Inspectierapport KC Ruinerwold (BSO) Dijkhuizen 68a 7961AM Ruinerwold Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport KC Ruinerwold (BSO) Dijkhuizen 68a 7961AM Ruinerwold Registratienummer Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: De Wolden Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 10

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op basis van het risicogestuurd toezicht (RGT) zijn de inspectieactiviteiten binnen dit onderzoek bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties en nieuwe wetgeving. Beschouwing Algemeen KC Ruinerwold is een van de vier IKC locaties van Stichting Kindcentra Wolderwijs (SKW). Op de locaties wordt dagopvang (0-4 jaar), buitenschoolse opvang (4-12 jaar) en peuterarrangementen aangeboden. De buitenschoolse opvang is gevestigd in basisschool De Dissel en zit in een lokaal grenzend aan het kinderdagverblijf. In de ochtend wordt het lokaal gebruikt voor het peuterarrangement. Inspectiegeschiedenis Sinds de start in 2015 zijn er de volgende inspectiebezoeken geweest: augustus 2015: onderzoek voor registratie november 2015: onderzoek na registratie. Tekortkomingen op domein Ouderrecht december 2015: nader onderzoek. Tekortkomingen opgelost september 2016: incidenteel onderzoek, uitbreiding kindplaatsen. september 2016: jaarlijks onderzoek. Er wordt voldaan aan de voorwaarden. Bevindingen: De aanwezige beroepskrachten kunnen beleid, afspraken en regels duidelijk verwoorden aan de toezichthouder. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting van de betreffende domeinen. De locatie voldoet aan de geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (WKO) Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding: Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: De koppeling van het pedagogische beleid aan het handelen in de praktijk; emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Het handelen van de beroepskrachten met betrekking tot de vier pedagogische basisdoelen wordt beschreven aan de hand van observatie-items uit het Veldinstrument observatie kindercentrum Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd in de groep. Op basis van deze observaties constateert de toezichthouder dat er zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de overdracht van normen en waarden. Hierna zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Op het moment van inspectie zijn er vier BSO kinderen, samen met de peuters spelen ze buiten op het kleuterplein. Om 14:00 komt de rest van de groep. De beroepskracht staat bij het klimrek en helpt de kinderen. Twee kinderen rijden met een fiets in de zandbak, de beroepskracht loopt er heen en legt uit waarom dat niet kan. Op dat moment zakt een kindje door het net van het klimrek, ze houdt zich nog vast en roept om hulp. De toezichthouder heeft haar geholpen. De beroepskracht geeft aan dat het net best grote gaten heeft voor de kleine kinderen. Ook constateren de toezichthouder en beroepskracht dat een paal wegzakt waardoor een deel van het speeltoestel scheef staat (glijbaan en loopbrug). De beroepskracht kondigt aan dat ze naar binnen gaan. De kinderen rennen naar de deur. De beroepskracht helpt een meisje met het aantrekken van haar schoenen. Ze vertelt dat de kinderen alleen in de zandbak hun schoenen uit mogen trekken. Vervolgens spreekt ze nog een kind aan die tegen de glijbaan omhoog klimt. De kinderen gaan binnen naar de wc en wassen hun handen. Een dreumes komt naar de BSO groep, de beroepskracht zegt rustig dat hij even terug mag naar zijn eigen groep, een meisje wil de dreumes optillen maar de beroepskracht grijpt in. Ze legt uit waarom en geeft ook meteen een alternatief: je mag hem wel een handje geven. Het meisje brengt het jongetje terug naar de KDV groep. De beroepskracht legt de toezichthouder uit dat ze dat doet omdat de BSO kinderen spelen met klein materiaal en dat is toch niet veilig voor de jonge kinderen. De kinderen geven aan dat ze willen kleuren: de beroepskracht legt het materiaal klaar en vertelt dat de peuters met de potloden mogen en de BSO kinderen met potloden en stiften. Als ze met de strijkkralen willen spelen mogen ze dat op een andere tafel doen. Een peuter wil ook kleuren, de beroepskracht geeft hem een kleurplaat. Het jongetje mag niet zelf een kiezen, hij vindt het echter prima en gaat aan de slag aan tafel met potloden. Ondertussen maakt de beroepskracht de tafel klaar voor het drinkmoment, ze moet ook een meisje naar gym brengen: dit meisje krijgt alvast wat drinken en mag een stuk fruit kiezen. Een jongen vertelt dat hij de goede doppen bij de juiste stift gaat doen, de beroepskracht geeft hem een complimentje. Naast hem zit een peuter, ze bekijkt het eens aandachtig en wil dan ook helpen. De beroepskracht verwoordt het: "o wat fijn dat jij ook gaat helpen". De BSO kinderen komen zelf naar de groep. Ze stellen vragen als: "mag ik straks op de ijsbaan spelen?" of "mag hier een vriendje komen spelen?"de beroepskracht geeft antwoord op de vragen, ze checkt of hij toestemming heeft om buiten het hek te spelen (dit is niet het geval) en legt uit dat het gezien het kindaantal (10) niet mogelijk is dat er een vriendje komt spelen. De 4 van 10

5 beroepskracht van het KDV komt met een dreumes naar de BSO voor het tafelmoment, zo kan de beroepskracht van de BSO het meisje naar gym brengen. Een meisje is jarig geweest en de beroepskracht feliciteert haar. Ze vraagt wat voor kadootjes ze heeft gekregen, wanneer haar broer antwoordt geeft ze rustig maar duidelijk aan dat het graag van de jarige zelf wil horen. Ze moet dit een aantal keer herhalen maar uiteindelijk pakt de jongen het goed op. Als de groep aan tafel zit vraagt de beroepskracht hoe het was op school. Kinderen vertellen over het rekenspel en laten zien wat ze ermee hebben gewonnen. Het gesprek gaat ook over de Avondvierdaagse en vakanties. Ze geeft alle kinderen de beurt en spreekt kinderen ook aan op hun taal wanneer dat nodig is, ze legt ook uit waarom. De dreumes aan tafel kijkt rond en neemt alles in zich op. Ondertussen gaat het bordje met fruit rond. Wanneer het bordje bijna leeg is, vraagt ze of iemand nog een stukje banaan wil. Twee kinderen steken hun hand op "ikke", ook de dreumes zegt "ikke ook". De beroepskracht is verrast en geeft haar een complimentje. De verjaardag wordt gevierd met zingen, trakteren en een kadootje uitzoeken. 5 van 10

6 Personeel en groepen Inleiding: Binnen dit domein zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De VOG's van het vaste team is beoordeeld, deze voldoen aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De gecontroleerde diploma's voldoen aan de voorwaarden. Opvang in groepen Op de locatie is één basisgroep van maximaal 30 kinderen. Er wordt voldaan aan de voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Aan de hand van de roosters en presentielijsten van week 19 en 20 is gecontroleerd of er voldoende beroepskrachten ingezet worden voor het aantal aanwezige kinderen. Met behulp van de rekentool wordt de BKR berekend. Op alle dagen uit deze twee weken wordt er voldaan aan de BKR. Gebruikte bronnen: Interview Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 19 en ) Personeelsrooster (week 19 en ) 6 van 10

7 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10

8 De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10

9 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KC Ruinerwold Website : Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Stichting kindcentra Wolderwijs Adres houder : Dijkhuizen 28 Postcode en plaats : 7961AK Ruinerwold KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : M. Booij Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : De Wolden Adres : Postbus 20 Postcode en plaats : 7920AA ZUIDWOLDE DR Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 10

10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Geachte mevrouw Booij, beste Mariëlle, Hartelijk dank voor het toezenden van het rapport. Ik ga akkoord met de inhoud van het rapport en heb geen aanvullingen. Het is een mooi rapport waar wij zeer content mee zijn en waaruit blijkt dat Stichting Kindcentra Wolderwijs staat voor kwaliteit. Met vriendelijke groet, Jeanine Blokzijl Coördinator IKC 10 van 10