Buiten spelen in de JOGG-wijk Amsterdam Nieuw-West; Observaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Buiten spelen in de JOGG-wijk Amsterdam Nieuw-West; Observaties"

Transcriptie

1 Buiten spelen in de JOGG-wijk Amsterdam Nieuw-West; Observaties Een gezonder eet- en beweeggedrag van de jeugd en het terugdringen van overgewicht In samenwerking met:

2 Buiten spelen in de JOGG-wijk Amsterdam Nieuw-West; Observaties Februari 2014, Frits van den Berg Guido Stut Colofon: Het hier gerapporteerde onderzoek is voornamelijk uitgevoerd door Guido Stut (stagiair VU, Faculteit Aard- en Levenswetenschappen, opleiding Health Sciences- Prevention and Public Health; veldwerk en analyse) met medewerking van Dusanka Noot (GGD Amsterdam, afdeling Milieu & Gezondheid; veldwerk) en met begeleiding van Frits van den Berg (GGD Amsterdam, afdeling Milieu & Gezondheid) en Loek Leenen (GGD Amsterdam, projectleider JOGG). Het onderzoek in 2011 is uitgevoerd door de studenten Nienke Bakker en Kim van Dalen met begeleiding van Huub Toussaint (allen VU, Faculteit der Bewegingswetenschappen) en Frits van den Berg. Dit verslag werd mede begeleid door Loek Leenen en besproken met Else Ham en Anne Ruijter (stadsdeel Nieuw West).

3 Inhoud 1. Aanleiding Doelstelling Werkwijze Observaties Begrippen Gebied Resultaten voorjaar 2011 (meting 1) Gebruik van de openbare ruimte Actief gedrag Resultaten najaar 2012 (meting 2) Gebruik van de openbare ruimte Actief gedrag Begeleiding van kleuters Aantal buiten spelende en in buurt wonende jongeren Gebruik van de openbare ruimte Actief gedrag Begeleiding van kleuters Aantal buiten spelende en in buurt wonende jongeren Veranderingen met de tijd Vergelijking 2012 en Vergelijking 2011, 2012 en Conclusie Bijlagen Bijlage 1. Gebruik openbare ruimte per leeftijdsgroep Bijlage 2. Aantal personen buiten en aantal inwoners Bijlage 3. Meetdagen 2012 en 2013 met aantallen geobserveerden en weergegevens Bijlage 4. Gebruikerstabellen 2011, 2012 en Bijlage 5. Bijdrage van buiten spelen aan de beweegnorm Bijlage 6. Meetinstrument: IGOR & IGOR blz. 1

4 1. Aanleiding In de JOGG-aanpak wordt buiten spelen gezien als een belangrijk onderdeel van de bestrijding van overgewicht bij kinderen. Buiten spelen is voor hen een goedkope en natuurlijke manier om zich fysiek en sociaal gezond te ontwikkelen. In de in Amsterdam aangewezen JOGG-pilotwijk, welke bestaat uit de Staalmanpleinbuurt en de Delflandpleinbuurt, wordt buiten spelen gestimuleerd door verschillende maatregelen in te voeren. Om het beleid te toetsen op effectiviteit is ervoor gekozen om het buitenspeelgedrag in deze wijk in kaart te brengen. Deze evaluatie van het JOGG-project in Amsterdam is gebeurd door zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek in de wijk uit te voeren. In het voorliggende rapport zullen de bevindingen van het kwantitatieve onderzoek naar buiten spelen centraal staan. Dit onderzoek bestaat uit systematische observaties van het buiten spelen. Het onderzoek is uitgevoerd in mei 2011, oktober en november 2012 en mei In het onderzoeksgebied liggen delen die inmiddels vernieuwd zijn of nog vernieuwd worden. Daardoor zijn er zowel fysiek als sociaal veranderingen. Zowel de doelstellingen als uitvoering van deze vernieuwing vallen voor een deel samen met het JOGG-project. 2. Doelstelling De observaties in de JOGG-wijk hadden als doel inzicht te krijgen in het feitelijke buitenspeelgedrag over een langere periode. Hierbij werd onderscheid gemaakt naar leeftijdsgroepen (kleuters, kinderen, adolescenten en volwassenen), geslacht, locatie en de mate van activiteit. Bij de observaties werden dus ook oudere jeugd en betrokken ouders/begeleiders meegenomen. Door herhaalde observaties kunnen ontwikkelingen in het buitenspeelgedrag zichtbaar worden gemaakt, in principe zowel per afzonderlijke speellocatie als voor de wijk als geheel. JOGG is uiteindelijk effectief als meer kinderen (tot 12 jaar) een gezond gewicht bereiken, met name doordat het percentage kinderen met overgewicht daalt. Omdat dat vooral wordt bereikt door een betere voeding en meer beweging, is het bevorderen van de hoeveelheid beweging een belangrijke subdoelstelling. Beweging kan natuurlijk op vele manieren, maar bij JOGG ligt de nadruk op een leefomgeving waarin men dagelijks actief kan zijn door lopen, fietsen en buiten spelen. Voor het buiten spelen kan daarom de volgende subdoelstelling worden geformuleerd: A- Een toenemend aantal kinderen (tot 12 jaar) speelt vaker buiten. Met de systematische observaties worden geen afzonderlijke kinderen gevolgd, maar wordt op groepsniveau gemeten of er, in de loop van de tijd, meer buiten spelen plaatsvindt als gevolg van verbetering van buitenspeelmogelijkheden en meer aandacht daarvoor via sociale stimulansen. Dit leidt tot de volgende, aangepaste doelstelling: B- Na verloop van tijd wordt een groter aantal buiten spelende kinderen (tot 12 jaar) waargenomen blz. 2

5 3. Werkwijze 3.1 Observaties De observaties werden in oktober en november 2012 uitgevoerd. In mei 2013 zijn vergelijkbare observaties opnieuw uitgevoerd. De resultaten van de beide observatieperioden worden hieronder eerst apart gepresenteerd (hoofdstukken 5 en 6), daarna met elkaar vergeleken (hoofdstuk 7). Observaties in mei 2011 hadden een andere opzet (geen informele speelplekken geobserveerd, observatiemethode niet helemaal hetzelfde) en vonden plaats toen er veel veranderde (o.a. Staalmanpark en Fiep Westendorpschool met bijgelegen speelgelegenheid nog niet gereed). Om deze redenen zijn de resultaten uit 2011 alleen voor zover mogelijk vergeleken met die uit 2012/13. Met duidelijke instructies en vooraf ontwikkelde observatieprotocollen kon op een systematische manier het buitenspeelgedrag in kaart gebracht worden. De observaties moesten een afspiegeling geven van de normale buitenspeelactiviteiten in de wijk. Daarom werd er alleen geobserveerd indien er geen speciale omstandigheden waren die invloed konden hebben op het buitengedrag. Zo is de dag dat er een commercieel voetbalevenement op het Staalmanpark georganiseerd werd, vermeden als observatiedag. Bovendien is bij regen niet geobserveerd. De observaties ten behoeve van dit onderzoek vonden in 2012 en 2013 altijd na schooltijd (vanaf 15:30, op woensdagen vanaf 12:30) en voor de avond (18:30u) plaats in sessies van minuten. In beide jaren werd ongeveer tien keer geobserveerd. De beide onderzoeksbuurten werden in kleine gebieden (subgebieden) verdeeld om een nauwkeurig ruimtelijk beeld te krijgen van het buitenspeelgedrag. Zowel de Staalmanpark- als de Delflandplein-West buurt werden verdeeld in elk ongeveer 100 subgebieden. Hierbij is onderscheid gemaakt in formele en informele gebieden (zie definities). De observaties vonden plaats tijdens rondes door de buurten. Tijdens een ronde werd elk subgebied in een buurt geobserveerd. Een uitgebreide uitleg over de observaties is te vinden in de Handleiding Buiten spelen van stagiair Guido Stut. Bij de waarnemingen van 2011 werd er in drie perioden geobserveerd: in lunchtijd (12:00u-13:00u), na schooltijd (15:30u-16:30u) en s avonds (19.00u-20.00u). In elk van deze perioden werd acht keer geobserveerd. De waarnemingen betreffen niet persé verschillende personen: als een persoon op twee verschillende tijden of twee verschillende plekken werd waargenomen telde deze tweemaal mee. Als kinderen voldoende buiten spelen is het uiteraard te verwachten dat ze op meerdere dagen worden gezien. Dit rapport geeft niet alle onderzoeksresultaten 1, maar is gericht op de evaluatie van het JOGGproject, waarbij de aantallen buiten spelende kinderen per leeftijdsgroep beschreven worden. Om 1 Het onderzoek van 2012 is beschreven in het afstudeerverslag van Guido Stut: A quantitative analysis of children's (aged 2-18 years) outdoor play in Amsterdam Nieuw-West: comparing playground types and local demographic characteristics with systematic observations of outdoor play behavior in two districts (juni 2013). Het onderzoek van Nienke Bakker is beschreven in het afstudeersverslag Fysieke activiteit in de publieke ruimtes van Amsterdam Nieuw-West. De invloed van de indeling van een publieke speeltuin op het blz. 3

6 een idee te krijgen van het aantal kinderen dat in de buurten woont, is de populatie van het onderzoeksgebied per leeftijdsgroep vermeld in bijlage Begrippen De volgende werkdefinities zijn in dit onderzoek gebruikt: Buiten spelen: het verblijf (niet het onderweg zijn) van kinderen in de leeftijdsklasse van 2 tot 12 jaar in de openbare buitenruimte. Het betreft verblijf buiten schooltijden zonder een waarneembaar georganiseerd karakter met een herkenbare initiator (instructeur, leid(st)er). Leeftijdsgroepen: de jongsten zijn verdeeld in twee groepen: kleuters (2 t/m 5 jaar) en kinderen (6 t/m 12 jaar). De leeftijd is geschat na training met foto s van schoolklassen en rekening houdend met gemiddelde lichaamslengten van 6- en 12-jarigen. Daarnaast zijn adolescenten (13 t/m 18 jaar) en volwassenen (ouder dan 18 jaar) meegenomen in de observaties. Volwassenen werden geregistreerd als ze een kind begeleidden. Bij kleuters is geen onderscheid gemaakt naar geslacht, bij de anderen wel. Activiteit: alle activiteiten, behalve bij transport (het louter onderweg zijn) en die welke specifiek georganiseerd zijn (tijdelijke evenementen), van iedere intensiteit: licht/matig/intens. Daarnaast is genoteerd of kinderen inactief zijn. Bij adolescenten is alleen genoteerd of ze actief zijn, bij volwassenen is alleen de aanwezigheid, niet de mate van activiteit genoteerd. Type gebied: uit eerder onderzoek is gebleken dat kinderen tijdens het buiten spelen zich niet strikt houden aan de grenzen van formele speelplekken, daarom is er voor gekozen ook informele ruimten te observeren: - formeel (officiële speelplaatsen): plekken met speeltoestellen/belijning en (openbare) schoolpleinen. - informeel: plekken zonder specifieke speelbestemming in de openbare ruimte: stoepen, straat, grasveldjes. Daarnaast kan eventueel een onderscheid worden gemaakt naar grotere en kleinere plekken of naar beoogde leeftijdsgroep. Beweegnorm. Om buitenspeelgedrag te kunnen koppelen aan een gezondheidsindicator kan een richtlijn voor gezond beweeggedrag voor jongeren worden gehanteerd. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor jongeren (tot 18 jaar) luidt: dagelijks één uur ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit (>= 5 METs), waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie). beweeggedrag van de bewoners van september Van het onderzoek in 2013 is geen verslag behalve het hier gerapporteerde. blz. 4

7 4. Gebied Het gebied van de JOGG-pilot bestaat uit de buurten Staalmanplein, Delflandplein-West en Delflandplein-Oost (zie figuur 4.1). In 2012 en 2013 is het buiten spelen onderzocht in de eerste twee buurten, dus niet in Delflandpleinbuurt-Oost. 2 Het onderzoeksgebied wordt omsloten door vrij drukke, brede wegen, zodat verwacht wordt dat kinderen weinig buiten de wijk spelen en omgekeerd dat weinig kinderen van buiten de wijk in het gebied spelen. De buurten Staalmanplein en Delflandplein-West worden gescheiden door een hoge, brede spoordijk die ook min of meer als barrière zal werken. De beide delen van de Delflandpleinbuurt worden gescheiden door de hoog liggende westelijke ringweg. Figuur 4.1: ligging onderzoeksgebied (Staalmanpleinbuurt en Delflandpleinbuurt) met formele speelplekken; de kleur van de speelplek (geel, groen of rood) geeft aan in welk(e) ja(a)r(en) er geobserveerd is 2 Delflandplein-Oost deed wel mee in 2011, toen de Jan de Doper school daar nog was; deze school is later in 2011 verhuisd als Fiep Westendorpschool- naar Delflandplein-West blz. 5

8 5. Resultaten voorjaar 2011 (meting 1) De meting van 2011 betrof alleen het buitenspelen in destijds aanwezige formele plekken in beide buurten. De speelplekken die onderzocht zijn in 2011 zijn door grote veranderingen in het straatbeeld in sommige gevallen verdwenen. Ook zijn er speelplekken bijgekomen na de meting van Zo is het grote en populaire Staalmanpark pas in de zomer van 2011 opgeleverd. De meting van 2011 gaat dus over het buitenspeelgedrag in een gedeeltelijk andere context. In de kaart in figuur 4.1 is weergegeven welke speelplekken in welk jaar werden onderzocht. In totaal zijn er 430 mensen in de eerder gehanteerde leeftijdsgroepen waargenomen: de verdeling daarvan naar leeftijd en geslacht is in figuur 5.1 weergegeven. Hiervan waren 33 kinderen onder de 2 jaar, maar omdat deze groep niet behandeld is in het latere onderzoek, wordt er verder niet ingegaan op deze jonge leeftijdsgroep. Figuur 5.1: Verdeling personen naar geslacht en leeftijd; 2011 blz. 6

9 5.1 Gebruik van de openbare ruimte In 2011 zijn er meer kinderen in de Dw-buurt geobserveerd dan in de S-buurt. Vooral adolescenten werden meer gezien in de Dw-buurt, jonge kinderen werden vaker gezien in de S-buurt. In de leeftijdsgroep van 6-12 jaar was het aandeel meisjes iets groter (52%) dan het aandeel jongens (48%). Er waren relatief meer volwassenen dan in latere jaren, waarbij een groter deel vrouwelijk was (62 vrouwen en 47 mannen). In figuur 5.2 is aangegeven hoe de personen waren verdeel d over de verschillende speelplekken. Bijlage 4 geeft een overzicht van alle waarnemingen per leeftijdsgroep, geslacht en buurt. De meting van 2011 betrof alleen observaties van formele gebieden; bij stoepen en andere ruimten buiten de officiële speelplekken (informele ruimten) is toen niet geobserveerd. Figuur 5.2: aantal geobserveerde personen per speelplek (alle leeftijdsgroepen incl. volwassen begeleiders); kleur geeft totaal aantal in klassen, getal per plek het aantal geobserveerden; 2011 De meting van 2011 bevatte naast meetmomenten in de middag (15.30u-16.30u) ook metingen eerder (12.00u-13.00u) en later (19.00u-20.00u) op de dag. Zoals te zien in figuur 5.3 waren peuters minder vaak s avonds buiten terwijl kinderen van 6-12 jaar vooral s middags en s avonds buiten waren. Beide leeftijdsgroepen samen vormen een vrijwel constant aantal. Overigens is het in mei tot na 20 uur ligt (zon onder tussen 21 en 22 uur). Er werd in 2011 ook op weekenddagen geobserveerd, hetgeen mogelijk de aanwezigheid van kinderen en jongeren s ochtends mede verklaart. In vergelijking met weekdagen waren er op weekenddagen 20% minder kinderen (t/m 12 jaar) buiten en 30% minder adolescenten, maar twee keer zo veel volwassenen. blz. 7

10 Figuur 5.3: aantal personen dat buiten is (op formele speelplekken) op verschillende tijden van de dag, per leeftijdsgroep; Actief gedrag Tijdens observeren was het buitenspeelgedrag en daarmee ook de fysieke activiteit geregistreerd. Met het formulier IGOR-1 (bijlage 6) konden 15 verschillende activiteiten onderscheiden worden, maar bij de observaties van 2011 zijn slechts 5 activiteiten-opties gebruikt, nl. (van meest naar minst voorkomende activiteit): sport/spel (incl. voetbal), inactief gedrag, gebruik speeltoestel, lopen, en de begeleider optie waarbij een ouder persoon een kind begeleidt bij het buiten spelen. Bij de meting van 2011 is te zien in figuur 5.4 dat kinderen van 6-12 jaar de meest actieve leeftijdsgroep zijn, gevolgd door peuters (2-5 jaar). De minst actieve leeftijdsgroep vormen de adolescenten (13-18 jaar). Figuur 5.4: percentage jonge personen dat buiten actief is op formele speelplekken, per leeftijdsgroep en per buurt; 2011 blz. 8

11 6. Resultaten najaar 2012 (meting 2) In totaal zijn er 704 mensen waargenomen. Dit waren alle mensen die betrokken waren bij het buiten spelen, dus alle leeftijdsgroepen en de volwassen begeleiders. In de S-buurt werden drie keer zoveel personen waargenomen als in de Dw-buurt, waarbij opviel dat vooral het nieuwe speelgebied Staalmanpark druk was. De waarnemingen betreffen uiteraard niet 704 verschillende individuen: als een persoon op twee verschillende tijden of twee verschillende plekken werd waargenomen telt deze tweemaal mee. Als kinderen voldoende buiten spelen is het uiteraard te verwachten dat ze op meerdere dagen worden gezien. Figuur 6.1: Verdeling personen naar geslacht en leeftijd; 2012 blz. 9

12 Ongeveer 2 van de 3 waargenomen kinderen (6-12 jaar) waren jongens. Begeleiders waren vooral vrouwelijk; in de Dw-buurt waren relatief meer mannelijke begeleiders dan in de S-buurt. In tabel 6.1 is een overzicht gegeven van aantallen personen die gemiddeld per ronde zijn waargenomen. De waarnemingen waren s middags op werkdagen na schooltijd en kinderen van 7-12 jaar vormden meer dan de helft van de waargenomen aantallen. Tabel 6.1: gemiddelde aantallen waargenomen personen naar leeftijdsgroep en buurt en per type speelplek; 2012 kinderen totaal aantal peuters (2-6) (7-12) adolescenten (13-18) volwassenen (18+) S-buurt D-buurt beide op formele speelplekken op informele plekken (stoepen) Bijlage 4 geeft een overzicht van alle waarnemingen per leeftijdsgroep, verdeeld naar buurt en type speelruimte (formeel: voor spelen ingerichte speelplekken; informeel: niet daarvoor ingerichte plekken, vooral stoepen). 6.1 Gebruik van de openbare ruimte Sommige plekken worden intensiever gebruikt dan andere. Hieronder wordt per buurt het gebruik van de buitenspeelgebieden toegelicht. In figuur 6.2 is een overzicht gegeven van waargenomen aantallen personen in formele en informele speelgebieden. In figuren in bijlage 1 is dit op vergelijkbare weergegeven per leeftijdsgroep en geslacht. Figuur 6.2: aantal geobserveerde personen per speelplek (alle leeftijdsgroepen incl. volwassen begeleiders); kleur geeft totaal aantal in klassen, getal per plek het aantal geobserveerden; 2012 blz. 10

13 6.1.1 Formele speelruimten Op formele speelplekken bevond zich in % van het aantal geobserveerde personen. Formele speelruimten in de S-buurt Opvallend in de S-buurt is dat het gebruik van formele speelruimte sterk geconcentreerd is en zich vrijwel beperkt tot het Staalmanpark, dat tevens schoolplein is van de basisschool. Van alle kleuters en kinderen van 6-12 jaar is rond 50% hier waargenomen. 93% van het buiten spelen op formele plekken in de S-buurt gebeurt in het Staalmanpark en slechts 7% op de andere, kleinere speelplekken in de buurt. Verder toegespitst naar leeftijdsgroep blijkt dat kinderen en adolescenten nagenoeg alleen het Staalmanpark gebruiken (93% voor jongens 6-12 jaar, de overige groepen 100%) en kleuters voor het overgrote deel (75%). Hoewel het om kleine aantallen gaat gebruiken kleuters dus relatief vaker andere (kleinere) speelplaatsen. Formele speelruimten in de Dw-buurt In de Dw-buurt is meer ruimtelijke spreiding te zien in het buiten spelen. Een populaire plek om buiten te spelen voor jongens en adolescenten was het verharde nieuwe voetbalveldje aan de Overschiestraat bij de nieuwe Fiep Westendorpschool. Alle waargenomen pubers waren in of direct rondom het voetbalveld, net als een groot deel van de kleuters (44%) en jongens van 6-12 jaar (64%). Meisjes van 6-12 jaar speelden vooral (63%) tussen de nieuwbouw in een relatief groot speelgebied met veel moderne toestellen. 25% van de meisjes en kleuters was in de formele speelruimte op het Delflandplein (vooral bij het klimtoestel) waargenomen. Opvallend in de Dw-buurt is dat er haast niemand bij de twee speelplaatsen in het westen van de buurt geobserveerd zijn. Deze plekken hebben een relatief grote verscheidenheid aan speeltoestellen maar bevinden zich ook in het relatief dunbevolkte oude gedeelte van de buurt Informele speelruimten Op informele speelplekken bevonden zich in % van het aantal geobserveerde personen. Informele speelruimten in de S-buurt Het gebruik van informele ruimte in de S-buurt kent meer versnippering. De belangrijkste informele speelgebieden bevinden zich rondom het Staalmanpark, waarbij kleuters vooral op het plantsoen nabij de basisschool te vinden waren (35% van het informele gebruik van kleuters) en kinderen op de brede stoep tegenover het Staalmanpark (37% van de jongens en 39% van de meisjes). Populair was verder de doodlopende straat bij de kleine speelplaats in het zuidwesten van de S-buurt en in mindere mate het kleine winkelgebied rondom een formeel speelgebied (respectievelijk 13% en 10% van het totale informele gebruik in de S-buurt). Informele speelruimten in de Dw-buurt Spelen op informele plekken werd vooral waargenomen in het nieuwbouwgedeelte aan de noordkant van de Dw-buurt (21% van het gebruik van informele plekken) en rondom de nieuwe speelplaats met de moderne toestellen (27%). Opvallend was dat jongens dus geen gebruik maakten van de toestellen op de formele plekken, maar eromheen vooral voetballend en fietsend aanwezig waren (47% van het gebruik van informele plekken door jongens, 27% van het totale gebruik op blz. 11

14 informele plekken). Verder waren de gebieden rondom het centraal gelegen voetbalveld en het stenen pleintje bij Delflandplein relatief populair (respectievelijk 12% en 22% van het totale gebruik van informele plekken). 6.2 Actief gedrag Tijdens de metingen van 2012 en 2013 werd het buitenspeelgedrag geregistreerd met IGOR-2. Enkele wijzigingen die het protocol beter geschikt maakte voor de registratie van informeel gedrag waren verwerkt in IGOR-2. Het IGOR-2 protocol was hierdoor iets beknopter. Dat gold ook voor de activiteiten-opties, in IGOR-2 konden waarnemingen vertaald worden in verschillende 6 activiteiten: lopen, rennen, fietsen/steppen, voetballen, gebruik van een speeltoestel, en overig sport/spel. Kinderen en jongeren (2-18 jaar) waren in 73% van de gevallen actief. De meest populaire activiteiten bij kleuters waren lopen en overig sport/spel, samen vormden die 50% van de activiteiten. Bij kinderen waren dat voetballen en overig sport/spel, samen goed voor 56%. Bij adolescenten is alleen genoteerd of ze actief waren, niet de aard van de activiteit. 56% van alle personen bevond zich in formele speelruimten. Dit percentage is in de S-buurt iets hoger (58%) dan in de Dw-buurt (51%). Meisjes spelen minder vaak in formele ruimten dan jongens. Kleuters spelen vaker in formele ruimten dan oudere kinderen. Figuur 6.3 geeft een overzicht van de mate waarin de verschillende leeftijdsgroepen actief waren op formele en informele speelplekken, verdeeld naar buurt en leeftijd. In totaal is in de formele ruimten 80% van de personen tot 18 jaar actief, tegen 63% in de informele ruimten. Kleuters zijn echter in formele en informele ruimten even actief. Kinderen zijn in formele ruimten actiever in vergelijking met informele ruimten. Adolescenten zijn als groep aanzienlijk minder actief, maar wel relatief actiever in de formele ruimten In bijlage 5 is een schatting gemaakt van de bijdrage van het buitenspelen aan de Nederlandse beweegnorm. Figuur 6.3: percentage jonge personen dat buiten actief is op formele en informele speelplekken, per leeftijdsgroep en per buurt; 2012 blz. 12

15 6.3 Begeleiding van kleuters Kleuters in de Dw-buurt waren minder vaak onder toezicht van een oudere persoon dan in de S- buurt. In de Dw-buurt werd 52% van de kleuters begeleid door een of meer volwassenen. Dat wil zeggen dat wanneer zij buiten speelden er in 52% van de gevallen in hetzelfde subgebied een volwassen persoon als (kennelijke) begeleider aanwezig was. Kleuters in de Staalmanpleinbuurt werden volgens dezelfde criteria in 84% van de gevallen begeleid door een volwassen persoon. 6.4 Aantal buiten spelende en in buurt wonende jongeren In bijlage 2 is het totaal aantal personen woonachtig in beide buurten gegeven in dezelfde leeftijdsgroepen als bij de observaties zijn gebruikt. De percentages jongeren van verschillende leeftijdsgroepen die gemiddeld per observatieronde buiten waren, zijn in figuur 6.4 weergegeven. De aantallen personen per leeftijdsklasse zijn bepaald uit populatiegegevens van O+S. 3 Figuur 6.4 laat per buurt zien hoe het gemiddelde aantal buiten per leeftijdsgroep zich verhoudt tot het aantal dat in de buurt woont. Gemiddeld is rond 2,5% van de in elke buurt woonachtige kleuters s middags na schooltijd buiten waargenomen. Voor kinderen was dit in beide buurten als geheel 7,9%, maar in de Dw-buurt (5,2%) was dat maar half zo veel als in de S-buurt (9,3%). Uit de figuur blijkt dat kinderen, zoals men ook zou verwachten vanwege de tijd van observatie ( s middags na schooltijd), het meest buiten zijn. Figuur 6.4: aandeel van personen dat buiten is als percentage van personen woonachtig in beide buurten, verdeeld naar buurt en leeftijd; % beide buurten S-buurt D-buurt percentage van leeftijdsgroep in buurt 15% 10% 5% 0% peuters (2-6) kinderen (7-12) adolescenten (13-18) volwassenen totaal 3 de leeftijden zijn in O+S-data anders gegroepeerd (1-5, 6-10, 11-15, en vanaf 20 jaar) en hier omgerekend met de aanname dat in elk jaar van een leeftijdscategorie hetzelfde aantal personen voorkomt blz. 13

16 7. Resultaten voorjaar 2013 (meting 3) In totaal zijn er 598 mensen waargenomen. Dit waren alle mensen die betrokken waren bij het buiten spelen, dus alle leeftijdsgroepen en de volwassen begeleiders. 60% van hen werden in de S- buurt waargenomen en 40% in de Dw-buurt, waarbij het net als in 2012 opviel dat vooral het Staalmanpark in de S-buurt druk bezocht was. Figuur 7.1: Verdeling personen naar geslacht en leeftijd; 2012 Ongeveer 2 van de 3 waargenomen kinderen (6-12 jaar) waren jongens. Begeleiders waren vooral vrouwelijk; in de Dw-buurt waren aanmerkelijk meer vrouwelijke dan mannelijke begeleiders. Tabel 2 geeft een overzicht van alle waarnemingen per leeftijdsgroep, verdeeld naar buurt en type speelruimte (formeel: voor spelen ingerichte speelplekken; informeel: niet daarvoor ingerichte blz. 14

17 plekken, vooral stoepen). Eerst zijn in tabel 1 de totalen van alle waarnemingen (totalen alle observatierondes) gegeven, vervolgens het gemiddelde van de observatierondes. Tabel 7.1: gemiddelde aantallen waargenomen personen naar leeftijdsgroep en buurt en per type speelplek; 2013 kinderen totaal aantal peuters (2-6) (6-13) adolescenten (13-18) volwassenen (18+) S-buurt D-buurt beide buurten op formele speelplekken op informele plekken (stoepen) Gebruik van de openbare ruimte Sommige plekken worden intensiever gebruikt dan andere. Hieronder wordt per buurt het gebruik van de buitenspeelgebieden toegelicht. In figuur 7.2 is een overzicht gegeven van waargenomen aantallen personen in formele en informele speelgebieden. In figuren in bijlage 1 is dit op vergelijkbare weergegeven per leeftijdsgroep en geslacht. Figuur 7.2: aantal geobserveerde personen per speelplek (alle leeftijdsgroepen incl. volwassen begeleiders); kleur geeft totaal aantal in klassen, getal per plek het aantal geobserveerden; 2013 blz. 15

18 7.1.1 Formele speelruimten Op formele speelplekken bevonden zich in % van het aantal geobserveerde personen. Formele speelruimten in de S-buurt Net als in 2012 viel op dat het Staalmanpark een belangrijke speelplek is in de S-buurt. Van de waargenomen kleuters en kinderen t/m 12 jaar speelde respectievelijk 51% en 54% in het Staalmanpark. Ook een groot deel van de adolescenten (65%) bezocht het Staalmanpark en 76% van de begeleiders was in het Staalmanpark te vinden. Als het gebruik van het Staalmanpark vergeleken wordt met alleen de formele speelplekken in de S-buurt valt op dat kleuters in 85% van de gevallen in het Staalmanpark gezien werden. Bij de overige leeftijdsgroepen lag dit percentage op 92% en 95% (kinderen en begeleiders resp.) en 100% (adolescenten). De enige andere formele speelplek met noemenswaardig gebruik in deze buurt was de kleine speelplek in het zuidwesten van de buurt. Rondom deze speelplek werd ook veelvuldig gespeeld op informele plekken. Formele speelruimten in de Dw-buurt Het gebruik van de formele ruimten in 2013 heeft veel overeenkomsten met de het gebruik in Het verharde nieuwe voetbalveld, centraal gelegen in de buurt, trekt veel publiek waarbij voornamelijk kinderen van 6 t/m 12 jaar op deze plek actief waren (verantwoordelijk voor 24% van het gebruik van formele ruimten) en voor kleuters blijft de relatief grote speelplek tussen de nieuwbouw blokken in het noorden populair (44% van de kleuters in formele ruimten). De oude speelplek in het noordwesten van de buurt werd dit keer druk bezocht, in tegenstelling tot de eerdere meting van 2012 waarbij er slechts enkele kinderen geobserveerd werden. Gemiddeld per observatie werden hier nu zeven kinderen geobserveerd. Daarmee werd deze plek verreweg het meest bezocht van de formele plekken (41% van de geobserveerden in formele ruimten). Op de soortgelijke speelplek ten zuiden van deze druk bezochte speelplek werden regelmatig adolescenten gezien (85% van het totale formele gebruik van deze leeftijdsgroep). Waarschijnlijk was dit gebruik gerelateerd aan de aanwezigheid van de nabijgelegen middelbare school Informele speelruimten Op informele speelplekken bevonden zich in % van het aantal geobserveerde personen. Informele speelruimten in de S-buurt Omdat adolescenten en volwassenen vooral op het Staalmanpark gezien werden, wordt alleen het informele gebruik van kleuters en kinderen t/m 12 jaar besproken. De meting van 2013 laat in grote lijnen hetzelfde gebruik zien van informele speelruimte door kinderen van 6 t/m 12 jaar. Wat opvalt, is dat er in 2013 minder kinderen op de grote stoep naast het Staalmanpark spelen maar dat deze stoep nog steeds veelvuldig gebruikt wordt voor buitenspelen. Verder zijn er opvallend meer kinderen bij de doodlopende straat in het zuidwesten van de buurt gezien. Rondom het speelplaatsje daar werd in 2013 vooral veel gevoetbald. In dit deel van de buurt waren ook meer kleuters vergeleken met de observaties in het jaar daarvoor. blz. 16

19 Informele speelruimten in de Dw-buurt De informele speelruimte rondom de populaire, nieuwe speelplaats in het noorden van de wijk en de ruimte rondom het verharde voetbalveld waren ook in 2013 weer populaire buitenspeelgebieden. 53% van de geobserveerden in informele gebieden werden in deze ruimten gezien. Verder is te zien dat kinderen van 6 tot 12 jaar meer versnipperd dan kleuters buitenspelen. Hierbij lijken kleuters meer gebonden aan ouders/begeleiding nabij hun huis/stoepje bij de voordeur terwijl kinderen zich vrijer door de wijk verplaatsen met een meer divers gebruik van de openbare ruimte. 7.2 Actief gedrag In 2013 waren 74% van de kinderen en jongeren (2-18 jaar) actief, dus vrijwel gelijk aan de 73% van het jaar ervoor. De meest populaire activiteiten bij kleuters was het gebruik van een speeltoestel het meest populair, gevolgd door fietsen of steppen, samen vormden die 75% van de activiteiten. Bij kinderen was voetballen het meest populair, gevolgd door het gebruik van een speeltoestel, samen goed voor 64%. Bij adolescenten is alleen genoteerd of ze actief waren, niet de aard van de activiteit. Figuur 7.3: percentage jonge personen dat buiten actief is op formele en informele speelplekken, per leeftijdsgroep en per buurt; % van alle personen bevond zich in formele speelruimten. Dit percentage is in beide buurten hetzelfde. Kleuters (2-5 jaar) spelen vaker in formele ruimten dan oudere kinderen. Meisjes spelen minder vaak in formele ruimten dan jongens. Figuur 4 geeft een overzicht van de mate waarin de verschillende leeftijdsgroepen actief waren op formele en informele speelplekken, verdeeld naar buurt, leeftijd en geslacht. In totaal is in de formele ruimten 80% van de personen tot 18 jaar actief, tegen 67% in de informele ruimten. Vooral kinderen zijn in formele ruimten actiever in vergelijking met informele ruimten. Adolescenten zijn als groep aanzienlijk minder actief, maar wel relatief actiever in de formele ruimten. Kleuters zijn in formele en informele ruimten even actief. blz. 17

20 7.3 Begeleiding van kleuters Kleuters in de buurt Delflandplein-West werden in 70% van de gevallen begeleid door een volwassene: er was dan in hetzelfde subgebied een volwassen persoon die als begeleider beoordeeld werd. In de Staalmanpleinbuurt werden volgens dezelfde criteria kleuters in 77% van de gevallen begeleid door een volwassen persoon, wat vergelijkbaar is met het percentage van de tellingen in oktober/november Aantal buiten spelende en in buurt wonende jongeren In bijlage 2 is het totaal aantal personen woonachtig in beide buurten gegeven in dezelfde leeftijdsgroepen als bij de observaties zijn gebruikt. De percentages jongeren van verschillende leeftijdsgroepen die in 2013 gemiddeld per observatieronde buiten waren, zijn in figuur 7.4 weergegeven. Uit de figuur blijkt dat gemiddeld rond 4% van de in elke buurt woonachtige kleuters s middags na schooltijd buiten werd waargenomen, meer dan de 2,5% in Voor kinderen was dit in 2013 in beide buurten als geheel 9,5%. In tegenstelling tot 2012, toen er in de Dw-buurt duidelijk minder kinderen buiten speelden als in de S-buurt, speelden er nu in de Dw-buurt naar verhouding juist wat meer kinderen buiten, terwijl het aandeel kinderen in de S-buurt ongeveer hetzelfde is gebleven. Bij de adolescenten is het aantal in de S-buurt aanmerkelijk lager (1%) in vergelijking met 2012 (4%). Figuur 7.4: aandeel van personen dat buiten is als percentage van personen woonachtig in beide buurten, verdeeld naar buurt en leeftijd; % beide buurten S-buurt D-buurt percentage van leeftijdsgroep in buurt 15% 10% 5% 0% peuters (2-6) kinderen (7-12) adolescenten (13-18) volwassenen totaal blz. 18

21 8. Veranderingen met de tijd Omdat de metingen van 2012 en 2013 het meest vergelijkbaar zijn zal hieronder in eerste instantie in worden gegaan op opvallende verschillen tussen deze twee metingen. In de volgende paragraaf zullen de verschillen tussen alle metingen besproken worden. De observatiedata zijn hierbij zo geselecteerd dat alle metingen zo veel mogelijk vergelijkbaar zijn. 8.1 Vergelijking 2012 en Buitenspeelpopulatie Uit een vergelijking van de observaties in 2012 en 2013 kunnen we het volgende concluderen. - In totaal zijn er tijdens de meting van 2013 gemiddeld per ronde meer personen (incl. volwassen begeleiders) waargenomen dan tijdens de meting in 2012: 75 in 2013 tegen 67 in De groei werd vooral veroorzaakt door een toegenomen aantal kinderen (6-12 jaar): 46 in 2013 tegen 38 in Bij de andere leeftijdsgroepen gaat het om lagere aantallen en was de verandering wisselend (in 2013 wat meer kleuters en volwassenen, en minder jongeren). - De toename bij de kinderen werd vooral veroorzaakt door een hoger aantal in de Dw-buurt (per ronde gemiddeld 30 in 2013 en 18 in 2012). In de S-buurt was het gebruik van de openbare speelruimte door kinderen iets afgenomen (van 30 naar 27). De toename in de Dwbuurt werd veroorzaakt door een intensief gebruik van de oude speelplek in het noordwesten van de buurt; deze plek werd in 2012 nauwelijks gebruikt. - Van alle geobserveerden van 6 t/m 18 jaar was 66% jongen in 2013 ten opzichte van 73% in Er werden in 2013 dus meer meisjes gezien. Dit was in beide buurten het geval waarbij in de Dw-buurt relatief meer jongens werden gezien dan in de S-buurt. blz. 19

22 8.1.2 Locatie van buitenspelen - Het buitenspelen gebeurde vaker op formele dan op informele plekken. In 2012 speelde 56% van de kinderen op een formele plek, in 2013 was dit 60%. De toename was groter in de Dwbuurt (van 51% in 2012 naar 59% in 2013) dan in de S-buurt (van 58% in 2012 naar 63% in 2013). Dit was ook in 2013 sterk geconcentreerd: in de S-buurt op het Staalmanpark en in de Dw-buurt op het verharde, centraal gelegen voetbalveld en de speeltoestellen tussen de nieuwbouw in het noorden van de wijk. - Bepaalde locaties werden in 2013 meer bezocht, zoals de oude speelplek in het noordwesten van de Dw-buurt en de speelplek in het zuidwesten van de S-buurt. Een belangrijke reden hiervoor lijkt de flexibiliteit van jongens om op verschillende plekken te voetballen. Naast het spelen op voetbalvelden zijn kinderen ook op zoek naar geïmproviseerde voetbalruimte. Deze ruimten lijken aan niet al te strikte eisen te hoeven voldoen: met een object dat als doel kan dienen en wat vrije speelruimte kan ook een plek voldoen die dichterbij de woning van de betreffende kinderen ligt. - De toename van het aantal buitenspelende kinderen in de Dw-buurt kwam vooral door het gebruik van een oude speelplek in het NW van de wijk. Dit staat kennelijk los van de in 2013 gerealiseerde Speelroute Delflandpleinbuurt waar deze speelplek namelijk niet bij is aangesloten Actief gedrag - In 2012 was 73% van de personen t/m 18 jaar in het onderzoeksgebied actief bezig (alles behalve inactief: zitten, staan, liggen). In 2013 lag dit percentage op 74%. Er was dus geen verschil in deze verhouding zichtbaar als naar de twee metingen gekeken wordt in zijn geheel. In de Dw-buurt werd echter in 2013 wat meer actief gedrag waargenomen (79% in 2013 t.o.v. 66% in 2012). In de S-buurt werd actief gedrag nauwelijks minder waargenomen (75% in 2012 t.o.v. 72% in 2013). Figuur 8.2: percentage personen dat buiten (in)actief is op formele speelplekken, per jaar en en per buurt blz. 20

23 - Op formele plekken komt naar verhouding meer actief gedrag voor: 80% van alle personen is actief op formele plekken tegen ca. 65% op informele plekken. Dit komt vooral doordat meisjes op informele plekken naar verhouding weinig actief zijn terwijl dat bij jongens weinig verschilt. Van de jongens is ruim 80% actief op zowel formele als informele speelplekken. Van de meisjes is ook ruim 80% actief op formele speelplekken, maar slechts 50-60% op informele plekken Verdeling over jaar en week en weersinvloeden - In de S-buurt waren in het najaar (2012) en voorjaar (2013) ongeveer evenveel kinderen buiten en ze waren even actief. In de Dw-buurt kwamen in het voorjaar wel meer kinderen voor, maar dit lijkt geen seizoensinvloed want dat lag vooral aan het gebruik van één plek die in het najaar niet werd gebruikt. - Wel werd op de laatste dagen van de meting in 2013 met mooi weer (boven 16 graden met zon) opvallend veel buitenactiviteit gezien. Op de overige dagen van de meting van 2013 was het verder relatief koud met temperaturen onder normale waarden voor de tijd van het jaar (zie tabellen in bijlage 3). Juist het contrast in deze weersomstandigheden zou van invloed kunnen zijn op de grote verschillen in het gebruik van de openbare ruimte voor buitenspelen. Figuur 6: aandeel personen dat buiten is op de verschillende dagen van de week t.o.v. gemiddelde index aantal personen (gemiddeld = 100) ma di wo do vrij gemidd S-buurt 2013 S-buurt 2013 D-buurt 2012 D-buurt Er is geen duidelijke samenhang van buitenspelen met de dag in de week. Zoals uit figuur 6 blijkt, waren er in 2013 op dinsdag en in 2012 op vrijdag relatief veel personen buiten en was alleen op woensdag de variatie gering. Gezien het betrekkelijk kleine aantal observaties per dag is het de vraag of deze variaties t.o.v. de gemiddelde betekenis hebben; de kans is groot dat ze op toeval berusten. blz. 21

24 8.2 Vergelijking 2011, 2012 en 2013 Bij de observaties van 2011 zijn ook kinderen van onder de 2 jaar meegenomen in het onderzoek (33 kinderen) en is ook de buurt Delflandsplein-Oost (Do) bezocht. Bovendien betroffen deze observaties het buiten spelen op alleen formele speelplekken en ook tijdens weekenddagen. Enkele speelplekken die onderzocht zijn in 2011 zijn daarna verdwenen en er zijn daarna speelplekken bijgekomen. Zo is het grote en populaire Staalmanpark pas in de zomer van 2011 opgeleverd en werd de school verplaatst van de Do- naar de Dw-buurt Buitenspeelpopulatie Om de buurten vergelijkbaar te maken zijn alle observaties die buiten schooltijd vallen (van de meting van 2011) en de observaties binnen formele gebieden (informele ruimte alleen onderzocht in 2012 en 2013) gebruikt. In 2011 kwamen in de formele gebieden duidelijk minder personen voor dan in 2012/13, zoals weergegeven in tabel 8.1 en figuur 8.5. Er waren in 2011 vooral minderen kinderen van 6-12 jaar. Er waren in 2011 echter ook minder formele speelplekken dan in 2012/13 en wellicht werd er meer op informele plekken gespeeld. Tabel 8.1: ontwikkeling aantal geobserveerde personen per jaar naar leeftijdsgroep en geslacht; gemiddelden per observatieronde meting kleuter 2-5kinderen 6kinderen 6adolescenadolescenvolwassenvolwassen ,9 1,9 2,1 1,2 1,3 2,0 3, ,1 16,0 5,2 6,6 0,7 1,1 2, ,0 18,3 9,3 2,8 0,4 1,3 6,0 Figuur 8.5: ontwikkeling van aantallen waargenomen personen per jaar naar leeftijdsgroep en geslacht van de drie metingen weergegeven; alleen personen waargenomen in formele gebieden en na schooltijd; gemiddelden per observatieronde blz. 22

25 In tegenstelling tot de meting van 2012 en 2013 zijn er in 2011 meer kinderen in de D-buurt (West en Oost) geobserveerd dan in de S-buurt. Vooral adolescenten werden meer gezien in de D-buurt, jonge kinderen werden vaker gezien in de S-buurt. Bij de meting van 2011 was in tegenstelling tot de latere metingen het aandeel meisjes iets groter (52%) dan het aandeel jongens (48%) van de buitenspeelpopulatie van 6-12 jaar. Er waren relatief meer volwassenen in 2011, waarbij een groter deel vrouwelijk was (62 vrouwen en 47 mannen). Naast dat er in 2012 en 2013 veel meer kinderen geobserveerd zijn per observatieronde, is het aandeel kinderen van 6-12 jaar flink toegenomen. Verder valt op dat, ondanks dat de meting zo veel mogelijk is gelijk getrokken, er vooral verschil zit tussen de meting van 2011 en die van 2012/13. Een verklaring van dit verschil kan methodologisch van aard zijn, de waarnemingen in 2011 zijn immers iets anders uitgevoerd (zie tekstvak verderop). Een andere verklaring zou in de afwezigheid van het Staalmanpark kunnen liggen. In 2011 was dit grote speelplein nog niet aanwezig in de S- buurt, terwijl het plein zowel in 2012 als in 2013 door veel kinderen gebruikt werd. In figuur wordt daarom het totale gebruik en gemiddelde gebruik per ronde zonder en met het Staalmanpark weergegeven. Opvallend is dat de verschillen tussen de meting van 2011 en de latere metingen veel minder groot wordt. Vooral voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar is er een aanzienlijk afname in het gebruik van formele ruimte. Alle geobserveerden met (links) en zonder Staalmanpark (rechts) Gemiddeld per ronde met (links) en zonder Staalmanpark (rechts): blz. 23

26 8.2.2 Locatie van buitenspelen De aanleg van nieuwe plekken en de verplaatsing van de school heeft grote gevolgen gehad voor het buiten spelen. In de Do-buurt was bij de Jan de Doperschool de meest populaire speelplek welke in 2013 aanzienlijk minder gebruikt werd. In 2012/13 waren de meest populaire formele speelplekken die bij de (verplaatste en tegelijk hernoemde) Fiep Westendorpschool en het Staalmanpark Actief gedrag Als het actieve gedrag van de meting van 2011 vergeleken wordt met de latere metingen valt op dat in 2012 en 2013 meer actief gedrag gezien werd. Waar in 2011 in totaal 60% van de kinderen actief was op formele plekken lag dit percentage in 2012 en 2013 op 80%. Vooral in de D-buurt is het actieve gedrag behoorlijk toegenomen vergeleken met de observaties van Begeleiding van kleuters De begeleiding van de kleine kinderen (kleuters 2 t/m 5 jaar) door volwassenen is gemeten door een ratio volwassenen/kleuter op te stellen. In figuur wordt deze ratio per buurt en meting weergeven. Wat opvalt, is dat er per kleuter in 2011 veel meer begeleiders waren in de Dw-buurt. Een verdere specificatie laat zien dat het gebied waar vanaf 2012 de Fiep Westendorpschool is ingetrokken (locatie 2, zie kaart) hier verantwoordelijk voor is en dat bijna alle ouders/begeleiders op deze locatie samenkomen. Het schoolplein van het Fiep Westendorpschool is niet meegenomen in de observaties van 2012 en 2013 (vanwege de gedeeltelijke toegankelijkheid) wat mogelijk de verschillen in mate van begeleiding verklaard tussen de metingen Aantal buiten spelende en in buurt wonende jongeren Om een vergelijking te maken tussen het aantal inwoners en buiten spelende kinderen en de drie metingen is ook hier alleen het formele naschoolse buitenspeelgedrag geanalyseerd. De populatie gegevens van O&S (gemeente Amsterdam) zijn in tabel vergeleken met de selectie van buiten spelende kinderen. blz. 24

27 Wat opvalt dat er een veel groter deel kinderen buitenspeelt sinds 2012 als dit vergeleken wordt met de andere leeftijdsgroepen. Wat ook opvalt, is dat er in de Dw-buurt meer kinderen zijn gaan buiten spelen in 2013 ten opzichte van 2012 en dat dat zelfs het gebruik van de S-buurt overstijgt. Formeel buiten spelen en populatie van de twee buurten buurt kleuters 2-5 kinderen 6-12 adolescenten meting 2011 Dw-Buurt 0,6% 1,5% 1,6% meting 2011 S-Buurt 1,2% 0,5% 0,4% gemiddelde per ronde totaal 0,9% 0,8% 0,8% meting 2012 Dw-Buurt 1,3% 3,2% 1,5% meting 2012 S-Buurt 1,8% 5,0% 2,7% gemiddelde per ronde totaal 1,6% 4,4% 2,3% meting 2013 Dw-Buurt 2,3% 6,7% 1,6% meting 2013 S-Buurt 2,7% 5,2% 0,6% gemiddelde per ronde totaal 2,5% 5,7% 1,0% Opmerkingen met betrekking tot de methodiek van de meting van 2011 tov 2012/13: Gegevens over informeel buitenspeelgedrag van 2011 ontbreken. Misschien werd er in 2011 wel veel meer informeel buitengespeeld. Volwassenen die aanwezig waren in de speeltuinen, niet perse begeleiders, werden meegeteld in Tijdens de latere metingen werden volwassenen alleen genoteerd als ze een begeleidende rol vervulde. Dat wil zeggen dat de volwassenen die aanwezig waren daar waren voor het actief of inactief begeleiden van een kind. De manier van observeren verschilde met die van de latere metingen. In 2011 werden de speeltuinen over het algemeen iets langer geobserveerd per ronde. Ook is er in 2011 gekeken naar de bezetting van speeltuinen in de ochtend- en avonduren (resp u en u). De middagsessie betrof een meting tussen 1530u en 1630u. Alleen de laatste tijdsperiode werd tijdens de meting van 2012 & 2013 ook gebruikt voor dataverzameling. Tijdens de observaties in 2011 waren beide buurten onderhevig aan groot stedelijke vernieuwingswerkzaamheden, waarvan een gedeelte in de zomer van 2011 is afgerond. Tijdens de metingen van 2012 en 2013 waren er ook nog verschillende grote bouwprojecten in uitvoering en deze zullen nog enige tijd voortduren. Dit heeft vast in meerdere of mindere mate effect gehad op de metingen. blz. 25

28 9. Conclusie Het doel van JOGG is dat kinderen een gezond gewicht bereiken (en dat daarna aanhouden), vooral doordat het aantal kinderen met overgewicht daalt. Het bevorderen van de hoeveelheid beweging helpt daarbij en voor kinderen is buiten spelen een belangrijke vorm van bewegen. Een subdoelstelling van JOGG is dan ook dat een toenemend aantal kinderen (tot 12 jaar) vaker buiten speelt. Om na te gaan of dit doel wordt bereikt, kan het aantal kinderen dat buiten speelt worden geteld. Met systematische observaties wordt gemeten of er, in de loop van de tijd, meer buiten spelen plaatsvindt als gevolg van verbetering van buitenspeelmogelijkheden en meer aandacht daarvoor via sociale stimulansen. Omdat bij deze observaties geen individuele kinderen worden gevolgd, kunnen alleen resultaten op groepsniveau (kinderen) worden verkregen. De doelstelling wordt daarom als volgt geformuleerd: Na verloop van tijd wordt een groter aantal buiten spelende kinderen (tot 12 jaar) waargenomen. Dit rapport geeft resultaten van drie moment opnamen van het buiten spelen in de JOGG pilotwijk, namelijk het najaar van 2012 en het voorjaar van 2011 en Deze metingen zullen moeten worden herhaald om een indruk te krijgen hoe het buiten spelen zich hier met de tijd ontwikkelt. De momentopnamen bestonden uit het systematisch observeren van mensen in het grootste deel van de JOGG pilotwijk, namelijk de Staalmanpleinbuurt en Delflandpleinbuurt-West (S- en Dw-buurt). Daaruit blijkt dat er na schooltijd gemiddeld rond 10 kleuters (2-5 jaar) en ruim 40 kinderen (6-12 jaar) tegelijk buiten zijn in 2012/13. Daarvan zijn er ongeveer 80% actief bezig: ze lopen, rennen, fietsen/steppen, voetballen, gebruiken een speeltoestel of doen nog ander sport of spel. Kleuters lopen en spelen vooral, kinderen voetballen en spelen vooral. In 2011 waren er gemiddeld slechts 3 kleuters en 4 kinderen tegelijk buiten. Omdat de meting in 2011 een iets andere opzet had is het belangrijk rekening te houden met de meerdere meetmomenten op relatief rustige momenten op de dag (begin middag) en dat de observaties in 2011 uitsluitend in formele gebieden uitgevoerd zijn. Als hier voor gecorrigeerd wordt laten de resultaten meer vergelijkbare patronen zien. De resultaten laten ook het volgende zien: 1) in de S-buurt waren in 2012 meer kinderen buiten dan in de Dw-buurt, zowel in absoluut aantal als naar verhouding van het aantal daar wonende kinderen. In 2013 speelden er naar verhouding echter ongeveer evenveel kinderen in beide buurten. Daar staat tegenover dat in 2011 juist in de Dw-buurt een groter aandeel kinderen speelden. 2) Een mogelijke verklaring voor de verschuiving van het buitenspeelgedrag naar de S-buurt kan liggen aan de oplevering van het Staalmanpark in 2012, een groot openbaar speel/schoolplein. Het Staalmanpark trekt van alle onderzochte speelplekken veruit de meeste kinderen in zowel 2012 als In de Dw-buurt is de speelruimte met voetbalveld bij de Fiep Westendorpschool het meest populair. In 2013 was echter ook een oude speelplek populair die in 2011 matig en 2012 nauwelijks werd gebruikt. 3) In de informele speelruimte, zoals stoepen en plantsoenen, spelen bijna net zoveel kinderen als op de speciaal voor spelen ingerichte plekken. Een aantal van deze ruimten is echter de ruimte om een formele speelplek en kan dus als omgeving daarvan worden gezien. Het niet meenemen van informele speelruimte in het onderzoek van 2011 kan om die rede ook een onderschatting geven van de buitenspeelwaarde van formele speelruimten. blz. 26

29 4) In 2011,2012 en 2013 spelen meisjes duidelijk minder vaak buiten dan jongens: er waren ruim twee keer zoveel jongens als meisjes buiten in 2012/13, in 2011 was deze verhouding iets vlakker waarbij nog steeds een duidelijke meerderheid van de geobserveerden jongen/man was. Van de kinderen die in het gebied wonen was gemiddeld 8 à 10% (2012 resp. 2013) na schooltijd buiten. Bij de kleuters (3 à 4%) en adolescenten (4 à 2%) was dat aanmerkelijk lager, maar zij zijn niet gebonden aan de middagtijd na school zoals bij kinderen het geval is. In 2011 liggen de percentages beduidend lager, een effect van het ontbreken van informele gebruikscijfers. Op grond van de aantallen kinderen die buiten spelen en in het gebied wonen, kan worden berekend (zie bijlage 4) dat het buiten spelen op schooldagen lijkt te voorzien in ongeveer éénderde van hun beweegbehoefte volgens de Beweegnorm. Bij jongens is dat duidelijk meer, bij meisjes minder. In de rest van de beweegbehoefte moet dus voorzien worden door andere (beweeg)activiteiten. blz. 27

30 Bijlagen Bijlage 1. Gebruik openbare ruimte per leeftijdsgroep Op de plattegronden hieronder is per leeftijdsgroep aangegeven op welke plekken (subgebieden van onderzoek) meer dan twee personen zijn waargenomen, gesommeerd over alle observaties. 4 Steeds staan per leeftijdsgroep de gegevens van 2012 en 2013 onder elkaar. 4 Voor 2012 zijn de aantallen in de Dw-buurt (9 observaties-rondes) voor een goede vergelijking met een factor 11/9 vermenigvuldigd ter correctie van het grotere aantal observatie-rondes (11) in de S-buurt. blz. 28

31 blz. 29

32 blz. 30

33 blz. 31

34 blz. 32

Overgewicht (incl. obesitas)

Overgewicht (incl. obesitas) Inleiding Het aantal kinderen dat te weinig beweegt en/of overgewicht heeft neemt al een aantal jaren toe. Dit is een belangrijk element van zorg. De gemeente heeft daarom in 2011 besloten zich actief

Nadere informatie

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin

Nadere informatie

Inventarisatie Gebruik Openbare Ruimte (IGOR)

Inventarisatie Gebruik Openbare Ruimte (IGOR) Observatiemethode voor Inventarisatie Gebruik Openbare Ruimte (IGOR) I. TOELICHTING OP METHODE Inleiding Het is over het algemeen niet duidelijk of een plek in de openbare ruimte functioneert zoals deze

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht Factsheet Sportparticipatie in Utrecht mei 2015 Overzicht Deze factsheet geeft op hoofdlijnen een beeld van sporten en bewegen in de stad en maakt deel uit van Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op

Nadere informatie

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Buitenspelen 2013 Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Buitenspelen 2013 Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt Inhoudsopgave 1 Opzet onderzoek 5 2 Buitenspelen 7 3 Favoriete speelplekken en spellen 13 4 Geschiktheid buurt voor buitenspelen 18 5 Wat maakt buitenspelen

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding Hoofdstuk 3 Jeugd Vincent Hildebrandt 1, Claire Bernaards 1, Hedwig Hofstetter 1, Dorine Collard 2, Huib Valkenberg 3 1 TNO Gezond Leven, Leiden 2 Mulier Instituut, Utrecht 3 VeiligheidNL, Amsterdam 3.1

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Age Stinissen September 2017

Age Stinissen September 2017 Age Stinissen September 2017 Inhoud Inhoud 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 4 2 De respons 6 3 De resultaten 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Jongens en meisjes. 9 3.3 De Stadsdelen

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Sportparticipatie 2016 Volwassenen Sportparticipatie Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2017 2 Samenvatting In het najaar van is de sportparticipatie onderzocht van volwassenen in de gemeente s-hertogenbosch. Het onderzoek is gehouden

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN IN DE PERIODE 2011-2015 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N LICHAAMSBEWEGING EN GEWICHT V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 4 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

PARKEERONDERZOEK BOXTEL

PARKEERONDERZOEK BOXTEL PARKEERONDERZOEK BOXTEL PARKEERONDERZOEK BOXTEL Rapportage Amsterdam, 18 januari 2017 In opdracht van: Gemeente Boxtel Colofon Opdrachtgever: Rapport: Projectnummer: Versie: Datum: Auteur(s): Gemeente

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

SPELEN IN BORNE. Resultaten inwonerpeiling Speelbeleid. BornePanel November 2017

SPELEN IN BORNE. Resultaten inwonerpeiling Speelbeleid. BornePanel November 2017 SPELEN IN BORNE Resultaten inwonerpeiling Speelbeleid BornePanel November 2017 Inwonerpeiling spelen in Borne Peiling onder Bornenaren Deze factsheet presenteert de resultaten van de inwonerpeiling over

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN AA EN HUNZE

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN AA EN HUNZE BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN AA EN HUNZE IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen Gelderland-Zuid Factsheet Bewegen en sporten Onderzoek onder volwassenen en ouderen Bewegen en sporten De Volwassenen- en ouderenmonitor is eind 2012 onder ruim 22.000 zelfstandig wonende inwoners van

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN DE WOLDEN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN DE WOLDEN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN DE WOLDEN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen staan telkens

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN COEVORDEN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN COEVORDEN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN COEVORDEN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Parkeeronderzoek gemeente Boxtel

Parkeeronderzoek gemeente Boxtel Parkeeronderzoek gemeente Boxtel Centrum oost en Hoogheem Opdrachtgever Opdrachtnemer Gemeente Boxtel Ruimtelijke Ontwikkeling Postbus 10000 5280 DA Boxtel DTV Consultants B.V. Werner Willemse TBO 110308

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen Gegevensbronnen De overgewichtcijfers in deze factsheet zijn gebaseerd op lengte en gewicht gegevens uit twee verschillende registratiesystemen: Kidos en de Fitmeter. Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-017 16 maart 2010 9.30 uur Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar Bijna een op de twee beweegt onvoldoende Ruim een op de tien heeft

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD IN DE PERIODE 2011-2016 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017?

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017? Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017? De Gezondheidsraad heeft de recente wetenschappelijke inzichten over de relatie tussen bewegen en gezondheid verwerkt

Nadere informatie

4.3 Kern 3: Leuvenheim

4.3 Kern 3: Leuvenheim 4.3 Kern 3: Leuvenheim Kern 3 bestaat uit het dorp Leuvenheim. Voor het opstellen van dit kernspeelplan is de speelplek in Leuvenheim bezocht. Ook zijn de bewoners in het onderzoek betrokken. Er is een

Nadere informatie

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 In 2015 is de jeugdhulp overgegaan naar de gemeenten. Om deze transitie goed te kunnen monitoren verstrekken gemeenten en jeugdhulp aanbieders gegevens

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen

Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen februari 2010 In opdracht van: pag. 1 Conclusies Favoriete activiteiten Buiten spelen duidelijk veel populairder dan binnen spelen : 59% noemt buiten spelen

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO IN DE PERIODE 2011-2016 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Inventarisatie naleefniveau rookvrije horeca winter 2010/2011

Inventarisatie naleefniveau rookvrije horeca winter 2010/2011 Inventarisatie naleefniveau rookvrije horeca winter /11 Per 1 juli 8 is binnen de horeca, sport en kunst en cultuursector het rookverbod ingevoerd. De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nvwa) wil graag

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

BUITENSPELEN ONDERZOEK 2018

BUITENSPELEN ONDERZOEK 2018 BUITENSPELEN ONDERZOEK 2018 ONDERZOEK BUITENSPELEN 2018 In opdracht van Jantje Beton heeft Kantar Public (voorheen TNS Nipo) onderzoek uitgevoerd naar het speelgedrag van kinderen. In dit onderzoek stonden

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente Borger- Odoorn zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MIDDEN-DRENTHE

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MIDDEN-DRENTHE BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MIDDEN-DRENTHE IN DE PERIODE 2011-2016 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente Midden- zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven

Nadere informatie

Gedetineerden in Curaçao Enkele kenmerken van gedetineerden in de gevangenis

Gedetineerden in Curaçao Enkele kenmerken van gedetineerden in de gevangenis Gedetineerden in Curaçao Enkele kenmerken van in de gevangenis Ellen Maduro-Jeandor Sociale Situatie Inleiding In de census 2001 zijn de als inwoners binnen een instituut, namelijk de gevangenis, geteld.

Nadere informatie

Passanten in de Leidse binnenstad 2013

Passanten in de Leidse binnenstad 2013 Maart 214 Passanten in de Leidse binnenstad 213 Net als vorig jaar heeft City Traffic ook in 213 weer passanten geteld in de Leidse binnenstad. Deze tellingen leveren waardevolle informatie op om het binnenstadsbeleid

Nadere informatie

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen TNO-rapport KvL/GB 2009.111 Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

De nieuwe inrichting van de openbare ruimte

De nieuwe inrichting van de openbare ruimte De nieuwe inrichting van de openbare ruimte Locaties Paddepoel en Oosterkade Feitjes, Resultaten, Succes Factoren en Advies Outdoor Fitness Paddepoel Het idee voor een Outdoor Fitness locatie in Paddepoel

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 06 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, Teveel mensen met COPD bewegen te weinig, NIVEL,

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MEPPEL

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MEPPEL BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MEPPEL IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Titel van de presentatie

Titel van de presentatie Urban Strategy: een interactieve planningstool om bewegingsvriendelijke wijken te realiseren Dr. Luuk Engbers Beweegvriendelijke stadswijken Zowel stoep als speeltuin belangrijk voor bewegen Speelruimte

Nadere informatie

Gemeente Losser. Parkeeronderzoek. Gemeente Losser

Gemeente Losser. Parkeeronderzoek. Gemeente Losser Gemeente Losser Parkeeronderzoek Gemeente Losser Gemeente Losser Parkeeronderzoek Gemeente Losser Datum 4 maart 2016 LSR018/Grd/0450.01 Kenmerk Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet tot een

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 25 Januari 2015. In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 25 Januari 2015. In opdracht van NOC*NSF NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18 Meting 25 2015 In opdracht van NOC*NSF GfK Sportdeelname Index 2015 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index 2015 2 Sportdeelname afgelopen maand 3 Sportdeelname

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

KISS rapportage gemeente Gorinchem

KISS rapportage gemeente Gorinchem 1/22 KISS rapportage gemeente Gorinchem Peiljaar: 2014 Datum van opleveren rapportage: 19 januari 2016 2/22 KISS rapportage voor gemeenten Het Kennis- en Informatie Systeem Sport (KISS) is een informatiesysteem

Nadere informatie

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3

1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen Gewichten en etniciteit peuters 3 Inhoudsopgave 1 Deelname peuters aan voor- en vroegschoolse educatie 2 1.1 Peuters op VVE- en niet-vve-speelzalen 2 1.2 Gewichten en etniciteit peuters 3 1.2.1 Gewichtenpeuters op 1 januari 2008 3 1.2.2

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente Borger- Odoorn zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens

Nadere informatie

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG Datum : 2 juni 2017 Auteur : Heleen de Boer Inhoud INTRODUCTIE... 2 SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1. Aanleiding en doel... 4 1.2 De vragenlijst...

Nadere informatie

Gemeente Midden-Delfland. Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek

Gemeente Midden-Delfland. Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek Gemeente Midden-Delfland Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek Gemeente Midden-Delfland Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Fietsongevallen en alcohol

Fietsongevallen en alcohol Fietsongevallen en alcohol Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks vinden gemiddeld 2.700 behandelingen plaats op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis in verband met letsel opgelopen

Nadere informatie