Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 21 november 2001 De vaste commissie voor Justitie 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de initiatiefnemer de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. Algemeen 1 Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), ondervoorzitter, Rouvoet (ChristenUnie), O. P. G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks), Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA), Vacature (PvdA). Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), C. Cörüz (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Hoekema (D66), Karimi (Groen- Links), Santi (PvdA), Luchtenveld (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Doel (VVD), Rijpstra (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Van Baalen (VVD), Van Blerck- Woerdman (VVD), Vacature (GroenLinks), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Arib (PvdA). De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel Invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden. Het wetsvoorstel is op het eerste gezicht sympathiek te noemen vanuit het oogpunt van slachtoffers. Dat neemt niet weg dat er behoorlijke juridische en niet-juridische kanttekeningen bij het voorstel zijn te plaatsen. Daarnaast zouden deze leden de indiener nog een aantal vragen willen voorleggen. Als algemene inleidende vraag zouden zij de indiener willen verzoeken de adviezen van de NVVR en de NOVA aan de Kamer voor te leggen. De leden van de PvdA-fractie zouden graag zien dat de indiener nader uiteenzet wat nu precies de meerwaarde van dit wetsvoorstel is voor slachtoffers in het licht van de verbeterde positie van slachtoffers die de laatste jaren is bereikt. Deze leden noemen daarbij als voorbeeld de Wet Terwee, het experiment met schriftelijke verklaringen van slachtoffers in enige arrondissementen en de inzet van Slachtofferhulp. De leden van de VVD-fractie constateren met genoegen dat de rol van het slachtoffer in het Nederlandse strafproces de laatste jaren is versterkt. Slachtoffers zijn nu op een actieve wijze betrokken bij het strafproces. Zij kunnen kennisnemen van de processtukken en als benadeelde partij een schadeclaim indienen en deze claim vervolgens tijdens de strafzitting toelichten. Voorts is de bejegening van het slachtoffer door zowel politie als justitie geïntensiveerd en nader gestructureerd. Gewezen kan worden op de Victim Impact Statement (slachtofferverklaring dat onderdeel uitmaakt van het strafdossier) en de mogelijkheid om vóór de zitting een gesprek te voeren met de behandelend officier van justitie. De ontwikkelingen worden door de leden van de VVD-fractie aandachtig gevolgd. Zij KST57257 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2001 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 1

2 hebben dan ook met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende initiatiefwetsvoorstel, maar hebben nog wel enkele vragen. De leden van de VVD-fractie vragen op welke wijze het uitoefenen van het voorgestelde spreekrecht zich verhoudt met het in artikel 6 lid 2 van het EVRM verankerde beginsel dat een verdachte onschuldig is totdat zijn schuld bij wet is bewezen. Kan de indiener aangeven of in strijd met dit beginsel kan zijn het horen van een slachtoffer tijdens de strafzitting op een moment waarop de schuld van de verdachte (nog) niet vast staat? Zijn er strafrechtstelsels waarin (een vorm van) het voorgestelde spreekrecht is ingevoerd en die een scheiding kennen tussen een zogenaamde schuldigbevindings- en bestraffingsfase (zoals de in het Verenigd Koninkrijk onder omstandigheden geldende «sentencing-procedure»)? De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de inhoud van het initiatiefwetsvoorstel van de heer Dittrich, ertoe strekkende dat er een wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering worden opgenomen waardoor de invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden tijdens een rechtszitting wordt mogelijk gemaakt. Uit het verslag moge blijken dat de leden van de CDA-fractie zich op basis van argumenten willen laten overtuigen of het toekennen van spreekrecht een positieve of negatieve uitwerking zal hebben op het slachtoffer c.q. nabestaanden. Wij nodigen de indiener dan ook uit deze argumenten nog eens helder uiteen te zetten. Met belangstelling hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel, zoals dat gewijzigd is naar aanleiding van het advies van de Raad van State. Op hoofdlijnen kan de D66-fractie zich in het voorstel vinden. Toch zijn er nog enkele vragen en opmerkingen aan de initiatiefnemer te stellen. De initiatiefnemer schetst op hoofdlijnen ontwikkelingen in de verbetering van de positie van het slachtoffer. Voorziet de initiatiefnemer nog meer ontwikkelingen in of rond het strafproces ten gunste van het slachtoffer? Zo ja, welke? De leden van de fractie van GroenLinks hebben met grote belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Deze leden onderstrepen het belang van toenemende aandacht voor de materiële en immateriële belangen van slachtoffers. Daar waar mogelijk moeten politie- en justitiefunctionarissen trachten slachtoffers hulp en zorg te bieden die slachtoffers behoeven en zelf willen. Deze leden onderstrepen tevens het belang van mogelijkheden voor slachtoffers die behoeven hun daders te laten inzien welke gevolgen de besproken strafbare feiten hebben gehad. De leden van de GroenLinks-fractie vragen evenwel of het spreekrecht voor slachtoffers dé wijze is waarop de strafrechtspleging én slachtoffers gediend moeten worden. In de strafrechtspleging draait immers alles noodzakelijkerwijs om verdachten: vast moet komen te staan of de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en zo ja welke sanctie erop moet volgen. Daarvoor zijn de artikelen 348 en 350 Wetboek van Strafvordering richtinggevend. In het geheel van strafprocessuele voorschriften staat voorop dat de verdachte onschuldig is totdat het tegendeel wordt bewezen. Deze leden vragen of de introductie van een spreekrecht voor slachtoffers geen inbreuk maakt op deze belangrijke hoofdregel. Wordt niet immers de fictie in het leven geroepen dat het de verdachte is die de gevolgen van het strafbare feit bij het slachtoffer heeft veroorzaakt? Is de kans reëel dat verdachten tijdens en na het aanhoren van het spreekrecht beschouwd worden als daders? De leden van de fractie van GroenLinks vragen ook of slachtoffers of hun nabestaanden wel baat hebben bij een spreekrecht. Zoals de indiener van het initiatiefwetsvoorstel terecht opmerkt, dient de rechter ervoor te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 2

3 waken dat verdachten en hun raadslieden zich onbehoorlijk uitlaten over het slachtoffer. Dat spreekt voor deze leden vanzelf. Wat minder vanzelf spreekt is het ontnemen van elke mogelijkheid voor verdachten om het door slachtoffers gestelde te becommentariëren. In de strafrechtspleging geldt nog steeds het beginsel «audi et alteram partem». Hoe verhoudt het initiatiefwetsvoorstel zich hiermee? Kan de indiener van dit initiatiefwetsvoorstel de leden van de GroenLinksfractie ook meedelen hoe spreekrecht zal worden toegepast bij terechtzittingen bij verstek? Het lijkt deze leden bijzonder onbevredigend voor slachtoffers indien zij hun verhaal doen zonder dat verdachten daarbij aanwezig zijn. Deze leden zijn op de hoogte van het bestaan van uiteenlopende studies naar de behoeften en verwachtingen die slachtoffers koesteren jegens het onderzoek op de terechtzitting. Een van die behoeften is het met verdachten in gesprek raken over de gevolgen van het delict. In hoeverre kan dit spreekrecht bijdragen aan het op gang brengen van de onderlinge discussies tussen daders en slachtoffers en moeten daarvoor niet op andere, meer geëigende plaatsen mogelijkheden worden geboden? De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij waarderen de aandacht die de indiener heeft voor de positie van slachtoffers in het strafrecht en geven bij wijze van algemene benadering aan dat ook wat hun fractie betreft er aanleiding is de positie van slachtoffers in het strafproces te versterken. De indiener kiest als middel het spreekrecht. Naar aanleiding daarvan stellen de leden van de fractie van de ChristenUnie een aantal vragen teneinde tot een goed oordeel over het voorliggende wetsvoorstel te kunnen komen. In de eerste plaats geven zij aan dat een meer geprononceerde rol van slachtoffers in het strafproces betrekkelijk nieuw is in Nederland. De indiener geeft zelf in de toelichting een schets van de ontwikkelingen, waaruit blijkt dat die positie recent redelijk is verstevigd. Een en ander heeft te maken met het systeem van het strafprocesrecht, waarbij er bewust voor is gekozen waarheidsvinding centraal te stellen en in het bijzonder het OM hierin (tegenover de verdachte) de centrale rol toe te kennen. De voortgang van het proces wordt in belangrijke mate en de inhoud van de tenlastelegging worden feitelijk alleen door het OM bepaald. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of er reden is te veronderstellen dat door een steeds sterkere plaats van het slachtoffer, in de leidende positie van het OM verandering zou kunnen komen; veranderingen die mogelijk niet gewenst zijn. De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben hierover enkele vragen. Deelt de indiener de mening dat de rechter zich kan laten beïnvloeden door het relaas van het slachtoffer in zijn oordeel over de schuld of onschuld van de verdachte? De leden van de SP-fractie vragen de indiener toe te lichten in hoeverre de verklaringen van het slachtoffer strafverzwarend kunnen werken. Is dit wenselijk naar de mening van de indiener? Zou er dan niet een maximum moeten worden gesteld aan de verzwaring? Deze leden vragen de indiener of de verklaring van het slachtoffer nog van invloed kan zijn op de waarheidsvinding van de rechter. Wordt de verklaring voetstoots als waar aangenomen? Ook verzoeken zij de indiener om een oordeel over een alternatieve wijze van verhoor van het slachtoffer waarmee in Roermond wordt geëxperimenteerd. Het betreft een methode waarbij vóór de zitting met het slachtoffer wordt gesproken door het OM. Kent de indiener nog meer soortgelijke experimenten en zo ja, wat zijn hun effecten? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 3

4 De leden van de SP-fractie zijn bezorgd over het feit dat er een algemeen preventieve werking uit moet gaan van het spreekrecht van slachtoffers terwijl nog niet vaststaat of de verdachte schuldig is. Hoe valt dit doel van het spreekrecht te rijmen met het middel? Vereist het middel niet dat de schuld van de verdachte vaststaat? De leden van de SGP-fractie hebben met bijzondere belangstelling van het wetsvoorstel kennisgenomen. Terecht wordt in de memorie van toelichting geconstateerd dat in de loop van 25 jaar de aandacht voor het slachtoffer van een strafbaar feit sterk is toegenomen. Het verwondert deze leden dan ook niet dat uit een vergelijkend onderzoek in 22 lidstaten van de Raad van Europa, Nederland bepaald positief naar voren komt als het gaat om de beschikbaarheid van het slachtoffer, ook al zijn er op het vlak van de uitvoering van het beleid verbeteringen denkbaar. Positief waarderen deze leden het dat zeer onlangs het wetsvoorstel betreffende waarborgen rond vervolging door de Eerste Kamer is aanvaard, waardoor de positie van het slachtoffer in de sfeer van het beklag- en hoorrecht inzake beslissingen van het Openbaar Ministerie tot niet (verdere) vervolging is versterkt. Deze leden hebben evenwel zeer grote aarzelingen bij voorstellen die beogen het slachtoffer ook een formele positie te verschaffen in het eigenlijke strafproces, in het bijzonder bij voorstellen die beogen een spreekrecht toe te kennen. Zij vragen of de indiener van het wetsvoorstel stilgestaan heeft bij de vraag of en zo ja, hoeveel slachtoffers naar verwachting psychisch in staat zullen zijn ter zitting het woord te voeren. Tevens vragen zij of de indiener zich heeft gerealiseerd en rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat het van nabij meemaken en participeren in het strafproces de verwerking in de weg kan staan of die weg verlengt dan wel er voor zorgt dat die weg opnieuw moet worden afgelegd. Internationale ontwikkelingen De leden van de PvdA-fractie constateren dat volgens de indiener uit een vergelijkend onderzoek dat is gedaan naar de positie van slachtoffers in het strafproces van 22 lidstaten van de Raad van Europa blijkt dat het Nederlandse slachtofferbeleid positief afsteekt bij dat van andere in het onderzoek betrokken Europese landen. Ook blijkt dat het spreekrecht in landen als Duitsland, Portugal, Zweden en Turkije op een wijze wordt ingevuld die niet past in het Nederlandse strafproces. Het slachtoffer vervult in die landen de rol van secondant van de officier van justitie. De leden van de PvdA-fractie vragen of vergelijkingen met genoemde landen alsmede Frankrijk, België, Groot-Brittannië en Ierland niet heel moeilijk te doorgronden zijn als daarbij niet ook het strafprocesrecht en de rechtscultuur van die landen wordt betrokken. Zij vragen de indiener in een nadere beschouwing over de internationale vergelijking aandacht te schenken aan de diversiteit van strafprocesrecht en rechtscultuur. De indiener stelt dat het spreekrecht zoals voorgesteld niet strijdig is met de bepalingen van het Kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie. Het Kaderbesluit bepaalt dat de aanpassingen middels nieuwe voorschriften in werking moeten treden op 22 maart De leden van de PvdA-fractie vragen of het wellicht de voorkeur zou verdienen dat onderhavig wetsvoorstel behandeld wordt in het bredere verband van een samenhangend en afgewogen pakket maatregelen, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de standaard die is opgelegd in het Kaderbesluit van de Europese Unie. Wat zijn de gedachten van de indiener over deze mogelijkheid? Artikel 3 van het Kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie van 15 maart 2001 bepaalt dat het slachtoffer slechts voorzover noodzakelijk ten Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 4

