AD-Converter 8-Kanaals Manual en Tutorial (Verkorte internet versie)

Transcriptie

1 AD-Converter 8-Kanaals Manual en Tutorial (Verkorte internet versie)

2 Inleiding AD-Converter 8-kanaals is een zeer universeel en breed opgezet programma om uw computer een volwaardig meetstation te maken. Besturen en regelen is mogelijk als reactie op de meetwaarden. In het programma kan gekozen worden voor een scala aan instellingen zodat dat het programma aan bijna iedere wens is aan te passen. Alle relevante gegevens welke een goed data-log-systeem moet hebben zijn inbegrepen. De instellingen van alle ingangen zijn onafhankelijk van elkaar in te stellen. Zo kan de gebruiker diverse grootheden in één programma meten en de eventuele relatie onderling beoordelen. Door opslag van de meetinstellingen kunt u een bepaalde meetprocedure in een handomdraai starten. De gegevens van het project kunnen worden vastgelegd. Overzichtelijk wanneer u de meetgegevens weer terug wilt halen. Op klantspecificatie kunnen wij oplossingen maken voor diverse typen sensoren en ingangsaanpassingen. Ook de hardware kan in diverse uitvoeringen worden geleverd. Denk hierbij aan speciale ingangsconnectors of ingebouwde voedingen voor sensors en converters. Ook aanpassingen voor bepaalde ingangssignalen zijn mogelijk. Mede hierdoor is er voor iedere meetopstelling een match te maken naar uw wensen. In vogelvlucht biedt het programma de volgende opties: Alle relevante gegevens continu aflezen in het bedieningsscherm. Weergave van grafieken met diverse instelmogelijkheden Opslag van Meetgegevens Instelling van iedere ingang afzonderlijk Gemakkelijke conversie en calibratie Gegevens printen Minimale en Maximale waarden instellen Gebruik van eventuele uitgangen Per ingang rechtstreeks afleesbaar in bedieningsvenster: Huidige meetwaarde Grootheid Gemiddelde waarde Minimale waarde Maximale waarde Instelling minimale waarde Instelling maximale waarde Tijdstippen van het bereiken van het minimum en maximum waarde Eventuele alarmerings en uitgangsreactie Verder relevante gegevens betreffende de meting als: Aantal metingen Start- en Eindtijd Meettijd Interval instelling Tijdstippen van het bereiken van de minimum en maximum waarde Communicatiepoort Activering van de uitgangen Alarmfunctie Status van besturingsuitgangen Gegevens printen Data opslag Kortom teveel om op te noemen. Als u het figuur met het Hoofdvenster bekijkt dan heeft u een goed beeld van alle instellingen en weergave-opties die er in AD-Converter 8-kanaals zijn. De systeemeisen zijn: Windows 95/98 computer svga scherm in minimaal 800 x 600 mode De bijbehorende Analoog-Digitaal converter Het programma kan in de achtergrond werken terwijl u met uw computer werkt. Dat bestanden kunnen worden verwerkt in Access en Excel. Eindelijk een goed overzicht en een mooie grafiek van uw meetgegevens. 2

3 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Inhoudsopgave... 3 Hoofdbedieningsscherm... 4 Meetwaarde weergave Gemiddelde waarde weergave... 4 Maximale en Minimale waarden... 4 Instellingen van Maximale en Minimale waarden Alarmering in- of uitschakelen... 5 Uitgangen in- en uit schakelen... 5 Aantal metingen en meettijden... 5 Bedieningsbuttons... 5 Data opslaan... 6 Ingangsinstellingen... 6 Conversie... 6 Kopiëren en plakken... 7 Calibratie... 7 Drop-Down menu s... 7 Bestand... 7 Instellingen... 7 Instellingen laden en opslaan... 7 Instellingen opslaan bij afsluiten... 7 Bestandsgrootte... 7 Maximale en minimale waarden instellen... 8 Intervalinstelling... 8 Printerinstelling... 8 Uitgangspoort... 8 Uitgangswaarde... 8 Controle... 8 Binaire waarde... 8 Grafiek... 9 Drop-down menu s Grafiekvenster... 9 Bestand... 9 Printerinstelling... 9 Autoprint... 9 Autosave... 9 Printen... 9 Sluiten... 9 Weergave Yas-waarden Opties Projectgegevens Printen

