Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968"

Transcriptie

1 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 Besluit van 12 augustus 1968 tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 615 BEGRIPSBEPALINGEN Reikwijdte Artikel Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 8, vijfde lid, 9, tweede lid, onderdeel b, 11, eerste lid, aanhef en onderdelen f, o, 2 en u, 12, vierde lid, 17c, tweede lid, 17d, 20, tweede lid, onderdeel b, 29, derde lid, 29a, tweede lid, 33a, tweede, vierde en zesde lid, 39, 50, achtste en elfde lid, en 50a, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, alsmede aan artikel III van de Wet van 30 september 1986 (Stb. 479). 2. Dit besluit verstaat onder: Wet a. wet: Wet op de omzetbelasting 1968; Belasting b. belasting: omzetbelasting. Inwerkingtreding op een bij KB te bepalen tijdstip Zie voor de wijzigingen die bij Koninklijk Besluit in werking treden, artikel V, onderdeel A, van het Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten en enkele andere besluiten (Stb. 2009, 615). Genoemd artikel luidt als volgt: A. In artikel 1, eerste lid, wordt '12, vierde lid' vervangen door '12, vijfde lid'. Voorts wordt '33a' vervangen door: 33g. HOOFDSTUK I VERGOEDING Korting contante betaling Aanvullende factuur Niet tot vergoeding behorende bedragen Artikel Met kortingen wegens contante betaling wordt voor de bepaling van de vergoeding terstond rekening gehouden, mits op de factuur ingeval deze wordt uitgereikt de korting in mindering wordt gebracht op het in rekening te brengen bedrag. 2. In gevallen waarin het eerste lid toepassing heeft gevonden en de korting wegens contante betaling uiteindelijk geheel of ten dele niet wordt genoten, wordt de belasting alsnog verschuldigd over het bedrag van de niet genoten korting. De artikelen 13, 17g en 35 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het tijdstip waarop het niet-genieten van de korting komt vast te staan, geacht wordt te zijn het tijdstip waarop de levering, de intracommunautaire verwerving of de dienst is verricht. Artikel 3. Artikel 29, eerste en tweede lid, en artikel 29a, eerste lid, van de wet zijn niet van toepassing op bedragen welke niet zijn ontvangen onderscheidenlijk betaald ten gevolge van een korting voor contante betaling, indien niet ter zake van die korting een aanvullende factuur is uitgereikt. Artikel Tot de vergoeding behoren niet: a. vervallen; b. de assurantiekosten welke de ondernemer die de prestatie verricht, aan een andere ondernemer moet voldoen, mits zij afzonderlijk in rekening worden gebracht; c. de voor degene aan wie de dienst wordt bewezen, aan rechten bij invoer als bedoeld in artikel 7:3 van de Algemene douanewet en andere belastingen en heffingen gedane uitschotten, alsmede andere bij ministeriële regeling aan te wijzen met doorlopende posten gelijk te stellen bedragen betreffende niet belastbare of vrijgestelde prestaties. 2. Voorts behoort bij levering van gebruikte personenauto s, gebruikte motorrijwielen en gebruikte bestelauto s anders dan met toepassing van artikel 28b of 28d 1052

2 van de wet, niet tot de vergoeding, het bij de personenauto, het motorrijwiel of de bestelauto nog behorende bedrag aan belasting bedoeld in en berekend overeenkomstig het bij of krachtens artikel 10, derde en zesde lid, van de Wet op de belasting van personenauto s en motorrijwielen 1992 bepaalde. In afwijking hiervan behoort bij levering van gebruikte motorrijtuigen waarvoor op de voet van de in de vorige volzin genoemde wet een vrijstelling of een teruggaaf is verleend, niet tot de vergoeding het bedrag dat ingevolge die wet bij het afstoten van het motorrijtuig moet worden voldaan door de ondernemer die het motorrijtuig levert, met dien verstande dat de eerste volzin van overeenkomstige toepassing is voor zover de belasting voor het motorrijtuig al op een eerder tijdstip is voldaan omdat niet langer aan de voorwaarden van de vrijstelling, onderscheidenlijk de teruggaaf, werd voldaan. 3. Het tweede lid is alleen van toepassing indien de ondernemer op de factuur het bedrag vermeldt dat hij als belasting als bedoeld in de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 op de vergoeding in mindering heeft gebracht. (Zie ook: art. 5 Uitv.besch. ) Artikel Bij vestiging, overdracht, afstand en opzegging van de rechten van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming behoort de waarde van de canon, de retributie of de huur tot de vergoeding, met dien verstande dat de vergoeding hierdoor niet hoger kan zijn dan de waarde in het economische verkeer van de zaak waarop het recht betrekking heeft. De waarde in het economische verkeer bedraagt ten minste de kostprijs, met inbegrip van de omzetbelasting, van de onroerende zaak waarop het recht betrekking heeft, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de handeling. 2. Bij levering van onroerende zaken, bezwaard met een recht van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming, wordt de vergoeding verminderd met de waarde van de canon, de retributie of de huur. 3. Bij wijziging van een recht van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming behoort het verschil in waarde tussen de canon, de retributie of de huur vóór en na de wijziging tot de vergoeding, met dien verstande dat bij vermindering van de waarde van de canon, de retributie of de huur, voor zover daar geen vermindering van de rechten van de zakelijk gerechtigde tegenover staat, het verschil in waarde op de vergoeding in mindering wordt gebracht. 4. Bij levering onder voorbehoud van grondrente of van met grondrente bezwaarde eigendom behoort de waarde van de uitkering tot de vergoeding, met dien verstande dat de vergoeding hierdoor niet hoger kan zijn dan de waarde in het economische verkeer van de zaak waarop het recht betrekking heeft. 5. De waarde van een canon, een retributie, een huur of een uitkering wordt bepaald met inachtneming van de bij dit besluit behorende bijlage A. 6. Het tweede tot en met het vijfde lid is niet van toepassing voor zover de vestiging, overdracht, wijziging, afstand en opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen niet op grond van artikel 3, tweede lid, van de wet, met toepassing van de voorgaande leden, als levering van goederen wordt aangemerkt. Waarde canon, retributie of huur onderdeel vergoeding Levering bloot eigendom Wijziging zakelijke rechten Waarde canon Artikel 5a. Bij de berekening van de belasting over de vergoeding en over de douanewaarde overeenkomstig de artikelen 8, eerste lid, en 17c, eerste lid, respectievelijk artikel 19, eerste lid, van de wet, wordt het bedrag van de verschuldigde belasting rekenkundig afgerond op centen. Deze rekenkundige afronding op centen wordt zodanig toegepast dat bij bedragen waarbij de derde decimaal het cijfer 5 of een hoger cijfer bereikt omhoog wordt afgerond, en dat in geval de derde decimaal dit cijfer niet bereikt omlaag wordt afgerond. Afronding 1053

3 HOOFDSTUK II VRIJSTELLINGEN; TARIEF Boekhouding Levering en diensten van sociale en culturele aard Artikel 6. Voor de toepassing van de in artikel 11 van de wet vervatte vrijstellingen is de ondernemer gehouden een boekhouding te voeren waarin de voor die toepassing nodige gegevens op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld. Artikel Als leveringen en diensten van sociale of culturele aard als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de wet, worden aangewezen de leveringen en diensten, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage B. 2. Tot de in het eerste lid bedoelde leveringen en diensten behoren niet, behoudens voor zover in bijlage B bij dit besluit anders is bepaald: a. het verstrekken van spijzen en dranken; b. het verrichten van onderzoek; c. het ter beschikking stellen van personeel; d. het verzorgen van loon- en salarisadministraties, financiële administraties en grootboekadministraties; e. andere bij ministeriële regeling in verband met het voorkomen van een ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen aan te wijzen leveringen of diensten. Onderwijs Artikel Als onderwijs als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel o, 2, van de wet, wordt aangewezen: a. beroepsopleidingen; b. algemeen vormend onderwijs, ontleend aan het uit de openbare kassen bekostigde onderwijs dat is vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel o, 1, van de wet, met uitzondering van het onderwijs dat een vrijetijds-karakter heeft dan wel dient om vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer te verwerven; c. onderwijs in muziek, dans, drama en beeldende vorming, aan personen jonger dan 21 jaar; d. bijlessen en tentamen- of examentrainingen die worden verstrekt in het kader van het onderwijs als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel o, van de wet. 2. Onder onderwijs wordt mede begrepen het afnemen van examens ter afsluiting van onderwijs als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel o, van de wet, ook indien dat geschiedt door een ander dan de ondernemer die voor het desbetreffende examen heeft opgeleid. Inwerkingtreding op 1 juli 2010 Diensten aan leden samenwerkingsverband Woningwetinstellingen Zie voor de wijzigingen die op 1 juli 2010 in werking treden, artikel V, onderdeel B, van het Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten en enkele andere besluiten (Stb. 2009, 615). Genoemd artikel luidt als volgt: B. Artikel 8, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. beroepsopleidingen, voor zover verstrekt door instituten welke opgenomen zijn in het Register Kort Beroepsonderwijs of door de uit de openbare kassen bekostigde instellingen genoemd in de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of bedoeld bij de Wet educatie en beroepsonderwijs;. Artikel Als diensten als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel u, van de wet, worden aangewezen de diensten, verleend aan hun leden door zelfstandige groeperingen van: a. vervallen; b. instellingen welke zijn toegelaten om op de voet van de Woningwet werkzaam te zijn in het belang van de volkshuisvesting, voor zover de diensten rechtstreeks nodig zijn voor het beheer of het onderhoud van woningwet- of premiewoningen; c. vervallen; 1054

