EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Voorstel voor een verordening (COM(2001) 247 C5-C5-0214/ /0103(CNS))

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling 26 september 2001 PE /9-72 AMENDEMENTEN 9-72 Ontwerpverslag (PE ) Gordon J. Adam voorstel voor een verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees Voorstel voor een verordening (COM(2001) 247 C5-C5-0214/ /0103(CNS)) Door de Commissie voorgestelde tekst Amendementen van het Parlement Amendement ingediend door Dominique F.C. Souchet Amendement 9 Overweging 1 bis (nieuw) (1 bis) De Gemeenschap is absoluut niet zelfvoorzienend voor wat betreft schapenvlees en de zeer ongunstige leeftijdsopbouw van de schapenhouders maakt duidelijk dat de komende jaren de zelfvoorzieningsgraad nog verder zal afnemen, hetgeen tegelijkertijd zal leiden tot een aanzienlijke verlaging van de begrotingskosten in verband met de GMO. In de belangrijkste schapen- en geitenvlees producerende landen is het percentage fokkers ouder dan 60 jaar of ouder dan 50 jaar zonder dat opvolgers voor handen zijn, zeer hoog; als deze producenten stoppen met werken zal slechts een klein gedeelte van hun veestapel worden overgenomen, hetgeen dus een aanzienlijke daling van de binnenlandse productie van de Unie en de daarmee verband houdende begrotingskosten tot gevolg zal hebben. Or. fr AM\ doc 1/34 PE /9-72

2 Amendement ingediend door Danielle Auroi, Carlos Bautista Ojeda, Eurig Wyn Spreekt voor zich. Amendement 10 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) Er moeten maatregelen worden ingesteld ter waarborging en verbetering van de productie van hoogwaardig schapen- en geitenvlees. Deze kwaliteitsproductie moet worden gebaseerd op milieuvriendelijke productiemethoden, een traceerbaarheid die de verplaatsingen van schapen en geiten duidelijk in beeld brengt, en een etikettering die de consument adequate informatie waarborgt. Or. fr Amendement ingediend door Jan Mulder Amendement 11 Overweging 5 (5) Ook dient te worden voorzien in de betaling van een aanvullende premie aan de producenten in de gebieden waar voor de productie van schapen- en geitenvlees nauwelijks een alternatief bestaat. De aanvullende premie dient uitsluitend te worden toegekend aan de producenten met een bedrijf waarvan de oppervlakte cultuurgrond voor ten minste 50% ligt in probleemgebieden als bedoeld in verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen. (5) Ook dient te worden voorzien in de betaling van een aanvullende premie aan de producenten in de gebieden waar voor de productie van schapen- en geitenvlees nauwelijks een alternatief bestaat, en op dijken en kwelders.. De aanvullende premie dient uitsluitend te worden toegekend aan de producenten met een bedrijf waarvan de oppervlakte cultuurgrond voor ten minste 50% ligt in probleemgebieden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen. Dijken en kwelders, waar schapenhouderij noodzakelijk en vaak verplicht is voor de instandhouding, dienen voor de aanvullende premie in aanmerking te komen. AM\ doc 2/34 PE /9-72

3 Or. nl Amendement ingediend door Jan Mulder Amendement 12 Overweging 6 bis (nieuw) (6 bis) De betalingen van premies dienen afhankelijk te zijn van identificatie en registratie van schapen en geiten door middel van individuele oormerken of elektronische vormen van identificatie en registratie. Dergelijke identificatie verbetert de mogelijkheden voor administratieve controle en beheersing van uitbraken van dierziekten. Gezien de voorbereidingen die de Commissie momenteel doet ter verbetering van het identificatie- en registratiesysteem zal pas sprake zijn van de koppeling tussen dit nieuwe systeem en de premiebetaling vanaf 31 december Dergelijke individuele identificatie komt ten goede aan deugdelijke uitvoering van de regelgeving en aan verbeterd inzicht in en controle op verplaatsing van dieren, hetgeen van groot belang is bij de bestrijding van dierziekten zoals mond- en klauwzeer. De mond- en klauwzeercrisis in Europa heeft de gebreken van het huidige Europese beleid voor identificatie en registratie aangetoond. Bij de ontwikkeling van een nieuw systeem dient overigens rekening te worden gehouden met de specifieke karakteristieken van de geiten- en schapenhouderij, opdat voor de sector geen onwerkbare omstandigheden ontstaan. Or. nl Amendement ingediend door Dominique F.C. Souchet Amendement 13 Overweging 8 (8) Om te voorkomen dat de productie wordt bevorderd en de uitgaven stijgen, is het wenselijk de individuele maxima voor de producenten te handhaven. Het totale aantal premierechten van elke lidstaat dient te worden vastgesteld op basis van de reeds bepaalde aantallen. (8) Om te voorkomen dat de productie wordt ontmoedigd en de uitgaven stijgen, is het wenselijk de lidstaten optimale vrijheid te bieden bij het beheer van de individuele maxima voor de producenten. Het totale aantal premierechten van elke lidstaat dient te worden vastgesteld op basis van de reeds bepaalde aantallen. AM\ doc 3/34 PE /9-72

4 Overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag is het in geval van deficitaire productie binnen de Gemeenschap niet van belang dat wordt voorkomen dat de productie wordt aangemoedigd, maar moet juist het tegendeel worden nagestreefd: ondersteuning. Or. fr Amendement ingediend door Ilda Figueiredo, Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos Amendement 14 Overweging 13 bis (nieuw) (13 bis) Op grond van verordening (EG) nr. 1257/99 moeten producentenorganisaties worden gereguleerd door middel van een specifieke verordening voor elke afzonderlijke productiesector en moet er derhalve een verordening komen voor de sector schapenen geitenvlees. Dit amendement is ingediend om redenen van concentratie van het aanbod en de organisatie van de sector. Amendement ingediend door Liam Hyland, Sergio Berlato Amendement 15 Overweging 14 (14) Een regeling van het handelsverkeer die met een prijsregeling, de toekenning van premies en interventiemaatregelen wordt gecombineerd en een stelsel van invoerrechten omvat, mag worden geacht de markt van de Gemeenschap stabiel te helpen houden. (14) Een regeling van het handelsverkeer, met inbegrip van communautaire controle op en communautair beheer van de import, met name"gekoelde producten", die met een prijsregeling, de toekenning van premies en interventiemaatregelen wordt gecombineerd en een stelsel van invoerrechten omvat, mag worden geacht de markt van de Gemeenschap stabiel te helpen houden. AM\ doc 4/34 PE /9-72