4 Hoofdbedieningsscherm Zodra AD-Converter 8-kanaals is gestart verschijnt het volgende scherm. Het opstartvenster biedt een grote hoeveelheid informatie en diverse instelmogelijkheden. We zullen alle onderdelen in het venster nalopen. Meetwaarde weergave. De Meetwaarde weergave is wel het meest essentiële deel van het programma. We werken per slot van rekening met een meetprogramma. De meetwaarde wordt weergeven met een nauwkeurigheid van het aantal decimalen welke u in de opties van betreffende ingang kunt opgeven. De grootheid wordt ook rechtstreeks weergeven. Deze stelt u ook weer in bij de ingangsinstellingen. Met een simpele muisklik schakelt u de desbestreffende ingang en en uit. De gemiddelde waarde, de maximale en mininale waarde als de ingestelde maximale en minimale waarden worden rechtstreeks weergegeven. Per ingang kiest u voor in- of uitschakelen van de alarmering en/of de activering van de uitgang. Tijdstippen wanneer de maximale en minimale waarden zijn bereikt worden bij de desbetreffende waarden overzichtelijk weergegeven. Deze optie kunt u overigens uitschakelen wanneer deze niet van belang is. Gemiddelde waarde weergave. In dit veld ziet u de gemiddelde waarde tijdens de meting. De gemiddelde waarde wordt continue herberekend en weergegeven. De gemiddelde waarde is een interessante optie bij metingen over een langere periode. Maximale en Minimale waarden. De weergave van maximale en minimale waarden wordt tijdens de meting continue bijgehouden. Zodra een nieuwe min. of max. waarde wordt bereikt, verschijnt deze in het desbetreffende venster en de tijd wordt bijgewerkt. 4

