MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio"

Transcriptie

1 MUS-rapportage 2016 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio Vormgeving: Germaine Pasmans

2 Inhoudsopgave Paragrafen 1. Respons en tellers 3 2. Resultaten algemeen 4 3. Resultaten per telronde 7 4. Resultaten per PC-gebied 9 5. Resultaten per soortgroep Indexen 21 Tabellen 1. Respons deelname MUS-project 3 2a. Totaal aantal waargenomen exemplaren per soort (per PC-gebied) 5 2b. Totaal aantal waargenomen exemplaren per soort (in percentage PC-gebieden) 6 3. Totaal aantal waargenomen exemplaren per telronde a. Aantal soorten en exemplaren per PC-gebied 10 4b. Aantal vogels en meest getelde soort per PC-gebied, a. Percentage soortgroepen Den Haag per PC-gebied, b. Percentage soortgroepen rand(deel)gemeentenper PC-gebied, c. Percentage soortgroepen totaal Indexen van soortgroepen en soorten 22 Bijlagen Totaal aantal exemplaren per PC-gebied, 2016 (Den Haag Centrum en Leidschenveen/Ypenburg) 24 Totaal aantal exemplaren per PC-gebied, 2016 (Den Haag Escamp en Scheveningen) 25 Totaal aantal exemplaren per PC-gebied, 2016 (Den Haag Haagse Hout, Laak, en Loosduinen) 26 Totaal aantal exemplaren per PC-gebied, 2016 (Den Haag Segbroek, Wassenaar en Voorburg) 27 Totaal aantal exemplaren per PC-gebied, 2016 (Leidschendam en Rijswijk) 28 2 Musproject 2016

3 MUS-project 2016 Sovon startte i.s.m. Vogelbescherming Nederland in 2007 het MUS-project (Meetnet Urbane Soorten). Het doel was om meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in de aantallen stadsvogels. Aanvankelijk deden maar enkele tellers in de Haagse regio daaraan mee. In 2010 werd een grote actie gehouden onder de Haagse vogelaars om hen te enthousiasmeren deel te nemen aan het MUS-project. Ook in de jaren daarna werd getracht zoveel mogelijk tellers in de Haagse regio te werven. Het percentage getelde postcodegebieden (in totaal 81) groeide in die jaren van ca. 10% tot bijna 80%. In onderstaand artikel worden de resultaten van het project in 2016 gepresenteerd en waar mogelijk vergeleken met die uit de eerdere jaren en de landelijke uitkomsten van MUS. 1. Respons en tellers (tabel 1) In 2016 zijn er maar liefst 63 postcode(pc-) gebieden (bijna 80%) geteld, 6 meer dan in Dat is het netto resultaat van 9 nieuwe gebieden (waarvan één nog nooit geteld is geweest) en het verlies van drie gebieden waarvan de tellers om uiteenlopende redenen ermee stopten. Deze 63 gebieden werden geteld door 55 tellers; bij de 5 tellers die in 2015 al 2 gebieden voor hun rekening namen, voegden zich er nog 3 bij die allen een gebied gingen tellen dat in 2015 was komen te vervallen. Verheugend was dat voor alle drie de vakante gebieden in Segbroek een teller werd gevonden; samen met Loosduinen is dat het stadsdeel dat integraal wordt geteld. Ook wat zwakker bezette stadsdelen als Escamp en Laak kregen er een geteld gebied bij. Van de randgemeenten is alleen Leidschendam volledig geteld. Veel van de nu nog niet getelde gebieden liggen in wijken in sterk verstedelijkt gebied (o.a. Transvaalkwartier en omgeving, Laakkwartier) waarvoor het lastig is tellers te motiveren om juist daar te gaan tellen. Dit zijn echter wel juist wijken die voor het MUS-project van groot belang zijn. Van de 55 tellers waren er 48 (87%) lid van de Haagse Vogelbescherming (HVB), waardoor het aandeel aan HVB leden wederom verder toenam. Opvallend is dat ca. 60% hiervan verder niet actief is in de vereniging. Het aantal vrouwelijke tellers bleef ongeveer gelijk met 76%. Punt van zorg baart het toenemend aantal (meest oudere, maar wel ervaren) tellers die hoge tonen niet meer kunnen horen. In 2015 stopte om deze reden al één teller, dit jaar weer één en voor volgend jaar gaat een derde teller ook om deze reden helaas afhaken. Eén teller die ook minder hoort laat zich vergezellen door iemand die wel goed hoort; drie anderen gaven ook te kennen minder goed hoge tonen te horen. In 27 van de 63 gebieden (43%) werd op het maximale aantal van 12 telpunten geteld. Op 78% van de routes bedroeg het aantal telpunten minimaal 10. Tabel 1. Respons deelname MUS-project Den Haag Centrum Escamp Haagse Hout Laak Leidschenveen-Ypenburg Loosduinen Scheveningen Segbroek Wassenaar Leidschendam Voorburg Rijswijk Aantal PC-gebieden % deelname totaal Haagse regio totaal Musproject

4 2. Resultaten algemeen (tabel 2a en 2b) In totaal werden er in 2016 ca vogels geteld van 94 soorten. Gemiddeld betekent dat 370 per PCgebied. Dat was een fractie meer dan in 2015 en een record aantal sinds Het aantal waargenomen soorten van 94 was gelijk aan dat van Er waren 10 soorten nieuw ten opzichte van 2015 en 10 soorten die wel in 2015, maar niet in 2016 werden gezien. Vijf soorten zijn gemeld die geheel nieuw waren in MUS voor de Haagse regio. Voor het eerst benoemde een teller de kleine Canadese gans afzonderlijk (de anderen benoemden deze soort met de verzamelnaam Canadese gans of soms grote Canadese gans. Zes oeverzwaluwen werden gezien in de Plaspoelpolder. Boven de Bosjes van Poot vlogen tijdens de 1 ste telronde 2 witgatjes, landelijk werden er in die ronde slechts 4 gezien in MUS. Een ontsnapte Valkparkiet in de Bomenbuurt en een barmsijs in Duttendel waren zelfs de enige waarnemingen van deze soorten in alle MUS-tellingen in Nederland. Andere krenten in de pap die nog maar zelden in de Haagse regio tijdens MUS waren gezien, zijn 2 houtsnippen (voor het laatst in 2008), 3 beflijsters (voor het laatst in 2010) en 4 kleine plevieren (2 oude vogels en 2 jongen) in de Plaspoelpolder. Enkele leuke soorten uit 2015 zoals lepelaar, smient en kneu gingen helaas in 2016 niet op herhaling. De Haagse regio leverde ten aanzien van een aantal exoten weer een belangrijke bijdrage in de landelijke totalen van deze soorten in MUS. In alle telronden nam de Canadese gans ca. 50% van de landelijke totalen voor zijn rekening, de halsbandparkiet 40-50% en de nijlgans 30-40%. Ook de enige Carolinaeend werd in de Haagse regio vastgesteld. De kauw heeft zijn voorsprong als meest getelde soort in 2016 enorm uitgebreid van tot Dit is voor driekwart verklaarbaar door grotere aantallen in slechts 3 PC-gebieden. In Leidschenveen werden er bijvoorbeeld in plaats van 84 (2015) in 2016 maar liefst 434 geteld. De gierzwaluw had in de Haagse regio een minder goed jaar; hij zakte van de 2 de plaats naar de 5 de Kleine plevier Barmsijs plaats terwijl hij landelijk zelfs voor de kauw op plaats één staat in MUS. Hij werd voorbijgestreefd door de zilvermeeuw, de kleine mantelmeeuw en de houtduif. Beide meeuwensoorten hebben hiermee een vaste plaats veroverd in de top-vijf, waarbij de verschillen tussen beide soorten minimaal zijn. De merel is de meest constante factor in de top-tien, elk jaar op plaats 5 tot 7. Wanneer we de top-20 vergelijken met die van 2011, dan valt op dat nog precies dezelfde 20 soorten hierin voorkomen, maar dat zich bij enkele soorten wel flinke verschuivingen hebben voorgedaan. De grootste stijgers waren kleine manteleeuw (6 plaatsen), Canadese gans (5 plaatsen) en zilvermeeuw (3 plaatsen). Grootste dalers waren wilde eend (5 plaatsen), halsbandparkiet (4 plaatsen), nijlgans en spreeuw (elk 3 plaatsen). De koolmees was de enige soort die in alle 63 PCgebieden werd gezien. Kauw, houtduif en merel werden in één gebied gemist. Vergeleken met 2011 kende de kleine mantelmeeuw de grootste toename in verspreiding, van 76% tot 91% van de onderzochte gebieden. De stadsduif kende een forse afname: van 73% tot 57% van de gebieden. De spreeuw kende een dramatisch dieptepunt qua aantal exemplaren per PC-gebied: nog nooit werden er zo weinig (5,8 per gebied) gezien. Voor het overige mogen vrijwel alle kleine zangvogels zich verheugen in een uiterst stabiele stand; bij geen van alle is van een duidelijke afname of toename de laatste jaren sprake. Het aantal scholeksters per gebied (merendeels dakbroedende) is vanaf 2011 voortdurend langzaam toegenomen. Er werden 18 groepen van meer dan 100 vogels gezien, waarvan 3 met meer dan 200. De drie grootste groepen (resp. 434, 322 en 239 exemplaren) betroffen alle de kauw, waarvan er in totaal 8 groepen van meer dan 100 vogels werden geteld. Andere soorten waarvan meer dan 100 exemplaren werden gezien waren kleine mantelmeeuw (3x), stadsduif, zilvermeeuw en gierzwaluw (2x) en Canadese gans (1x). 4 Musproject 2016

