de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen, de korpschef van het Korps landelijke politiediensten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen, de korpschef van het Korps landelijke politiediensten"

Transcriptie

1 Onderdeel directie Politie/BJZ Inlichtingen mw. mr. E.M. Knulst T (070) F (070) van 11 Aan Onderwerp de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen, de korpschef van het Korps landelijke politiediensten i.a.a. de korpschefs van de regionale politiekorpsen Landelijke invoering van het geweldsmiddel pepperspray Aantal bijlagen 3 Bezoekadres Schedeldoekshaven EZ Den Haag Postadres Postbus EA Den Haag Doelstelling Bekendmaken van beleid Juridische grondslag n.v.t. Relaties met andere circulaires Circulaire van 23 augustus 2001 met kenmerk EA2001/81301 Ingangsdatum 1 april 2002 Geldig tot

2 1. Samenvatting Vanaf 3 juli 2000 heeft in de regio s Rotterdam-Rijnmond, Brabant-Noord, Groningen en Drenthe een pilot met het geweldsmiddel pepperspray plaatsgevonden. Deze pilot is vanaf 1 juni 2001 uitgebreid met de korpsen Amsterdam-Amstelland, Haaglanden, Zaanstreek Waterland, IJsselland en Noord-Holland-Noord. Na afronding van de ingestelde Europese aanbesteding voor pepperspray, de notificatie en inwerkingtreding van de regelgeving is de landelijke invoering bij de resterende politiekorpsen met ingang van april 2002 een feit. 2 van 2 Verder wordt onderstaand ingegaan op de positionering in het geweldscontinuüm van pepperspray en wordt uw medewerking gevraagd voor de landelijke monitoring en evaluatie van het gebruik van pepperspray. Tevens treft u het nazorgprotocol aan. Voor de pepperspray zijn de in het Staatsblad 2002, nummer 174 gepubliceerde wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar (bijlage I) en in de Staatscourant van 5 april 2002, nr. 66, blz. 9 gepubliceerde wijziging van de Bewapeningsregeling politie en de Uitrustingsregeling politie 1994 van kracht (bijlage II). 2. Landelijke invoering In 1999 is door het kabinet de principebeslissing genomen om pepperspray in te voeren als onderdeel van de standaardbewapening van de Nederlandse politie. Aan dit besluit is een aantal onderzoeken naar de mogelijke gezondheidsrisico s die kleven aan het gebruik van het middel en naar de geschiktheid ervan voor de politiepraktijk vooraf gegaan. Op grond van deze onderzoeken werd geconcludeerd dat pepperspray onder strikte voorwaarden een geschikt middel voor de basispolitiezorg kan vormen. Door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn op basis hiervan voorschriften opgesteld met betrekking tot inzet, gebruik, training, toezicht en nazorg. Voorts is besloten in de regiokorpsen Brabant-Noord en Rotterdam-Rijnmond een pilot met het geweldsmiddel pepperspray te houden. Daarin werd tevens aangegeven dat het middel bij een positief resultaat landelijk zal worden ingevoerd. Op 9 november 1999 is een motie van het Tweede Kamerlid Scheltema-de Nie aanvaard, waarin wordt gevraagd de invoering van het geweldsmiddel pepperspray te versnellen. Bij brief van 19 januari 2000 (Kamerstukken II , , nr. 30) is omschreven op welke wijze het aanvankelijk voorziene invoeringstraject kan worden versneld en werd aangegeven dat naast de bovenvermelde regiokorpsen ook door de korpsen Groningen en Drenthe aan de

3 pilot zal worden deelgenomen. De pilot ging per 3 juli 2000 van start en is tussentijds verlengd van 1 oktober 2000 tot 1 januari van 3 Over de resultaten van de pilot pepperspray heeft het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie (LSOP) een eindrapport uitgebracht. Dit eindrapport is bij brief van 12 december 2000 (Kamerstukken II , , nr. 50) aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal toegezonden. Daaruit blijkt dat de pepperspray aan de verwachtingen heeft voldaan. Op basis van deze positieve uitkomst is besloten over te gaan tot landelijke invoering van het geweldsmiddel pepperspray bij de Nederlandse politie. Vanwege de tijd die gemoeid is met de totstandkoming van de noodzakelijke regelgeving zijn de Voorschriften pilot pepperspray, gebaseerd op artikel 15 van de Bewapeningsregeling politie, tussentijds verlengd tot 1 januari 2003, bij besluiten van 19 december 2000, Staatscourant 2000, nr. 248, blz. 9 en van 20 december 2001, Staatscourant 2001, nr. 247, blz. 9. De pilot is per 1 juni 2001 uitgebreid tot de volgende groep pilot-korpsen: Amsterdam-Amstelland, Brabant- Noord, Drenthe, Groningen, Haaglanden, IJsselland, Noord-Holland Noord, Rotterdam-Rijnmond en Zaanstreek-Waterland Inmiddels zijn bij besluiten van 22 maart 2002 de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar (Staatsblad 2002, 174) en van 28 maart 2002 de Bewapeningsregeling politie en de Uitrustingsregeling politie 1994 (Staatscourant 2002, nr. 66, blz. 9) gewijzigd ter formalisering van de landelijke invoering van het geweldsmiddel pepperspray voor de Nederlandse politie. De Voorschriften pilot pepperspray zijn bij deze wijziging direct ingetrokken. In de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn voorschriften gegeven over de wijze waarop en de situaties waarin de pepperspray mag worden gebruikt. Na gebruik van pepperspray is de ambtenaar verantwoordelijk voor het verlenen van adequate nazorg. De Bewapeningsregeling politie bepaalt welke politiefunctionarissen met het geweldsmiddel worden uitgerust en in de Uitrustingsregeling politie 1994 is een nieuw artikel 5a opgenomen dat de vereiste nazorg na gebruik van het geweldsmiddel pepperspray regelt. In de loop van het jaar 2002 zullen geleidelijk steeds meer politiekorpsen over pepperspray beschikken. Naar verwachting zullen alle korpsen aan het einde van het jaar 2002 volledig operationeel zijn, dat wil zeggen met het middel zijn uitgerust en tevens in het gebruik ervan zijn getraind.

