Parasha: קורח - Korach Glad 'Adonai Melech' Parashat Shevoea Wekelijkse Schriftlezing. Joods Messiaanse Gemeente '' Beit Nitzachon ''

Transcriptie

1 Parasha: קורח - Korach Glad 'Adonai Melech' Parashat Shevoea Wekelijkse Schriftlezing Joods Messiaanse Gemeente '' Beit Nitzachon '' Torah: Bemidbar/Numeri 16:1-18:32 Haftarah: Sjemoeël alef/1 Samuel 11:14-12:22 B'rit Hachaddasha: Jehoedah/Judas 1:1-25 '' Laten we daarom het begin van het woord van de Meshicha achterlaten, en laten we voortgaan tot perfectie. Waarom leggen jullie opnieuw een ander fundament voor berouw om dode werken en voor het geloof in Eloha,tot de leer van de doop, en de handoplegging, de opstanding uit het verblijf van de doden en het eeuwige oordeel? Als de Mar JaH het toestaat, zullen we dit doen. Maar degenen die ooit tot de doop zijn afgedaald, hebben een gave geproefd die van de hemel is en de Roecha Kadisha ontvangen, en ze hebben het goede woord van Eloha geproefd en de kracht van de (Olam haba) komende wereld. [Ze] kunnen niet opnieuw zondigen en tot een hernieuwd berouw komen of de Zoon van Eloha voor de tweede keer ophangen en verachten. Want de aarde die de regen drinkt die er vaak op valt, zorgt ervoor dat de halm ontspruit, wat nuttig is voor degene die het verbouwt en het ontvangt de zegen van Eloha. Maar als het doornen en distels opbrengt wordt het verworpen en staat het niet ver van vervloeking. Uiteindelijk wordt het verbrand. Maar wat jullie betreft zijn we overtuigd, mijn broeders, die dingen zijn goed en [horen] bij de redding. Toch moeten we zo spreken.'' (Ebraje/Hebreeën 6:1-9 Aramees) 1. Opstand van Binnenuit De opstand tegen Moshe en Aharon ging als een grote plaag verder. Deze golf van opstand bereikte de kern' namelijk ' de familie van Moshe en Aharon. Voorheen waren het Mirjam en Aharon die d.m.v lashon hara (kwaadsprekerij) opstonden tegen Moshe. Om die reden kreeg Mirjam huidvraat, het oordeel van Adonai was op haar. Na het gebed van Moshe ontving hij instructie van Elohim waardoor zijn zus genas (Bemidbar/Numeri 12:13-16). Nu Mirjam genezen was hield het niet in dat de plaag van kritiek voorbij was! Er volgde een golf van geklaag en gejammer van het volk aangaande het verlangen naar luxe en gemak. Ook liet Adonai hierbij zijn oordeel zien, het uitverkoren deel van de b'nee Jisraeel stierf (zie parasha Be'halotcha). Al deze waarschuwingen en grenzen die Adonai aangaf waren geen reden om te stoppen met de opstand. Integendeel' nu was de opstand heftiger dan ooit. Korach was een neef van Moshe, hij was een Levit. En Korach kwam samen met de Rubenieten, Datan en Aviram in opstand. Wat hebben de Levieten en de Rubenieten met elkaar gemeen? Waarom werkten zij samen en kwamen zij samen in opstand? Sol Sharfstein geeft zijn interpretatie hierover: ''De opstand van de stam Roeven door Datan en Aviram lijkt politiek te zijn. Aanvankelijk bezat Roeven als de oudste zoon het leiderschap. Na de Exodus verplaatste het religieuze leiderschap zich naar de stam Levi (Moshe en Aharon) en het militaire leiderschap naar de stam Efraijim (Jehoshoea). De opstand kan een poging geweest zijn om het leiderschap weer opnieuw te ontvangen''*1 Bronvermelding 1.Torah en Commentaar, Sol Sharfstein, Korach, Pagina 380

