegeven in bijlage F. 1.4 Opbouw rapportage Deze rapportage is als volgt opgebouwd: - in hoofdstuk 2 is de omschrijving van het gebouw weergegeven; - in hoofdstuk 3 is het toepassingsgebied van het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 beschreven; - in hoofdstuk 4 worden de uitkomsten van de berekeningen en bepalingen volgens dit brandbeveiligingsconcept gepresenteerd. - In hoofdstuk 5 wordt in de conclusies aangegeven onder welke voorwaarden de doelstelling wordt gehaald. 4

5 2 Omschrijving gebouw De MIO-Groep is gevraagd om het ontwerp te maken voor het Popcentrum in Maastricht. Het betreft een nieuw plan met een gebruiksoppervlakte van ± m². Het popcentrum zal bestaan uit 2 bouwlagen. Er rust uitsluitend een bijeenkomstfunctie op het BvB-compartiment. De hoogte van de dakrand ligt op P. De afmetingen van de gevels en de afstand tot de perceelbegrenzing zijn weergegeven in tabel 1. Ter verduidelijking is in figuur 1 de situatie ingevoegd. Gevel Breedte [m] Hoogte [m] Afstand tot perceelbegrenzing* [m] Noord 60,4 19,6 Ca. 30 Oost 57,6 19,6 Ca. 30 Zuid 50,5 19,6 Ca. 65 West 45,3 19,6 Ca. 36 tabel 1: gegevens gevels * met perceelgrens wordt bedoeld de daadwerkelijke erfscheiding, de as van de openbare weg of hart van openbaar groen of water. figuur 1: situatie 5 N

6 Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum: Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht De constructie van het gebouw is weergegeven in tabel 2. Elementen Fundering Vloerafwerking Constructie Opbouw buitenwanden Opbouw binnenwanden Daken + isolatie Dakafwerking Verdiepingsvloer Beschrijving Beton Gietvloer Staal Structural glazing Staalplaat, taalplaat, rubber blokken, stalen frame, dempers, betonwand 2D vakwerk, kanaalplaat,, EPS isolatie EPDM dakbedekking Beton in stalen frame gelegd tabel 2: constructiegegevens In de ruimte waar het foyer iss zal nagenoeg geen vuurlast aanwezig zijn. Dit omdat hier geen opslag van brandbare materialen geschied. Het meeste eeste brandgevaar van deze ruimte komt van aankleding die in de ruimte aanwezig is is, namelijk de houten trappen in het foyer. foyer In deze ruimte zijn bijna geen losse elementen aanwezig. In figuur 2 zijn de zwaartepunten in de vuurlast weergegeven. Begrenzing BvBcompartiment Trappen l guur 2: zwaartepunten in de vuurlast begane grond en eerste verdieping figuur 6 T.P.M. van Dartel 5658 EB EINDHOVEN Tel: Student nr:

7 3 Toepassingsgebied van Beheersbaarheid van Brand Maatregelpakketten Bij toepassing van het Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 moet worden gekozen uit vier maatregelpakketten, I t / m IV. Ieder maatregelpakket heeft eigen brandpreventieve voorwaarden, waardoor met de verschillende maatregelpakketten verschillende brandveiligheidniveaus worden gerealiseerd. Hoe hoger het uitgevoerde brandveiligheidniveau, des te meer vrijheid de gebruiker krijgt voor de gewenste bedrijfsvoering. Maatregelpakket I is het basispakket, waarbij op basis van een beperking van de aanwezige vuurbelasting en daarop afgestemde eisen aan de omhulling grotere brandcompartimenten toelaatbaar zijn. Bij maatregelenpakket I wordt uitgegaan van bouwkundige maatregelen en niet van installatietechnische maatregelen. Maatregelpakket II is een pakket, waarbij door toevoeging van een gecertificeerde brandmeldinstallatie op basis van volledige bewaking met directe doormelding naar de brandweeralarmcentrale conform NEN 2535 en een Rook en Warmte Afvoerinstallatie (RWA) onder voorwaarden een twee maal hogere vuurbelasting dan Maatregelpakket I in het brandcompartiment aanwezig mag zijn. Maatregelpakket III is een pakket, dat enkel van toepassing is in speciale gevallen van bulkopslag waar sprake is van compact opgeslagen materialen met een lage afbrandsnelheid. Maatregelpakket IV is een pakket, waarbij door toevoeging van een gecertificeerde automatische blusinstallatie, afhankelijk van het uitvoeringsniveau van de installatie, een 20 tot 33 maal hogere vuurbelasting dan Maatregelpakket I in het brandcompartiment aanwezig mag zijn. 7

8 3.2 Toepassingsgebied gebruiksfuncties Niet alle maatregelpakketten mogen echter voor iedere gebruiksfunctie worden toegepast. In tabel 3 is voor iedere gebruiksfunctie aangegeven welk maatregelpakket mag worden gekozen. Gebruiksfunctie Toepasbaar Maatregelpakket I II III IV Woonfunctie Bijeenkomstfunctie voor bedrijfsmatige kinderopvang Bijeenkomstfunctie (overig) JA* JA - JA Cellenfunctie Gezondheidszorgfunctie voor aan bed gebonden patiënten Gezondheidszorgfunctie (overig) JA* JA - JA Industriefunctie JA JA Bulkopslag JA - dierverblijven m Kantoorfunctie JA* JA - JA Logiesfunctie Onderwijsfunctie JA* JA - JA Sportfunctie JA* JA - JA Winkelfunctie JA* JA - JA Overige gebruiksfunctie voor het JA stallen van motorvoertuigen Overige gebruiksfunctie (overig) JA JA - JA tabel 3: toepassingsgebied gebruiksfuncties * bij toepassing van Maatregelpakket I gelden voor deze gebruiksfunctie de aanvullende voorwaarden zoals genoemd in paragraaf 3.3. Het beoogde BvB-compartiment heeft een bijeenkomstfunctie en is in de tabel gemarkeerd aangegeven. Dit betekent, dat gelet op de functie de Maatregelenpakketten I, II en IV mogen worden toegepast. 3.3 Aanvullende voorwaarden Bij toepassing van Maatregelpakket I gelden bij de in de tabel 3 met een sterretje aangegeven gebruiksfuncties aanvullende voorwaarden, indien sprake is van een celvormige structuur. Deze aanvullende voorwaarden hebben als doel de beschikbare tijd voor brandweerpersoneel om het celvormig gedeelte te doorzoeken te verruimen. 8

9 Met betrekking tot kantoorfuncties wordt opgemerkt, dat het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 niet van toepassing is op kantoorgebouwen. Het concept kan alleen worden toegepast voor brandcompartimenten waarin mede een kantoorfunctie voorkomt. De aanvullende voorwaarden zijn afhankelijk van de gebruiksoppervlakte van het celvormig gedeelte. In tabel 4 zijn de maatregelen overzichtelijk weergegeven. Gebruiksoppervlakte Aanvullende voorwaarde celvormig gedeelte < 500 m 2 Geen 500 m m 2 Celvormig gedeelte moet 30 minuten brandwerend van de rest van het BvB-compartiment zijn afgescheiden. > m 2 Celvormig gedeelte moet 60 minuten brandwerend van de rest van het BvB-compartiment zijn afgescheiden. Daarnaast moet het celvormige gedeelte worden ingedeeld in brandcompartimenten van maximaal m 2. tabel 4: eisen celvormige structuren In het beoogde BvB-compartiment is geen gedeelte met een celvormige structuur aanwezig. Derhalve hoeven geen extra brandwerende scheidingen in het BvB-compartiment aangebracht te worden. 3.4 Toepassingsgebied bouwvorm Indien het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 wordt toegepast, worden beperkingen aan de vormgeving van het gebouw opgelegd Locatie Een BvB-compartiment bevindt zich in één gebouw. Het beoogde BvB-compartiment bevindt zicht in één gebouw. Hierdoor is het brandbeveiligingsconcept toepasbaar. 9

10 3.4.2 Hoogte Met uitzondering van Maatregelpakket IV, mag een BvB-compartiment maximaal 15 meter hoog zijn (nokhoogte c.q. grootste hoogte tussen vloerconstructies). De totale hoogte van het compartiment bedraagt ca. 19,6 meter. Derhalve zou maatregelenpakket I niet toepasbaar zijn. Echter tussen de 15 en 20 meter hoogte is nagenoeg geen vuurlast aanwezig. Op deze hoogte is enkel de constructie van het pand aanwezig. Daarbij is de vuurlast in het dak beperkt gebleven door toepassing van onbrandbare dakisolatie. Derhalve is de situatie ook afdoende veilig om een overschrijding van 5 meter toe te staan Verdiepingen Bij Maatregelpakket I en II mag maximaal 50% van de gebruiksoppervlakte van het BvBcompartiment op verdiepingen zijn gelegen. Bij maatregelpakket III mag dit slechts een verwaarloosbaar klein gedeelte zijn. Bij maatregelpakket IV geldt geen beperking. Het BvB-compartiment heeft meer dan één bouwlaag. De gebruiksoppervlakte van het gedeelte op de verdieping is kleiner dan 50% van het BvB-compartiment. Hierdoor kunnen maatregelpakketten I, II en IV worden toegepast Stapeling Bij Maatregelpakket I en II mogen maximaal twee BvB-compartimenten boven elkaar zijn gelegen, waarbij de gezamenlijke inwendige hoogte niet hoger is dan 15 meter. Bij Maatregelpakket III is stapeling niet toegestaan. Bij Maatregelpakket IV geldt geen beperking zolang voor alle gestapelde BvB-compartimenten Maatregelpakket IV wordt toegepast. Bij stapeling mag bij Maatregelpakket I en II de maatgevende vuurbelasting niet hoger zijn dan 180 kg vh/m 2. Bij Maatregelpakket IV mag deze maximaal 240 kg vh/m 2 bedragen. Andere compartimenten boven een BvB-compartiment zijn afhankelijk van de gebruiksfunctie van het bovengelegen compartiment en het gekozen Maatregelpakket. In tabel 5 is weergegeven welke combinaties toegestaan zijn en welke niet. 10

11 Gebruiksfunctie van de bovenbouw Maatregelpakket van de onderbouw I II III IV Woonfunctie JA Bijeenkomstfunctie voor JA bedrijfsmatige kinderopvang Bijeenkomstfunctie (overig) JA JA - JA Cellenfunctie JA Gezondheidszorgfunctie voor aan JA bed gebonden patiënten Gezondheidszorgfunctie (overig) JA JA - JA Industriefunctie JA JA - JA - dierverblijven Kantoorfunctie JA JA - JA Logiesfunctie Onderwijsfunctie JA JA - JA Sportfunctie JA JA - JA Winkelfunctie JA JA - JA Overige gebruiksfunctie voor het JA JA - JA stallen van motorvoertuigen Overige gebruiksfunctie (overig) JA JA - JA tabel 5: toegestane combinaties boven- en onderbouw In de onderhavige situatie vindt geen stapeling van BvB-compartimenten plaats. Hierdoor kunnen maatregelpakketten I, II en IV worden toegepast. 3.5 Keuze Maatregelpakket Als uitgangspunt voor toepassing van het brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand van het Popcentrum te Maastricht is gekozen voor Maatregelpakket I. De basis van dit Maatregelpakket zijn bouwkundige voorzieningen in plaats van installatietechnische voorzieningen. De WBDBO van de begrenzing van het BvB-compartiment kan variëren van 60 tot 240 minuten WBDBO. 11

12 4 Uitwerking Beheersbaarheid van Brand 2007, Maatregelpakket I 4.1 Brandcompartimenten Het gebruik van het gebouw maakt een onderverdeling in brandcompartiment van maximaal m 2 ongewenst. Als uitgangspunt voor het beperken van uitbreiden van brand voor het Popcentrum te Maastricht is dan ook gekozen voor het realiseren van één brandcompartiment met een totale gebruiksoppervlakte van ± m². 4.2 Uitwerking Beheersbaarheid van Brand Algemeen Op basis van het Bouwbesluit zijn grotere brandcompartimenten toegestaan mits kan worden aangetoond, dat het grotere brandcompartiment in gelijke mate beantwoordt aan hetgeen de regelgever heeft beoogd met brandcompartimenten van maximaal m 2. Voor het aantonen van de gelijkwaardigheid is gebruik gemaakt van het Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand Voor het bepalen van de maximale brandcompartimentsgrootte en de daarbij behorende brandpreventieve voorwaarden, is de vuurlast en de vuurbelasting in het beschouwde compartiment van belang. De vuurlast is de som van de verbrandingswaarden van alle aanwezig brandbare materialen, met inbegrip van de materialen in de constructieonderdelen die zich binnen die ruimte bevinden, dan wel deze begrenzen. De vuurlast is de hoeveelheid warmte (energie) die vrijkomt bij volledige verbranding van deze materialen. De vuurlast wordt uitgedrukt in MJ (megajoules) of in kg vh (kilogram vurenhout equivalent). Hierbij is 1 kg vh gelijk aan 19 MJ. De vuurbelasting (q) is de hoeveelheid warmte die per vierkante meter (m 2 ) gebruiksoppervlakte vrijkomt bij volledige verbranding van de aanwezige vuurlast. De vuurbelasting wordt uitgedrukt in MJ/m 2 of kg vh/m 2. 12

13 Voor de bepaling van de maximale brandcompartimentsgrootte en de daarbij behorende brandpreventieve maatregelen zijn twee kengetallen van belang. Dit zijn: - de gemiddelde vuurbelasting. Dit is de vuurbelasting die gemiddeld in het compartiment aanwezig is. Hierbij wordt uitgegaan van de totale gebruiksoppervlakte van het beoogde brandcompartiment. - de maatgevende vuurbelasting. Dit is de vuurbelasting op de ongunstigste gelegen m 2. De m 2 dienen zodanig te worden gekozen dat de vuurbelasting zo hoog mogelijk is. Hierbij wordt uitgegaan van de grondoppervlakte van het beoogde brandcompartiment. De aanwezige vuurbelasting op eventueel aanwezige verdiepingsvloeren wordt hierdoor geprojecteerd op het grondvlak. Zowel de gemiddelde als de maatgevende vuurbelasting zijn opgebouwd uit een permanent en een variabel deel. De permanente vuurbelasting is alle vuurbelasting die aanwezig is in de permanente bouwdelen, zoals wanden, vloeren, daken, alsmede de daarin aanwezige isolatiematerialen. De variabele vuurbelasting is de vuurbelasting van alle niet permanente delen. Dit betreft de inventaris. De maximaal toegestane brandcompartimentsgrootte wordt bepaald door de gemiddelde vuurbelasting, terwijl de vereiste WBDBO wordt bepaald door de maatgevende vuurbelasting. Gemiddelde vuurbelasting: Maatgevende vuurbelasting: maximale grootte brandcompartiment vereiste scheiding t.o.v. andere brandcompartimenten Het toepassen van het Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 betekent, dat de brandbeveiliging is afgestemd op het daadwerkelijk gebruik van het brandcompartiment. Het gevolg hiervan is, dat bij verandering van het gebruik van het brandcompartiment gecontroleerd dient te worden of de vuurbelasting nog wel in overeenstemming is met de genomen brandbeveiligingsmaatregelen Permanente vuurbelasting De permanente vuurbelasting wordt gevormd door de permanente bouwdelen. In hoofdstuk 2 is aangegeven uit welke materialen het gebouw is opgetrokken. De bepaling van de permanente vuurbelasting is weergegeven in bijlage A. De permanente vuurbelasting bedraagt: 175 MJ/m 2. Dit komt overeen met 9 kg vh/m Variabele vuurbelasting De variabele vuurbelasting hangt samen met het gebruik van het compartiment. De bepaling van de variabele vuurbelasting is in bijlage B weergegeven. De totale variabele vuurbelasting bedraagt: 145 MJ/m 2. Dit komt overeen met 8 kg vh/m 2. 13

14 4.2.4 Gemiddelde vuurbelasting (q) De in rekening te brengen gebruiksoppervlakte van het brandcompartiment bedraagt m 2. Dit betekent het volgende voor de gemiddelde vuurbelasting. Onderdeel Vuurlast Vuurbelasting MJ kg vh MJ/m 2 kg vh/m 2 Permanent deel Variabel deel Totaal tabel 6: overzicht vuurbelasting Gevaarlijke stoffen Indien in een gebouw gevaarlijke stoffen worden opgeslagen waarop de PGS voorschriften van toepassing zijn, moeten deze vanaf bepaalde hoeveelheden in brandwerend afgescheiden ruimten (kasten of kluizen) worden opgeslagen. Indien de brandwerendheid van deze ruimten hoger is dan 60 minuten, maar lager dan de maatgevende vuurbelasting, moet de vuurlast van deze gevaarlijke stoffen in de berekeningen worden meegenomen. In het gebouw worden geen gevaarlijke opgeslagen waarop de PGS voorschriften van toepassing zijn. 14

15 4.2.6 Bepaling brandcompartimentsgrootte en brandpreventieve maatregelen De gevonden waarden zullen worden gebruikt om de maximale brandcompartimentsgrootte, en de daarbij behorende brandpreventieve maatregelen te bepalen. Bepaling maximale brandcompartimentsgrootte (A max ) De maximale brandcompartimentsgrootte wordt verkregen met de volgende formule: A max. q < M (kg vh/m 2 ) In bovengenoemde formule is M een Maatregelfactor die afhankelijk is van het gekozen maatregelenpakket. Voor maatregelenpakket I moet voor M de waarde 1 worden ingevuld. A. max q < M (kg vh/m 2 ) A max < ( M) / q A max < ( ) / 17 A max < m 2 Hieruit volgt dat het gewenste brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van m 2 als één brandcompartiment mag worden beschouwd. Bepaling WBDBO omhulling De WBDBO-eis aan de omhulling van het BvB-compartiment wordt bepaald aan de hand van de formule: NB Daarbij wordt een ondergrens van 60 minuten WBDBO en een bovengrens van 240 minuten gehanteerd. WBDBO = q m + toeslag De maatgevende vuurbelasting van het BvB-compartiment moet worden ingevuld voor de q m. Deze bedraagt 40 kg vh/m 2, getuige bijlage C. De toeslag varieert tussen 0 en 60 minuten. De toeslag is afhankelijk van het geveloppervlak dat een naburig brandcompartiment in brand kan zetten. Indien op het eigen perceel voor de betreffende gevel een onbebouwde (vrije) ruimte aanwezig is van minimaal 5 meter loodrecht op de gevel wordt de veiligheidsmarge geacht aanwezig te zijn en kan dus een waarde van 0 worden ingevuld voor de toeslag. Bij de bepaling voor de toeslag is de grafiek van figuur 3 van belang. 15

16 Omdat op eigen terrein aan de noordgevel ten minste 5 meter onbebouwde ruimte aanwezig is, wordt geen toeslag in rekening gebracht voor deze gevel. Indien in de toekomst op minder dan 5 meter gebouwd wordt, zal de afstandsbijdrage wel bepaald moeten worden middels onderstaande figuur 3. Voor de overige gevels geldt dat wel een toeslag moet worden berekend conform figuur 3. figuur 3: WBDBO-eis omhulling De zuidgevel heeft een oppervlakte van: 995 m². De oostgevel heeft een oppervlak van 1130 m². De westgevel (binnengevel) heeft een oppervlakte van 1810 m². Concreet betekent dit dat voor de zuidgevel een toeslag van 60 minuten in rekening gebracht moet worden, en voor de oost- en westgevel een toeslag van 45minuten. In de onderstaande tabel 8 is de vereiste WBDBO voor de gevels weergegeven. Gevel/ Scheiding q m [kg vh/m 2 ] Toeslag Vereiste WBDBO [minuten] Noord Oost Zuid West tabel 8 : vereiste WBDBO omhulling 16

17 De vereiste WBDBO van het brandcompartiment bestaat uit een bouwkundig deel en een bijdrage door de afstand tot de belendende percelen. In bijlage D is conform hoofdstuk 5 van Beheersbaarheid van Brand 2007 berekend welk gedeelte van de vereiste WBDBO door afstand kan worden ingevuld. Voor de buitengevels geldt dat 30 minuten WBDBO mag worden geleend van de buren vanwege de spiegelsymmetrie naar de perceelsgrens toe. In onderstaande tabel 9 zijn de resultaten van deze berekeningen weergegeven. NB Afronden van WBDBO-waardes naar standaardklassen geschiedt in geval van buitengevels op de volgende manier. Het gemiddelde van twee opeenvolgende standaardklassen (0, 20, 30, 45, 60, 90, 120, 150, 180, 210, 240 minuten WBDBO) vermeerderd met 2 minuten is het uitgangspunt. Gevel/ Scheiding Vereiste WBDBO [minuten] Benodigde WBDBO [minuten] Noord Oost Zuid West tabel 9: benodigde WBDBO-eis omhulling In bijlage E is een figuur opgenomen met de WBDBO per gevel uitgewerkt. Constructieonderdelen die van belang zijn voor het in stand houden van een brandwerende scheiding moeten een brandwerendheid hebben die minimaal gelijk is aan de brandwerendheid van de betreffende scheiding. 17

18 Conclusie Conform het Bouwbesluit moet het gebouw worden ingedeeld in brandcompartimenten van maximaal m 2. In verband met de bedrijfsvoering is dit echter niet gewenst. Indien, op basis van het Bouwbesluit, het Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 maatregelpakket I wordt toegepast, mag het gewenste brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van ± m 2 als één brandcompartiment worden beschouwd. Om branddoorslag of brandoverslag te voorkomen moeten de volgende gevels brandwerend worden uitgevoerd: Gevel/ Scheiding Vereiste WBDBO [minuten] Benodigde WBDBO [minuten] Noord Oost Zuid West Van de buitengevels dient geen enkele gevel een WBDBO te bezitten. Dit komt mede door de afstandsbijdrage. Constructieonderdelen die van belang zijn voor het in stand houden van een brandwerende scheiding moeten een brandwerendheid hebben die minimaal gelijk is aan de brandwerendheid van de betreffende scheiding. 18

19 Bijlage A: Bepaling van de permanente vuurbelasting 19

20 Vuurlastberekening Popcentrum te Maasticht - Overzicht Uitgangspunten voor vuurlastberekening Gebruiksoppervlakte m² m² Aannames: * Waar nodig, worden aluminium kozijnen toegepast * maximaal 10 m³ hout in BvB-compartiment aanwezig * maximaal kg PVC in BvB-compartiment aanwezig * isolatie op dak, EPS, gemiddeld 140mm * binnenwanden bij grote zaal, bestaande uit 100% beton * PVC dakbedekking, twee-laags 4mm * Aanname uiterste toestand, voorzien van staantafels en geluidsboxen * Binnendeuren zijn uitgevoerd in hout * Alle trappen zijn uitgevoerd met een stalen frame, v.v. houten treden * Trappen gedeelte buiten voorkant grote zaal, uitgevoerd met houten afwerking * Zowel de vloeren als wanden worden niet voorzien van afwerking BvB-comp m² TOTALE VUURLAST Permanente vuurlast Variabele vuurlast Totale vuurlast kg vh kg vh kg vh GEMIDDELDE VUURLAST Permanente vuurbelasting 9 kg vh / m² Variabele vuurbelasting 8 kg vh / m² Gemiddelde vuurlast (q) 17 kg vh / m² MAATGEVENDE VUURLAST Maatgevende vuurlast 40 kg vh / m² Amax * q < M Amax m²

21 Vuurlastberekening - De permanente vuurbelasting Brandcompartiment 1 Verdieping BG Niveau 1 Materiaal Bijdrage / Aantal Verbrandingswaarde Vuurlast kg m2 st. MJ/kg MJ/m2 MJ/st. Wandopbouw 1 (binnen wanden grote zaal) * betonnen wand 300mm 0 MJ * staalwerk v.v. dempers vanwege betonwand niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ * rubberen blokken vanwege betonwand niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ *geperforeerde staalplaat vanwege betonwand niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ Wandopbouw 2 (binnen wanden overige ) * Gasbeton wand 100mm 0 MJ Wandopbouw 3 (buiten wanden) * staalconstructie 0 MJ * structural glazing 0 MJ Dakopbouw * PVC dakbedekking 4 mm dik , MJ (1400 kg/m³ 1145 m²) * drukvaste isolatieplaat 140 mm EPS MJ (35 kg/m³ 1145 m²) * kanaalplaatvloer 250mm 0 MJ * 2D staalconstructie 0 MJ Begane grondvloer * gietvloer (betonvloer) 0 MJ * staalplaten vanwege betonvloer niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ * IPE 360 vanwege betonvloer niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ * 70 mm betonvloer vanwege betonvloer niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ Verdiepingsvloeren * betonnenvloer in stalen frame 0 MJ Galerij/Overloop * stalen frames 0 MJ * stalen balustrade 0 MJ * staalconstructie 0 MJ Binnenwandopbouw (grenzend andere gebieden) * betonwand 300mm 0 MJ Overige * stalen profiel 0 MJ * Glasvliesgevel (aluminium en glas) 0 MJ * Aluminium kozijnen 0 MJ * Ventilatieroosters 0 MJ * hard houten deel bij trap in vloer, 50mm dik , MJ (600kg/m³ 175m²) Totaal ruimte MJ SUBTOTAAL MJ Post onvoorzien 5% MJ TOTAAL MJ Vurenhout-equivalent (1 kg vurenhout = 19MJ / kg) kg vh Gebruiksoppervlakte m² 9 kg vh / m²

22 Bijlage B: Bepaling van de variabele vuurbelasting 20

23 Vuurlastberekening - De variabele vuurbelasting Brandcompartiment 1 Verdieping BG Niveau 1 Materiaal Bijdrage / Aantal Verbrandingswaarde Vuurlast kg m2 st. MJ/kg MJ/m2 MJ/st. * Kunststof (1 m³ 1400 kg/m³) , MJ * Hout (Vuren 10 m³ 600 kg/m³) MJ * Houten binnendeuren MJ * Stalen trap 0 MJ * Houten tredenvlakken, 70st, 28 x 350cm , MJ (600kg/m³ 68,6m²) * Houten bordes, 2st, 12m , MJ (600kg/m³ 24m²) Overige, uiterste toestand * geluidsbox MJ * staantafel MJ * kruk MJ Totaal ruimte MJ Algemeen Materiaal Bijdrage / Aantal Verbrandingswaarde Vuurlast kg m2 st. MJ/kg MJ/m2 MJ/st. Afwerking gebouw MJ Totaal ruimte MJ SUBTOTAAL MJ Post onvoorzien 5% MJ TOTAAL MJ Vurenhout-equivalent (1 kg vurenhout = 19MJ / kg) kg vh Gebruiksoppervlakte m² 8 kg vh / m²

24 Bijlage C: Bepaling van de maatgevende vuurbelasting 21

25 Vuurlastberekening - De maatgevende vuurbelasting Brandcompartiment 1 Uitgangspunt: Grondoppervlakte is > 1.000m². Alle daarbovenliggende vuurlast wordt meegenomen. Permanente vuurbelasting Materiaal Bijdrage / Aantal Verbrandingswaarde Vuurlast kg m2 st. MJ/kg MJ/m2 MJ/st. Wandopbouw 1 (binnen wanden grote zaal) * betonnen wand 300mm 0 MJ * staalwerk v.v. dempers vanwege betonwand niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ * rubberen blokken vanwege betonwand niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ *geperforeerde staalplaat vanwege betonwand niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ Wandopbouw 2 (binnen wanden overige ) * Gasbeton wand 100mm 0 MJ Wandopbouw 3 (buiten wanden) * staalconstructie 0 MJ * structural glazing 0 MJ Dakopbouw * PVC dakbedekking 4 mm dik , MJ (1400 kg/m³ 1145 m²) * drukvaste isolatieplaat 140 mm EPS MJ (35 kg/m³ 1145 m²) * kanaalplaatvloer 250mm 0 MJ * 2D staalconstructie 0 MJ Begane grondvloer * gietvloer (betonvloer) 0 MJ * staalplaten vanwege betonvloer niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ * IPE 360 vanwege betonvloer niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ * 70 mm betonvloer vanwege betonvloer niet meegenomen in vuurlastberekening 0 MJ Galerij/Overloop * stalen frames 0 MJ * stalen balustrade 0 MJ * staalconstructie 0 MJ Binnenwandopbouw (grenzend andere gebieden) * betonwand 300mm 0 MJ Overige * stalen profiel 0 MJ * Glasvliesgevel (aluminium en glas) 0 MJ * Aluminium kozijnen 0 MJ * Ventilatieroosters 0 MJ * hard houten deel bij trap in vloer, 50mm dik , MJ (600kg/m³ 175m²) Totaal MJ Variabele vuurbelasting Materiaal Bijdrage / Aantal Verbrandingswaarde Vuurlast kg m2 st. MJ/kg MJ/m2 MJ/st. * Kunststof (1 m³ 1400 kg/m³) , MJ * Hout (Vuren 10 m³ 600 kg/m³) MJ * Houten binnendeuren MJ * Stalen trap 0 MJ * Houten tredenvlakken, 70st, 28 x 350cm , MJ (600kg/m³ 68,6m²) * Houten bordes, 2st, 12m , MJ (600kg/m³ 24m²) Overige, uiterste toestand * geluidsbox MJ * staantafel MJ * kruk MJ Totaal MJ SUBTOTAAL MJ Post onvoorzien 5% MJ TOTAAL MJ Vurenhout-equivalent (1 kg vurenhout = 19MJ / kg) kg vh Maatgevende oppervlakte 1000 m² 40 kg vh / m²

26 Bijlage D: Bepaling WBDBO gevels Indien een buitengevel op een zekere afstand van de erfgrens is gelegen, bestaat de mogelijkheid om een deel van de vereiste WBDBO in te vullen door de afstand. Het resterende deel dient vervolgens te worden gerealiseerd middels een bouwkundige constructie. In deze bijlage wordt voor de buitengevels van het object bepaald welk deel van de vereiste WBDBO kan worden ingevuld door afstand. Het resterende deel is de vereiste bouwkundige brandwerendheid van de gevel, alsmede van de geveldragende constructie. De berekeningen zijn uitgevoerd conform hoofdstuk 5 van het Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand In deze bijlage is de invulling van de berekeningen voor de gevels weergegeven. Afstandbijdrage 22

27 Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum: Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht Bijlage E: WBDBO per gevel Legenda 0 minuten WBDBO 90 minuten WBDBO 120 minuten WBDBO 23 T.P.M. van Dartel 5658 EB EINDHOVEN Tel: Student nr:

28 Bijlage F: Begrippenlijst Brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van Brand 2007 Publicatie waarin een rekenmethode wordt gepresenteerd om, op basis van de vuurbelasting, de maximale brandcompartimentsgrootte, alsmede de daarbij behorende brandpreventieve maatregelen te bepalen. Brandcompartiment Een vooraf bepaald maximaal uitbreidingsgebied van brand. Branddoorslag Uitbreiding van een brand via een scheidingsconstructie of een open verbinden naar een andere ruimte. Brandoverslag Uitbreiding van een brand van een ruimte naar een andere ruimte, uitsluitend via de buitenlucht. Brandwerendheid Weerstand tegen brand uitgedrukt in minuten. Gemiddelde vuurbelasting De hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige verbranding van alle in een brandcompartiment aanwezig materialen, gedeeld door de vloeroppervlakte. Maatgevende vuurbelasting De vuurbelasting bepaald over een deel van m2 van de gebruiksoppervlakte, waarbij dat deel zodanig is gesitueerd dat een plaatselijk hogere vuurbelasting minimaal wordt uitgemiddeld. Daarbij dient alle vuurlast boven een grondvlak van m2 meegenomen te worden, dus ook de vuurlast op verdiepingsvloeren. Permanente vuurbelasting Bijdrage tot de vuurbelasting van de materialen die geel uitmaken van de bouwdelen. Variabele vuurbelasting Bijdrage tot de vuurbelasting van de materialen die geen deel uitmaken van de bouwdelen (inventaris). WBD: Weerstand tegen Branddoorslag tussen twee ruimten De tijd gedurende welke de scheidingsconstructie tussen twee ruimten incl. ventilatiekanalen, deuren, openingen, doorvoeringen en aansluiten weerstand biedt aan branddoorslag onder maatgevende omstandigheden. WBO: Weerstand tegen Brandoverslag tussen twee ruimten De tijd gedurende welke de afstand tussen twee ruimten weerstand biedt aan brandoverslag via de buitenlucht onder maatgevende omstandigheden. WBDBO: Weerstand tegen Branddoorslag en Brandoverslag tussen ruimten De tijd gedurende welke de combinatie van scheidingsconstructie en afstand tussen twee ruimten weerstand biedt aan branddoorslag en brandoverslag uitgedrukt in minuten. 24