Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Veerle Bogaerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting Aanvulling van artikel 68 van het Wetboek van Strafvordering Nr.5 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 13 april 1978 De vaste Commissie voor Justitie' voerde op 9 februari 1978 met de Minister van Justitie mondeling overleg over de inhoud van het voorliggende wetsontwerp. De Minister was vergezeld van een hoofdambtenaar van het Ministerie van Justitie. De commissie brengt over het gevoerde overleg het navolgende verslag uit. Opmerkingen en vragen van de leden 1 Samenstelling: Abma (SGP), Geurtsen (VVD), voorzitter, Roethof (PvdA), ondervoorzitter, Haas-Berger (PvdA), Kappeyne van de Coppello (VVD), Stoffelen (PvdA), Van Dam (CDA), G.M.P. Cornelissen (CDA), Kosto (PvdA), Salomons (PvdA), Patijn (PvdA), Stemerdink (PvdA), Van den Broek (CDA), Evenhuis-van Essen (CDA), Lauxtermann (VVD), Wessel-Tuinstra (D'66), Dijkman (CDA), Faber (CDA), Beckers-de Bruijn (PPR), Nijpels (VVD) en Kortevan Hemel (CDA). Een lid van de P.v.d.A.-fractie merkte op dat er sinds enige tijd ernstige bezwaren tegen de in het wetsontwerp voorgestelde regeling naar voren zijn gebracht in Delikt en Delinkwent, het Nederlands Juristenblad en het Advocatenblad. Deze bezwaren waren achtereenvolgens afkomstig van de heren Van Veen, Baauw, Schootstra en Van der Laken, met andere woorden twee mensen uit de universitaire wereld en twee praktiserende leden van de balie. Dit was voor spreker aanleiding om alsnog nader overleg over het wetsontwerp te vragen. De bezwaren komen, aldus dit lid, erop neer, dat de verdachte-gedetineerde beroofd wordt van twee van zijn voornaamste rechten, namelijk om zijn straf te mogen uitzitten en deze niet op oneigenlijke manier verlengd te zien, alsmede om op de normale juridische bijstand te mogen kunnen rekenen. Als iemand veroordeeld is en daarom definitief vastzit mag hij onder andere bezoek ontvangen en correspondentie onderhouden. Komt er een nieuw feit aan het licht, of doet zich een nieuw feit voor waar voorlopige hechtenis op staat, dan is het met deze correspondentiewisseling en het bezoek afgelopen zolang de zaak niet rond is. Anders zou het gevaar immers bestaan dat de verdachte de mogelijkheid benut om derden te gaan waarschuwen, bewijsmateriaal te verduisteren of anderszins het lopende onderzoek tegen hem tracht te frustreren. Aan de titel voorlopige hechtenis bestaat hier derhalve alleen behoefte om dit onmogelijk te maken; niet om de man of vrouw vast te zetten, want hij of zij zit reeds vast. Tot zo ver kon dit lid dan ook akkoord gaan met de grondgedachte van de voorgestelde regeling. Vervolgens wordt echter in het ontwerp voorgesteld om de tijd invoorlopi ge hechtenis doorgebracht niet als straftijd mee te tellen. De betrokkene is derhalve gedupeerd. Niet zozeer indien hij alsnog voor het andere feit tot 2 vel Tweede Kamer, zitting ,14332, nr.5 1
2 een vrijheidsstraf wordt veroordeeld, want dan mag de voorlopige hechtenis worden afgetrokken. Wel terdege is evenwel zulks het geval indien hij of zij voor dat andere feit wordt vrijgesproken en een voorwaardelijke straf of boete krijgt. In dat geval heeft hij gezeten terwijl zijn normale straftijd intussen niet doorliep. Dit is naar de mening van het hier aan het woord zijnde lid onbillijk. Dat is zelfs erg onbillijk, omdat het een van de weinige elementaire rechten aantast die een gedetineerde heeft, te weten dat hij althans zijn straftijd mag uitzitten. Het is erg onbillijk ook in vergelijking tot degene die in voorlopige hechtenis zit en ook voor een ander feit werd veroordeeld; het spiegelbeeld derhalve van het in dit wetsontwerp behandelde geval. Deze persoon mag wel vast zijn straf gaan uitzitten, de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd telt mee, terwijl betrokkene bovendien de gunstiger status van gedetineerde krijgt. Hier klopt iets niet, aldus dit lid. Doch ook met het verkrijgen van rechtsbijstand komt de in het voorliggende wetsontwerp bedoelde betrokkene in een positie van rechtsongelijkheid ten opzichte van anderen. Hij wordt rechtstreeks van de gevangenis naar het politiebureau getransporteerd waar tegen hem een vordering van bewaring wordt ingesteld. Hij