2 (Wajakoemoe) is het woord dat gebruikt wordt in vers 2 van Bemidbar 16. Het ו יק מו woord betekent letterlijk: opkomen' in opstand komen, opstaan. Er werdt een bewuste actie ondernomen door Korach, Datam en Aviram. Zij maakte de keuze om (zelf) op te staan en hun ongenoegen te uiten. De opstand van Levi en Roeven had een grote invloed op de b'nee Jisraeel. De Torah benoemd expliciet dat er meerdere leiders waren die tezamen met Korach, Datam en Aviram in opstand kwamen. '' Ze werden ondersteund door tweehonderdvijftig leiders van de b'nee Jisraeel, achtenswaardige mannen, de aanzienlijkste van de gemeenschap. (Bemidbar/Numeri 16:2)'' De harde kern kwam in opstand doordat er vier personen (ook On ben Pelet) in actie kwamen (opstonden) en tegen Aharon en Moshe. Volgens Flavius Josephus (een joods geschiedschrijver) begon Korach de opstand door lashon hara (kwaadsprekerij) onder het volk. Hij was jaloers en vond dat hij de positie van Moshe had moeten ontvangen. Flavius Josephus schrijft het volgende: '' Daarom begon hij kwaad van hem te spreken onder de Levieten, zijn stamgenoten, en vooral zijn verwanten. Hij vertelde dat het verschrikkelijk was om te zien hoe Moshe alles deed om steeds meer roem te verwerven en hoe hij met allerlei kwalijke middelen deze steeds meer naar zich toetrok onder het voorwendsel van de naam van Elohim. Tegen de wetten in had hij het priesterschap gegeven aan zijn broer Aharon, niet op grond van het besluit van het volk, maar alleen door eigen keuze.''*2 Door de kwaadsprekerij van Korach werdt er onder het belangrijkste deel van de leiders van de B'nee Jisraeel opstand gekweekt. Vorige week mochten wij leren dat de leiders onder de B'nee Jisraeel een fout rapport gaven aangaande het beloofde land. Hierdoor ontstond er angst onder het volk waardoor zij niet in staat waren om het beloofde land in te nemen. Deze leiders worden in het hebreeuws שנש יא (Nasji*3) genoemd. De leiders die met Korach in opstand kwamen worden in hebreeuws wederom שנש יא genoemd. De plaag begon onder de Nasji (prinsen) nadat zij meer op hun status vertrouwde dan op de levende Elohim. Deze gedachte heerste ook onder de Nasji die met Korach in opstand kwamen. Zonde begint klein maar wordt net als een olievlek groter als men er niets tegen doet. De hoogmoed had het hart van de Nasjim gevuld: ''Zij gingen samen naar Moshe en Aharon en zeiden: U wilt teveel! Alle leden van de gemeenschap zijn heilig en in hun midden is Adonai. Waarom verheft u zich dan boven de gemeente van Adonai?'' (Bemidbar/Numeri 16:3) Het uiteindelijke doel van Korach wordt door vers 9 en 10 verduidelijkt. De ontevredenheid in het hart van Korach was in feite rebellie tegen Adonai. Hij nam geen genoegen met zijn positie als Leviet, nee hij wilde ook Kohén zijn: ''Is het voor u niet genoeg dat de Elohim van Jisraël u van de gemeenschap heeft afgezonderd en u tot zich heeft laten naderen om dienst te doen in de tent van Adonai en de gemeenschap ten dienste te staan? Hij heeft u met alle Levieten tot zich toegelaten en nu eist u ook het priesterschap? (Bemidbar/Numeri 16:9-10) Deze wereldse/menselijke gedachte had totaal geen connectie met de persoonlijkheid van Adonai. Er is geen competitie in het koninkrijk van Elohim' de wereld zit er vol mee. De geestelijke blindheid van de 250 Nasji wordt verduidelijkt als zij Moshe betichten van hoogmoed maar hun eigen hoogmoed niet zien. Bronvermelding 2. Flavius Josephus, De oude geschiedenis van de Joden, boek 4 hst 2:15, Pagina 356 heerser. (Nasji) betekent: kapitein, prins, leider, ינשיא 3.