4 d. verplegings- en verzorgingsinstellingen waarvan de prestaties zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de wet, voor zover de diensten rechtstreeks nodig zijn voor het verrichten van die prestaties, met uitzondering van de diensten, bestaande in de wasverzorging en het verzorgen van de loon- en salarisadministratie, de financiële administratie en de grootboekadministratie; e. kruisverenigingen waarvan de prestaties zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de wet, voor zover de diensten rechtstreeks nodig zijn voor het verrichten van die prestaties; f. andere dan hiervoor genoemde personen of lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die prestaties verrichten welke zijn vrijgesteld of waarvoor zij geen ondernemer zijn, voor zover de diensten rechtstreeks nodig zijn voor het verrichten van die prestaties, met uitzondering van de diensten, bestaande in het verzorgen van de loon- en salarisadministratie, de financiële administratie en de grootboekadministratie. 2. Het eerste lid is alleen van toepassing, indien de daar bedoelde zelfstandige groeperingen ter zake van de aan hun leden verrichte diensten slechts terugbetaling vorderen van het aandeel van die leden in de gezamenlijke uitgaven. 3. Het eerste lid geldt niet voor diensten bestaande in het ter beschikking stellen van personeel en andere bij ministeriële regeling in verband met het voorkomen van een ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen aan te wijzen diensten. (Zie ook: art. 9a Uitv.besch. ) Artikel 10 en 11. Vervallen Verplegingsinstellingen Kruisverenigingen Verzorgen loonadministratie Terugbetaling uitgaven Terbeschikking stelling personeel HOOFDSTUK III GRENSOVERSCHRIJDEND VERKEER VAN GOEDEREN EN DIENSTEN Artikel De aanspraak op toepassing van het tarief van nihil voor leveringen, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen en voor diensten, genoemd in de bij de wet behorende tabel II, geldt slechts, indien de toepasselijkheid van dat tarief uit boeken en bescheiden blijkt. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, is het tarief van nihil slechts van toepassing: a. 1. voor wat betreft de levering, de intracommunautaire verwerving en de invoer van luchtvaartuigen, alsmede de diensten welke ten aanzien van luchtvaartuigen worden verricht, indien de ondernemer kan overleggen een schriftelijke verklaring van de afnemer van de luchtvaartuigen, onderscheidenlijk degene aan wie de diensten ten aanzien van luchtvaartuigen worden verleend, dat het luchtvaartuigen betreft als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 3; 2. voor wat betreft de leveringen van goederen als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6, indien de ondernemer beschikt over het btw-identificatienummer van degene die de goederen afneemt; b. 1. voor wat betreft de leveringen van accijnsgoederen als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, onder a, indien de ondernemer kan overleggen een schriftelijke verklaring van de ondernemer die de accijnsgoederen afneemt dat deze de goederen geleverd krijgt en in opslag neemt in een accijnsgoederenplaats als bedoeld in de Wet op de accijns die voor die soort accijnsgoederen als zodanig is aangewezen, en dat deze de goederen niet aan dat regime zal onttrekken, anders dan in het kader van een levering ter zake waarvan gehele aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet door die ondernemer mogelijk is; 2. voor wat betreft de leveringen van minerale oliën als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, onder b, indien de ondernemer kan overleg- Nultarief Voorwaarden nultarief Luchtvaartuigen Accijnsgoederen Minerale oliën 1055

5 Nieuw vervoermiddel Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 gen een afschrift van het geleidedocument alsmede een schriftelijke verklaring van de ondernemer die de minerale oliën afneemt dat deze de minerale oliën niet aan het geleidedocument zal onttrekken, anders dan in het kader van een levering ter zake waarvan gehele aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet door die ondernemer mogelijk is; (Zie ook: art. 36a Uitv.besch. ) Entrepot c. voor wat betreft de leveringen van goederen als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 8, onder a, indien de ondernemer kan overleggen een schriftelijke verklaring van de ondernemer die de goederen afneemt dat deze die goederen opneemt in zijn niet-plaatsgebonden entrepot als bedoeld in die post, onder vermelding van het nummer van zijn entrepotvergunning, en dat deze de goederen niet aan dat regime zal onttrekken, anders dan in het kader van een levering ter zake waarvan gehele aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet door die ondernemer mogelijk is. (Zie ook: art. 36a Uitv.besch. ) Opdracht tot uitvoer d. voor wat betreft de achtereenvolgende leveringen die plaatsvinden ingeval door meer dan één persoon overeenkomsten worden gesloten met de verplichting tot levering van eenzelfde goed dat vervolgens door de eerste persoon rechtstreeks aan de laatste afnemer buiten de Gemeenschap of in een entrepot wordt afgeleverd, indien een door iedere afnemer - behalve de buitenlandse - aan zijn leverancier uit te reiken schriftelijke opdracht tot uitvoer uit de Gemeenschap of tot plaatsing onder het stelsel van douane-entrepots op basis van artikel 98, lid 1, onder b), van het Communautair douanewetboek kan worden overgelegd; (Zie ook: art. 19 Uitv.besch. ) Motorrijtuig e. voor wat betreft de levering van een motorrijtuig waarvoor ter zake van de in artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 bedoelde opgaaf van een kenteken een bewijs is afgegeven en welk motorrijtuig door een ondernemer wordt vervoerd naar een andere Lid-Staat, wordt uitgevoerd uit de Gemeenschap of wordt gebracht onder het stelsel van douane-entrepots op basis van artikel 98, lid 1, onder b), van het Communautair douanewetboek, indien de ondernemer een terzake door de Dienst Wegverkeer (RDW) opgemaakte verklaring kan overleggen; f. voor wat betreft de levering door een ondernemer als bedoeld in artikel 7, zesde lid, van de wet, van een nieuw vervoermiddel dat wordt vervoerd naar een andere Lid-Staat, indien de ondernemer aan de inspecteur de naam en het adres meldt van degene aan wie de levering is verricht. In geval de leverancier of de afnemer in de gevallen bedoeld in de onderdelen b en c niet in Nederland woont of is gevestigd dan wel aldaar geen vaste inrichting heeft, dient deze voor de toepassing van het tarief van nihil een fiscaal vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 24c te hebben aangesteld. 3. In geval een ondernemer die een verklaring als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b of c, heeft afgegeven, aan de desbetreffende goederen een andere bestemming geeft, wordt de belasting ter zake van de aan hem verrichte levering van die goederen alsnog verschuldigd naar het tarief als bedoeld in artikel 9, eerste lid, dan wel tweede lid, onderdeel a, van de wet. 4. In geval het derde lid toepassing vindt met betrekking tot accijnsgoederen als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, wordt de maatstaf van heffing verhoogd met het bedrag van de accijns dat voor die goederen ingevolge de Wet op de accijns bij uitslag verschuldigd zou zijn. 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop de aanspraak op toepassing van het tarief van nihil wordt aangetoond. 1056

6 Artikel 12a. 1. Met betrekking tot de leveringen van minerale oliën als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, onder a, die zich bevinden in een accijnsgoederenplaats is artikel 12, tweede lid, onderdeel b, onder 1, niet van toepassing indien ter zake van die accijnsgoederenplaats de bijzondere bepaling van tabel II, onderdeel a, post 7, van toepassing is. 2. Met betrekking tot de leveringen bedoeld in het eerste lid is artikel 12, tweede lid, slotzin, niet van toepassing. Levering minerale oliën Artikel 13. Bij ministeriële regeling kunnen aan de teruggaaf op de voet van artikel 24, eerste lid, van de wet voorwaarden worden verbonden welke betrekking kunnen hebben op: a. het overleggen van bescheiden bij de aangifte ter verkrijging van de teruggaaf; b. de wijze waarop wordt aangetoond, dat de goederen waarvan de belasting wordt teruggevraagd, de Gemeenschap hebben verlaten of onder het stelsel van douane-entrepots zijn gebracht op basis van artikel 98, lid 1, onder b), van het Communautair douanewetboek. (Zie ook: art. 20 t/m 23a Uitv.besch. ) Voorwaarden teruggaaf bij uitvoer Artikel 14. Vervallen HOOFDSTUK IV VERVALLEN Artikel 15. Vervallen HOOFDSTUK V BIJZONDERE REGELINGEN Afdeling A Ondernemers met verschillende tarieven Artikel 16. De ondernemer die krachtens artikel 26 van de wet de belasting kan voldoen naar ontvangsten, kan, indien hij leveringen verricht zowel van 6%-goederen als van 19%-goederen, die hij niet zelf heeft vervaardigd, de ter zake verschuldigde belasting berekenen op een van de hierna omschreven wijzen. I. a. De ondernemer splitst zijn inkopen van voor wederverkoop bestemde goederen in 6%-goederen en 19%-goederen; b. hij bepaalt voor alle in onderdeel a bedoelde goederen de winkelwaarde, waaronder in deze afdeling wordt verstaan de prijs waarvoor de goederen door hem worden verkocht; c. hij berekent de totale winkelwaarde van de in het lopende boekjaar tot en met het aan de orde zijnde belastingtijdvak ingekochte goederen naar de in onderdeel a bedoelde splitsing; d. de totale ontvangsten in het belastingtijdvak wegens levering van goederen verdeelt hij in ontvangsten voor 6%-goederen en ontvangsten voor 19%-goederen naar evenredigheid van de in onderdeel c bedoelde totale winkelwaarden; e. over het aldus berekende deel van de ontvangsten dat betrekking heeft op de 6%- goederen, bedraagt de belasting 6/106 en over het deel dat betrekking heeft op de 19%-goederen, 19/119 gedeelte; f. de som van beide belastingbedragen vormt het bedrag dat geacht wordt in het belastingtijdvak aan belasting te zijn verschuldigd; op die som worden vervolgens de Verschuldigde belasting bij verschillende tarieven en kasstelsel 1057

7 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 Afzonderlijk aantekening inkoop van 19%-goederen overige bepalingen van de wet toegepast (aftrek van voorbelasting, kleine ondernemersregeling enz.); g. na afloop van het boekjaar wordt de belasting herrekend als volgt: 1. de ondernemer bepaalt de winkelwaarde van de ten verkoop in voorraad zijnde goederen, gesplitst in 6%-goederen en 19%-goederen; 2. de onder 1 bedoelde winkelwaarde van de 6%-goederen wordt afgetrokken van de winkelwaarde van de in het boekjaar ingekochte 6%-goederen en de aldaar bedoelde winkelwaarde van de 19%-goederen wordt afgetrokken van de winkelwaarde van de in het boekjaar ingekochte 19%-goederen; 3. de totale ontvangsten in het boekjaar wegens levering van goederen verdeelt de ondernemer over de 6%- en de 19%-goederen naar evenredigheid van de uit 2 voortvloeiende saldi aan winkelwaarden voor die goederen; 4. van het aldus berekende deel van de ontvangsten dat betrekking heeft op de 6%- goederen, wordt 6/106 en over het deel dat betrekking heeft op de 19%-goederen, wordt 19/119 gedeelte genomen; 5. de som van de uitkomsten van de berekeningen onder 4 vormt het bedrag dat geacht wordt in het boekjaar aan belasting te zijn verschuldigd; op die som worden vervolgens de overige bepalingen van de wet toegepast (aftrek van voorbelasting, kleine ondernemersregeling enz.); 6. indien deze herrekening leidt tot een hoger bedrag dan over het boekjaar aan belasting is afgedragen, moet het verschil worden voldaan op de aangifte over het eerste belastingtijdvak van het volgende boekjaar; leidt de herrekening tot een lager bedrag dan over het boekjaar aan belasting is afgedragen, dan wordt het verschil aan de ondernemer op verzoek teruggegeven; 7. op die aangifte voldoet de ondernemer tevens de belasting ter zake van het beschikken over goederen in de zin van artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de wet (eigen gebruik) in het boekjaar, voor zover de vergoeding voor deze goederen niet in de onder 3 bedoelde ontvangsten zijn begrepen; h. de in onderdeel g - 1 bedoelde in voorraad zijnde goederen worden beschouwd als goederen die in het eerste belastingtijdvak van het volgende boekjaar zijn ingekocht. II. a. De ondernemer houdt afzonderlijk aantekening van zijn inkopen van voor wederverkoop bestemde 19%-goederen; b. hij bepaalt voor die goederen de winkelwaarde; c. hij berekent de totale winkelwaarde van de in het belastingtijdvak ingekochte 19%-goederen en het verschil tussen de totale ontvangsten in dat belastingtijdvak wegens leveringen van goederen en die totale winkelwaarde; d. de belasting bedraagt 19/119 gedeelte van de in onderdeel c bedoelde totale winkelwaarde, benevens 6/106 gedeelte van het in onderdeel c bedoelde verschil indien de totale ontvangsten de totale winkelwaarde overtreffen; e. de som van beide belastingbedragen vormt het bedrag dat geacht wordt in het belastingtijdvak aan belasting te zijn verschuldigd; op die som worden vervolgens de overige bepalingen van de wet toegepast (aftrek van voorbelasting, kleine ondernemersregeling, enz.); f. overtreft de in onderdeel c bedoelde totale winkelwaarde de aldaar bedoelde totale ontvangsten, dan wordt het verschil in mindering gebracht op de totale ontvangsten van het volgende belastingtijdvak; g. ter zake van het eigen gebruik vindt, voor zover de belasting wordt voldaan naar de ontvangsten, het bepaalde in I-g-7 overeenkomstige toepassing, en kan de ondernemer, voor zover de belasting wordt voldaan naar de winkelwaarde, op de in die bepaling bedoelde aangifte in mindering brengen de belasting over het verschil tussen de winkelwaarde en de vergoeding voor de goederen voor eigen gebruik, terwijl 1058

8 de in die aangifte te begrijpen ontvangsten met laatstbedoelde winkelwaarde worden verhoogd; h. deze regeling is van overeenkomstige toepassing voor 6%-goederen. III. a. De ondernemer splitst zijn inkopen van voor wederverkoop bestemde goederen in 6%-goederen en 19%-goederen; b. hij bepaalt voor alle in onderdeel a bedoelde goederen de winkelwaarde; c. hij berekent de totale winkelwaarde van de in een belastingtijdvak ingekochte goederen naar de in onderdeel a bedoelde splitsing; d. over de aldus berekende totale winkelwaarde die betrekking heeft op de 6%-goederen, bedraagt de belasting 6/106 gedeelte en over de aldus berekende totale winkelwaarde die betrekking heeft op de 19%-goederen, bedraagt de belasting 19/119 gedeelte; e. de som van beide belastingbedragen vormt het bedrag dat geacht wordt in het belastingtijdvak aan belasting te zijn verschuldigd; op die som worden vervolgens de overige bepalingen van de wet toegepast (aftrek van voorbelasting, kleine ondernemersregeling, enz.); f. na afloop van het boekjaar kan de ondernemer op zijn aangifte over het eerste belastingtijdvak van het volgende boekjaar in mindering brengen de belasting over het verschil tussen de winkelwaarde en de vergoeding voor de goederen voor eigen gebruik. Algemene aantekeningen 1. Dit artikel is slechts van toepassing, indien en voor zover de ondernemer niet op grond van zijn bedrijfsadministratie kan vaststellen welk gedeelte van de ontvangsten betrekking heeft op leveringen van 6%-goederen en welk gedeelte op leveringen van 19%-goederen. 2. Dit artikel heeft niet betrekking op goederen die worden geleverd ingevolge een overeenkomst van huurkoop of een andere overeenkomst van koop en verkoop op afbetaling. 3. Ingeval de ondernemer naast leveringen van 6%-goederen en/of 19%-goederen tevens leveringen verricht van tabaksprodukten, als bedoeld in artikel 29 van de Wet op de accijns, is dit artikel op laatstbedoelde goederen van overeenkomstige toepassing. Splitsing van inkopen Voorwaarde Huurkoop Tabaksproducten Artikel 16a. Bij een tariefwijziging met ingang van een boekjaar wordt met betrekking tot het daaraan voorafgaande boekjaar het in artikel 16 voor methode I in onderdeel g bepaalde toegepast met inachtneming van de vóór die wijziging geldende tarieven. Artikel 16b. 1. Bij een tariefwijziging in de loop van een boekjaar handelt de ondernemer, in afwijking in zoverre van het in artikel 16 voor methode I in de onderdelen a tot en met h bepaalde, als is aangegeven in het tweede tot en met het vijfde lid. 2. Met betrekking tot een in het boekjaar gelegen belastingtijdvak na het tijdstip van tariefwijziging kan de ondernemer voor de toepassing van het voor methode I in de onderdelen c en d bepaalde: 1. de winkelwaarde van de goederen die zijn ingekocht in het lopende boekjaar tot en met het aan de orde zijnde belastingtijdvak, berekenen met inachtneming van de op het moment van inkoop geldende tarieven; en 2. de totale ontvangsten verdelen naar evenredigheid van de aldus bepaalde totale winkelwaarden. 3. Voor de herrekening van de belasting na afloop van het boekjaar past de ondernemer het voor methode I in onderdeel g, aanhef en onder 1 tot en met 4, bepaalde afzonderlijk toe zowel op het gedeelte van het boekjaar vóór de tariefwijziging als op het gedeelte daarna met inachtneming van de tarieven die gelden voor het desbetreffende gedeelte van het boekjaar. Tariefwijziging Tariefwijziging tijdens boekjaar Herrekening belasting 1059

9 Vóór tariefwijziging Na tariefwijziging 4. Bij de in het derde lid bedoelde herrekening kan de ondernemer met betrekking tot het gedeelte van het boekjaar vóór de tariefwijziging voor de toepassing van het voor methode I in onderdeel g, onder 1, bepaalde de winkelwaarde van de op het tijdstip van tariefwijziging ten verkoop in voorraad zijnde goederen stellen op het verschil tussen de totale winkelwaarde van de in dat gedeelte van het boekjaar ingekochte goederen, bepaald met inachtneming van en gesplitst naar de vóór die tariefwijziging geldende tarieven, en de naar evenredigheid van deze winkelwaarden gesplitste ontvangsten in dat gedeelte van het boekjaar. 5. Bij de in het derde lid bedoelde herrekening worden met betrekking tot het gedeelte van het boekjaar na de tariefwijziging voor de toepassing van het voor methode I in onderdeel h bepaalde in samenhang met het bepaalde in onderdeel g, onder 1, de op het tijdstip van de tariefwijziging ten verkoop in voorraad zijnde goederen beschouwd als goederen die zijn ingekocht in het na dat tijdstip gelegen gedeelte van het boekjaar en wordt de winkelwaarde van die goederen bepaald met inachtneming van de na de tariefwijziging geldende tarieven. Wijziging hoogte tarief Tariefverlaging Tariefverhoging Artikel 16c. 1. Bij een wijziging van de hoogte van het in artikel 16 bij methode II in onderdeel a vermelde tarief met ingang van een boekjaar of in de loop daarvan wordt, in afwijking in zoverre van het voor die methode in onderdeel f bepaalde, het op de totale ontvangsten van het volgende belastingtijdvak in mindering te brengen verschil bepaald met inachtneming van de tariefwijziging. 2. In geval van tariefverlaging wordt op de verschuldigde belasting in het in het eerste lid bedoelde belastingtijdvak in mindering gebracht een bedrag gelijk aan het bedrag waarmee het voor methode II in onderdeel f bedoelde verschil berekend zonder de tariefwijziging uitgaat boven dat verschil bepaald met inachtneming van de tariefwijziging. 3. In geval van tariefverhoging wordt in het in het eerste lid bedoelde belastingtijdvak aan belasting verschuldigd een bedrag gelijk aan het bedrag waarmee het voor methode II in onderdeel f bedoelde verschil bepaald met inachtneming van de tariefwijziging uitgaat boven dat verschil berekend zonder de tariefwijziging. Wijziging hoogte tarief Berekening verschuldigde belasting bij zelfvervaardigde goederen met verschillende tarieven Vaststelling percentage Artikel 16d. Bij een wijziging van de hoogte van het in artikel 16 bij methode II in onderdeel h vermelde tarief met ingang van een boekjaar of in de loop daarvan is het bepaalde in artikel 16c van overeenkomstige toepassing. Artikel Ingeval de ondernemer goederen levert welke hijzelf heeft vervaardigd, is daarop artikel 16 van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het volgende: a. in de plaats van de inkopen van de goederen worden gesteld de inkopen van de grondstoffen welke voor de vervaardiging zijn bestemd, gesplitst naar grondstoffen voor 6%-goederen en grondstoffen voor 19%-goederen; b. de winkelwaarden van de zelf vervaardigde goederen worden gesteld op de som van de inkoopprijzen van de grondstoffen, vermeerderd met een zodanig percentage van die som, dat de prijs waarvoor de zelf vervaardigde goederen worden verkocht, zo dicht mogelijk wordt benaderd; c. de in onderdeel b bedoelde winkelwaarden worden gevoegd bij de winkelwaarden van de voor wederverkoop ingekochte 6%-goederen onderscheidenlijk 19%- goederen; d. onder de voorraad zelf vervaardigde goederen wordt begrepen de voorraad grondstoffen en wel voor de inkoopprijs vermeerderd met het in onderdeel b bedoelde percentage. 2. Bij ministeriële regeling kan het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde percentage voor de verschillende goederen of groepen van goederen worden vastgesteld. 1060

10 3. Voor de ondernemer bij wie toepassing van het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage leidt tot een winkelwaarde welke in betekenende mate afwijkt van de prijs waarvoor de goederen worden verkocht, kan de inspecteur een ander percentage vaststellen. 4. Voor de ondernemer te wiens aanzien bij ministeriële regeling geen percentage is vastgesteld, geschiedt zulks door de inspecteur. 5. De vaststelling door de inspecteur van het percentage geschiedt bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het percentage geldt met ingang van het tijdvak, volgende op dat waarin een afschrift van de beschikking aan de ondernemer is verzonden. Vaststelling door inspecteur Beschikking Artikel 17a. Het bepaalde in de artikelen 16a, 16b, 16c en 16d is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een ondernemer als bedoeld in artikel 17, eerste lid. Tariefwijziging Artikel Grondstoffen en voor verkoop bestemde goederen, die aanwezig zijn bij de aanvang van het eerste belastingtijdvak waarover een in deze afdeling opgenomen regeling wordt toegepast, worden beschouwd als in dat tijdvak te zijn ingekocht. Voor zelf vervaardigde goederen treden hierbij in de plaats de grondstoffen waaruit zij zijn vervaardigd. 2. Het eerste lid vindt bij de in artikel 16 omschreven methode II geen toepassing ten aanzien van 6%-goederen en voor de vervaardiging daarvan bestemde grondstoffen, alsmede ten aanzien van tabaksprodukten als bedoeld in artikel 29 van de Wet op de accijns. 3. Indien blijkt, dat de voorraad aan goederen als bedoeld in het tweede lid, op enig tijdstip groter is dan bij de aanvang van het eerste belastingtijdvak waarover de in artikel 16 omschreven methode II is toegepast, kan de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking bepalen, dat de inkopen van die goederen in een door hem aan te wijzen belastingtijdvak met het verschil in de voorraad worden verminderd. Beginvoorraad Uitzondering: 6%- goederen Vergroting voorraad Artikel 19. Een in deze afdeling opgenomen regeling mag slechts worden toegepast met ingang van het boekjaar, volgende op dat waarin de ondernemer van zijn voornemen daartoe schriftelijk mededeling aan de inspecteur heeft gedaan. Zij vindt dan toepassing tot het boekjaar, volgende op dat waarin de ondernemer aan de inspecteur schriftelijk heeft medegedeeld, dat hij haar niet langer wenst toe te passen. Afdeling B Zegelsystemen, waardebonnen enz. Artikel In gevallen waarin bij de levering van goederen of het verrichten van diensten gratis zegels worden verstrekt die kunnen worden ingewisseld tegen geld of geldswaardige papieren - al dan niet met bijbetaling - wordt, in afwijking in zoverre van artikel 29, eerste lid, onderdeel b, van de wet, de belasting berekend overeenkomstig de hierna volgende regels: a. op de totale vergoeding of ontvangsten wordt niets in aftrek gebracht voor de verstrekte zegels; b. op de door een ondernemer in een tijdvak verschuldigde belasting brengt deze in mindering: 1. ingeval de geldswaarde van de zegels pas te zijnen laste komt bij inwisseling van de zegels: de belasting over het bedrag van de in dat tijdvak bij hem ingewisselde zegels; 2. ingeval de geldswaarde van de zegels reeds te zijnen laste komt vóór de verstrekking van de zegels: de belasting over het bedrag van de in dat tijdvak door hem verstrekte zegels. 2. Onder zegels worden begrepen andere voorwerpen welke een soortgelijke functie vervullen. Begin en einde toepasselijkheid regeling Gratis waardezegels 1061

11 Waardebonnen Artikel In gevallen waarin de ondernemer aan zijn afnemers bij de levering van goederen zegels (waardebonnen) verstrekt, welke bij hem of bij een andere ondernemer kunnen worden ingewisseld tegen goederen - al dan niet met bijbetaling - wordt de belasting berekend overeenkomstig de hierna volgende regels: a. op de totale vergoeding of ontvangsten voor de goederen waarbij de waardebonnen zijn verstrekt, wordt niets in aftrek gebracht voor de verstrekte waardebonnen; b. ter zake van de levering van goederen tegen inwisseling van de waardebonnen bedraagt de belasting: 1. indien die goederen aan hetzelfde tarief zijn onderworpen als die waarbij de waardebonnen zijn verstrekt: dat tarief over de vergoeding zonder inbegrip van de waarde van de waardebonnen; 2. indien die goederen aan 19% zijn onderworpen en de goederen waarbij de waardebonnen zijn verstrekt, aan 6%: 19/119 van het bedrag van de bijbetaling en (19/119 6/106) van de resterende winkelwaarde; 3. indien die goederen aan 6% zijn onderworpen en de goederen waarbij de waardebonnen zijn verstrekt, aan 19%: 6/106 van het bedrag van de bijbetaling, terwijl over de resterende winkelwaarde (19/119 6/106) aan belasting wordt teruggegeven. 2. Onder waardebonnen worden begrepen andere voorwerpen welke een soortgelijke functie vervullen. Afdeling C Aftrek van voorbelasting Artikel 22 t/m 24. Vervallen Afdeling D Bevoorrading van vervoermiddelen Bevoorrading vervoermiddelen Artikel 24a. 1. Van niet in het vrije verkeer zijnde goederen waarmee in Nederland een vervoermiddel wordt bevoorraad, moet degene voor wie de goederen zijn bestemd, niet zijnde een ondernemer of lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, aangifte doen. Op de aangifte en de goederen zijn de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet, van toepassing als ware sprake van een aangifte voor het vrije verkeer en van voor de douaneregeling vrij verkeer aangegeven goederen. 2. De in het eerste lid bedoelde goederen worden slechts vrijgegeven als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van het Communautair douanewetboek indien wordt aangetoond dat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aangifte is gedaan. Afdeling E Verlegging Werknemer Aannemer Artikel 24b. 1. Dit artikel verstaat onder: a. werknemer, dienstbetrekking en inhoudingsplichtige: hetgeen daaronder wordt verstaan voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964; b. aannemer: degene, die zich jegens een ander, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking tegen een te betalen prijs een werk van stoffelijke aard uit te voeren dat betrekking heeft op onroerende zaken of schepen als bedoeld in Bijlage I, deel II, hoofdstuk 89, van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG L 256), dan wel op de vervaardiging en elke daarop gerichte handeling van kleding, andere dan schoeisel; 1062

12 c. onderaannemer: degene, die zich jegens een aannemer verbindt om buiten dienstbetrekking tegen een te betalen prijs het in onderdeel b bedoelde werk geheel of gedeeltelijk uit te voeren. 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt de onderaannemer ten opzichte van zijn onderaannemer als aannemer beschouwd. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt met een aannemer gelijkgesteld degene, die zonder daartoe van een opdrachtgever opdracht te hebben gekregen buiten dienstbetrekking in de normale uitoefening van zijn bedrijf een in het eerste lid, onderdeel b, bedoeld werk uitvoert. 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt ten opzichte van de aannemer als onderaannemer beschouwd de verkoper van een toekomstige zaak, indien en voor zover de koop en verkoop voortvloeit uit of verband houdt met het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde werk. 5. Als gevallen als zijn bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de wet worden aangewezen de gevallen waarin: a. een onderaannemer een in het eerste lid, onderdeel b, bedoeld werk geheel of gedeeltelijk uitvoert; b. een werknemer met instandhouding van de dienstbetrekking tot zijn inhoudingsplichtige ter beschikking is gesteld van een derde om werkzaam te zijn bij de uitvoering van een in het eerste lid, onderdeel b, bedoeld werk. 6. Indien het vijfde lid van toepassing is, dient op de uit te reiken factuur te worden vermeld: omzetbelasting verlegd. 7. De voorgaande leden zijn niet van toepassing: 1. indien een werk dat betrekking heeft op onroerende zaken of schepen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, tot de uitvoering waarvan een onderaannemer zich jegens een aannemer heeft verbonden, geheel of grotendeels wordt verricht op de plaats, waar de onderneming van de onderaannemer is gevestigd, of 2. indien de uitvoering van een werk waartoe een onderaannemer zich jegens de aannemer heeft verbonden ondergeschikt is aan een tussen hen gesloten overeenkomst van koop en verkoop van een bestaande zaak. 8. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven inzake de toepassing van dit artikel. Onderaannemer Eigenbouwer Vermelding factuur Uitgezonderd van verleggingsregeling Zie voor de wijzigingen die bij Koninklijk Besluit in werking treden, artikel V, onderdeel C, van het Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten en enkele andere besluiten (Stb. 2009, 615). Genoemd artikel luidt als volgt: C. In de artikelen 24b, vijfde lid, aanhef, 24ba, eerste lid, aanhef, en 24bb, eerste lid, aanhef, wordt 'artikel 12, vierde lid' vervangen door: artikel 12, vijfde lid. Artikel 24ba. 1. Als gevallen als bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de wet, worden mede aangewezen de gevallen waarin: a. een onroerende zaak of een recht waaraan deze is onderworpen, wordt geleverd met toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, 2, van de wet; b. goud of een halffabrikaat met een zuiverheid van ten minste 325/1000 wordt geleverd aan een ondernemer; c. beleggingsgoud wordt geleverd met toepassing van het in artikel 28l van de wet opgenomen keuzerecht; d. een in zekerheid gegeven roerende of onroerende zaak dan wel een recht waaraan een onroerende zaak is onderworpen, wordt geleverd aan een ondernemer tot executie van die zekerheid; e. een onroerende zaak of een recht waaraan deze is onderworpen, wordt geleverd aan een ondernemer op grond van een executoriale titel door de executieschuldenaar. Inwerkingtreding op een bij KB te bepalen tijdstip Verlegging bij optie belaste levering en beleggingsgoud 1063

13 2. Artikel 24b, zesde en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing. Inwerkingtreding op een bij KB te bepalen tijdstip Zie voor de wijzigingen die bij Koninklijk Besluit in werking treden, artikel V, onderdeel C, van het Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten en enkele andere besluiten (Stb. 2009, 615). Genoemd artikel luidt als volgt: C. In de artikelen 24b, vijfde lid, aanhef, 24ba, eerste lid, aanhef, en 24bb, eerste lid, aanhef, wordt 'artikel 12, vierde lid' vervangen door: artikel 12, vijfde lid. Lompenregeling Artikel 24bb. 1. Als gevallen als bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de wet, worden tevens aangewezen de gevallen waarin sprake is van de levering aan een ondernemer van oude materialen, oude materialen ongeschikt voor hergebruik in dezelfde staat, industrieel en niet-industrieel afval, afval voor hergebruik, gedeeltelijk verwerkt afval, schroot, en van bepaalde goederen en diensten, voorzover het betreft: a. de levering van resten en afval van ferro- en non-ferroproducten en oude materialen, halffabrikaten daaronder begrepen, die het resultaat zijn van het verwerken, vervaardigen of smelten van ferro- en non-ferrometalen of legeringen daarvan; b. de levering van ferro- en non-ferrohalffabrikaten en daarmee samenhangende verwerkingsdiensten; c. de levering van residuen en andere materialen voor hergebruik bestaande uit ferro- en non-ferrometalen, legeringen daarvan, slakken, assen, bladders en industriële residuen die metalen of legeringen daarvan bevatten, alsmede de diensten bestaande in het scheiden, snijden, fragmenteren en samenpersen van deze producten; d. de levering van en verwerkingsdiensten met betrekking tot afval van ferro- en non-ferroproducten alsmede snippers, schroot, resten en afval, en oud materiaal en materiaal voor hergebruik bestaande uit glasscherven en glas, papier en karton, lompen, beenderen, leder, kunstleder, perkament, huiden en vellen, pezen en zenen, bindgaren, touw en kabel, rubber en kunststof; e. de levering van de in dit lid genoemde materialen na bewerking in de vorm van reinigen, polijsten, scheiden, snijden, fragmenteren, samenpersen of gieten tot ingots; f. de levering van resten en afval dat ontstaat bij de bewerking van grondstoffen. 2. Artikel 24b, zesde en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing. Inwerkingtreding op een bij KB te bepalen tijdstip Verzoek om vergunning Zie voor de wijzigingen die bij Koninklijk Besluit in werking treden, artikel V, onderdeel C, van het Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten en enkele andere besluiten (Stb. 2009, 615). Genoemd artikel luidt als volgt: C. In de artikelen 24b, vijfde lid, aanhef, 24ba, eerste lid, aanhef, en 24bb, eerste lid, aanhef, wordt 'artikel 12, vierde lid' vervangen door: artikel 12, vijfde lid. Afdeling F Fiscaal vertegenwoordiger Artikel 24c. 1. Het verzoek om een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger dient de volgende gegevens te bevatten: a. naam, adres en woonplaats van de verzoeker; b. het beoogde tijdstip van aanvang van het fiscaal vertegenwoordigerschap; c. de vermoedelijke aard en omvang van de belastbare handelingen per kalenderjaar. 2. Het verzoek om een algemene vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger dient voorts de volgende gegevens te bevatten: a. naam, adres en woonplaats van de ondernemer die niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft (in dit hoofdstuk: buitenlandse onder- 1064

14 nemer) alsmede, indien de ondernemer is gevestigd in een Lid-Staat het btw-identificatienummer dat is toegekend door die Lid-Staat; b. de aard van het bedrijf van de buitenlandse ondernemer. 3. Tenzij de inspecteur anders bepaalt wordt een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger slechts verleend indien de verzoeker: a. in Nederland woont of is gevestigd; b. in de afgelopen vijf jaren niet wegens overtreding van de wettelijke bepalingen inzake rijksbelastingen dan wel douane onherroepelijk is veroordeeld; c. een administratie voert die voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden; d. onder de in het zevende lid genoemde voorwaarden zekerheid stelt tot het beloop van een door de inspecteur vastgesteld bedrag; e. op verzoek aan de inspecteur de inlichtingen verstrekt die noodzakelijk zijn om het beloop van de zekerheid vast te stellen. 4. De verlening van een algemene vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger is tevens gebonden aan de volgende voorwaarden: a. de verzoeker treedt op namens de buitenlandse ondernemer voor alle leveringen en diensten waarvoor belasting is verschuldigd en de intracommunautaire verwervingen en invoer behoudens in de gevallen dat een fiscaal vertegenwoordiger met een beperkte vergunning is aangesteld; b. de verzoeker is per kalenderjaar mede aansprakelijk voor de verschuldigde belasting en de daarmee samenhangende heffingsrente, invorderingsrente en administratieve boetes tot een maximum van de gestelde zekerheid. 5. De verlening van een beperkte vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger is tevens gebonden aan de volgende voorwaarden: a. de verzoeker kan namens de buitenlandse ondernemer waarvoor hij als fiscaal vertegenwoordiger met een beperkte vergunning is aangesteld, optreden voor: 1. de invoer van goederen; 2. de op de invoer volgende levering van goederen andere dan bedoeld in artikel 5a, eerste lid, van de wet; 3. de levering van goederen met toepassing van het tarief van nihil op de voet van tabel II, onderdeel a, post 7 of 8, van de wet; 4. de intracommunautaire verwerving van goederen die voorafgaat aan een levering als bedoeld onder 3 ; 5. de levering van goederen met toepassing van het tarief van nihil op de voet van tabel II, onderdeel a, post 2 of 6, van de wet die volgt op een levering als bedoeld onder 3 ; 6. de levering bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, Bijzondere bepaling, dan wel post 8, Bijzondere bepaling, voor de buitenlandse ondernemer indien de levering aan hem is verricht, alsmede voor de door die ondernemer te verrichten volgende levering. b. de verzoeker is mede aansprakelijk voor de belasting die is verschuldigd ter zake van de in onderdeel a genoemde belastbare handelingen en de daarmee samenhangende heffingsrente, invorderingsrente en administratieve boetes. 6. De aansprakelijkstelling op grond van het vierde en het vijfde lid vindt plaats met toepassing van hoofdstuk VI, afdeling 2, van de Invorderingswet Het bedrag van de zekerheid wordt door de inspecteur zodanig vastgesteld dat de te verhalen bedragen voldoende verzekerd kunnen worden geacht. De ontvanger beslist of de door de verzoeker aangeboden vorm van zekerheid wordt aanvaard. Het bedrag van de zekerheid kan door de inspecteur worden gewijzigd. 8. De inspecteur kan de vergunning intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de fiscaal vertegenwoordiger met schriftelijke instemming van de buitenlandse ondernemer; Voorwaarden aan de persoon Voorwaarden algemene vergunning Voorwaarden beperkte vergunning Aansprakelijkheid Zekerheid Intrekking of wijziging vergunning 1065

15 b. op verzoek van de buitenlandse ondernemer; c. indien de fiscaal vertegenwoordiger niet meer voldoet aan de aan de vergunning gebonden voorwaarden. De buitenlandse ondernemer wordt van de intrekking van de vergunning in kennis gesteld, alsmede van de gronden waarop deze berust. (Zie ook: art. 31a Uitv.besch. ) Verplichte fiscaal vertegenwoordiger Artikel 24d. 1. De buitenlandse ondernemer die in Nederland belasting verschuldigd is ingevolge artikel 5a, eerste lid, van de wet, stelt een fiscaal vertegenwoordiger met een algemene vergunning aan wanneer het hoofdkantoor of de vestiging van de ondernemer is gelegen in een derde-land waarmee geen rechtsinstrument inzake wederzijdse bijstand bestaat als bedoeld in artikel 204, lid 1, tweede alinea, van de BTW-richtlijn De buitenlandse ondernemer is gehouden een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen voor de levering die aan hem wordt verricht en waarvoor van hem de belasting wordt geheven ingevolge de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, Bijzondere bepaling, dan wel post 8, Bijzondere bepaling. De eerste volzin is eveneens van toepassing op de door de buitenlandse ondernemer verrichte levering die volgt op de aldaar bedoelde levering. HOOFDSTUK VI Artikel 25. Vervallen HOOFDSTUK VII Artikel 25a. Vervallen SLOTBEPALING Inwerkingtreding Artikel Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Citeertitel 2. Dit besluit kan worden aangehaald als Uitvoeringsbesluit omzetbelasting Afhankelijk van leven één persoon Bijlage A. a. De waarde van een canon, een retributie, een huur of een uitkering van het leven van één persoon afhankelijk, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met: 16, wanneer degene gedurende wiens leven jonger dan 20 jaar is, 15, de schuldplichtigheid moet plaatshebben 20 jaar of ouder, doch jonger dan 30 jaar is, 14, 30 jaar of ouder, doch jonger dan 40 jaar is, 13, 40 jaar of ouder, doch jonger dan 50 jaar is, 12, 50 jaar of ouder, doch jonger dan 55 jaar is, 11, 55 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar is, 10, 60 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar is, 8, 65 jaar of ouder, doch jonger dan 70 jaar is, 7, 70 jaar of ouder, doch jonger dan 75 jaar is, 5, 75 jaar of ouder, doch jonger dan 80 jaar is 4, 80 jaar of ouder, doch jonger dan 85 jaar is, 3, 85 jaar of ouder, doch jonger dan 90 jaar is, 2, 90 jaar of ouder is. 1066

16 b. De waarde van een canon, een retributie, een huur of een uitkering die na een bepaalde tijd vervalt, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met het aantal jaren gedurende welke zij moet plaatshebben, iedere euro berekend tegen de volgende bedragen: indien de schuldplichtigheid afhankelijk is van het leven van een persoon jonger dan 40 jaar 40 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar 60 jaar of ouder het eerste vijftal jaren 0,84 0,83 0,75 0,85 het tweede vijftal jaren 0,62 0,60 0,40 0,64 het derde vijftal jaren 0,46 0,42 0,15 0,48 het vierde vijftal jaren 0,34 0,28 0,04 0,36 het vijfde vijftal jaren 0,25 0,18 0,02 0,28 de volgende jaren 0,12 0,06 0,15 indien de schuldplichtigheid niet van het leven afhankelijk is Bepaalde tijd c. De waarde van een canon, een retributie, een huur of een uitkering voor onbepaalde tijd, die niet van het leven afhankelijk is, wordt gesteld op het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag. d. De overeenkomstig onderdeel b berekende waarde kan, indien de schuldplichtigheid: 1. van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan de waarde die verkregen zou zijn, wanneer de schuldplichtigheid niet tevens na een bepaalde tijd zou vervallen; 2. niet van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag. e. Een canon, een retributie, een huur of een uitkering die vervalt bij het overlijden: 1. van de langstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie, een huur of een uitkering, afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaren jonger is dan de jongste van de vorenbedoelde personen; 2. van de eerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie, een huur of een uitkering, afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaren ouder is dan de oudste van de vorenbedoelde personen. f. Een canon, een retributie, een huur of een uitkering tot een onzeker jaarlijks bedrag wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie, een huur of een uitkering tot het geschatte gemiddelde jaarlijkse bedrag. g. De waarde van een schuldplichtigheid, niet vallende onder een van de vorige leden, wordt gesteld op het bedrag waarvoor zodanige schuldplichtigheid zou kunnen worden verkocht. h. Een canon, een retributie, een huur of een uitkering tot andere zaken dan geld, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie, een huur of een uitkering tot een jaarlijks bedrag gelijk aan de waarde welke aan die zaken in het economische verkeer kan worden toegekend. Onbepaalde tijd Maxima Langstlevende Eerststervende Niet-genoemde In natura Bijlage B. a. Vervallen; b. De leveringen en diensten als bedoeld in artikel 7 van het besluit, die als zodanig worden verricht door de hierna genoemde instellingen: 1. kruisverenigingen; 2. instellingen tot bestrijding van de tuberculose; 1067

17 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting instellingen voor reumatiekbestrijding; 4. instellingen werkzaam op het gebied van de Eerste Hulp Bij Ongevallen; 5. instellingen werkzaam op het gebied van adoptiebemiddeling; 6. scholen voor langdurig zieke kinderen; 7. consultatiebureaus voor alcohol en drugs; 8. bureaus voor seksuele en huwelijksvoorlichting, alleen voor diensten; 9. instellingen van verpleging, kraam- en gezinsverzorging, voor zover de diensten niet reeds kunnen worden gerangschikt onder artikel 11, eerste lid, onderdelen c of g, van de wet; 10. speeltuinverenigingen; 11. vervallen; 12. dagverblijven voor gehandicapten; 13. ziekenhuizen, poliklinieken, psychiatrische inrichtingen en dergelijke inrichtingen, voor zover de diensten niet reeds kunnen worden gerangschikt onder artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de wet; 14. instellingen van zeemanszorg, mede voor het verstrekken van spijzen en dranken; 15. a. instellingen die werkzaam zijn op het terrein van op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 2, van de Wet maatschappelijke ondersteuning, voor zover werkzaam op het gebied van het jeugd- en jongerenwerk; b. instellingen op het terrein van het bevorderen sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 1, van de Wet maatschappelijke ondersteuning, voor zover werkzaam op het gebied van het club- en buurthuiswerk; 16. instellingen die zich bezighouden met vormingswerk in internaatsverband, mede voor het verstrekken van spijzen en dranken; 17. vervallen; 18. vervallen; 19. instellingen die zich ten doel stellen de bestrijding van bos- en heidebranden; 20. vervallen; 21. vervallen; 22. militaire tehuizen, mede voor het verstrekken van spijzen en dranken; 23. bejaardenoorden en andere instellingen op het gebied van bejaardenzorg voor prestaties die in het bijzonder zijn gericht op het handhaven of bevorderen van de mogelijkheden voor ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, alsmede voor het verstrekken van spijzen en dranken; 24. vervallen; 25. gemeenten of door gemeenten krachtens de Wet inschakeling werkzoekenden aangewezen rechtspersonen, voorzover zij uitvoering geven aan die Wet, mede voor het ter beschikking stellen van werknemers in de zin van die Wet, doch met uitzondering van de werknemer die, voorafgaande aan zijn dienstbetrekking, langdurig werkloze was en krachtens die Wet kan worden ingedeeld in de categorie werkloosheid van één tot twee jaar; 26. vervallen; 27. onderwijsverzorgingsinstellingen als bedoeld in de Wet op de onderwijsverzorging; 28. vervallen; 29. instellingen voor algemeen maatschappelijk en bedrijfsmaatschappelijk werk; 1068

18 30. stichtingen als bedoeld in artikel 1, onder f van de Wet op de jeugdzorg en zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Wet op de jeugdzorg, mede voor het verstrekken van spijzen en dranken; 31. natuurijsbanen, alleen voor het geven van gelegenheid tot sportbeoefening; 32. instellingen ter bestrijding van hart- en vaatziekten voorzover het reanimatieonderwijs betreft, die daarvoor via convenanten nauw samenwerken met de Nederlandse Hartstichting; 33. instellingen die werkzaam zijn op het gebied van schuldhulpverlening, met uitzondering van bewindvoering in het kader van de wettelijke schuldregeling, voorzover de diensten niet reeds kunnen worden gerangschikt onder artikel 11, eerste lid, onderdeel j, van de wet. c. Voorzover niet vallend onder onderdeel b worden voorts als leveringen en diensten als bedoeld in artikel 7 van het besluit aangewezen: 1. leveringen en diensten die nauw samenhangen met maatschappelijk werk, met de sociale zekerheid en met de bescherming van kinderen en jongeren; en 2. diensten van culturele aard andere dan die genoemd in de bij de wet behorende tabel I, onderdeel b, alsmede nauw daarmee samenhangende leveringen; welke worden verricht door een publiekrechtelijk lichaam of door een andere organisatie die, na een daartoe gedaan schriftelijk verzoek, door de inspecteur terzake bij voor bezwaar vatbare beschikking is erkend als instelling van sociale of culturele aard. Algemene aantekening Als leveringen en diensten van sociale of culturele aard worden niet aangemerkt de leveringen van goederen welke door de in de onderdelen b en c bedoelde instellingen in het kader van arbeidstherapie zijn voortgebracht en de diensten welke door die instellingen in dat kader worden verricht. Als diensten van sociale of culturele aard worden voorts niet aangemerkt diensten als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 2, van de wet, die worden verleend aan personen die niet beschikken over een in dat onderdeel g, onder 2, bedoeld indicatiebesluit of besluit op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning. De in de onderdelen b en c bedoelde instellingen, behoudens die bedoeld in de posten 12, voor zover betrekking hebbend op gehandicapten die beschikken over een indicatiebesluit op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, 29, 30 en 33 van onderdeel b, mogen niet systematisch het maken van winst beogen en, zo er wel winst wordt gemaakt, mogen zij deze niet uitkeren, maar moet die winst worden aangewend voor de instandhouding of verbetering van de leveringen en diensten die worden verleend. Bijlage C. Vervallen. 1069

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 5150-1 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 Besluit van 12 augustus 1968, Stb. 423, laatstelijk gewijzigd bij het Besluit van 22 december 2011, Stb. 677. Artikel

Nadere informatie

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale gebruik, daartoe noopt, wordt vrijstelling van belasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 700 Besluit van 22 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid

Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 15 december 2003, nr.

Nadere informatie

11025/06 AL/lg DG G I

11025/06 AL/lg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juli 2006 (OR. en) 11025/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0019 (CNS) FISC 98 OC 501 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 2 juni 2006 Betreft: Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Griekenland

Nadere informatie

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 20549 BEGRIPSBEPALINGEN Reikwijdte Artikel 1. 1. Deze regeling geeft uitvoering

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 De Minister van Financiën, Handelende wat betreft de artikelen 8, 8a, 11, tweede lid, 12, 13 en 31 van de Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 194 Wet van 5 april 2006 tot wijziging van de Wet op de accijns en van enkele andere wetten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds

Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2005, 122 Artikel 1. Uitkering en voorschotten 1. De inspecteur kan een voorschot verlenen

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009 STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20624 31 december 2009 Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns 17 december 2009 Nr. DV 2009/751 Directoraat-Generaal

Nadere informatie

De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB.

De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB. Zegelsystemen, waardebonnen, e.d. 2320-3 1. Nationale regelingen De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB. Artikel

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 606 Wet van 6 december 1995 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 404 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 633 Wet van 15 december 1995, houdende wijziging van de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting (belastingheffing in geval van tijdelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35891 24 december 2013 Omzetbelasting. Fiscaal vertegenwoordiging 15 december 2013 Nr. BLKB/2013/2291M Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Provinciewet. Provinciewet

Provinciewet. Provinciewet Wet van 10 september 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 609 1 Algemene bepalingen Titel IV De financiën van de provincie HOOFDSTUK XV DE

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 De Staatssecretaris van Financiën, Gelet op de artikelen 3, vierde en vijfde lid, 4, tweede lid, 6, derde lid, 8, eerste lid, 9,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 91 26 852 Wijziging van enkele belastingwetten (technische aanpassingen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 25 november 1999 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 De Minister van Financiën, Handelende wat betreft de artikelen 8, 8a, 11, tweede lid, 12, 13 en 31 van de Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 537 Besluit van 19 december 2003 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag en het Uitvoeringsbesluit accijns Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 200 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een nieuw arrangement voor de bekostiging van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 305 Wet van 19 juni 2003 tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en de Invorderingswet 1990 in verband met de invoering van de

Nadere informatie

Natuurschoonwet 1928

Natuurschoonwet 1928 Wet van 15 maart 1928, houdende regeling van sommige van landgoederen geheven belastingen tot bevordering van behoud van natuurschoon, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 609 Artikel 1. 1. Deze wet verstaat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27636 15 mei 2019 Wijziging van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 (modernisering kleineondernemersregeling)

Nadere informatie

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet Wet van 16 juni 2005, houdende regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking (), laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 15178 (uittreksel) Zorgverzekering

Nadere informatie

2014 no. 9 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 9 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2014 no. 9 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 3 februari 2014 houdende regels ter zake van de aansprakelijkheid voor belastingschulden en schulden van premies volksverzekering (Landsverordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 006 Wijziging van enkele belastingwetten (Geefwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.( gemeente Haarlemmermeer Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.( onderwerp Parkeerbelastingen 2015 De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 november

Nadere informatie

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR389153_1 16 december 2016 Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen De raad van de Gemeente Roosendaal; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001

Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 , laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 20549 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. 1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 3.31, 3.34, 3.36, 3.38 en 3.52 van de Wet inkomstenbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van 01-01-2017 t/m heden Hoofdstuk VIII. S&O-afdrachtvermindering

Nadere informatie

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011.

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011. Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011. Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe; Op voordracht van het dagelijks bestuur van 13 oktober 2010; Gelet

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Wet op de dividendbelasting 1965

Wet op de dividendbelasting 1965 Wet op de dividendbelasting 1965 Wet van 23 december 1965, houdende vervanging van het Besluit op de Dividendbelasting 1941 door een nieuwe wettelijke regeling, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 611

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992

Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 Besluit van 24 december 1992, tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, laatstelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 031 Wijziging van de Wet op de accijns in verband met Richtlijn nr. 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 (PbEU L 9) (Implementatie horizontale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 459 Wijziging van enige belastingwetten (Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014 Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019.

Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019. Besluit tot vaststelling van de Verordening op de watersysteemheffing waterschap Rijn en IJssel 2019. Het algemeen bestuur van Waterschap Rijn en IJssel; Op voordracht van het dagelijks bestuur van 9 oktober

Nadere informatie

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005 ONTWERP De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de voorbereidingscommissie van 22 november 2004; gelet op de artikelen 110 en 113, eerste lid, van de Waterschapswet;

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting -- Deel 1

Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Parkeerverordening Venray 2016

Parkeerverordening Venray 2016 Onderwerp Datum 3 november 2015 Parkeerverordening Venray Pagina 1 van 5 De raad van Venray, gelezen het advies van het college van burgemeester en wethouders, gelezen het advies van de commissie Werken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Mededeling nr. 18. Kolenbelasting. Douane Belastingdienst

Mededeling nr. 18. Kolenbelasting. Douane Belastingdienst Douane Belastingdienst Mededeling 26 maart 2013 Mededeling nr. 18 Kolenbelasting DO 118-1Z*1FD 18.1 Inleiding Met ingang van 1 januari 2008 is onder de naam kolen belasting een nieuwe belasting ingesteld

Nadere informatie

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN De raad van de gemeente Oosterhout; gelezen het voorstel van het college van.. september 2015 gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING

Nadere informatie

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of

Nadere informatie

Wet op de loonbelasting 1964

Wet op de loonbelasting 1964 Versie: Toekomstig Artikel: 13bis Wet op de loonbelasting 1964 Geldig van: 01-01-2021 Geldig tot: Terugwerkend t/m: Plaats in de regeling: Hoofdstuk II, Voorwerp van de belasting Staatsblad(en): 2016,

Nadere informatie

Regeling zorgverzekering

Regeling zorgverzekering Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2005, nr. Z/VV-2611957, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (), laatstelijk gewijzigd bij

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015

Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015 Verordening watersysteemheffing waterschap Vechtstromen 2015 Kenmerk: Het algemeen bestuur van het waterschap Vechtstromen; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 28 oktober 2014; gelet op de

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 190 Beschikking van de Minister van Justitie van 6 mei 2003, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit kadastrale tarieven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 546 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994-1995 23943 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van een aantal andere wetten houdende aanpassing van het regime voor werknemersspaarregelingen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010 gemeente Veendam Doel: Het doel van deze verordening is om regels te stellen betreffende de heffing en invordering van rechten ter

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) B GEWIJZIGD

Nadere informatie

Wet belastingen op milieugrondslag

Wet belastingen op milieugrondslag Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop

Nadere informatie

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES)

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) 2010/555; Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 253 HOOFDSTUK I ALGEMEEN

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016 Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015; gelet op

Nadere informatie

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman BTW BIJ IN- en UITVOER Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman Douaneschuld Douaneschuld ontstaat: - Invoer (in vrije verkeer brengen) - Onttrekking aan het douanetoezicht - Niet voldoen aan verplichtingen

Nadere informatie

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 121 Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 22 mei 2012 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 2013; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; vast te stellen de : Artikel 1 Begripsomschrijvingen Besluit: VERORDENING

Nadere informatie

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19 INHOUD Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19 Inleiding / 19 Titel I Voorwerp en toepassingsgebied / 30 Titel II Geografisch toepassingsgebied

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Wijziging Grondwaterheffingsverordening Flevoland. Statenvergadering: 6 december 2001 Agendapunt: 11 1.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 660 Wet van 18 december 1995 tot wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 234 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 gemeente Harderwijk

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 gemeente Harderwijk GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Harderwijk. Nr. 79998 24 december 2014 Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 gemeente Harderwijk De raad van de gemeente Harderwijk;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 943 Wijziging van belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale onderhoudswet 2007) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Harderwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr. h170062002; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit : Nr. 10-. PURMEREND De raad van de gemeente Purmerend ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit : vast te stellen de volgende

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 593 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Vakantiewet 1949 BES, zoals

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22712 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2015 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; gelet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 36 25 349 Wijziging van de Wet op de accijns GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 30 september 1997 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 577 Wijziging van enkele belastingwetten ter vermindering van administratieve lasten (Wijzigingsplan «Paarse krokodil») Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 684 Besluit van 19 december 2006 tot wijziging van enige fiscale Uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Reglement Vakantiefonds

Reglement Vakantiefonds Reglement Vakantiefonds voor het Schilders,- Afwerkings- en Glaszetbedrijf HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepaling In dit reglement wordt verstaan onder: het Fonds: de Stichting Vakantiefonds voor

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630 Raadsstuk Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630 1. Inleiding Met deze wijzigingsverordening op de Verordening parkeerbelastingen 2013 worden enkele correcties in redactie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968

Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 1 Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Belasting toegevoegde waarde Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Belasting toegevoegde waarde Van wie en waarover? Kenmerken De omzetbelasting is een algemene,

Nadere informatie

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting les 1 programma Omzetbelasting Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Kenmerken De omzetbelasting is een Belasting toegevoegde waarde algemene, Van wie en waarover? niet-cumulatieve, Leveringen

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen Agenda Werking oude landbouwregeling t/m 31-12-2017 Afschaffing landbouwregeling vanaf 01-01-2018

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015 CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR348983_2 1 augustus 2017 VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sliedrecht. Nr. 126297 24 december 2015 Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van

Nadere informatie