Paragraaf 1 Analyse 1.1 Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie Micro-onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Paragraaf 1 Analyse 1.1 Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie 2000 1.2 Micro-onderzoek"

Transcriptie

1 Tweede Voortgangsbrief gelijke beloning In mei 2000 is het Plan van aanpak gelijke beloning (TK , , nr. 1) aan de Tweede Kamer aangeboden, in april 2001 gevolgd door de Voortgangsbrief gelijke beloning (TK , , nr. 3). In het Plan van aanpak is ingegaan op beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen en tussen allochtonen en autochtonen, en zijn beleidsmaatregelen aangekondigd die de geconstateerde ongerechtvaardigde beloningsverschillen moeten terugdringen. Deze maatregelen zijn na aanbieding van het Plan van aanpak aan de Tweede Kamer in gang gezet. De maatregelen bestaan onder meer uit het doen van verdergaand gelijke beloningsonderzoek en het geven van specifieke voorlichting over gelijke beloning. Tevens is overlegd met de Commissie gelijke behandeling en sociale partners en zijn deze laatsten nadrukkelijk aangesproken op hun verantwoordelijkheid ten aanzien van gelijke beloning. Sociale partners hebben deze verantwoordelijkheid voortvarend opgepakt en onder meer de Checklist gelijke beloning voor mannen en vrouwen ontwikkeld. In de Voortgangsbrief gelijke beloning is vervolgens verslag gedaan van de stand van zaken van de in gang gezette maatregelen. Ook zijn de adviezen die sociale partners en de Commissie gelijke behandeling over het Plan van aanpak hebben gegeven, besproken. Uit deze adviezen zijn enkele afspraken alsook drie nieuwe maatregelen voortgekomen, waaronder het onderzoek naar beloningsverschillen op microniveau. Bij de Voortgangsbrief is het rapport De weegschaal gewogen. Handleiding sekseneutrale functiewaardering meegestuurd. Met dit toetsinstrument, totstandgekomen in samenwerking met sociale partners en systeemhouders, kunnen functiewaarderingssystemen worden getoetst op sekseneutraliteit. Momenteel worden de in het Plan van aanpak en in de Voortgangsbrief gelijke beloning aangekondigde maatregelen uitgevoerd. Een aantal van deze maatregelen is reeds afgerond. In deze Tweede Voortgangsbrief gelijke beloning wordt van al deze activiteiten verslag gedaan. In de eerste paragraaf van deze voortgangsbrief wordt het arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie en de stand van zaken van het micro-onderzoek besproken. In paragraaf 2 komen de korte-termijnmaatregelen waaronder voorlichting en pensioenen aan de orde. In paragraaf 3 wordt verslag gedaan van activiteiten op internationaal vlak. Tot slot wordt in paragraaf 4 ingegaan op de in het Plan van aanpak aangekondigde aanvullende maatregelen. Deze maatregelen komen in beeld wanneer de beloningsverschillen niet of in een te traag tempo blijken af te nemen. De Tweede Voortgangsbrief wordt afgesloten met een conclusie. Inhoudsopgave Paragraaf 1 Analyse 1.1 Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie Micro-onderzoek Paragraaf 2 Korte termijn-maatregelen 2.1 Waarborgen van gelijke beloning bij overgang naar nieuwe beloningsvormen 2.2 Tussentijds verslag gebruik Handleiding sekseneutrale functiewaarderingssysteem 2.3 Quickscan gelijke beloning 2.4 Voorlichting

2 2 2.5 Activering ondernemingsraden 2.6 Rol sociale partners 2.7 Algemeen minderhedenbeleid en nader onderzoek naar de positie van allochtonen 2.8 Pensioenen Paragraaf 3 Activiteiten op internationaal niveau Paragraaf 4 Aanvullende maatregelen Paragraaf 5 Conclusie Paragraaf 1 Analyse 1.1 Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie 2000 In deze eerste paragraaf wordt het beloningsgedeelte uit het Arbeidsvoorwaardenonderzoek van de Arbeidsinspectie besproken. De verschillen in de beloning van mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen en voltijders en deeltijders maken van dit onderzoek onderdeel uit. De gegevens die voor het onderzoek zijn gehanteerd dateren van oktober De Arbeidsinspectie maakt onderscheid tussen arbeidsvoorwaardengegevens over het bedrijfsleven en die van de overheid. De informatie over het bedrijfsleven is gebaseerd op het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) van de Arbeidsinspectie en de informatie van de overheid is gebaseerd op gegevens bestanden die door de overheid op verzoek beschikbaar zijn gesteld. Anders dan in eerdere onderzoeken hebben de cijfers over 2000 betrekking op alle werknemers in het bedrijfsleven en alle werknemers in vier overheidssectoren (onderwijs en wetenschappen, rijk, defensie en rechterlijke macht). Dit in tegenstelling tot de gegevens over eerdere jaren waarin in de ongecorrigeerde en gecorrigeerde beloningsverschillen jeugdige werknemers, werknemers in hogere functieniveaus en directieleden buiten beschouwingen waren gelaten. De gewijzigde onderzoeksmethode betekent dat een vergelijking tussen de cijfers van 1998 en van 2000 niet goed mogelijk is. Daarom heeft de Arbeidsinspectie voor mannen, en vrouwen en voor allochtonen en autochtonen ook volgens de oude onderzoeksmethode een vergelijking gemaakt.

3 3 Voor de volledigheid zijn op basis van de cijfers van oktober 2000 ook de beloningsverschillen voor voltijders en deeltijders berekend. Dit past eveneens in het kader van de voorziene rapportageverplichting die op grond van de Wet verbod op onderscheid op grond van arbeidsduur bestaat. In het onderzoek van de Arbeidsinspectie worden steeds twee beloningsverschillen gegeven: het ongecorrigeerde en het gecorrigeerde beloningsverschil. De hoogte van het ongecorrigeerde beloningsverschil hangt samen met de verschillen in functie- en persoonskenmerken tussen mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen of voltijders en deeltijders. De verschillen in functiekenmerken zijn afgeleid uit de verdeling van mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen of voltijders en deeltijders over verschillende economische sectoren, functiesoorten, functieniveau s en voltijd/deeltijdfuncties. Vrouwen werken bijvoorbeeld vaker in de lage functieniveaus, vaker in deeltijd en zijn oververtegenwoordigd in dienstverlenende en verzorgende functies. Verder verschillen mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen of voltijders en deeltijders in persoonskenmerken zoals leeftijd, opleiding en duur van het dienstverband bij een bepaalde werkgever. Ter verklaring van het ongecorrigeerde beloningsverschil is een regressie-analyse uitgevoerd. Na correctie voor de functie- en persoonskenmerken blijft een beloningsverschil over dat niet door deze kenmerken verklaard kan worden: het gecorrigeerde beloningsverschil. Dit overgebleven beloningsverschil kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld het niet meenemen van alle van invloed zijnde achtergrondkenmerken, omdat hiervoor niet alle gegevens beschikbaar zijn. Ook kan het beloningsverschil veroorzaakt worden door een te grove meting van de achtergrondkenmerken waardoor sommige verschillen niet goed zichtbaar worden. Ten slotte kan er ook, zowel bij ongecorrigeerde als bij gecorrigeerde beloningsverschillen sprake zijn van beloningsdiscriminatie. De uitkomsten van het onderzoek van de Arbeidsinspectie zijn in bijgaande tabellen weergegeven. Beloningsverschillen bedrijfsleven ongecorrigeerd gecorrigeerd Mannen en vrouwen 1998 (oud) 23% 7% 2000 (oud) 20% 7% 2000 (nieuw) 23% 5% Autochtonen en allochtonen 1998 (oud) 22% 3% 2000 (oud) 19% 3% 2000 (nieuw) 21% 4% Voltijders en grote deeltijders (nieuw) 23% 5% Voltijders en kleine deeltijders 2000 (nieuw) 45% 11% 1 De Arbeidsinspectie maakt een onderscheid tussen grote en kleine deeltijders. Onder grote deeltijdbanen begrijpt men een baan van 12 uur of meer; kleine deeltijdbanen zijn banen van minder dan 12 uur.