5 behoeve van de strafprocedure wordt ondervraagd door de «autoriteiten». Kan de indiener de leden van de VVD-fractie duidelijk maken hoe zich de voorgestelde uitsluiting van het ondervragingsrecht van de verdachte danwel diens advocaat met deze bepaling verhoudt? De leden van de CDA-fractie hebben grote waardering voor het geboden inzicht in internationaal verband waaruit blijkt dat de positie van het slachtoffer in het kader van het toekennen van een spreekrecht nogal verschillend is vormgegeven. Wij nodigen de indiener van dit wetsvoorstel uit om te beargumenteren waarom naar zijn mening het invoeren van een spreekrecht, zonder daarbij getuige te zijn, meer voordelen voor het herstel van emotionele schade kan hebben dan de beschreven systemen in andere landen, zoals bijvoorbeeld slachtoffer in de rol van secondant van de officier van justitie (bijvoorbeeld Duitsland e.a.), het beperktere spreekrecht (bijvoorbeeld Frankrijk e.a.), en het in Nieuw Zeeland en sommige staten van de Verenigde Staten bestaande victim s statement of opinion waarbij het slachtoffer zich tevens mag uitspreken over de meest wenselijke straf. De initiatiefnemer beschrijft hoe de positie van het slachtoffer in andere Europese landen is geregeld en hoe er in Europa gewerkt wordt naar een verdergaande samenwerking op strafrechtelijk gebied cq. harmonisatie van wetgeving. Stel, dat er een Europees OM komt op specifieke rechtsgebieden, op welke wijze zal dan de rechtspositie van het slachtoffer worden geregeld, zo vragen de leden van de D66-fractie. Uit het overzicht van de regelingen in andere Europese landen blijkt dat sommige landen verder gaan in het toekennen van spreekmogelijkheden voor het slachtoffer tijdens de terechtzitting dan de huidige situatie in Nederland, terwijl de mogelijkheden in die landen ook verder gaan dan hetgeen de initiatiefnemer in zijn voorstel regelt. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan Duitsland, waar het slachtoffer als secondant de officier van justitie mag bijstaan ter terechtzitting en ook vragen aan de verdachte of aan getuigen mag stellen. Waarom kiest de initiatiefnemer voor een beperkt spreekrecht en sluit hij niet aan bij die verdergaande regelingen in het buitenland? Tijdens het algemeen overleg Slachtofferzorg van 10 oktober 2001 heeft de woordvoerder van de VVD-fractie gepleit voor een verdergaande regeling in het Wetboek van Strafvordering op het gebied van het spreekrecht van het slachtoffer, waarbij hij naar de regeling in Duitsland verwees. Hoe staat de initiatiefnemer tegenover dit pleidooi? De leden van de D66- fractie merken daarbij overigens op dat een te grote aanpassing van het strafvorderlijk systeem hen bezwaarlijk voorkomt voor onder meer de rechterlijke macht. Initiatiefwetsvoorstel De initiatiefnemer is van menging dat de experimenten welke op dit moment plaatsvinden met schriftelijke slachtofferverklaringen niet tegemoet komen aan het opnemen in de wet van het spreekrecht voor slachtoffers, zo constateren de leden van de CDA-fractie. Dit roept bij deze leden de vraag op of de indiener op grond van de nu reeds verkregen informatie over deze experimenten tot deze stellingname is gekomen of dat andere overwegingen hieraan ten grondslag liggen. Gaarne dan ook een toelichting. Zal het in de praktijk kunnen voorkomen dat naast een schriftelijke slachtofferverklaring tevens nog gebruik gemaakt mag worden van het spreekrecht, of wil de indiener dit uitsluiten in het nu voorliggende wetsvoorstel, zo vragen deze leden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 5