5 Tabel 2a. Totaal aantal waargenomen exemplaren per soort (alleen soorten waarvan in totaal meer dan 10 stuks zijn waargenomen) Aantal exemplaren 2016 Aantal exemplaren per PC-gebied Kauw ,2 50,1 41,6 52,8 46,2 58,7 2 Zilvermeeuw ,1 23,8 24,2 28,7 26,5 28,1 3 Kleine Mantelmeeuw ,0 22,1 25,4 23,3 30,0 29,8 4 Houtduif ,2 32,3 22,9 22,3 22,6 22,6 5 Gierzwaluw ,7 23,8 26,6 28,1 35,6 27,4 6 Halsbandparkiet ,9 23,6 14,6 21,0 19,7 20,4 7 Merel ,3 19,5 18,8 19,5 19,3 19,2 8 Stadsduif ,4 20,6 16,9 23,8 20,8 31,3 9 Koolmees ,0 13,5 14,6 15,1 14,9 14,9 10 Zwarte Kraai ,2 12,4 11,4 14,8 14,2 13,8 11 Canadese Gans ,4 23,3 16,9 18,6 15,5 26,8 12 Meerkoet 680 9,3 13,1 10,4 9,5 11,9 12,1 13 Wilde Eend ,2 16,5 14,9 12,1 13,0 11,5 14 Ekster 508 9,4 9,3 9,8 10,7 9,7 8,3 15 Pimpelmees 494 9,2 7,1 7,9 9,7 10,0 9,3 16 Winterkoning 494 7,3 7,0 7,5 9,2 8,6 9,1 17 Nijlgans 493 8,7 8,3 7,4 8,3 9,5 8,8 18 Huismus ,2 8,5 10,8 15,2 11,1 10,6 19 Tjiftjaf 311 6,1 5,4 5,9 6,7 6,9 6,5 20 Spreeuw 237 6,7 7,6 8,8 7,7 9,3 5,8 21 Roodborst 234 3,7 3,5 4,2 4,2 4,9 5,2 22 Heggenmus 198 4,3 4,1 5,3 4,7 4,5 4,1 23 Waterhoen 187 4,1 4,4 4,5 4,0 4,7 4,9 24 Zwartkop 176 4,2 4,3 4,2 5,1 4,9 4,9 25 Scholekster 149 3,1 3,2 3,5 3,9 4,0 4,3 26 Zanglijster 140 3,3 3,3 3,8 3,2 3,7 3,7 27 Vink 126 4,3 2,9 3,9 3,1 3,7 3,2 28 Soepeend 123 5,0 5,0 4,7 3,6 7,3 6,9 29 Blauwe Reiger 115 3,3 3,0 2,7 3,3 2,4 2,5 30 Groenling 113 2,7 3,9 3,2 3,6 4,8 3,6 31 Gaai 112 3,1 3,5 3,4 2,5 2,8 2,9 32 Turkse Tortel 108 5,0 4,0 4,6 3,6 3,8 3,9 33 Kuifeend 102 4,7 8,2 3,7 5,4 4,5 6,4 34 Grote Bonte Specht 102 3,7 2,5 2,3 2,6 2,9 2,9 35 Knobbelzwaan 100 6,0 3,7 5,9 3,4 3,8 3,9 36 Grauwe Gans 95 10,0 4,5 5,5 12,7 8,2 8,6 37 Fuut 87 2,6 3,8 2,9 3,6 3,9 3,3 38 Boomkruiper 76 3,3 2,7 3,0 3,1 2,8 3,2 39 Kokmeeuw 68 9,2 17,4 9,9 7,0 6,3 4,2 40 Putter 65 3,4 3,4 3,7 4,4 4,7 3,6 41 Staartmees 56 4,1 4,7 4,6 3,9 3,8 3,8 42 Krakeend 56 1,0 3,5 3,2 2,2 3,0 4,6 43 Fitis 51 2,3 2,9 2,7 2,2 3,1 3,4 44 Aalscholver 48 4,8 2,3 2,6 3,9 2,9 2,3 45 Boerenzwaluw 46 6,7 4,4 9,6 5,6 4,4 9,1 46 Soepgans 31 1,0 1,5 3,5 5,4 4,5 3,9 47 Groene Specht 27 1,4 1,5 2,2 1,8 1,7 1,8 48 Holenduif 26 0,0 2,5 1,6 2,2 2,1 2,0 49 Grote Canadese Gans 24 6,0 6,5 3,5 28,0 7,0 6,1 50 Kleine Karekiet 24 3,0 2,2 2,1 2,1 2,7 2,0 51 Ooievaar 23 3,0 2,7 2,7 2,8 3,1 4,6 52 Visdief 21 2,8 4,1 8,3 2,8 3,1 2,7 53 Nachtegaal 21 6,0 5,1 3,9 3,4 2,8 4,1 54 Grasmus 20 2,0 1,3 1,3 1,7 1,6 2,4 55 Zwarte Roodstaart 19 2,0 1,0 1,7 2,5 1,4 2,2 56 Boomklever 17 1,0 0,8 1,7 1,4 2,0 1,9 57 Kievit 16 2,8 3,1 5,4 8,5 2,6 8,0 58 Huiszwaluw 15 1,0 10,8 16,8 3,5 7,8 5,0 59 Goudhaan 14 1,0 1,0 1,3 1,2 2,0 2,8 60 Fazant 13 2,0 2,6 2,1 5,4 3,7 2,2 61 Buizerd 13 1,3 1,3 1,5 1,7 1,4 1,7 62 Tuinfluiter 13 3,0 1,7 1,3 1,6 1,4 1,4 63 Witte Kwikstaart 13 1,0 1,3 1,7 2,8 2,4 2,1 Musproject

6 Tabel 2b. Totaal aantal waargenomen exemplaren per soort (alleen soorten waarvan in totaal meer dan 10 stuks zijn waargenomen) Aantal PC-gebieden 2016 Deel PC-gebieden waarin waargenomen Kauw ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 98,4 2 Zilvermeeuw 61 95,6 95,1 90,2 89,3 96,4 96,8 3 Kleine Mantelmeeuw 57 75,6 75,6 72,5 85,7 85,5 90,5 4 Houtduif 62 97,8 100,0 100,0 96,4 100,0 98,4 5 Gierzwaluw 50 77,8 75,6 74,5 78,6 81,8 79,4 6 Halsbandparkiet 59 91,1 92,7 90,2 91,1 92,7 93,7 7 Merel ,0 100,0 100,0 100,0 100,0 98,4 8 Stadsduif 36 73,3 58,5 54,9 66,1 67,3 57,1 9 Koolmees ,0 100,0 98,0 98,2 100,0 100,0 10 Zwarte Kraai 61 91,1 95,1 98,0 92,9 92,7 96,8 11 Canadese Gans 29 42,2 48,8 41,2 50,0 47,3 46,0 12 Meerkoet 56 91,1 92,7 92,2 92,9 90,9 88,9 13 Wilde Eend 57 88,9 92,7 88,2 94,6 96,4 90,5 14 Ekster 61 97,8 95,1 100,0 98,2 100,0 96,8 15 Pimpelmees 53 75,6 87,8 88,2 82,1 81,8 84,1 16 Winterkoning 54 75,6 85,4 76,5 82,1 85,5 85,7 17 Nijlgans 56 86,7 82,9 82,4 94,6 83,6 88,9 18 Huismus 35 40,0 51,2 49,0 48,2 52,7 55,6 19 Tjiftjaf 48 71,1 80,5 74,5 87,5 81,8 76,2 20 Spreeuw 41 84,4 63,4 64,7 69,6 63,6 65,1 21 Roodborst 45 73,3 75,6 72,5 75,0 78,2 71,4 22 Heggenmus 48 77,8 82,9 74,5 83,9 78,2 76,2 23 Waterhoen 38 60,0 63,4 58,8 66,1 76,4 60,3 24 Zwartkop 36 64,4 63,4 54,9 62,5 56,4 57,1 25 Scholekster 35 64,4 65,9 52,9 62,5 58,2 55,6 26 Zanglijster 38 53,3 70,7 54,9 62,5 67,3 60,3 27 Vink 39 48,9 70,7 62,7 48,2 52,7 61,9 28 Soepeend 18 26,7 41,5 35,3 37,5 36,4 28,6 29 Blauwe Reiger 46 62,2 65,9 66,7 64,3 78,2 73,0 30 Groenling 31 57,8 53,7 64,7 50,0 49,1 49,2 31 Gaai 39 53,3 51,2 66,7 60,7 65,5 61,9 32 Turkse Tortel 28 48,9 58,5 45,1 48,2 61,8 44,4 33 Kuifeend 16 22,2 22,0 25,5 19,6 29,1 25,4 34 Grote Bonte Specht 35 42,2 58,5 60,8 58,9 58,2 55,6 35 Knobbelzwaan 26 26,7 39,0 33,3 44,6 40,0 41,3 36 Grauwe Gans 11 11,1 12,2 9,8 16,1 16,4 17,5 37 Fuut 26 31,1 36,6 35,3 33,9 41,8 41,3 38 Boomkruiper 24 37,8 41,5 35,3 32,1 47,3 38,1 39 Kokmeeuw 16 33,3 29,3 47,1 39,3 30,9 25,4 40 Putter 18 31,1 26,8 27,5 23,2 36,4 28,6 41 Staartmees 15 22,2 26,8 25,5 21,4 21,8 23,8 42 Krakeend 12 4,4 4,9 7,8 12,5 18,2 19,0 43 Fitis 15 35,6 39,0 33,3 41,1 32,7 23,8 44 Aalscholver 21 13,3 39,0 39,2 25,0 43,6 33,3 45 Boerenzwaluw 5 6,7 14,6 9,8 16,1 16,4 7,9 46 Soepgans 8 2,2 4,9 3,9 8,9 10,9 12,7 47 Groene Specht 15 22,2 19,5 29,4 35,7 29,1 23,8 48 Holenduif 12 17,8 19,5 15,7 16,1 20,0 19,6 49 Grote Canadese Gans 4 2,2 4,9 3,9 1,8 5,5 6,3 50 Kleine Karekiet 12 15,6 29,3 13,7 17,9 20,0 19,0 51 Ooievaar 5 15,6 14,6 5,9 10,7 12,7 7,9 52 Visdief 8 13,3 12,2 21,6 21,4 14,5 12,7 53 Nachtegaal 5 4,4 7,3 9,8 7,1 9,1 7,9 54 Grasmus 8 13,3 9,8 5,9 12,5 9,1 12,7 55 Zwarte Roodstaart 9 6,7 2,4 5,9 5,4 5,5 14,3 56 Boomklever 9 4,4 9,8 15,7 16,1 16,4 14,3 57 Kievit 2 8,9 4,9 3,9 7,1 7,3 3,2 58 Huiszwaluw 3 2,2 2,4 3,9 8,9 9,1 4,8 59 Goudhaan 5 2,2 2,4 7,8 1,8 7,3 7,9 60 Fazant 6 11,1 9,8 11,8 10,7 10,9 9,5 61 Buizerd 8 8,9 12,1 11,8 10,7 9,1 12,7 62 Tuinfluiter 9 11,1 24,4 19,6 19,6 23,6 14,3 63 Witte Kwikstaart 6 4,4 7,3 5,9 5,4 5,5 9,5 % 6 Musproject 2016

7 Wat betreft de vergelijking met de landelijke resultaten van MUS is er ten opzichte van 2015 weinig verandering gekomen. Spreeuw, huismus, Turkse tortel en ekster behoorden landelijk wederom tot de top-tien op resp. de 8 de, 5 de, 10 de en 9 de plaats maar waren dat niet in de Haagse regio: met resp. plaats 20, 18, 32 en 14. De Haagse regio is dus nog steeds uiterst arm aan huismussen en spreeuwen vergeleken met het landelijke beeld. De ringmus, waarvan er landelijk nog behoorlijk wat in MUS werden waargenomen, werd in de Haagse regio helemaal niet waargenomen. Ook de presentie van de Turkse tortel in Den Haag e.o. is duidelijker lager dan elders in Nederland. Opvallend is dat de merel het in verhouding in Den Haag minder goed doet dan landelijk gezien. Het is de vraag of het verhoudingsgewijs in Den Haag veel minder voorkomen van kleine meeuwensoorten als stormmeeuw en kokmeeuw iets te maken heeft met de grote aantallen kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen. Ook is de Haagse regio geen oord voor zwaluwen: boeren-, huis- en oeverzwaluw zitten ver onder het landelijk gemiddelde. Vreemd is het bijna ontbreken van waarnemingen van de sperwer die juist in het stedelijk gebied landelijk in opmars is. Aan de andere kant waren er vier soorten die in de Haagse regio met gemak de top-10 haalden, maar dit landelijk gezien totaal niet deden. Dat betreft zilvermeeuw op plek 2 (landelijk 19), kleine mantelmeeuw op 3 (landelijk 12), halsbandparkiet op 6 (landelijk 28) en stadsduif op 8 (landelijk 17). Ook een paar andere soorten doen het in de Haagse regio juist beter dan landelijk zoals blauwe reiger, knobbelzwaan, groene specht, nachtegaal, staartmees en - vanzelfsprekend - de ooievaar. 3. Resultaten per telronde (tabel 3) Alle tellers waren in 2016 uiterst trouw met hun tellingen. In de 1 ste, 2 de en 3 de ronde hebben ze slechts resp. 3, 2 en 3 keer verstek laten gaan. Zoals gebruikelijk werd in de 1 ste ronde vooral in het weekend geteld; de vier weekenden waren goed voor 83% van alle tellingen. De 2 de ronde begon op een zondag; 14 tellers gingen toen meteen al aan de slag. In totaal vond in die ronde 70% van de tellingen in het weekend plaats. De 3 de ronde, de avondronde, gaf zoals gebruikelijk een totaal ander beeld. Slechts 25% vond in het weekend plaats waarbij in het eerste weekend (door het slechte weer?) helemaal niet geteld werd. Opvallend was het hoge percentage last minute tellingen: maar liefst 35% vond plaats in de laatste vier dagen van deze periode. Evenals in eerdere jaren werden in de eerste twee ronden weer de meeste vogels geteld, resp in de 1 ste en in de 2 de. De 3 de telronde kende weer de minste exemplaren met vogels. Het aantal soorten dat per telronde werd gezien verschilde nauwelijks: resp. 82, 81 en 78. In elke telronde werden gemiddeld per gebied iets meer exemplaren gezien dan in 2015: in de 1 ste ronde gemiddeld 249 en in de laatste gemiddeld 196. Er waren 7 soorten die in alle drie telronden tot de toptien behoorden: kleine mantelmeeuw, zilvermeeuw, stadsduif, houtduif, halsbandparkiet, merel en kauw. In de 1 ste ronde werden deze aangevuld door koolmees, zwarte kraai en meerkoet, in de 2 de door koolmees, zwarte kraai en Canadese gans en in de 3 de door gierzwaluw, Canadese gans en meerkoet. De gierzwaluw scoorde vanzelfsprekend in de 3 de ronde het hoogste aantal, maar dat gold ook voor de boerenzwaluw. Opvallend is dat in deze ronde ook meer kleine mantelmeeuwen dan zilvermeeuwen werden Oeverzwaluw gezien, maar in de andere twee juist omgekeerd. Alle kleinere zangvogels scoorden in de 3 de ronde opvallend lager; alleen van merel en zanglijster die s avonds nog zongen, werden vrijwel evenveel exemplaren opgemerkt als in de twee voorgaande ronden. De nachtegaal liet zich vooral in de 1 ste ronde horen, de koekoek in de 2 de evenals de meeste laat uit Afrika terugkerende zangertjes als kleine karekiet, bosrietzanger, grasmus en tuinfluiter. Behalve de gierzwaluw scoorden ook kuifeend en ooievaar in de 3 de het hoogst. Dit was ook de ronde waarin de kleine plevieren met hun jongen werden gezien. De beflijsters en witgatjes die in de eerste ronde werden gezien waren kennelijk nog doortrekkers terwijl ook het groepje goudhaantjes in die ronde wellicht een beetje zijn blijven hangen. De 6 oeverzwaluwen uit die ronde foerageerden in het buitengebied dat ter plekke flink op de schop ging en waar zelfs dijkjes worden aangelegd. Wie weet volgend jaar? Musproject

8 Tabel 3. Totaal aantal waargenomen exemplaren per telronde, 2016 (alleen soorten waarvan in totaal meer dan 10 stuks zijn waargenomen) Aantal exemplaren Aantal PC-gebieden Telronde Telronde Kauw Zilvermeeuw Kleine Mantelmeeuw Houtduif Gierzwaluw Halsbandparkiet Merel Stadsduif Koolmees Zwarte Kraai Canadese Gans Meerkoet Wilde Eend Ekster Pimpelmees Winterkoning Nijlgans Huismus Tjiftjaf Spreeuw Roodborst Heggenmus Waterhoen Zwartkop Scholekster Zanglijster Vink Soepeend Blauwe Reiger Groenling Gaai Turkse Tortel Kuifeend Grote Bonte Specht Knobbelzwaan Grauwe Gans Fuut Boomkruiper Kokmeeuw Putter Staartmees Krakeend Fitis Aalscholver Boerenzwaluw Soepgans Groene Specht Holenduif Grote Canadese Gans Kleine Karekiet Ooievaar Visdief Nachtegaal Grasmus Zwarte Roodstaart Boomklever Kievit Huiszwaluw Goudhaan Fazant Buizerd Tuinfluiter Witte Kwikstaart Musproject 2016

9 4. Resultaten per PC-gebied (tabel 4a en 4b) Sinds de start van het MUS-project in 2007 zijn nu 69 PC-gebieden van de in totaal 81 in aanmerking komende in ten minste één jaar geteld (85%). De 6 gebieden van deze 69 die in 2015 niet geteld zijn betreffen in twee gevallen incidentele tellingen in slechts één of 2 jaar. De andere 4 betreffen PCgebieden die jaren trouw geteld zijn, maar in 2016 voor het eerst niet meer. Liefst 38% is de laatste zes jaar continu geteld en daarnaast is in nog eens 21% van de PC-gebieden slechts één teljaar gemist. Gemiddeld werden er 370 exemplaren per PC-gebied waargenomen. Het aantal exemplaren kan per PCgebied in de loop van de jaren sterk variëren. In de regel is het al dan niet waarnemen van een grote groep van een bepaalde soort de belangrijkste verklaring, soms komt dit door verandering van teller of is het verschil niet eenduidig aan een bepaalde oorzaak toe te schrijven. Dit keer zijn de resultaten van 2016 vergeleken met het langjarig gemiddelde over de 5 jaar ervoor. In vijf gevallen had dit betrekking op slechts één telling die in het verleden door een andere teller was uitgevoerd. In alle gevallen was er daarbij een zeer groot verschil: vier keer werden in 2016 veel meer vogels geteld en één keer fors minder. In het merendeel van de andere PC-gebieden waren de verschillen beperkt. Slechts in 10 gevallen was het aantal exemplaren in 2016 meer dan 25% groter en in 5 gebieden meer dan 25% kleiner dan het langjarig gemiddelde. Ook hier speelde in 6 gevallen mee dat het gebied in 2016 door een nieuwe teller werd geïnventariseerd. In 5 PC- gebieden kon de afwijking van het langjarig gemiddelde verklaard worden doordat één of twee soorten in 2016 in veel kleinere of grotere aantallen werden gezien. In de overige gevallen was er geen eenduidige verklaring. De meeste exemplaren werden geteld in Oud- Scheveningen (945), met name door een zeer grote groep kauwen ter plekke. Ypenburg-noord (807) en de Vogelwijk (680 stuks) staan op plaats 2 en 3. In al deze drie PC-gebieden is een ervaren teller actief. In totaal waren in de 10 PC-gebieden met de hoogste aantallen zelfs in 7 gebieden ervaren tellers actief. Ervaren tellers kwamen dan ook op gemiddeld 454 exemplaren per gebied uit, tellers met een gemiddelde ervaring en met weinig ervaring ontliepen elkaar nauwelijks met resp. 329 en 328. In Leidschendam werden de hoogste aantallen gescoord in De Rietvink (440), in Voorburg in Essesteijn/Damsigt (476) en in Rijswijk in De Put (605). In Wassenaar was Nieuw-Wassenaar het gebied met het hoogste aantal, echter met slechts een bescheiden aantal van 377 exemplaren. Er waren 11 PC-gebieden waarin minder dan 250 vogels werden geteld. In twee hiervan werden slechts één of twee telronden uitgevoerd. Al deze gebieden werden geteld door tellers met een gemiddelde of weinig ervaring. Van de PC-gebieden in het stadsdeel Centrum waren er 6 van de 9 onder het gemiddelde en in Wassenaar 3 van de 4. Een andere factor die van invloed kan zijn op het getelde aantal exemplaren is de mate van verstedelijking van het gebied. Hiertoe is er een onderverdeling gemaakt in drie typen PC-gebieden: a: gebieden zonder een enkel telpunt in het groen; sterk verstedelijkt (39); b: gebieden met enkele telpunten in het groen (28); c: gebieden met veel telpunten in het groen (14). In het MUS-project was de eerste groep met 72% het minst vertegenwoordigd, de tweede met 82% en de derde met 92% vertegenwoordigd. Terwijl overall het gemiddelde per PC-gebied 370 exemplaren bedraagt, was dat in de groene wijken 368, de wijken met weinig groen 350 en de sterk verstedelijkte 388. Hieruit blijkt dus dat de hoeveelheid groen niet bepalend is voor het totaal aantal waargenomen exemplaren. Dit aantal wordt namelijk vooral bepaald door het aantal van enkele zeer algemene soorten die in alle typen wijken sterk vertegenwoordigd zijn. In alle drie de typen lag het gemiddelde van de ervaren tellers significant hoger dan dat van tellers met een gemiddelde of weinig ervaring. Het betekent dat de mate van ervaring van grotere invloed is op het aantal getelde vogels dan de mate van verstedelijking. Het gemiddeld aantal soorten per PC-gebied bedroeg 31. De Vogelwijk (what s in a name?) had het hoogste aantal soorten, namelijk 62, gevolgd door de Plaspoelpolder (Rijswijk, deels buitengebied) met 57 en Duttendel met 53. Soortenarmst was Scheveningen Badplaats met slechts 13 soorten, gevolgd door het Regentessekwartier met 15, Schilderswijk noord met 16 en de wijk Centrum zelf met 17 soorten. Er is een relatie tussen het aantal soorten en de mate van groen in het gebied. Van de 20 soortenarmste wijken lagen er 15 in het sterk verstedelijkt gebied. Van de 10 soortenrijkste gebieden waren er 5 uitgesproken groene wijken. In groene wijken werden gemiddeld 38 soorten geteld, in sterk stedelijke slechts 26. Dit komt ook tot uitdrukking als we de gegevens per stadsdeel bekijken. In het stadsdeel Centrum, het meest verstedelijkte gebied, lag het gemiddeld aantal waargenomen soorten per wijk op veruit het laagst van allemaal, namelijk 22. Stadsdeel Segbroek Musproject

10 Tabel 4a. Aantal soorten en exemplaren per PC-gebied Aantal soorten Aantal exemplaren DEN HAAG Centrum Centrum Centrum-zuid Zeeheldenkwartier oost Willemspark Stationsbuurt Zeeheldenkwartier west Schilderswijk zuid Schilderswijk noord Archipelbuurt Escamp Moerwijk noord/oost Moerwijk west Vrederust Bouwlust oost Bouwlust west Morgenstond west Leyenburg oost Leyenburg west Wateringse Veld Oostbroek Haagse Hout Mariahoeve noord Mariahoeve midden Bezuidenhout oost Marlot Bezuidenhout midden/west Benoordenhout Duttendel Laak Molenwijk Laakkwartier oost Leidschenveen-Ypenburg Leidschenveen Leidschenveen Lanen Ypenburg noord Ypenburg Singels/Waterwijk Loosduinen Waldeck Houtwijk Kraayenstein Kijkduin Bohemen Scheveningen Duinoord Statenkwartier Duindorp Oud-Scheveningen Scheveningen Badplaats Belgisch Park Segbroek Regentessekwartier Valkenboskwartier zuid Vruchtenbuurt Bomenbuurt Vogelwijk WASSENAAR Deyleroord Oostdorp De Kievit e.o Nieuw Wassenaar Kerkehout LEIDSCHENDAM De Zijde De Heuvel Prinsenhof Raadhuiskwartier De Rietvink VOORBURG Voorburg oost Essesteijn/Damsigt Voorburg noord/ t Loo Voorburg oud Voorburg west RIJSWIJK Cromwijk/Leeuwendael Te Werve De Put e.o De Strijp Steenvoorde zuidwest Plaspoelpolder Musproject 2016

11 Tabel 4b. Aantal vogels en meest getelde soort per PC-gebied, 2016 Aantal soorten Aantal exemplaren Meest getelde soort naam aantal DEN HAAG Centrum Centrum Stadsduif 141 Centrum zuid Kleine Mantelmeeuw 131 Zeeheldenkwartier oost Zilvermeeuw 61 Willemspark Stadsduif 72 Stationsbuurt Kauw 239 Zeeheldenkwartier west Kauw 47 Schilderswijk zuid Houtduif 36 Schilderswijk noord Stadsduif 91 Archipelbuurt Kauw 48 Escamp Moerwijk noord/oost Kleine Mantelmeeuw 77 Moerwijk west Nijlgans 47 Bouwlust oost Kleine Mantelmeeuw 124 Bouwlust west Zilvermeeuw 24 Morgenstond west Halsbandparkiet 58 Leyenburg oost Gierzwaluw 111 Leyenburg west Zilvermeeuw 69 Wateringse Veld Wilde Eend 33 Haagse Hout Mariahoeve noord Kauw 146 Mariahoeve midden Kleine Mantelmeeuw 36 Bezuidenhout oost Halsbandparkiet 32 Marlot Wilde Eend 23 Bezuidenhout midden/west Kauw 65 Duttendel Gierzwaluw 32 Laak Molenwijk Zilvermeeuw 80 Laakkwartier oost Zilvermeeuw 86 Leidschenveen-Ypenburg Leidschenveen Canadese Gans 153 Leidschenveen Lanen Canadese Gans 25 Ypenburg noord Kauw 434 Ypenburg Singels/Waterwijk Meerkoet 70 Loosduinen Waldeck Kauw 77 Houtwijk Kauw 32 Kraayenstein Merel 16 Kijkduin Kauw 55 Bohemen Kauw 60 Scheveningen Statenkwartier Gierzwaluw 103 Duindorp Zilvermeeuw 79 Oud-Scheveningen Kauw 322 Scheveningen Badplaats Zilvermeeuw 112 Belgisch Park Kauw 55 Segbroek Regentessekwartier Kauw 101 Valkenboskwartier zuid Kauw 67 Vruchtenbuurt Zilvermeeuw 67 Bomenbuurt Gierzwaluw 92 Vogelwijk Gierzwaluw 82 WASSENAAR Deyleroord Zilvermeeuw 28 Oostdorp Kauw 104 Nieuw Wassenaar Merel 65 Kerkehout Kauw 17 LEIDSCHENDAM De Zijde Wilde Eend 29 De Heuvel Kauw 105 Prinsenhof Zilvermeeuw 38 Raadhuiskwartier Kauw 70 De Rietvink Kauw 52 VOORBURG Essesteijn/Damsigt Kauw 52 Voorburg noord/ t Loo Kauw 44 Voorburg oud Halsbandparkiet 46 Voorburg west Kauw 28 RIJSWIJK Cromwijk/Leeuwendael Kauw 55 Te Werve Kauw 42 De Put e.o Canadese Gans 97 De Strijp Kauw 48 Steenvoorde zuidwest Houtduif 27 Plaspoelpolder Canadese Gans 52 Musproject

12 scoorde het hoogst met gemiddeld 36 soorten, de overige Haagse stadsdelen zaten rond het gemiddelde van 31 soorten. Gemiddeld waren de PC-gebieden in de randgemeenten iets soortenrijker dan die in Den Haag zelf. In Rijswijk gemiddeld 41, in Leidschendam en in Voorburg elk 34. Alleen in Wassenaar werden gemiddeld minder soorten gezien, namelijk 26. Ervaring lijkt ook invloed te hebben op het aantal verschillende soorten. Van de 15 PC-gebieden met de meeste soorten hadden er 13 tellers met veel ervaring. Hierbij zij wel aangetekend dat slechts één sterk verstedelijkt gebied geteld werd door een ervaren teller. De andere waren PC-gebieden met veel of enkele telpunten in het groen. De kauw heeft in 2016 zijn dominantie als meest getelde soort weer veroverd. Was hij dat in 2015 in 16 PC-gebieden, in 2016 weer in 25, evenals in In 58% van de PC-gebieden in de vier randgemeenten was hij de meest getelde soort, in Den Haag zelf maar in 32% van de gebieden. In Escamp was hij zelfs in geen van de acht gebieden het meest geteld. Tien keer was de zilvermeeuw de meest getelde soort en vier keer de kleine mantelmeeuw. In de randgemeenten was de zilvermeeuw maar twee keer het meest geteld, in stadsdeel Laak in beide getelde PC-gebieden. Verder o.a. in Escamp (beide soorten elk 2 keer), Scheveningen (2 keer zilvermeeuw) en stadsdeel Centrum (1 keer zilvermeeuw, 1 keer kleine mantelmeeuw). In Loosduinen en Leidschenveen- Ypenburg waren meeuwen nergens de meest getelde soort. Het aantal gierzwaluwen per PC-gebied nam in 2016 wat af hetgeen zich vertaalt in het feit dat het aantal gebieden waarin dit de meest getelde soort was, afnam van 9 naar 5. De Canadese gans was in vier PC-gebieden de meest Canadese gans getelde soort, twee in Leidschenveen/Ypenburg en twee in Rijswijk. In drie gebieden (alle in het stadsdeel Centrum) was de stadsduif de meest getelde soort; ook wilde eend en halsbandparkiet waren dat in drie gebieden. Van de gebieden die sinds 2010 onafgebroken geteld worden, stond in de Archipelbuurt en in Bohemen de kauw ook in 2016 voor het zevende achtereenvolgende jaar nummer 1. In Leidschenveen betrof dit de Canadese gans. 5. Resultaten per soortgroep (tabel 5a, 5b en 5c) a. watervogels In 2016 werden 20 soorten watervogels waargenomen, waarvan 7 exoten terwijl de grauwe gans in de Haagse regio meer kenmerken van tamme dan van wilde exemplaren heeft. De enige carolinaeend was ook de enige die landelijk gezien werd in MUS. In totaal werden er watervogels waargenomen. De exoten, incl. grauwe gans, maken hiervan 39% uit. Wilde vogels namen 57% voor hun rekening en soepeend en soepgans maken de 100% vol. Watervogels maken 15% van het totaal aantal exemplaren in MUS uit. De top-vier in de Haagse regio wordt gevormd door Canadese gans, meerkoet, wilde eend en nijlgans die samen 72% van het totaal aan watervogels uitmaken. Het aantal Canadese ganzen is ten opzichte van 2015 explosief gestegen. Hij staat met 777 exemplaren stevig op de eerste plaats en het aantal per PC-gebied nam toe van 15,5 tot 26,8. In de drie telronden maakten ze in tot 62% van het landelijk totaal in MUS uit. Hij rukte van de 17 de plaats in 2015 op tot de 11 de plaats in 2016 van alle soorten in de Haagse regio qua aantal (landelijk staat hij slechts 31 ste ). Bij de Nijlgans wordt steeds duidelijker dat de echte groei van de populatie eruit is; in 2016 werden er zelfs minder per PC-gebied gescoord dan in Interessant is dat ook in MUS de landelijke achteruitgang van de wilde eend zichtbaar is. Het aantal per PC-gebieden liep van 2015 op 2016 terug van 13,0 tot 11,5 en hij zakte 2 plaatsen op de ranglijst van meest waargenomen soorten. De krakeend zet zijn opmars in de Haagse regio voort. Zowel het gemiddeld aantal per PC-gebied nam toe als het percentage gebieden waar hij werd gezien. Ook op de ranglijst van meest getelde soorten steeg hij twee plaatsen, Opvallend is dat de krakeend het in de 3 de telronde verhoudingsgewijs bijna twee keer zo goed doet in de Haagse regio dan landelijk. In Den Haag was het stadsdeel Leidschenveen/Ypenburg veruit het rijkst gezegend met watervogels, liefst 36% van de getelde vogels bestond uit watervogels. Dit kwam voor het belangrijkste deel door de Canadese 12 Musproject 2016

13 mate putter, zaten toch al ver onder het landelijk gemiddelde. Het aantal boerenzwaluwen per PCgebied verdubbelde door een groep van 24 stuks in de Plaspoelpolder. Ook het aantal grasmussen nam toe. De overige soorten zangvogels schommelden een beetje rond een gemiddelde en bleven aardig constant. Waterhoen ganzen. De groep van 153 van deze vogels in het PCgebied Leidschenveen was aldaar al goed voor de helft van de in totaal in dat stadsdeel getelde exemplaren. Ook in Leidschenveen Lanen werd deze soort qua aantal het meest geteld. Na Leidschenveen/Ypenburg waren enkele PC-gebieden in Rijswijk het meest gezegend met watervogels, namelijk De Put e.o. en de Plaspoelpolder. Het Statenkwartier moest het maar met één wilde eend doen, ook in het Regentessekwartier, Belgisch Park en Zeeheldenkwartier west waren nauwelijks watervogels te vinden. b. zangvogels In 2016 zijn in totaal exemplaren aan zangvogels (excl. kraaiachtigen en gebouwbroeders) in MUS waargenomen van 34 soorten, één minder dan in Ten opzichte van 2015 werden sprinkhaanzanger, rietzanger, kneu en rietgors niet gezien en oeverzwaluw, beflijster en barmsijs waren nieuwe soorten. Oeverzwaluw en barmsijs waren geheel nieuw voor MUS in de Haagse regio, waarbij de barmsijs zelfs de enige was die in heel Nederland voor MUS werd geturfd. De drie beflijsters werden alle alleen in de eerste telperiode gezien en telden flink mee in het landelijk totaal van 14 exemplaren. En maar liefst 19 van de in totaal 23 in Nederland in MUS geziene nachtegalen in de eerste periode kwamen uit de Haagse regio, evenals 13 van de 46 goudhaantjes. Merel en koolmees waren met stip weer nummer 1 en 2 en maakten 44% van het totaal aan zangvogels uit. De koolmees werd in alle PC-gebieden gezien en de merel in slechts één gemist. Pimpelmees en winterkoning deden niet voor elkaar onder en bezetten met elk 494 exemplaren de gedeelde derde plaats. Samen zijn deze vier soorten goed voor 64% van alle zangvogels. De opleving van de groenling in 2015 was eenmalig, in 2016 viel hij weer terug op zijn oude niveau. Ook de toename van de putter zette niet door. Zaadeters als groenling en vink en in mindere In totaal maakten zangvogels 21% van het totaal aantal uit. De verschillen per PC-gebied zijn echter groot. In de wijk Centrum en Scheveningen Badplaats bestond slechts 1% uit zangvogels. In het Centrum ging het om 2 merels en 2 koolmezen, in Scheveningen Badplaats om van beide soorten slechts één exemplaar. De stadsdelen Loosduinen en Haagse Hout hadden het hoogste percentage aan zangvogels, nl. 30 resp. 28%. Kraayenstein was het PC-gebied in Den Haag met het hoogste percentage zangvogels, namelijk 41%. De wijk die het rijkst was aan soorten zangvogels was de Vogelwijk waar er 25 van werden gezien, gevolgd door Duttendel en de Plaspoelpolder in Rijswijk met resp. 24 en 22 soorten. Alle drie werden geteld door ervaren tellers. De randgemeenten waren duidelijk rijker aan zangvogels dan Den Haag zelf. In Leidschendam (32%), Wassenaar (32%), Voorburg (30%) en Rijswijk (29%) was het percentage zangvogels aanzienlijk hoger dan de 17% van Den Haag. Top-wijk was hier Prinsenhof (Leidschendam) met 44% en De Heuvel (ook in Leidschendam) had het laagste percentage, namelijk 21%. De Plaspoelpolder (Rijswijk) was het rijkste aan verschillende soorten zangvogels (22) en Deyleroord (Wassenaar) het armst (6). Koolmees c. kraaiachtigen Voor het MUS-project gaat het in de Haagse regio om 4 soorten: gaai, ekster, zwarte kraai en kauw. De roek, die wel in kleine aantallen landelijk in MUS wordt gezien, ontbreekt in de Haagse regio. De dichtstbijzijnde broedlocaties bevinden zich namelijk tientallen kilometers van de Haagse regio. De kauw is jaarlijks de meest getelde soort. In 2016 maakte het aantal kauwen 71% van het totaal aantal Musproject

14 Tabel 5a. Percentage soortgroepen Den Haag per PC-gebied, 2016 Totaal Watervogels Zangvogels % DEN HAAG Centrum Centrum Centrum zuid Zeeheldenkwartier oost Willemspark Stationsbuurt Zeeheldenkwartier west Schilderswijk zuid Schilderswijk noord Archipelbuurt Escamp Moerwijk noord/oost Moerwijk west Bouwlust oost Bouwlust west Morgenstond west Leyenburg oost Leyenburg west Wateringse Veld Haagse Hout Mariahoeve noord Mariahoeve midden Bezuidenhout oost Marlot Bezuidenhout midden/west Duttendel Laak Molenwijk Laakkwartier oost Leidschenveen-Ypenburg Leidschenveen Leidschenveen Lanen Ypenburg noord Ypenburg Singels/Waterwijk Loosduinen Waldeck Houtwijk Kraayenstein Kijkduin Bohemen Scheveningen Statenkwartier Duindorp Oud-Scheveningen Scheveningen Badplaats Belgisch Park Segbroek Regentessekwartier Valkenboskwartier zuid Vruchtenbuurt Bomenbuurt Vogelwijk Kraaiachtigen Meeuwen Duiven Gebouwbroeders 1) Halsbandparkiet Overige soorten Totaal 1) Gierzwaluw, Zwarte Roodstaart, Huismus en Spreeuw 14 Musproject 2016

15 Tabel 5b. Percentage soortgroepen rand(deel)gemeenten per PC-gebied, 2016 Totaal Watervogels Zangvogels Kraaiachtigen Meeuwen Duiven Gebouwbroeders 1) Halsbandparkiet Overige soorten Totaal % WASSENAAR Deyleroord Oostdorp Nieuw Wassenaar Kerkehout LEIDSCHENDAM De Zijde De Heuvel Prinsenhof Raadhuiskwartier De Rietvink VOORBURG Essesteijn/Damsigt Voorburg noord/ t Loo Voorburg oud Voorburg west RIJSWIJK Cromwijk/Leeuwendael Te Werve De Put e.o De Strijp Steenvoorde zuidwest Plaspoelpolder ) Gierzwaluw, Zwarte Roodstaart, Huismus en Spreeuw Musproject

16 kraaiachtigen uit. De kauw is, samen met zwarte kraai en ekster, ook in vrijwel alle PC-gebieden gezien. In 25 gebieden (40% van het totaal) was hij zelfs de meest getelde soort. De dip in het aantal kauwen per PC-gebied in 2015 blijkt incidenteel te zijn geweest, want in 2016 waren er meer dan ooit tevoren. Deze toename is voor het overgrote deel afkomstig van grote aantallen in slechts enkele gebieden. Ypenburg noord was absolute koploper met 494 exemplaren tegen in 2015 maar 84. Ook in Oud Scheveningen en de Stationsbuurt werden er veel meer gezien (322 resp. 239 tegen 145 resp. 55 in 2015). Er waren dan ook in zeven PC-gebieden groepen van meer dan 100 stuks. Het stadsdeel Escamp was duidelijk het armst aan kauwen: vier van de acht wijken zaten bij de 20 wijken met de minste kauwen. De zwarte kraai was na de kauw in 2016 de meest algemene kraaiachtige op de 10 de plaats op de ranglijst van meest getelde soorten. De ekster staat jaarlijks enkele plaatsen lager op deze ranglijst. Beide soorten overigens ook een paar plaatsen lager dan het landelijk gemiddelde. Het stadsdeel Centrum is arm aan eksters. De meeste eksters van alle Haagse wijken werden weliswaar gezien in de Schilderswijk zuid, maar deze wijk staat pas op de 13de plaats qua aantal. Zes Centrum-wijken staan bij de wijken met de minste aantallen eksters. Vier van de acht getelde wijken in het stadsdeel Escamp staan in de top-16 wat betreft het aantal zwarte kraaien, maar Escamp is juist arm aan eksters. In Leidschenveen/Ypenburg is de situatie precies andersom. Dat stadsdeel is juist arm aan zwarte kraaien, maar drie van de vier daar getelde wijken staan bij de top-acht van wijken in Den Haag met de meeste eksters. Het aantal eksters per PC-gebied vertoont sinds 2014 een dalende tendens van 10,7 via 9,7 naar 8,3 in Hetzelfde geldt voor de zwarte kraai, van 14,8 via 14,2 naar 13,8 per PC-gebied. Het beeld van de gaai wijkt op een aantal punten sterk af van de drie eerder genoemde soorten. Niet alleen is hij veruit de zeldzaamste kraaiachtige in MUS, maar ook in tegenstelling tot de andere drie, stamt Ekster het merendeel van de opgaven uit de 1 ste telronde; bij de andere drie zijn de verschillen per telronde minder groot. De meeste gaaien werden geturfd in de Vruchtenbuurt, namelijk 13 exemplaren, gevolgd door Waldeck met 7 en Duttendel met 6 stuks. Het aandeel kraaiachtigen in het totaal is in Den Haag 22%. Escamp en Laak zitten hieronder, Leidschenveen/ Ypenburg en Scheveningen hierboven. In de randgemeenten was het percentage in Wassenaar en Leidschendam iets hoger dan in Voorburg en Rijswijk. Door de jaren heen is in alle gemeenten het aandeel aan kraaiachtigen redelijk constant, maar per stadsdeel zijn er wel schommelingen. Van een duidelijke trend is geen sprake. Kleine mantelmeeuw d. meeuwen Ook in 2016 hielden de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw elkaar nagenoeg in evenwicht; van beide werd bijna hetzelfde aantal gemeld. Na de kauw zijn beide soorten nu de meest getelde vogels in de Haagse regio, de zilvermeeuw op plaats 2 en de kleine mantelmeeuw op plaats 3. De aantallen hebben ook een grote impact op de landelijke totalen van beide soorten: de kleine mantelmeeuw is per telronde goed voor 30 tot 40% van het landelijk totaal en de zilvermeeuw zelfs van 35 tot 50%. De landelijke 19 de en 12 ste plaats op de ranglijst van meest getelde soorten steekt hier dan ook schril tegen af. Wel is de groei in aantallen per PC-gebied van de kleine mantelmeeuw in 2016 tot staan gekomen In 2016 werden er vrijwel evenveel geteld als in Het percentage PC-gebieden waar hij werd gezien, nam wel iets toe van 85,5 tot 90, 5%. De zilvermeeuw is qua aantal per PC-gebied iets toegenomen tot 28,1, vooral door enkele grote aantallen in 2015 niet getelde gebieden. Niet duidelijk is in hoeverre de methoden die de gemeente hanteert om de meeuwenoverlast te verminderen, effect hebben op de totalen in MUS. Het percentage meeuwen van het totaal aan waargenomen vogels is door deze ontwikkelingen in Den Haag gelijk gebleven met 18%. Beide meeuwensoorten zijn zeer ongelijk over de verschillende stadsdelen verdeeld, maar voor 16 Musproject 2016

17 beide geldt dat de laagste aantallen uit Loosduinen en Leidschenveen/Ypenburg worden gemeld. De kleine mantelmeeuw heeft zijn hoogste aantallen in Escamp met 382 exemplaren en de zilvermeeuw in Scheveningen met 390. In Voorburg worden van beide soorten de minste in MUS geteld, resp. 24 en 45. In de stadsdelen Centrum en Segbroek houden de aantallen van beide soorten elkaar in evenwicht. Percentage per PC-gebied Stadsdeel Kleine mantelmeeuw Zilvermeeuw Haagse Hout Escamp L veen/ypenburg Centrum Segbroek Loosduinen Laak Scheveningen Randgemeenten Voor beide soorten geldt ook dat het gemiddeld aantal dat in sterk verstedelijkte PC-gebieden (geen telpunten in het groen) veel hoger ligt dan in wijken met meer groen. Gebieden met veel telpunten in het groen Gebieden met enkele telpunten in het groen Gebieden zonder een enkel telpunt in het groen Kleine Zilvermeeuw mantelmeeuw gemiddeld aantal per PC-gebied 19,7 14,8 22,0 27,4 41,6 34,1 De kokmeeuw vertoonde sinds het begin van de MUS-tellingen in de Haagse regio een absoluut dieptepunt. Zowel het aantal per PC-gebied (4,2) als het percentage PC-gebieden waar hij werd gezien, was lager dan ooit. Omdat kokmeeuwen nogal eens in groepen worden gezien is het al dan niet voorkomen van groepen echter medebepalend in MUS. Zo werd in de wijk Ypenburg Singels/Waterwijk slechts een kwart van het aantal in 2015 gezien (7 in plaats van 29). De 10 exemplaren in het Voorburgse Essesteijn in 2015 werden in 2016 al helemaal niet genoteerd. Overigens is de Haagse regio vergeleken met de landelijke cijfers bepaald geen kokmeeuwengebied in MUS. Per telronde is het percentage kokmeeuwen in de Haagse regio maar 1,3 tot 1,6% terwijl een normale verdeling rond de 9% zou zijn. Ook de plaats op de ranglijst van meest geziene soorten is duidelijk: 15 de landelijk en slechts 39 ste in het Haagse. Het aantal stormmeeuwen in de Haagse regio was minimaal, slechts drie. Ook deze soort steekt daarmee schril af tegen het landelijke gemiddelde. e. duiven De 4 duivensoorten waar het hier om gaat, te weten houtduif, holenduif, Turkse tortel en stadsduif, nemen al sinds 2013 samen 11% van het totaal aantal vogels voor hun rekening. In het stadsdeel Centrum is dit percentage flink hoger, vooral door de aanwezige stadsduiven; met name in Centrum zuid waar het percentage duiven 46% van het totaal bedroeg. De vier wijken met het hoogste aantal stadsduiven lagen dan ook, niet verrassend, in het stadsdeel Centrum. De stadsduif is van de top-15 van de ranglijst van meest waargenomen soorten, de soort met veruit het laagste aantal PC-gebieden waar hij is waargenomen. Ook niet verrassend is dat de Haagse regio relatief drie keer zo hoog scoort als het landelijk gemiddelde in MUS. Het stadsdeel Leidschenveen/Ypenburg is relatief zeer arm aan duiven met slechts 3% van het totaal aantal waargenomen vogels. Het hoogste aandeel in het totaal vormen de houtduiven (53%). De soort staat op de ranglijst van meest waargenomen soorten op de 4 de plaats, evenals op de landelijke lijst van MUS. De laatste 4 jaar is het aantal houtduiven per PC-gebied redelijk stabiel, maar wel lager dan in de jaren 2010 tot Houtduiven werden overigens in alle PC-gebieden op één na geturfd in MUS. Wijken met veel houtduiven zijn er vooral in het stadsdeel Segbroek en in Rijswijk. De meeste werden echter gezien in Laakkwartier oost met 71 exemplaren. Het stadsdeel Leidschenveen/ Ypenburg is juist arm aan houtduiven. De Turkse tortel is nog steeds duidelijk geen Haagse soort. Landelijk 10 de in de ranglijst van meest waargenomen soorten, in de Haagse regio slechts 32 ste. De aantallen per PC-gebied lagen in 2016 even hoog als in De meeste zitten in De Rietvink in Leidschendam, 15 exemplaren. Verder zijn ze in drie van de vier telgebieden in Wassenaar present met in totaal 23 stuks. In totaal werden ze gesignaleerd Stadsduif Musproject

18 Tabel 5c. Percentage soortgroepen totaal Totaal % DEN HAAG Centrum Escamp Haagse Hout Laak Leidschenveen/Ypenburg Loosduinen Scheveningen Segbroek WASSENAAR LEIDSCHENDAM VOORBURG RIJSWIJK TOTAAL Meeuwen Duiven Watervogels Zangvogels Kraaiachtigen Gebouwbroeders 1) Halsbandparkiet Overige soorten Totaal 18 Musproject ) Gierzwaluw, Zwarte Roodstaart, Huismus en Spreeuw

19 in 14 telgebieden in Den Haag zelf en in 14 gebieden in de randgemeenten. De stadsdelen Escamp en Laak moeten het zonder Turkse tortels stellen en Scheveningen maar met één. De 26 holenduiven werden in 12 PC-gebieden, 6 in Den Haag en 6 in de randgemeenten gemeld. De meeste zitten in Rijswijk; in vier gebieden werden daar samen 9 exemplaren gezien, ongeveer een derde van het totaal. Het zijn er gemiddeld per PC-gebied minder dan het landelijk gemiddelde. De zomertortel, waarvan er landelijk jaarlijks enkele in MUS worden opgegeven, is in de Haagse regio in MUS nog nooit gesignaleerd. f. gebouwbroeders De gebouwbroeders betreffen 4 soorten, gierzwaluw, zwarte roodstaart, huismus en spreeuw. Ze maken samen ca. 9% van het totaal uit. Hiervan maakt de gierzwaluw op zijn beurt weer 69% uit en huismus en spreeuw resp. 18 en 12%. Dit betekent dat fluctuaties in het aantal gebouwbroeders in feite bepaald worden door de aantallen gierzwaluwen. In Den Haag zijn de stadsdelen Scheveningen, Segbroek en Centrum rijker dan gemiddeld aan gebouwbroeders, de overige stadsdelen armer. Het Statenkwartier in Scheveningen was de wijk met veruit het hoogste aandeel gebouwbroeders: 39%. Het type bebouwing in Bouwlust (oost en west) in Escamp maakt deze gebieden kennelijk totaal ongeschikt voor gebouwbroeders, minder dan 1%. In de randgemeenten waren alleen enkele wijken in Wassenaar en Leidschendam rijk aan deze vogelgroep. De opleving van de gierzwaluw in Voorburg en Rijswijk in 2015 was eenmalig. In 2016 zakte het aandeel weer naar het niveau van voor Het jaar 2016 was een rampjaar voor de gierzwaluw Spreeuw in de Haagse regio. Maar geeft ook een heel goed voorbeeld hoezeer de telgegevens afhangen van de al dan niet toevallig tijdens de tellingen aanwezige grote groepen vogels. In 2015 werden er juist veel grote groepen in MUS waargenomen, in 2016 juist erg weinig. Het gemiddeld aantal per PC-gebied nam dan ook met 23% af van 35,6 in 2015 tot 27,4 in Daarmee kwam het weer op het gemiddelde niveau van de jaren Illustratief voor de invloed van die grote groepen is dat er in gebieden waren met 50 tot 100 gierzwaluwen en 4 met meer dan 100, terwijl er in 2016 slechts 6 met gierzwaluwen en maar 2 met meer dan 100. De slechts 5 gebieden waar in 2016 meer gierzwaluwen werden gezien, wegen hier bij lange na niet tegenop. De meeste zaten in Leyenburg oost (111) en het Statenkwartier (103). De Bomenbuurt en de Vogelwijk waren daarna het rijkst gezegend met gierzwaluwen. In de randgemeenten was er maar één (in 2015 niet geteld) PC-gebied in Wassenaar, de wijk Nieuw Wassenaar, met meer dan 50 exemplaren (51). Door deze ontwikkelingen is de gierzwaluw op de lijst van meest waargenomen soorten in MUS dan ook van de 2 de plaats naar de 5 de plaats gezakt in 2016, terwijl hij landelijk op plaats 1 staat. Van de spreeuw valt ook weinig positiefs te melden. Deze soort is ongemerkt bezig langzaam uit het stadsbeeld te verdwijnen. Voor het eerst sinds 2011 zijn er meer huismussen geteld dan spreeuwen in MUS, 237 spreeuwen tegen 370 huismussen. Het gemiddelde per PC-gebied kelderde van 9,3 naar 5,8 in Dit kwam alleen doordat de groep van 100 spreeuwen in Leidschenveen Lanen die in 2015 werd geteld, geheel ontbrak; in 2016 werd daar niet één enkele spreeuw gezien. Voor het eerst sinds de MUStellingen in het Haagse begonnen werden er meer tjiftjaffen per PC-gebied vastgesteld dan spreeuwen. Ca. 30% van de spreeuwen werd vastgesteld in 7 van de 9 onderzochte wijken in het stadsdeel Centrum. Escamp, Haagse Hout en Segbroek waren zeer arm aan spreeuwen. Van de randgemeenten zaten de meeste nog in Rijswijk (18). De spreeuw werd weliswaar in 41 van de 63 (65%) vastgesteld, maar in meer dan de helft (23) van de gebieden ging het om minder dan 4 exemplaren en in 7 zelfs om een enkel exemplaar. De gezellig kwetterende groepjes spreeuwen zijn verleden tijd. En gezien zijn grootte en opvallend gedrag en geluid is het niet aannemelijk dat hij in MUS veel over het hoofd is gezien. Op de ranglijst van meest waargenomen soorten in de MUS-tellingen in Den Haag en omgeving is hij twee plaatsen gezakt naar de 20 ste plaats. Dat steekt schril af tegen de 8 ste plaats op landelijk niveau in MUS. Waar je ca. 9% van het landelijk totaal zou Musproject

20 mogen verwachten in de Haagse regio, komt hij per telronde niet verder dan een schamele 1 tot 3%. De huismus is ten opzichte van 2015 in aantal redelijk stabiel gebleven. In 2015 werden er 321 geteld in 29 PC-gebieden en in in 35 gebieden, resp.11,1 en 10,6 per PC-gebied. In de meeste gebieden die in beide jaren werden geteld, verschilden de aantallen niet veel. Positieve uitzondering was de Stationsbuurt, in 2015 slechts 9, in 2016 een verheugende 31 en Scheveningen Badplaats van 8 in 2015 tot 18 in De PC-gebieden Centrum zuid en Duindorp werden in 2015 niet geteld, maar in 2016 wel, hetgeen resp. 14 en 23 huismussen opleverde. In Leidschenveen Lanen werd in 2015 geen mus gezien, maar in Omdat Duindorp in 2016 niet werd geteld, werden de aantallen aldaar in de MUS-tellingen van de huismus gemist. In Belgisch Park werd, in tegenstelling tot 2015 (11 exemplaren), in 2016 geen huismus aangetroffen. Er waren in 2016 zeven gebieden met 20 of meer huismussen, hetgeen als ondergrens van een levensvatbare kolonie wordt beschouwd. In de randgemeenten voldeed alleen De Rietvink in Leidschendam hieraan met 26 exemplaren. Oud- Scheveningen is absolute koploper met 47 geturfde exemplaren. In de stadsdelen Haagse Hout en Segbroek en in Voorburg en Wassenaar was er geen PC-gebied waarin minstens 10 huismussen werden geteld. Al met al neemt de huismus maar een 18 de plaats op de ranglijst van meest getelde soorten in MUS in tegen landelijk de 5 de. Beide overigens een plaats hoger dan in Per telronde werd dan ook slechts ca. 3% van het landelijk gemiddelde per PC-gebied geteld terwijl 9% verwacht mocht worden. Met de zwarte roodstaart gaat het wel goed in de Haagse regio. Hierbij zij aangetekend dat de 19 exemplaren die in dit rapport worden vermeld niet helemaal de exacte aantallen aangeven. De meeste hiervan komen namelijk uit de Molenwijk in het stadsdeel Laak, 8 exemplaren. In feite is hij daar echter op slechts 5 locaties vastgesteld en heeft een ophoging naar 12 telpunten plaatsgevonden omdat in dit gebied op slechts acht telpunten is geteld. Toch zijn de 15 zwarte roodstaarten er beduidend meer dan de vier die in 2015 zijn vastgesteld. Wellicht is dit mede veroorzaakt door de extra aandacht die deze soort in de Haagse Vogelbescherming heeft gekregen, waardoor er beter naar deze toch vrij onopvallende soort is gekeken. Het bedrijventerrein in de Plaspoelpolder in Rijswijk is ook een kerngebied van deze soort met 3 territoria. Door deze toename is hij van de 69 ste plaats in 2015 opgerukt naar de 55 ste plaats in 2016 op de ranglijst van meest getelde soorten in de Haagse MUS-tellingen. Dat is zelfs iets beter dan de 60 ste plaats landelijk. g. halsbandparkiet Het aantal halsbandparkieten nam vanaf 2011 jaarlijks af met een flinke dip in Maar in 2016 werden er weer wat meer gezien per PC-gebied. Hij ging dan ook de merel voorbij op de lijst van meest geziene soorten van plaats 7 naar plaats 6. Evenals in 2015 werden er geen groepen van meer dan 100 exemplaren gezien, hetgeen voor 2015 jaarlijks wel het geval was. In 2016 was het maximum in een PC-gebied 69 in de wijk Centrum zuid. Vier van de 10 wijken waar de meeste halsbandjes werden gezien lagen in het stadsdeel Centrum. Opvallend is dat in 2016 drie gebieden in het stadsdeel Escamp tot de top-6 gebieden van de halsbandparkiet behoren. De enige wijk buiten Den Haag waar hij jaarlijks in hoge aantallen wordt gezien in MUS is de wijk Voorburg oud. Niet verwonderlijk omdat hierin ook Park Vreugd en Rust ligt waar een flinke populatie broedt en vanwaar de zegetocht over Den Haag destijds is begonnen. Halsbandparkiet In elke telronde werden er ongeveer evenveel gezien. Per telronde bedroeg het aandeel van de Haagse halsbandjes in het landelijk totaal van MUS 40 tot ruim 50%. Op vier PC-gebieden na werd hij in alle gebieden gezien, zij het in 18 hiervan met minder dan 10 exemplaren. Het aandeel van de halsbandparkieten in het totaal aan waargenomen soorten bedroeg 5%. In de stadsdelen Laak en Centrum was dit percentage resp. 10 en 9 maar was het hoogste percentage in het Regentessekwartier (Segbroek) met 16%. In alle andere stadsdelen en in de randgemeenten bedroeg het aandeel slechts 1% (Scheveningen) tot maximaal 6%. Er werd ook nog een ontsnapte valkparkiet in de Bomenbuurt gesignaleerd. 20 Musproject 2016

21 Scholekster h. overige soorten In 2016 omvat deze groep 19 wilde soorten en de kip. In totaal ging het om 395 exemplaren. Hiervan 7 roofvogels en uilen, zes steltlopers en plevieren, twee spechtensoorten en verder nog fazant, visdief, koekoek en ijsvogel. De scholekster maakt hiervan 38% uit en de twee spechtensoorten (grote bonte en groene) samen 33% van het totaal van deze groep. Al jaren maakt het aandeel aan overige soorten ca. 2% van het totaal aantal waargenomen exemplaren uit. In alle stadsdelen en alle randgemeenten is dat aandeel globaal hetzelfde. De scholekster is met stip de belangrijkste soort. Sinds 2011 neemt het aantal scholeksters per PC-gebied langzaam toe. De vogels zitten gemiddeld in 50 tot 60% van alle PC-gebieden. Er zijn echter wel kerngebieden. In de randgemeenten zit met 43 exemplaren zo n 29%. Ook het stadsdeel Escamp is met 26% van het totaal aantal goed bedeeld. De meeste scholeksters zijn dakbroeders omdat in die wijken veel platte daken voorkomen. Slechtvalk Er werden 7 verschillende soorten roofvogels in MUS gesignaleerd. Vanwege de kleine trefkans betreft dit wel een deel van de populatie. Voor sommige soorten had de Haagse regio een belangrijk aandeel in de landelijke totalen van MUS. In de 3 de telronde kwam bijna 20% van de slechtvalken uit de Haagse regio en één van de in totaal drie bosuilen. Ook twee van de vier landelijke boomvalken uit de eerste ronde stammen uit Den Haag, evenals twee van de drie haviken uit de 3 de ronde. Waarnemingen van sperwers zijn merkwaardig genoeg schaars en daarin blijft de Haagse regio sterk achter bij het landelijk gemiddelde. De buizerd was de meest geziene roofvogelsoort: 13 stuks. Deze roofvogel lijkt steeds meer gezien te worden in MUS in de Haagse regio. Van de andere soorten is nog vermeldenswaard dat de twee houtsnippen in de eerste telronde de enige twee waren van de landelijke MUS-uitkomsten en de vier kleine plevieren in de derde (ouders met twee jongen) er vier van de zes waren. 6. Indexen (tabel 6) Het belangrijkste doel van het MUS-project is het onderzoeken van de aantalsontwikkelingen van zoveel mogelijk soorten in het stedelijk gebied. Daartoe worden trends berekend die gepresenteerd worden in indexen, waarbij het beginjaar op 100 wordt gesteld. Hiervoor moeten de basisgegevens wel aan een drietal voorwaarden voldoen: 1. Er moeten voldoende waarnemingen van de betreffende soorten beschikbaar zijn; 2. De reeks van jaren moet voldoende groot zijn; 3. Er moeten van een voldoende aantal postcodegebieden gegevens zijn. Landelijk zijn inmiddels voldoende soorten, PC-gebieden en jaren beschikbaar om deze indexen van veel soorten nauwkeurig te berekenen. Voor de Haagse gegevens ligt dit lastiger. Wat betreft criterium 1 is arbitrair gesteld dat er ten minste 40 exemplaren in totaal geturfd moeten zijn. In de praktijk komt dat erop neer dat van bijna 50% van de soorten een index mogelijk is. Het MUS-project startte landelijk in 2007, zodat landelijk al een reeks van 8 jaren mogelijk is. In de Haagse regio kunnen we in 2016 een reeks van 7 jaren presenteren. Tot en met 2012 was het aantal PC-gebieden vrij beperkt en bovendien was er van jaar op jaar een groot verschil in de getelde gebieden. Pas vanaf 2013 begint er een zekere stabilisatie in aantal en aard van de gebieden te komen. Nu kunnen indexen alleen berekend worden in vergelijkbare gebieden. Er zijn wel methoden waarbij de ontbrekende gegevens van Musproject

22 Tabel 6. Indexen van soortgroepen en soorten (in vergelijkbare PC-gebieden) ) Totaal aantal exemplaren Aantal exemplaren per groep 22 Musproject 2016 watervogels zangvogels kraaiachtigen meeuwen duiven gebouwbroeders 2) halsbandparkiet overige vogelsoorten Aantal exemplaren per soort 3) Fuut Aalscholver Blauwe Reiger Knobbelzwaan Grauwe Gans Canadese Gans Nijlgans Krakeend Wilde Eend Soepeend Kuifeend Waterhoen Meerkoet Scholekster Kokmeeuw Kleine Mantelmeeuw Zilvermeeuw Stadsduif Houtduif Turkse Tortel Halsbandparkiet Gierzwaluw Grote Bonte Specht Boerenzwaluw Winterkoning Heggenmus Roodborst Merel Zanglijster Zwartkop Tjiftjaf Fitis Staartmees Pimpelmees Koolmees Boomkruiper Gaai Ekster Kauw Zwarte Kraai Spreeuw Huismus Vink Groenling Putter ) Gecorrigeerde cijfers t.o.v. Inventarisatierapport ) Gierzwaluw, Zwarte Roodstaart, Huismus en Spreeuw 3) Alleen soorten met in of meer exemplaren

23 gebieden en jaren kunnen worden bijgeschat aan de hand van wel getelde. Daarmee worden extreme verschillen wat afgezwakt, blijft echter dat ook deze bijschattingen in feite gebaseerd zijn op de verschillen door de al dan niet aanwezigheid van grote groepen. Dat betekent dat pas vanaf 2013 de indexen min of meer betrouwbaar zijn. En dan nog zijn sterke schommelingen mogelijk door toevallige oorzaken. In feite geeft voor zo n klein aantal PC-gebieden het aantal exemplaren per PC-gebied van jaar op jaar een meer betrouwbare indicatie voor toe- of afname. Optimaal is om beide parameters te combineren. Als we dat doen kunnen we voorzichtig enkele conclusies over de periode 2014 t/m 2016 trekken. De meeste sterke veranderingen zijn overigens al bij de soortbeschrijvingen hiervoor beschreven zoals de gebouwbroeders met de gierzwaluw en de kraaiachtigen met de kauw. Wat daarbij opvalt is, dat vrijwel alle soorten een jaar hebben met een uitschieter waarin de index sterk naar boven of beneden afwijkt. Dat wordt altijd veroorzaakt doordat in dat jaar er juist een grote groep al dan niet wordt gezien. Dat is een groot bezwaar van zo n klein aantal telgebieden. Het tweede dat opvalt is dat de indexen van veel soorten jaarlijks maar weinig afwijken en dat geldt ook voor het aantal exemplaren per PC-gebied. Van de 45 soorten waarvan een index is berekend, zijn er 23 (ca. 50%) waarin de index van 2016 minder dan 20% afwijkt van die van 2014 en zelfs 11 minder dan 10%). Het aantal per PC-gebied wijkt zelfs bij 29 soorten (tweederde) minder dan 20% af, waarvan 19 minder dan 10%. Krakeend Er zijn 7 soorten waarbij zowel de index tussen beide jaren als het aantal per PC-gebied met een percentage van groter dan 20 gegroeid is: knobbelzwaan, Canadese gans, krakeend, kuifeend, meerkoet, boerenzwaluw en gaai. Deze soorten lijken dus flink in aantal te zijn toegenomen de laatste jaren. Van 5 soorten is zowel de index als het aantal per PCgebied tussen 2014 en 2016 juist met een percentage van meer dan 20 gedaald: aalscholver, blauwe reiger, grauwe gans, ekster en spreeuw. Bij deze soorten zou je dus van een achteruitgang kunnen spreken. Bij de overige soorten sporen index en aantal per PCgebied minder goed. Vrijwel altijd heeft dan de ene parameter een afwijking van meer dan 20% en de andere een van minder dan 20%. In vijf gevallen is de trend tegengesteld: nijlgans, soepeend, heggenmus, staartmees en vink. Musproject

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio MUS-rapportage 2017 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio Vormgeving: Germaine Pasmans Inhoudsopgave Paragrafen 1. Respons en tellers

Nadere informatie

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio MUS-rapportage 2018 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio Vormgeving: Germaine Pasmans Inhoudsopgave Paragrafen 1. Respons en tellers

Nadere informatie

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken MUS - rapportage 2014 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Vormgeving: Tom Loorij Aletta de Ruiter MUS-project 2014 In 2007 werd door Sovon i.s.m. Vogelbescherming het MUS-project

Nadere informatie

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken MUS - rapportage 2012 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij MUS-project 2012 In 2010 werd een grote actie gehouden onder de Haagse vogelaars om hen te enthousiasmeren deel

Nadere informatie

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken MUS - rapportage 2011 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij MUS-project 2011 In 2010 werd een grote actie gehouden onder de Haagse vogelaars om hen te enthousiasmeren deel

Nadere informatie

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken MUS - rapportage 2010 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij MUS-project 2010 In 2007 lanceerde SOVON het MUS-project (MUS = Meetnet Urbane Soorten). Er was een toenemende

Nadere informatie

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken MUS - rapportage 2013 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij MUS-project 2013 In 2010 werd een grote actie gehouden onder de Haagse vogelaars om hen te enthousiasmeren deel

Nadere informatie

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken MUS-rapportage 2015 Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken Samensteller: Tom Loorij, Coördinator Sovon voor de Haagse regio Vormgeving: Arne Kuijvenhoven Bewerkingsdatum: oktober 2016 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: 19.227 ha Overzicht verdeling werkgebied in Deelgebieden - Telgebieden KN1 KN2 KN3 KN6 KN5 KN4 GE7 GE6 GE5 GE4 GE2 GE3 GE1 VB11 TE5 TE4 TE3 TE2 TE1 HC5 HC4 HC3 HC2 HC1

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim Datum: Woensdag 26 juni 2019 Excursie: Oostvaardersplassen Gids: Pim Rond de klok van 9.00 uur ontmoette ik de deelnemers aan een excursie in de Oostvaardersplassen langs de Knardijk te Lelystad. Het was

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2012

BMP rapport Gat van Pinte 2012 BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.

Nadere informatie

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans Datum van de excursie: 4 mei 2016 Team: Flevo Birdwatching, Rien Jans Bezochte gebied: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek Vroege ochtend: Het Langeveen op landgoed Den Treek. En late ochtend/middag:

Nadere informatie

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013 1 WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013 TOTALE KENGETALLEN 50,000 45,000 40,000 35,000 30,000 25,000 20,000 15,000 10,000 Lepelaarsplassen: Totaal aantal vogels per jaar 5,000 Aantal Zonder wilgenbos

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

BMP rapport. Gat van Pinte 2017 BMP rapport Gat van Pinte Foto: Zingende Tjiftjaf (BvB) Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 1 van 11 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden... 4

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2013

BMP rapport Gat van Pinte 2013 BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5

Nadere informatie

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur. Avondexcursie Oostvaardersplassen, 23 mei 2017 Gids: Pim Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks 18.00 uur. We maakten eerst een wandeling naar

Nadere informatie

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Vogeltrektelling 30 oktober 2016 Vogeltrektelling 30 oktober 0 Voorwoord De laatste vogeltrektelling van 0 vond plaats op zondag 30 oktober, op de nieuwe dit jaar gekozen locatie de Volthe es.de tel locatie ligt dicht tegen de zuid kant

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria

Nadere informatie

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught Tuinvogels Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught Gildes: indeling naar omgeving Stadsvogels worden ingedeeld naar gildes: Huizenbroeders (Half)holenbroeders Struikvogels Boomvogels Park- &

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid ( )

Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid ( ) Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid (2007-2011) Hans Hollander 18 januari 2012 Rapport 18 ir. Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl

Nadere informatie

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018 BMP rapport Gat van Pinte (1 e Concept) Wakende Holenduif Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 1 van 12 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden van...

Nadere informatie

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld. Avondexcursie Oostvaardersplassen Datum: 19 mei 2018 Gids: Pim Rond half zes haalde ik Hans en drie, naar later bleek, enthousiaste dames op van het station van Lelystad. Ik kon het niet laten even een

Nadere informatie

Big Days Groot-Amsterdam

Big Days Groot-Amsterdam Fuut 1 1-2 1-2 1-4 1-4 1-5 x 7 Roodhalsfuut x 1 Geoorde Fuut 1-2 x 2 Dodaars 1 1-2 1-2 1-4 1-4 1-5 x 7 Aalscholver 1 1-2 1-2 1-4 1-4 1-5 x 7 Roerdomp 4 1 Groene Reiger 2-3 1 Kleine Zilverreiger 4 1 Grote

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen

Nadere informatie

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim Datum: Vrijdag 14 juni 2019 Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen Gids: Pim De regen trok rond het middaguur weg en het klaarde niet alleen op, het leek opeens een zomerse middag. Gids Pim mocht

Nadere informatie

Datum: Zondag 16 juni Excursie: Oostvaardersplassen middagexcursie. Gids: Pim

Datum: Zondag 16 juni Excursie: Oostvaardersplassen middagexcursie. Gids: Pim Datum: Zondag 16 juni 2019 Excursie: Oostvaardersplassen middagexcursie Gids: Pim Om 13.00 uur ontmoette ik Conchita, haar zus, twee dochters en nicht langs de Knardijk te Lelystad. Mijn vrouw had geadviseerd

Nadere informatie

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com Colofon Inhoud 2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com coverfoto s (Roodborst) Michel Geven (voorzijde) Nico van Kappel

Nadere informatie

BMP rapport. 10 jaar Gat van Pinte

BMP rapport. 10 jaar Gat van Pinte BMP rapport 10 jaar Gat van Pinte 2010 - Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 1 van 13 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden van... 4 4. De looproute...

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Datum: Maandag 21 mei Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim

Datum: Maandag 21 mei Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim Datum: Maandag 21 mei 2019 Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim Rond de klok van half tien ontmoette ik Heleen en Henk uit Leiden bij de ingang Zandvoortselaan van de Amsterdamse Waterleidingduinen.

Nadere informatie

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim Om 18.15 uur trof ik mijn enthousiaste excursiedeelnemers uit het Nood Hollandse Uitgeest. We reden allereerst naar de Grote praambult

Nadere informatie

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim Datum: 13 mei 2019 Excursie: Brabantse Biesbosch Gids: Pim Al rond 7.30 ontmoette ik Peter uit Zoetermeer langs de weg Steurgat buiten de bebouwde kom van Werkendam. Op de achtergrond hoorde we een kakofonie

Nadere informatie

Datum: Dinsdag 28 mei Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Datum: Dinsdag 28 mei Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim Datum: Dinsdag 28 mei 2019 Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie Gids: Pim Vandaag mocht gids Pim op pad met een vriendelijk stel uit Zwolle. Peter had deze ochtendexcursie van zijn oud-collega

Nadere informatie

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Alle bij de NGF aangesloten clubs worden jaarlijks uitgenodigd deel te nemen aan een vogelteldag. De bedoeling is op dezelfde dag eind april

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder). Introductie Nu er nog een paar weken te gaan zijn voor het einde van de tweede broedvogelperiode is er nog net even tijd voor een nieuwsbrief. Veel tellers hebben ondanks het matige weer de meeste van

Nadere informatie

Datum: Zondag 30 juni Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Datum: Zondag 30 juni Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim Datum: Zondag 30 juni 2019 Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie Gids: Pim Gids Pim was vanmorgen in de gelukkige omstandigheid om op pad te gaan met vijf vrouwen uit Amersfoort. We wandelden eerst

Nadere informatie

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag Op 6 oktober jongstleden, was het de 17 e keer dat Vogelwacht-Limburg deelnam aan de ondertussen traditionele, jaarlijkse vogeltrekteldag, de laatste jaren ook

Nadere informatie

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012 Broedvogel Monitoring Project Alle soorten (BMP A) Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg voorjaar 2012 Vogelwerkgroep t Vuggelke, IVN Bakel-Milheeze-Rips Dit rapport is opgesteld op verzoek van

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008 Broedvogelinventarisatie Wijchens Meer-west,Wijchen 2008 Hans Hollander, 2008 Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl 2 Inhoud INHOUD... 3 1 INLEIDING... 4 2 GEBIEDSBESCHRIJVING...

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Datum: Donderdag 4 april Excursie: Naardermeer ochtendexcursie. Gids: Pim

Datum: Donderdag 4 april Excursie: Naardermeer ochtendexcursie. Gids: Pim Datum: Donderdag 4 april 2019 Excursie: Naardermeer ochtendexcursie Gids: Pim Rond de klok van 9 uur haalde ik Sarah en Maaike op bij het treinstation van Naarden-Bussum. In amper vijf minuten reden we

Nadere informatie

Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006

Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006 Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006 Beste sympathisanten, leden, vrienden, We hebben net de balans van de binnen gebrachte dieren in afgewerkt, zijn wat cijfers

Nadere informatie

Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen

Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen op basis van Henk Kuiper Utrecht December 2009 COLOFON Tekst en onderzoek:

Nadere informatie

Meetnet Urbane Soorten (MUS)

Meetnet Urbane Soorten (MUS) Meetnet Urbane Soorten (MUS) Nieuwsbrief augustus 2012 Het nationale stadsvogelmeetnet MUS is opgezet door Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland om de aantalsontwikkeling en verspreiding

Nadere informatie

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag 2016 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2016 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 3 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 3 2. Gebiedsbeschrijving... 4 Luchtfoto

Nadere informatie

Aan mij de eer om een vriendelijk stel uit het Oosten des lands rond te leiden in de nieuwe wildernis : De Oostvaardersplassen.

Aan mij de eer om een vriendelijk stel uit het Oosten des lands rond te leiden in de nieuwe wildernis : De Oostvaardersplassen. Ochtendexcursie Oostvaardersplassen: 14 mei 2017 Gids: Pim. Aan mij de eer om een vriendelijk stel uit het Oosten des lands rond te leiden in de nieuwe wildernis : De Oostvaardersplassen. We besloten allereerst

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2013 voor CCWO Verslag veldwerk 2013 Inleiding In 2013 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen NVWK geeft de erven vleugels Module 3 vogels tellen 1 Indeling van de avond Even voorstellen Erfvogels tellen met tuintelling.nl pauze Je erf toevoegen Geluidenquiz 2 Even voorstellen. Werkzaam bij Sovon

Nadere informatie

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Trends na de eerste cyclus in een Europees perspectief Gaai - Glenn Vermeersch Sinds de start van het ABV-project in 2007 zijn 5 telseizoenen verstreken. Nadat we

Nadere informatie

Vogeltrektelling 21 september 2013

Vogeltrektelling 21 september 2013 Vogeltrektelling 21 september 2013 Inleiding: Het tellen van trekvogels, maar vooral het herkennen van trekgeluiden en vliegsilhouetten is een aangename, maar vooral ook leerzame bezigheid. Daar zijn,

Nadere informatie

Een schatting van de werkelijke broedvogelaantallen in Meijendel in 2004

Een schatting van de werkelijke broedvogelaantallen in Meijendel in 2004 Een schatting van de werkelijke broedvogellen in Meijendel in 2004 Frans Hooijmans Ametisthorst 235 2592 HJ Den Haag email: fchooijmans@cs.com Inleiding De broedvogelinventarisaties in Meijendel (zie het

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2013 Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Inhousopgave Inleiding Pagina 3 Methode Pagina 3 De telling Pagina 4 Het weer Pagina 4 De resultaten Pagina 4 Bijlage:

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2012 Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Inleiding Methode In 2012 is voor het derde jaar op rij het gebied op broedvogels geteld. Het wordt begrensd wordt

Nadere informatie

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5 Inhoud pagina 1. Inleiding 3 2. Gebied 3 3. Werkwijze 4 4. Resultaten: 5 4.1 Resultaten BMP 2006 5 4.2 Vergelijking vorige tellingen 6 4.3 Soortbespreking 8 4.4 Overige waarnemingen 9 4.5 Zoogdieren 9

Nadere informatie

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim Datum: 13 april 2019 Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen Gids: Pim Om 8.00 uur ontmoette ik de deelnemers aan de ochtendexcursie in de Oostvaardersplassen, oude bekenden uit Bennekom die eerder

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2014 voor CCWO Verslag veldwerk 2014 Inleiding In 2014 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal 104 records Middelpunt < 1km² Middelpunt 1km² - 5km² Middelpunt > 5km² Vlak schaal 1 : 50000 Zoekvraag Soort Soortgroep Wet en Beleid Periode Bronhouder Zoekgebied Alle Alle FF-wet tab. II Rode Lijst FF-wet

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer

Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer Verslag Nationale vogeltelling Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer GOLF- & COUNTRYCLUB LIEMEER 26 april 2015 Opgesteld door: Cees van de Noort

Nadere informatie

Meetnet Urbane Soorten (MUS)

Meetnet Urbane Soorten (MUS) Meetnet Urbane Soorten (MUS) Nieuwsbrief september 2013 Het nationale stadsvogelmeetnet MUS is opgezet door Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland om de aantalsontwikkeling en verspreiding

Nadere informatie

Datum: Zaterdag 25 mei Gebied: Amsterdamse Waterleidingduinen, ingang De Oase. Gids: Pim.

Datum: Zaterdag 25 mei Gebied: Amsterdamse Waterleidingduinen, ingang De Oase. Gids: Pim. Datum: Zaterdag 25 mei 2019 Gebied: Amsterdamse Waterleidingduinen, ingang De Oase. Gids: Pim. Vier deelnemers uit Amsterdam en Leidschendam gingen onder leiding van Gids Pim rond de klok van half negen

Nadere informatie

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim Datum: Vrijdag 5 april 2019 Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie Gidsen: Taco & Pim Op deze fraaie vrijdagochtend waren de gidsen Taco & Pim in de gelukkige omstandigheid om een groep uit Ede

Nadere informatie

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp In het najaar van 2006 is er voor het eerst geteld aan de Oolmansweg. Door bebouwing in de zuidwesthoek van het recreatieterrein Bussloo moest er een

Nadere informatie

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2015 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2015 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto

Nadere informatie

Meetnet Urbane Soorten (MUS)

Meetnet Urbane Soorten (MUS) Meetnet Urbane Soorten (MUS) Nieuwsbrief maart 2012 Het nationale stadsvogelmeetnet MUS is opgezet door SOVON Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland om de aantalsontwikkeling en verspreiding

Nadere informatie

Nieuwsbrief PTT December 2013

Nieuwsbrief PTT December 2013 Nieuwsbrief PTT December 13 Beste tellers, Vanwege de start van het veldwerk voor de nieuwe atlas, was ik als coördinator een jaar geleden best benauwd voor verminderde belangstelling voor het PTT. Afgelopen

Nadere informatie

extremadura 25 maart - 2 april 2011 een fotoverslag van Jeannet & René van Rossum Trujillo, Extremadura, Spanje, 26 maart 2011 (Jeannet Keijzer)

extremadura 25 maart - 2 april 2011 een fotoverslag van Jeannet & René van Rossum Trujillo, Extremadura, Spanje, 26 maart 2011 (Jeannet Keijzer) extremadura 25 maart - 2 april 2011 een fotoverslag van Jeannet & René van Rossum Trujillo, Extremadura, Spanje, 26 maart 2011 (Jeannet Keijzer) 2 Spaanse Keizerarend, Monfragüe, Extremadura, Spanje, 1

Nadere informatie

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex. Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.

Nadere informatie

KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland. Lutjebroekerweel

KNNV afdeling Hoorn/West-Friesland. Lutjebroekerweel Lutjebroekerweel 2010-2015 afdeling Hoorn/West-Friesland Verslag Lutjebroekerweel 2010-2015 1 2 Verslag Lutjebroekerweel 2010-2015 Egbert Baars Index verslag 1 Inleiding 5 2 Ervaringen tijdens het project

Nadere informatie

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1 Aziatische Steenpatrijs 3 x x x Patrijs 1 x Kwartel 1 x Casarca 3 x x x Krakeend 2 x x Wilde eend 6 x x x x x x Slobeend 1 x Zomertaling 2 x x Wintertaling 1 x Krooneend 2 x x Tafeleend 3 x x x Kuifeend

Nadere informatie

SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND

SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND Vlinder Bont zandoogje Sterke toename Vogel Lepelaar Sterke toename Vogel Kolgans Sterke toename Vogel Appelvink Sterke

Nadere informatie

2 juni 2018: Dagexcursie naar de Oostvaardersplassen. Gids: Pim

2 juni 2018: Dagexcursie naar de Oostvaardersplassen. Gids: Pim 2 juni 2018: Dagexcursie naar de Oostvaardersplassen Gids: Pim Rond de klok van 8 uur ontmoette ik vanmorgen Johan en vijf kompanen, afkomstig uit de regio Hoek van Holland. Na een kort informatief praatje

Nadere informatie

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2014 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2014 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto

Nadere informatie

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer.

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer. Ontwikkeling Koopmarkt Den Haag en Haaglanden, 2 e helft en het jaar Halfjaarbericht koopmarkt nr. 16, april 2007 Inleiding In dit bericht wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de koopmarkt

Nadere informatie