4 4 Beloningverschillen overheid ongecorrigeerd gecorrigeerd Mannen en vrouwen 1998 (oud) 15% 4% 2000 (oud) 15% 3% 2000 (nieuw) 15% 3% Voltijders en grote deeltijders 2000 (nieuw) 5% 1% Voltijders en kleine deeltijders 2000 (nieuw) 11% 1% Naast de algemene beloningscijfers van de AI, vallen in het onderzoek een aantal andere uitkomsten op: Het ongecorrigeerd beloningsverschil tussen mannen en vrouwen, zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid, neemt met de leeftijd toe. In het bedrijfsleven neemt het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen toe naarmate het opleidingsniveau of functieniveau van vrouwen ook toeneemt. Het beloningsverschil tussen allochtonen en autochtonen neemt toe naarmate de leeftijd toeneemt. Dit geldt zowel voor allochtone vrouwen ten opzichte autochtone vrouwen als voor allochtone mannen ten opzichte van autochtone mannen. Wel is het beloningsverschil bij allochtone mannen ten opzichte van autochtone mannen uiteindelijk iets groter dan bij allochtone vrouwen ten opzichte van autochtone vrouwen. Het verschil tussen mannen in voltijd en mannen in deeltijd is groter dan het verschil tussen vrouwen in voltijd en vrouwen in deeltijd. De beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zijn sinds 1993 licht afgenomen. Het laatste onderzoek van de Arbeidsinspectie laat zien dat (volgens de oude onderzoeksmethode) dit niet het geval is voor 2000 ten opzichte van Bij de overheid geldt dat het beloningsverschil tussen voltijders en deeltijders met de leeftijd toeneemt. Reactie op het rapport van de Arbeidsinspectie De gegevens uit het rapport van de Arbeidsinspectie laten zien dat voor de verschillende groepen (vrouwen en mannen, allochtonen en autochtonen) de gecorrigeerde beloningsverschillen van 2000 berekend via de oude methode ten opzichte van 1998 niet zijn veranderd. Alleen het gecorrigeerde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen bij de overheid is gedaald van 4% naar 3%. Naast de beloningsverschillen springen twee constateringen van de Arbeidsinspectie er uit. Ten eerste dat het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen toeneemt naarmate het opleidingsniveau of functieniveau van vrouwen ook toeneemt. Ten tweede is het ongecorrigeerde beloningsverschil tussen voltijders en kleine deeltijders van 45% zorgwekkend. Hieraan moet extra aandacht besteed worden in het gelijkebeloningsbeleid van zowel de overheid als sociale partners. De beloningsverschillen die de Arbeidsinspectie heeft geconstateerd kunnen ten dele verklaard worden, door bijvoorbeeld leeftijd, ervaring en functieniveau. Met betrekking tot het niet verklaarde deel kan sprake zijn van beloningsdiscriminatie, maar er kunnen ook andere factoren zijn die het beloningsverschil verklaren. In het Plan van aanpak van mei 2000 en de Voortgangsbrief van april 2001 is vermeld dat andere, niet onderzochte factoren verantwoordelijk kunnen zijn voor een deel van het gecorrigeerde beloningsverschil.

5 5 Gewezen kan worden op het dubbele toekomstperspectief van vrouwen waardoor zij mogelijk op grond van andere overwegingen een keuze maken voor een betaalde baan. Niet uitgesloten is dat voor hen secundaire arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het werken in deeltijd, bij deze keuze zwaarder wegen dan de hoogte van het uurloon terwijl mannen wellicht daarbij hun prioriteit leggen. Het constateren van een gecorrigeerd beloningsverschil tussen bijvoorbeeld mannen en vrouwen staat derhalve niet gelijk aan het constateren van beloningsdiscriminatie. Met betrekking tot het wel verklaarde deel (van het ongecorrigeerde beloningsverschil) is opgemerkt dat ook daarin enige seksediscriminatie verstopt kan zitten. Het kenmerk functiesoort is op zich geen rechtvaardiging voor een beloningsverschil, indien het arbeid van gelijke waarde betreft. Het recht op gelijke beloning geldt namelijk ook voor werkzaamheden -hoewel anders van aard- van gelijke waarde. De onderzoeken van de Arbeidsinspectie naar beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen, en voltijders en deeltijders zijn belangrijk om de ontwikkelingen en tendenzen op het gebied van gelijke beloning te kunnen volgen. Nu de onderzoeken van de Arbeidsinspectie cijfers over beloningsverschillen op macro-niveau bevatten, kan echter niet worden vastgesteld of er sprake is van ongerechtvaardigde beloningsverschillen. Dit kan slechts worden beoordeeld op basis van een analyse van individuele situaties. Naar aanleiding van deze constatering is in opdracht van SZW en in lijn met de wens van de Commissie gelijke behandeling en sociale partners, een onderzoek naar beloningsverschillen op microniveau opgestart. Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of voorgaande onderzoeksresultaten noodzaken tot het nemen van verdergaande, aanvullende maatregelen zoals vermeld in het Plan van aanpak gelijk beloning. Ik ben van mening dat daartoe momenteel nog geen aanleiding bestaat. In het Plan van aanpak en de Voortgangsbrief zijn korte termijn-maatregelen aangekondigd om de beloningsverschillen terug te dringen en beloningsdiscriminatie tegen te gaan. Deze aangekondigde maatregelen zijn in 2000 en 2001 (op)gestart. Het effect hiervan heeft niet of nauwelijks invloed kunnen hebben op de cijfers zoals nu in het rapport van de Arbeidsinspectie gepresenteerd, aangezien dit rapport gebaseerd is op cijfers uit oktober Het is daarom ook niet aangewezen te concluderen dat de maatregelen en initiatieven inzake het bereiken van gelijke beloning onvoldoende zijn geweest. Welk effect de maatregelen en initiatieven daadwerkelijk hebben (gehad), kan pas op basis van onder meer het onderzoek van de Arbeidsinspectie in 2004 worden beoordeeld. Het is daarom van belang dat gelijke beloning op de agenda van de overheid en sociale partners blijft staan. 1.2 Onderzoek beloningsverschillen op micro-niveau Zoals hiervoor reeds is gesteld kan de vraag of er sprake is van ongerechtvaardigde beloningsverschillen alleen beantwoord worden aan de hand van een analyse van individuele situaties. Momenteel zijn er echter alleen op macro-niveau gegevens beschikbaar over beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen, allochtonen en autochtonen en voltijders en deeltijders. Sociale partners uitten daarom kritiek op de onderzoeken van de Arbeidsinspectie en zij stelden tevens dat de beloningsverschillen die daarmee aan het licht kwamen nog geen uitsluitsel geven over het bestaan van beloningsongelijkheid in de betekenis van de Wet Gelijke Behandeling. Het onderzoek naar beloningsverschillen op micro-niveau wordt momenteel in opdracht van het ministerie van SZW uitgevoerd. Het onderzoek bestaat uit een pilot in 3 ondernemingen met als doel de ontwikkeling van een wetenschappelijk verantwoorde onderzoeksmethodiek voor het onderzoek naar gelijke beloning op organisatieniveau.