6 De regering heeft een aantal proefprojecten in gang gezet, waarbij de positie van het slachtoffer in de hele strafrechtketen wordt versterkt. Die projecten zullen de komende jaren worden geëvalueerd. Kan het initiatiefwetsvoorstel die evaluatie niet doorkruisen, zo vragen de leden van de fractie van D66. Is er haast bij invoering van het voorgestelde spreekrecht? De leden van de SGP-fractie informeren naar de resultaten van het in april 2000 in een aantal arrondissementen begonnen experiment waarbij schriftelijke verslagen van slachtoffers in het strafdossier worden opgenomen. Waarom een spreekrecht? De leden van de fractie van de PvdA merken op dat het erop lijkt dat de indiener in zekere zin voorbijgaat aan het belang van het slachtoffer, doordat het ook mogelijk is dat er sprake is van een toename van de emotionele schade door het spreekrecht. Zij hebben daarbij de situatie op het oog waarbij de emotionele schade die het slachtoffer door het misdrijf is berokkend wordt versterkt door het horen van het slachtoffer ter zitting. Met name denken zij daarbij aan slachtoffers van ernstige zeden- en geweldsdelicten. De grote vraag is wat het slachtoffer heeft aan het spreekrecht wanneer hij of zij zelf nog niet is hersteld van de emotionele schade, en mogelijk onterecht denkt door gebruik te maken van het spreekrecht het ondergane leed eerder of beter te verwerken. De indiener stelt immers zelf dat de verwachtingen wat betreft het begin van herstel van emotionele schade als gevolg van het spreekrecht niet te hoog moeten worden gespannen, en dat elk slachtoffer verschillend zal reageren op de uitoefening van het spreekrecht. Is de inschatting van de leden van de fractie van de PvdA dat de indiener zelf nog niet geheel overtuigd is van de noodzaak van het door hem bepleitte spreekrecht voor slachtoffers, juist? In de toelichting op zijn voorstel stelt de indiener, dat de rechter door het spreekrecht voor slachtoffers direct kan zien en horen hoe het met het slachtoffer of diens nabestaanden gaat. Vervolgens legt de indiener uit dat de verklaring van het slachtoffer de plaats krijgt die het toekomt; het maakt namelijk onderdeel uit van het geheel aan informatie waarover de rechter beschikt bij het bepalen van zijn vonnis. De leden van de fractie van de PvdA vragen of dit in de visie van de indiener betekent, dat als gevolg van het spreekrecht de door de rechter uit te spreken straf hoger kan uitpakken dan wanneer het slachtoffer geen gebruik maakt van het spreekrecht. De verklaring van het slachtoffer in het kader van dit wetsvoorstel zal meewegen bij het bepalen van de zwaarte van de straf. De vraag is of het slachtoffer daarmee echter niet onterecht een bijzondere positie in het strafproces gaat innemen omdat zowel de verdachte als diens advocaat het slachtoffer niet mogen horen terwijl de verklaring in de procesvoering wel van betekenis is. Als de rechter nadere informatie wenst kan hij het slachtoffer ook als getuige horen in aanwezigheid van de advocaat. De leden van de fractie van de PvdA vragen de indiener op deze gedachtegang te reageren. Daarbij vragen zij de indiener ook rekening te houden met het feit dat het de plicht is van politie en openbaar ministerie om de rechter van alle informatie te voorzien, waaronder de gevolgen van bijvoorbeeld een geweldsmisdrijf voor het slachtoffer. Deze leden vragen of de indiener bij zijn beschouwing ook de vraag onder ogen wil zien of de door hen geschetste situatie wel verenigbaar is met artikel 6 EVRM. De leden van de PvdA-fractie wensen van de indiener te vernemen of hij meent dat het spreekrecht zin heeft in het geval dat de verdachte het tenlastegelegde ontkent. Hoe kijkt de indiener tegen deze situatie aan? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 6

7 De artikelen 302 en 303 van het initiatiefwetsvoorstel regelen de positie van het slachtoffer dat tijdens de strafzitting het voorgestelde spreekrecht uitoefent. In het initiatiefwetsvoorstel is geen ondervragingsrecht voor de rechter, verdachte en diens advocaat opgenomen. De indiener stelt echter (kort samengevat) dat de rechter in zijn beoordeling dient te betrekken de inhoud van de door het slachtoffer tijdens de terechtzitting gedane verklaring. De leden van de VVD-fractie menen dat uit het bovenstaande volgt dat de rechter zijn uitspraak omtrent de schuld van de verdachte en/of de hoogte van een eventueel op te leggen straf kan baseren op gegevens die de verdachte niet heeft kunnen weerspreken. Is die lezing juist? Is de indiener van oordeel dat een verdachte alle ten processe aangevoerde gegevens moet kunnen aanvechten? Kan de indiener aangeven of het uitoefenen van het voorgestelde spreekrecht in strijd kan zijn met het beginsel van hoor en wederhoor? Is het denkbaar dat de verdachte danwel diens advocaat de rechter zal wraken op het moment dat het slachtoffer zijn voorgestelde spreekrecht tijdens de strafzitting uitoefent met als grondslag dat de rechter zich oneigenlijk laat beïnvloeden (nu hoor en wederhoor niet is toegestaan)? Kan de indiener de leden van de VVD-fractie aangeven in hoeverre het aannemelijk is dat een wrakingskamer een dergelijk verzoek zal toewijzen? Als de leden van de CDA-fractie het goed begrepen hebben, dan is de belangrijkste motivatie voor indiening van dit wetsvoorstel om met het invoeren van het spreekrecht meer aandacht aan de status van het slachtoffer in de strafprocedure toe te kennen. Een en ander zou ertoe kunnen bijdragen dat er mogelijk een begin van herstel van de emotionele schade bij betrokkenen of diens nabestaanden kan optreden. Op grond van welke gegevens is bekend dat dit herstel van emotionele schade ook daadwerkelijk plaatsvindt? Zijn er onderzoekgegevens uit bijvoorbeeld andere landen bekend waaruit zulks blijkt, zo vragen deze leden. Is ook bekend of confrontatie met de dader en het in het openbaar opnieuw moeten beleven welke schade in emotionele zin is aangebracht, niet juist een toename van de emotionele schade betekent? Indien het in dit wetsvoorstel toegekende spreekrecht ertoe zou leiden dat in afzonderlijke gevallen er een toename zal plaatsvinden van emotionele schade, wordt door de indiener van dit wetsvoorstel dan voorzien in een aanbod van extra nazorg c.q. professionele hulpverlening? Als tweede motivatie voor het toekennen van spreekrecht wordt genoemd het geven van informatie aan de rechter. Dit roept bij deze leden de vraag op of het slachtoffer c.q. nabestaande expliciet kan eisen dat deze informatie uitsluitend wordt verstrekt buiten aanwezigheid van de verdachte. Graag de mening van de initiatiefnemer. Ook vragen deze leden welke meerwaarde (daar waar het bedoeld is om de rechter nader te informeren) het toekennen van spreekrecht heeft boven een schriftelijke verslaglegging. Is het de bedoeling van de initiatiefnemer dat de onafhankelijke rechter mogelijk een andere interpretatie zal geven aan mondelinge informatie en zich mogelijk zal willen laten beïnvloeden? De leden van de D66-fractie vragen of het gevaar bestaat dat slachtoffers of nabestaanden zich gedwongen zullen voelen van het spreekrecht gebruik te maken uit angst dat zij anders niet serieus zullen worden genomen. Hoe kan worden voorkomen dat zij min of meer onvrijwillig de gang naar de rechtszaal zullen maken? Verwacht de initiatiefnemer dat de positie van de verdachte als gevolg van het spreekrecht ongunstig zal worden beïnvloed? Verwacht de initiatiefnemer dat de door de rechter op te leggen straffen verhoogd zullen worden, omdat het slachtoffer een emotioneel appèl op de rechter doet? De leden van de D66-fractie merken hierbij op dat zij een algehele verhoging van straffen niet wenselijk zouden vinden. Vaak wordt gememoreerd Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 7