komt dus niet in aanmerking voor de toevoeging van een advocaat, niet voor de piketdienst bij de inverzekeringstelling en mist derhalve in een kritieke fase van het onderzoek de normale juridische bijstand die de Kamer in overleg met de voorganger van de huidige bewindsman in 1973 zo zorgvuldig heeft willen regelen bij de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van de voorlopige hechtenis. Ten slotte is naar de mening van dit lid de voorgestelde regeling ook nadelig wat betreft de latere voorwaardelijke invrijheidstelling. De tijd in voorlopige hechtenis doorgebracht telt hier niet mee voor de berekening van het moment van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit zou allemaal niet spelen als betrokkene bij voorbeeld gedurende zijn straftijd in een gevangenisziekenhuis zou hebben doorgebracht of tijdelijk zou zijn opgenomen in een psychiatrische inrichting. Zijn straftijd zou dan wel degelijk hebben doorgeteld. Spreker ging dan ook akkoord met Duisterwinkel en Melai, dat hier een leemte in de wet moet worden opgeheven, maar wees er wel op dat beide strafrechtsgeleerden de verkregen rechten van gedetineerden niet willen aantasten. Zoals reeds vermeld bedoelde spreker twee van die voornaamste rechten, te weten het recht op juridische bijstand en het recht om zijn strafte mogen uitzitten; deze mogen niet op oneigenlijke manier worden verlengd. Samenvattend kwam spreker tot de volgende conclusies. De onderhavige regeling druist in tegen de principes waarover destijds de Kamer het eens geworden was met de voorganger van de huidige bewindsman. Deze principes waren: 1. De voorlopige hechtenis dient zoveel mogelijk te worden teruggedrongen. Hier dreigt evenwel een oneigenlijke uitbreiding. 2. De rechtspositie op het gebied van juridische bijstand en de hulp van de verdachte in een vroeg stadium moet worden verbeterd. Hier wordt ze niet alleen verslechterd, aldus spreker, maar gefrustreerd. 3. Vrijheidsstraffen moeten, waar mogelijk, door alternatieven, zoals vermogensstraffen, worden vervangen. Hier wordt evenwel op veroordeling tot vrijheidsstraf geanticipeerd. 4. De rechtspositie van de gedetineerde moest worden verbeterd. Hier wordt evenwel weer een incidentele verslechtering doorgevoerd. Spreker vroeg de Minister dan ook het wetsontwerp nog eens nader te bezien. Met de bedoeling was hij het eens. Dit doel kan evenwel op veel betere wijze bereikt worden dan thans wordt nagestreefd. Men kan de noodzakelijke beperkingen bij de voorlopige hechtenis van gedetineerden heel goed bereiken door een simpele wijziging van de Beginselenwet Gevangeniswezen of een nadere aanvulling van artikel 68 van het Wetboek van Strafvordering. Wat spreker van de bewindsman vroeg hield dan ook niet de intrekking van het wetsontwerp in, doch aanhouding daarvan, zodat de zaak nog eens rustig bekeken kon worden in het licht ook van de kritiek die er van diverse zijden op zo deskundige wijze is uitgeoefend, aldus spreker. Tweede Kamer, zitting ,14332, nr. 5 2
3 Een lid van de V.V.D.-fractie merkte op, dat het een grondprincipe is, dat de executie van de straf niet behoort te worden onderbroken. Spreker had uit praktische ervaring de hier aan de orde zijnde problematiek bij de gedetineerden meegemaakt. Naar zijn mening waren er andere mogelijkheden om aan de problemen, die tot dit wetsontwerp hebben geleid, tegemoet te komen. Hij betoonde zich er een voorstander van om in ieder geval de executie van de straf te laten doorlopen. Daarnaast gaf hij in overweging de gedetineerde de privileges te geven, die een voorlopige gedetineerde heeft, bij voorbeeld de rechtsbijstand. Voor het overige zouden dan nog voorzieningen in het Wetboek van Strafvordering kunnen worden getroffen, aldus dit lid. Een lid van de C.D.A.