6 6 De drie ondernemingen betreffen een afdeling van een grote gemeente, een groot productiebedrijf en een kleine onderneming met minder dan 50 werknemers en zonder functiewaarderingssysteem. Om de beloningsongelijkheid te meten worden paarsgewijze vergelijkingen gedaan tussen vergelijkbare mannelijke en vrouwelijke functiehouders, tussen vergelijkbare allochtone en autochtone functiehouders die arbeid van gelijke waarde verrichten. Ook de verschillen in arbeidsduur (voltijd/deeltijd) worden meegenomen in het onderzoek. Zo wordt bij het trekken van paren ernaar gestreefd een voltijd functiehouder en één deeltijd 2 functiehouder met elkaar te vergelijken. Deze pilot zal half oktober afgerond zijn. De evaluatie van de gehanteerde onderzoeksmethode in de case-studies moet leiden naar een adequate en uniform toepasbare onderzoeksmethode naar gelijke beloning op micro-niveau. Vervolgens wordt besloten op welke wijze een vervolg zal worden gegeven aan de pilot. Gedacht wordt aan een onderzoek waarin een beperkt aantal bedrijfstakken met gebruik van de ontwikkelde onderzoeksmethode wordt bestudeerd. Paragraaf 2 Korte-termijnmaatregelen 2.1 Waarborgen van gelijke beloning bij overgang naar nieuwe beloningsvormen Het onderzoek naar waarborgen van gelijke beloning bij variabele (ook wel flexibele) beloning, zoals aangekondigd in het Plan van aanpak, is afgerond. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief onderzoek naar gelijke beloning van mannen en vrouwen bij variabele beloning en een concept voor een instrument voor waarborging gelijke beloning van mannen en vrouwen bij variabele beloning. Variabele beloning is in het onderzoek gedefinieerd als de beloningscomponenten waarvan de hoogte volledig afhankelijk is van prestaties (in de breedste zin) van het individu of (delen van) de organisatie. Specifiek zijn de volgende beloningscomponenten in het onderzoek meegenomen: individuele bonus, teambonus, winstdeling, opties en aandelen, en tekengeld 3. Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep waarin vertegenwoordigers van sociale partners en de Commissie gelijke behandeling zitting hadden. Het kwantitatieve onderzoek had ten doel inzicht te verkrijgen in de ontwikkelingen in variabele beloning en de gevolgen daarvan voor de beloning van mannen en vrouwen. Het onderzoek beoogde onder meer informatie op te leveren over de mate van voorkomen van verschillende vormen van variabele beloning en het krijgen van inzicht in de verschillen tussen variabele beloning van mannen en van vrouwen. Hiertoe zijn 4 bedrijfssectoren geselecteerd (voeding, groothandel, ict en finance (financiële dienstverlening)/verzekering), en is een aantal werkgevers in die sectoren telefonisch en/of schriftelijk geënquêteerd. Ook zijn alle ministeries gevraagd mee te werken aan een enquête. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat veel organisaties en alle onderzochte ministeries variabele beloning, zoals een individuele of teambonus en winstdeling, gebruiken. De onderzoekers constateerden dat er geen grote achterstand is in de variabele beloning van vrouwen ten opzichte van mannen. Wel is er reden tot alertheid omdat er een indicatie is van enig verschil in de variabele beloning mannen en vrouwen (9% meer mannen dan vrouwen ontvangt een individuele bonus) en van potentiële knelpunten, zoals een beperkte toegang tot variabele beloning en onheldere of niet schriftelijk vastgelegde procedures. 2 Deeltijd houdt in het onderzoek in: minder uren dan de maximaal mogelijke betrekking. 3 Ook wel sign-on-fee genoemd. Men ontvangt een bedrag wanneer de arbeidsovereenkomst is getekend.

7 7 De beperkingen in de toegang kunnen tot gevolg hebben dat vrouwelijke werknemers relatief minder in aanmerking komen voor een variabele beloningscomponent dan mannelijke werknemers. Als alleen bepaalde functies toegang tot variabele beloning hebben, is het vaak de buitendienst of functies in het productieproces. Volgens het onderzoek zijn vrouwen minder vaak in deze functies werkzaam; zij zijn juist sterk vertegenwoordigd in ondersteunende functies. Ook een beperking tot bepaalde (hogere) functieniveaus zal vaak in het nadeel van vrouwen werken omdat zij meestal oververtegenwoordigd zijn in de lagere functieniveaus. Ook een voorwaarde ten aanzien van een minimale dienstperiode kan tot onderscheid tussen mannen en vrouwen leiden wanneer blijkt dat vrouwelijke werknemers gemiddeld een korter dienstverband hebben. Genoemde mogelijke onderscheiden willen nog niet zeggen dat er sprake is van een verboden ongelijke beloning in de zin van de WGB. Het onderscheid kan gerechtvaardigd worden door objectieve factoren. Het aanwezig zijn van een ondernemingsraad of P&O-afdeling in een bedrijf heeft een gunstig effect op de relatie tussen het toepassen van variabele beloning en het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. Het tweede gedeelte van het onderzoek bestond uit het ontwerpen van een concept voor een instrument ter waarborging van gelijke beloning bij de introductie en uitvoering van variabele beloning. Het begrip instrument moet breed worden opgevat: het kan een concreet hulpmiddel zijn, maar ook een voorlichtingstraject. Om te komen tot een instrument is door de onderzoekers een workshop georganiseerd waaraan, naast de leden van de klankbordgroep, ook door enkele experts op het gebied van gelijke beloning en functiewaardering is deelgenomen. In de workshop is als belangrijkste doelstelling van het instrument de waarborg van gelijke beloning vastgesteld; de afname van het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen is als een nevendoelstelling bestempeld. Doelgroepen voor het instrument zijn volgens de workshopdeelnemers: werkgevers (als degenen binnen een bedrijf die een variabel beloningssysteem opzetten of aanpassen. Onder werkgevers vallen directie en P&Ofunctionarissen); ondernemingsraad (heeft advies- of instemmingsrecht bij beloningszaken) managers (beoordelen meestal of een medewerker in aanmerking komt voor variabele beloning). In de workshop is geconcludeerd dat deze doelgroepen weliswaar op de hoogte zijn van wetgeving over gelijke beloning van mannen en vrouwen, maar nog niet voldoende geïnformeerd zijn. Het instrument moet zich er dus in de eerste plaats op richten de doelgroepen van de benodigde informatie te voorzien. Daarnaast moet er echter ook een instrument zijn dat de doelgroepen, wanneer zij daadwerkelijk aan de slag willen met gelijke beloning, meteen kunnen gebruiken. In de workshop is een aantal voorstellen gedaan om de doelgroepen te informeren, zoals het verstrekken van informatie via internet, vakbladen en cursussen. Opgemerkt is dat het onderwerp variabele beloning deel zou moeten uitmaken van algemene informatie over gelijke beloning en niet als apart onderwerp moet worden gepresenteerd. Met betrekking tot een instrument waarmee de doelgroepen kunnen werken is voorgesteld om variabele beloning onderdeel uit te laten maken van de door de Stichting van de Arbeid ontwikkelde checklist 4. Ook is er behoefte aan een toetsinstrument dat bijvoorbeeld werkgevers kunnen invullen om na te gaan hoe gelijke beloning bij het toepassen van variabele beloning in hun organisatie gewaarborgd is. 4 Je verdiende loon! Checklist gelijke beloning van mannen en vrouwen, 2001 Stichting van de Arbeid

