EXAMENREGLEMENT ( )

Transcriptie

1 EXAMENREGLEMENT ( ) voor Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg 1

2 Inhoudsopgave EXAMENREGLEMENT ( )... 1 WOORD VOORAF... 4 VASTSTELLING EXAMENREGLEMENT... 5 ALGEMENE BEPALINGEN... 6 Artikel 1 Examencommissie... 6 Artikel 2 Begrippenlijst... 7 Artikel 3 Rechtsgrond en toepassing van dit reglement... 9 Artikel 4 Toelating tot het examen (art. 2 EB VO)... 9 Artikel 5 Indeling van het examen (art. 4 EB VO)... 9 INHOUD VAN HET EINDEXAMEN Artikel 6 Examenprogramma (art. 7 EB VO) Artikel 7 Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze (art. 8 EB VO) Artikel 8 Examen vmbo basisberoepsgerichte leerweg (art. 23 EB VO) Artikel 9 Vervallen Artikel 10 Examen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (art. 14 EB VO) Artikel 11 Examen vmbo gemengde leerweg (art. 25 EB VO) HET SCHOOLEXAMEN Artikel 12 Inhoud van het schoolexamen (art. 31 en 32 EB VO) Artikel 13 Afsluiting schoolexamen (art. 32 EB VO) Artikel 14 Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) (art. 31 EB VO) 12 Artikel 15 Gedragsregels kandidaten bij schoolexamen Artikel 16 Gang van zaken tijdens het schoolexamen Artikel 17 Beoordeling schoolexamen (art. 35 EB VO) Artikel 18 Mededeling en bezwaar beoordeling schoolexamen (art. 33 EB VO) 14 Artikel 19 Herkansing schoolexamen (art. 31 en 35b1 EB VO) Artikel 20 Het examendossier (art. 35c EB VO) HET CENTRAAL EXAMEN Artikel 21 Afname centraal examen Artikel 22 Afname digitaal flexibel examen Artikel 23 Beoordeling centraal examen (art. 41 en 41a EB VO) Artikel 24 Gang van zaken tijdens het centraal examen (art. 40 EB VO) Artikel 25 Gedragsregels kandidaten bij centraal examen (art. 40 EB VO) Artikel 26 Herkansing centraal schriftelijk examen (art. 51 EB VO)

3 Artikel 27 Herkansing centraal digitaal examen (art. 51 EB VO) Artikel 28 Herkansing centraal schriftelijk en praktisch examen (art. 51 EB VO) 19 Artikel 29 Afname Rekentoets VO (art. 46, 46a en 51a EB VO) UITSLAG EN DIPLOMERING Artikel 30 Eindcijfer examen (art. 47 EB VO) Artikel 31 Vaststelling uitslag examen (art. 48 EB VO) Artikel 32 Uitslag (art. 49 EB VO) Artikel 32a Judicium cum laude (art. 52a EB VO) Artikel 33 Diploma en cijferlijst (art. 52 en 52c EB VO) Artikel 34 Certificaat en getuigschrift (art. 53 EB VO) Artikel 35 Duplicaat (art. 54 EB VO) OVERIGE BEPALINGEN Artikel 36 Afwijkende wijze van examinering (art. 55 EB VO) Artikel 37 Spreiding voltooiing eindexamen (art. 59 EB VO) Artikel 38 Bewaren examenwerk centraal examen (art. 57 EB VO) Artikel 39 Verhindering deelname centraal examen (art. 45 EB VO) Artikel 40 Verhindering deelname schoolexamen Artikel 41 Deelname schoolexamen Artikel 42 Vervallen Artikel 43 Inleveren van werkstukken en verslagen Artikel 44 Inzage Artikel 45 Geheimhouding Artikel 46 Onregelmatigheden (art. 5 EB VO) Artikel 47 Onregelmatigheden bij schoolexamens van betrokkenen bij examinering Artikel 48 Doublerende of afgewezen kandidaten Artikel 49 Verandering van leerweg Artikel 50 Vak(ken) op een hoger niveau Artikel 51 Stapelen van diploma s Artikel 52 Zij-instromers Artikel 53 Klachten Artikel 54 Commissie van beroep Artikel 55 Onvoorziene omstandigheden

4 WOORD VOORAF Dit examenreglement is bestemd voor kandidaten die in augustus 2017 starten met het schoolexamen. Dit reglement is geldig gedurende de gehele examenperiode. Bij dit examenreglement hoort het Programma van Toetsing en Afsluiting voor leerjaar drie en vier. In dit boekje kunt u belangrijke informatie vinden over: de examencommissie, commissie van beroep; het schoolexamen; het centraal examen; het Eindexamenbesluit VO Wij wensen alle kandidaten een succesvolle examenperiode toe. De examencommissie en personeel AOC Oost, locatie Almelo 4

5 VASTSTELLING EXAMENREGLEMENT Dit examenreglement is door het bevoegd gezag van het AOC Oost gelezen en vastgesteld. Lochem, 28 september 2017 P.M.J. Duijsings College van bestuur AOC Oost 5