5 Om de pariteit met andere sectoren te herstellen, met name de sector zoogkoeien, overeenkomstig het verzoek hiertoe in het verslag van de Commissie-adviseurs. Or. en Amendement ingediend door Liam Hyland, Sergio Berlato, namens de UEN-Fractie Amendement 16 Overweging 14 bis (nieuw) (14 bis) De Commissie moet een actieve promotiecampagne voor schapenvlees opzetten en financieren. Om ontwikkeling van de markt en toename van de consumptie aan te moedigen. Or. en Amendement ingediend door Liam Hyland, Sergio Berlato Amendement 17 Overweging 16 (16) Om de nadelen voor de markt van de Gemeenschap die het gevolg kunnen zijn van de invoer van bepaalde landbouwproducten, te voorkomen of te beperken, moet in bepaalde situaties de invoer van één of meer van deze producten aan een aanvullend invoerrecht worden onderworpen. (16) Om de nadelen voor de markt van de Gemeenschap die het gevolg kunnen zijn van de invoer van bepaalde landbouwproducten, te voorkomen of te beperken, moet in bepaalde situaties, waarbij vooral moet worden gekeken naar het tijdstip van de invoer, de invoer van één of meer van deze producten en in het bijzonder van "gekoelde producten", aan een aanvullend invoerrecht worden onderworpen. Ter voorkoming van ernstige marktverstoringen tijdens gevoelige productieperioden. Or. en AM\ doc 5/34 PE /9-72

6 Amendement ingediend door Danielle Auroi Amendement 18 Overweging 26 bis (nieuw) (26 bis) Met het oog op kwaliteitsproductie en instandhouding, bescherming en beheer van het schapen- en geitenbestand, is het wenselijk dat lidstaten in de mogelijkheid worden gesteld om in voorkomende gevallen een nationale structuur op te zetten voor een gespecialiseerde opleiding in het fokken en houden van geiten en schapen. Met het oog op voedselveiligheid en kwaliteitsproductie is een gespecialiseerde opleiding van fokkers absoluut noodzakelijk. Or. fr Amendement ingediend door Carlos Bautista Ojeda, Danielle Auroi, Eurig Wyn Amendement 19 Artikel 2, lid 1, sub c) c) maatregelen ter verbetering van de kwaliteit; c) maatregelen ter waarborging en verbetering van de productie van hoogwaardig schapen- en geitenvlees; De communautaire bepalingen moeten zijn gericht op kwaliteitsproductie. Or. fr Amendement ingediend door Carlos Bautista Ojeda, Danielle Auroi, Eurig Wyn Amendement 20 Artikel 2, eerste alinea, sub c) bis (nieuw) (c) maatregelen gericht op promotie- en voorlichtingsacties voor de consument, ter bevordering van hoogwaardig schapen- en geitenvlees, overeenkomstig het bepaalde in AM\ doc 6/34 PE /9-72

7 verordening nr. 2826/2000 van de Raad. Het is noodzakelijk maatregelen vast te stellen ter bevordering op Europees niveau van hoogwaardig schapen- en geitenvlees om de voedingswaarde, de voedselveiligheid en de kwaliteit te verhogen. Or. fr Amendement ingediend door Arlindo Cunha, Joseph Daul, Georges Garot Amendement 21 Artikel 3, a) bis en ter (nieuw) a bis) exploitant: een individuele landbouwproducent gezien als natuurlijke persoon of rechtspersoon; een groep van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de juridische status die het nationale recht toekent aan deze groep of haar leden, waarvan het bedrijf is gelegen op communautair grondgebied. a ter) bedrijf: het geheel van productieeenheden die door de exploitant worden beheerd en die zijn gelegen op het grondgebied van een bepaalde lidstaat. Het verdient de voorkeur te spreken van exploitant. Deze term is minder beperkend dat de term producent. Met deze term wordt verwezen naar de verantwoordelijke persoon die werkzaam is in een bedrijf. De meeste bedrijven zijn gemengde bedrijven waarbij men niet alleen veehouderij aantreft maar ook andere activiteiten. De term producent verwijst meer naar een persoon die zich bezighoudt met een specifieke productie. Or. fr Amendement ingediend door Liam Hyland, Sergio Berlato, namens de UEN-Fractie (4) Per ooi bedraagt de premie 21 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi Amendement 22 Artikel 4, lid 4 (4) Per ooi bedraagt de premie 32 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi AM\ doc 7/34 PE /9-72

8 evenwel 16,8 EUR. evenwel 25 EUR. Ter herstel van de pariteit met andere sectoren, met name zoogkoeien, overeenkomstig het verzoek hiertoe in het verslag van de Commissie-adviseurs. Or. en Amendement ingediend door Arlindo Cunha Amendement 23 Artikel 4, lid 4 (4) Per ooi bedraagt de premie 21 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi evenwel 16,8. (4) Per ooi bedraagt de premie 30 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi eveneens 30 euro. Producenten die schapenmelk verkopen, ontvangen momenteel 80% van de volledige premie. Voorgesteld wordt dit te verhogen tot 100%, en wel om drie redenen. Ten eerste hebben producenten van schapenmelk in het algemeen te maken met hogere productiekosten, met name in de zoogperiode. Ten tweede zijn de winstmarges bij de verkoop van het vlees van deze schapen duidelijk lager dan bij de verkoop van gewoon schapenvlees, aangezien eerstgenoemde dieren lichter zijn. Ten derde vereenvoudigt gelijkschakeling van beide premies de toepassing en de belastingtechnische verwerking ervan aanzienlijk. Het bedrag van 30 euro wordt voorgesteld om een einde te maken aan de niet te rechtvaardigen ongelijkheid in behandeling tussen runderen en schapen en geiten. Dit bedrag komt ook overeen met het bedrag dat zou worden gekregen na een proportionele omrekening van de premie die voor zoogkoeien wordt toegekend. Amendement ingediend door Avril Doyle Amendement 24 Artikel 4, lid 4 (4) Per ooi bedraagt de premie 21 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi evenwel 16,8 EUR. (4) Per ooi bedraagt de premie 30 euro. AM\ doc 8/34 PE /9-72

9 De door de Commissie voorgestelde premie van 21 euro is te laag. De Commissie geeft zelf toe dat de gemiddelde premie per ooi van 20,6 euro over de periode tot gevolg heeft gehad dat producenten in deze sector van alle sectoren het laagste inkomen genoten. Dit leidde tot een grote terugloop van het aantal producenten in een sector die binnen de EU toch al deficitair was. Door de extra kosten die het op de markt brengen van schapenmelk en schapenmelkproducten met zich meebrengt, is het niet langer gerechtvaardigd om een onderscheid aan te brengen tussen vleesooien en zoogooien. Or. en Amendement ingediend door María Rodríguez Ramos Amendement 25 Artikel 4, lid 4 (4) Per ooi bedraagt de premie 21 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi evenwel 16,8 EUR. (4) Per ooi bedraagt de premie 26 EUR. Deze premie zal gelden voor alle melkooiproducenten. Van alle veehouderijsectoren in de EU is het inkomensniveau van de schapen- en geitenproducenten het laagst. Door de toepassing van de stabilisatiecoëfficiënt en doordat de basisprijs sinds 1993 bevroren is geweest, heeft de in het verleden toegekende premie dit verschil met de andere sectoren niet kunnen terugbrengen. Met het oog op het concept van multifunctionaliteit moeten de premies gelijk zijn. Daarnaast kan erop worden gewezen dat in andere veehouderijsectoren (zoogkoeien) de lidstaat een premie kan toekennen aan producenten die een maximumhoeveelheid melk op de markt brengen. Amendement ingediend door Albert Jan Maat Amendement 26 Artikel 4, lid 4 (4) Per ooi bedraagt de premie 21 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi evenwel 16,8 EUR. (4) Per ooi bedraagt de premie 26 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi evenwel 20,8 EUR. AM\ doc 9/34 PE /9-72

10 Het vaststellen van één vaste premie voor schapen- en geitenhouders, ongeacht de regio, betekent een nog verdere vereenvoudiging van het systeem en voorkomt misbruik. Aangezien 80% van de schapen- en geitenhouderij plaatsvindt in probleemgebieden kost het nauwelijks meer om de overige 20% ook mee te nemen. Dit neemt echter wel een hoop administratieve rompslomp weg. Daarnaast wordt door het nemen van één bedrag voor alle gebieden de discussie over het aanwijzen van achtergelegen gebieden weggenomen. Voordeel van het vaststellen van de premie op 26 euro is dat het systeem budgetneutraal blijft. Or. nl Amendement ingediend door Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos, Ilda Figueiredo Amendement 27 Artikel 4, lid 4 (4) Per ooi bedraagt de premie 21 EUR. Voor producenten die melk van ooien of zuivelproducten op basis van melk van ooien verkopen, bedraagt de premie per ooi evenwel 16,8 EUR. (4) Per ooi bedraagt de premie 25 EUR. Als wordt gestreefd naar loskoppeling in de GMO is er geen reden om het niveau van de steun te koppelen aan de vleesproductie. Om nog enige cohesie te bewaren mogen producenten van melkschapen niet worden gediscrimineerd. Amendement ingediend door Arlindo Cunha Amendement 28 Artikel 4, lid 5 (5) Per geit bedraagt de premie 16,8 EUR. (5) Per geit bedraagt de premie 30 EUR. De premie voor geiten bedraagt momenteel 80% van de premie voor schapen en is dus gelijk aan de premie voor melkschapen. Dit amendement heeft tot doel de premie voor geiten op hetzelfde niveau te handhaven als de premie voor melkschapen, waarvoor een zelfde premie wordt voorgesteld voor alle soorten. Naast de eerder genoemde argumenten kan worden verwezen naar het feit dat de geitenhouderij voornamelijk is geconcentreerd in bijzonder arme gebieden en dat het geitenbestand aldaar sterk daalt. Or. pt AM\ doc 10/34 PE /9-72

11 Amendement ingediend door María Rodríguez Ramos Amendement 29 Artikel 4, lid 5 (5) Per geit bedraagt de premie 16,8 EUR. (5) Per geit bedraagt de premie 26 EUR. Van alle veehouderijsectoren in de EU is het inkomensniveau in de schapen- en geitenproducentensector het laagst. Door de toepassing van de stabilisatiecoëfficiënt en doordat de basisprijs sinds 1993 bevroren is geweest, heeft de in het verleden toegekende premie dit verschil met de andere sectoren niet kunnen terugbrengen. Met het oog op het concept van multifunctionaliteit moeten de premies gelijk zijn. Daarnaast kan erop worden gewezen dat in andere veehouderijsectoren (zoogkoeien) de lidstaat een premie kan toekennen aan producenten die een maximumhoeveelheid melk op de markt brengen. Amendement ingediend door Ilda Figueiredo, Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos Amendement 30 Artikel 4, lid 5 (5) Per geit bedraagt de premie 16,8 EUR. (5) Per geit bedraagt de premie 25 EUR. Er moet voldoende steun worden geboden aan de enige veehouderijsector die in de meest onherbergzame gebieden nog levensvatbaar is. Amendement ingediend door Avril Doyle Amendement 31 Artikel 4, lid 5 (5) Per geit bedraagt de premie 16,8 EUR. (5) Per geit bedraagt de premie 24 EUR. Om een verband te bewaren tussen de premie voor geiten en die voor ooien. Or. en AM\ doc 11/34 PE /9-72

12 Amendement ingediend door Albert Jan Maat Amendement 32 Artikel 4, lid 5 (5) Per geit bedraagt de premie 16,8 EUR. (5) Per geit bedraagt de premie 20,8 EUR. Zie amendement 26. Or. nl Amendement ingediend door Liam Hyland, Sergio Berlato, namens de UEN-Fractie Amendement 33 Artikel 5, lid 1 1. In de gebieden waar voor de productie van schapen- of geitenvlees nauwelijks een alternatief bestaat, wordt een aanvullende premie betaald. De lidstaten stellen deze gebieden vast. In ieder geval wordt de aanvullende premie slechts toegekend aan producenten met een bedrijf waarvan de oppervlakte cultuurgrond voor ten minste 50% ligt in probleemgebieden als bedoeld in verordening (EG) nr. 1257/ In probleemgebieden in de zin van artikel 3, leden 3 t/m 5, van richtlijn 75/268/EEG, wordt de plattelandspremie gehandhaafd op 7 euro. In ieder geval wordt de premie slechts toegekend aan producenten met een bedrijf waarvan de oppervlakte cultuurgrond voor ten minste 50% ligt in probleemgebieden als bedoeld in verordening (EG) nr. 1257/1999. Ter compensatie van producenten in probleemregio's waar andere bedrijven niet levensvatbaar zijn. Or. en Amendement ingediend door Albert Jan Maat Amendement 34 Artikel 5, lid 3 3. Het bedrag van de aanvullende premie Schrappen wordt vastgesteld op 7 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. Als wordt gekozen voor éénzelfde premie voor alle gebieden dient dit artikel te vervallen. AM\ doc 12/34 PE /9-72

13 Or. nl Amendement ingediend door Jan Mulder Amendement 35 Artikel 5, lid 1 1. In de gebieden waar voor de productie van schapen- of geitenvlees nauwelijks een alternatief bestaat, wordt een aanvullende premie betaald. De lidstaten stellen deze gebieden vast. In ieder geval wordt de aanvullende premie slechts toegekend aan producenten met een bedrijf waarvan de oppervlakte cultuurgrond voor ten minste 50% ligt in probleemgebieden als bedoeld in verordening (EG) nr. 1257/ In de gebieden waar voor de productie van schapen- of geitenvlees nauwelijks een alternatief bestaat en op dijken en kwelders, wordt een aanvullende premie betaald. De lidstaten stellen deze gebieden vast. In ieder geval wordt de aanvullende premie slechts toegekend aan producenten met een bedrijf waarvan de oppervlakte cultuurgrond voor ten minste 50% ligt in probleemgebieden als bedoeld in verordening (EG) nr. 1257/1999. Dijken en kwelders, waar schapenhouderij noodzakelijk en vaak verplicht is voor de instandhouding, dienen voor de aanvullende premie in aanmerking te komen. Or. nl Amendement ingediend door Encarnación Redondo Jiménez Amendement 36 Artikel 5, lid 3 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 7 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 10 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. De minst bevoorrechte regio's moeten krachtig worden gesteund, in overeenstemming met het Europees model voor landbouw en veehouderij, dat steun biedt ter handhaving van de productie in kwetsbare regio's. De motivering voor deze aanvullende premie maakt haar volledig verenigbaar met de WTO-regels. Amendement ingediend door Ilda Figueiredo, Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos AM\ doc 13/34 PE /9-72

14 Amendement 37 Artikel 5, lid 3 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 7 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 9 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. Ter versterking van de cohesie met minder bevoorrechte regio's is het wenselijk de aanvullende premie iets meer te verhogen dan de premie per schaap of geit. Amendement ingediend door Carlos Bautista Ojeda, Eurig Wyn Amendement 38 Artikel 5, lid 3 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 7 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 9 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. De aanvullende premie moet producenten in de probleemregio's waarin geen andere dieren kunnen worden gehouden dan schapen en geiten, een passend inkomen waarborgen. Amendement ingediend door María Rodríguez Ramos Amendement 39 Artikel 5, lid 3 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 7 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. 3. Het bedrag van de aanvullende premie wordt vastgesteld op 9 EUR per ooi en per geit. De aanvullende premie wordt toegekend op dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de toekenning van de ooien- en geitenpremie. AM\ doc 14/34 PE /9-72

15 De aanvullende premie moet evenveel worden verhoogd als de premie per schaap en per geit. Amendement ingediend door Jean-Claude Martinez Amendement 40 Artikel 5, lid 3 bis (nieuw) (3 bis) Er wordt een scheerpremie ingesteld van 2 euro per schaap. Het Europees Parlement heeft zich reeds in een initiatiefverslag gebogen over het probleem van de schapenwol. Het Europese Hof van Justitie heeft echter in een arrest verklaard dat schapenwol niet kan worden aangemerkt als een landbouwproduct. Dit heeft tot gevolg dat Nieuw-Zeeland en Australië het monopolie hebben in de wolsector, terwijl onze fokkers wel de kosten moeten dragen van het scheren en het wegbrengen of laten ophalen van de wol. Dit rechtvaardigt een premie van 2 euro per jaar per schaap. Amendement ingediend door Jan Mulder Amendement 41 Artikel 6 Or. fr (6) De premies worden aan de begunstigde producenten betaald op basis van het aantal ooien en/of geiten die op hun bedrijf zijn gehouden gedurende een minimumperiode waarvan de duur wordt bepaald volgens de procedure als bedoeld in artikel 24, lid 2. De betalingen geschieden zodra de controles als voorgeschreven bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen zijn verricht, maar niet eerder dan op 16 oktober van het kalenderjaar waarvoor zij zijn aangevraagd, en niet later dan op 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar. (6) De premies worden aan de begunstigde producenten betaald op basis van het aantal ooien en/of geiten die op hun bedrijf zijn gehouden gedurende een minimumperiode waarvan de duur wordt bepaald volgens de procedure als bedoeld in artikel 24, lid 2. De betalingen geschieden zodra de controles als voorgeschreven bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen zijn verricht, maar niet eerder dan op 16 oktober van het kalenderjaar waarvoor zij zijn aangevraagd, en niet later dan op 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar. AM\ doc 15/34 PE /9-72

16 Vanwege het vervallen van het betalen van een voorschot is vervroeging van de betaling gewenst. Or. nl Amendement ingediend door Jan Mulder Amendement 42 Artikel 6 (6) De premies worden aan de begunstigde producenten betaald op basis van het aantal ooien en/of geiten die op hun bedrijf zijn gehouden gedurende een minimumperiode waarvan de duur wordt bepaald volgens de procedure als bedoeld in artikel 24, lid 2. De betalingen geschieden zodra de controles als voorgeschreven bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen zijn verricht, maar niet eerder dan op 16 oktober van het kalenderjaar waarvoor zij zijn aangevraagd, en niet later dan op 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar. (6) De premies worden aan de begunstigde producenten betaald op basis van het aantal ooien en/of geiten die op hun bedrijf zijn gehouden gedurende een minimumperiode waarvan de duur wordt bepaald volgens de procedure als bedoeld in artikel 24, lid 2. De betalingen geschieden zodra de controles als voorgeschreven bij Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen zijn verricht, maar niet eerder dan op 16 oktober van het kalenderjaar waarvoor zij zijn aangevraagd, en niet later dan op 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar. Vanaf 31 december 2002 zijn de betalingen afhankelijk van de identificatie en registratie van schapen en geiten door middel van individuele oormerken of elektronische vormen van identificatie en registratie. Ter verbetering van de administratieve controle, het tegengaan van fraude en de mogelijkheid om uitbraken van besmettelijke dierziekten zoals mond- en klauwzeer te beperken is het van groot belang een waterdicht identificatie- en registratiesysteem in te richten. Gezien de voorbereidingen die de Commissie daartoe op dit moment doet is het realistisch deze verbetering van het identificatie- en registratiesysteem pas een jaar na invoering van de GMO aan de premiebetaling te koppelen. Amendement ingediend door Liam Hyland, Sergio Berlato, namens de UEN-Fractie Or. nl AM\ doc 16/34 PE /9-72

17 Amendement 43 Artikel 6, lid 2 bis (nieuw) Met het oog op de pariteit met andere sectoren. Amendement ingediend door Gordon J. Adam Amendement 44 Artikel 6, lid 2 bis (nieuw) (2 bis) De compensatie voor extensivering wordt berekend op dezelfde grondslag (stuks levend vee) als bij andere veehouderijen. Or. en (2 bis) Wanneer een producent zijn veestapel heeft verkleind om te voldoen aan de voorwaarden voor een extensiveringsprogramma, kunnen lidstaten besluiten de in de artikelen 4 en 5 genoemde bedragen te betalen op basis van de individuele rechten van de producent voor zover deze groter in aantal zijn dan het aantal hiervoor in aanmerking komende dieren. De lidstaten stellen objectieve criteria vast om van deze bepaling gebruik te maken. Deze criteria moeten een minimumbezettingsgraad voor het bedrijf omvatten en aanvullende veehouderij of graanproductie onmogelijk maken. Deze bepaling moedigt producenten aan zich te concentreren op marktvraagstukken en de overeengekomen milieudoelstellingen (ter vervanging van amendement 5 van de rapporteur). Amendement ingediend door Avril Doyle Amendement 45 Artikel 6, lid 2 bis (nieuw) Or. en (2 bis) Wanneer de noodzakelijke controlemechanismen en traceerbaarheidsmaatregelen zijn ingesteld AM\ doc 17/34 PE /9-72

18 hebben lidstaten het recht een termijn van 50 dagen in te stellen voor het aanvragen van betalingen als bedoeld in de artikelen 4 en 5. De aanvrager moet gedurende 100 dagen gerekend vanaf de datum van ontvangst van zijn aanvraag, het aantal in de aanvraag vermelde dieren op zijn bedrijf handhaven. Deze maatregel wordt voorgesteld om het schadelijke markteffect tegen te gaan dat wordt veroorzaakt door de grote aantallen ooien, met name eenjarige ooien die te koop worden aangeboden aan het einde van de "vasthoudperiode". De gevolgen hiervan op de zuiglammerenmarkt, die vaak zeer ernstig zijn, blijven het gehele seizoen voelbaar. Spreekt voor zich. Amendement ingediend door Gordon J. Adam Amendement 46 Artikel 6, lid 2 ter (nieuw) Amendement ingediend door Avril Doyle Amendement 47 Artikel 6, lid 2 bis (nieuw) Or. en (2 ter) In overleg met de Commissie kunnen lidstaten vóór 16 oktober uit de staatskas betalingen verrichten. Deze betalingen worden vervolgens vergoed uit de EU-begroting. Or. en (2 bis) Bij het berekenen van de extensiveringspremie moeten de eerste vijftien stuks van de schapen/geitenkudde buiten beschouwing blijven. Deze maatregel is noodzakelijk om de balans en de gelijkheid te herstellen tussen de verschillende veesectoren. Het amendement is er voorts op gericht om een verdere omschakeling van schapenfokkerij op gemengde fokkerij tegen te gaan. AM\ doc 18/34 PE /9-72

19 Amendement ingediend door Danielle Auroi, Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf Amendement 48 Artikel 6 bis (nieuw) AM\ doc 19/34 PE /9-72 Or. en 1. De lidstaten stellen criteria vast voor de verdeling van de premies vermeld in de artikelen 4 en 5, overeenkomstig de bepalingen vastgesteld uit hoofde van verordening 1259/99 van de Raad van 17 mei De lidstaten stellen betaling van de premies afhankelijk van de inachtneming van milieuvoorschriften, de werkgelegenheid die door de bedrijven wordt gegenereerd, de toepassing van extensieve veeteelt en het totaal bedrag van de door de fokkers ontvangen premies. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 29 stellen de lidstaten de Commissie op de hoogte van de uit hoofde van dit artikel genomen maatregelen, met name voor wat betreft de probleemgebieden. In de GMO moet de inachtneming van bepaalde voorwaarden voor de toekenning van premies worden geregeld. In deze zin is het meer in overeenstemming met een beleid inzake plattelandsontwikkeling als overheidssubsidies afhankelijk worden gesteld van milieuvoorwaarden, sociale voorwaarden, het totaalbedrag van de door de fokkers ontvangen premies of bepaalde traditionele exploitatievormen. Amendement ingediend door Eurig Wyn Amendement 49 Artikel 9, lid 2 bis (nieuw) Or. fr (2 bis) Lidstaten kunnen premierechten opkopen van producenten die vrijwillig ermee instemmen een gedeelte van hun rechten over te dragen. Aan deze producenten worden compensatiebedragen betaald. Uit hoofde van deze bepaling mag niet meer dan 30% van de totale rechten van de producent worden overgedragen.

20 In een situatie waarin de regering de rechten terugkoopt van boeren die van de regeling gebruik maken omdat zij dringend om geld verlegen zitten, verkopen deze laatsten voorgoed hun recht om te produceren. Het verliezen van het recht om schapen te fokken in regio's waar schapenhouderij een van de weinige opties is, zou schadelijke effecten hebben voor plattelandsgebieden, waar kleine familiebedrijfjes de ruggengraat van de Gemeenschap vormen. Gekeken moet worden naar de langetermijneffecten van een dergelijke regeling. In het amendement wordt bepaald dat een producent niet meer dan 30% van zijn quota in het kader van de opkoopregeling mag verkopen. De huidige premieregels bepalen dat producenten 70% van hun quota moeten benutten omdat zij anders het risico lopen het niet gebruikte percentage te verliezen. Zij kunnen gedurende drie jaar quota uitlenen alvorens deze regel in werking treedt. De 70%-regel is een verstandige drempel, die ervoor zorgt dat in de quotaregeling voor runderen en schapen zich niet dezelfde toestand zal voordoen als in de zuivelsector, met grote aantallen niet-producerende producenten. Amendement ingediend door Albert Jan Maat Amendement 50 Artikel 9, lid 2 ter (nieuw) Or. en (2 ter) Indien andere producenten deze rechten overnemen dienen daarbij de voor de aankoop gedane compenserende betalingen aan de verstrekker te worden voldaan door de verkrijgers van de rechten. Het is niet meer dan logisch dat als deze rechten weer uit worden gegeven aan producenten, deze betalen voor compensatie die nodig is geweest om deze rechten vrij te maken. Amendement ingediend door Albert Jan Maat Amendement 51 Artikel 29 Or. nl (29) Uiterlijk op 31 december 2005 brengt de Commissie aan de Raad en het Parlement verslag uit over de gevolgen van de schapenen geitenhouderij voor het milieu, met bijzondere aandacht voor de probleemgebieden en voor het effect van de premieregeling. Het verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen. In het verslag wordt met name rekening gehouden met de (29) Uiterlijk op 31 december 2003 brengt de Commissie aan de Raad en het Parlement verslag uit over de gevolgen van de schapenen geitenhouderij voor het milieu, met bijzondere aandacht voor de probleemgebieden en voor het effect van de premieregeling. Het verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen. In het verslag wordt met name rekening gehouden met de AM\ doc 20/34 PE /9-72

21 verslagen die de lidstaten hebben uitgebracht over de toepassing van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 bedoelde maatregelen. verslagen die de lidstaten hebben uitgebracht over de toepassing van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 bedoelde maatregelen. In het verslag moet ook aandacht worden besteed aan de onderwerpen traceerbaarheid en het beperken van de verplaatsing van schapen overeenkomstig de beginselen van een goede omgang met het vee. Eventuele voorstellen moeten worden beschouwd als een bijdrage aan een bredere hervorming van de marktordening in de sector schapenvlees die moet worden uitgevoerd bij de tussentijdse herziening van Agenda Gezien de problemen met de traceerbaarheid en het verplaatsen van schapen die zichtbaar zijn geworden tijdens de recente mond- en klauwzeercrisis is het van groot belang dat op korte termijn een verslag wordt gepresenteerd waarin aan beide onderwerpen aandacht besteed wordt. Amendement ingediend door Georges Garot, Arlindo Cunha, Joseph Daul Amendement 52 Artikel 10 bis (nieuw) AM\ doc 21/34 PE /9-72 Or. nl 1. Op jaarbasis doen de lidstaten aan de producenten op hun grondgebied extra betalingen binnen de grenzen van de in bijlage 3 (nieuw) vastgestelde totaalbedragen. Deze betalingen worden toegekend aan de hand van objectieve criteria, waaronder met name de betrokken productiestructuur en -omstandigheden, en op zodanige wijze dat een gelijke behandeling van de producenten wordt gewaarborgd en distorsies op de markt en concurrentieverstoringen worden voorkomen. Bovendien mogen deze betalingen niet aan de schommelingen van de marktprijzen worden gekoppeld. 2. De extra betalingen kunnen de vorm aannemen van veebetalingen (artikel 10 ter) en/of areaalbetalingen (artikel 10 quater).

22 In de Europese Unie zijn de gemiddelde inkomens van geiten- en schapenhouders het laagst in de gehele landbouw. Deze productie is echter wel essentieel voor een groot aantal fokkers en probleemregio's. Het is dus absoluut noodzakelijk het globale niveau van de steun aan deze sector te verhogen. Instelling van een extra betaling bovenop de huidige premies (premie per schaap en per geit, extra premie), in de vorm van een flexibiliteitsenvelop (of nationale envelop) per stuks vee en/of hectare, zoals momenteel wordt toegepast in de gemeenschappelijke ordening van de markt voor rundvlees, zou de afzonderlijke lidstaten in staat stellen de inkomens van zijn producenten op te krikken, al naargelang de wijze van produceren en de specifieke problemen. Toekenning van deze betalingen zou uiteraard op communautair niveau moeten worden ingekaderd aan de hand van nauwkeurige en specifieke criteria. Het is van belang een zo groot mogelijk aantal schapen- en geitenhouderijen met zeer uiteenlopende en diverse productiekarakteristieken in Europa te behouden, aangezien deze zeer wel beantwoorden aan het Europese landbouwmodel dat is gebaseerd op multifunctionaliteit en duurzame ontwikkeling. Voor wat betreft de formulering overgenomen van artikel 14 van de rundvleesverordening 1254/1999 kan de volgende redactionele opmerking worden gemaakt. De amendementen 1 t/m 6 moeten worden opgenomen in een nieuwe afdeling (naar het voorbeeld van de rundvleesverordening): afdeling 2: extra betalingen. Als gevolg hiervan moet in hoofdstuk 1 "Rechtstreekse betalingen" een afdeling 1 worden gecreëerd: "premieregeling", waarbij de vier huidige afdelingen moeten worden veranderd in onderafdelingen: onderafdeling 1 "Premie voor schapen en geiten"; onderafdeling 2 "Aanvullende premie"; onderafdeling 3: "Gemeenschappelijke bepalingen"; onderafdeling 4: individuele plafonds. Amendement ingediend door Georges Garot, Arlindo Cunha, Joseph Daul Amendement 53 Artikel 10 ter (nieuw) AM\ doc 22/34 PE /9-72 Or. fr 1. Veebetalingen kunnen worden toegekend voor: a) zoogooien b) melkooien c) geiten 2. Veebetalingen kunnen worden toegekend als aanvulling op premies voor instandhouding van het schapenbestand, premies voor instandhouding van het geitenbestand of extra premies. De toekenning van betalingen wordt afhankelijk gesteld van specifieke eisen,

23 waarbij met name wordt gekeken naar de milieugevolgen van het betrokken productietype, de milieugevoeligheid van het areaal dat voor de schapen- en/of geitenhouderij wordt gebruikt en de maatregelen die zijn genomen om de toestand van dat areaal uit milieuoogpunt te stabiliseren of te verbeteren. De betalingen kunnen worden bestemd voor bedrijven die overstappen op extensivering. Zij kunnen ook worden bestemd voor regio's die te maken hebben met milieubeperkingen (aanwezigheid van roofdieren: wolven, beren...; gebieden met een kwetsbaar ecosysteem, bedrijven waar het vee wordt verweid), of aan bedrijven die zich hebben aangesloten bij agriecologische programma's. De betalingen kunnen ten slotte ook worden toegekend aan bedrijven die zich concentreren op kwaliteit (biologische landbouw, conformiteitscertificaten, benamingen...), en bedrijven die via producentenorganisaties hun productie en afzet organiseren. Zie motivering amendement 50. Voor de areaalbetalingen is het wenselijk een steunplafond vast te stellen gelijk aan het maximum van 350 euro in de GMO voor rundvlees. De tekst is gedeeltelijk overgenomen uit artikel 15 van verordening 1254/1999. Or. fr Amendement ingediend door Georges Garot, Arlindo Cunha, Joseph Daul Amendement 54 Artikel 10 quater (nieuw) 1. De areaalbetalingen worden toegekend per hectare blijvend grasland: a) die gedurende het betrokken kalenderjaar voor een producent beschikbaar is, b) waarvoor geen betalingen voor hetzelfde jaar worden aangevraagd in het kader van AM\ doc 23/34 PE /9-72

24 de stemregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, de steunregeling voor gedroogde voedergewassen en communautaire steunregelingen voor andere gewassen in de sector meerjarige teelten of de sector tuinbouw. 2. Het areaal blijvend grasland in een regio waarvoor areaalbetalingen kunnen worden toegekend, is ten hoogste gelijk aan het desbetreffende regionale basisareaal. De door de lidstaten vastgestelde regionale basisarealen zijn gelijk aan het gemiddelde aantal hectaren blijvend grasland dat in 1998, 1999 en 2000 voor de schapen- en geitenhouderij beschikbaar was. 3. Met inbegrip van de in artikel 17 van verordening 1254/1999 en artikel 19 van verordening 1255/1999 bedoelde areaalbetaling, kan in totaal geen hogere areaalbetaling worden toegekend dan 350 euro per hectare en per kalenderjaar. Zie motivering amendement 52 (de tekst komt uit GMO rundvlees 1254/1999, artikel 17). Amendement ingediend door Georges Garot, Arlindo Cunha, Joseph Daul Amendement 55 Artikel 10 quinquies (nieuw) Or. fr (10 quinquies) Voor 1 oktober 2002 verstrekken de lidstaten de Commissie uitvoerige informatie over hun nationale regelingen inzake de toekenning van extra betalingen. Eventuele wijzigingen in deze regelingen moeten uiterlijk een maand na hun goedkeuring aan de Commissie worden meegedeeld. Bij het doen van aanvullende betalingen moeten de lidstaten de Commissie op de hoogte stellen. De tekst is gelijk aan die van artikel 18 van verordening 1254/1999. AM\ doc 24/34 PE /9-72

25 Or. fr Zie amendement 52. Amendement ingediend door Georges Garot, Arlindo Cunha, Joseph Daul Amendement 56 Artikel 10 sexies (nieuw) (10 sexies) Uiterlijk 30 juni 2006 dienen de lidstaten een uitvoerig verslag over de uitvoering van de bepalingen van deze afdeling bij de Commissie in. Uiterlijk 31 december 2006 evalueert de Commissie de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze afdeling en onderzoekt zij de in bijlage 3 vastgestelde verdeling van de communautaire middelen over de lidstaten, met name rekening houdend met de ontwikkeling van het aandeel van de lidstaten in de schapen- en geitenvleesproductie. Zo nodig doet de Commissie passende voorstellen aan de Raad. Om het effect van de extra betalingen te kunnen beoordelen, moet na enkele jaren van toepassing een evaluatierapport worden opgesteld. De termijn komt overeen met het eind van de agenda De tekst is overgenomen van artikel 19 van verordening 1254/1999. Zie amendement 52. Amendement ingediend door Georges Garot, Arlindo Cunha, Joseph Daul Amendement 57 Artikel 10 septies (nieuw) Or. fr (10 septies) De Commissie stelt de uitvoeringsbepalingen voor deze afdeling vast volgens de procedure van artikel 24, lid 2. De instelling van extra betalingen moet geschieden volgens de klassieke procedure van AM\ doc 25/34 PE /9-72

26 beheerscomités. Or. fr Amendement ingediend door María Rodríguez Ramos Amendement 58 Artikel 11 bis (nieuw) (11 bis) Om een eventuele prijzencrisis in de EU te ondervangen wordt een veiligheidsnet gecreëerd dat voorziet in een automatische inkomenssteun voor de getroffen veehouders. Deze bepaling is van fundamenteel belang gezien de huidige crisis in verband met transmissibele spongiforme encefalopathieën. Een sector als die van schapen en geiten zou niet kunnen overleven in een situatie zoals die momenteel in de rundvleessector heerst als gevolg van de TSE, vanwege het toch al zo lage inkomensniveau van de producenten. AM\ doc 26/34 PE /9-72 Amendement ingediend door Ilda Figueiredo, Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos Amendement 59 Artikel 11 bis (nieuw) 1. In de zin van deze verordening wordt onder "producentenorganisatie" verstaan iedere rechtspersoonlijkheid: a) die op eigen initiatief van de producenten van schapen- en geitenvlees in het leven is geroepen, b) die hoofdzakelijk tot doel heeft: 1) de productie te programmeren en aan te passen aan de vraag, met name voor wat betreft kwantiteit en kwaliteit; 2) de concentratie van de vraag te bevorderen en de afzet van producten van haar leden te stimuleren; 3) de productiekosten omlaag te brengen; c) waarvan de statuten bepalingen bevatten met betrekking tot: 1) de toepassing van de door de producentenorganisatie vastgestelde regels

27 met betrekking tot de productie en afzet; 2) het opleggen aan de leden van contributies ter financiering van de producentenorganisatie; 3) de regels die op democratische wijze waarborgen dat de aangesloten producenten controle houden over hun organisatie en haar besluiten; 4) de sancties in geval van niet-naleving van de statutaire verplichtingen, met name het niet-betalen van de contributies, of van de door de producentenorganisatie vastgestelde regels; 5) de regels betreffende toelating van nieuwe leden, met name voor wat betreft een minimumperiode voor het lidmaatschap; 6) de voor het functioneren van de organisatie noodzakelijke boekhoudkundige en begrotingsbepalingen. 2. De lidstaten erkennen producentengroeperingen die hiertoe een verzoek indienen als producentenorganisaties in de zin van deze richtlijn, op voorwaarde dat: a) zij voldoen aan de vereisten van lid 1 en naast andere bewijsstukken het bewijs leveren dat zij een minimumaantal producenten verenigen en een minimumvolume aan productie op de markt brengen; b) voldoende waarborgen bieden met betrekking tot de uitvoering, de duur en de doelmatigheid van hun werkzaamheden; De aard, de functies en de doelstellingen van organisaties van producenten van schapen- en geitenvlees moeten worden vastgelegd, evenals de voorwaarden waaraan de statuten moeten voldoen. Amendement ingediend door Ilda Figueiredo, Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos AM\ doc 27/34 PE /9-72

28 Amendement 60 Artikel 11 ter (nieuw) 1. De lidstaten: a) nemen binnen drie maanden volgend op de indiening van de aanvraag en de bijbehorende bewijsstukken een besluit over erkenning; b) delen de Commissie binnen twee maanden ieder besluit mee inzake verlening, weigering of intrekking van de erkenning. 2. De Commissie ziet toe op de naleving van het bepaalde in artikel 11 bis en lid 1, sub b), van dit artikel, door middel van controles en kan, al naargelang het resultaat van deze controles, van de lidstaten verlangen dat zij een erkenning intrekken. Omschrijving van de procedure voor erkenning van organisaties van producenten van schapen- en geitenvlees en het eventuele intrekken van deze erkenning. Amendement ingediend door Ilda Figueiredo, Salvador Jové Peres, Dimitrios Koulourianos Amendement 61 Hoofdstuk II (a) (nieuwe titel) PRODUCENTENORGANISATIES Uit hoofde van verordening (EG) nr. 1257/1999 moet de regulering van producentenorganisaties geschieden in de vorm van een specifieke regeling voor iedere productiesector, en moet er dus ook een komen voor de sector schapen- en geitenvlees. Amendement ingediend door María Rodríguez Ramos Amendement 62 Artikel 12 bis (nieuw) (12 bis) De Commissie bevordert in het kader van deze GMO de oprichting en AM\ doc 28/34 PE /9-72

29 versterking van producentengroeperingen in de sector schapenvlees. Producentengroeperingen kunnen een positief effect hebben voor wat betreft de toepassing van het beleid inzake kwaliteit en veiligheid van het product, traceerbaarheid, milieuzorg en de gezondheid van dieren. De GMO moet de rol van dergelijke samenwerkingsverbanden derhalve versterken. Amendement ingediend door Avril Doyle Amendement 63 Artikel 14, lid 1 bis (nieuw) (1 bis) De importquota voor invoer in de Gemeenschap moeten worden verdeeld van maand tot maand. Voorts moet hierbij aandacht worden geschonken aan de omvang van de verschillende producties. Dit amendement heeft tot doel te voorkomen dat zich in bepaalde markten een neergang voordoet als gevolg van massale import, die strategisch geconcentreerd wordt in voor communautaire producenten kritieke periodes als Pasen. Amendement ingediend door Georges Garot, Joseph Daul Amendement 64 Artikel 20, lid 1 Or. en (1) Wanneer een aanmerkelijke prijsstijging of -daling op de markt van de Gemeenschap wordt geconstateerd, kunnen, als deze toestand waarschijnlijk zal voortduren en daardoor de markt verstoort of dreigt te verstoren, de nodige maatregelen worden genomen volgens de procedure als bedoeld in artikel 24, lid 2. (1) Wanneer een aanmerkelijke prijsstijging of daling op de markt van de Gemeenschap wordt geconstateerd, moeten, als deze toestand waarschijnlijk zal voortduren en daardoor de markt verstoort of dreigt te verstoren, de nodige maatregelen worden genomen volgens de procedure als bedoeld in artikel 24, lid 2. De schapensector kent weinig steunregelingen. De enige toegestane steunmaatregel is de steun voor particuliere opslag, die in het algemeen weinig wordt gebruikt en weinig doelmatig is. Schapenhouders lopen daarom de kans in een zeer kwetsbare situatie te komen AM\ doc 29/34 PE /9-72

30 verkeren als er spanningen optreden op de markten. Het verdient dus aanbeveling op communautair niveau te voorzien in de mogelijkheid een beroep te doen op specifieke acties, zodra zich een crisis voordoet, die producenten in staat stellen deze crisis te allen tijde te boven te komen. Amendement ingediend door Dominique F.C. Souchet Amendement 65 Artikel 20, lid 1 bis en ter (nieuw) Or. fr (1 bis) Er wordt een soort veiligheidsnet gecreëerd dat automatisch moet leiden tot compensatie van inkomensverliezen voor schapen- of geitenhouders in geval van een crisis die de sector nog kwetsbaarder maakt. 1 ter. De Raad stelt de uitvoeringsbepalingen van deze artikelen vast. De recente ervaring heeft aangetoond dat ernstige crises in verband met de vraag of het aanbod, de markten kunnen destabiliseren en de producenten in een bijzonder moeilijke situatie kunnen brengen; een veiligheidsnet, oftewel een net ter waarborging van een zeker inkomen, verhelpt dit en is te verenigen met onze internationale verplichtingen. Amendement ingediend door María Rodríguez Ramos Amendement 66 Artikel 20, lid 2 bis (nieuw) Or. fr (2 bis) De Commissie doet op korte termijn onderzoek naar de inkomenssituatie van producenten van schapen- en geitenvlees, afgezet tegen het gemiddeld inkomen in andere sectoren, met het oog op de eventuele noodzaak van verhoging van de premies. In vergelijking met andere veehouderijsectoren is de inkomenssituatie van producenten van schapen- en geitenvlees het slechtst. Daarnaast mag niet worden vergeten dat de productiviteit in deze sector niet is gestegen en de gestegen kosten op deze wijze dus niet zijn gecompenseerd. Het amendement heeft ten doel het huidige verschil met andere sectoren te AM\ doc 30/34 PE /9-72