8 8 Naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek, zal in de (internet)voorlichting van SZW over gelijke beloning expliciet aandacht worden besteed aan het toepassen of invoeren van variabele beloning. Aan de hand van voorbeelden en jurisprudentie zal worden gewezen op mogelijke knelpunten. Ook zullen ondernemingsraden nadrukkelijk gewezen worden op de bevoegdheden die zij hebben als het gaat om (variabele) beloning. In een in het najaar op te starten project dat gelijke behandeling op de agenda van de ondernemingsraden wil zetten, zal ook het onderwerp gelijke beloning worden meegenomen. Voor het MKB zal een voorlichtingsproject worden ontwikkeld, waarvan het onderwerp gelijke beloning en variabele beloning deel zal uitmaken. Overigens zal de informatie zich niet beperken tot de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, maar worden ook andere groepen zoals autochtonen en allochtonen, in het project betrokken. Het onderzoek zal onder de aandacht van onder meer sociale partners (die overigens voor een deel zitting hadden in de klankbordgroep van het onderzoek) worden gebracht, met de vraag er via hun kanalen aandacht aan te besteden. Met de Stichting van de Arbeid zal worden overlegd of en zo ja, op welke wijze in de bestaande checklist over gelijke beloning het onderwerp variabele beloning uitgebreider behandeld kan worden. Met betrekking tot het gesuggereerde toetsinstrument voor werkgevers zal met de Commissie gelijke behandeling worden overlegd om te bezien of een dergelijke toets onderdeel uit kan gaan maken van de quickscan, waarvan de ontwikkeling momenteel wordt bestudeerd. 2.2 Tussentijdsverslag gebruik Handleiding sekseneutrale functiewaarderingssysteem In de Voortgangsbrief gelijke beloning is een toelichting gegeven op het toetsingsinstrument voor de beoordeling van sekseneutraliteit van functiewaarderingssystemen dat ontwikkeld is in samenwerking met sociale partners en systeemhouders. Zoals aangekondigd, is dit instrument onder de aandacht gebracht van systeemhouders met het verzoek hun functiewaarderingssystemen met behulp van dit instrument te toetsen op sekseneutraliteit. Hoewel de evaluatie van het instrument pas begin 2004 zal plaatsvinden, leek het nuttig reeds na één jaar te peilen of dit toetsingsinstrument ook daadwerkelijk gebruikt wordt door systeemhouders en functiewaarderingsexperts. Daartoe is een brief gestuurd aan systeemhouders en functiewaarderingsexperts waarbij gepeild is of het instrument reeds gebruikt is als toetsing van bestaande functiewaarderingssystemen en zo ja, of dit geleid heeft tot aanpassing van het betrokken functiewaarderingssysteem. Uit de antwoorden die hierop zijn ontvangen van zowel systeemhouders als functiewaarderingsexperts, blijkt dat in alle gevallen het toetsingsinstrument wel gebruikt wordt of is voor de evaluatie van de bestaande functiewaarderingssystemen. Het is volgens de respondenten echter op dit moment nog te vroeg is om te besluiten of functiewaarderingssystemen hierdoor ook aangepast moeten worden. 2.3 Quickscan gelijke beloning De Commissie gelijke behandeling heeft in het kader van haar bevoegdheid inzake onderzoeken naar gelijke beloning behoefte aan een instrument waarmee ze zoveel mogelijk geautomatiseerd inzicht kan krijgen in functie- en beloningsstructuren van organisaties. In de Voortgangsbrief heeft het ministerie van SZW subsidie toegezegd voor het in opdracht van de Commissie laten ontwikkelen van een quickscan.

9 9 Een belangrijk aspect voor het succes van de quickscan is de technische haalbaarheid. Er bestaan veel verschillende salaris- en personeelsinformatiesystemen op verschillende technische platforms (mainframesystemen, minisystemen, PC-omgevingen), waardoor gegevensuitwisseling tussen verschillende systemen niet vanzelfsprekend is. Momenteel loopt een onderzoek naar de haalbaarheid van de quickscan waarbij 2 hoofdvragen gesteld worden: 1. Is en zo ja, hoe is het mogelijk uit een aanwezig salaris- en informatiesysteem de van belang zijnde gegevens op te vragen? 2. In hoeverre en op welke manier is het haalbaar de verkregen gegevens te verwerken tot de gewenste analyses en vergelijkingen? Tot slot zal het haalbaarheidsonderzoek ook uitsluitsel moeten geven over de kostprijs van de ontwikkeling en het onderhoud van de quickscan. Het haalbaarheidsonderzoek zal uiterlijk eind oktober 2002 afgerond zijn. 2.4 Voorlichting Via de website van SZW is steeds meer gelijke behandelingsinformatie te verkrijgen. Naast informatie voor werkgevers en werknemers, bevat de website ook informatie over gelijke beloning specifiek voor ondernemingsraadleden en links naar andere websites, zoals naar de website van de Commissie gelijke behandeling. Deze informatie wordt indien nodig geactualiseerd en er worden links naar andere interessante websites op het terrein van gelijke beloning toegevoegd. Op 24 april 2001 heeft de in de Voortgangsbrief van april 2001 aangekondigde Voorlichtingsbijeenkomst gelijke behandeling plaatsgevonden. De bijeenkomst is druk bezocht door werkgevers, ondernemingsraadleden en personeelsfunctionarissen. Aan de hand van de inleidingen van verschillende sprekers, onder meer van de Commissie gelijke behandeling en concrete voorbeelden zijn verschillende aspecten van gelijke behandeling besproken. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst is apart aandacht besteed aan gelijke beloning. 2.5 Activering ondernemingsraden Via internet is, zoals opgemerkt, specifieke informatie over gelijke beloning voor ondernemingsraadleden beschikbaar. Deze informatie wordt indien nodig geactualiseerd en uitgebreid. Om gelijke behandeling op de agenda van ondernemingsraden te krijgen, start het ministerie van SZW in het najaar van 2002 met een apart project. Gelijke beloning zal onderdeel uitmaken van dit project. Het project beoogt ondernemingsraden te interesseren voor en te informeren over gelijke behandeling. Daartoe worden momenteel oriënterende gesprekken gevoerd met een aantal organisaties, zoals het GBIO en de sociale partners. Ook zal worden samengewerkt met onder meer de Commissie gelijke behandeling.