8 dat het effect van een lange gevangenisstraf na verloop van een jaar of twee afneemt. Wat is de reactie van de initiatiefnemer hierop? In het wetsvoorstel gaat het specifiek over het spreekrecht op de terechtzitting. Hoe staat de initiatiefnemer tegenover een spreekrecht tijdens alternatieve vormen van geschillenbeslechting? Of tijdens een gesprek met de officier van justitie voordat deze besluit een strafzaak tegen de verdachte te seponeren? De indiener geeft verschillende argumenten voor een spreekrecht. Wat sommige daarvan betreft, zijn verschillende visies mogelijk op de eventuele effecten, zo menen de leden van de fractie van de ChristenUnie. Een generaal preventieve werking, of bijzondere preventieve werking is mogelijk, maar kan ook weer niet worden voorondersteld. Het slachtoffer kan in zekere zin erkenning en genoegdoening ervaren, maar kan ook te meer beschadigd uit het proces komen, en dit te meer indien de vele, ingewikkelde juridische vraagstukken die mogelijk spelen er bijvoorbeeld toe zouden kunnen leiden dat de dader er van af komt zonder straf of met een zeer lage straf, tegen de achtergrond van formeel-juridische overwegingen die strijdig zijn met het rechtsgevoel van de verdachte. Nu zo elk argument zijn pro s en contra s kent, kan de indiener dan aangeven welk argument nu doorslaggevend moet worden geacht bij zijn overwegingen om dit wetsvoorstel in te dienen? Praktijk In de praktijkvoorbeelden wordt melding gemaakt van het toekennen van spreekrecht voor de duur van 10 minuten. Dit roept bij de leden van de CDA-fractie de vraag op of de initiatiefnemer in de wet een limitering van de spreektijd wil opnemen, en zij willen hier dan ook graag een toelichting op. De D66-fractie heeft kennisgenomen van het advies van de NVVR en de NOVA. Wat is de reden dat er thans zonder wettelijke regeling door rechters zo verschillend op het spreekrecht wordt gereageerd? Nu eens mag een nabestaande het woord voeren, maar dan alleen over de indruk die het misdrijf op zijn leven heeft gemaakt, dan weer mag hij in het geheel niet spreken en soms laat de rechter toe dat de nabestaande zich zelfs uitlaat over de door de officier van justitie te stellen eis. Zo vernamen deze leden dat de vader van het vermoorde meisje Sybine Jansons zich ter zitting mocht uitspreken over de lengte van de straf die aan de verdachte zou moeten worden opgelegd. Hoe reageert de initiatiefnemer daarop? Op dit moment kennen sommige rechters het slachtoffer al spreekrecht toe; andere niet, omdat dit tegen de wet zou zijn, aldus de toelichting. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de indiener nader kan aangeven welke argumenten in het laatste geval worden gebruikt om dat standpunt nader te onderbouwen? In hoeverre bezigt de indiener het standpunt dat indien de wet dit niet expliciet verbiedt, het toekennen van spreekrecht wel mogelijk is? Verklaring over de gevolgen die het misdrijf teweeg heeft gebracht In de memorie van toelichting wordt door de indiener aandacht besteed aan het belang van goede informatie over de reikwijdte van het spreekrecht en dat daarvoor een goed contact met politie en openbaar ministerie van belang is. De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze dit georganiseerd zal worden bij politie en openbaar ministerie. Heeft de indiener hierover gesproken met politie en justitie, en zo ja, wat is de visie van politie en justitie hierover? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 8

9 De leden van de VVD-fractie constateren dat de strekking van het initiatiefwetsvoorstel is dat een slachtoffer onder bepaalde omstandigheden tijdens de strafzitting een toelichting mag geven op diens persoonlijke gevolgen, veroorzaakt door het aan de verdachte ten laste gelegde feit. Het is echter niet toegestaan, aldus de indiener van het initiatiefwetsvoorstel, dat het slachtoffer daarbij zijn eigen visie op de verdachte weergeeft. Deze leden vragen de indiener aan te geven op welke wijze dat onderscheid gemaakt kan worden. Is het in dit kader van belang dat de persoon van de verdachte tevens onderdeel van het tenlastegelegde feit is? Acht de indiener het denkbaar dat het slachtoffer het jegens hem gepleegde ernstig misdrijf niet los kan zien van de verdachte? Kan de indiener aangeven op welke wijze het slachtoffer dient te worden «gecorrigeerd» indien hij tijdens het uitoefenen van het voorgestelde spreekrecht dat onderscheid niet maakt? Wat kunnen de gevolgen van een dergelijke «correctie» zijn op het herstel van de emotionele schade van het slachtoffer? Is de indiener het met de leden van de CDA-fractie eens dat het toekennen van een spreekrecht voor slachtoffers of nabestaanden met de beperking dat deze geen visie op de verdachte of op de toe te kennen straf mag geven, met zich mee kan brengen dat de tegenover de verdachte gevoelde agressie niet kan worden geuit en deze wordt opgekropt en zich tegen het slachtoffer c.q. nabestaanden zelf richt? Ook volgens de NVVR dient het risico van secundaire victimisatie beperkt te worden. Daar waar door emoties zulks evenwel kan optreden, zal de rechter in deze voorkomende gevallen volgens de initiatiefnemer het slachtoffer het woord ontnemen en uit de rechtszaal verwijderen of kan de advocaat van verdachte bezwaar aantekenen. De leden van de CDA-fractie wensen hier graag een toelichting op. Geldt het wetsvoorstel als minimumnorm en kan een slachtoffer of nabestaande op de zitting verdergaande mededelingen doen dan hetgeen in het voorstel geregeld wordt, zo vragen de leden van de D66-fractie. Is het een reële verwachting om te veronderstellen dat het gevaar van secundaire victimisatie achterwege zal blijven? De kring van degenen die van het spreekrecht gebruik mogen maken De leden van de PvdA-fractie vragen waarom er geen uitzonderingen mogelijk zijn op de regel dat slechts één van de nabestaanden van het spreekrecht gebruik mag maken. Het door de indiener van het wetsvoorstel genoemde voorbeeld van de vader en het kind van het slachtoffer is juist zo bijzonder, dat het voor de hand zou liggen dat aan beiden het spreekrecht wordt verleend. Hoe moet de zittingsrechter in dat geval tot een oordeel komen over de vraag wie wel en wie niet gehoord wordt? Is leeftijd de bepalende factor, of moet de rechter oordelen dat de één meer smart heeft dan de ander? Deze leden zouden gaarne zien dat de indiener een nadere beschouwing aan deze problematiek zou wijden. De kring van slachtoffers en nabestaanden met spreekrecht is beperkt gehouden. De leden van de fractie van de ChristenUnie kunnen hier op zichzelf begrip voor opbrengen. Waar het spreekrecht in eerste instantie is beperkt tot (overlevende) slachtoffers, vragen zij of het de bedoeling is, indien er een veelheid aan slachtoffers is, dat dan aan elk van de slachtoffers spreekrecht toekomt. Zij noemen als voorbeeld een serieverkrachter, die meerdere seksuele vergrijpen is ten laste gelegd, of een gijzeling waarvan een hele groep het slachtoffer was. Zij vragen om een nadere toelichting op de keuze om niemand spreekrecht te geven indien het slachtoffer zelf daartoe niet in staat is in fysieke Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 9

10 zin. Zij stellen deze vraag mede tegen de achtergrond van de passage over nabestaanden waarbij gesproken wordt over «niet in staat zijn om van het spreekrecht gebruik te maken». Wordt daarmee uitsluitend gedoeld op leeftijd, of moet dit breder worden gezien? Slechts één nabestaande mag van het spreekrecht gebruik te maken. Waarom heeft de indiener er voor gekozen dit imperatief te formuleren en wordt het niet aan de vrijheid van de rechter overgelaten om uit te maken in bepaalde gevallen van die regel af te wijken en meerdere nabestaanden het woord te laten voeren? Indien er meerdere slachtoffers zijn, is het dan zo dat in dat geval ook meerdere nabestaanden het woord mogen voeren? Er is geen bezwaar dat meerdere schriftelijke verklaringen van het strafdossier deel gaan uitmaken. Hebben nabestaanden wel het recht om te vorderen dat hun verklaringen inderdaad daarin worden opgenomen? Eigenstandige positie van het slachtoffer De leden van de PvdA-fractie zouden gaarne zien dat de indiener de eigenstandige wettelijke positie van het slachtoffer nader toelicht. Zij vragen wat het voor zin heeft om het slachtoffer ter zitting een verklaring voor te laten lezen, wanneer de rechter, het openbaar ministerie en de verdediging geen ondervragingsrecht hebben. Wordt hiermee niet de gedachte versterkt dat het slachtoffer net zo goed een schriftelijke verklaring kan afleggen, zoals thans al als experiment geschiedt? Hoe valt dit, zoals eerder gevraagd, te rijmen met de door de indiener zelf genoemde mogelijkheid van de rechter om in zijn vonnis rekening te houden met de verklaring van het slachtoffer? Kan de verdachte, indien hij de overtuiging is toegedaan dat de verklaring van het slachtoffer van belang is voor zijn verdediging, met gebruikmaking van artikel 6 EVRM niet alsnog het slachtoffer als getuige oproepen? Is het mogelijk dat het slachtoffer uiteindelijk emotioneel in een nadeliger positie verkeert dan indien hij geen gebruik zou hebben gemaakt van het spreekrecht? Tenslotte vragen deze leden of het gedurende het strafproces mogelijk is, dat het slachtoffer in verschillende kwaliteiten ter zitting wordt gehoord, namelijk als getuige, slachtoffer en benadeelde in het kader van de Wet Terwee. Als dit mogelijk is, hoe moet het openbaar ministerie hier dan mee omgaan? Hoe zal de zittingsrechter de verschillende kwaliteiten van het slachtoffer in het strafproces inpassen en beoordelen? De leden van de fractie van de PvdA zouden gaarne zien dat de indiener deze problematiek nader zou toelichten. Ook de leden van de fracties van het CDA en de ChristenUnie ontvangen graag een toelichting op de vraag hoe het uitoefenen van het spreekrecht tijdens een proces zich verhoudt met een eventueel optreden van het slachtoffer als getuige in het kader van de waarheidsvinding in datzelfde proces. De leden van de CDA-fractie voegen hier de vraag aan toe of de rechter wel nadere verduidelijking mag vragen aan het slachtoffer c.q. nabestaande? De D66-fractie is blij dat de initiatiefnemer zijn oorspronkelijke wetsvoorstel heeft aangepast in die zin dat het slachtoffer of de nabestaande niet meer in de positie van getuige op de terechtzitting wordt gehoord. Met de Raad van State, de NVVR en de NOVA zijn de leden van de D66-fractie van mening dat voorkomen moet worden dat het slachtoffer of de nabestaande aan een kruisverhoor kan worden onderworpen. Net als bij de regeling van de beledigde partij is het niet wenselijk dat een slachtoffer of nabestaande beëdigd wordt. Het gaat vaak om emotionele verklaringen die afgelegd zullen worden. Een verhoorsituatie zal tot onfrisse taferelen kunnen leiden, zo menen deze leden. De leden van de SP-fractie vragen of de advocaat van de verdachte geen kritische vragen aan het slachtoffer dient te stellen om het verhaal van het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 10

11 slachtoffer te objectiveren. Zo ja, zal dit niet kunnen leiden tot nog meer emotionele schade voor het slachtoffer? Zo neen, hoe wordt er een toets op de waarheid van het door het slachtoffer uitgesproken verhaal gemaakt? Hierbij valt te denken aan de getuigenissen van de ontuchtzaken in Epe, waarbij de psychiater rapporteerde dat de slachtoffers herinneringen aangepraat werden. Is een dergelijke vertekening van een zeer emotionele verklaring niet denkbaar, en zo ja, wat voor toets komt er op de waarheid van het verhaal van het slachtoffer? Bij welke misdrijven? De leden van de fractie van de PvdA vragen de indiener nader toe te lichten waarom het spreekrecht ook van toepassing zou moeten zijn in zaken aangebracht bij de politierechter of bij de (enkelvoudige) kinderrechter. Zaken aangebracht bij de politierechter of kinderrechter zijn uit de aard der zaak minder ernstig dan zaken die zijn aangebracht bij de meervoudige kamer. Heeft de indiener hierover advies ingewonnen van de NVVR? Wat was hierop het antwoord? Ook vragen de leden van PvdAfractie of de indiener bij zijn overwegingen heeft betrokken dat het vorenstaande zal leiden tot taakverzwaring bij de rechterlijke macht. De leden van de D66-fractie zijn het met de initiatiefnemer eens dat niet bij elk misdrijf het slachtoffer of de nabestaande spreekrecht toekomt. De voorgestelde beperking komt deze leden helder en logisch voor. Afzonderlijke ruimten Op de leden van de fractie van de PvdA komt het over alsof de indiener het voor de uitvoering van het spreekrecht van belang acht dat het slachtoffer of de nabestaande die het woord zal voeren op de terechtzitting naar een afzonderlijke ruimte wordt geleid in afwachting van zijn verschijning in de rechtszaal. De indiener wijst in dit verband naar artikel 8 lid 3 van het Kaderbesluit. De leden van de PvdA-fractie herhalen de vraag waarom de indiener niet gewacht heeft met het indienen van het wetsvoorstel totdat duidelijk is op welke wijze de regering het Kaderbesluit heeft geïmplementeerd in regelgeving. Het kaderbesluit van de Europese Unie legt Nederland op gerechtsgebouwen uit te rusten met afzonderlijke wachtkamers voor slachtoffers per 22 maart De leden van de D66-fractie hebben na een gesprek met de Raad voor de Rechtspraak in oprichting op 31 oktober 2001 begrepen dat er in de nabije toekomst grote problemen zijn te verwachten rond de huisvesting van de gerechten. Nu al zijn de gebouwen te klein en is er te weinig werkruimte voor rechters en ondersteunend personeel. Laat staan in de toekomst wanneer het aantal rechters en personeel wordt uitgebreid. Is het wel zinvol op korte termijn verbouwingen te gaan plegen ten behoeve van wachtruimtes voor slachtoffers, terwijl er wellicht kort nadien een majeure, tientallen miljoenen kostende, verbouwingsoperatie in gang gezet gaat worden? Wachten op evaluatie van de experimenten met de schriftelijke slachtofferverklaring? De leden van de PvdA-fractie zijn er vooralsnog niet van overtuigd dat de indiener van het wetsvoorstel niet kan wachten op de uitkomsten van de experimenten met schriftelijke slachtofferverklaringen. Immers, waarom zou de uitkomst van het experiment niet kunnen zijn dat het slachtoffer in zijn algemeenheid geen behoefte heeft aan een spreekrecht, indien met een schriftelijke slachtofferverklaring hetzelfde doel wordt bereikt als door Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 11

12 de indiener van het onderhavige voorstel wordt beoogd? Zou de indiener op deze veronderstelling willen reageren? De D66-fractieleden onderschrijven de noodzaak van een spoedige regeling omtrent het spreekrecht en zijn met de initiatiefnemer van mening dat wachten op de in gang gezette experimenten onnodig is, omdat die experimenten gaan over de schriftelijke slachtofferverklaring. Overigens vragen de leden van de D66-fractie de initiatiefnemer of hij in kan schatten hoeveel mensen er gebruik van hun spreekrecht zullen gaan maken? Geluiden uit de kring van rechters brengen de D66-leden ertoe te veronderstellen dat het in de praktijk niet eens vaak zal voorkomen. Werklastverzwaring De uitvoering van de Wet Terwee heeft, zoals de evaluatie van deze wet heeft uitgewezen, geleid tot een werklastverzwaring voor de rechterlijke macht. De leden van de fractie van de PvdA vragen, mede gezien de reikwijdte van het voorstel, of niet te verwachten valt dat de invoering van het onderhavige wetsvoorstel opnieuw zal leiden tot een hogere werklast voor de rechterlijke macht. Zij vragen welke verwachtingen de indiener heeft met betrekking tot de werklastverzwaring van de rechterlijke macht. Welke overwegingen liggen aan zijn conclusies ten grondslag? De leden van de fracties van de VVD, D66 en de SGP geven te kennen er behoefte aan te hebben om een zo concreet mogelijk inzicht te krijgen in de effecten van dit voorstel op de werklast van de rechterlijke macht. De leden van de SGP-fractie zouden ook graag inzicht krijgen in de effecten op de afhandelingstijden van strafrechtelijke procedures in het algemeen. Evaluatie In de memorie van toelichting wordt voorgesteld binnen drie jaar na inwerkingtreding van de wet het spreekrecht te evalueren. De leden van de fractie van de PvdA vragen waarom er in het wetsvoorstel zelf geen evaluatiebepaling is opgenomen. Artikelsgewijze behandeling Artikel 260 In artikel 260 Wetboek van Strafvordering is thans geregeld dat de officier van justitie de bevoegdheid (dus geen verplichting) heeft om getuigen, deskundigen en tolken ter terechtzitting schriftelijk te doen oproepen. De leden van de fractie van de PvdA hebben begrepen dat dit artikel ook zal gelden voor de oproeping van slachtoffers. Zij wijzen er op dat in de memorie van toelichting wordt gesproken over een verplichting van de kant van de officier van justitie om het slachtoffer op te roepen. Is er geen sprake van tegenspraak in de memorie van toelichting en genoemde bepaling? Artikel 260 lid 1 noemt slachtoffers na getuigen. Kan de indiener van het initiatiefwetsvoorstel zich situaties voorstellen waarin slachtoffers of nabestaande géén getuigen zijn, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks. Zij zijn het toch die uit eigen wetenschap kunnen verklaren wat er is voorgevallen, al is het alleen al over de toegebrachte schade. Het komt deze leden voor dat slachtoffers opgeroepen moeten worden alvorens ze gebruik kunnen maken van hun spreekrecht op de terechtzitting. Houdt dat nu in dat niet opgeroepen slachtoffers of nabestaanden die geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid zich te laten oproepen door het openbaar ministerie maar toch op de terechtzitting aanwezig zijn, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 12

13 geen gebruik kunnen maken van hun spreekrecht? Eerdere ervaringen met de oproeping van slachtoffers krachtens slachtofferrichtlijnen maken die situatie immers niet illusoir. Heeft de indiener van het initiatiefwetsvoorstel erover gedacht de rechtbank de bevoegdheid te geven zelfstandig slachtoffers op te roepen? Artikel 288a De leden van de PvdA-fractie vragen waarom geen aansluiting is gezocht bij het bestaande artikel 289, waarin een regeling is opgenomen met betrekking tot getuigen. In het voorgestelde artikel wordt ook gesproken over getuigen (en deskundigen). In de toelichting stelt de indiener, dat de voorzitter van de strafkamer zal ingrijpen en het slachtoffer of diens nabestaande zal manen zich te beperken tot hetgeen de wetgever heeft geregeld, wanneer het slachtoffer of diens nabestaande zich gaat uitlaten over welke straf hij zelf wenselijk acht voor de verdachte. Het lijkt de leden van de PvdA-fractie van belang dat wettelijk geregeld wordt dat vóór het afleggen van de verklaring het slachtoffer of diens nabestaande wordt gewezen op zijn rechten en plichten, en in het bijzonder op het feit dat hij slechts bevoegd is een verklaring af te leggen omtrent de gevolgen die het tenlastegelegde feit bij hem teweeg heeft gebracht. Voorts missen de leden van de PvdAfractie een bepaling waarbij beperkte identificatie wordt toegepast op het slachtoffer naar analogie van artikel 290 Sv. Artikel 303 De leden van de PvdA-fractie vragen waarom aan de rechtbank niet de mogelijkheid wordt gelaten om in uitzonderingsgevallen, in het bijzonder wanneer zulks in het belang is van het slachtoffer zelf, af te zien van het horen van het verschenen slachtoffer dan wel het horen aan te houden dan wel het slachtoffer achter gesloten deuren te horen? Te denken valt onder andere aan een slachtoffer dat naar de zitting is gegaan en voor of tijdens het afleggen van een verklaring zichzelf emotioneel niet kan beheersen. Wat is de reactie van de indiener op deze suggestie? Artikel 336 De leden van de PvdA-fractie vragen of de indiener van het wetsvoorstel zich ervan bewust is dat bij het toekennen van het spreekrecht aan personen jonger dan 12 jaar en aan andere minderjarigen, andere criteria gelden dan in het familierecht. In het familierecht gaat het om het belang van het kind. In strafzaken wordt het kind geconfronteerd met een strafproces, waarin de verdachte centraal staat. Moet bijvoorbeeld in een zedenzaak aan een 12-jarige het spreekrecht worden verleend, als hij (of zijn ouder) dat wenst? Schiet het verlenen van spreekrecht in dergelijke gevallen zijn doel niet voorbij? Baseert de indiener zich op enig onderzoek waaruit blijkt dat het zinvol zou zijn aan jonge personen het spreekrecht toe te kennen? De leden van de fractie van GroenLinks vragen of de inhoud van het voorgestelde artikel 336 niet beter elders geplaatst had kunnen worden. In navolging van de wettelijke regeling van de benadeelde partij ligt het wellicht voor de hand reeds eerder de kennisgeving aan de officier van justitie te regelen. Artikel 337 De leden van de PvdA-fractie zouden graag van de indiener willen vernemen wat de bijstand aan het slachtoffer kan en mag inhouden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 13

14 Mogen degenen die bijstand verlenen niet meer en niet minder dan het slachtoffer is toegestaan, te weten het uitspreken van een verklaring over de gevolgen van het misdrijf? De leden van de PvdA-fractie wensen de visie van de indiener over of het slachtoffer dat gebruik maakt van zijn spreekrecht recht heeft op een toegevoegde raadsman, zoals een verdachte recht heeft op een toegevoegde raadsman wanneer zijn bewaring of gevangenneming is bevolen dan wel gevorderd conform de artikelen 41 en 42 Wetboek van Strafvordering. Artikel 413 De leden van de PvdA-fractie wensen van de indiener te vernemen of er enige sanctie is gesteld op het verzuimen door de advocaat-generaal van het doen van een schriftelijke mededeling aan het slachtoffer van de behandeling van de zaak in hoger beroep. Houdt de voorgestelde bepaling in dat de advocaat-generaal het slachtoffer oproept om wederom een verklaring af te leggen, of wordt hem slechts mededeling gedaan van de zittingsdatum? Als het slachtoffer in eerste aanleg een verklaring heeft afgelegd, is hij dan in tweede aanleg verplicht opnieuw een verklaring af te leggen, ook als hij niets nieuws te zeggen heeft? De voorzitter van de commissie, Swildens-Rozendaal De griffier voor dit verslag, Stahlie Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 14

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 239 Uitvoering van Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende bestrijding

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 064 Invoering van titel 4 van Boek 7 (Huur) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Invoeringswet

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 024 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 204 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering strekkende tot het openstellen van beroep in cassatie tegen vrijspraken alsmede het doen van

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 202 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 078 Burgerlijk huwelijk en kerkelijk huwelijk Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 27 februari 2002 De vaste commissie voor Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 587 Aanpassing van de Advocatenwet aan richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 ter

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 213 De positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 469 Herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede aanpassing van enkele bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 023 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging van de afdelingen 3.4 en 3.5

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 350 (R 1720) Goedkeuring van de op 29 mei 2000 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 887 Samenvoeging van de gemeenten Heerjansdam en Zwijndrecht Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 13 november 2001 De vaste commissie voor Binnenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 221 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van beledigende uitlatingen en het aanzetten tot haat, discriminatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

2009D Anonimisering in belastingzaken VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. Vastgesteld... november 2009

2009D Anonimisering in belastingzaken VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. Vastgesteld... november 2009 2009D56371... Anonimisering in belastingzaken Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... november 2009 Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 732 Wijziging van de artikelen 139f en 441b van het Wetboek van Strafrecht (uitbreiding strafbaarstelling heimelijk cameratoezicht) Nr. 6 NADER

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring JU Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressant:

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 982 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES in verband met de strafbaarstelling van het in justitiële inrichtingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 31 487 (R1862) Wijziging Wetboek van Militair Strafrecht in verband met het opnemen van een strafuitsluitingsgrond voor rechtmatig geweldgebruik

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Het wetsvoorstel is op 18 december 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel is op 18 december 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie Betreffende wetsvoorstel: 30143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering,

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie.

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Rapport Ingetrokken of niet? Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Rotterdam,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 667 Aanpassing van enkele wetten in verband met de afschaffing van de titelbescherming en beëdiging van makelaars Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 907 Voorkoming en bestrijding van geweld op straat Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk Federale Overheidsdienst Justitie U bent gedagvaard >voor de politierechtbank >voor de correctionele

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 642 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 18 januari 2002 De vaste commissie voor Justitie 1 heeft op 13

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 104b 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556 ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 23-01-2008 Datum publicatie 23-01-2008 Zaaknummer 4817-02, 4379-03 en 1144-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie