BACHELOR NA BACHELOR INTENSIEVE ZORGEN en SPOEDGEVALLENZORG

Transcriptie

1 BACHELOR NA BACHELOR INTENSIEVE ZORGEN en SPOEDGEVALLENZORG Academiejaar Informatie over de verschillende modules KHLeuven Departement Gezondheidszorg en Technologie Herestraat 49, 3000 Leuven

2 2 BACHELOR NA BACHELOR INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG DOEL VAN DE OPLEIDING Met de bachelor na bachelor intensieve zorgen en spoedgevallenzorg bieden we de kans aan verpleegkundigen de nodige kennis, inzichten, vaardigheden en attituden te verwerven om de verwachte opdracht op te nemen binnen de diensten van intensieve geneeskunde en de urgentie geneeskunde. De gespecialiseerde verpleegkundige levert een belangrijke bijdrage in volgende domeinen: de vitale functies bewaken, vrijwaren, stabiliseren en herstellen bij kritiek zieke patiënten; continu een algemene en gespecialiseerde zorg verstrekken; personen in acute en psychosociale en/of existentiële crisis opvangen, begeleiden, en zo nodig oriënteren naar een gespecialiseerde hulpverlener; adequate zorg verlenen aan patiënten met niet levensbedreigende aandoeningen, waarvan de behandeling niet uit te stellen is; dringende korte termijn problemen helpen oplossen; de multidisciplinaire behandeling en begeleiding van de patiënten helpen realiseren (Beroepsprofiel intensieve zorgen en spoedgevallenzorg, 2001) In die sector verwachten we verpleegkundigen die kritisch ingesteld zijn, met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, een goed klinisch observatievermogen en ruime achtergrondkennis. Ze kunnen de ernst van de situatie prehospitaal en intramuraal goed inschatten en adequaat en snel reageren. Ze zijn technisch vaardig en kunnen gebruik maken van de technologische ondersteuning. Ze kunnen zich vlot aanpassen en de zorg en de opdrachten efficiënt organiseren en coördineren, in interdisciplinaire samenwerking. Ze hebben oog voor de beleving en de noden van de patiënten en de families en bieden adequate begeleiding. DOELGROEP De opleiding is gericht naar Bachelors in verpleegkunde. Wanneer de opleiding succesvol wordt afgerond, behalen de kandidaten het diploma van Bachelor na bachelor in de intensieve zorgen en spoedgevallenzorg. Met dit diploma verwerven de verpleegkundigen de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg bij de Federale Overheidsdienst van Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. ORGANISATIE VAN DE OPLEIDING IN De opleiding wordt aangeboden in dagonderwijs en kan voltijds of deeltijds gevolgd worden. De opleiding bestaat uit opleidingsonderdelen voor een totaal van 60 studiepunten of maximum 1800 begrote studie-uren, verdeeld in 4 modules van elk 15 studiepunten of 375 à 450 begrote studie-uren. De eerste 2 modules belichten de pathologie en verpleegkunde over de bedreigde vitale functies, de reanimatie en de intensieve zorgen bij volwassenen. Deze modules zijn een voorwaarde om de volgende modules te volgen. De derde module behandelt de urgentiegeneeskunde en de specifieke spoedgevallenzorg. De vierde module behandelt de pediatrische intensieve en spoedgevallenzorg; in deze module maakt de kandidaat een specialisatieproef. De opleiding start op woensdag 10/9/2014. De specifieke lesdagen zijn verder aangeduid per module. De opleiding wordt georganiseerd in samenwerking met de universitaire ziekenhuizen van Leuven, met de medewerking van verpleegkundigen en artsen uit de intensieve en spoedgevallendiensten en medewerkers van de dienst patiëntenbegeleiding. Niet alle stages kunnen plaats vinden in Leuven wanneer het aantal studenten hoog is. Er is ook een limiet om de opleiding over één jaar te doen. Als het aantal inschrijvingen te groot wordt zullen de kandidaten een gespreide opleiding moeten volgen. INSCHRIJVINGSGELD Voor een voltijds programma: ongeveer 615 Euro, exclusief cursussen, boeken en materialen (wordt later definitief vermeld). Voor een deeltijds programma: ongeveer 205 Euro per module, exclusief cursussen, boeken en materialen. Voor elke module wordt Betaald Educatief Verlof (BEV-attest) bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid aangevraagd; dit voor de cursisten die tewerkgesteld zijn. Opleidingscheques van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden als betaalmiddel aanvaard.

3 3 Module I Basis I: 15 studiepunten Module I is een basismodule waarin de cursist de inzichten, vaardigheden en attituden verwerft om de patiënten op de intensieve en spoedgevallendiensten adequaat te benaderen en bewaken, de problematiek in te schatten en in te grijpen bij een levensbedreigende toestand. Meer specifiek wordt in deze module de pathofysiologie, symptomen, onderzoeken, behandeling en gespecialiseerde verpleegkundige zorg met betrekking tot de ademhaling, de neurologische en immunologische functies, de voeding, de lever en pancreasfuncties belicht. Tenslotte komen ook de veiligheid bij gebruik van apparatuur, ethiek en toegepast wetenschappelijk onderzoek aan bod. Oxygenatie en ventilatie, acute en chronische respiratoire insufficiëntie, de modaliteiten van respiratoire ondersteuning, acute neurologie, cranio-cerebraal en wervelzuiltrauma, psychiatrische urgenties, gewijzigde immuniteit, brandwonden, voeding, lever en pancreasinsufficiëntie. (4 studiepunten) De klinische verpleegkunde behandelt volgende onderwerpen: Opname, ontslag en transport van de patiënt op intensieve zorgen, de klinische observatie, ziekenhuishygiëne op intensieve zorgen, luchtwegzorg, post-anesthesiezorg, verpleegplan beademing en ontwenning, communicatie met de beademde patiënt, verpleegplannen voor cranio-cerebraal trauma, thoraxchirurgie en brandwondenzorg, technieken van reanimatie, veiligheid bij gebruik van apparatuur, ethiek en toegepast wetenschappelijk onderzoek. (5 studiepunten) Het klinisch onderwijs bevat praktijkdagen en een stage van 16 dagen op de intensieve zorgen. Hierbij maakt de cursist een verslag van een patiëntenbespreking met literatuurstudie. (6 studiepunten) De lessen over biomedische wetenschappen worden over het eerste trimester gespreid, de verpleegkundige vaardigheden zijn gepland in de eerste weken van het academiejaar en de integratieoefeningen in het tweede semester. in 2014: 10/9; 11/9, 12/9*, 16/9, 22/9*, 24/9*, 9/10, 16/10, 23/10, 3 of 4 of 5/11, 6/11, 13/11, 27/11, 4/12, 11/12. in 2015: 19/2, 5/3. (* halve dag) Voor de cursisten die de ganse opleiding over één jaar volgen, zijn er in het begin van het jaar De examens van Biomedische wetenschappen worden in de maand januari afgenomen, van Verpleegkunde op het einde van het academiejaar.

4 4 Module II Basis II: 15 studiepunten Module II is eveneens een basismodule waarin de cursist de inzichten, vaardigheden en attituden verwerft om de patiënten op de intensieve en spoedgevallendiensten adequaat te benaderen en bewaken, de problematiek in te schatten en in te grijpen bij een levensbedreigende toestand. Meer specifiek worden de pathofysiologie, symptomen, onderzoeken, behandeling en gespecialiseerde verpleegkundige zorg met betrekking tot hart en circulatie, homeostase, renale en endocrinologische functie, stolling en transplantatie belicht. Shock, cardiovasculaire farmaca, ischemisch hartlijden en trombolyse, ritme- en geleidingsstoornissen, pace maker, postoperatief beleid na hartchirurgie bij volwassenen, homeostase, acute renale insufficiëntie, endocrinologie, stollingsstoornissen, transplantatie. (4 studiepunten) De klinische verpleegkunde behandelt volgende onderwerpen: ECG en hemodynamische monitoring, plaatsen van diepe katheters, infusietherapie en medicatiegebruik, gebruik van spuitdrijvers in infusiepompen, verpleegplannen voor interventionele cardiologie, myocardinfarct, aorta-aneurysma, hart-, long- en levertransplantatie, hemofiltratie, crisisinterventie, het slecht-nieuwsgesprek, afscheid nemen, opvang van slachtoffers van geweld, van ouders na wiegedood, omgaan met familie, gezondheidsrisico s, recht, en organisatie. (5 studiepunten) Het klinisch onderwijs bevat praktijkdagen en een stage van 16 dagen op de intensieve zorgen. Hierbij maakt de cursist een verslag van een patiëntenbespreking met literatuurstudie. Indien de cursist reeds ervaring heeft op met spoedgevallen kan deze stage ook op een spoedgevallendienst. (6 studiepunten) De lessen over biomedische wetenschappen worden over het eerste trimester gespreid, de verpleegkundige vaardigheden gaan door in het begin van het academiejaar en de integratieoefeningen in het tweede semester. in 2014: 22/9*, 25/9*, 26/9, 10/10, 17/10, 14/11, 28/11, 5/12, 12/12, 18/12*. in 2015: 12/3,13/3, 20/3, 4/5. (* halve dag) Voor de cursisten die de ganse opleiding over één jaar volgen, zijn er in het begin van het jaar De examens van biomedische wetenschappen worden in de maand januari afgenomen, van verpleegkunde op het einde van het academiejaar.

5 5 Module III: Urgentie en spoedgevallenzorg: 15 studiepunten Module III is een module waarin de cursist de inzichten, vaardigheden en attituden verwerft om de patiënten op de spoedgevallendiensten adequaat te benaderen en bewaken, de problematiek te herkennen, de gepaste zorg te verlenen en in te grijpen bij een levensbedreigende toestand, meer specifiek de urgentiegeneeskunde, de rampengeneeskunde en de specifiek verpleegkundige spoedgevallenzorg. Inleiding in de urgentiegeneeskunde, postresuscitatie syndroom, therapeutische hypothermie, intoxicaties, urgenties gebonden aan omgevingsfactoren, gestegen lichaamstemperatuur, importpathologie, traumatologie en rampengeneeskunde. (3 studiepunten) De klinische verpleegkunde behandelt volgende onderwerpen: Inrichting van de ziekenwagen en inhoud van de urgentiekoffers, prehospitaal veiligheid, infectiepreventie, standing orders, verpleegplan prehospitaalzorg en verpleegdossier, verplaatsing en transport van slachtoffers en patiënten, opname en ontslag op de spoedgevallendienst, omgaan met kinderen op de spoedgevallendienst, spoedbevalling, opvang van de geriatrische patiënt, van ouders na wiegedood, drugs, gipsen, interhospitaal transport, posttraumatisch stresssyndroom, interdisciplinair samenwerken, organisatie van de 112 centrale. (3 studiepunten) Het klinisch onderwijs bevat trainingsdagen en stages. De trainingsdagen vinden plaats in het vaardigheidscentrum van de faculteit geneeskunde, op de spoedgevallendienst van UZ Gashuisberg en in de brandweerkazerne van Leuven. De stage is voorzien op de spoedgevallendienst. Hierbij maakt de cursist een studie van prehospitaal- en intrahospitaalzorg met literatuurstudie. (9 studiepunten) Een deel van de lesuren wordt gepland in het eerste semester en een deel in het tweede semester. in 2014: 15/9, 25/9*, 24/10. in 2015: 26/01of 27/01 of 28/1, 27/2, 6/3, 19/3, 5/5, 7/5, 8/5, 11/5, 12/5, 19/5. ( * halve dag) Voor de cursisten die de ganse opleiding over één jaar volgen, zijn er in het begin van het jaar De examens van deze module worden afgenomen einde mei - juni.

6 6 Module IV: Pediatrische intensieve en spoedgevallenzorg en eindwerk: 15 studiepunten Module IV is een module waarin de cursist de inzichten, vaardigheden en attituden verwerft om kinderen en pasgeborenen op de intensieve en spoedgevallendiensten adequaat te benaderen en bewaken, de problematiek te herkennen, de gepaste zorg te verlenen en in te grijpen bij levensbedreigende toestand. In deze module is ook de specialisatieproef voorzien. de fysiologie van de geboorte, het transport van de pasgeborene, de respiratoire insufficiëntie en de hematologie van de pasgeborene, de acute respiratoire insufficiëntie bij kinderen, de kunstmatige ventilatie bij zuigelingen, de acute neurologische pathologie bij kinderen, de pathofysiologie, symptomatologie en het postoperatief beleid van de congenitale hartafwijkingen, infecties en sepsis bij kinderen. De klinische verpleegkunde behandelt de zorg aan de pasgeborene, pijnscoring, infusietherapie en medicatie bij pasgeborenen en zuigelingen, specifieke zorg aan kinderen met ademhalingsondersteuning en na een hartoperatie, omgaan met kritiek zieke kinderen. (4 studiepunten) Het klinisch onderwijs bevat praktijkdagen en een stage van 16 dagen op de pediatrische intensieve zorgen of neonatologie. (6 studiepunten) Als specialisatieproef maakt de cursist een paper op basis van een praktijksituatie, getoetst aan theoretische gegevens en wetenschappelijke vakliteratuur. Een praktijkgedeelte wordt ontwikkeld. Het werk wordt voorgesteld aan de collega s cursisten en aan de jury. (5 studiepunten ) De lessen worden in het eerste en het tweede semester gepland. in 2014: 12/9*, 18/9, 19/9*, 23/9, 7/11. in 2015: 29/01, 30/1, 20/2, 26/2, 18/5, 20/5. (*halve dag) Voor de cursisten die de ganse opleiding over één jaar volgen zijn er in het begin van het jaar De examens van deze module worden afgenomen in de maand juni.