10 Rol sociale partners In het Plan van aanpak is nadrukkelijk gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van sociale partners als het gaat om de aanpak van ongelijke beloning. In dat kader is aan sociale partners advies gevraagd over het Plan van aanpak gelijke beloning. Ook worden zij betrokken bij in opdracht van het ministerie van SZW verrichte of te verrichten onderzoeken over gelijke beloning. De sociale partners hebben tevens zelf een aantal activiteiten ontplooid. De Handleiding sekseneutrale functiewaarderingssysteem is, zoals reeds opgemerkt, totstandgekomen in samenwerking met de sociale partners. De handleiding is vervolgens door sociale partners breed verspreid en gepromoot. In 2001 is, met subsidie van het ministerie van SZW, de Checklist gelijke beloning voor mannen en vrouwen door de StvdA ontwikkeld. De checklist bestaat uit 10 stappen en een toelichting op de stappen. Werkgevers kunnen de checklist gelijke beloning gebruiken om hun beloningssysteem tegen het licht te houden. De checklist is door de StvdA inmiddels breed verspreid. Tevens heeft de StvdA in diverse publikaties aandacht besteed aan de checklist. Voor de internationale conferentie inzake gelijke beloning van mannen en vrouwen in juni van dit jaar in Berlijn is de checklist in het Engels en Duits vertaald en ter beschikking gesteld aan de congresgangers. Een vertegenwoordigster van sociale partners heeft op het congres de checklist namens de StvdA gepresenteerd. 2.7 Algemeen minderhedenbeleid en nader onderzoek naar de positie van allochtonen In de Voortgangsbrief gelijk beloning is gewezen op het feit dat voor een effectief beleid inzake gelijke beloning van allochtonen en autochtonen het noodzakelijk is om in de analyse van de beloningsverschillen naar etniciteiten ook rekening te houden met de diversiteit binnen verschillende etnische groepen. Het CBS zou de mogelijkheid bezien van een diepgaande analyse van de beloningsverschillen naar etniciteit op macro-niveau. Gemeld kan worden dat het CBS thans nog geen data beschikbaar heeft. Het verzamelen van loongegevens naar etniciteit staat op het CBS-meerjarenprogramma en zal naar alle waarschijnlijkheid door het CBS bij de Centrale Commissie van Statistiek (CCS) als prioriteit voor het werkprogramma 2003 worden voorgedragen. In de Voortgangsbrief is tevens melding gemaakt van kwalitatief onderzoek naar de doorstroom van etnische minderheden in arbeidsorganisaties waarin ook gelijke behandelingsaspecten worden meegenomen. In het SEOR-onderzoek Doorstroom van etnische minderheden op de werkvloer, dat op 23 april 2002 aan de Tweede Kamer is aangeboden, is gekeken naar de positie van etnische minderheden in arbeidsorganisaties. In dit onderzoek is onder meer gekeken naar de ervaringen van autochtone en allochtone werknemers met het gevoerde personeelsbeleid in hun arbeidsorganisaties. Het gaat hier slechts om een beperkte respons, zodat aan de resultaten van dit onderdeel geen vergaande conclusies kunnen worden verbonden op grond waarvan gegeneraliseerd kan worden. In dit onderzoek is door de werknemers het punt van gelijke beloning niet als een aandachtspunt naar voren gebracht. Wel lijken er aanwijzingen te zijn dat onderbenutting van aanwezige capaciteiten vaker voorkomt bij etnische minderheden en dat de bespreking van bestaande ambities met leiding en staf bij minderheden minder vaak voorkomt.

11 Pensioenen Gelijke beloning raakt ook de pensioenen. De WGB bevat een aparte paragraaf over gelijke behandeling wat betreft pensioenvoorzieningen en in het BW is bepaald dat de werkgever geen onderscheid mag maken tussen mannen en vrouwen in onder meer de arbeidsvoorwaarden. Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering Tijdens het algemeen overleg van 13 september 2001 heeft het lid Schimmel (D66) vragen gesteld over het Fonds Voorheffing Pensioenverzekering (FVP) en de bemoeienis van de overheid hiermee. Het Fonds Voorheffing Pensioenverzekering (FVP) is per 1 januari 1999 geprivatiseerd en heet sindsdien Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering. Het gevolg van deze privatisering is dat het Fonds Voorheffing Pensioenverzekering (waarin de overheid betrokken was) ontbonden is en het vermogen is overgegaan naar de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering. De overheid heeft geen enkele betrokkenheid bij deze stichting. Sociale partners zijn sinds de privatisering verantwoordelijk voor het beheer en de besteding van de middelen van het fonds. In antwoord op de vraag van het lid Schimmel over de pensioenpositie van oudere vrouwen en de Bijdrageregeling inhaalpensioen van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering zij vermeld dat er een brief zal worden gezonden naar het FVP om sociale partners te wijzen op het belang dat gemoeid is met de (inmiddels deels verplichte) reparatie van de pensioenen van vrouwen vanaf 1976 en hen op te roepen te bezien of hieraan een bijdrage te leveren is. Besluit gelijke behandeling bij pensioenen Op grond van de Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 625) zijn een aantal bepalingen in de Pensioen en Spaarfondsenwet opgenomen ten aanzien van de uitruil van ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het Besluit gelijke behandeling bij pensioenen (besluit van 5 februari 2002, Stb. 101) stelt nadere regels met betrekking tot deze uitruil van pensioensoorten en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het besluit regelt onder andere: Dat er in geval van de keuze voor een andere pensioensoort of een eerder ingaand pensioen sprake dient te zijn van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Hiermee wordt beoogd om in situaties waarin pensioenaanspraken worden omgezet in andere pensioenaanspraken, deze omzetting voor mannen en vrouwen tot gelijke uitkeringen leidt. Dat in geval van de afkoop van kleine pensioenen op grond van artikel 32 vierde lid PSW, de afkoopsom die aan de deelnemers wordt uitgekeerd voor mannen en vrouwen gelijk dient te zijn. Op welke wijze in geval van onbepaalde beschikbare premieregelingen, dat wil zeggen beschikbare premieregelingen waarin de werkgever geen specifieke pensioensoort toezegt, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen dient te worden gerealiseerd.

12 12 Paragraaf 3 Activiteiten op internationaal niveau Conferentie in Berlijn In het kader van het communautaire vijfde actieprogramma was er op 18 en 19 juni 2002 een internationale conferentie inzake gelijke beloning van mannen en vrouwen in Berlijn. Naast gelijke beloning werd ook aandacht besteed aan functiewaardering. De conferentie was georganiseerd door Duitsland, Nederland, Ierland en Oostenrijk. De eerste dag van de conferentie stond grotendeels in het teken van de functiewaardering. Een aantal landen waaronder Zweden en Finland, presenteerde voorbeelden van functiewaarderingssystemen die in het betreffende land gebruikt werden. Vervolgens werd namens de StvdA de Checklist gelijke beloning voor mannen en vrouwen gepresenteerd. De checklist was in het Engels en Duits vertaald en werd ter beschikking gesteld voor de bezoekers van de conferentie. Op de tweede dag stond de vraag ter discussie wat sociale partners kunnen betekenen als het gaat om het bereiken van gelijke beloning. Aan de paneldiscussie die over dit onderwerp werd gehouden, nam een vertegenwoordigster van de Commissie gelijke behandeling deel. De Nederlandse delegatie bestond uit vertegenwoordigers van de Commissie gelijke behandeling, van de sociale partners en van het ministerie van SZW. Verenigd Koninkrijk en gelijke beloning In het algemeen overleg van 13 september 2001 over de inhoud van de Voortgangsbrief is gwezen op het feit dat de Britse regering op dat ogenblik een instrument ontwikkelde waarmee vrouwen noodzakelijke informatie van hun werkgever kunnen verkrijgen om te beslissen of zij een zaak voorleggen aan een rechter of een commissie gelijke behandeling. Gevraagd is wat hieruit geleerd kan worden voor het Nederlandse beleid. Uit onderzoek van deze materie is gebleken dat momenteel een Employment Bill in behandeling is voor het Lagerhuis in het Verenigd Koninkrijk waarin beleidsmaatregelen worden voorgesteld die moeten bijdragen om op het werk gelijke behandeling te waarborgen voor vrouwen en mannen. Eén van de voorgestelde systemen is het invoeren van vragenlijsten in gelijke beloningszaken, omdat die de behandeling van gelijke loongeschillen zouden versnellen. Ook wordt het na aanname van deze wet voor werknemers makkelijker om na te gaan of zij het slachtoffer zijn van ongerechtvaardigde loonverschillen vooraleer zij een formele eis indienen. Deze tussenstap kan ook bijdragen tot een interne geschillenregeling of een oplossing die vermijdt dat er een geschil aanhangig wordt gemaakt bij de rechtbank. Het is echter te vroeg om nu al conclusies te trekken uit deze voorgestelde wetswijzigingen. De gang van zaken in het Verenigd Koninkrijk in deze zal aandachtig worden gevolgd. Bestudeerd zal worden welke mogelijkheden deze procedure voor de Nederlandse situatie biedt.