6 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Examencommissie Examencommissie AOC Oost, locatie Almelo De samenstelling van de examencommissie van het AOC Oost, locatie Almelo is als volgt: Dhr. A. Hoeben Dhr. H. Zeeman Mevr. I. Markerink Mevr. L. ten Donkelaar Dhr. W. Broekhuis Dhr. J. Greven Dhr. E. Schuttenbeld Dhr. P. Kokkelkoren voorzitter secretaris teamleider BBL plv. voorzitter teamleider BBL teamleider KBL teamleider GL / Het Groene Lyceum plv. secretaris lid COMMISSIE VAN BEROEP De commissie van beroep (artikel 54) is door het bevoegd gezag ingesteld. Het adres luidt: Commissie van Beroep P/a CvB AOC Oost Postbus AD LOCHEM INSPECTIE De afdeling vmbo-groen van het AOC Oost staat onder toezicht van de inspectie van het ministerie van OC&W. De inspectie houdt ook toezicht op de gang van zaken rond het schoolexamen en de centrale examens. 6

7 Artikel 2 Bevoegd gezag Begrippenlijst Het College van Bestuur van het AOC Oost. Centraal examen (CE) Certificaat Commissie van Beroep Combinatiecijfer Keuzevak Combinatiecijfer Beroepsgericht CE CSPE CvTE Diploma Directeur Eindcijfer Profielvak Examen Dat deel van het examen dat plaatsvindt volgens landelijke vastgestelde en genormeerde toetsen. Deze kunnen schriftelijk en/of digitaal aangeboden worden. Een wettelijk erkend document waarmee is aangetoond dat de deelnemer een deel van de opleiding heeft behaald. De commissie die het beroep behandelt dat door een deelnemer is ingesteld tegen een beslissing van de examencommissie. De commissie van beroep is een onafhankelijke commissie die werkt met een eigen reglement. Geheel cijfer dat 1x meetelt in de uitslagbepaling van Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerweg. Geheel cijfer dat 1x meetelt in de uitslagbepaling van de Gemengde leerweg. Centraal Schriftelijk/Digitaal Examen. Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen in het profielvak Groen. College voor Toetsen en Examens. Het landelijke orgaan dat de centrale examens vaststelt. Een wettelijk document (bewijsstuk) waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de bezitter een omschreven kwalificatie heeft behaald. De examencommissie van de onderwijsinstelling reikt het diploma uit. De locatiedirecteur van de school of bij diens afwezigheid de plaatsvervanger. Geheel cijfer dat 1x meetelt in de uitslagbepaling van Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerweg. Dit omvat zowel het Schoolexamen als het Centraal Examen. 7

8 Examendossier Het geheel van resultaten van een kandidaat met betrekking tot het schoolexamen. Examenklassen Examinator Getuigschrift Handelingsdeel IO Judicium cum laude Kandidaat Praktische opdracht PTA PTA administratiesysteem Profieldeel Schriftelijke correspondentie Schoolexamen (SE) Schoolexamenperiode Is een klas die onder het regime van het examenreglement valt. De docent die belast is met het geven van onderwijs voor een bepaald vak in enig jaar/periode waarover het schoolexamen zich uitstrekt. Geschrift met een getuigenis omtrent iemands bekwaamheid. Dit slaat op opdrachten die een kandidaat naar behoren moet uitvoeren. Integratieve opdracht: een samengestelde opdracht waarmee een thema en keuzevak uit het profiel Groen wordt afgesloten. Toekenning aan het diploma voor kandidaten die hun examen op excellent niveau behalen. Een ieder die door het bevoegd gezag tot het examen wordt toegelaten. Deze kan bij alle vakken voorkomen. Hierbij kijkt de examinator niet alleen naar het product, maar ook naar het proces. Programma van Toetsing en Afsluiting: omschrijving van alle toetsen per vak. Dat is een leerlingvolgsysteem waarin de resultaten van de kandidaat worden vastgelegd. Omvat de twee vakken die binnen het profiel Groen verplicht zijn: wiskunde en biologie of nask-1. Hieronder valt ook digitale correspondentie en/of publicatie. Dat deel van het examen dat plaatsvindt volgens het door het bevoegd gezag vastgestelde programma van toetsing en afsluiting. Bepaald tijdvak van het schoolexamen. Er zijn vier periodes. 8

9 Profielwerkstuk Toets Wettelijk vertegenwoordiger Is een werkstuk dat betrekking heeft op een thema uit het profiel Groen. Geldt alleen voor de gemengde leerweg. De kandidaat besteedt er minimaal 20 uur aan. Elk instrument dat gebruikt wordt om een kandidaat te beoordelen. Waar ouders staat kan ook gelezen worden ouder verzorger(s) of voogd(en). Artikel 3 Rechtsgrond en toepassing van dit reglement 1 Dit examenreglement is gebaseerd op het Eindexamenbesluit VO (EB VO) van het ministerie OC&W. Alle daaruit voortvloeiende rechten en plichten zijn onverkort van kracht. Dit besluit is in te zien op In het examenreglement wordt, indien van toepassing, bij elk artikel tussen haakjes het relevante artikel uit het EB VO genoemd. 2 Het examen wordt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag afgenomen door de examencommissie. 3 De directeur wijst één van de personeelsleden aan als secretaris van het eindexamen. Deze secretaris regelt samen met de directeur alle aangelegenheden die het examen betreffen. 4 Het bevoegd gezag kan het reglement tussentijds wijzigen indien daartoe aanleiding bestaat. De kandidaten en/of hun wettelijke vertegenwoordigers zullen hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld worden alsmede de verantwoordelijke inspectie. Artikel 4 Toelating tot het examen (art. 2 EB VO) 1 Aan de kandidaten van onze school, die tot de examenklassen zijn toegelaten, wordt de gelegenheid gegeven een examen af te leggen, met inachtneming van het gestelde in dit reglement en het programma van toetsing en afsluiting. 2 Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen kandidaten toelaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven, met in achtneming van het gestelde van artikel 4, lid 1. Artikel 5 Indeling van het examen (art. 4 EB VO) 1 Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen en indien dat in het examenprogramma bepaald is, tevens uit een centraal examen. 2 Het schoolexamen voor zover het betreft de gemengde leerweg, omvat ook een profielwerkstuk. Het heeft betrekking op een thema dat past binnen het profiel Groen. 9

10 INHOUD VAN HET EINDEXAMEN Artikel 6 Examenprogramma (art. 7 EB VO) 1 Onze minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken die onderdeel zijn van het eindexamen, examenprogramma s vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt en c. het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. 2 Het beroepsgerichte programma voorziet in het profielvak Groen en daarnaast in keuzevakken. 3 Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken. Artikel 7 Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze (art. 8 EB VO) 1 De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit reglement, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor kandidaten geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. 2 Het bevoegd gezag beslist, welke in artikel 6, tweede lid, bedoelde keuzevakken worden aangeboden. 3 De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken of niet-verplichte delen van de examenstof examen afleggen dan in de vakken en examenstof die ten minste tezamen een examen vormen. Artikel 8 Examen vmbo basisberoepsgerichte leerweg (art. 23 EB VO) Het examen omvat tenminste: a. gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming. b. profieldeel: Wiskunde en, ter keuze van de kandidaat, indien aangeboden, biologie of natuur-scheikunde I c. beroepsgericht programma, bestaande uit: 1. het profielvak Groen (in het profieldeel) en 2. vier beroepsgerichte keuzevakken (in het vrije deel) d. de Rekentoets VO. Artikel 9 Vervallen 10

11 Artikel 10 Examen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (art. 14 EB VO) Het examen omvat tenminste: 1. gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming, 2. profieldeel: Wiskunde, en ter keuze van de kandidaat, indien aangeboden, biologie of natuur-scheikunde I, 3. beroepsgericht programma, bestaande uit: a. het profielvak Groen (in het profieldeel) en b. vier beroepsgerichte keuzevakken (in het vrije deel), 4. de Rekentoets VO Artikel 11 Examen vmbo gemengde leerweg (art. 25 EB VO) Het eindexamen omvat tenminste: a. gemeenschappelijk deel: Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming, b. profieldeel: Wiskunde en, ter keuze van de kandidaat, indien aangeboden, biologie of natuur-scheikunde I, c. vrije deel Voor zover nog niet in het profieldeel gekozen één van de vakken, indien aangeboden: economie Duits biologie natuur-scheikunde I enig ander wettelijk toegestaan vak, d. beroepsgericht programma, bestaande uit: 1. het profielvak Groen (in het profieldeel) 2. twee beroepsgerichte keuzevakken (in het vrije deel), e. de Rekentoets VO 11

12 HET SCHOOLEXAMEN Artikel 12 Inhoud van het schoolexamen (art. 31 en 32 EB VO) 1 Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting (PTA) en start op 1 augustus van het derde leerjaar. 2 De cijfers die meetellen voor het schoolexamen zijn gebaseerd op toetsen die na 1 augustus van het derde leerjaar zijn afgenomen. 3 Voor de inhoud van het schoolexamen wordt verwezen naar het PTA. 4 De examencommissie stelt jaarlijks, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, het PTA en het examenreglement vast en verstrekt deze voor 1 oktober aan de inspectie en publiceert deze voor 1 oktober ten behoeve van kandidaten/ouders/verzorgers. Artikel 13 Afsluiting schoolexamen (art. 32 EB VO) 1 Het schoolexamen kan pas worden afgesloten indien alle toetsen en/of opdrachten, die in het PTA beschreven staan, zijn afgelegd. 2 Het schoolexamen kan worden afgesloten tot uiterlijk vijf schooldagen voor de aanvang van het eerste tijdvak centrale examens. 3 Een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, ter beoordeling van de directeur, het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten uiterlijk vijf schooldagen voor de aanvang van het eerste tijdvak, wordt alsnog in de gelegenheid gesteld het schoolexamen voor dat vak af te sluiten, echter wel voordat het centraal examen in dat vak gehouden wordt. 4 Een kandidaat die enig onderdeel van het schoolexamen niet heeft afgerond op de hierboven genoemde tijdstip kan, voor zover van toepassing, niet deelnemen aan enig vak van het centraal examen. Artikel 14 Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) (art. 31 EB VO) 1 Het tijdvak waarvoor het PTA geldt, is verdeeld in vier periodes 2 In het PTA wordt per vak voor het schoolexamen aangegeven: a. een omschrijving van de te toetsen leerstof met de vermelding van de exameneenheden/eindtermen b. de wijze en tijdsduur van toetsen c. van elke toets de periode waarbinnen de afname gepland staat d. welke toets herkansbaar is e. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend 3 Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsvormen: a. mondelinge toetsen b. schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen c. digitale toetsen d. werkstukken e. handelingsopdrachten 12

13 f. praktische opdrachten g. integratieve opdrachten 4 Toetsen die op het PTA betrekking hebben moeten tijdig opgegeven worden, zodanig dat de kandidaat daarvan redelijkerwijze op de hoogte kan zijn. Tijdig wil zeggen dat er tussen moment van opgave en moment van afname minimaal vier volledige schooldagen zitten. Artikel 15 Gedragsregels kandidaten bij schoolexamen 1 De kandidaat dient uiterlijk vijf minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn. 2 Indien een kandidaat meer dan vijf minuten na de aanvang van een zitting verschijnt, mag de kandidaat niet meer deelnemen aan de zitting. Bij een geldige reden (overmacht), ter beoordeling van de directeur, moet de kandidaat de toets zo spoedig mogelijk maken, op een door de school te bepalen redelijk tijdstip na overleg met de kandidaat. Ten aanzien van het bedoelde overleg dient het initiatief uit te gaan van de kandidaat. 3 Indien een kandidaat nalaat te handelen overeenkomstig het gestelde in lid 2 neemt de directeur maatregelen conform artikel 46 van dit reglement. 4 Tassen moeten gesloten buiten onmiddellijk handbereik van de kandidaten zijn. 5 Het schoolexamenwerk wordt niet met potlood gemaakt, tenzij het anders aangegeven is in de opgave. 6 Toegestane hulpmiddelen (tabellen, woordenboek) kunnen vooraf en tijdens de examenzitting worden gecontroleerd door de toezichthouders. 7 Indien het schoolexamenwerk gemaakt wordt op papier, dan dient het papier door de school verstrekt te worden. Dit geldt ook voor het kladpapier. Op elk papier dient de kandidaat zijn naam te vermelden. 8 Op tafel mag uitsluitend aanwezig zijn: het schoolexamenwerk, het door de school verstrekte papier en de toegestane hulpmiddelen. 8a Het is de kandidaat niet toegestaan andere bronnen dan de toegestane hulpmiddelen te raadplegen. 9 De opgaven en aantekeningen, respectievelijk kladwerk, worden overhandigd aan de toezichthouder en mogen door de kandidaat niet buiten het examenlokaal worden gebracht. 10 Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting de examenruimte niet verlaten. 11 Op aanwijzing van de voorzitter of de secretaris van de examencommissie kan afgeweken worden van bovenstaande regels. Artikel 16 Gang van zaken tijdens het schoolexamen 1 De directeur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij een examenzitting wordt uitgeoefend. 2 Zij die toezicht hebben gehouden vullen een proces-verbaal in, van de examenzitting. Zij leveren dit in bij de secretaris van de examencommissie. 3 Tijdens zittingen van het schoolexamen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard dan ook, aangaande de opgaven gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk is bepaald door de examensecretaris. 13

14 Artikel 17 Beoordeling schoolexamen (art. 35 EB VO) 1 De cijfers van toetsen van het schoolexamen en het eindcijfer van het schoolexamen worden uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopend van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. 2 In afwijking van het eerste lid, worden de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de kandidaat en geschiedt op basis van het naar behoren afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkt uit het examendossier. 3 Een handelingsopdracht en het profielwerkstuk worden beoordeeld met voldoende of goed en geschiedt op basis van het naar behoren afsluiten, zoals blijkt uit het examendossier. 4 Een presentatie/mondeling wordt beoordeeld, bij voorkeur, door minimaal twee examinatoren. 5 Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak door twee of meer examinatoren is geëxamineerd, dan bepalen deze examinatoren in onderling overleg het cijfer. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 6 De criteria aan de hand waarvan de beoordelingen plaatsvinden, worden vooraf aan de kandidaat bekend gemaakt. 7 De producten die de kandidaten maken bij het werken aan de integratieve opdrachten van de thema s van de Wereld -vakken (profielvak Groen) worden, gedurende het traject van afname, minimaal één keer tussentijds geëvalueerd door de begeleidende docent c.q. (school)examinator, op grond waarvan de kandidaat advies krijgt over het vervolg van zijn werkzaamheden aan deze integratieve opdracht(en). De beoordeling van het eindproduct van deze integratieve opdracht(en), geschiedt conform lid.1 Artikel 18 Mededeling en bezwaar beoordeling schoolexamen (art. 33 EB VO) 1 Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk tien schooldagen na het toetsmoment, mondeling en/of schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt door betreffende examinator. 2 Voor aanvang van het eerste tijdvak centraal examen maakt de directeur aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. welke cijfers de kandidaat heeft behaald voor het schoolexamen; b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en c. de beoordeling van het profielwerkstuk. 3 Rapportage aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek, na afloop van een schoolexamenperiode, op door de directeur vast te stellen momenten en in elk geval voor de aanvang van het eerste tijdvak centraal examen. 4 Nadat de cijfers, behaald in één van de schoolexamenperioden, aan de kandidaat zijn gerapporteerd op de wijze zoals bedoeld in lid 3, bestaat nog gedurende drie schooldagen de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen bij de secretaris van de examencommissie. Is binnen deze periode geen bezwaar aangetekend, dan worden de cijfers definitief. 14

15 5 Indien bezwaar wordt aangetekend tegen de beoordeling van een toets van het schoolexamen neemt de directeur maatregelen. Deze kunnen zijn: a. het opnieuw beoordelen van het gemaakte werk door de examinator; b. het gemaakte werk, voorzien van correctie- en normeringvoorschrift, ter correctie aanbieden aan een 2 e corrector. Diens oordeel is bindend en treedt in de plaats van het oorspronkelijke resultaat. 5 Onregelmatigheden in de administratieve verwerking van de cijfers kunnen tot uiterlijk vijf schooldagen voor aanvang van het eerste tijdvak centrale examens gecorrigeerd worden. Artikel 19 Herkansing schoolexamen (art. 31 en 35b1 EB VO) 1 Het bepaalde in artikel 12 is onverminderd van toepassing. 2 Het bevoegd gezag geeft de kandidaat de mogelijkheid toetsen van het schoolexamen te herkansen. Er gelden de volgende voorwaarden: a) per periode ten hoogste 2 toetsen, b) per toetscode is ten hoogste 1 herkansing mogelijk, c) de toets moet in de betreffende periode zijn afgenomen en in het PTA moet vermeld staan dat de toets herkansbaar is. 3 In aanvulling op het bepaalde in lid 2 heeft elke kandidaat na vaststelling van het eindcijfer schoolexamen voor het vak maatschappijleer het recht op herkansing van één toets maatschappijleer, ongeacht de periode, waarvan in het PTA staat aangegeven dat daarvoor een herkansingsmogelijkheid bestaat. 4 Het hoogste van de behaalde cijfers geldt als definitief cijfer. 5 Een verzoek tot herkansen moet binnen een door de directeur vastgestelde termijn, na de rapportage zoals bedoeld in artikel 18 lid 3 worden ingediend bij de secretaris van de examencommissie; daarna kan de toets niet meer worden herkanst. 6 In geval van geoorloofde afwezigheid behoudt de kandidaat alle rechten op herkansing. 7 Bij handelingsopdrachten is het in dit artikel onder lid 1,2 en 3 bepaalde niet van toepassing en bestaat hiervoor in de plaats tredend de herkansing uit het alsnog of nogmaals deelnemen aan een activiteit en/of het nogmaals inleveren van een verslag. Artikel 20 Het examendossier (art. 35c EB VO) 1 Het examendossier bevat alle onderdelen van het schoolexamen. Het bestaat uit een door de school en een door de kandidaat zelf te bewaren gedeelte. 2 De opgaven, correctievoorschriften, normeringvoorschriften en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld en/of gemaakt bij het schoolexamen, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat bij het schoolexamen worden gedurende ten minste twee weken na het bekend maken van de examenuitslag bewaard. Na afloop worden de examenbescheiden vernietigd. Werkstukken en verslagen van het schoolexamen kunnen echter aan de kandidaat worden teruggegeven. 3 Voor het eventuele verlies van aan kandidaten teruggegeven werken, of het aan de kandidaat toevertrouwde leesdossier, lopende het examenjaar, is de kandidaat of diens wettelijke vertegenwoordigers zelf verantwoordelijk. 15

16 4 De opgaven en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat kunnen door de kandidaat en/of diens ouder(s)/verzorger(s) op afspraak onder toezicht en toelichting van de betreffende examinator en/of de secretaris van het eindexamen worden ingezien. Voor de mogelijkheden van bezwaar zie artikel 18 lid 4. 16

17 HET CENTRAAL EXAMEN Artikel 21 Afname centraal examen 1 Het centraal examen wordt afgenomen conform artikel 36 t/m artikel 46 van het Eindexamenbesluit VO. 2 De kandidaten maken het schriftelijk werk onder het nodige toezicht van door de directeur aangewezen toezichthouders. 3 Het toezicht wordt verricht overeenkomstig de in artikel 40 van het Eindexamenbesluit VO, genoemde richtlijnen. Artikel 22 Afname digitaal flexibel examen 1 De directeur stelt het moment van afname vast en stelt de kandidaten daarvan tijdig schriftelijk op de hoogte. 2 De opgaven worden na afloop niet ter beschikking van de kandidaat gesteld. 3 Na afloop van het examen mogen door de kandidaten geen examendocumenten, waaronder ook kladpapier, uit het examenlokaal worden meegenomen. 4 De directeur kan besluiten, indien de afnamecondities van een examen een adequate beoordeling onmogelijk maken, om bij de inspectie een verzoek tot ongeldig verklaren van het gemaakte examen van een of meerdere kandidaten in te dienen. Artikel 23 Beoordeling centraal examen (art. 41 en 41a EB VO) 1 De beoordeling van het centraal schriftelijk examen, het centraal schriftelijk en praktisch examen en de digitale flexibele examens gebeurt overeenkomstig het bepaalde in de art. 41 en 41a van het EB VO en de door de CvTE en/of Cito vastgestelde Regeling beoordeling centraal examen 2 De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de bindende regels voor omzetting van score naar cijfer. Artikel 24 Gang van zaken tijdens het centraal examen (art. 40 EB VO) 1 In het lokaal waar een centraal examen wordt afgenomen zorgt de directeur, namens het bevoegd gezag voor voldoende toezicht. 2 De toezichthouders maken van iedere zitting van het centraal examen een proces-verbaal op en leveren dit in bij de secretaris van de examencommissie. In het proces-verbaal wordt vermeld: a. de namen en handtekeningen van de toezichthouders; b. de namen van de kandidaten die aanwezig moeten zijn; c. de afwezige kandidaten; d. als er sprake is van een afwijkende wijze van examineren: een aantekening welke kandidaten dit betreft onder vermelding van de afwijking; e. een aantekening van kandidaten die later begonnen zijn en/of het lokaal eerder verlaten (onder vermelding van het tijdstip); f. eventuele bijzonderheden. 17

18 3 Tijdens zittingen van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk is bepaald door het CvTE. Artikel 25 Gedragsregels kandidaten bij centraal examen (art. 40 EB VO) 1 De kandidaat dient uiterlijk tien minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn op de plaats waar de zitting plaatsvindt. 2 Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van een examenzitting tot die zitting worden toegelaten. De kandidaat levert evenwel het gemaakt examenwerk in op het daarvoor vastgestelde tijdstip. Indien een kandidaat meer dan een half uur na de aanvang van een zitting verschijnt, mag de kandidaat niet meer deelnemen aan deze zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is artikel 45 van het Eindexamenbesluit VO van toepassing. De kandidaat dient echter wel te verschijnen op de overige zittingen. 3 Het meenemen van tassen, jassen, etuis en apparatuur met zend- of ontvangst- of geheugenfuncties (uitgezonderd toegestane rekenmachines) in het examenlokaal is niet toegestaan. 4 Toegestane hulpmiddelen kunnen vooraf en tijdens de examenzitting worden gecontroleerd door de toezichthouders. 4a Het is de kandidaat niet toegestaan andere bronnen dan de toegestane hulpmiddelen te raadplegen. 5 Indien het examenwerk gemaakt wordt op papier, dan dient het papier door de school verstrekt te worden. Dit geldt ook voor het kladpapier. Er mag geen papier meegebracht worden door de kandidaat het examenlokaal in. Op elk papier dat door de school verstrekt wordt ten behoeve van het examen dient de kandidaat zijn naam en kandidaat nummer te vermelden. 6 Op tafel mag uitsluitend aanwezig zijn: het examenwerk, het door de school verstrekte papier en de toegestane hulpmiddelen. 7 Het examenwerk wordt niet met potlood gemaakt. Dit laatste is niet van toepassing op tekeningen, grafieken. 8 De opgaven en aantekeningen, respectievelijk kladwerk van het Centraal Schriftelijk Examen mogen niet voor het officiële einde van de examenzitting buiten het examenlokaal worden gebracht. 8a Opgaven, aantekeningen en kladwerk (in welke vorm ook) van het Flexibel digitaal Examen, mogen niet buiten het examenlokaal worden gebracht, ook niet na het officiële einde van de examenzitting. 9 Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting de examenruimte niet verlaten. 10 Een kandidaat die tijdens een examenzitting onwel wordt, kan onder begeleiding de examenzaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de kandidaat na enige tijd het examenwerk kan hervatten. 11 Gedurende een half uur volgend op het tijdstip van opening van de examenzitting is het de kandidaat niet toegestaan te vertrekken. 12 De kandidaten moeten hun werk aan een toezichthouder overhandigen. Pas als het gemaakte examenwerk is ingeleverd mag de kandidaat de examenzaal verlaten. 18

19 13 Op aanwijzing van de voorzitter of secretaris van de examencommissie kan afgeweken worden van bovenstaande regels. Artikel 26 Herkansing centraal schriftelijk examen (art. 51 EB VO) 1 Elke kandidaat heeft voor één vak waarin de kandidaat al examen heeft afgelegd, en nadat de eindcijfers zijn bekend gemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien van toepassing, in het derde tijdvak opnieuw deel te nemen aan het centraal schriftelijk examen. 2 De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de directeur voor een door de directeur te bepalen dag en tijdstip. 3 Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 4 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 31 en 32. Artikel 27 Herkansing centraal digitaal examen (art. 51 EB VO) 1 Elke kandidaat heeft voor één vak waarin de kandidaat reeds examen heeft afgelegd het recht om opnieuw deel te nemen aan het centraal digitaal examen. 2 De directeur beslist over het moment en wijze van herkansen, echter de directeur houdt rekening met het tijdstip waarop de definitieve CE cijfers bekend zijn. De kandidaat mag er voor kiezen om zijn recht op herkansing uit te oefenen, nadat de definitieve CE cijfers bekend zijn. 3 Indien de kandidaat bij een zitting met geoorloofde reden afwezig was, bepaalt de directeur op welk moment de zitting wordt ingehaald. Artikel 28 Herkansing centraal schriftelijk en praktisch examen (art. 51 EB VO) 1 Elke kandidaat in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg heeft in aanvulling op het bepaalde in artikel 26 en 27 het recht om een CSPE waarin de kandidaat al examen heeft afgelegd te herkansen. 2 De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de directeur voor een door de directeur te bepalen dag en tijdstip. 3 Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 4 De school bepaalt in overleg met de kandidaat die van zijn herkansingsrecht gebruik wil maken welke onderdelen opnieuw geëxamineerd worden. 5 De herkansing moet plaatsvinden in de periode die aangewezen is voor afname van centraal schriftelijk praktisch examen (CSPE) 6 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 31 en

20 Artikel 29 Afname Rekentoets VO (art. 46, 46a en 51a EB VO) 1 De kandidaat heeft het recht op totaal vier kansen van de Rekentoets VO, waarvan de eerste in het voorexamenjaar moet plaatsvinden. 20

21 UITSLAG EN DIPLOMERING Artikel 30 Eindcijfer examen (art. 47 EB VO) 1 Het eindcijfer voor alle vakken van het examen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met De directeur bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. 3 Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 4 Is de uitkomst van de berekening bedoeld in lid 1 en 2 niet een geheel getal, dan wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Artikel 31 Vaststelling uitslag examen (art. 48 EB VO) 1 De voorzitter en de secretaris van de examencommissie stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de directeur en de secretaris één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. De overgebleven vakken dienen een examen te vormen. 3 Indien op grond van lid 2 één of meer eindcijfers van vakken buiten beschouwing moeten worden gelaten, stellen de directeur en de secretaris de kandidaat een keuze uit de eindcijfers voor. Deze keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen drie schooldagen heeft medegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden. Artikel 32 Uitslag (art. 49 EB VO) 1 De kandidaat die het eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b. hij voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en heeft deelgenomen aan de afname van de Rekentoets VO; c. hij onverminderd onderdeel b: 1. voor één van zijn vakken als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2. voor één van zijn vakken als eindcijfer 4 en voor de overige vakken als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; of 3. voor twee van zijn vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het tweede -, derde of vierde lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; 21

22 e. hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald; f. als het een eindexamen gemengde leerweg betreft: hij voor het profielwerkstuk de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald. g. hij een LOB-dossier heeft samengesteld, zoals dat in het PTA is vastgesteld. 2 Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg het gemiddelde van de eindcijfers van alle beroepsgerichte keuzevakken aangemerkt als het eindcijfer van één vak. Zijnde het Combinatiecijfer Keuzevak. 3 Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg het gemiddelde van het SE Profielvak en CSPE aangemerkt als het eindcijfer van één vak. Zijnde het Eindcijfer Profielvak. 4 Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de gemengde leerweg het gemiddelde van de eindcijfers van het profielvak Groen en alle beroepsgerichte keuzevakken aangemerkt als het eindcijfer van één vak, met dien verstande dat het eindcijfer voor het profielvak Groen daarbij net zo vaak meetelt als het aantal eindcijfers van beroepsgerichte keuzevakken dat in de berekening wordt betrokken. Zijnde het Combinatiecijfer Beroepsgericht. 5 De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede -, derde en vierde lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 6 Zodra de uitslag is vastgesteld maakt de directeur deze tezamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat bekend. De uitslag is definitief indien de kandidaat geen gebruik maakt van het bepaalde in de artikelen 26, 27 en 28. Artikel 32a Judicium cum laude (art. 52a EB VO) 1 Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo gemengde leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. Ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 berekend op basis van de eindcijfers voor: i. de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de algemene vakken van het profieldeel, en ii. Het algemene vak uit het vrije deel of het eindcijfer berekend op grond van artikel 49, vierde lid van het Examenbesluit VO, en 22

23 b. Ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie voldoende voor het profielwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 49 van het Examenbesluit VO. 2 Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. Ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 berekend op basis van: i. De eindcijfers voor het profiel vak en de twee algemene vakken van het profieldeel en ii. Het eindcijfer berekend op grond van artikel 49 derde lid van het Examenbesluit VO. b. Ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie voldoende voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 49 van het Examenbesluit VO. Artikel 33 Diploma en cijferlijst (art. 52 en 52c EB VO) 1 De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een lijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld: a. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen; b. het thema van het profielwerkstuk, alsmede de beoordeling van het profielwerkstuk; c. de beoordeling van het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding; d. eindcijfer voor de Rekentoets VO; e. de eindcijfers voor de examenvakken; f. de uitslag van het examen. 2 De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het examen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken en de leerweg zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. 3 Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een examen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. Artikel 34 Certificaat en getuigschrift (art. 53 EB VO) 1 De directeur reikt aan de definitief voor het examen afgewezen kandidaat die de school verlaat en die voor één of meer vakken van dat examen een eindcijfer 6 of hoger heeft behaald een certificaat uit. 2 Het certificaat vermeldt het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald en, indien van toepassing, het thema van het profielwerkstuk, voor zover beoordeeld met goed of voldoende. 3 De directeur kan in voorkomende gevallen aan de kandidaat een getuigschrift uitreiken, waarop is vermeld een beschrijving van prestaties en bekwaamheden die zijn behaald in aanvulling op zijn examenprogramma. 23

24 Artikel 35 Duplicaat (art. 54 EB VO) 1 Duplicaten van afgegeven diploma s, certificaten en cijferlijsten worden niet verstrekt door AOC Oost. 2 Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven kan uitsluitend door de Dienst Uitvoering Onderwijs worden verstrekt. 24

25 OVERIGE BEPALINGEN Artikel 36 Afwijkende wijze van examinering (art. 55 EB VO) 1 De directeur kan toestaan dat een kandidaat met een beperking het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De directeur doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2 Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke beperking, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld; b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten; c. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het schoolexamen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het schoolexamen met ten hoogste 25% van de reguliere toets tijd; d. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3 Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin de kandidaat eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De bedoelde afwijking kan betrekking hebben op het vak Nederlandse taal en enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Van elke afwijking wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de inspectie. Artikel 37 Spreiding voltooiing eindexamen (art. 59 EB VO) 1 Het bevoegd gezag kan, na overleg met de inspectie, toestaan dat een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is geweest of die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor 25

26 het andere deel in het daarop volgende schooljaar aflegt. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. 2 De gehele afhandeling dient te geschieden met in achtneming van het bepaalde in art. 59 Spreiding voltooiing eindexamen van het Eindexamenbesluit VO. Artikel 38 Bewaren examenwerk centraal examen (art. 57 EB VO) De opgaven en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld bij het centraal examen, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat bij het centraal examen worden gedurende ten minste zes maanden na het bekend maken van de uitslag bewaard. Artikel 39 Verhindering deelname centraal examen (art. 45 EB VO) 1 Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 2 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer de kandidaat het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het College voor Toetsen en Examens zijn eindexamen te voltooien. 3 De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan het College voor Toetsen en Examens. In dat geval deelt de directeur aan het College voor Toetsen en Examens mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 55 van het Eindexamenbesluit VO, eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat. 4 Na afloop van het derde tijdvak deelt het College voor Toetsen en Examens het resultaat mede aan de directeur. Artikel 40 Verhindering deelname schoolexamen 1 Een kandidaat die door ziekte of om een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid is verhinderd deel te nemen aan een onderdeel van het examen, dient dit door één van zijn ouders te melden aan de directeur of diens plaatsvervanger uiterlijk op de dag van het desbetreffende examen en voor de aanvang van het examen. De directeur kan in voorkomende gevallen beslissen dat mondelinge of telefonische berichten van verhindering binnen 3 schooldagen schriftelijk, met de reden van het verzuim, bevestigd dienen te worden door de ouders/verzorgers. 26

27 De directeur bepaalt op basis van deze mededeling of het verzuim terecht is. Indien de directeur twijfelt aan de rechtmatigheid van het verzuim, zal de directeur de examencommissie om een bindend oordeel hierover vragen. Het bindend oordeel wordt schriftelijk aan ouders en kandidaten meegedeeld. 2 Indien een kandidaat nalaat te handelen overeenkomstig het gestelde in lid 1, wordt de kandidaat geacht niet- reglementair afwezig te zijn geweest. De directeur neemt op grond hiervan maatregelen conform artikel 46 van dit reglement. 3 Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd aan één of meer toetsen van het examen deel te nemen, wordt hem de gelegenheid geboden de toetsen van het schoolexamen alsnog af te leggen binnen een zo kort mogelijke termijn. 4 De examinator bepaalt in overleg met de kandidaat en zo nodig met de directeur, het tijdstip waarop toetsen betreffende het schoolexamen op een zo kort mogelijke termijn moeten worden ingehaald. Ten aanzien van het bedoelde overleg dient het initiatief uit te gaan van de kandidaat. 5 De kandidaat dient op het tijdstip zoals bedoeld in lid 4 de betreffende toets(en) daadwerkelijk in te halen. 6 Indien een kandidaat nalaat te handelen overeenkomstig het gestelde in lid 4 en 5, kan de directeur maatregelen conform artikel 46 van dit reglement. Artikel 41 Deelname schoolexamen 1 Indien een kandidaat deelneemt aan een toets van het schoolexamen, dan behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid. 2 Indien een kandidaat tijdens een zitting onwel wordt kan de kandidaat onder begeleiding de examenzaal verlaten. Kan de kandidaat het werk niet tijdig hervatten, dan wordt het reeds gemaakte werk aan de toezichthouder overhandigd en is het bepaalde bij lid 1 van toepassing. 3 Indien een kandidaat een toets van het schoolexamen wil afleggen waaraan voorwaarden, zoals die omschreven zijn in het PTA, zijn verbonden dient de kandidaat deze voorafgaand aan de toets, binnen de gestelde termijn afgerond te hebben. Artikel 42 Artikel 43 Vervallen Inleveren van werkstukken en verslagen 1 Een kandidaat dient de in het PTA genoemde werkstukken en verslagen persoonlijk, volledig en uiterlijk op de in het PTA genoemde data en tijdstippen aan de examinator, of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger, te overhandigen. 2 Het inleveren van handelingsdelen, verslagen, werkstukken e.d. wordt geregistreerd waarbij zowel de examinator als de kandidaat tekenen voor inname c.q. afgifte. 3 Indien een kandidaat ten aanzien van het bepaalde in lid 1 in gebreke blijft, neemt de directeur, na overleg met de betrokken examinator en gehoord hebbende de kandidaat, maatregelen. 27

28 4 Een kandidaat die door ziekte of om een andere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, ten aanzien van het bepaalde in lid 1 in gebreke blijft, dienen de bedoelde werkstukken en verslagen op de eerste schooldag van terugkeer van de kandidaat persoonlijk aan de examinator, of bij diens afwezigheid, aan de plaatsvervanger te overhandigen. 5 De maatregelen, bedoeld in het derde lid, die ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor het betreffende werkstuk, verslag of voor de daarop betrekking hebbende (deel van de) toets van het schoolexamen; b. het bepalen dat het schoolexamen slechts dan kan worden afgesloten als het betreffende werkstuk of verslag voor een door de directeur vast te stellen datum en tijdstip aan de examinator, of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger, is overhandigd. Artikel 44 Inzage De opgaven en de examenbescheiden die door de kandidaat zijn ingevuld, alsmede de examenbescheiden die door de examinator(en) zijn ingevuld naar aanleiding van de prestaties van de kandidaat kunnen door de kandidaat op afspraak onder toezicht van de betreffende examinator en/of de secretaris van het eindexamen, in een door de secretaris vast te stellen ruimte, worden ingezien met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 en artikel 38. Tijdens de inzage van een digitaal examen is het niet toegestaan aantekeningen te maken. Artikel 45 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behalve voor zover uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Artikel 46 Onregelmatigheden (art. 5 EB VO) 1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2 De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen; c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; 28