4 3. Positionering in het geweldscontinuüm 4 van 4 Surveillanten Het geweldsmiddel pepperspray is voor de gehele basispolitiezorg aan de standaardbewapening toegevoegd. Gedurende de pilot zijn surveillanten van politie in de politiekorpsen in eerste instantie niet met het geweldsmiddel uitgerust. Die beslissing kwam voort uit de overweging dat de standaardbewapening van de surveillant alleen uit de wapenstok bestaat. De reden daarvoor is dat bij de invoering van de rang van surveillant is bepaald dat zoveel mogelijk moet worden vermeden dat deze categorie politieambtenaren zich in gevaarvolle situaties begeeft. Daarom is de surveillant niet met een vuurwapen uitgerust. Nu gedurende de eerste pilotperiode is besloten om pepperspray qua geweldsniveau in de omgeving van de wapenstok te positioneren, overigens zonder dat het een alternatief wordt geacht voor fysieke aanhoudingsvaardigheden, en niet meer dichtbij het vuurwapen heeft dat tot gevolg dat de surveillant eveneens met pepperspray kan en zal worden uitgerust. Aan de surveillant van politie wordt bij de training en instructie in het gebruik van pepperspray bijzondere aandacht besteed. Dit vanwege het feit dat zij niet over een vuurwapen beschikken en zich in bepaalde situaties derhalve meer terughoudend op dienen te stellen dan vuurwapendragenden. In de opleiding van de docenten zal eveneens aandacht worden besteed aan de bijzondere positie van de surveillanten. Vrijwillige ambtenaren van politie Invoering van een nieuw geweldsmiddel dient met de groots mogelijke zorgvuldigheid te worden omgeven. Er is daartoe gekozen om het gebruik van pepperspray gedurende de eerste drie jaren uitgebreid te monitoren en evalueren. Vanwege dit evaluatieonderzoek is er voor gekozen om de groep van functionarissen die de pepperspray daadwerkelijk bij zich gaan dragen zo overzichtelijk mogelijk te maken en daartoe slechts de executieve politieambtenaren (met de rang van surveillant of hoger) met het geweldsmiddel pepperspray uit te rusten. Uitrusting met de pepperspray is om deze redenen beperkt tot de basispolitiezorg. Mede op advies van de leden van de Stuurgroep Pepperspray, waarin ondermeer de Raad van Hoofdcommissarissen is vertegenwoordigd, hebben mijn ambtgenoot van Justitie en ik bij aanvang van de pilot besloten de vrijwillige politieambtenaar en de buitengewoon opsporingsambtenaar vooralsnog niet met pepperspray uit te rusten. Geoordeeld wordt dat de positie en het takenpakket van deze functionarissen zodanig afwijkend zijn van andere categorieën politieambtenaren dat het gewenst wordt geacht hierover eerst een besluit te nemen nadat de landelijke evaluatie van het geweldsmiddel is afgerond. Dit oordeel is u reeds te kennen gegeven in de circulaire van 23

5 augustus 2001 met kenmerk EA2001/81301en is gedurende de pilotperiode ook meermaals met het parlement en de politievakorganisaties besproken. Inmiddels lijken de eerste ervaringen na de landelijke introductie van de pepperspray dusdanig positief dat wellicht reeds voor de afloop van de evaluatieperiode een (positief) besluit kan worden genomen over de uitrusting van (reeds met een vuurwapen uitgeruste) vrijwillige politieambtenaren en buitengewoon opsporingsambtenaren met de pepperspray. Dit wordt momenteel in samenspraak met de politievakorganisaties en de politieberaden bezien. 5 van 5 Buitengewoon opsporingsambtenaren De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) zal om deze redenen eveneens niet met de pepperspray worden uitgerust. Zoals reeds aangegeven in de circulaire van 23 augustus 2001 met kenmerk EA2001/81301, zal afhankelijk van de uitkomst van de landelijke evaluatie worden beslist of voor de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993 in bepaalde gevallen een uitzondering moet worden gemaakt. Deze nuancering is noodzakelijk omdat op grond van de huidige regelgeving aan deze categorie boa s in bepaalde gevallen toestemming kan worden verleend een vuurwapen te dragen. Immers, waar een zwaarder geweldsmiddel is toegestaan zou een lichter geweldsmiddel logischerwijs ook moeten worden toegestaan. Evenals het geval is ten aanzien van de vrijwillige ambtenaren van politie wordt momenteel ook voor deze categorie functionarissen bezien of een besluit hieromtrent nog voor de afloop van de evaluatieperiode kan worden genomen. Studenten Studenten aan de initiële opleidingen van het LSOP zullen na het volgen van de geweldsmodule in het eerste kwartiel van hun opleiding nog niet gecertificeerd zijn voor het gebruik van de pepperspray. Tijdens de eerste praktijkstage binnen het korps, in het tweede kwartiel van hun opleiding, zijn deze studenten echter op basis van het met goed gevolg doorlopen van deze module wel bevoegd tot het dragen van de pepperspray tijdens de uitoefening van de dienst. Met ingang van uiterlijk 1 september 2002 wordt door het LSOP gegarandeerd dat alle studenten bij de aanvang van het praktijkgerichte opleidingsdeel binnen het korps in het tweede kwartiel zullen zijn gecertificeerd voor het gebruik van het geweldsmiddel pepperspray. 4. Evaluatieonderzoek en geweldsmeldingsprocedure Gedurende de eerste drie jaar zal het gebruik van de pepperspray geëvalueerd en gemonitord worden. Het evaluatieonderzoek is er op gericht meer inzicht te verkrijgen in de gevolgen van de invoering van dit geweldsmiddel op de langere termijn en de invloed ervan op het gebruik van geweld door en tegen de politie. Het onderzoek staat onder leiding van dr. O.M.J. Adang van het LSOP. Voor de opzet en uitvoering van het onderzoek wordt een projectgroep samengesteld bestaande uit medewerkers van IVA Tilburg, een aan de Katholieke Universiteit

6 Brabant gelieerd instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies, alsmede medewerkers van het LSOP. 6 van 6 Ten behoeve van dit onderzoek wordt uw medewerking gevraagd. U dient ieder gebruik van pepperspray te melden aan het onderzoeksteam door gebruikmaking van het speciaal daarvoor opgestelde model-meldingsformulier. Dit meldingsformulier pepperspray is uitsluitend bestemd voor het evaluatieonderzoek en komt dus bovenop de reguliere geweldsmelding ingevolge artikel 17 van de Ambtsinstructie. Een en ander geldt derhalve ongeacht de wijziging van 16 juli 2001(Staatsblad 2001, 387) in de Ambtsinstructie met betrekking tot het melden van geweld. Feitelijk wordt het gebruik van pepperspray (gedurende de eerste drie jaren) derhalve twee keer per zich voordoend geval gemeld. De werkwijze van het melden ten behoeve van het onderzoek naar het gebruik van pepperspray houdt het volgende in: Werkwijze melding gebruik pepperspray tbv het evaluatieonderzoek 1. Na het gericht gebruik van pepperspray tegen een persoon dient iedere politieambtenaar die pepperspray gebruikt heeft tegen een persoon het Meldingsformulier gericht gebruik pepperspray tegen personen in te vullen (per ambtenaar en per verdachte één formulier). Dit ongeacht de recente wijziging in de Ambtsinstructie met betrekking tot het melden van geweld. Het meldingsformulier pepperspray is uitsluitend bestemd voor het evaluatieonderzoek. Het formulier is opgenomen in X-pol en kan door de regionale applicatiebeheerder BPS van de landelijke BPS-site gehaald worden. 2. Dreigen met pepperspray en gebruik tegen dieren hoeft alleen in een mutatie vermeld te worden. 3. De hulpofficier dient voor iedere aan hem voorgeleide verdachte die bespoten is met pepperspray het Formulier monitoring pepperspraygebruik t.b.v. hulpofficier van justitie in te vullen, ongeacht of de verdachte al dan niet meewerkt. Het formulier is opgenomen in X-pol en kan door de regionale applicatiebeheerder BPS van de landelijke BPS-site gehaald worden. Op het formulier staan geen namen van verdachten of van politie-ambtenaren. 4. De leidinggevende van iedere politieambtenaar die gericht pepperspray tegen personen gebruikt heeft dient (naast het door de nieuwe Ambtsinstructie voorgeschreven meldingsformulier geweldaanwending) het formulier Beoordeling gebruik pepperspray in te vullen. Op dit formulier staan behalve de naam van de leidinggevende geen namen van politieambtenaren of van verdachten, wel staat er het dienstnummer van de betreffende politieambtenaar; 5. Bovengenoemde formulieren, PV en mutatie, dienen z.s.m. doorgestuurd te worden aan de regionaal aangewezen contactpersoon; 6. De regionale contactpersoon ziet er op toe dat de melding compleet is, vult het voorblad in ( Melding van gebruik van pepperspray aan het onderzoeksteam ; op dit formulier staan behalve de naam van de regionale

7 contactpersoon geen namen van politie-ambtenaren of van verdachten, wel staat er het dienstnummer van de betreffende politieambtenaar) en stuurt het complete pakket binnen 10 dagen nadat het gebruik heeft plaatsgevonden door naar dr. O. Adang, projectleider evaluatie (NPA, Postbus 1201, 7301 BL Apeldoorn) Dat betekent dat bij gericht gebruik tegen personen aan het voorblad het volgende is toegevoegd: (kopie) meldingsformulier(en) (kopie) hovj formulier(en) (kopie) formulier(en) beoordeling leidinggevende kopie PV(s) kopie mutatie(s) Bij dreigen tegen personen en bij gebruik tegen dieren hoeft uitsluitend een kopie van de mutatie aan het voorblad te worden toegevoegd. 7. In bijzondere op het voorblad aangegeven gevallen faxt de regionale contactpersoon z.s.m. een kopie van het ingevulde voorblad naar de projectleider BZK (fax: ) en de projectleider evaluatie (fax: ). Bij het optreden van een medische noodsituatie met ernstige gevolgen dient direct telefonisch contact te worden opgenomen met de projectleider BZK en de projectleider evaluatie, ook als nog niet duidelijk is of de gevolgen aan het gebruik van pepperspray kunnen worden toegeschreven 8. Alle ten behoeve van het onderzoek verzamelde informatie wordt op het PIOG ingevoerd in Excel. In de onderzoeksbestanden (die vervolgens worden overgezet naar SPSS) zijn geen op een individu (verdachte of politieambtenaar) herleidbare gegevens opgenomen. Alle informatie op schrift wordt vervolgens op het PIOG in een afgesloten kast opgeslagen. Eventueel nader onderzoek aan de hand van deze informatie vindt plaats op lokatie in het PIOG. 7 van 7 Het onderzoek is er vooral op gericht informatie te achterhalen die van belang is voor: - de veiligheid van politie-ambtenaren (welke factoren zijn van invloed op de effectiviteit?) - de opleiding van politie-ambtenaren. De informatieverzameling ten behoeve van het onderzoek vindt plaats tot uiterlijk 31 december Na die tijd vindt de melding van het gebruik van pepperspray alleen plaats conform de Ambtsinstructie. Een stroomschema van de bovenstaande meldingsprocedure is opgenomen in bijlage III.

8 5. Machtiging gebruik gegevens uit de politieregisters ten behoeve van het evaluatieonderzoek Voor gebruik van persoonsgegevens uit een politieregister heeft de onderzoeker, conform de Wet politieregisters, een machtiging nodig van de Minister van Justitie indien het gegevens betreft uit een register dat is aangelegd met het oog op de uitvoering van een taak onder het gezag van de Officier van Justitie (strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde) of van de burgemeester indien het gegevens betreft uit een register dat is aangelegd met het oog op de uitvoering van een taak onder het gezag van een burgemeester (handhaving openbare orde en hulpverlening). De machtiging wordt slechts gegeven indien: a. het onderzoek het algemeen belang dient; b. de organisatie van de politie niet onnodig wordt belast; c. het onderzoek niet zonder de betrokken gegevens kan worden uitgevoerd; d. de persoonlijke levenssfeer van de geregistreerden niet onevenredig wordt geschaad; e. de resultaten van het onderzoek geen individueel herleidbare gegevens bevatten. 8 van 8 Inmiddels is door de Minister van Justitie positief geadviseerd op verstrekking van een machtiging voor het evaluatieonderzoek. Met deze machtiging verleent de Minister van Justitie zijn toestemming tot het verstrekken van persoonsgegevens uit de diverse politieregisters ten behoeve van het onderzoek. Hiermee bent u derhalve bevoegd om het onderzoeksteam inzage te verlenen in en gegevens te vertrekken uit uw registers. Met eventuele vragen over deze (reeds lange tijd) gangbare procedure kunt u zich wenden tot de privacy-adviseur van uw regio. 6. Aanschaf en afvoer van de pepperspray Pepperspray is een wapen in het kader van de wet wapens en munitie (art. 4, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, WWM). Artikel 38 van de Politiewet 1993 wijst het KLPD aan als de instantie belast met de inkoop en verkoop alsmede de overige facilitaire diensten inzake bewapening, kleding en uitrusting van de politie. Artikel 3 van de WWM geeft aan dat delen van wapens onder de bepalingen van de wet vallen. Artikel 17 van de Bewapeningsregeling politie bepaalt dat: 1. De wapens en de munitie, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 15 (van de regeling), worden via het Korps landelijke politiediensten aangeschaft en afgevoerd. 2. In bijzondere gevallen kunnen de Ministers ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. 3. De Ministers kunnen aanwijzingen geven over de wijze waarop de wapens en de munitie worden afgevoerd. Naar de letter van de regeling betekent dit dat lege pepperspraybussen via de Dienst Logistiek van het KLPD moeten worden afgevoerd. Ik ben echter van

9 mening dat de korpsen zelf de vernietiging van lege bussen ter hand kunnen nemen en daarvoor maatregelen binnen de eigen regio kunnen nemen. Op grond van artikel 17, tweede lid, van de Bewapeningsregeling politie verleen ik u derhalve toestemming om zelf voor de afvoer van de lege pepperspraybussen zorg te dragen binnen uw regio. 9 van 9 De in het kader van de gehouden pilot aangeschafte en aan de pilot-korpsen uitgeleverde spuitbussen pepperspray (zowel live als inert) wijken qua verpakking (dus niet qua samenstelling en wijze van bediening) enigszins af van de in het kader van een Europese aanbestedingsprocedure door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geselecteerde pepperspray- (oefen)spuitbussen. Om kapitaalvernietiging tegen te gaan kunnen en dienen deze ten behoeve van de pilot geleverde materialen alsnog te worden verbruikt. 7. Nazorgprotocol De toelichting bij de artikelen 12a, tweede lid, 12b en 12c van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar bepaalt dat na gebruik van pepperspray de ambtenaar verantwoordelijk is voor het verlenen van adequate nazorg. In de Uitrustingsregeling politie 1994 is, in artikel 5a, een bepaling opgenomen dat de met pepperspray bewapende ambtenaren tevens dienen te beschikken over de voorgeschreven middelen voor het kunnen verlenen van een adequate nazorg. Over de wijze waarop de nazorg verleend dient te worden, worden in deze circulaire nadere voorschriften gegeven. Deze aanwijzingen inzake de nazorgvoorschriften na gebruik van pepperspray houden het volgende in: In deze voorschriften wordt een onderscheid gemaakt tussen gewone nazorg en nazorg bij het optreden van medische noodsituaties. De politieambtenaar die pepperspray heeft gebruikt verricht de gewone nazorg. De nazorg bij het optreden van medische noodsituaties wordt verricht door medisch geschoold personeel. Deze voorschriften zijn toegesneden op een situatie waarbij tegen een verdachte pepperspray wordt gebruikt. Indien van toepassing wordt dezelfde nazorg zo mogelijk eveneens verleend aan collega-ambtenaren en aan omstanders die met het middel in aanraking komen. De nazorg vindt plaats door middel van toepassing van de nazorgmiddelen, dat wil zeggen middelen bestemd voor deze nazorg, van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van een Europese aanbestedingsprocedure geselecteerd merk en type alsmede door het gebruik van oogdouches. Tot het moment dat de aanbestedingsprocedure geheel is afgerond worden de nazorgmiddelen gebruikt welke ten behoeve van de pilot zijn aangeschaft.

10 a. De normale symptomen optredend na gebruik van pepperspray 10 van 10 De ogen. De effecten op de ogen bestaan uit een hevige tranenstroom gepaard gaande met het reflexmatig sluiten van de ogen. De ogen zijn gedurende enige tijd niet meer te openen. De huid. Na gebruik van pepperspray treedt bij de betrokken persoon heftige pijn en een sterk branderig gevoel op de getroffen huid op. De pijn verdwijnt meestal na plusminus 60 minuten. Luchtwegen. Door het middel kan kortdurende kortademigheid worden veroorzaakt. Er kan slijmafscheiding in neus en keelholte ontstaan. Daarnaast kunnen heftige hoestbuien optreden. Soms treedt tijdelijk luchtwegvernauwing op waardoor de diepe ademhaling wordt bemoeilijkt. Motoriek. Het middel kan tot verlies van controle over de motoriek leiden. Reflexmatig buigt men voorover. Gevoelens van paniek en desoriëntatie zijn daarbij kenmerkend. b. De gewone nazorg Door de pijn die het middel veroorzaakt zullen bij de getroffen personen dikwijls gevoelens van paniek optreden. Om die reden dient de betrokkene op zijn gemak gesteld te worden. Uitgelegd wordt dat de pijn binnen een uur grotendeels voorbij is en dat dit bij eventuele benauwdheidsklachten normaal gesproken nog eerder het geval zal zijn. In iedere surveillanceauto dienen de speciale nazorgmiddelen aanwezig te zijn. Zodra de situatie dit toelaat worden, indien de betrokken persoon dit wenst, ter verlichting van de effecten het gezicht en de ogen van de betrokken persoon behandeld met de nazorgmiddelen. Indien deze middelen onvoldoende verlichting hebben geboden dan dienen de getroffen huid en de ogen te worden behandeld met koel stromend water. Voor de behandeling van de ogen wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van de oogdouches die hiervoor in een aantal politiebureaus zijn geïnstalleerd. Er wordt op toegezien dat voor het reinigen in geen geval gebruik wordt gemaakt van zeep of crêmes of andere afsluitende stoffen. Daarmee vindt afsluiting plaats waardoor de pijn langer zal aanhouden. Zodra de situatie dit toelaat wordt degene tegen wie de pepperspray is ingezet er op gewezen dat het ter verlichting van de pijn verstandig is om eventuele contactlenzen zo snel mogelijk te verwijderen. Ter voorkoming van benauwdheidsklachten zorgt de betrokken politieambtenaar er voor dat degene tegen wie de pepperspray is ingezet voldoende frisse lucht kan inademen. Om dezelfde reden wordt tevens vermeden dat de ademhaling door de houding of de wijze van boeien van de betrokkene wordt belemmerd. Dat betekent dat de borstkas en de buik van de betrokkene volledig vrij moeten blijven. In dat kader is het in ieder geval niet toegestaan de betrokkene op zijn buik te leggen, of door middel van het zogenoemde hogtying te boeien.

11 c. De nazorg bij medische noodsituaties Door een samenloop van factoren is het in uitzonderlijke situaties mogelijk dat degene tegen wie de pepperspray is ingezet in een medische noodsituatie komt te verkeren. Het is niet mogelijk bij voorbaat te bepalen in welke gevallen de gewone nazorg of de nazorg voorgeschreven in noodsituaties moet worden verleend. Om die reden dient de politieambtenaar die het middel heeft toegepast de reacties van degene tegen wie de pepperspray is ingezet nauwlettend gade te slaan. Indien er een redelijk vermoeden bestaat dat de betrokkene reacties vertoont die afwijkend zijn van de hierboven beschreven normale reacties na gebruik van pepperspray - waardoor degene tegen wie de pepperspray is ingezet mogelijk in een medische noodsituatie komt te verkeren of dreigt te komen verkeren - dan wordt onmiddellijk medische hulp ingeschakeld. Dit geschiedt door het via de meldkamer oproepen van een ambulance of doordat de politieambtenaar degene tegen wie de pepperspray is ingezet zelf naar de dichtstbijzijnde medische hulpverlening vervoert. In ieder geval wordt in een dergelijke situatie steeds voor de snelste oplossing gekozen. 11 van 11 d. Informatiemateriaal Nadat aan degene tegen wie de pepperspray is ingezet de vereiste nazorg is verleend wordt aan hem het vouwblad uitgereikt waarin onder meer de effecten van pepperspray en de geadviseerde nazorg worden beschreven. Tevens wordt een antwoordkaart uitgereikt waarmee door de betrokkene indien gewenst aan het evaluatieonderzoek naar het gebruik van de pepperspray kan worden meegewerkt. 8. Tot slot Voor nadere inlichtingen over deze circulaire of de landelijke invoering van pepperspray kunt u zich wenden tot de Landelijk Projectleider Invoering Pepperspray, de heer B.J.C. Schot, telefoon: of of de projectsecretaris, mevrouw mr. E.M. Knulst, telefoon: DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, K.G. de Vries

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 174 Besluit van 22 maart 2002 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies Datum 23 December 2002 Kenmerk EA2002/101294 Onderdeel directie Politie Inlichtingen R. Demilt T (070) 426 7586 F (070) 426 7440 Blad 1 van 2 Aan De Minister van Justitie de korpsbeheerders van de regionale

Nadere informatie

evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp medewerking bij voornoemde evaluatie Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie n.v.t. n.v.t. n.v.t.

evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp medewerking bij voornoemde evaluatie Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie n.v.t. n.v.t. n.v.t. Onderdeel directie Politie Inlichtingen Y.G.P.M. Ulijn T (070) 426 6751 F (070) 426 7440 1 van 8 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het KLPD de voorzitter van

Nadere informatie

evaluatie knelpunten kinderopvang medewerking bij voornoemde evaluatie afspraak agenda-overleg CGOP, 13 september 2001 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

evaluatie knelpunten kinderopvang medewerking bij voornoemde evaluatie afspraak agenda-overleg CGOP, 13 september 2001 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Datum 26 November 2001 Kenmerk EA2001/93841 Onderdeel directie Politie Inlichtingen Y.G.P.M. Ulijn T (070) 426 6751 F (070) 426 7440 Blad 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport Klagen bij de politie Ministerie van Binnenlandse Zaken ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Aanbieding rapport "Klagen bij de politie" Datum Aan 6 maart l998 De korpsbeheerders De korpschefs : Directie Politie : EA98/U600

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37009 22 december 2014 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 10 december 2014, nr. 585658, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13601 26 juli 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 juni 2011, nr. 0607201100048 tot wijziging

Nadere informatie

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon JU Regeling toetsing geweldsbeheersing opsporingsambtenaar Regeling van de Minister van Justitie d.d. 27 november 2003, kenmerk 5255744/503/CBK, houdende vaststelling van bepalingen inzake toetsing van

Nadere informatie

Evaluatie Regeling detachering politie

Evaluatie Regeling detachering politie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Evaluatie Regeling detachering politie Datum 13 oktober 1998 Aan de korpsbeheerders van de regionale

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en) STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 18660 8 december 2009 Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en) Aard circulaire: Bekendmaking van beleid

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie; Besluit van, houdende wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren in verband met de herziening van de geweldsmelding Op de voordracht van

Nadere informatie

DE INVOERING VAN PEPPERSPRAY BIJ DE NEDERLANDSE POLITIE IK WIL DIT NOOIT MEER MEEMAKEN

DE INVOERING VAN PEPPERSPRAY BIJ DE NEDERLANDSE POLITIE IK WIL DIT NOOIT MEER MEEMAKEN DE INVOERING VAN PEPPERSPRAY BIJ DE NEDERLANDSE POLITIE IK WIL DIT NOOIT MEER MEEMAKEN Dit is een publicatie van het onderzoekprogramma Geweld- en gevaarbeheersing in conflictsituaties. Het onderzoekprogramma

Nadere informatie

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen Datum 27 oktober 1998 Aan de Korpsbeheerders van de regionale

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken Ministerie van Binnenlandse Zaken +++++++++++++++++ + + + + ++ ++ + ++ + ++++ + + + +++ ++ +++ Herziende regeling landelijke Politie-opleidingen Datum 30 juni 1997 Aan * de korpsbeheerders regionale korpsen

Nadere informatie

Besluit bewapening en uitrusting politie

Besluit bewapening en uitrusting politie http://wetten.overheinl/bwbr0032136/geldigheidsdatum_12-09-20.. 1 van 8 02/06/2015 15:30 Besluit bewapening en uitrusting politie (Tekst geldend op: 12-09-2014) Besluit van 13 oktober 2012, houdende regels

Nadere informatie

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 3a van de Wet wapens en munitie; Besluit:

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 3a van de Wet wapens en munitie; Besluit: Regeling van de Minister van Justitie d.d. 16 december 2004, kenmerk 5325373/504/CBK houdende vaststelling van bepalingen inzake toetsing van buitengewoon opsporingsambtenaren terzake van geweldsbeheersing,

Nadere informatie

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin

Nadere informatie

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017)

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017) Onderdeel directie Politie Inlichtingen R.M. van Zwet T (070) 426 6751 F (070) 426 7440 1 van 5 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het KLPD de voorzitter van het

Nadere informatie

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 1 E96/U2457 8 oktober 1996. Departementsonderdeel

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 1 E96/U2457 8 oktober 1996. Departementsonderdeel Aan De korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen De korpsbeheerder van het KLPD i.c. DGPC Justitie i.a.a. de korpschefs van de regionale politiekorpsen de korpschef van het KLPD de (fgd.) hoofdofficieren

Nadere informatie

Regeling politiehonden 1

Regeling politiehonden 1 Regeling politiehonden 1 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Handelende in overeenstemming met de Minister van Justitie; Gelet op artikel 49 van de Politiewet 1993; Besluit: Paragraaf

Nadere informatie

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001 Datum 11 januari 2001 Kenmerk E2001/U50810 Onderdeel directie Politie Inlichtingen G. Hovius T (070) 426 6747 F (070) 426 7440 lad 1 van 2 an de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

Wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie

Wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie Datum 29 november 2004 Kenmerk EA2004/82947 Onderdeel dgv/dpol AB Inlichtingen B.J.L. de Leeuw T (070) 4267585 F (070) 4267440 Blad 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

Regeling detachering politie

Regeling detachering politie Ministerie van Binnenlandse Zaken ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Regeling detachering politie Datum 13 juli 1998 Aan De Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen De Korpsbeheerder van

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Wijziging Barp en Brvp 10 maart 2006

Wijziging Barp en Brvp 10 maart 2006 Onderdeel DGV/POL/OenL Inlichtingen A. Schukken T 070-426 7435 F 070-426 7440 1 van 5 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het Klpd de voorzitter van het college

Nadere informatie

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar 2005

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar 2005 JU Regeling toetsing geweldsbeheersing 2005 Regeling van de Minister van Justitie d.d. 16 december 2004, nr. 5325373/504/CBK, houdende vaststelling van bepalingen inzake toetsing van opsporingsambtenaren

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken Wijziging Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie

Ministerie van Binnenlandse Zaken Wijziging Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie Ministerie van Binnenlandse Zaken Wijziging Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Datum 14 april 1998 Aan de Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 174 Besluit van 7 mei 2007 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 februari 2014; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 februari 2014; Gelet op artikel 142

Nadere informatie

Stichting RDC. Informatieverplichting

Stichting RDC. Informatieverplichting POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Stichting RDC DATUM 8 september 2004 CONTACTPERSOON

Nadere informatie

opleiding BOA Besluit BOA

opleiding BOA Besluit BOA Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over: a. een titel van opsporingsbevoegdheid,

Nadere informatie

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19 Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19 Waar gaan we het over hebben? Wie is de buitengewoon opsporingsambtenaar? In welke wetten is de positie van de BOA geregeld? Soorten opsporingsambtenaren?

Nadere informatie

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten JU Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten Regeling van de Minister van Justitie d.d. 23 mei 2007, nr. 5484160/07/CBK, houdende

Nadere informatie

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; AFSCHRIFT Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam d.d. 27 augustus 2015; Gelet op artikel

Nadere informatie

Spray met visie, visie op spray Afsluitende onderzoeksrapportage van "Het Pepperspray Project" Otto Adang, Jos Mensink en Carin Esman

Spray met visie, visie op spray Afsluitende onderzoeksrapportage van Het Pepperspray Project Otto Adang, Jos Mensink en Carin Esman Spray met visie, visie op spray Afsluitende onderzoeksrapportage van "Het Pepperspray Project" Otto Adang, Jos Mensink en Carin Esman Dit is een publicatie van het onderzoekprogramma Geweld- en gevaarbeheersing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11333 21 juli 2010 Onderlinge regeling uitrusting politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

Mw. mr w. Nieuwenhuizen 070 3027585. wijziging van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de Uitkerings regeling 1996

Mw. mr w. Nieuwenhuizen 070 3027585. wijziging van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de Uitkerings regeling 1996 Aan De Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen De Korpsbeheerder van het Korps landelijke politiediensten i.a.a. - de Korpschefs van de regionale politiekorpsen en de Korpschef van het Korps landelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26865 24 december 2012 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 december 2012, nr. 330727, houdende de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-generaal Veiligheid Programma Bestuurlijke Aanpak Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22232 2 november 2012 Advies Raad van State betreffende Besluit van..., houdende regels over de bewapening, de uitrusting

Nadere informatie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 22 mei 2017; Gelet op artikel 142 van het

Nadere informatie

FYSIEKE VAARDIGHEIDSTOETS 2012

FYSIEKE VAARDIGHEIDSTOETS 2012 FYSIEKE VAARDIGHEIDSTOETS 2012 Professioneel en betrokken, waakzaam en dienstbaar geven politiemensen inhoud aan hun werk. Het werk van de politie vindt plaats in een dynamische en complexe context en

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; AFSCHRIFT Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 05 november 2015; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Regiopolitie Gooi- en Vechtstreek

R e g i s t r a t i e k a m e r. Regiopolitie Gooi- en Vechtstreek R e g i s t r a t i e k a m e r Regiopolitie Gooi- en Vechtstreek 1..'s-Gravenhage, 12 maart 1999.. Onderwerp verstrekking aan Centraal Meldpunt en toegang tot CVS-JC In uw fax van 23 november 1998 stelt

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 februari 2014; Gelet op artikel 142

Nadere informatie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 04 februari 2013; Gelet op artikel 142

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 22 mei 2017; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken Ministerie van Binnenlandse Zaken Aan de Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de Beheerder van het Korps landelijke Politiediensten i.a.a. de Korpschefs van de regionale politiekorpsen en het

Nadere informatie

Wijziging Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en Regeling geneeskundige verzorging politie 2003

Wijziging Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en Regeling geneeskundige verzorging politie 2003 Datum 29 juni 2004 Kenmerk EA2004/69525 Onderdeel DGOOV Pol/AB Inlichtingen B.J.L. de Leeuw T (070) 4267585 F (070) 4267440 Blad 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Pers. nr. 100010 Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 28 april 2013; Gelet op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 juni 2014 Onderwerp Bewapening en kleding politie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 juni 2014 Onderwerp Bewapening en kleding politie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG en Bevoegdheden Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken. aanvullende status-circulaire

Ministerie van Binnenlandse Zaken. aanvullende status-circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken aanvullende status-circulaire Datum l juli 1997 Aan de korpsbeheerders i.a.a. - de korpschefs van de regionale politiekorpsen - de korpschef van het KLPD - de directeur

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie; De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 22 mel 2017; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 15 oktober 2015; Gelet op artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon

Nadere informatie

Regeling aanstellingseisen politie 2002. artikel 7, eerste lid, onderdelen b, c, en d, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp)

Regeling aanstellingseisen politie 2002. artikel 7, eerste lid, onderdelen b, c, en d, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) 13 November 2002 Kenmerk Onderdeel directie Politie Inlichtingen M.R.T. Meeuws T (070) 426 6703 F (070) 426 8260 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20453 30 december 2009 Advies van de bij Besluit van 3 februari 2006 (Staatsblad 2006, 130) ingestelde Commissie integriteit

Nadere informatie

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U juli H.J. Pethke/C.C. Schreuder (070) / Departementsonderdeel

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U juli H.J. Pethke/C.C. Schreuder (070) / Departementsonderdeel Ministerie van Binnenlandse Zaken Aan De beheerders van de regionale politiekorpsen Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U2203 31 juli 1996 Inlichtingen bij Doorkiesnummer H.J. Pethke/C.C.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen

Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen JU Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2003/63 Aan: de Korpschefs Politieregio s de Korpsbeheerders Politieregio

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken Ministerie van Binnenlandse Zaken +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Herinneringsmedaille vrijwillige politie 1948-1998 Datum 23 juni 1998 Aan De korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen

Nadere informatie

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem z2009-01069 Rapport van definitieve bevindingen (uittreksel) 13 april 2010 1 INLEIDING Op grond van de Europol

Nadere informatie

Bijlage 10 Reglement Bescherming Persoonsgegevens Radboud Universiteit Nijmegen

Bijlage 10 Reglement Bescherming Persoonsgegevens Radboud Universiteit Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen I Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare betrokkene; b. verwerking

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Datum 8 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de politie foto s neemt van personen en hun identiteitsbewijzen

Datum 8 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de politie foto s neemt van personen en hun identiteitsbewijzen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid Onderdeel DGOBR/POI Rijk/PR Inlichtingen Wilmar Hagg T (070) 426 7663 F 1 van 5 Aan Onderwerp De ministers Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar Aantal bijlagen 0 Bezoekadres Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 16-05-2013) Besluit van 5 juli 1997, houdende nadere regels omtrent de wijze van uitvoering van de artikelen 160, vijfde lid, en 163 van de Wegenverkeerswet 1994 (Besluit alcoholonderzoeken)

Nadere informatie

~dviesaanvraag i.v.m. wijziging Kiesbesluit

~dviesaanvraag i.v.m. wijziging Kiesbesluit Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 27 oktober 2000 Ons kenmerk CWOO/U91698 De Kiesraad Postbus 2001 1 2500 EA Den Haag Onderdeel directie Constitutionele Zaken en Wetgeving

Nadere informatie

Inleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling

Inleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling Inleiding Inleiding 1 Algemeen 2 Indeling 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie 4 De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie 5 De verhouding tussen de Minister van Justitie,

Nadere informatie

Circulairenummer Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag, 2007-05-IGZ IGZ-loket 088 120 5000 22 november 2007

Circulairenummer Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag, 2007-05-IGZ IGZ-loket 088 120 5000 22 november 2007 Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postadres Postbus 16119 2500 BC Den Haag Telefoon (070) 340 79 11 Telefax (070) 340 51 40 www.igz.nl Internet Circulairenummer Inlichtingen bij Doorkiesnummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7796 20 maart 2015 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2015, nr. IenM/BSK-2015/51943, houdende

Nadere informatie

informatief Datum 25 juli 2001 Kenmerk EA2001/77191 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) 426 7585 F (070) 426 7440

informatief Datum 25 juli 2001 Kenmerk EA2001/77191 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) 426 7585 F (070) 426 7440 Datum 25 juli 2001 Kenmerk EA2001/77191 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) 426 7585 F (070) 426 7440 Blad 1 van 3 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus 8166 3301 CD Dordrecht Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag: 14 februari

Nadere informatie

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden Plan van aanpak en Protocol pilot camera s op GGD/ Ambulances in de Regio Haaglanden 1 Inhoudsopgave pag 1. Aanleiding 3 2. Doel en reikwijdte 3 3. Organisatie 4 4. Aanpak en planning 4 5. Financiering

Nadere informatie

A 2018 N 51 PUBLICATIEBLAD

A 2018 N 51 PUBLICATIEBLAD A 2018 N 51 PUBLICATIEBLAD MINISTERIËLE REGELING MET ALGEMENE WERKING van de 26 ste september 2018 ter uitvoering van artikel 2, tweede en derde lid van de Landsverordening van de 25 ste september 1961

Nadere informatie

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

Art. 44, 66 Gemeentewet, art. 43, 65 Provinciewet, art. 44, 48 Waterschapswet en art. 56, 78 en 193 Wet openbare lichamen BES

Art. 44, 66 Gemeentewet, art. 43, 65 Provinciewet, art. 44, 48 Waterschapswet en art. 56, 78 en 193 Wet openbare lichamen BES Colleges van burgemeester en wethouders, Gedeputeerde Staten, Dagelijkse besturen van waterschappen, Rijksvertegenwoordiger BES, Eilandsbesturen DG Bestuur, Ruimte en Wonen Directie Democratie en Bestuur

Nadere informatie

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 april 2004, nummer 2004/14, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,

Nadere informatie

Klachtenreglement. Versie : 2v2 Datum : 1 september Capabel Taal Postbus MB Utrecht

Klachtenreglement. Versie : 2v2 Datum : 1 september Capabel Taal Postbus MB Utrecht Klachtenreglement Versie : 2v2 Datum : 1 september 2017 Postbus 24066 3502 MB Utrecht www.capabeltaal.nl Het bevoegd gezag van, overwegende dat het in verband met een goede cursusuitvoering wenselijk is

Nadere informatie

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari 2007. Kenmerk 2007-0000036231.

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari 2007. Kenmerk 2007-0000036231. Onderdeel DGV/POL Inlichtingen Harry Koster T 070-4266517 F 070-4267440 1 van 6 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen, de korpsbeheerder van het Klpd, de voorzitter van het college van

Nadere informatie

Telefoon

Telefoon College van Bestuur Spui 21 1012 WX Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam www.uva.nl Aan de voorzitters van de Centrale Ondernemingsraad en de Centrale Studentenraad Datum 19 december 2018 Contactpersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

de minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren

de minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15922 13 oktober 2010 Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES 5 oktober 2010 Nr. 2010-0000642808 De Minister van Binnenlandse

Nadere informatie

PRIVACYREGLEMENT THAELES BV. Baarlo, 15 september 2010. Privacyreglement Thaeles

PRIVACYREGLEMENT THAELES BV. Baarlo, 15 september 2010. Privacyreglement Thaeles PRIVACYREGLEMENT THAELES BV Baarlo, 15 september 2010 Privacyreglement Thaeles 15 september 2010 PRIVACYREGLEMENT THAELES BV Artikel 1 - Begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: a) Thaeles: Thaeles

Nadere informatie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie; Gezien het verzoek van RDW Bureau handhaving te Veendam, d.d. 14 januari 2015; Gelet op artikel 142 van

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Dit reglement is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens van betrokkene en van Stichting De Paarse Pelikaan, gevestigd te Hilversum.

Dit reglement is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens van betrokkene en van Stichting De Paarse Pelikaan, gevestigd te Hilversum. Privacy Reglement Reglement ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met de verwerking van persoonsgegevens van cliënten van Stichting De Paarse Pelikaan. Paragraaf 1 - INLEIDENDE BEPALINGEN

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [datum en nummer], gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [datum en nummer], gedaan mede namens Onze Minister van Defensie; Besluit van tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren vanwege verruiming van fouilleerbevoegdheden Op de voordracht van Onze Minister

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Onderwerp : Uitbreiding Boapool vooruitlopend op verkennend onderzoek. Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Hillenaar Datum college : 21 mei 2013 Openbaar : Ja Afdeling :

Nadere informatie

Gelet op: Besluit: aan te stellen in tijdelijke dienst voor een proeftijd van één jaar

Gelet op: Besluit: aan te stellen in tijdelijke dienst voor een proeftijd van één jaar Pmutatie - RPAA3 De Korpsbeheerder van de Politieregio Amsterdam - Amstelland Gelet op: het bepaalde in artikel 4 lid 1 sub a van het Besluit algemene rechtspositie politie, alsmede het bepaalde in de

Nadere informatie

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg 112 1042 AX AMSTERDAM Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Waarom dit formulier? Met dit formulier doet u een verzoek tot opsporingsbevoegdheid voor een groep buitengewoon

Nadere informatie