13 13 Werkbezoek Canada Op 27 en 28 september 2001 heeft een delegatie onder leiding van Staatssecretaris Verstand van het ministerie van SZW een werkbezoek afgelegd aan Ottawa (Canada). Het doel van het werkbezoek was het verkrijgen van informatie over de maatregelen en het beleid, waarmee in Canada ongerechtvaardigde beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen worden bestreden. De Tweede Kamer heeft daarvan op 23 november 2001 reeds een uitgebreid ontslag ontvangen. De belangrijkste conclusie van het werkbezoek voor Nederland was dat er moet worden doorgegaan met het in nauwe samenwerking met sociale partners aanpakken van de ongelijke beloning. In vervolg op dit werkbezoek is in het voorjaar van 2002 van de Canadese Werkgroep inzake gelijke beloning informatie ontvangen over de herziening van de Canadese gelijkebeloningsregelgeving. Nu de huidige regelgeving onvoldoende duidelijk is en leidt tot zeer complexe onderzoeken en langdurige procedures voor de Canadese rechter, is men van plan de regelgeving aan te passen. Het ministerie van SZW zal dit proces blijven volgen. Europese Unie Door het Belgisch Voorzitterschap zijn op 3 december 2001 negen indicatoren over gelijke beloning vastgesteld. Doel van deze indicatoren is om een betere vergelijking tussen de lidstaten op het gebied van gelijke beloning te kunnen maken. Nederland heeft zich intensief beziggehouden met het tot stand komen van de gelijk loon-indicatoren. De bedoeling is de komende tijd in Europees verband verder te praten over de indicatoren gelijke beloning. Een vertegenwoordigster van de Commissie kondigde op de conferentie in Berlijn aan dat de Commissie nog in 2002 en 2003 initiatieven op het gebied van gelijke beloning zal ontplooien. Voor 2003 kondigde zij een herziening van de Europese Richtlijn inzake gelijke beloning (75/117/EEG) aan. In het algemeen overleg van 13 september 2001 is de aandacht gevestigd op de kandidaatlidstaten in relatie tot de kernvoorwaarden en restvoorwaarden waar zij aan moeten voldoen alvorens toe te mogen treden tot de Europese Unie. De bestrijding van ongelijke behandeling en discriminatie is onderdeel van de politieke criteria zoals vastgesteld in Kopenhagen. De voortgangsrapportages van de Commissie van november 2001 concludeerden indertijd dat 12 kandidaten voldeden aan de politieke criteria. De vorderingen en ontwikkelingen op dit gebied worden echter kritisch gevolgd. Tevens moet voldaan worden aan het gehele acquis communautaire. Het is mogelijk dat voor bepaalde onderwerpen overgangsperiodes worden afgesproken. Op het gebied van gelijke behandeling zijn echter geen overgangstermijnen afgesproken. Dit neemt niet weg dat er op gelijkebehandelingsgebied de komende tijd nog wel veel werk moet worden verricht. Volgens de huidige planning moeten de onderhandelingen over toetreding definitief worden afgesloten tijdens de Europese Raad van Kopenhagen eind Het toetredingsverdrag wordt vervolgens in maart 2003 ondertekend. Ook in de periode daarna wordt echter door middel van monitoring de vinger aan de pols gehouden bij de kandidaatlidstaten om te controleren of alle wetgeving juist wordt ingevoerd.

14 14 Paragraaf 4 Aanvullende maatregelen In het Plan van aanpak is gesteld dat indien de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen en tussen allochtonen en autochtonen niet of in een te traag tempo blijken af te nemen, er aanleiding is tot het nemen van aanvullende maatregelen. Het gaat daarbij om een drietal maatregelen: aanvulling van de gelijk-loonparagraaf in de gelijke behandelingsregelgeving, nadere invulling van de regels voor gelijke beloning van allochtonen, nalevingsonderzoek door het ministerie van SZW op basis van artikel 21 WGB. In de Voortgangsbrief gelijke beloning is geconstateerd dat het voor al deze maatregelen nog te vroeg was. Zowel het kabinet als de Commissie gelijk behandeling menen dat, alvorens tot de aanvullende maatregelen over te gaan, nader onderzoek nodig is dan wel dat eerst ervaring moet worden opgedaan met de tot dan toe ontwikkelde instrumenten, zoals het sekseneutrale functiewaarderingssysteem. Ook de nog in uitvoering zijnde activiteiten, zoals het ontwikkelen van een checklist gelijke beloning door de sociale partners, leidden destijds tot de conclusie dat het nog te vroeg is voor aanvullende maatregelen. Deze conclusie wordt ook nu onderschreven. Gelet op de huidige stand van zaken op gelijke beloningsgebied en de activiteiten die op dit terrein worden uitgevoerd is het nog te vroeg om de beschreven aanvullende maatregelen te nemen. Er is meer tijd nodig om de maatregelen en initiatieven die met betrekking tot gelijke beloning zijn ingezet en ontplooid in de praktijk effect te laten hebben. Paragraaf 5 Conclusie Sinds het Plan van aanpak gelijke beloning aan de Tweede Kamer is aangeboden, hebben zowel sociale partners als de overheid zich intensief met dit onderwerp beziggehouden. De aandacht die dit onderwerp de laatste jaren heeft gekregen, werkt op zichzelf al positief uit op het gelijke beloningsbeleid. De komende jaren zal de aandacht voor het onderwerp aanwezig moeten blijven. De activiteiten en initiatieven die sinds mei 2000 zijn ontplooid hebben nog geen invloed kunnen hebben op de beloningsverschillen zoals door de Arbeidsinspectie vastgesteld. Uit het onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen en allochtonen en autochtonen, berekend volgens de oude methode, gelijk zijn gebleven. Er moet echter op gewezen worden dat deze berekend zijn op basis van cijfers van oktober De in het Plan van aanpak aangekondigde beleidsmaatregelen waren toen nog niet of nauwelijks in gang gezet. De Checklist gelijke beloning die sociale partners in 2001 gemaakt hebben, is inmiddels door hen breed verspreid. Dit geldt ook voor de handleiding sekseneutrale functiewaardering. Voor beide instrumenten is het nog te vroeg om te kunnen vaststellen wat het effect in de praktijk is. De toepassing van het instrument sekseneutrale functiewaarderingssysteem zal in 2004 worden geëvalueerd. Ook zal rond die tijd meer gezegd kunnen worden over het gebruik en het effect van de checklist. Nieuwe activiteiten, zoals het project gericht op ondernemingsraden, worden nog gestart, en onderzoeken, het microonderzoek en de haalbaarheidsstudie naar de ontwikkeling van de quickscan, moeten nog worden afgerond. Naar aanleiding van de volgende rapportage van de Arbeidsinspectie, die is voorzien voor 2004, en gebaseerd zal zijn op de cijfers van 2002, in combinatie met de resultaten van het onderzoek op micro-niveau kan wel worden vastgesteld wat de effecten van de ingezette beleidsmaatregelen zijn op de beloningsverschillen.