5 Instellingen van Maximale en Minimale waarden. Hier worden de ingestelde waarden weergegeven met de eventuele tijd waarop deze zijn bereikt. Indien de bijbehorende uitgang is geactiveerd dan zal deze relevant reageren. De tijdstippen welke worden weergegeven zijn de tijdstippen wanneer voor de eerste maal de respectievelijke min. of max. waarde is bereikt. Logischerwijs worden deze niet meer ververst. Vaak wil men in een langdurig meetproces onbemand werken en is het bereiken van een bepaald meetpunt relevant voor de meetgegevens. U kunt zo eenvoudig zonder menselijke tussenkomst het bereiken van bijvoorbeeld een bepaalde temperatuur traceren. De instellingen worden opgegeven in het daarvoor bestemde formulier welke later wordt besproken. U kunt de waarden ook aanpassen via de Scrollbars weergegeven naast de desbetreffende weergaven. Alarmering in- of uitschakelen Hiermee kiest u voor een akoestisch alarmeringssignaal wanneer een minimale of maximale instelling is of wordt overschreden. Indien het systeem is voorzien van een geluidskaart wordt deze gebruikt, anders wordt de systeemluidspreker gebruikt. U kunt de alarmering per ingang in- en uitschakelen. Uitgangen in- en uit schakelen Indien de gebruiker een bepaalde besturingsfunctie wil activeren zodra een maximale of een minimale instelling wordt overschreden. De uitgang dient te worden voorzien van een schakeling met open collector uitgang of een relais unit. U heeft hiervoor wel een vrije printerpoort nodig. De benodigde hardware wordt door ons geleverd. Aantal metingen en meettijden In het hoofdbedieningsvenster worden het aantal metingen weergegeven na de start van de meting. Het aantal metingen informeert u over het aantal metingen wat er is verricht na de start of herstart. Als de gegevens worden opgeslagen in een bestand kunt u traceren hoeveel informatie er inmiddels is opgeslagen. De snelheid van de toename is rechtstreeks afhankelijk van de intervalinstelling. Ook ziet u de starttijd, de meettijd en de eindtijd van de meting. Het ingestelde interval kunt u bedienen met de Scrollbar onder het venster van de intervalweergave. De intervalperiode in 1/10 seconden, seconden of minuten wordt automatisch aangepast. Wanneer u bijvoorbeeld de ingestelde intervaltijd van 0,9 sec. verhoogt zal de verspringen naar 1 sec.. Onder in het bereik is de meting in te stellen op Continue meting (Er wordt dan geen interval toegepast, maar de meetsnelheid wordt bepaald door de snelheid van de meetcomputer) en Manual meting. Bij Manual meting kiest de gebruiker met een simpele muisklik voor een volgende meting. Dit is vooral handig wanneer u een meting uitvoert waarbij u bepaalde tussentijdse instellingen wilt veranderen of u het aantal meetpunten zelf wilt bepalen. De Pauze toets verandert in een Manual toets en bij iedere start wordt er een meting uitgevoerd. Bedieningsbuttons De meest linkse button is de startbutton. Hiermee start u de meting. Na de start verandert de button in Restart meting waarmee u een nieuwe start maakt met de huidige instellingen. Einde meting beëindigt de meting en de Startbutton wordt weer verandert in Start meting. Met Pauze zet u de meting in wachtstand, u kiest dezelfde button weer om de meting weer te vervolgen. Reset Min-Max herstelt de weergave van minimale en maximale weergave tijdens de lopende meting. De meting zelf wordt hierdoor niet gereset. Met Afsluiten verlaat u het programma. Is onder instellingen gekozen voor automatisch opslaan van de instellingen dan worden deze automatisch opgeslagen als default instellingen. Wanneer automatisch opslaan niet is geactiveerd dan wordt u gevraagd of de instellingen opgeslagen moeten worden. Wanneer u voor opslaan kiest kunt u de bestandsnaam opgeven. 5

6 Data opslaan Wanneer de gebruiker kiest voor Data opslaan zal automatisch een bestandsselectie venster openen waarin u het meetwaardenbestand kunt opgeven. Deze verschijnt dan in het venster met de ingestelde bestandsgrootte. U kunt uiteraard alleen voor dataopslaan kiezen voor de start van de meting. Opslaan tijdens de meting zou vreemde meetwaarden tot gevolg hebben. Wanneer u tijdens een lopende meting bestanden wilt maken, dan dient u eerst de meting te stoppen en een Data opslaan te kiezen. Ingangsinstellingen De ingangsinstellingen bereikt u door op het veld met de naamgeving van de desbetreffende ingang te klikken en het volgende invulvenster verschijnt. U kunt hierin alle opties welke bij de desbetreffende ingang horen opgeven. Naamgeving spreekt voor zich. Zo ook de grootheid. Het min. en max. bereik geeft u op afhankelijk van het aangesloten signaal of bijbehorend aan de respectievelijke sensor of coverter. Conversie Bijvoorbeeld: U heeft een temperatuursensor met een bereik van 0 tot 100 C en u gebruikt een converter welke het meetsignaal omzet in een 4-20 ma signaal. Als min. en max. bereikt geeft u respectievelijk 0 en 100 op. De grootheid wordt C. De conversie factor wordt als volgt bepaald: Totale bereik = 100 (max. bereik min.bereik) Bij 0-20 ma of 4-20 ma is de ingangsweerstand 400 ohm. Spanningsbereik = (20 ma 4mA) x 400 ohm Bij 4-20 ma offsetstroom = 4 ma Offset = 4 ma x 400 ohm = 1,6 Volt Conversie = Spanningsbereik / Totale bereik 100 / 6,4 Volt = 15,625 Wanneer u converters of sensors met een 0-20 ma of 4-20 ma bereik gebruikt kunt u ook gebruik maken van de voorinstellingen uit het dropdown menu Voorinstelling. De berekening uit het voorgaande voorbeeld is voor dit type sensoren niet nodig omdat deze al vooraf ingesteld zijn. Voor andere systemen moet u de conversie soms wel zelf bepalen en dat doet u dan volgens de opgegeven methode. Wanneer u voor instelling gebruikt dan dient u voordat u de voorinstelling kiest eerst het min. en max. bereik op te geven. Deze worden namelijk in de berekening verwerkt. Onder Instellingen vindt u de opties om ingangsinstellingen te laden en op te slaan. 6

7 Kopiëren en plakken Met Kopie maken maakt u een kopie van alle instellingen om deze bijvoorbeeld te kunnen Plakken in de gegevens van een andere ingang. Wanneer u de ingangsinstellingen van een ingang hebt geopend, dan kunt u door een klik op de ingangsnaam van een andere ingang eenvoudig overspringen naar een volgende ingang. Het kopiëren en plakken is erg handig wanneer u soortgelijke ingangen hebt. Calibratie Wanneer de instellingen voor de desbetreffende ingang zijn aangebracht kunt u de ingang eventueel kalibreren. U dient dan een zo hoog mogelijk ingangssignaal op de ingang te zetten en in het instellingformulier kiest u de button Calibratie. Een formulier met de ongecalibreerde meetwaarde verschijnt. U vult de bekende waarde en via Doorvoeren wordt de calibratiefactor, behorende bij de ingang én sensor doorgevoerd. Wilt u niet dat de nieuwe calibratiefactor wordt verwerkt, kies dan voor Sluiten. Let op! De calibratie werkt het nauwkeurigst wanneer het meetsignaal zo dicht mogelijk bij het maximale meetbereik ligt. Zet dus bij calibratie het hoogst haalbare niveau op de ingang. De calibratie geldt natuurlijk voor de desbetreffend ingang en de daarop aangesloten signaalgever. Sluit u de signaalgever later op een andere ingang aan, dan is het verstandig opnieuw de calibratie voor deze uitgang uit te voeren. Door calibratie uit te voeren met de converter en de desbetreffende signaalgever, worden beide tegelijkertijd in de calibratie verwerkt en is de optredende meetfout minimaal. Is er geen referentie meetwaarde voorhanden dan houdt u voor de calibratie gewoon 1 aan. Drop-Down menu s Bestand Onder Bestand vindt u de opties Databestand en Afsluiten. Databestand geeft u de mogelijkheid het databestand op te geven welke voor dataopslag wordt gebruikt. Afsluiten spreekt voor zich. U krijgt de vraag of u de instellingen wilt opslaan. Maak uw keuze. Wanneer onder instellingen gekozen is voor automatische opslag van de instellingen bij afsluiten, dan worden de instellingen automatisch opgeslagen als default instellingen. Instellingen Onder instellingen zijn de diverse instellingen geplaatst. Instellingen laden en opslaan Instellingen biedt u de mogelijkheden tot het laden en opslaan van de instellingen. Wilt u de instellingen opslaan als default instellingen dan dient u het bestand in de directory te plaatsen waar het programmabestand is geïnstalleerd. De bestandsnaam dient default8max.ini te zijn. Deze instellingen worden automatisch geladen tijdens de programmastart. Door het laden van eigen instellingen kunt u diverse reeds geconfigureerde instellingen gemakkelijk hergebruiken. Instellingen opslaan bij afsluiten De optie Opslaan bij afsluiten slaat de instellingen automatisch op bij het verlaten van het programma. Is deze optie gekozen, dan worden de instellingen altijd als default instellingen opgeslagen. Bestandsgrootte Deze optie laat u de maximale grootte van het databestand opgeven. Wanneer u deze optie kiest verschijnt het bijbehorende formulier waarin u de bestandsgrootte kunt opgeven. Met de button Bereken geeft het programma aan hoeveel metingen in deze bestandsgrootte kunnen worden opgenomen. Met Ok wordt de nieuwe waarde overgenomen en met sluiten blijft deze onveranderd. Deze optie is vooral handig wanneer u meet met een lage intervalinstelling of in continu mode. Uw harddisk kan zo niet ongemerkt vollopen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren wanneer u dagenlange onbemande metingen wilt uitvoeren. 7

8 Maximale en minimale waarden instellen Hier kunt u in tabelvorm de instellingen van de maximale en minimale waarden opgeven. U kiest eenvoudig de gewenste invulvelden en geeft de gewenste waarden op. Wanneer de waarden goed zijn ingegeven dan kunt u met Doorvoeren de waarden in het programma plaatsen. Wanneer u de huidige waarden wilt herstellen dan kiest u voor reset. Dit kan alleen als u de waarden nog niet doorgevoerd hebt. Met afsluiten kunt het formulier verlaten zonder de waarden te veranderen. Intervalinstelling Met intervalinstelling kunt u de voorkeuze kiezen van de intervalfactor. Deze kan zijn in 0,1 seconde, 1 seconde of in minuten. Echter wanneer u met de Scrollbar onder de intervalweergave de intervalinstelling verandert lopen deze instellingen ook automatisch verder bij het bereiken van de hoogste waarde binnen een bepaald bereik. Printerinstelling De bekende printerinstelling bekend van Windows verschijnt. Hier kunt u de printerinstelling kiezen voor het printen van de data of de grafieken. Uitgangspoort Wanneer u gebruikt maakt van de uitgangen kunt u opgeven welke printerpoort hier gebruikt dient te worden. U heeft hierbij wel de hardware nodig voor het gebruiken van de uitgangen. De werking is erg eenvoudig. De printerpoort bezit 8 datalijnen. Wanneer bijvoorbeeld de uitgang behorende bij ingang 7 wordt geactiveerd dan zal datalijn 7 hoog worden. Uitgangswaarde Hiermee kiest voor het in beeld brengen van de actuele stand van zaken betreffende de uitgangen. De binaire als de decimale waarde van de uitgangen wordt weergegeven. Controle Onder controle vindt u de opties voor weergave van binaire waarden en grafiekweergave. Binaire waarde 8

9 De weergave van binaire waarden is aangebracht als hulpmiddel bij het zoeken naar eventuele fouten of overflows. De binaire waarde kan variëren van 0 tot Wanneer u bijvoorbeeld geen meetwaarde bij een bepaalde ingang heeft en in de binaire waarde is wel een relevante waarde aanwezig dan is er mogelijk een fout bij de ingangsinstellingen. Is er ook geen binaire waarde loop dan het ingangssignaal na of deze wel aan het gewenste niveau voldoet. Grafiek Met Grafiek kiest u voor grafiekweergave. De grafiek wordt in een eigen venster weergegeven en wordt real-time tijdens de meting ververst. Wanneer de intervalinstelling in continue mode is ingesteld wordt de grafiek bij het bereiken van de uiterste X-as waarde opnieuw getekend. Bij deze instelling heeft de gebruiker een snelle en doelmatige blik bij snel variërende de signalen. Bij andere intervalinstellingen wordt de grafiek bij het bereiken van de uiterste X-as waarde in elkaar geschoven gaat de grafiek verder in het middelpunt. Op deze wijze heeft u bij een langdurige meting een juiste grafische weergave van de meetresultaten. In de grafiek wordt de legenda van de grafiek in verschillende kleuren weergegeven. Bovendien wordt de projectnaam en de naam van de operator aangeven. De instellingen van de grafiek vindt u onder de drop-down menu s in het grafiekvenster. Drop-down menu s Grafiekvenster Bestand Onder Bestand vindt u de opties voor het instellen van de printer, autoprint inschakelen, autosave inschakelen, printen en de mogelijk voor het sluiten van het grafiekvenster. Printerinstelling Onder printerinstelling kunt u de gewenste printer instellen voor het afdrukken van de grafiek. Let er wel op dat deze printer grafische afdrukopties bezit. Een alleen tekstprinter kan geen grafiek printen, deze kan uiteraard wel gebruikt worden als printer voor de meetdata. Kleurenprinters zijn natuurlijk in het voordeel vanwege de verschillende kleuren van de diverse signalen. Autoprint Autoprint geeft u de mogelijkheid de grafiek te laten printen zodra deze de uiterste X-as waarde heeft bereikt. Bij onbemande metingen kunt u op deze manier de grafieken op papier in een later tijdstip beoordelen. Autosave Autosave lijkt op de optie Autoprint. Echter hier worden de grafieken niet automatisch geprint maar automatisch opgeslagen voor latere beoordeling. Printen Printen biedt u de mogelijkheid tot het rechtstreeks printen van de grafiek met de huidige weergave. Sluiten 9