-f ractie wilde niet ingaan op de technische merites van het aan de orde zijnde probleem. Hij was daarbij van mening dat het hier ging over de vraag hoe men het voorliggende probleem zou moeten oplossen. De wegen die de verschillende commentatoren hebben aangegeven zijn niet eenvoudig. Spreker was benieuwd naar de reactie van de bewindsman. Indien deze bereid zou zijn te zoeken naar een oplossing, zou dit lid dit toejuichen. Een lid van de fractie van D'66 betoonde zich verheugd over het feit, dat van diverse zijden de commissie op dit probleem attent was gemaakt. Zij had zich zelf afgevraagd of hier niet iets meer aan de orde was dan dat bij voorbeeld deze zaak ten gevolge van de reacties van buiten in de commissie nog even opnieuw aan de orde kwam. Zij geloofde namelijk dat de vrijheidsrechten, met name van degenen die in verpleging of gedetineerd zijn, op het ogenblik meer boven water komen en meer erkenning vinden. Het feit, dat van verschillende zijden op het wetsontwerp was ingegaan versterkte haar in dit vermoeden. Vooral de inhoud van het artikel van de heer Baauw had haar aangsproken. Vooral ook de nadruk die deze schrijver daarbij gelegd had op het begrip «vrijheidsbeneming». Een ander lid van de V.V.D.-fi actie merkte op, dat men het er over eens was, dat indien een strafrechtelijk onderzoek ingesteld moet worden tegen iemand die reeds gedetineerd is, dit de noodzaak met zich kan brengen, dat bepaalde beperkende maatregelen moeten worden opgelegd. Het gaat met name bij dit probleem, aldus dit lid, over de vraag hoe en waar dit aspect moet worden geregeld. De suggestie die de heer Schootstra gedaan heeft, om dit in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht te regelen leek hem nogal een omslachtige weg. Spreker geloofde dat de oplossing die het departement gekozen had het voordeel had van de eenvoud, zij het dat ook naar zijn opvatting in die eenvoud over het hoofd gezien is dat een strafrechtelijk onderzoek niet tot een veroordeling tot vrijheidsstraf behoeft te leiden. Naar de opvatting van deze spreker zóu met een eenvoudige aanvulling van het voorligggend voorstel kunnen worden volstaan, bij voorbeeld met woorden als «in het geval het onderzoek niet geleid heeft tot een vrijheidsstraf». Dan zou het eerste bezwaar dat gericht is tegen het recht om de straf uit te zitten en niet langer dan de straf uit te zitten ondervangen worden. Overigens zag deze spreker in de wijziging, die thans in het wetsontwerp voorgesteld werd, meer voordelen dan nadelen ten opzichte van de wijziging van artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Dit gold te meer nu, omdat in dit wetsontwerp zeer nadrukkelijk de status van voorlopige gedetineerde wordt toegekend, alle bepalingen van de voorlopige hechtenis op de gedetineerde van toepassing zijn, namelijk niet alleen de eventuele verzwarende, doch ook alle gunstige bepalingen, die omtrent de voorlopige hechtenis zijn vastgelegd, waaronder het recht op bijstand. Dit laatste recht is langs deze weg gemakkelijker te realiseren dan door de gedetineerde zijn status van strafuitzitter te laten houden. Concluderend stelde deze spreker, dat hij in het voorliggende voorstel voorlopig meer voordelen dan nadelen zag, zij het dat het voorstel nog zou moeten worden aangevuld. Tweede Kamer, zitting ,14332, nr. 5 3
4 Antwoord van de Minister De Minister van Justitie stelde voorop, dat het hier gaat over een driedubbele uitzondering. Het gaat namelijk over de situatie dat een gedetineerde een misdrijf pleegt, zoals dit onder andere in de Scheveningse strafgevangenis is voorgekomen, of voorafgaande aan de detentie kan hebben gepleegd. Dan kan er behoefte bestaan aan strafvervolging en wellicht voorlopige hechtenis. Het tweede uitzonderlijke hierbij is, aldus de bewindsman, dat de indicaties voor voorlopige hechtenis in die situatie minder sterk zullen spreken, dan wanneer het een verdachte geldt, die in de vrije maatschappij is, omdat de vrijheidsbeneming reeds verwezenlijkt is. Wel kan het in zo'n geval gewenst zijn communicatiebeperkingen toe te passen. Daarbij komt nog dat de situatie dat iemand vervolgens wordt vrijgesproken van het delict waarvoor hij voorlopige hechtenis heeft ondergaan - een mogelijkheid waarop in de kritiek op het wetsontwerp sterk de nadruk is gelegd - ook weer een uitzondering betreft, omdat zulks in het algemeen vrij weinig in Nederland voorkomt. Niettemin meende de bewindsman dat, rekening houdend met deze relativering, over de voorliggende zaak moest worden gesproken. Hij ontkende dan ook niet de waarde van de probleemstelling die aan de orde was. Het voorstel, zoals het er ligt, heeft, aldus de Minister, een groot voordeel, namelijk dat het in het wettelijk systeem, doch ook in zichzelf, een bepaalde mate van consistentie vertoont. Er wordt namelijk gezegd, dat voorlopige hechtenis als zodanig blijft, ongeacht de omstandigheden waaronder deze wordt aangevangen. Daarbij zijn alle regels van de voorlopige hechtenis van toepassing, inclusief de aftrekregeling, de schadevergoeding, enz. Spreker achtte dit de belangrijkste waarde van het voorstel. De Minister stelde ook buiten twijfel, dat niet alleen zijn ambtsvoorganger, doch ook hij de opvattingen over de beginselen van de voorlopige hechtenis die naar voren zijn gebracht, volkomen deelde. Bij iedere regel inzake voorlopige hechtenis dient de vraag centraal te staan, of deze de voorlopige hechtenis bevordert of indamt. Het vraagstuk van de rechtspositie van de verdachte dient helemaal buiten twijfel te zijn. Ook dit dient in alle situaties goed geregeld te zijn. Ook moet worden voorkomen, dat de rechter als het ware uitgenodigd wordt om vrijheidsstraffen op te leggen omdat voorlopige hechtenis is toegepast. Hij wordt dan immers indirect in zijn vrijheid beperkt om een strafduur te kiezen die hem goed dunkt. Bij het onderhavige probleem, zo vervolgde de Minister, gaat het niet zo zeer om de vrijheidsbeneming, want deze is over het algemeen gerealiseerd, doch meer om de communicatiebeperkingen die erbij horen. De man of vrouw is van zijn of haar vrijheid beroofd, maar terwille van het onderzoek moeten er zekere beperkingen kunnen worden toegepast. Dit kan op verschillende wijzen gebeuren. In de verschenen publikaties is gesuggereerd om dit via de Gevangenismaatregel te doen. Wat de mogelijkheden betreft om in deze problematiek een opening te zoeken, was de Minister het eens met de opvatting van een lid van de V.V.D.- fractie, dat men moest aanhaken bij het begrip voorlopige hechtenis, waardoor men alles, wat men uit een oogpunt van rechtsbescherming beoogt te bereiken, automatisch ook binnenhaalt, behoudens wellicht nog een kleine aanvulling. Het belangrijkste probleem dat blijft is het terugdringen van de voorlopige hechtenis in het algemeen en in dit geval in het bijzonder wanneer op het nieuwe feit een vrijspraak, voorwaardelijke straf of geldboete volgt. De Minister vond daarbij het kiezen van de weg van de schadeloosstelling te theoretisch. In ieder geval gaf de bewindsman er in principe de voorkeur aan, indien het probleem anders zou kunnen worden opgelost. Men moet namelijk niet bij voorbaat al gevallen van schadeloosstelling gaan incalculeren. Men dient deze integendeel zoveel mogelijk te vermijden. Ook voelde de bewindsman niet voor het systeem van het «bonboekje» of «tegoeddagen». Er zal dan ook iets gevonden moeten worden om aan de be- Tweede Kamer, zitting ,14 332, nr. 5 4
5 zwaren, die de bewindsman erkende, zij het met verschillen in accenten ten aanzien van het gewicht daarvan, tegemoet te komen. Er zal daarbij iets gedaan moeten worden met het verband tussen de executie van de opgelegde vrijheidsstraf en het ondergaan van de voorlopige hechtenis. Dit kan in principe op verschillende manieren. De gedachten van de bewindsman - hij verklaarde zich bereid hierover een nader voorstel te doen - gingen ernaar uit om de voorlopige hechtenis in de strafexecutie «in te pakken». Hoedittechnisch precies zal moeten wilde de bewindsman nog nader onderzoeken. In ieder geval zal er een voorstel moeten komen, waarin zoveel als mogelijk is, in verband met de eisen van de preventieve hechtenis die men wil toepassen, de strafonderbreking zo min mogelijk plaatsvindt. Alle gedane suggesties voor de oplossing zullen, wat de technische verwerking betreft, nog getoetst moeten worden aan het geheel van de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. Op korte termijn zal getracht worden een nieuw voorstel te ontwikkelen, aldus de Minister. Van de zijde van de Minister werd nog ingegaan op de rechtsbijstand. Het is niet uitgesloten dat iemand in verzekering wordt gesteld, ook wanneer hij gedetineerd is. Dit systeem is in de huidige wet ingeweven. Dit blijft ook in het voorliggende wetsontwerp onverlet. Men kan een gedetineerde aanhouden, overbrengen naar het politiebureau (als het ware «uitlenen») en hem eventueel in verzekering stellen, omdat artikel 57 van het Wetboek van Strafvordering voor de inverzekeringstelling geen bijzondere eisen op dit punt stelt. De moeilijkheid ontstaat pas op het moment, dat voorlopige hechtenis moet worden bevolen, omdat men dan geconfronteerd wordt met artikel 67a en het eerste lid van artikel 68. Het laatste artikel bepaalt immers dat de voorlopige hechtenis niet loopt zolang de verdachte uit anderen hoofde rechtens van zijn vrijheid is beroofd. Het is een consequentie van het systeem van rechtsbijstand in het Wetboek van Strafvordering, dat wanneer iemand terstond in voorlopige hechtenis wordt gesteld, dus zonder voorafgaande inverzekeringstelling, hij bij de voorgeleiding voor de rechter-commissaris, die het bevel tot bewaring geeft, niet beschikt over een raadsman. Men denke bijvoorbeeld aan de meinedige getuige, die op de zitting gevangen wordt genomen. Ten onrechte is dan ook in sommige publikaties de indruk gewekt dat het wetsontwerp op dit punt de positie van de verdachte verslechtert. De rechtsbijstand functioneert ook in andere gevallen pas op het moment dat de inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis is bevolen. De vraag kan gesteld worden of hier een probleem ligt, dat eventueel wettelijk moet worden opgelost. Wellicht zou nog eens nagegaan moeten worden of bijvoorbeeld artikel 41 van het Wetboek van Strafvordering, dat op het ogenblik de rechtsbijstand regelt, moet worden aangevuld. Ingaande op de in publikaties gesuggereerde aanvulling van de Beginselenwet Gevangeniswezen, met een systeem van bepalingen waardoor allerlei beperkingen kunnen worden opgelegd aan de bewegingsvrijheid van de gedetineerden in het belang van het onderzoek naar het nieuwe strafbare feit, werd van de zijde van de Minister gesteld, dat dit een oplossing is die grote bezwaren heeft, aangezien dan een uitgebreid en omslachtig systeem zou moeten worden opgebouwd om te waarborgen dat er voldoende bescherming is voor de verdachte. Uit legislatief oogpunt is dit voorstel niet goed te realiseren. Men zal dan ook bij het zoeken naar een oplossing toch moeten uitgaan van de voorlopige hechtenis. Hierna liet een lid van de P.v.d.A.-fractie weten dat hij gaarne zou zien dat er een zodanige regeling getroffen zou worden, dat een verdachte altijd juridische bijstand zou krijgen, ook al zou hij niet in verzekering worden genomen. Overigens toonde deze spreker zich voldaan over de resultaten van dit mondeling overleg. De voorzitter van de commissie, Geurtsen De griffier van de commissie, Kerkhofs Tweede Kamer, zitting ,14332, nr. 5 5
Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11
Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende
Nadere informatieU wordt verdacht. Inhoud
Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van
Nadere informatiearrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieDeze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5
U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia
Nadere informatieDatum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Boete en detentie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieU wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.
U wordt verdacht Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. * Waar in deze brochure hij staat,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.
Nadere informatie==================================================================== Artikel 1
Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken
Nadere informatieRapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.
Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 298 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieDatum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieInhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.
U wordt verdacht Inhoudsopgave Deze brochure 2 Aanhouding en verhoor 2 Inverzekeringstelling 2 Uw advocaat 3 De reclassering 3 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 4 Beperkingen en rechten
Nadere informatieRapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277
Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat
Nadere informatieAls uw kind in aanraking komt met de politie
Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en
Nadere informatieAlgemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.
DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar
Nadere informatieADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) hem geen uitstel van betaling voor onbepaalde tijd verleent ten aanzien van de aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel,
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieHof van Cassatie van België
1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieRapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/029
Rapport Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/029 2 Klacht Op 9 maart 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer S. te Kelpen, ingediend door de heer mr. E.Th. Hummels, advocaat
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
Nadere informatieAanhouding en inverzekeringstelling
Aanhouding en inverzekeringstelling 1 U bent aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Wat zijn uw rechten? U wordt verdacht van een strafbaar feit. De Rechercheur Opsporing van de Inspectie SZW
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 206 (R2127) Wijziging van enkele rijkswetten op het gebied van Justitie en Veiligheid in verband met gewijzigde regelgeving en enige andere
Nadere informatieAangenomen en overgenomen amendementen
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
Nadere informatieadvies. Strekking wetsvoorstellen
Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1
DECREET van 10 juni 1983, houdende nieuwe regelen betreffende uitlevering en andere vormen van internationale rechtshulp in strafzaken (Decreet inzake uitlevering) (S.B. 1983 no. 52). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 21 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten
Nadere informatieDatum 14 februari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Onschuldig en toch voor het leven gestraft
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieGehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3
Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling datum 7 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor
Nadere informatieEuropees Arrestatiebevel
Europees Arrestatiebevel Managementgegevens over de periode: Het jaar 009 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet pagina. Het aantal ontvangen EAB's
Nadere informatieafspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Nadere informatieRapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400
Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde inspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer, van het Ministerie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 545 Wet van 17 november 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van regeling van de voorwaardelijke veroordeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 627 Wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1 Kamerstukken II 2001/2002, 28 192,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Nadere informatieDe gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren
De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling
Nadere informatieEen onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen.
Rapport Geen vervolging, geen sepot Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de hoofdofficier van justitie
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:1473
ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2013 No. 2 Landsverordening van de 13 e december 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht IN NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Sint
Nadere informatieRapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand.
Rapport Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Raad voor Rechtsbijstand gegrond. Datum: 12 december 2016 Rapport: 2016/114
Nadere informatieEen onderzoek naar een onduidelijk instemmingsformulier bij een taakstrafaanbod van het Openbaar Ministerie.
Rapport Instemming of niet? Een onderzoek naar een onduidelijk instemmingsformulier bij een taakstrafaanbod van het Openbaar Ministerie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar
Nadere informatieGehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.
Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail
Nadere informatieMr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten
Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 62b 24 263 Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee verband houdende intrekking van de Beginselenwet gevangeniswezen met
Nadere informatieA 2014 N 37 PUBLICATIEBLAD
A 2014 N 37 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 31 ste maart 2014, no. 14/0686, houdende de plaatsing in het Publicatieblad van de Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en
Nadere informatieLeidraad voor het nakijken van de toets
Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)
Nadere informatieNo.W /III 's-gravenhage, 8 april 2008
................................................................................... No.W12.08.0065/III 's-gravenhage, 8 april 2008 Bij Kabinetsmissive van 22 februari 2008, no.08.000558, heeft Uwe Majesteit,
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatie2012 no. 24 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 april 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba
2012 no. 24 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 27 april 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba Uitgegeven, 13 juni 2012 De minister van Justitie en Onderwijs,
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker (advocaat) klaagt erover dat een met naam genoemde officier van justitie te Breda hem op 10 november 2006 pas één minuut voor aanvang van de behandeling van zijn ingediende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 486 (R1994) Goedkeuring van het op 12 mei 2011 te s-gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen
Nadere informatieBij brief heeft het CBP u laten weten de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Beveiligingsbedrijf DATUM 2 april 2002 CONTACTPERSOON
Nadere informatiethans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],
ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23
Nadere informatieEen onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.
Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Dienst Justis niet gegrond. Datum: 23 juni 2016
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering
Nadere informatieVOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221
Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 16 682 Wijziging van artikel 1639w van het Burgerlijk Wetboek Nr.4 VOORLOPIG VERSLAG Vastgesteld 28 mei 1981 De vaste Commissie voor Justitie 1, belast
Nadere informatieARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)
Nadere informatieRapport. Datum: 23 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/278
Rapport Datum: 23 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/278 2 Klacht Op 5 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer G. te Krimpen aan den IJssel, ingediend door het Buro voor
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatieNo.W /II 's-gravenhage, 28 november 2014
... No.W03.14.0345/II 's-gravenhage, 28 november 2014 Bij Kabinetsmissive van 26 september 2014, no.2014001817, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens
Nadere informatie13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B
Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) 13538/14 DROIPEN 112 COPEN 230 CODEC 1868 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van permanente
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieDe enkelvoudige kamer: de politierechter
3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3092 Vragen van de leden
Nadere informatieConceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor
15 april 2011 Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot aanvulling van de regeling van het politieverhoor van de verdachte, diens aanhouding
Nadere informatie