15 15 Derhalve zal pas dan op basis van het onderzoek van de Arbeidsinspectie, het onderzoek naar beloningsverschillen op micro-niveau, maar ook op basis van bijvoorbeeld de evaluatie van het toepassen van een sekseneutraal functiewaarderingssysteem, een standpunt worden ingenomen over het al dan niet overgaan tot de aanvullende maatregelen. Vanuit de Europese Unie is aangekondigd dat de komende periode speciale aandacht zal worden besteed aan gelijke beloning en de Europese Commissie met een voorstel voor herziening van de gelijke beloningsrichtlijn zal komen. Het is daarom van belang dat de komende jaren gelijke behandeling op de agenda van overheid en sociale partners blijft staan.

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Aan: c.c. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mr. J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV Den Haag Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Bijlage Inlichtingen - 1 - drs. J. de Bruin ROP/07.00104

Nadere informatie

Negende voortgangsrapportage gelijke beloning

Negende voortgangsrapportage gelijke beloning De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Kamervragen van de leden Karabulut en Jansen

Kamervragen van de leden Karabulut en Jansen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage AV/IR/2005/102666

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage AV/IR/2005/102666 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 099 Gelijke beloning Nr. 3 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 206 Emancipatiebeleid 1999 Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA 's-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen groepen werknemers

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 922 Voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen

Nadere informatie

Gelijke monniken (m/v), gelijke kappen?

Gelijke monniken (m/v), gelijke kappen? Gelijke monniken (m/v), gelijke kappen? Resultaten van een kwantitatief onderzoek naar gelijke beloning van mannen en vrouwen bij variabele beloning Almere, 23 april 2002 PwC Consulting B.V. is onderdeel

Nadere informatie

Position paper College voor de Rechten van de Mens

Position paper College voor de Rechten van de Mens Position paper College voor de Rechten van de Mens Gelijke beloning van vrouwen en Ten behoeve van de hoorzitting gelijke beloning 25 juni 2018 Juni 2018 INHOUD 1. Wettelijke grondslag gelijke beloning...3

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Zevende voortgangsrapportage gelijke beloning

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Zevende voortgangsrapportage gelijke beloning De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa Tabellenboek Datum 13 november 2003 Kenmerk SZW012 MuConsult B.V. Postbus 2054 3800 CB Amersfoort Tel. 033 465 50 54 Fax 033 461 40 21 E-mail Internet

Nadere informatie

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. J.P.H. Donner Postbus LV DEN HAAG

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. J.P.H. Donner Postbus LV DEN HAAG Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Den Haag : 24 oktober 2007 Ons kenmerk : S.A.07.086.71 JM/JS Uw kenmerk : AV/IR/2007/15801

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 108 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter verbetering van

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 922 Voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 101 Besluit van 5 februari 2002 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede

Nadere informatie

1. Inleiding 2513AA22XA

1. Inleiding 2513AA22XA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Advies over het Plan van aanpak gelijke beloning voor mannen en vrouwen

Advies over het Plan van aanpak gelijke beloning voor mannen en vrouwen Advies over het Plan van aanpak gelijke beloning voor mannen en vrouwen 17 november 2000 NB: zonder bijlagen 2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...3 2. DE VRAAGSTELLING...3 3. DE STRUCTUUR VAN DIT ADVIES...3

Nadere informatie

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever 3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever 3.1 Inleiding Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een werknemer niet deelneemt aan de pensioenregeling van zijn werkgever.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 099 Gelijke beloning Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

(Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09. op het verzoek schrift van 27 mei 2004 van. gevestigd en kantoorhoudend te

(Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09. op het verzoek schrift van 27 mei 2004 van. gevestigd en kantoorhoudend te Advies inzake de berekening van de omvang van pensioenen onder artikel 12c Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB) (Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09 op het verzoek

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 625 Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Verankering van emancipatie in beleid en uitvoering a) Commitment ambtelijke en politieke top In de begroting van het Ministerie

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS --------------------------------------------------------------------------- Zitting van woensdag 19 december 2001 ------------------------------------------------------

Nadere informatie

Gelijke behandeling. informatie voor werknemers

Gelijke behandeling. informatie voor werknemers Gelijke behandeling informatie voor werknemers Gelijke behandeling: informatie voor werknemers Het is wettelijk bepaald dat iemand niet ongelijk behandeld mag worden vanwege zijn godsdienst, levensovertuiging,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

GELIJKE BELONING. FNV Bondgenoten over beloning Informatieblad nummer 9. FNV Gelijke beloning.indd 1 17-08-10 15:59

GELIJKE BELONING. FNV Bondgenoten over beloning Informatieblad nummer 9. FNV Gelijke beloning.indd 1 17-08-10 15:59 GELIJKE BELONING FNV Bondgenoten over beloning Informatieblad nummer 9 FNV Gelijke beloning.indd 1 17-08-10 15:59 FNV BONDGENOTEN OVER BELONING De Adviesgroep van FNV Bondgenoten heeft onder de titel FNV

Nadere informatie

>Retouradres Postbus BJ Den Haag

>Retouradres Postbus BJ Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Datum 28 februari 2017 Betreft Brief aan Kamer met beantwoording Kamervragen van de leden Dijkstra en Van Weyenberg (beiden D66) over jonge vrouwen die vaak

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 922 Voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement per 01-01-2007 geldig voor werknemers die: in dienst zijn getreden vóór 01-01-2006 en geboren zijn vóór 01-01-1950 Bijlagen

Nadere informatie

Beloningsbeleid 4 januari 2012

Beloningsbeleid 4 januari 2012 Beloningsbeleid 4 januari 2012 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doel beloningsbeleid 4 Uitgangspunten beloningsbeleid 4 Inschaling en beschrijving beloning 4 Beloningsmodel onderneming 5 Risicobeheersing 5 Beoordeling

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

Collectieve waardeoverdracht bij de overgang umc s van ABP naar PFZW

Collectieve waardeoverdracht bij de overgang umc s van ABP naar PFZW Collectieve waardeoverdracht bij de overgang umc s van ABP naar PFZW Artikel Senior adviseur collectieve pensioenen mr. B. Sprokholt (Pensioenfonds Zorg en Welzijn) Collectieve waardeoverdracht bij de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 922 Voorstel van wet van het lid Yücel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en het Burgerlijk Wetboek om gelijke beloning van mannen