3 Yeshua leert ons om elkaar niet te bekritiseren uit hoogmoed. Als wij uit hoogmoed elkaar bekritiseren vergeten wij onze eigen hoogmoed, trots en onheiligheid. We zijn dan niet stichtend bezig maar we breken elkaar af. Ook breken wij het koninkrijk van Elohim af, maar misschien denken wij dat wij het door onze kritiek opbouwen? ''Waarom kijk je naar het strootje in het oog van je broeder, maar onderzoek je niet de balk in je eigen oog? Of, hoe kan je tegen je broeder zeggen: 'Sta me toe het strootje uit uw oog te nemen!' Zie, er is een balk in je eigen oog! Toneelspeler! Neem eerst de balk uit je eigen oog. Onderzoek daarna hoe je het strootje uit het oog van je broeder kan nemen.'' (Mattay/Mattheüs 7:3-5 Aramees) Rav Shaoel leert ons dat corrigeren/terechtwijzen een onderdeel is van het volgen van Yeshua hamashiach. Dit alles moeten wij doen met een lange adem (geduld). ''Maar we vragen jullie, mijn broeders, corrigeer de overtreders, moedig zwakke zielen aan, draag de lasten van de zwakken en heb een lange adem met iedereen.'' (Tesalonikim alef/1 Tessalonicenzen 5:14) We moeten zonder hoogmoed maar in de liefde elkaar vermanen/corrigeren. Het hart van onze Elohim moet zichtbaar zijn bij alles wat wij doen. Een vermaning van Adonai mogen wij niet verwerpen en deze moeten wij zonder afkeer aanvaarden. ''Mijn zoon, verwerp de vermaning van Adonai niet en heb geen afkeer van Zijn bestraffing. Want Adonai straft wie Hij liefheeft, zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.'' (Misjlee/Spreuken 3:11-12) De tekst uit Misjlee leert ons dat onze hartgesteldheid gericht moet zijn op de manier hoe Adonai ons vermaand. Als wij ons daarop richten kunnen wij daadwerkelijk iemand ten goede terechtwijzen. Het geheim is echter dat wij dit altijd moeten doen in relatie met Adonai. ''Want wie door Mar JaH wordt geliefd, wordt door hem vermaand, en hij neemt kinderen apart in wie hij vreugde vindt.'' (Ebraje/Hebreeën 12:6 Aramees) ''Degene die ik liefheb berisp ik en wijs ik terecht. Wees daarom ijverig en heb berouw.'' (Geljana d'jochanan / Openbaringen 3: 19 Aramees) Het hart van Korach was niet gericht op Elohim ' hij vermaande uit hoogmoed en jaloezie'. Door zijn lashon hara had hij veel mensen zand in de ogen gestrooid en was hij van plan om zelf de nieuw leider te worden. Hij was immers een Leviet. Wat Korach vergat was dat Adonai bij Moshe begonnen was... De zondige houding van Korach raakte direct het wezen van Adonai. Misjlee 6 onderwijst ons het volgende: '' Dit zijn zes dingen die de Adonai verfoeit; zeven die voor Zijn ( שנש פש nefesh) ziel een gruwel zijn: hoogmoedige ogen, een leugenachtige tong en handen die onschuldig bloed vergieten, een hart dat misdadige plannen smeedt en voeten die haastig naar het kwade snellen, een valse getuige die leugens vertelt en degene die ruzie teweegbrengt onder broers.'' (Misjlee/Spreuken 6:16-19) Het hebreeuws maakt duidelijk dat de (nefesh) ziel van Elohim de hoogmoed veraf - schuwen. Als je (nefesh) ziel geraakt wordt komen er direct emoties naar boven. Zo ook bij Adonai... Hij was woedend. De dood van Korach en zijn familie was het gevolg van deze woede, zij werden levend door de aarde verslonden. Bewuste zonden en het tegenwerken van degene die Zijn autoriteit hebben ontvangen zijn voor Adonai onvergefelijk. Korach zondigde bewust tegen Adonai! Om deze reden moest Elohim Zijn Autoriteit laten gelden. De brief aan de Hebreeën leert ons het volgende:

4 ''Want als iemand moedwillig zondigt, na kennis te hebben ontvangen van de waarheid, is er achteraf geen slachtoffer meer te aan te bieden in plaats van de zonden.'' (Ebraje/Hebreeën 10:26 Aramees) De autoriteit van Korach (als Leviet) is misbruikt om het volk te misleiden. Hij dacht de plaats van Moshe Rabénoe in te nemen vanwege zijn afkomst (Levi). Maar Adonai werkt door zijn mashiach (gezalfde) Moshe en al zijn gezalfden (messiachim) heen. Yeshua is het hoogtepunt van alle messhiachim hij is hamashiach (de GEZALFDE). Korach was een valse mashaich (gezalfde) die dacht dat hij de autoriteit had, vele Nasji (leiders, prinsen) trapte in zijn val. Yeshua waarschuwt ons voor valse Meshiachim (gezalfden). ''Want er zullen valse Meschicha's en profeten van de leugen opstaan. En ze zullen grote tekenen geven om, als het kan, ook de verkozenen te misleiden.'' (Mattay/Mattheüs 24:24 Aramees) Het koninkrijk van Elohim (Malchut haelohim) bestaat uit mensen die verder bouwen op de fundamenten van Elohim. Zij verbouwen niet maar bouwen! Bouw mee aan zijn koninkrijk en hou hoogmoed ver van je af: ''Dan zal Adonai u steeds blijven leiden, in verschroeide oorden uw honger stillen. Hij zal uw krachten sterken en u zult als een rijk besproeide tuin zijn, als een bron die nooit teleurstelt als men om water komt. De oude ruïnes worden door u weer opgebouwd, u herstelt de fundamenten van vroegere geslachten. Een hersteller van bressen zal men u noemen, herbouwer van straten.'' (Jesjajahoe/Jesaja 58:11-12) 2. Adonai Melech Adonai is Koning Mensen willen graag een leider die voldoet naar de maatstaven van de wereld. Volgens de wereld is een goede leider vooral iemand die de belangen van de mens op het oog heeft. De haftarah van deze week gaat dieper in op de kroning van Melech (koning) Shaoel (Saul). Het volk is in extase en zij vierde uitbundig feest. Sjemoeël (Samuel) hanavi (de Profeet) spreekt zich uit en laat het volk weten wie hun daadwerkelijke koning is: ''Maar toen u Nachash, de koning van de Ammonieten, op u af zag komen, hebt u, terwijl Adonai uw Elohim toch uw (Melech) koning is, tegen mij gezegd: Een koning moet over ons heersen! Welnu, daar staat dan de koning die u gewild hebt, om wie u gevraagd hebt. Adonai heeft hem aan u gegeven. Als u, en de koning die over u heerst, Adonai nu maar vreest, Hem dient, naar Hem luistert, zijn gebod niet veracht en Hem volgt! Maar als u niet naar Adonai luistert en als u zijn gebod veracht, dan zal zijn hand op u neerkomen, net als op uw vaderen.'' (Sjemoeël alef/ 1 Samuel 12: 12-15) Adonai Melech Adonai is Koning dit besef moest onder het volk aanwezig אדוני מלך blijven. De echte Koning heerst over de aangewezen koning. Wij moeten continu erkennen wie hij is. De door Elohim aangewezen Koning of leider moet zijn macht niet misbruiken maar afhankelijk zijn van שיה (Jah) de Koning. D'warim/Deuteronomium beschrijft een duidelijke instructie voor een koning... ''Zodra hij bezit heeft genomen van de troon moet hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift laten maken van deze Torah, die bij de Levitische priesters in bewaring is. Hij moet die rol bij zich houden en er alle dagen van zijn leven in lezen, zodat hij ontzag leert hebben voor Adonai zijn Elohim en alle bepalingen van deze Torah en alle voorschriften stipt onderhoudt. Dan zal hij zich niet verheven achten boven zijn broeders en zal hij naar rechts noch links van de geboden afwijken; en dan zullen hijzelf en zijn zonen lange tijd koning blijven in Jisraël.'' (D'warim/Deuteronomium 17:18-20)

5 Een Koning moest zich volledig identificeren met de instructies voor de Koning en de Torah onderhouden. Hierdoor leerde hij Jered Adonai (de vreze voor Adonai) en zal hij zich niet verheven (hoogmoedig) achten boven zijn broeders. Een koning moest alles behalve hoogmoedig zijn. Korach was hoogmoedig en om die reden niet in staat om leider te worden. Volgens een Midrash wist Korach dat Moshe zijn meerdere was maar ontkende hij dit door erover te zwijgen: '' En Moshe zei tegen Korach: hoor nu, O zonen van Levi! (Bemidbar 16:8)'' Moshe uitte al deze woorden om te proberen Korach te bedaren, maar je kunt nergens vinden dat hij antwoordde. Dit was omdat hij sluw in zijn slechtheid was. Hij zei: Als ik hem antwoordt geef weet ik dat hij een wijs man is en mij te slim af is met zijn argumenten, en ik zal gedwongen worden om mij met hem te verzoenen. Ik kan maar beter niet met hem in gesprek gaan.'' (Midrash Tachoema korach vertaling) * 4 De b'rit hachadasha geeft een bijna gelijke situatie weer. Nu gaat het over de autoriteit van Yeshua hamashiach. Van wie kwam zijn autoriteit eigenlijk? ''Nadat Yeshua in de tempel was gekomen, kwamen de overpriesters en de oudsten van het volk bij hem terwijl hij leerde en ze zeiden tegen hem: "Uit welk gezag doet u deze [dingen] en wie heeft u dit gezag gegeven?" Yeshua antwoordde en zei tegen hen: "Ook ik zal u een vraag stellen en als u [het] me vertelt dan zal ook ik u zeggen uit welk gezag ik deze dingen doe. De doop van Yoecḥanān, waar is deze van, van de hemel of van mensen?" Ze dachten bij zichzelf en ze zeiden: "Als we zeggen, 'van de hemel', zal hij tegen ons zeggen 'waarom geloofde u hem dan niet?' Maar als we zeggen: 'van mensen' moeten we de menigte vrezen, want allen houden Yoeḥanān voor profeet." Ze antwoordden en zeiden: "We weten het niet." Yeshua zei tegen hen: "Ook ik vertel u niet uit welk gezag ik deze dingen doe.'' (Mattay/Mattheüs 21:23-27 Aramees) Zij erkenden het in gedachten maar omzeilden deze waarheid door te zeggen dat zij het niet wisten. Wie de autoriteit van Yeshua ontkent die ontkent de gehele persoonlijkheid van de Mashiach. Alles is bij hem begonnen en eindigt ook weer bij hem. Niemand kan zijn plaats innemen! Adonai Melech Adonai is Koning over alles op het moment dat je Zijn waarheid niet omzeild. Yeshua leert ons hoe wij Elohim kunnen dienen en aan wie wij de eer moeten geven. ''Toen gingen de Frische weg en overlegden hoe ze hem op een woord konden vangen. En ze stuurden hem hun leerlingen met degenen van het huis van Herodes, en ze zeiden: "Leraar! Wij weten dat u echt bent en dat u de weg van Eloha in waarheid leert. U bevoordeelt mensen niet, want u accepteert geen toneel. Zeg ons daarom hoe u het ziet. Is het toegestaan om hoofdgeld aan de keizer te geven, of niet?"maar Yeshua ʿ kende hun slechtheid en zei: "Waarom beproeft u mij, toneelspelers! Toon me de denarie van het hoofdgeld." Men bracht hem een denarie. En hij zei tegen hen: "Van wie is de afbeelding en het opschrift?"ze zeiden tegen hem: "Van de keizer." Toen zei hij tegen hen: "Geef wat van de keizer is aan de keizer en wat van Eloha is aan Eloha." Toen men dit had gehoord was men verbaasd. Men verliet hem en ging weg'' (Mattay/Mattheüs 22:15-22 Aramees) Pinchas Lapide (een joods orthodox nieuw nieuwtestamenticus) beschrijft in zijn boek 'Hij leerde in hun Synagogen' de reden waarom Yeshua een denairie vroeg.*5 Het ging hier om de Teberius denairus het gebruikelijke cultussymbool van het keizerrijk. Deze munt was het meest meest universele kenmerk van de vergoddelijking van de romeinse machthebbers. Het toonde het borstbeeld van de keizer in olympische naaktheid en hij was getooid met de lauwerkrans, het teken van de goddelijke waardigheid. Bronvermelding 4. Nehama Leibowitz, studies in Bamidbar Numbers, Pagina Pinchas Lapide, Hij leerde in hun Synagogen een joodse uitleg van de evangeliën, pagina's

6 Op de andere kant van de munt stond 'Pontifex Maximus' de hogepriester van de afgodendienaars. Dit was een directe belediging tegen de leefregels van de Torah. Yeshua zelf ' als Rabbi van de Torah ' liet zich niet bezoedelen met het afgodisch geld. Een leer in de dagen had betrekking op het bezitten van romeins geld en afgoderij. Pinchas Lapide zegt in zijn boek het volgende: '' Wie naar het evenbeeld van Elohim wordt geschapen, zegen de rabbijnse commentaren, die Yeshua beslist gekend heeft- die mag geen afbeeldingen van afgoden maken nog onderdanig zijn aan andere evenbeelden van Elohim, want zij zijn mijn knechten, die ik uit het land Egypte heb geleid, zegt Adonai; U zult geen knechten van stervelingen zijn.''(shemot/leviticus 25:42 en commentaar). Yeshua vraagt de Farizeeën expliciet: Van wie is de afbeelding en het opschrift? Het woord 'afbeelding' is volgens Pinchas Lapide het sleutelwoord om het antwoord beter te begrijpen. In Shemot/Exodus 20:4 staat het volgende: '' U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde.'' En ook Bereshit/Genesis 1:27 geeft ons meer inzicht: '' En Elohim schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van Elohim schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.'' Wij moet de Melech (koning) geven wat hem toekomt zonder blokkade. De afgoderij van de wereld helpt ons niet om tot Elohim te naderen. Geef niet aan de afgoden van deze wereld maar geef aan de Grote koning. Een spreekwoord in de dagen van Yeshua luide: '' Geef Elohim het zijne, want u en al het uwe behoren immers aan Hem toe!'' (Talmoed Bavli Avot 3:8). Yeshua roept ons op om zonder compromis Elohim te dienen en te breken met de afgodische elementen in de politiek. Leef voor de Koning dan zal de Koning jou leven regeren. Verwijder de afgoderij en erken de Koning dan kun je bouwen aan het koninkrijk van Elohim. Yeshua Melech hamashiach heeft ons getoond hoe een koning moet zijn! Namelijk één met zijn broeders (D'warim/Deuteronomium 17:20)' geheel verbonden aan de Torah en dienstbaar i.p.v hoogmoedig. Ja hij is onze koning en hij zal zeer binnenkort voor de gehele wereld als Melech hamashiach (de gezalfde koning) terugkomen. ''Ook schreef Pilatos een bord en plaatste dat boven het kruis. Er stond geschreven: Dit is Yeshua ʿ de Nāṣreen, koning van de Jihúdaje. Deze plank werd door velen van de Jihúdiaje gelezen omdat de plaats waar Yeshua ʿ was gehangen naast de stad was. Het stond geschreven in het Hebreeuws, Grieks en Romeins. Maar de overpriesters zeiden tegen Pilatos: "Schrijf niet dat hij koning van de Jihúdaje is, maar dat hij heeft gezegd: Ik ben de koning van de Jihúdaje. Pilatos zei: "Wat ik heb geschreven, heb ik geschreven." (Jochanan/Johannes 19:19-22 Aramees) Shabbat Shalom, Rabbi Daniel Prins ש לבת לשלום ''En hij heeft op zijn mantel bij zijn dijen de naam geschreven: 'De koning van koningen en de Heer van heerschappijen'. '' (Geljana d'jochanan / Openbaringen 19:16 Aramees)