10 Met sluiten verlaat u het grafiekvenster. Wanneer u voor sluiten kiest dan gaat de grafiek informatie verloren. Wilt u werken met het hoofdbedieningsvenster en wilt u de grafiek behouden dan klikt u eenvoudig ergens op het bedieningsvenster en deze zal naar de voorgrond verschuiven. U kunt hiervoor ook de aanduiding ADConverter 8-kanalen in de werkbalk kiezen. Weergave Onder weergave kunt u kiezen welke ingangen u in de grafiek wilt weergeven. De namen welke u bij de ingangsinstellingen hebt opgegeven worden hier automatisch weergegeven. In totaal kan de grafiek dus 8 ingangsignalen weergeven. De grafiekweergave is afhankelijk van de ingestelde minimale en maximale bereiken van de desbetreffende ingangen. Wanneer u bijvoorbeeld een ingang hebt ingesteld met een minimaal bereik van 0 en een maximaal bereik van 200, dan zal een meetwaarde van 50 in de grafiek worden weergegeven met een Y-as waarde van 25%. Yas-waarden Hier kunt u kiezen welke Y-as waarden u wilt weergeven. U hebt de keuze tussen procentuele weergave of één van de acht bereiken behorende bij de desbetreffende ingangen. Opties Onder Opties kunt u de projectgegevens ingeven en de printopties ingeven voor het printen van meetdata. Projectgegevens Wanneer u kiest voor project gegevens verschijnt er een formulier voor het ingeven van de diverse projectgegevens. Invullen hiervan spreekt voor zich. De bestandsnamen kunt u echter niet ingeven. Deze worden automatisch uit het lopende programma gehaald. Zo worden fouten vermeden en hoeft u geen reeds bekende gegevens handmatig in te vullen. Ook een veld voor aanvullende notities is aanwezig. De project gegevens zijn vooral van belang wanneer u later een project wilt bestuderen. De bij het project behorende gegevens en de bijbehorende data bestanden zijn dan direct bekend. U kunt deze projectgegevens opslaan en laden via het dropdown men Bestand. Printen Met printen kunt u de opties voor het printen van data instellen. Bij een lage intervalinstelling en een lange meettijd kan er nogal wat papier worden gebruikt. Heeft u al deze meetwaarden niet nodig dan kunt u de factor instellen waarbij het programma de gegevens print. Ook kunt u kiezen voor het printen van de data wanneer een minimale of maximale waarde wordt gepasseerd. De tweede optie is het instellen van het aantal regels per blad. Zo kunt u de instelling aanpassen naar de gewenste printer en het gebruikte papier. 10