Nadere informatie

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen. Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen Samenvatting Wat wordt er bedoeld met beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen? Waarom bestaan er nog steeds beloningsverschillen

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

10 Tips bij een reorganisatie

10 Tips bij een reorganisatie Marianne Eisma advocaat legal 10 Tips bij In het Arbeidsrecht gaat het erom het juiste proces te volgen om het uiteindelijke doel te bereiken. U moet daarvoor de tijd nemen, te snelle en niet goed voorbereide

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016

No.W /III 's-gravenhage, 29 september 2016 ... No.W12.16.0191/III 's-gravenhage, 29 september 2016 Bij Kabinetsmissive van 14 juli 2016, no.2016001298, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij

Nadere informatie

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1 Tabel III.1 Verdeling en gemiddelde bruto-uurloon van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven naar diverse categorieen. Verhouding bruto-uurloon vrouwen als percentage bruto-uurloon mannen. (kolom %: verticaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 500 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2011 D VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Gelijke beloning naar sekse, ras en arbeidsduur op ondernemingsniveau

Gelijke beloning naar sekse, ras en arbeidsduur op ondernemingsniveau Gelijke beloning naar sekse, ras en arbeidsduur op ondernemingsniveau Een methode voor onderzoek naar de naleving van de Nederlandse gelijkebeloningswetgeving Dr. A.G. Veldman (projectleider) Drs. S. Schalkwijk

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Factsheet november 2017 Op 3 november 2017 is het in Nederland Equal Pay Day en wordt er aandacht gevraagd voor de loonkloof: het gemiddelde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. In Nederland is

Nadere informatie

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid Lonen van niet-westers bij de overheid Karin Hagoort en Maartje Rienstra Over het algemeen verdienen minder dan en niet-westerse n minder dan autochtonen. Bij de overheid hebben autochtone gemiddeld het

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.11.2013 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0570/2012, ingediend door Maria Teresa Magnifico (Italiaanse nationaliteit), over erkenning

Nadere informatie

Stappenplan voor de toetreding tot de cao. voor de Kunststof- en Rubberindustrie

Stappenplan voor de toetreding tot de cao. voor de Kunststof- en Rubberindustrie Stappenplan voor de toetreding tot de cao voor de Kunststof- en Rubberindustrie Stappenplan voor de toetreding tot de cao voor de Kunststof- en Rubberindustrie De cao-partijen in de Kunststof- en Rubberindustrie

Nadere informatie

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

De Raad van Toezicht en directie van Stichting Banenplan enerzijds en ABVAKABO/FNV en CNV publieke zaak anderzijds;

De Raad van Toezicht en directie van Stichting Banenplan enerzijds en ABVAKABO/FNV en CNV publieke zaak anderzijds; Sociaal plan Stichting Banenplan te Amersfoort. De Raad van Toezicht en directie van Stichting Banenplan enerzijds en ABVAKABO/FNV en CNV publieke zaak anderzijds; overwegende dat: door de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/IR/2006/19255

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/IR/2006/19255 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Highlights resultaten partnerenquête DNZ

Highlights resultaten partnerenquête DNZ Highlights resultaten partnerenquête DNZ Peter Brouwer 28 mei 2015 1 van 8 Inleiding Jaarlijks organiseert De Normaalste Zaak (DNZ) een enquête onder haar leden. De enquête levert nuttige informatie op

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen 0-meting en 1-meting

Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen 0-meting en 1-meting Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen en Management summary Amsterdam, 19 december 2007 Ronald Steenhoek en Stefan Klomp 1.1 Inleiding Dit jaar is door de Europese Commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer M. Rog Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie

Nadere informatie

Handleiding. Modelvragenlijsten. Internationale Inkomende Waardeoverdracht. Een gezamenlijk initiatief van: Pensioenfederatie Verbond van Verzekeraars

Handleiding. Modelvragenlijsten. Internationale Inkomende Waardeoverdracht. Een gezamenlijk initiatief van: Pensioenfederatie Verbond van Verzekeraars Handleiding Modelvragenlijsten Internationale Inkomende Waardeoverdracht Een gezamenlijk initiatief van: Pensioenfederatie Verbond van Verzekeraars Juli 2012 Handleiding Modelvragenlijsten Internationale

Nadere informatie

OUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT

OUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM OUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren, STZ

Nadere informatie

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stichting van de Arbeid Pens./1253 Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Den Haag : 8 februari 2000 Ons kenmerk : S.A. 00.02835/K Uwkenmeik : SV/VP/99/68981

Nadere informatie

Datum 19 februari 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de noodkreet van verontruste rechters

Datum 19 februari 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de noodkreet van verontruste rechters 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of

Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of chronische ziekte Advies nummer 20 's-gravenhage, 23 juni

Nadere informatie

Door de Eerste Kamer gerappelleerde toezeggingen SZW (rappel 15 juli 2016)

Door de Eerste Kamer gerappelleerde toezeggingen SZW (rappel 15 juli 2016) Door de Eerste Kamer gerappelleerde toezeggingen SZW (rappel 15 juli 2016) 1. Toezegging bijzondere bijstand (33 716) (T01981) De minister van SZW zegt de Kamer, n.a.v. opmerkingen van diverse leden, toe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT bij Stichting VU-VUmc (Dhr. L.M. Bouter) Plaats: Utrecht Bestuursnummer: 75792 Onderzoeksnummer: 276697 Datum onderzoek: najaar 2014 Datum vaststelling: 28 april

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/08/2017

Datum van inontvangstneming : 17/08/2017 Datum van inontvangstneming : 17/08/2017 richtlijn, in samenhang met het nationale recht, recht heeft op een bedrijfspensioen op basis van zijn anciënniteit, diensttijd die is vervuld vóór de inwerkingtreding

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Gelijke beloning: informatie voor de ondernemingsraad. Zet gelijke beloning op de agenda van de ondernemingsraad!

Gelijke beloning: informatie voor de ondernemingsraad. Zet gelijke beloning op de agenda van de ondernemingsraad! Gelijke beloning: informatie voor de ondernemingsraad Zet gelijke beloning op de agenda van de ondernemingsraad! Inleiding U zit in de ondernemingsraad. Als ondernemingsraad vervult u een brugfunctie tussen

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao.

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Zaida Lake Inleiding Via de media zijn de laatste tijd discussies gaande omtrent de plaats die de buitenlandse arbeidskrachten

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 163b 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG

Nadere informatie

Gelijk loon voor gelijk werk?

Gelijk loon voor gelijk werk? 12 1 Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij overheid en bedrijfsleven, 2010 Marleen Geerdinck Lydia Geijtenbeek Jamie Graham Nicol Sluiter Chantal Wagner Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 206 207 33 98 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak

Nadere informatie

SAMENVATTING. Verdient een man meer? januari Gelijke beloning van mannen en vrouwen bij hogescholen

SAMENVATTING. Verdient een man meer? januari Gelijke beloning van mannen en vrouwen bij hogescholen SAMENVATTING Verdient een man meer? januari 2016 Gelijke beloning van mannen en vrouwen bij hogescholen B College voor de Rechten van de Mens Samenvatting en aanbevelingen Aanleiding In Nederland komen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016)

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016) AH 3151 2016Z11922 Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016) 1. Vindt u het acceptabel dat door de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie