Mogelijkheden tot harmonisatie van energiebesparingsinstrumenten voor de industrie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mogelijkheden tot harmonisatie van energiebesparingsinstrumenten voor de industrie"

Transcriptie

1 Mogelijkheden tot harmonisatie van energiebesparingsinstrumenten voor de industrie

2 Mogelijkheden tot harmonisatie van energiebesparingsinstrumenten voor de industrie Door: Jeroen de Beer, Sam Nierop & Ria Oonk Datum: 14 februari 2018 Projectnummer: SISNL18009 Ecofys 2018 in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken Ecofys - A Navigant Company Ecofys Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I ecofys.com Chamber of Commerce

3 Samenvatting Vanuit de overheid is een pakket van regelgeving en instrumenten van kracht met het doel energiebesparing in de industrie te bevorderen. Gezien de verscheidenheid aan industriële bedrijven en de stapsgewijze ontwikkeling van de regelgeving in de loop der jaren is het mogelijk dat de huidige regelgeving niet goed bij elkaar aansluit. Een goede afstemming van regelgeving is niettemin nodig om de doelstelling uit het Energieakkoord te kunnen bereiken, waarbij ook toekomstige regelgeving zoals de Omgevingswet in ogenschouw moet worden genomen. In dit onderzoek wordt geanalyseerd welke Rijksregelgeving en -instrumenten met betrekking tot energiebesparing in de industrie niet goed bij elkaar aansluiten en hoe de hierdoor gecreëerde knelpunten kunnen worden weggenomen. Voor deze analyse is de industrie onderverdeeld in drie groepen: EU ETS industrie, MJA-industrie en EED-industrie. Door middel van literatuuronderzoek, interviews met personen uit elke industriegroep en een workshop is een beeld gevormd van de belangrijkste knelpunten: Voor de EU ETS industrie zijn twee energiebesparingsinstrumenten relevant: het MEE-convenant en het MJA-convenant. Hier zijn geen significante knelpunten gevonden. Voor de MJA-industrie zijn drie instrumenten relevant: het MJA-convenant, de energiebesparingsplicht uit het Activiteitenbesluit en de Wabo-vergunning. Er zijn twee knelpunten geïdentificeerd, namelijk de afstemming van (1) toezicht en (2) toetsingskader tussen het MJA-convenant en de energiebesparingsplicht. Voor de EED-industrie zijn drie instrumenten relevant: de energiebesparingsplicht, de energie-auditplicht en de Wabo-vergunning. Er is één belangrijk knelpunt gevonden, namelijk het verschillende toepassingsbereik van de energie-auditplicht en de energiebesparingsplicht. Toezicht MJA-Energiebesparingsplicht Toetsingskader MJA- Energiebesparingsplicht Toepassingsbereik energie-audit- en energiebesparingsplicht Afschaffen MJA in huidige vorm Lost knelpunt op Lost knelpunt op N/A Afschaffen energiebesparingsplicht in huidige vorm Lost knelpunt op Lost knelpunt op Lost knelpunt gedeeltelijk op Aanpassen toepassingsbereik energiebesparingsplicht Lost knelpunt op Lost knelpunt op Lost knelpunt gedeeltelijk op Harmonisatie toezichthouders Lost knelpunt op Maakt gladstrijken knelpunten relatief makkelijk Centraal of Hybride Lost knelpunt op in het geval van Harmonisatie toetsingskader Lost knelpunt niet op, MJA en energiebesparingsplicht Lost knelpunt op N/A maar verzacht het wel Kernteam EED versterken N/A N/A Lost knelpunt grotendeels op Aanpassen toepassingsbereik energie-audit N/A N/A Lost knelpunt gedeeltelijk op Ecofys - A Navigant Company Ecofys Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I ecofys.com Chamber of Commerce

4 De bovenstaande tabel geeft een overzicht van verschillende oplossingsrichtingsrichtingen en in hoeverre deze de geïdentificeerde knelpunten wegnemen. Op basis hiervan geven wij twee aanbevelingen die wij als het meest cruciaal achten om de huidige knelpunten op te lossen: Neem de energiebesparingsplicht onder de loep: De energiebesparingsplicht wordt door industrie als weinig behulpzaam ervaren, en er lijkt ruimte om deze op een andere manier vorm te geven zodat deze beter aansluit bij andere regelgeving. In het kader van de ontwikkeling van de Omgevingswet lijkt essentieel dat de huidige energiebesparingsplicht niet gedachteloos wordt overgenomen, maar wordt geëvalueerd of deze aangepast moet worden, zowel wat betreft verantwoordelijke toezichthouder als toetsingskader. Formaliseer en ondersteun het Kernteam EED: voor grotere industrie is de energie-audit plicht nu een administratieve last door de verschillende toezichthouders. Het Kernteam EED biedt een goede manier om een belangrijk deel van deze problemen weg te nemen binnen het huidige kader. Er moet echter onderzocht worden in hoeverre dit initiatief verder geformaliseerd en ondersteund kan worden vanuit de nationale overheid, omdat op dit moment het preadvies van het Kernteam niet altijd wordt gevolgd. Dit kan bijvoorbeeld door het bevoegd gezag minder ruimte te geven om af te wijken van het preadvies, bijvoorbeeld alleen bij zwaarwegende omstandigheden. In een later stadium, zoals ook bij de ontwikkeling van de Omgevingswet, kan geëvalueerd worden in hoeverre het toezicht naar een centraal orgaan moet worden verplaatst. Ecofys - A Navigant Company Ecofys Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I ecofys.com Chamber of Commerce

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Context voor onderzoek Onderzoeksvraag en leeswijzer Onderzoeksaanpak 2 2 Knelpunten huidige situatie Toepassingsbereik energiebesparingsinstrumenten Knelpunten EU ETS industrie Knelpunten MJA-industrie Knelpunten EED-industrie 7 3 Oplossingsrichtingen Overzicht Knelpunt: verschillende toezichthouders MJA-convenant en energiebesparingsplicht Afschaffen MJA in huidige vorm Afschaffen energiebesparingsplicht in huidige vorm Aanpassen toepassingsbereik energiebesparingsplicht Harmonisatie toezichthouders Knelpunt: verschillend toetsingskader MJA en energiebesparingsplicht Harmonisatie toetsingskader MJA en energiebesparingsplicht Knelpunt: verschillend toepassingsbereik energie-auditplicht en energiebesparingsplicht Kernteam EED versterken Aanpassen toepassingsbereik energie-audit Conclusie 13 Bijlage A: Overzicht instrumenten energiebesparingsindustrie 15 Bijlage B: Overzicht geïnterviewde personen 16 Ecofys - A Navigant Company Ecofys Netherlands B.V. Kanaalweg 15G 3526 KL Utrecht T +31 (0) F +31 (0) E info@ecofys.com I ecofys.com Chamber of Commerce

6 1 Inleiding 1.1 Context voor onderzoek In het Energieakkoord is besloten dat er in Nederland 100 PJ aan besparing op het finale energieverbruik moet worden gehaald in Hiervan komt ongeveer 23 PJ voor rekening van de industrie. Vanuit de overheid is een pakket van regelgeving en instrumenten van kracht met het doel energiebesparing in de industrie te bevorderen. Dit pakket aan regelgeving dekt alle soorten industriële bedrijven, van grote industrie die onder het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) valt tot kleine lokale industrie. Gezien de verscheidenheid aan industriële bedrijven en de stapsgewijze ontwikkeling van de regelgeving in de loop der jaren is het mogelijk dat regelgeving elkaar is gaan overlappen. Dit zorgt voor onduidelijkheid bij industrie en komt de effectiviteit en efficiëntie van regelgeving niet ten goede. In de evaluatie van het Energieakkoord 2016 wordt de afstemming van de regelgeving als aandachtspunt geformuleerd: Bestaande en nieuwe wet- en regelgeving en instrumenten voor energiebesparing bij bedrijven, zoals de Wet milieubeheer, de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED), erkende maatregellijsten en de Energieprestatiekeuring (EPK), sluiten nu nog niet goed op elkaar aan, ook al wordt daar hard aan gewerkt. Dat belemmert een eenduidige boodschap en effectieve aanpak. Een goede afstemming tussen bestaande en nieuwe regelgeving is dus belangrijk om de doelstelling uit het Energieakkoord te kunnen bereiken. Een analyse van de afstemming is verder zeer relevant, omdat momenteel wordt gewerkt aan de totstandkoming van de Omgevingswet die invloed heeft op het regelgevingskader voor energiebesparing na In het verlengde van een eerdere studie over de knelpunten bij de regelgeving voor energiebesparing in de utiliteitsbouw, heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, in overleg met de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en die van Infrastructuur & Waterstaat, besloten dat het analyseren van de energiebesparingsregelgeving voor industrie noodzakelijk is om de toekomstige regelgeving op dit gebied op een goede manier vorm te gaan geven. 1.2 Onderzoeksvraag en leeswijzer De vraag die centraal staat in dit onderzoek is: Welke Rijksregelgeving en -instrumenten met betrekking tot energiebesparing in de industrie sluiten niet goed bij elkaar aan en hoe kunnen de hierdoor gecreëerde knelpunten worden weggenomen? Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden, wordt eerst een inventarisatie gemaakt van de huidige regelgeving op het gebied van energiebesparing in de industrie. De geselecteerde regelgeving is opgenomen in paragraaf 1.3, die ook de onderzoeksaanpak in meer detail beschrijft. Vervolgens wordt in paragraaf 2 geanalyseerd of en hoe regels en instrumenten elkaar op dit moment overlappen of juist versterken. In paragraaf 3 wordt bezien op welke manier knelpunten kunnen worden weggenomen, zodat regelgeving in de toekomst beter op elkaar aansluit. 1

7 1.3 Onderzoeksaanpak In overleg met de opdrachtgever is een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste relevante instrumenten die op dit moment van kracht is op het gebied van energiebesparingsregelgeving voor de industrie. 1 Een overzicht van deze instrumenten met enkele belangrijke kenmerken is te vinden in Bijlage A. In dit rapport wordt instrumenten gebruikt als verzamelnaam voor alle regelgeving en instrumenten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verplichte instrumenten (zoals regelgeving vervat in wetten) en vrijwillige instrumenten. Verplichte instrumenten De energiebesparingsplicht: Het Activiteitenbesluit bevat milieuregels die voornamelijk van toepassing zijn voor bedrijven. Dit Activiteitenbesluit behelst ook een verplichting in artikel 2.15 om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder, die in dit rapport kortweg wordt aangeduid als energiebesparingsplicht. De energiebesparingsplicht geldt voor alle inrichtingen die vallen onder het Activiteitenbesluit met een aantal belangrijke uitzonderingen, te weten: o EU ETS bedrijven: Het Europese emissiehandelssysteem geeft belangrijke randvoorwaarden voor additionele energieregelgeving. In Nederland is ervoor gekozen om industrie die onder de EU ETS valt vrij te stellen van de energiebesparingsplicht. o Type C-inrichtingen: Type C-inrichtingen zijn inrichtingen waar een activiteit wordt uitgevoerd die onder bijlage I onderdeel C van het Besluit Omgevingsrecht vergunningsplichtig is. Als een bedrijf als type C-inrichting is aangemerkt, is deze vrijgesteld van de energiebesparingsplicht, maar kunnen wel voorschriften over energiebesparing worden opgenomen in de Wabo-vergunning (zie hieronder). o Bedrijven met een elektriciteitsverbruik kleiner dan 50 MWh en een gasverbruik kleiner dan m 3 : Dit is het verbruik van circa 15 Nederlandse huishoudens. Vrijwel alle industrie zal meer energieverbruik dan dit hebben, waardoor deze vrijstelling weinig relevant is voor de industrie. De energie-auditplicht: De energie-audit is een verplichting om vierjaarlijks het energieverbruik van een bedrijf door te lichten. De energie-auditplicht komt voort uit een Europese richtlijn, namelijk de Richtlijn energie-efficiëntie (Energy Efficiency Directive, ofwel EED). De energie-auditplicht is op dit moment vervat in een tijdelijke regeling (de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie ). De energie-auditplicht geldt voor bedrijven met óf meer dan 250 FTE óf een jaaromzet van meer dan 50 miljoen en een jaarlijks balanstotaal meer dan 43 miljoen. Er bestaan twee belangrijke vrijstellingen: o MEE/MJA-bedrijven: Bedrijven die deelnemen aan het MEE/MJA-convenant worden vrijgesteld van de energie-auditplicht, indien aan alle verplichtingen die voortvloeien uit het MEE/MJA-convenant wordt voldaan, zoals een goedgekeurd energie-efficiëntieplan (zie hieronder bij de bespreking van de MEE/MJA-convenanten). o Gecertificeerd energiebeheersysteem: Bedrijven die een gecertificeerd energiebeheersysteem hebben dat voldoet aan bepaalde minimumcriteria. De Wabo-vergunning: De Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) regelt de omgevingsvergunning. Dit is een geïntegreerde vergunning voor onder andere bouwen, ruimte, natuur en milieu. In de 1 Zie ter vergelijking het rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw over Energiebesparing in de utiliteitsbouw: 2

8 Wabo-vergunningsvoorwaarden kunnen eisen gesteld worden voor energiebesparing. De Wabo-vergunningsvoorschriften zijn enkel relevant voor industrie die zogenaamde Type C-inrichtingen zijn (zie hierboven). Vrijwillige instrumenten Het MEE-convenant: de Meerjarenafspraken Energie-Efficiency ETS-ondernemingen, inclusief Addendum Het MEE is een convenant tussen de overheid en (energie-intensieve) EU ETS bedrijven voor de verbetering van energie-efficiëntie. In het kader van het MEE-convenant moeten bedrijven energie-efficiëntieplannen (EEPs) opstellen, waarin wordt beschreven welke energie-efficiëntiemaatregelen zij van plan zijn te nemen. Het Addendum MEE houdt een bijkomende verplichting in om 9 PJ aanvullende finale energiebesparing te realiseren. Het MJA-convenant: de Meerjarenafspraken Energie-Efficiency Het MJA is een convenant tussen de overheid en (grotendeels) niet-eu ETS bedrijven voor de verbetering van energie-efficiëntie. In het kader van het MJA-convenant moeten bedrijven energie-efficiëntieplannen (EEPs) opstellen, waarin wordt beschreven welke energie-efficiëntiemaatregelen zij van plan zijn te nemen. Hierbij is het uitgangspunt om een energie-efficiëntieverbetering van 2 procent per jaar te bereiken. De analyse van knelpunten in paragraaf 2 zal zich enkel richten op bovenstaande instrumenten. De invulling van deze instrumenten, bijvoorbeeld door (erkende) maatregelenlijsten of certificeringssystemen, zal niet in detail worden geanalyseerd. Ook de onderzoeksplicht (art lid 3 Activiteitenbesluit) zal niet onafhankelijk worden onderzocht, omdat deze als uitvloeisel van de energiebesparingsplicht wordt beschouwd. Toekomstige maatregelen, zoals de energieprestatiekeuring (EPK) en de Omgevingswet, worden in ogenschouw genomen bij het uitwerken van de oplossingsrichtingen in paragraaf 3. Niettemin ligt de focus van dit onderzoek op de relatief korte termijn, dus met name op oplossingsrichtingen die knelpunten in het huidig regelgevend kader aanpakken. Buiten het bestek van dit onderzoek vallen subsidies en belastingregelgeving (waaronder de Energie Investeringsaftrek (EIA)), alsmede individuele afspraken als Green Deals. De primaire landbouw en de glastuinbouw worden ook niet meegenomen. De industrie die landbouwproducten verwerkt wordt wel meegenomen in dit onderzoek. Verder focust dit onderzoek zich op energiebesparing in industriële processen: energiebesparingen in bedrijfshallen en bijbehorende kantoorgebouwen vallen ook buiten het bestek van dit onderzoek. Regelgeving op dit gebied (EPBD, bouwregelgeving) is dus buiten beschouwing gelaten. Ook energiebesparingsregelgeving met betrekking tot transport valt buiten het onderzoeksgebied. Daarnaast wordt de verhouding van energiebesparingsinstrumenten met de bredere milieuregelgeving (bijvoorbeeld waterwet, NO x en fijnstof) niet nader geanalyseerd. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van literatuuronderzoek, interviews met verschillende spelers op het gebied van energiebesparing en een workshop. De lijst van interviewkandidaten is opgesteld in overleg met de opdrachtgever, waarbij is getracht om zowel grotere als kleinere industrie, brancheorganisaties en overheid mee te nemen (zie Bijlage B voor een overzicht van de geïnterviewde personen). De workshop is in besloten kring gehouden: uitgenodigd waren de personen die geïnterviewd waren, alsmede de opdrachtgever. Tijdens de workshop werd een eerste versie van het rapport besproken. De resultaten van de workshop zijn verwerkt in de definitieve versie van het rapport. Als laatste kan nog worden aangetekend worden dat onder de interviewkandidaten vooral personen zaten met ruime ervaring op het gebied van energiebesparing; vervolgonderzoek is nodig om een completer beeld te krijgen van de praktijkervaringen op dit gebied. 3

9 2 Knelpunten huidige situatie In dit hoofdstuk worden de knelpunten beschreven voor de energiebesparingsinstrumenten genoemd in paragraaf 1.3. De analyse is opgesplitst in drie industriegroepen: de EU ETS industrie ( 2.2), de MJA-industrie ( 2.3) en de EED industrie ( 2.4). Deze opsplitsing wordt nader beschreven in Toepassingsbereik energiebesparingsinstrumenten In dit rapport worden bedrijven ingedeeld in een aantal industriegroepen, afhankelijk van twee parameters die voor de industrie in belangrijke mate bepalen welke energiebesparingsinstrumenten voor hen van toepassing zijn (zie Tabel 1): 1. Valt het bedrijf onder het Europese emissiehandelssysteem (het EU ETS)? In Nederland is ervoor gekozen om industrie die onder de EU ETS valt vrij te stellen van bepaalde energiebesparingsregelgeving. 2. Is het bedrijf onderdeel van het MEE of MJA convenant? Deelname aan het MEE of MJA convenant is een keuze van het bedrijf, maar is wel een belangrijk onderdeel van het instrumentenkader voor energiebesparing. Bedrijven die deelnemen aan het MEE/MJA convenant worden onder voorwaarden vrijgesteld van de energie-auditplicht. Een indeling naar deze twee parameters leidt tot een groepering in vier soorten bedrijven (zie verschillende kleuren in Tabel 1). Wel onder het MJA/MEE convenant Niet onder MJA/MEE convenant Wel onder EU ETS EU ETS industrie EU ETS/ Niet MJA/MEE industrie MEE/MJA convenant Energie audit (EED) Niet onder EU ETS MJA-industrie EED-industrie MJA convenant Energie-audit (EED) Energiebesparingsplicht Energiebesparingsplicht Wabo-vergunning Wabo-vergunning Tabel 1: Toepassingsbereik energiebesparingsinstrumenten 1. EU ETS industrie (groen gekleurd). Industrie die onder het EU ETS valt zijn in Nederland wettelijk vrijgesteld van de energiebesparingsplicht in het Activiteitenbesluit. Daarnaast zijn deelnemers aan het MEE of het MJA convenant vrijgesteld van de energie-auditplicht. Voor een aantal industrie onder het EU ETS is er ook nog een financiële prikkel om deel te nemen aan het MEE/MJA convenant, omdat dit vereist is voor belastingteruggave van elektriciteit (art. 66 Wet belastingen op milieugrondslag 2 ) en voor subsidie voor de Indirecte emissiekosten ETS EU ETS niet onder MJA/MEE convenant (geel gekleurd): Een gedeelte van de industrie onder het EU ETS neemt niet deel aan het MJA of het MEE convenant. Dit betekent dat de energie-auditplicht wel geldt,

10 maar geen andere instrumenten. Hierdoor is ervoor gekozen deze groep niet apart te behandelen. Voor zover knelpunten ontstaan vanuit de energie-auditplicht, worden deze meegenomen in de bespreking van de EED-industrie hieronder. 3. MJA-industrie (blauw gekleurd): bedrijven die niet onder het EU ETS vallen en wel onder een convenant kunnen uitsluitend MJA-bedrijven zijn. Bedrijven in deze categorie vallen wél onder de energiebesparingsplicht, maar ze zijn vrijgesteld van de energie-auditplicht. 4. EED-industrie (rood gekleurd): industrie die niet onder een MEE/MJA-convenant valt heeft een energieauditplicht, die voortkomt uit de Richtlijn energie-efficiëntie (Energy Efficiency Directive, ofwel EED). Industrie in deze categorie valt zowel onder de energiebesparingsplicht als de energie-auditplicht. De knelpunten in de energiebesparingsinstrumenten worden in de volgende paragrafen geanalyseerd voor de drie relevante groepen: EU ETS industrie, MJA-industrie en EED-industrie. Knelpunten worden in deze studie enkel als zodanig aangemerkt als deze voortvloeien uit een inadequate wisselwerking tussen verschillende instrumenten. Andere problematiek die is gesignaleerd binnen dit onderzoek wordt waar relevant als breder aandachtspunt beschreven. 2.2 Knelpunten EU ETS industrie Voor de EU ETS industrie zijn twee vrijwillige instrumenten relevant, het MEE-convenant en het MJA-convenant, en geen verplichte instrumenten. De EU ETS industrie is vrijgesteld van de energiebesparingsplicht (art lid 6 Activiteitenbesluit), en ook mogen geen of beperkt voorwaarden over energiebesparing worden opgenomen in de Wabo-vergunning (art Besluit Omgevingsrecht). Daarnaast zijn deelnemers aan het MEE/MJA-convenant vrijgesteld van de energie-auditplicht, indien aan alle verplichtingen die voortvloeien uit het MEE/MJA-convenant wordt voldaan, zoals een goedgekeurd energie-efficiëntieplan. De instrumenten voor de EU ETS industrie bevatten geen significante knelpunten. De MEE/MJA-convenanten worden positief geëvalueerd door alle betrokken partijen, ondanks enkele uitdagingen in de laatste paar jaren. Vanuit de industrie is er waardering voor het platform dat de MEE/MJA-convenanten creëert, zowel door de kennisuitwisseling tussen bedrijven die hierdoor kan plaatsvinden, alsmede de faciliterende rol die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) speelt om energiebesparingsprojecten te bewerkstelligen. Niettemin blijft de uitdaging om ambitieuze doelen te stellen voor de groep van EU ETS industrie. Deze uitdaging is op scherp gesteld in de discussie rond het Addendum Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie ETS-ondernemingen (ook wel de 9PJ discussie ). In meerder interviews bleek dat bedrijven deze discussie als lastig hebben ervaren, maar dat desondanks vertrouwen blijft in de positieve werking van het MEE convenant. Een breder aandachtspunt is de verhouding tussen het MEE-convenant en het MJA-convenant. Ondanks dat de zeer grote Nederlandse EU ETS industrie (zoals raffinaderijen, staalbedrijven en grote chemie) in het MEE-convenant is vertegenwoordigd, zit een groot deel van de EU ETS bedrijven in het MJA-convenant. Deze onderverdeling is historisch gegroeid vanuit het Benchmarking Convenant, maar het is onduidelijk voor sommige bedrijven welke functie dit onderscheid nog heeft. De industrie onder het EU ETS heeft een aparte positie in het MJA-convenant, omdat de energiebesparingsplicht niet op hen van toepassing is, in tegenstelling tot MJA-industrie die niet onder het EU ETS valt. 5

11 2.3 Knelpunten MJA-industrie Voor de MJA-industrie zijn drie instrumenten relevant: het MJA-convenant, de energiebesparingsplicht en de Wabo-vergunning. De MJA-industrie is vrijgesteld van de energie-auditplicht. Een eerste knelpunt voor de MJA-industrie zijn de verschillende toezichthouders van het MJA-convenant en de energiebesparingsplicht. Binnen het MJA-convenant worden energie-efficiëntieplannen (EEPs) opgesteld die worden getoetst door RVO. Hiervoor wordt onder meer gebruik gemaakt van maatregellijsten binnen het MJA, maar in de laatste paar jaar is bij deze toetsing ook steeds sterker gekeken naar de maatregelen uit de Erkende Maatregellijsten onder de energiebesparingsplicht. Op deze manier wordt de verwachting bij de industrie gewekt dat een goedgekeurd EEP onder het MJA ook automatisch zal leiden tot het voldoen aan de energiebesparingsplicht. Dit is echter niet altijd het geval. De toezichthouder voor de energiebesparingsplicht (de provincie/gemeente, wiens taken in voorkomende gevallen worden uitgevoerd door een regionale Omgevingsdienst) heeft namelijk een zelfstandige bevoegdheid om een EEP goed te keuren dan wel af te wijzen. Hierbij blijkt uit de interviews dat de provincies/gemeentes/omgevingsdiensten weleens andere eisen hanteren dan RVO. Een tweede knelpunt voor de MJA-industrie is het verschillende toetsingskader van het MJA-convenant en de energiebesparingsplicht. Het MJA-convenant is hoofdzakelijk gericht op een percentuele jaarlijkse verbetering van de energie-efficiëntie. De energiebesparingsplicht richt zich op maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan vijf jaar. Voor bedrijven kan het soms lastig te begrijpen zijn waarom zij bepaalde maatregelen met een terugverdientijd minder dan 5 jaar moeten nemen, terwijl zij al een bepaalde jaarlijkse verbetering behalen. Voor flexibiliteit op dit gebied is binnen de energiebesparingsplicht minder ruimte, bijvoorbeeld om in plaats van kleinere maatregelen een paar grote klappers te maken of om de ketenaanpak uit het MJA terug te laten komen bij de beoordeling. Uit de interviews blijkt dat de toegevoegde waarde van de energiebesparingsplicht niet altijd duidelijk is voor de industrie. Grotere en energie-intensieve industrie die al in het MJA-convenant zit, heeft veelal een intern beleid op het gebied van energiebeheer, waarin energiebesparingsmogelijkheden al worden geïdentificeerd. Uit de interviews blijkt dat de energiebesparingsplicht vaak niet leidt tot nieuwe inzichten over energiebesparingsmogelijkheden, maar vooral gevoeld wordt als een administratieve noodzaak. De Erkende Maatregelenlijst geeft hierbij wel helderheid, maar wordt door sommige industrie meer als keurslijf dan als hulp ervaren, aangezien deze nog meer uitnodigt tot een checklist denken in plaats van een bigger picture denken. Verschillende handhavingsintensiteit van de energiebesparingsplicht is een breder aandachtspunt. Ondanks de bezwaren van de industrie tegen de energiebesparingsplicht, is het wel het enige handhavingsinstrument voor het bevoegd gezag om de industrie te bewegen activiteiten te ontplooien op het gebied van energiebesparing. Uit de interviews blijkt dat de overheid een dergelijke stok achter de deur als nodig ervaart voor die bedrijven die te weinig doen op het gebied van energiebesparing. Wel wordt in de interviews door bedrijven opgemerkt dat de handhavingsintensiteit verschilt per toezichthouder. Dit kan leiden tot frustraties bij bepaalde industrie, omdat het voelt alsof sommige bedrijven er makkelijk van af komen doordat zij ofwel onder een toezichthouder vallen die minder streng is of waar onvoldoende capaciteit is om diepgaand te toetsen, ofwel er geen handhaving is bij bedrijven die niets van zich laten horen (geen regelmatige controles). 6

12 De Wabo-vergunning speelt een vergelijkbare rol als de energiebesparingsplicht. In de Wabo-vergunning kunnen eisen worden gesteld op het gebied van energiebesparing voor type C-inrichtingen, die niet vallen onder de energiebesparingsplicht. In dat geval zal de wisselwerking tussen de vergunningsvoorschriften en het MJA-convenant een mogelijk knelpunt kunnen zijn, analoog aan de wisselwerking tussen de energiebesparingsplicht en het MJA-convenant voor inrichtingen die niet type C zijn. 2.4 Knelpunten EED-industrie Voor de EED-industrie zijn drie instrumenten relevant: de energiebesparingsplicht, de energie-auditplicht en de Wabo-vergunning. De energie-auditplicht geldt voor bedrijven met óf meer dan 250 FTE óf een jaaromzet van meer dan 50 miljoen en een jaarlijks balanstotaal meer dan 43 miljoen. Er bestaat een vrijstelling voor bedrijven die een gecertificeerd energiebeheersysteem hebben dat voldoet aan bepaalde minimum-criteria. Het belangrijkste knelpunt voor de EED-industrie is een verschillend toepassingsbereik voor de energieauditplicht en de energiebesparingsplicht. De energiebesparingsplicht is gericht op een (enkele) inrichting, terwijl de energie-auditplicht gericht is op een gehele onderneming/concern. Hierdoor kan voor een specifieke inrichting wel een energie-audit gelden, maar niet een energiebesparingsplicht. Ook leidt dit tot een specifieke problematiek voor bedrijven met meerdere vestigingen: door de systematiek van de energie-auditregelgeving moet een bedrijf met een bepaalde hoeveelheid FTE/omzet/balanstotaal voor elke locatie een energie-audit uitvoeren, zodat met vele verschillende provincies/gemeentes/omgevingsdiensten moet worden gepraat. Om dit probleem te verzachten, is het initiatief genomen van het Kernteam EED dat de beoordeling van de energie-audit wil centraliseren. 4 Het Kernteam EED bestaat uit vertegenwoordigers van gemeentes en omgevingsdiensten, gecoördineerd door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Het team beoordeelt een audit voor een geheel concern en legt dit vast in een zogenaamd preadvies. Dit preadvies is gericht aan het bevoegd gezag en is niet bindend. Dit betekent dat het bevoegd gezag in afwijking van het preadvies kan besluiten, alhoewel de hoop is dat het preadvies door de meeste bevoegde gezagen wordt overgenomen. In de praktijk blijkt dit evenwel niet altijd het geval, zodat bedrijven alsnog additioneel werk krijgen van bevoegde gezagen die een andere lijn trekken. De toegevoegde waarde van de energie-audit is een breder aandachtspunt. De kanttekeningen die in 2.3 werden gemaakt voor de energiebesparingsplicht gelden in nog sterkere mate voor de energie-auditplicht: aangezien de energie-audit enkel een administratieve verplichting behelst, leidt deze niet meteen tot de implementatie van energiebesparingsmaatregelen. De administratieve last wordt daarnaast zwaarder gevoeld omdat de regelgeving onduidelijk is over wat een energie-audit precies moet bevatten. Ook bij de energie-audits verschilt de handhavingsintensiteit per toezichthouder. In sommige gevallen is deze zeer streng, in andere gevallen laat de toezichthouder na toesturen van de energie-audit niets meer van zich horen. Een reden hiervoor is dat de eisen aan een energie-audit niet richtinggevend zijn beschreven in de regelgeving. Dit leidt tot frustratie bij bedrijven en een mogelijk risico voor het level playing field, omdat sommige industrie meer regelgevingsdruk voelt dan anderen

13 Als laatste is de (on)bekendheid met regelgeving een breder aandachtspunt, met name voor kleinere industrie. Verschillende geïnterviewden vragen zich af in hoeverre kleinere industrie daadwerkelijk weet heeft van de verplichtingen onder energiebesparingsregelgeving, zoals de energie-auditplicht en de energiebesparingsplicht. Bij dergelijke bedrijven is vaak minder aandacht en mankracht beschikbaar om aan deze regelgeving te voldoen. Daarnaast is het door de complexiteit van sommige regelgeving ook een flinke opgave voor kleinere industrie om te bepalen op welke manier zij aan verplichtingen uit de energiebesparingsregelgeving kunnen voldoen. In sommige interviews komt ook naar voren dat er te veel verschillende regels bestaan in het kader van energie- en milieuregelgeving, waardoor het lastiger wordt voor bedrijven om zich over alle regelgeving goed te informeren. 8

14 3 Oplossingsrichtingen 3.1 Overzicht In hoofdstuk 2 zijn de belangrijkste knelpunten tussen de energiebesparingsinstrumenten de revue gepasseerd. Deze staan samengevat in Tabel 2, samen met enkele bredere aandachtspunten die geïdentificeerd zijn. Groep industrie Knelpunten instrumenten Bredere punten van aandacht EU ETS Industrie - Geen significante knelpunten - Verhouding MEE-convenant en MJA-convenant - Verschillende toezichthouders MJA-convenant MJA-industrie en energiebesparingsplicht - Toegevoegde waarde energiebesparingsplicht - Verschillend toetsingskader MJA-convenant - Verschillende handhavingsintensiteit en energiebesparingsplicht - Toegevoegde waarde energie-audit - Verschillend toepassingsbereik energieauditplicht en energiebesparingsplicht EED industrie - Verschillende handhavingsintensiteit - Onvoldoende bekendheid wettelijke verplichtingen Tabel 2: Overzicht knelpunten energiebesparingsinstrumenten In dit hoofdstuk behandelen wij per knelpunt een aantal oplossingsrichtingen. Door het beperkte bestek van dit onderzoek zal bij de oplossingsrichtingen alleen gefocust worden op de geïdentificeerde knelpunten, en bijvoorbeeld niet hoe de oplossingsrichtingen passen binnen het grotere palet van milieuregelgeving. De bredere aandachtspunten zijn waar opportuun verwerkt bij de behandeling van de oplossingsrichtingen. Voor het bespreken van de oplossingsrichtingen is relevant dat een gedeelte van de huidige instrumenten zal worden omgevormd in de Omgevingswet, die op dit moment gepland is om in 2020 in werking te treden. Verder kan nog worden opgemerkt dat de Energieprestatiekeuring (EPK) niet direct beantwoordt aan een geïdentificeerd knelpunt, maar wellicht wel een faciliterende rol zou kunnen hebben in het bredere aandachtspunt onvoldoende bekendheid wettelijke verplichtingen. De EPK richt zich met name op bedrijven met minder ervaring op het gebied van energiebesparing. 3.2 Knelpunt: verschillende toezichthouders MJA-convenant en energiebesparingsplicht De meest simpele oplossingsrichting voor dit knelpunt is om ofwel het MJA-convenant af te schaffen ( 3.2.1), ofwel de energiebesparingsplicht af te schaffen ( 3.2.2). Een subtielere mogelijkheid is om de twee instrumenten niet tegelijkertijd voor een bedrijf te laten gelden, dus om het toepassingsbereik van de instrumenten aan te passen ( 3.2.3). Een andere mogelijkheid is om het toezicht van de instrumenten bij één orgaan te leggen ( 3.2.4). 9

15 3.2.1 Afschaffen MJA in huidige vorm Een eerste oplossingsrichting is om het MJA af te schaffen in de huidige vorm. De MEE/MJA-convenanten lopen in 2020 af, en de vraag is op dit moment of en in welke vorm deze worden voortgezet. Zo kunnen de twee convenanten mogelijkerwijs worden samengevoegd, of kan de MEE/MJA worden omgevormd naar een convenant gericht op CO 2-besparing. Ook kan aan een lichtere convenantstructuur gedacht worden zonder verplichte efficiëntieverbeteringen, waarin het platform met name wordt gebruikt om kennis uit te wisselen. Uit de interviews blijkt dat industrie deze ondersteuning waardeert: ook al zou ervoor gekozen worden om het MJA in de huidige vorm af te schaffen, dan is het belangrijk dat de huidige synergiën zoveel mogelijk behouden blijven. Daarnaast zal bij een (gedeeltelijk) wegvallen van de MEE/MJA moeten worden bepaald op welke basis bedrijven in aanmerking komen voor belastingteruggave van elektriciteit en voor subsidie voor de Indirecte emissiekosten ETS Afschaffen energiebesparingsplicht in huidige vorm Een tweede oplossingsrichting is om de energiebesparingsplicht af te schaffen. Uit de interviews blijkt dat de industrie de toegevoegde waarde van deze plicht, zoals deze op dit moment is ingestoken, in twijfel trekt. Ook lijkt met name kleinere industrie onvoldoende bekend te zijn met de energiebesparingsplicht. Tegelijkertijd is de energiebesparingsplicht wel een belangrijke middel voor het bevoegd gezag om energiebesparing af te dwingen. In plaats van de energiebesparingsplicht zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan energiestandaarden voor kleinere industrie, die gemakkelijker te implementeren zijn. Hiermee wordt een bepaald minimumniveau vereist voor de energieprestatie van apparaten en processen. Voor grotere industrie zou gewerkt kunnen worden met een verplichte efficiëntieverbetering analoog aan de huidige doelen in de MEE/MJA-convenanten Aanpassen toepassingsbereik energiebesparingsplicht Het toepassingsbereik van de energiebesparingsplicht kan zodanig aangepast worden dat MJA-deelnemers worden uitgesloten van de energiebesparingsplicht. Deze vrijstelling kan op eenzelfde manier vormgegeven worden als de vrijstelling van de energie-auditplicht die geldt voor MJA-deelnemers. Niettemin is een evident nadeel van deze oplossingsrichting dat de stok achter de deur van de energiebesparingsplicht niet meer aanwezig is voor MJA-bedrijven. Behalve de verplichtingen die voortvloeien uit MJA-deelname, zou voor een bedrijf dat geen type C-inrichting is dan verder geen energiebesparingsinstrument meer van toepassing zijn Harmonisatie toezichthouders Een andere oplossingsrichting is om het toezicht van de instrumenten bij één orgaan te leggen. De keuze kan gemaakt worden om de bevoegdheid geheel centraal te leggen (bijvoorbeeld bij RVO) of om de bevoegdheid geheel decentraal te leggen (bij de gemeentes/omgevingsdiensten). Daarnaast is een hybride oplossing mogelijk, waarbij grotere industrie onder het centrale regime valt en kleinere industrie onder het decentrale regime. Centraal Deze oplossingsrichting houdt in dat de bevoegdheid voor energiebesparing overgaat van het decentraal gezag naar een centraal orgaan, bijvoorbeeld RVO. Daarmee wordt het geïdentificeerde knelpunt opgelost, aangezien één toezichthouder ontstaat die toezicht houdt over het MJA/MEE convenant en de energiebesparingsplicht. Dit zou RVO ook een stok achter de deur geven om te bewerkstellingen dat verplichtingen uit convenanten worden nagekomen. 10

16 De energie-auditplicht zal logischerwijs ook onder het toezicht gaan vallen van het centrale orgaan. Als de energie-auditplicht namelijk onder de bevoegdheid van het decentrale gezag zou blijven, wordt een nieuw knelpunt gecreëerd. Er ontstaat zo één aanspreekpunt voor energiebesparing vanuit de overheid. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de huidige problemen met verschillende handhavingsintensiteit worden weggenomen en dat meer specialisme en capaciteit binnen de overheid kan worden opgebouwd op het controleren van energie-audits, waardoor sneller en waardevollere feedback aan industrie kan worden gegeven over hun energieprestaties en deze dus meer toegevoegde waarde kan krijgen. Tegelijkertijd zorgt deze oplossingsrichting voor nieuwe uitdagingen. Zo gaat de centralisatie van bevoegdheden in tegen het idee van de Omgevingswet, waarin met name wordt ingezet op decentralisatie. Ook zal het lastig zijn om de handhaving van duizenden bedrijven (energiebesparingsplichtig of energie-audit plichtig) centraal te organiseren. Decentraal Deze oplossingsrichting houdt in dat de MEE en MJA convenanten niet of in een uitgeklede vorm doorgaan. Daarmee komt er één aanspreekpunt voor energiebesparing, aangezien de bevoegdheid voor alle energiebesparingsregeling (energiebesparingsplicht, energie-audit, Wabo-vergunning) zal gaan liggen bij gemeentes, provincies en/of omgevingsdiensten. Dit is in lijn met het uitgangspunt voor de nieuwe Omgevingswet waarin steeds meer bevoegdheden decentraal worden gelegd bij gemeentes. In deze ontwikkeling zou het kunnen passen dat ook energiebesparing niet meer centraal wordt geregeld via een convenantaanpak, maar een plek krijgt in de lokale gebiedsontwikkeling. Doordat gemeentes door de invoering van de Omgevingswet meer capaciteit zullen moeten opbouwen op het gebied van energie en klimaat, is er ook een grotere kans dat industrie op een adequate manier behandeld kan worden. Tegelijkertijd kunnen in deze oplossingsrichting nog steeds problemen ontstaan als een bedrijf meerdere locaties heeft en onder meerdere gemeentes valt, omdat gemeentes de volledige ruimte krijgen om eigen beleid te voeren. Ook kunnen beleidsverschillen tussen gemeentes meer worden uitvergroot, omdat centrale coördinatie ontbreekt. Daarnaast vallen de synergiën weg die voortvloeien uit de convenantaanpak, zoals de facilitering van kennisuitwisseling tussen industrie. Dit betekent ook dat de nationale overheid minder mogelijkheid krijgt om te sturen op nationale doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie, die vanuit de Europese Unie kunnen blijven bestaan. Hybride: Centraal groot Decentraal klein Als derde mogelijkheid zou een hybride oplossing bedacht kunnen worden waarbij een centraal regime geldt voor grote industrie en een decentraal regime voor kleine industrie. Dit neemt in ogenschouw dat een belangrijk bijkomend voordeel van de centrale oplossing is dat de huidige problemen met de verschillende handhavingsintensiteit van toezichthouders wordt opgelost, en dat een belangrijk bijkomend voordeel van de decentrale oplossing is dat deze goed aansluit bij de Omgevingswet, waarbij decentrale gezagen een regierol spelen. Grotere industrie, die zich uitstrijkt over meerdere gemeentes of anderszins van grotere omvang is, heeft in deze oplossingsrichting één aanspreekpunt voor energiebesparing. Zulke grotere industrie zal in de regel aangesloten zijn bij een MEE of MJA convenant, en zal dus bekend zijn met RVO als toezichthouder. Vaak is deze grotere industrie ook complexer, waardoor meer inhoudelijke expertise op het gebied van energiebesparing benodigd is om deze goed te faciliteren en te begeleiden. Door het toezicht op energiebesparing voor de grotere industrie te centraliseren, kan beter inhoudelijk toezicht worden gehouden en ondersteuning geboden worden om energiebesparing te 11

17 bewerkstelligen. De huidige problemen met meerdere toezichthouders voor de energie-auditplicht (en de verschillende handhavingsintensiteit) is hiermee ook verholpen. De ervaringen en expertise binnen het huidige Kernteam EED kunnen als basis gebruikt worden om de centrale toezichthouder verder vorm te geven. Kleinere industrie, die zich binnen één gemeentegrens bevindt of anderszins van kleinere omvang is, heeft in deze oplossingsrichting ook één aanspreekpunt voor energiebesparing. Dit is vergelijkbaar met de status quo voor deze industrie, waarbij het decentrale gezag het aanspreekpunt is voor energiebesparing. De precieze scheidslijn tussen grotere industrie en kleinere industrie zal nader uitgewerkt moeten worden. Er kan gewerkt worden met een grenswaarde in termen van energiegebruik of met een geografisch criterium, zoals het aantal gemeentes waarin een bedrijf actief is. Een andere oplossing is om (gedeeltelijk) een opt-in systeem in te voeren: in beginsel valt een bedrijf onder decentraal gezag, maar deze kan ervoor kiezen om onder het centrale regime te gaan vallen. 3.3 Knelpunt: verschillend toetsingskader MJA en energiebesparingsplicht Dit knelpunt kan opgelost worden door een aantal oplossingsrichtingen die in de vorige paragraaf genoemd zijn in tot Als gevolg van deze oplossingsrichtingen zullen het MJA en de energiebesparingsplicht eenvoudigweg niet meer samen gelden voor bedrijven, ofwel doordat een van de twee afgeschaft is, ofwel omdat het toepassingsbereik is aangepast. Ook het aanpassen van de toezichthouders ( 3.2.4) zou het verschillende toetsingskader voor een belangrijk deel verzachten: ook al wordt het toetsingskader niet daadwerkelijk geharmoniseerd, doordat eenzelfde orgaan verantwoordelijk is voor de implementatie van beide instrumenten zullen eventuele inconsistenties relatief makkelijk kunnen worden gladgestreken Harmonisatie toetsingskader MJA en energiebesparingsplicht Een andere oplossingsrichting specifiek voor dit knelpunt is om het toetsingskader van de MJA en de energiebesparingsplicht te harmoniseren. Mogelijkheden zijn: het MJA krijgt een toetsingskader gebaseerd op terugverdientijd, de energiebesparingsplicht wordt omgevormd naar een resultaatsverplichting dat een bepaalde efficiëntieverbetering wordt behaald, of er wordt voor beiden een nieuw, geharmoniseerd toetsingskader gevormd. Hierbij moet aangetekend worden dat over het toetsingskader van de energiebesparingsplicht (de terugverdientijd) meer klachten zijn gesignaleerd binnen dit onderzoek dan over het MJA-toetsingskader. 3.4 Knelpunt: verschillend toepassingsbereik energie-auditplicht en energiebesparingsplicht De essentie van dit knelpunt is dat de toepassing van de energie-auditplicht op concern/ondernemingsniveau geldt, terwijl de energiebesparingsplicht zich richt op inrichtingen. De meeste problemen rijzen echter al bij het enkele feit dat de energie-auditplicht van toepassing is op concern/ondernemingsniveau, waardoor men te maken heeft met verschillende toezichthouders voor individuele inrichtingen. Hierdoor kan dit knelpunt maar gedeeltelijk opgelost worden door aanpassingen te maken aan de energiebesparingsplicht (dan wel afschaffen ( 3.2.2) of het aanpassen van het toepassingsbereik van de energiebesparingsplicht ( 3.2.3)). Het aanpassen van de toezichthouders ( 3.2.4) 12

18 lost dit knelpunt wel op als een centrale of hybride oplossingsrichting wordt gekozen: in dat geval komt de verantwoordelijkheid voor grotere industrie te liggen bij een centraal orgaan, waardoor niet meer met meerdere toezichthouders per inrichting hoeft te worden gewerkt Kernteam EED versterken Een andere oplossingsrichting is om de bevoegdheden van het Kernteam EED te versterken. Het Kernteam EED biedt een goede manier om een belangrijk deel van het knelpunt weg te nemen binnen het huidige kader, maar op dit moment wordt het preadvies van het Kernteam niet altijd gevolgd. Een versterking van de positie van het Kernteam EED betekent dat het bevoegd gezag minder ruimte wordt gegeven om af te wijken van het preadvies, bijvoorbeeld alleen bij zwaarwegende omstandigheden. Voordeel van deze oplossingsrichting is dat voortgebouwd kan worden op een al bestaand initiatief, wat een snelle implementatie vergemakkelijkt. Wel blijft het probleem bestaan dat de energiebesparingsplicht nog op inrichtingsniveau geldt Aanpassen toepassingsbereik energie-audit Een andere oplossingsrichting is om het toepassingsbereik van de energie-audit aan te passen, bijvoorbeeld door minder bedrijven onder deze verplichting te laten vallen. Daarbij geldt wel dat de energie-auditplicht voortkomt uit Europese regelgeving, waardoor er relatief beperkt ruimte is om deze om te vormen. Niettemin lijkt het waardevol om uit te zoeken of het toepassingsbereik van de energie-auditplicht beperkt kan worden en hoe de energie-auditplicht beter en duidelijker kan aansluiten bij de praktijk. Uit de interviews blijkt dat een aantal industrieën de energieauditplicht op dit moment vooral als administratieve last ervaren zonder veel positieve invloed. 3.5 Conclusie Oplossingsrichting Knelpunten Toezicht MJA-Energiebesparingsplicht Toetsingskader MJA- Energiebesparingsplicht Toepassingsbereik energie-audit- energiebesparingsplicht Afschaffen MJA in huidige vorm Lost knelpunt op Lost knelpunt op N/A Afschaffen energiebesparingsplicht in huidige vorm Lost knelpunt op Lost knelpunt op Lost knelpunt gedeeltelijk op Aanpassen toepassingsbereik energiebesparingsplicht Lost knelpunt op Lost knelpunt op Lost knelpunt gedeeltelijk op Harmonisatie toezichthouders Lost knelpunt op Maakt gladstrijken knelpunten relatief makkelijk centraal of hybride Lost knelpunt op in het geval van Harmonisatie toetsingskader Lost knelpunt niet op, MJA en energiebesparingsplicht Lost knelpunt op N/A maar verzacht het wel Kernteam EED versterken N/A N/A Lost knelpunt grotendeels op Aanpassen toepassingsbereik energie-audit N/A N/A Lost knelpunt gedeeltelijk op Tabel 3: Overzicht oplossingsrichtingen en knelpunten 13

19 Tabel 3 geeft een overzicht van de oplossingsrichtingsrichtingen en in hoeverre deze de geïdentificeerde knelpunten wegnemen. Op basis hiervan geven wij twee aanbevelingen die wij als het meest cruciaal achten om de huidige knelpunten op te lossen: - Neem de energiebesparingsplicht onder de loep: De energiebesparingsplicht wordt door industrie als weinig behulpzaam ervaren, en er lijkt ruimte om deze op een andere manier vorm te geven zodat deze beter aansluit bij andere regelgeving. In het kader van de ontwikkeling van de Omgevingswet lijkt essentieel dat de huidige energiebesparingsplicht niet gedachteloos wordt overgenomen, maar wordt geëvalueerd of deze aangepast moet worden, zowel wat betreft verantwoordelijke toezichthouder als toetsingskader. - Formaliseer en ondersteun het Kernteam EED: voor grotere industrie is de energie-audit plicht nu een administratieve last door de verschillende toezichthouders. Het Kernteam EED biedt een goede manier om een belangrijk deel van deze problemen weg te nemen binnen het huidige kader. Er moet echter onderzocht worden in hoeverre dit initiatief verder geformaliseerd en ondersteund kan worden vanuit de nationale overheid, omdat op dit moment het preadvies van het Kernteam niet altijd wordt gevolgd. Dit kan bijvoorbeeld door het bevoegd gezag minder ruimte te geven om af te wijken van het preadvies, bijvoorbeeld alleen bij zwaarwegende omstandigheden. In een later stadium, zoals ook bij de ontwikkeling van de Omgevingswet, kan geëvalueerd worden in hoeverre het toezicht naar een centraal orgaan moet worden verplaatst. Naast deze aanbevelingen voor de korte termijn kunnen ook een veelheid aan bredere aanbevelingen voor energiebesparingsregelgeving in de industrie worden gedestilleerd uit dit onderzoek. Hierbij zijn echter ook andere parameters relevant, zoals de verhouding met milieu- en klimaatregelgeving, die niet nader onderzocht zijn in dit onderzoek. Meer onderzoek is nodig om te bepalen welke oplossingsrichting op de lange termijn het meest passend is om te komen tot een integrale beantwoording van de knelpunten. 14

20 Bijlage A: Overzicht instrumenten energiebesparingsindustrie Instrument Energiebesparingsplicht Energie audit (EED) Wabo-vergunning MEE MJA3 Het MJA3 is een convenant tussen Korte beschrijving de overheid en (groten- Deze bepaling verplicht alle De energie-audit is een verplichting om vierjaarlijks het energiesen de overheid en ETS bedrij- Het MEE is een convenant tus- In de vergunningsvoorwaarden energiebesparende maatregelen kunnen eisen gesteld worden deels) niet-ets bedrijven voor te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. lichten. energie-efficiëntie. verbruik van een bedrijf door te ven voor de verbetering van voor energiebesparing. de verbetering van energie-efficiëntie. Tijdelijke regeling implementatie Juridische grondslaeubeheegevingsrecht Art Activiteitenbesluit mili- Wet algemene bepalingen om- artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie Vrijwillig Vrijwillig Looptijd Huidige regelgeving zal wellicht Huidige regelgeving zal wellicht Doorlopend, gebaseerd op Europese Richtlijn aangepast worden met de invoering van de Omgevingswet ring van de Omgevingswet aangepast worden met de invoe- Tot en met 2020 Tot en met 2020 Toezichthouder Gemeente/Omgevingsdienst Gemeente/Omgevingsdienst Gemeente/Omgevingsdienst RVO RVO Niveau regelgeving Inrichting Onderneming/Inrichting Inrichting Onderneming Onderneming Bedrijf met óf meer dan 250 FTE Inrichtingen van Type C (o.a. bedrijven met energie-intensieve óf jaaromzet van meer dan 50 EU ETS bedrijven, voornamelijk Meer dan 30 sectoren, waaronder meeste industrie Doelgroep/Sectoren Alle industriesectoren miljoen en jaarlijks balanstotaal zware industrie installaties) meer dan 43 miljoen EU ETS bedrijven, type C inrichtingen (o.a. bedrijven met energie-intensieve Deelnemers aan het MEE of MJA3 convenant, en bedrijven Vrijstellingen installaties), in- die een gecertificeerd energie- richtingen met een elektriciteitsverbruik beheersysteem hebben dat voldoet EU ETS bedrijven Niet van toepassing Niet van toepassing < 50 MWh en gasverbeheersysteem bruik < m 3 aan bepaalde minimum-cri- teria 15

ECFD/U Lbr. 16/052

ECFD/U Lbr. 16/052 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd gezag uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U201600977

Nadere informatie

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Januari 15 Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Alle bedrijven, zonder ISO 14.001 en/of ISO 50.001 en/of MJA/MEE convenant, die niet voldoen aan de definitie kleine en middelgrote ondernemingen

Nadere informatie

Wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer

Wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer Wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer Introductie informatieplicht energiebesparende maatregelen Versie 3 oktober 2018 Wat is de aanleiding voor de informatieplicht? 2013: Energieakkoord Duurzame

Nadere informatie

Lbr. 16/052 De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd... Page 1 of 3

Lbr. 16/052 De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd... Page 1 of 3 Lbr. 16/052 De EED richtlijn (artikel 8 energieauditplicht) en de rol van het bevoegd... Page 1 of 3 Merlijn, Frank Van: VNG [vng=vng.nl@mail55.us4.mcsv.net] namens VNG [vng@vng.nl] Verzonden: woensdag

Nadere informatie

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Grote ondernemingen die geen ISO 14.001 of ISO 50.001-certificaat hebben en niet zijn toegetreden tot een energiebeleidsovereenkomst (MEE / MJA3) moeten

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER VNO/NCW Stedendriehoek Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 19 november 2018 Nationaal Energieakkoord:

Nadere informatie

4 juni 2019 Christian de Laat & Roderick Swart Capelle aan den IJssel DE INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING

4 juni 2019 Christian de Laat & Roderick Swart Capelle aan den IJssel DE INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING 4 juni 2019 Christian de Laat & Roderick Swart Capelle aan den IJssel DE INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING 1 INHOUD 1. Energiebesparing in wetgeving 2. Wie is verantwoordelijk? 3. Waarom een informatieplicht

Nadere informatie

NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN HET NEDERLANDSE BELEID VOOR ENERGIE-EFFICIËNTIE IN DE INDUSTRIE

NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN HET NEDERLANDSE BELEID VOOR ENERGIE-EFFICIËNTIE IN DE INDUSTRIE NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN HET NEDERLANDSE BELEID VOOR ENERGIE-EFFICIËNTIE IN DE INDUSTRIE Studiedag Energie-efficiëntie, Brussel, 20 september 2019 Dr. W. Wetzels TNO UNITS INHOUD Nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Zichtenburg Kerketuinen Dekkershoek VW Wittebrug Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 29 maart

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Nederlandse Rubber- en Kunststof-industrie Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 11 juni 2019

Nadere informatie

WHITEPAPER WET- EN REGELGEVING ENERGIEBESPARING. vandorp.eu

WHITEPAPER WET- EN REGELGEVING ENERGIEBESPARING. vandorp.eu WHITEPAPER WET- EN REGELGEVING ENERGIEBESPARING vandorp.eu OVERZICHT WETGEVING ENERGIEBESPARING Introductie De besparing op energie wordt weleens gezien als een opgelegde bezigheid die als gevolg van allerlei

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Informatiebijeenkomst voor de gebouwde omgeving Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 25 juni

Nadere informatie

HOE KAN MIJN BEDRIJF VOLDOEN AAN DE VERPLICHTINGEN ROND ENERGIE

HOE KAN MIJN BEDRIJF VOLDOEN AAN DE VERPLICHTINGEN ROND ENERGIE g HOE KAN MIJN BEDRIJF VOLDOEN AAN DE VERPLICHTINGEN ROND ENERGIE Hoe kunnen Green Partner en EarthCheck mij daarbij helpen? www.green-partner.nl www.earthcheck.org Hoe kan mijn bedrijf voldoen aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 568 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Inhoud Van energie naar klimaat Introductie RVO De opgave De uitvoering - Wetgeving - Instrumenten

Nadere informatie

Datum 20 december 2017 Betreft Resultaten 2016 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 20 december 2017 Betreft Resultaten 2016 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER

INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat INFORMATIEPLICHT ENERGIEBESPARING WET MILIEUBEHEER RWS Schakeldag 2018 Den Bosch Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en Energie 28 juni 2018 Nationaal Energieakkoord:

Nadere informatie

Werkinstructie beoordeling concern-eeps variant 2

Werkinstructie beoordeling concern-eeps variant 2 MJA3-kernteam bevoegde gezagen Bas Heerma van Voss (EZ), Marcel Verzandvoort (RVO.nl) www.rvo.nl Contactpersoon Frerik van de Pas T 088-6027886 frerik.vandepas@rvo.nl Werkinstructie beoordeling concern-eeps

Nadere informatie

Van Label C tot EED. Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing MJA3/MEE EPBD. Activiteiten besluit.

Van Label C tot EED. Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing MJA3/MEE EPBD. Activiteiten besluit. Van Label C tot Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing Energielabel Activiteiten besluit Van Label C naar Alles wat u moet weten over de weten regelgeving rond energiebesparing

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

SER Energieakkoord: prestatieafspraken en EPK handhaving Wet milieubeheer energiebesparing. DGMI/KLG Afdeling Klimaat: Stef Strik

SER Energieakkoord: prestatieafspraken en EPK handhaving Wet milieubeheer energiebesparing. DGMI/KLG Afdeling Klimaat: Stef Strik SER Energieakkoord: prestatieafspraken en EPK handhaving Wet milieubeheer energiebesparing DGMI/KLG Afdeling Klimaat: Stef Strik Energiebesparing = winst voor de lokale groene economie beperking van woon-

Nadere informatie

2015D25469 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D25469 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D25469 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om aanvullende vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

Erkende maatregelen voor Energiebesparing

Erkende maatregelen voor Energiebesparing Erkende maatregelen voor Energiebesparing s Hertogenbosch Wendy Simonse, Irma Boswijk 2 Training Toezicht op energiebesparing Indeling sessie Aan de slag met Toezicht op Energie De erkende maatregelen

Nadere informatie

FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING'

FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING' FEDEC ROADMAP 'OVERZICHT VAN INSTRUMENTEN MET BETREKKING OP ENERGIEBESPARING' INHOUDSOPGAVEN INTRODUCTIE 2 BREEAM NL 3 MEERJARENAFSPRAKEN 5 ENE RGIE-AUDIT 7 ENERGIELABEL VOOR WONINGEN 9 Introductie FedEC

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

II. Relevante artikelen uit de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie

II. Relevante artikelen uit de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie Stappenplan EED energie-auditplicht I. Inleiding Onderstaand stappenplan beoogt behulpzaam te zijn bij de vraag of u en uw inrichting auditplichtig zijn op grond van de Tijdelijke regeling implementatie

Nadere informatie

16 e NATIONALE ENERGIEBESPARINGS- OVERLEG

16 e NATIONALE ENERGIEBESPARINGS- OVERLEG Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 16 e NATIONALE ENERGIEBESPARINGS- OVERLEG Informatiebijeenkomst voor toezichthouders energiebesparing bij bedrijven Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en

Nadere informatie

ENERGIEBESPARINGS- EN INFORMATIEPLICHT WET MILIEUBEHEER

ENERGIEBESPARINGS- EN INFORMATIEPLICHT WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ENERGIEBESPARINGS- EN INFORMATIEPLICHT WET MILIEUBEHEER Patrick Dijk RWS WVL/kenniscentrum InfoMil Stef Strik EZK/DG Klimaat en Energie 4 juli 2019 1. Wat komt

Nadere informatie

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen.

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. Inleing ADVIESDOCUMENT Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. De ministeriële regeling IENM/BSK-2015/103340 van 10 juli 2015 is de Nederlandse invulling de vierjaarlijkse

Nadere informatie

Energie-audit. Alles wat u moet weten over de energie-audit, helder op een rij. Facilicom

Energie-audit. Alles wat u moet weten over de energie-audit, helder op een rij. Facilicom Energie-audit Alles wat u moet weten over de energie-audit, helder op een rij. Facilicom Is mijn organisatie verplicht een energie-audit uit te laten voeren? En zo ja, wat moet ik dan precies doen? De

Nadere informatie

MJA Workshop Wet & Regelgeving. Duurzaamheid, gebouwen en energiebesparing

MJA Workshop Wet & Regelgeving. Duurzaamheid, gebouwen en energiebesparing MJA Workshop Wet & Regelgeving Duurzaamheid, gebouwen en energiebesparing Marco van de Esschert Ministerie van BZK Energieakkoord, Bouwbesluit, Energielabel en BENG MJA Workshop 2014 Marco van de Esschert

Nadere informatie

Introductie van de EED

Introductie van de EED Introductie van de EED 5 x 20 doelstellingen In 2020 wil de EU: 20% minder CO 2 t.o.v. 1990 (CO 2 ) 20% energie uit duurzame energiebronnen (DE) 20% meer energiebesparing (EE) 5 x 20 doelstellingen In

Nadere informatie

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.

Nadere informatie

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 EED: Europese energie-efficiëntie richtlijn Energie-audit is onderdeel van een breder Europees kader

Nadere informatie

Energiebesparing. VMR 30 november 2017 Godert van der Feltz

Energiebesparing. VMR 30 november 2017 Godert van der Feltz VMR 30 november 2017 Godert van der Feltz Agenda 1. algemeen 2. specifiek - art. 2.15 Activiteitenbesluit milieubeheer 3. (Art. 2.15 Activiteitenbesluit onder) de Omgevingswet 29-11-17 Van der Feltz advocaten

Nadere informatie

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015

Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit: kansen voor energie efficiency met nieuwe richtlijn (EED) Teun Bolder 6 oktober 2015 Energie-audit:

Nadere informatie

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen.

ADVIESDOCUMENT. Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. Inleiding ADVIESDOCUMENT Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. De ministeriële regeling IENM/BSK-2015/103340 van 10 juli 2015 is de Nederlandse invulling de vierjaarlijkse

Nadere informatie

EU-richtlijn betreffende energie-efficiëntie

EU-richtlijn betreffende energie-efficiëntie W H I T EPA P ER EU-richtlijn betreffende energie-efficiëntie EU-richtlijn betreffende energie-efficiëntie De verplichting tot het laten uitvoeren van een energieaudit voor alle grote organisaties is vastgelegd

Nadere informatie

Doorrekening Energieakkoord

Doorrekening Energieakkoord Doorrekening Energieakkoord Resultaten Industrie en Landbouw Ton van Dril Den Haag 2 oktober 2013 www.ecn.nl Inhoud Energiebesparing industrie en mogelijke uitbreiding Energiebesparing landbouw en mogelijke

Nadere informatie

MJA: verleden, heden en toekomst

MJA: verleden, heden en toekomst MJA: verleden, heden en toekomst Oppervlaktebehandelende industrie Jac van Trijp Achtergronden MJA Meerjarenafspraken Energie-efficiency - Overheid en bedrijfsleven maken afspraken over verbeteringen in

Nadere informatie

EED energie-audit: verplichting of kans?

EED energie-audit: verplichting of kans? EED energie-audit: verplichting of kans? Ondernemen met visie op energie Enschede, 28 januari 2016 Mayke Derksen en Jorieke Rienstra Inhoud Energietaken Energie-Efficiency Directive (EED) Meerjarenafspraken

Nadere informatie

(GL) inzake slechte prestatie energiebesparing door bedrijven

(GL) inzake slechte prestatie energiebesparing door bedrijven B en W nr. 13.0911; d.d. 15-10-2013 Onderwerp (GL) inzake slechte prestatie energiebesparing door bedrijven Besluiten: van de commissie 1. de beantwoording van de schriftelijke vragen aan het College van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 30 196 Duurzame ontwikkelg en beleid Nr. 613 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30626 4 juni 2019 Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 24 mei 2019, nr. WJZ/18322739, tot wijziging

Nadere informatie

EED Factsheet keurmerk: CO2-reductiemanagement met ISO In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

EED Factsheet keurmerk: CO2-reductiemanagement met ISO In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat EED Factsheet keurmerk: CO2-reductiemanagement met ISO 14001 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Versie 9 april 2018. EED Factsheet keurmerk: CO 2 -reductiemanagement met ISO

Nadere informatie

Normen voor energie efficiency in organisaties

Normen voor energie efficiency in organisaties Normen voor energie efficiency in organisaties Industrial Processing - FEDEC Energietheater Regelgeving - Compliance op energiegebied, 4 oktober 2016 Bert Dijkstra NEN Energie bert.dijkstra@nen.nl 1 Inhoud

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Inleiding ADVIESDOCUMENT Keurmerken in relatie tot de EED-auditplicht voor grote ondernemingen. De ministeriële regeling IENM/BSK-2015/103340 van 10 juli 2015 is

Nadere informatie

NATIONALE ENERGIEBESPARINGS- OVERLEG

NATIONALE ENERGIEBESPARINGS- OVERLEG Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 23e NATIONALE ENERGIEBESPARINGS- OVERLEG Informatiebijeenkomst voor toezichthouders energiebesparing bij bedrijven Stef Strik Directoraat-generaal Klimaat en

Nadere informatie

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt.

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. Bijlage bij brief 17.10.304 De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. 1. In het Energieakkoord is afgesproken dat de energie-intensieve industrie in aanvulling op de afspraken in het MEE-convenant maatregelen

Nadere informatie

Investeringsgedrag en energiebesparing in de industrie

Investeringsgedrag en energiebesparing in de industrie Investeringsgedrag en energiebesparing in de industrie Wouter Wetzels Presentatie voor het Ministerie van EL&I, 4 april 2011 www.ecn.nl Hoe worden in de industrie beslissingen genomen over investeringen

Nadere informatie

2 Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) Nationale Energieverkenning 2017.

2 Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) Nationale Energieverkenning 2017. Nota van Toelichting wijziging Activiteitenbesluit Wet milieubeheer I. ALGEMEEN DEEL 1. Doel en aanleiding De Wet milieubeheer kent sinds 1993 een energiebesparingsverplichting. Op 1 januari 2008 is deze

Nadere informatie

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT MJA3 ICT-sector Jeroen van der Tang Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT Duurzaamheid @ Nederland ICT Resultaten en initiatieven Nederland ICT op energiebesparing & milieu» MJA3 energie-efficiëntie

Nadere informatie

Memo: Aanpassing Wet milieubeheer- Activiteitenbesluit Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK)

Memo: Aanpassing Wet milieubeheer- Activiteitenbesluit Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK) Memo: Aanpassing Wet milieubeheer- Activiteitenbesluit Integraal Afwegingskader beleid en regelgeving (IAK) Dit integraal afwegingskader is opgesteld om een toelichting te geven op het voorstel voor de

Nadere informatie

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 234 Wijziging van de sstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele inzake Urgenda-maatregelen)

Nadere informatie

Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen. Informatiemanagement en privacy 21 november 2011

Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen. Informatiemanagement en privacy 21 november 2011 Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen Informatiemanagement en privacy 21 november 2011 Presentatie Privacy Binnen het programma doorontwikkeling veiligheidshuizen is Privacy een belangrijk onderwerp.

Nadere informatie

De energieprestatiekeur EPK

De energieprestatiekeur EPK De energieprestatiekeur EPK Ron Ongenae Michiel Steerneman Van EEI naar IEE Energy Experts International B.V. POWERS SUSTAINABILITY Michiel Steerneman Opleidingen Milieukunde Onafh. warmtewetdeskundige

Nadere informatie

Michiel Steerneman Provincie Z-Holland 12 september 2017 POWERS SUSTAINABILITY

Michiel Steerneman Provincie Z-Holland 12 september 2017 POWERS SUSTAINABILITY Michiel Steerneman Provincie Z-Holland 12 september 2017 POWERS SUSTAINABILITY MV O Industrial Energy Experts Diensten Energietechniek Elektrotechniek: MS, LS Power Quality Besturingstechniek Decentrale

Nadere informatie

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN

Nadere informatie

Betreft: inzet van uw gemeente voor energiebesparing bij bedrijven, de Gelderse Aanpak

Betreft: inzet van uw gemeente voor energiebesparing bij bedrijven, de Gelderse Aanpak Aan raadsleden en bestuurders van gemeenten in Gelderland Apeldoorn, 18 november 2016 Betreft: inzet van uw gemeente voor energiebesparing bij bedrijven, de Gelderse Aanpak Geachte heer, mevrouw, In Gelderland

Nadere informatie

Doordacht energie-efficiencyplan leidraad voor MJA3

Doordacht energie-efficiencyplan leidraad voor MJA3 Doordacht energie-efficiencyplan leidraad voor MJA3 Deze folder bevat informatie over nut en noodzaak van een doordacht energie-efficiencyplan (EEP). Bovendien staat er in welke hulpmiddelen beschikbaar

Nadere informatie

Energiebesparing bedrijven Soester Zakenkring

Energiebesparing bedrijven Soester Zakenkring Energiebesparing bedrijven Soester Zakenkring 9-9 - 2016 09-09-2016 1 Even voorstellen Michiel van Dalen Teamleider handhaving bedrijven RUD Utrecht Erik Wishaupt Adviseur energiebesparing en energiebeleid

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Evaluatie van de wettelijke verplichting energie-audits

Evaluatie van de wettelijke verplichting energie-audits Evaluatie van de wettelijke verplichting energie-audits Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Tijdelijke regeling implementatie artikel 8 en 14 Richtlijn Energie-efficiëntie Eindrapport

Nadere informatie

De volgende stap naar certificering!

De volgende stap naar certificering! ISO 50001 CERTIFICERING De volgende stap naar certificering! 2 - Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. Inleiding Hartelijk dank voor uw interesse in de begeleiding naar ISO 50001 certificering. Met ISO

Nadere informatie

Natte Koeltorens. Els Joosten Wabo adviseur Omgevingsvergunningen & Activiteitenbesluit. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Natte Koeltorens. Els Joosten Wabo adviseur Omgevingsvergunningen & Activiteitenbesluit. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Natte Koeltorens 1 Natte Koeltorens Els Joosten Wabo adviseur Omgevingsvergunningen & Activiteitenbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied els.joosten@odnzkg.nl 2 Aanleiding Uitbraak Post CS Amsterdam

Nadere informatie

Vereenvoudigde aanpak MJA

Vereenvoudigde aanpak MJA Vereenvoudigde aanpak MJA Nekovri congres 10-11-2015 Jac van Trijp Inhoud Introductie MJA Resultaten uit het verleden Vereenvoudiging van de aanpak Vooruitblik EEP-ronde 2017-2020 Introductie MJA Meerjarenafspraken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu Nr. 309 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november 2018 De vaste commissie

Nadere informatie

Energiebesparing in de industrie. Technische presentatie Cie NLM en EEB 26 juni 2017

Energiebesparing in de industrie. Technische presentatie Cie NLM en EEB 26 juni 2017 Energiebesparing in de industrie Technische presentatie Cie NLM en EEB 26 juni 2017 Energiebesparing industrie Doel van de presentatie Inzicht in ontwikkelingen afgelopen periode (provincie, rijk, Europa)

Nadere informatie

Michiel Steerneman NEN 2 juni 2017 POWERS SUSTAINABILITY

Michiel Steerneman NEN 2 juni 2017 POWERS SUSTAINABILITY Michiel Steerneman NEN 2 juni 2017 POWERS SUSTAINABILITY Diensten Energietechniek Elektrotechniek: MS, LS Power Quality Besturingstechniek Decentrale energievoorziening en noodstroom Procestechnologie

Nadere informatie

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT MJA3 ICT-sector Jeroen van der Tang Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT Duurzaamheid @ Nederland ICT Initiatieven van Nederland ICT op gebied van Duurzaamheid Energie Transitie:» MJA3 convenant

Nadere informatie

EED Factsheet keurmerk: Erkend Duurzaam. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

EED Factsheet keurmerk: Erkend Duurzaam. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken EED Factsheet keurmerk: Erkend Duurzaam In opdracht van het ministerie van Economische Zaken EED Factsheet keurmerk: Erkend Duurzaam. Samenvatting Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks. In iedere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 258 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 913 Wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met

Nadere informatie

Verleden, heden en toekomst Activiteitenbesluit

Verleden, heden en toekomst Activiteitenbesluit Verleden, heden en toekomst Activiteitenbesluit VMR-praktijkdag Activiteitenbesluit Dorothé Albers Programmamanager Activiteitenbesluit 27 november 2013 Opbouw presentatie Korte terugblik op de totstandkoming

Nadere informatie

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

Aanpak fijn stof bij veehouderijen Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek

Nadere informatie

Wet geluidhinder / Besluit geluidhinder / Besluit geluid milieubeheer. Tabel 1 Grenswaarden voor bestemde ligplaatsen

Wet geluidhinder / Besluit geluidhinder / Besluit geluid milieubeheer. Tabel 1 Grenswaarden voor bestemde ligplaatsen NOTITIE Datum: 5 november 2018 Ons kenmerk: 20186411.EWH20775 Betreft: Woonschepen en geluidsregels Opgesteld door: ing. B.H. Willighagen 1 INLEIDING In 2012 zijn worden ligplaatsen, bestemd om door een

Nadere informatie

WETGEVING? Hoe zit het nu precies met de. MPZ milieu platform zorgsector. Judith de Bree.

WETGEVING? Hoe zit het nu precies met de. MPZ milieu platform zorgsector. Judith de Bree. Hoe zit het nu precies met de WETGEVING? Judith de Bree j.debree@milieuplatformzorg.nl www.milieuplatformzorg.nl Algemene Ledenvergadering 23 april 2019 - Utrecht Hoe zit het met Klimaat.....akkoord wet

Nadere informatie

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012. B-PHO 20 december 12; agendapunt 5 MEMO Noties ter beoordeling van de voortzetting en positionering van de PHO werkgroepen Kwaliteit en Handhaving Bouwstoffen en Ketenbeheer in relatie tot de ontwikkeling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Samenvatting Ontwerpbesluit Omgevingsbesluit

Samenvatting Ontwerpbesluit Omgevingsbesluit Samenvatting Ontwerpbesluit Omgevingsbesluit Het Omgevingsbesluit richt zich tot alle partijen die in de fysieke leefomgeving actief zijn: burgers, bedrijven en de overheid. Het Omgevingsbesluit regelt

Nadere informatie

Energie Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit

Energie Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Energie Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit Het behalen van energie-efficiëntieverbetering in een bepaald type gebouw wordt zowel door het Bouwbesluit

Nadere informatie

2. Actuele wet- en regelgeving

2. Actuele wet- en regelgeving 2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per 1 oktober 2010) regelt de omgevingsvergunning voor het bouwen (voorheen de bouwvergunning) en de omgevingsvergunning/gebruiksmelding

Nadere informatie

deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio)

deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio) deelsessie Gelderse aanpak: stimulering bedrijven Door Roland Bus & Roy Ellenbroek (GEA) Krijn Ratsma (St. Energieke Regio) Programma Introductie van de aanpak van het Gelders Energieakkoord (Roy Ellenbroek,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie Verkenning Prioriteiten e Justitie De Raad Justitie en Binnenlandse zaken van de EU heeft in november 2008 het eerste Meerjarenactieplan 2009 2013 voor Europese e justitie opgesteld. Op 6 december 2013

Nadere informatie

Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen

Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen Energie: De mogelijkheid om (samen) een verandering te bewerkstelligen De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken,

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2007/35895] 1 JUNI 2007. Ministerieel besluit inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen

Nadere informatie

Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie

Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie Overzicht van legale aspecten betreffende energie-efficiëntie in Vlaanderen die van belang zijn voor de textielindustrie

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Raadsvoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden anders vormgegeven. Veel procedures

Nadere informatie

Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven

Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven Inleiding In september 2013 is door een groot aantal partijen, waaronder de rijksoverheid, werkgevers- en werknemersorganisaties,

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

je moet weten over de Informatieplicht Energiebesparing Martin Kloet MKB-Nederland Eindhoven, 27 juni 2019

je moet weten over de Informatieplicht Energiebesparing Martin Kloet MKB-Nederland Eindhoven, 27 juni 2019 je moet weten over de Informatieplicht Martin Kloet MKB-Nederland Eindhoven, 27 juni 2019 Inhoud WATT is de Informatieplicht? WATT betekent het voor mijn bedrijf? WATT moet ik ermee? 2 3 WATT is de Informatieplicht?

Nadere informatie

Evaluatie Kernteam EED De winkel was open voordat de inrichting gereed was!

Evaluatie Kernteam EED De winkel was open voordat de inrichting gereed was! Evaluatie Kernteam EED 2016-2017 De winkel was open voordat de inrichting gereed was! Evaluatie Kernteam EED 2016-2017 De winkel was open voordat de inrichting gereed was! Maart 2017 Opstellers Marlies

Nadere informatie

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Kansen voor warmte Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Centrale boodschap Er is een groot potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. Per situatie

Nadere informatie

LTO Noord Achterhoek Noord 24 juni 2019 Thema: Informatieplicht 1 juli 2019

LTO Noord Achterhoek Noord 24 juni 2019 Thema: Informatieplicht 1 juli 2019 LTO Noord Achterhoek Noord 24 juni 2019 Thema: Informatieplicht 1 juli 2019 Gerrit Hakken en Michel ten Elsen Omgevingsdienst Achterhoek Programma 1. Wet en regelgeving 2. Energiebesparende maatregelenlijst

Nadere informatie

Natte Koeltorens. Els Joosten Wabo adviseur Omgevingsvergunningen & Activiteitenbesluit. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Natte Koeltorens. Els Joosten Wabo adviseur Omgevingsvergunningen & Activiteitenbesluit. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Natte Koeltorens Natte Koeltorens Els Joosten Wabo adviseur Omgevingsvergunningen & Activiteitenbesluit Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied els.joosten@odnzkg.nl Aanleiding 2006: Uitbraak Post CS Amsterdam

Nadere informatie