Nationale Beoordelingsrichtlijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nationale Beoordelingsrichtlijn"

Transcriptie

1 BRL Nationale Beoordelingsrichtlijn Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton

2 BRL Nationale Beoordelingsrichtlijn Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton 2000 Copyright, Kiwa N.V. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met Kiwa is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld. Bindend verklaring Deze beoordelingsrichtlijn is door de directeur Certificatie en Keuringen van Kiwa bindend verklaard per Erkenning Kiwa N.V Certificatie en Keuringen Sir Winston Churchill-laan 273 Postbus AB Rijswijk Telefoon Telefax Internet

3 Voorwoord Kiwa Algemene informatie Deze Nationale Beoordelingsrichtlijn is tot stand gekomen in het kader van het Plan Bodembeschermende Voorzieningen (PBV) waarin NIBV, CUR en Kiwa samenwerken op het gebied van bodembeschermende voorzieningen. Het PBV sluit aan bij de vigerende regelgeving van de overheid en past in haar streven om bodemverontreiniging tegen te gaan. De beoordelingsrichtlijn is opgesteld in nauw overleg met alle betrokken marktpartijen onder verantwoordelijkheid van het College van Deskundigen "Bodembeschermende Voorzieningen" van Kiwa. Daarin zijn de belanghebbende partijen op het gebied van aanleg van vloeistofdichte voorzieningen vertegenwoordigd. Deze Nationale Beoordelingsrichtlijn zal door Kiwa worden gehanteerd in samenhang met het van toepassing zijnde Reglement voor Procescertificatie. In dit reglement is de door een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde certificerende instantie gehanteerde werkwijze vastgelegd bij de uitvoering van het onderzoek ter verkrijging van het procescertificaat, alsmede de externe controle. Over de aan te houden controlefrequentie adviseert het bovengenoemde College van Deskundigen. Deze beoordelingsrichtlijn vervangt BRL 2319 d.d. 15 augustus De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven verliezen in elk geval hun geldigheid na Ten opzichte van de vorige uitgave is het toepassingsgebied uitgebreid van locaties waar de kans bestaat op het morsen van motorbrandstoffen en smeermiddelen naar locaties waar met ongeacht welk toepassingsgebied of welke bodemverontreinigende (vloei)stof wordt gemorst en waar een bodembeschermende voorziening noodzakelijk is. Ter verduidelijking is in deze BRL een structuur weergegeven van beoordelingsrichtlijnen die op het moment bestaan op het gebied van vloeistofdichte voorzieningen: BRL-STRUCTUUR VLOEISTOFDICHTE VOORZIENINGEN IN BETON AANLEGVLOEISTOFDICHTE VOORZIENINGEN IN PREFAB ELEMENTEN VAN BETON: BRL 2319 IN TER PLAATSE GESTORT BETON: BRL 2362 IN ASFALT: BRL 2372 VLOEISTOFDICHT MAKEN VAN DRAAGVLOERENVAN BETON MOGELIJKE TECHNIEKEN: KUNSTHARSGEBONDEN+ VOEGEN; CEMENTGEBONDEN + VOEGEN; GIETASFALT + VOEGEN; WALSASFALT + VOEGEN; ANDERE MET NAME TE NOEMEN TECHNIEK + VOEGEN. BRL 2371 APPLICATIE VOEGVULLINGSMASSA BRL 2369 HOOFDAANNEMING VERWERKEN VAN BETON BRL 2370 APPLICATIE VOEGVULLINGSMASSA BRL 2369 ONDERAANNEMING

4 Inhoud 1 Inleiding Onderwerp Toepassingsgebied Wijzigingen ten opzichte van BRL 2319 d.d Termen en definities Eisen te stellen aan het product Aanvullings- en funderingsmaterialen Betonspecie Prefab verhardingselementen van beton Vloeistofdichte opsluitbanden Primer voor voegvullingsmassa Voegvullingsmassa Rioleringsmaterialen Installaties voor de afvalwaterbehandeling Geprefabriceerde pompeilanden Overige producten Eisen te stellen aan het proces Algemeen Uitgangspunten van het ontwerp Rapportage bodemverontreiniging Grondmechanisch onderzoek Ontwerp Inspectie bouwplaats Aanvaarding ondergrond Aanleg van de bedrijfsriolering Zandbed Fundering Aanleg van de voorziening met prefab verhardingselementen van beton Verwerken van de betonspecie Bouwkundige elementen Applicatie primer en voegvullingsmassa Ingebruikname van de voorziening Eindoplevering Archivering Nazorg Het uitvoeren van reconstructies Beproevingsmethoden Dichtheid bedrijfsriolering Bepaling van de verdichtingsgraad en draagkracht van zandbed en fundering Omgevingstemperatuur, luchtvochtigheid en dauwpunt Temperatuur hechtvlak Vochtigheid van de hechtvlakken Meten van de temperatuur van de betonspecie Controle van de vlakheid van de voorziening Eisen te stellen aan het kwaliteitssysteem Algemeen...38

5 6.2 Interne kwaliteitsbewaking schema Organisatie Opleidingen Kwalificatie van het personeel Documentenbeheer Verificatie van het ontwerp Technische werkomschrijving Keuring en beproeving Meetmiddelen Leveranciersbeoordeling Klachtenprocedure Archivering Verplichtingen Algemeen Uitbesteding Inzageplicht Externe beoordeling Lijst van vermelde documenten Beoordelingsrichtlijnen Normen Aanbevelingen, richtlijnen en keuringscriteria Afkortingen Bijlage 1: Tabel ten behoeve van de bepaling van het dauwpunt ( C) Bijlage 2: Blanco IKB-schema Bijlage 3: Formulier voor verbeteringsvoorstel...49

6 1 Inleiding 1.1 Onderwerp De in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door certificatieinstellingen, die hiervoor geaccrediteerd zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag, c.q. de instandhouding van een procescertificaat voor de aanleg van vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton. Naast de eisen, die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, stellen de certificatieinstellingen aanvullende eisen, in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie, zoals vastgelegd in het certificatiereglement van de betreffende instelling. 1.2 Toepassingsgebied Deze BRL is van toepassing op de aanleg en het uitvoeren van reconstructies van vloeistofdichte voorzieningen met prefab elementen van beton, die worden toegepast op locaties waar de kans bestaat op het morsen van bodemverontreinigende (vloei)stoffen. De voorzieningen kunnen zich tevens in het verticale vlak voortzetten om een afdoende bescherming aan de ondergrond te kunnen bieden (Bijvoorbeeld opstaande randen gevormd door prefab elementen bij calamiteitenvoorzieningen). De aanleg van het rioleringssysteem tot aan het aansluitpunt op de bedrijfs- of openbare riolering, eventueel inclusief geprefabriceerde olie-afscheider, behoort tevens tot het procescertificaat. De BRL sluit aan bij de Wet milieubeheer en de Wet bodembescherming. Toelichting Deze beoordelingsrichtlijn is bedoeld voor het verwezenlijken van categorie-1 voorzieningen, zoals deze in de "Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten" (NRB) zijn omschreven. (Een categorie-1 voorziening is in de NRB een voorziening van bewezen kwaliteit afgestemd op de stand der techniek zoals die binnen het Plan Bodembeschermende Voorzieningen (PBV) is vastgelegd. Onder zulke voorzieningen worden onder meer de vloeistofdichte vloeren en verhardingen verstaan die in de NRB zijn gekwalificeerd. In onderstaand schema is de relatie tussen het PBV en de NRB aangegeven: VROM/DGM : Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten Monitoring Risico-analyse PBV Grootschalige opslagtanks Technische grondslagen Beoordelingsrichtlijnen voor certificatie De NRB beoogt: Ten behoeve van bevoegd gezag uniformering en harmonisatie in vergunningsvoorschriften te bereiken en de helpende hand te bieden bij het opstellen van vergunningsvoorschriften met betrekking tot bodembescherming; Het bedrijfsleven in staat te stellen rekening te houden met de te verwachten bodembeschermingseisen bij (het ontwerp van) de inrichting en bij de keuze van de milieubeschermende voorzieningen en maatregelen; BRL 2319 d.d

7 Informatie en kennis over te dragen over risicobenadering en de stand der techniek van bodembeschermende maatregelen en voorzieningen. Om te kunnen bepalen of bij de bedrijfsmatige activiteit in kwestie spraken is van een kans op bodemverontreiniging kan het stappenplan van de NRB worden gevolgd, in combinatie met het "Beslismodel Bodembescherming Bedrijfsterreinen (BBB)". 1.3 Wijzigingen ten opzichte van BRL 2319 d.d Door de verbreding van het toepassingsgebied is een aantal specifieke eisen behorende bij het toepassingsgebied "locaties waar risico bestaat op het morsen van motorbrandstoffen en smeermiddelen" komen te vervallen. (Bijvoorbeeld het voorschrijven van een afvalwaterbehandelingssysteem als een olie-afscheider kan voor andere toepassingsgebieden niet toereikend zijn); 2. Het uitvoeren van reconstructie van vloeistofdichte voorzieningen met prefab elementen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een keuring, valt binnen het toepassingsgebied van deze BRL. BRL 2319 d.d

8 2 Termen en definities Afvoerpunt Plaats in de vloeistofdichte voorziening waar een constructie is aangebracht voor de opvang van hemelwater. Afwateringssysteem Alle voorzieningen bestemt voor het inzamelen, transporteren, separeren en lozen van water, eventueel verontreinigd, afkomstig van de vloeistofdichte voorziening. BBB Beslismodel Bodembescherming Bedrijfsterreinen Bedrijfsriolering Verzameling van objecten bedoelt voor de inzameling en het transport van afvalwater met uitsluiting van de binnenriolering. Bestandheid De mate waarin een te onderzoeken deel van de voorziening voldoet aan de uitgangspunten van het ontwerp voor wat betreft de weerstand tegen zichtbare aantasting van de voorziening uitgevoerd met de test(vloei)stof. Bestek Een beschrijving van het werk waarin de specificaties en kwaliteitseisen van de materialen, producten en levering van diensten zijn benoemd alsmede de voor het werk geldende voorwaarden, eventueel aangevuld met een nota van inlichtingen. Binnenriolering Stelsel van afvoerleidingen en ontspanningsleidingen, inclusief alle hulpstukken, dakafvoeren, stankafsluiters, afdichtingen en bevestigingen - voor zover deze geen deel uitmaken van lozingstoestellen - dat zich binnen een gebouw bevindt, of buiten aan een gebouw is bevestigd. BRL, Beoordelingsrichtlijn Een door een certificatie-instituut bindend verklaard document waarin alle eisen zijn opgenomen die door het certificatie-instituut worden gehanteerd als grondslag voor de afgifte en instandhouding van certificaten. Certificaat Een verklaring van een certificatie-instelling waarbij een product, proces of zorgsysteem wordt geacht te voldoen aan de gestelde eisen volgens een BRL of norm. Deskundig bedrijf Een bedrijf met aantoonbare deskundigheid in relatie tot het product of de dienst die volgens de geldende eisen moet worden geleverd of uitgevoerd. Deskundige Een persoon die ten minste voldoet aan de deskundigheidseisen zoals omschreven in Kiwa/PBV-Rapport WF9801: "Deskundigheidseisen inspecteur bodembeschermende voorzieningen". Toelichting Gewezen wordt op het belang van een door een deskundige in technisch opzicht uit te brengen objectief advies, onafhankelijk van de toegepaste en/of toe te passen technieken en materialen. Fundering Een constructie ter ondersteuning van de vloeistofdichte deklaag en eventuele tussenlaag. Fundering, ongebonden Een constructie opgebouwd met primaire of secundaire bouwstoffen, waar het draagvermogen berust op de wrijvings- en haakweerstand ter plaatse van de aanrakingspunten van het korrelskelet. BRL 2319 d.d

9 Fundering, gebonden Een constructie opgebouwd uit primaire of secundaire bouwstoffen die door toevoeging van water en eventueel cement hydraulisch worden gebonden. Afhankelijk van de mengselopbouw kan aan het gevormde materiaal specifieke eigenschappen als sterkte, stijfheid en duurzaamheid worden ontleend. Goot Een voorziening die is bedoeld om water in horizontale richting af te voeren naar een afvoerpunt. Gronddekking De afstand loodrecht gemeten tussen de buiten-bovenkant buis van het afwateringssysteem en de bovenzijde van de voorziening. Grote elementen Bedrijfsvloerplaten waarvan de nominale afmeting buiten een vierkant van 1000 x 1000 mm vallen. IKB (Interne Kwaliteitsbewaking) Een beschrijving van de, tot het kwaliteitssysteem van een ondernemer behorende, keuringen, keuringsmethoden, frequentie van keuringen en de wijze van registratie van de keuringsresultaten. Inspectieput Een voorziening bestemd om controle en monstername uit te oefenen op het doorlopende effluent van het afvalwaterbehandelingssysteem. Keuringstermijn De termijn tussen twee beoordelingen van de vloeistofdichtheid door een deskundige. Toelichting De termijn zal door de deskundige worden vastgesteld op basis van de verwachte achteruitgang in vloeistofdichtheid van de beoordeelde voorziening. Kleine elementen Kleine elementen zijn: Elementen die kleiner zijn dan nominaal 400 x 400 mm; Elementen die niet in hun geheel ingepast kunnen worden binnen een vierkant van 399 x 399 mm en in hun geheel vallen binnen een vierkant van 1001 x 1001 mm. KLIC Kabel en Leidingen Informatie Centrum Kolk Een bak voor de opvang van hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken, al dan niet voor het laten bezinken van zand en ander in dit water meegevoerde bezinkbare stoffen, en voor de afvoer van dit water. Kwaliteitsverklaring Zie Certificaat Lijnafwatering Een ter plaatse aangebrachte constructie of een samenstelling van prefab elementen dat een lijnafwatering vormt voor de opvang van hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken, al dan niet voor het laten bezinken van zand en ander in dit water meegevoerde bezinkbare stoffen, en voor de afvoer van dit water. NBR Nitrilbutadiëenrubber NRB Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten. BRL 2319 d.d

10 Olie-afscheider Toestel bestemd voor een behandeling van oliehoudend afvalwater waarin, ten gevolge van het verschil in dichtheid tussen olie en water en het vertragen van de vloeistofstroom, olie door opdrijving grotendeels verwijderd wordt uit het afvalwater. Ondernemer Degene die te certificeren of gecertificeerde processen uitvoert. Opdrachtgever De natuurlijke of rechtspersoon, die het werk opdraagt aan de ondernemer. De opdrachtgever kan eventueel worden vertegenwoordigd door een daartoe aangewezen directie op het werk. Pendelstukken Een flexibele buisaansluiting aan de slibvangput c.q. olie-afscheider. Prefab verhardingselement van beton Een prefab verhardingselement van beton, met in bovenaanzicht een rechthoekige dan wel anders geprofileerde vorm ten behoeve van de verhardingsconstructie. Primer, voorstrijklaag Hechtbrug tussen hechtvlakken en voegvullingsmassa. Reparatie en onderhoud Hieronder worden alle werkzaamheden verstaan die moeten worden uitgevoerd om de vloeistofdichte voorziening in zodanige staat te behouden of te brengen dat wordt voldaan aan de eisen in deze BRL. Slibvangput Toestel bestemd voor de behandeling van met bezinkbare delen verontreinigd afvalwater, waarin ten gevolge van het verschil in dichtheid tussen slib en water en het vertragen van de vloeistofstroom, het slib door bezinken grotendeels wordt gescheiden van het afvalwater. Technische werkomschrijving Een omschrijving van het door de ondernemer gehanteerde voortbrengingsproces. Verharding Verharde lagen van het weglichaam, met inbegrip van de fundering. vloeistofdichte deklaag tussenlaag fundering zandbed verbeterde onderlaag natuurlijke onderlaag grondoppervlak verharding aardebaan weglichaam onderbouw Fig.1 Mogelijk voorkomende onderdelen van de verharding. BRL 2319 d.d

11 Voegvullingsmassa Voegmassa voor het vloeistofdicht maken van voegen in vloeistofdichte voorzieningen. Voorziening Een combinatie van onderdelen, die de bodem moeten beschermen tegen bodemverontreinigende stoffen. De combinatie bestaat voor zover van toepassing uit: verhardingen, wanden en ander opgaand werk, afwateringssystemen, aansluitingen, voegen en voegafdichtingen, inclusief funderingen en ondersteuningen. Vloeistofdicht De situatie waarbij een (vloei)stof de niet met (vloei)stof belaste zijde van een voorziening niet bereikt. Voortbrengingsproces Het geheel van werkzaamheden dat moet worden verricht om te komen tot een vloeistofdichte voorziening uitgevoerd met prefab verhardingselementen van beton. BRL 2319 d.d

12 3 Eisen te stellen aan het product 3.1 Aanvullings- en funderingsmaterialen Algemeen In overleg met de opdrachtgever moet de ondernemer zichzelf ervan overtuigen dat de toe te passen materialen geen verontreiniging van de bodem of aantasting van andere toegepaste materialen kunnen veroorzaken Zand Zand in aanvulling of ophoging, draineerzand, zand in zandbed en brekerzand moeten respectievelijk voldoen aan de eisen van de Standaard 1995, artikel , , of Ongebonden funderingsmaterialen Ongebonden funderingsmaterialen moeten voldoen aan de eisen van de Standaard 1995, artikel t/m Overige materialen voor ongebonden funderingen moeten voldoen aan de uitgangspunten zoals gehanteerd in het ontwerp en/of de eisen die op andere wijze zijn overeengekomen Gebonden funderingsmaterialen Schraal beton moet voldoen aan de eisen van de Standaard 1995, artikel Het geschiktheidonderzoek voor schraal beton moet voldoen aan artikel Zandcement moet voldoen aan de eisen van de Standaard 1995, wijzigingen november 1998, artikel t/m artikel Het vooronderzoek voor gebonden asfaltgranulaat c.q. zandcement moet voldoen aan artikel resp. artikel van de Standaard Overige materialen voor gebonden funderingen moeten voldoen aan de uitgangspunten zoals gehanteerd in het ontwerp en/of de eisen die op andere wijze zijn overeengekomen. 3.2 Betonspecie De te gebruiken betonspecie moet voldoen aan de eisen van "Vloeistofdicht beton" van BRL Indien dit product onder KOMO-productcertificaat "Vloeistofdicht beton" wordt geleverd, waarvoor deze BRL als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan. 3.3 Prefab verhardingselementen van beton Prefab verhardingselementen van beton moeten voldoen aan de eisen van BRL Indien dit product onder KOMO productcertificaat wordt geleverd waarvoor deze BRL als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan. 3.4 Vloeistofdichte opsluitbanden Vloeistofdichte opsluitbanden die als zodanig deel uitmaken van de vloeistofdichte voorziening, moeten voldoen aan de eisen van BRL Indien dit product onder KOMO productcertificaat wordt geleverd waarvoor deze BRL als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan. BRL 2319 d.d

13 3.5 Primer voor voegvullingsmassa Primers moeten door dezelfde producent worden geleverd als de voegvullingsmassa. Uit het technisch merkblad van de geleverde primer moet blijken dat deze geschikt is voor de betreffende toepassing onder de gegeven omstandigheden. 3.6 Voegvullingsmassa Voor de toepassingsgebieden afvulpunten voor motorbrandstoffen, garages, wasplaatsen en autosloopbedrijven, geldt dat de voegvullingsmassa moet voldoen aan de eisen van BRL 2825 (v/h BRL-K781/01). Indien dit product onder KOMOproductcertificaat wordt geleverd, waarvoor BRL 2825 als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan. Voor alle andere toepassingsgebieden moet volgens artikel 3.10 zijn aangetoond dat het product hiervoor geschikt is. De gegevens van de voegvullingsmassa moeten op het werk aanwezig zijn. 3.7 Rioleringsmaterialen Algemeen De keuze van de rioleringmaterialen is afhankelijk van de bestandheid tegen de belasting, veroorzaakt door respectievelijk de omgeving van het rioleringsmateriaal (bijv. gronddruk, eigen gewicht en vloeistofdruk) en de blootstelling aan (vloei)stoffen, zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde. Aangetoond moet worden dat wordt voldaan aan de uitgangspunten van het ontwerp zoals genoemd in artikel 4.2. Door middel van een verklaring van de producent met bijbehorende rapportages moet worden aangetoond dat de toe te passen materialen, inclusief de verbindingen, bestand zijn tegen de mechanische en chemische belastingen en voldoen aan vloeistofdichtheidsklasse A, zoals bedoeld in CUR/PBV-Aanbeveling 51 "Milieutechnische ontwerpcriteria voor bedrijfsrioleringen". Indien vermelding op het productcertificaat aangeeft dat voor het betreffende toepassingsgebied met de betreffende (vloei)stoffen aan bovenstaande eisen wordt voldaan, dan is deze verklaring niet nodig Buizen en hulpstukken Buizen en hulpstukken moeten voor het betreffende materiaal voldoen aan de eisen van de hieronder vermelde betreffende BRL's. Indien buizen en/of hulpstukken worden geleverd onder KOMO-productcertificaat, waarvoor de betreffende BRL als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van de betreffende BRL wordt voldaan. Voor buizen en hulpstukken zijn de volgende materialen en bijbehorende BRL's van toepassing: PVC: BRL 2001; PP: BRL 2042; (HD)PE: BRL K533, BRL 2005, BRL 2006; beton: BRL 9201, BRL 9202, BRL 9209; gietijzer: BRL 2027; grijs gietijzer: BRL K763; nodulair gietijzer: BRL K772; glasvezel versterkte polyester of glasvezel versterkte epoxy: BRL K532, BRL K539; keramische materialen: BRL K230; klemkoppelingen: BRL K534. BRL 2319 d.d

14 Hulpstukken moeten door de leverancier van de buizen en overige materialen voor het afwateringssysteem worden meegeleverd en moeten daarbij vergezeld gaan van verwerkingsvoorschriften. Voor verbindingen mag gebruik gemaakt worden van alle voorkomende verbindingstechnieken, mits bij de controle overeenkomstig artikel blijkt dat wordt voldaan aan de eis van vloeistofdichtheid Kolken Kolken moeten voldoen aan de eisen van de BRL 9204 of BRL 2021, waarbij de vloeistofdichtheid moet worden aangetoond (zie ook artikel 3.10). Indien kolken worden geleverd met een KOMO-productcertificaat, waarvoor een van de genoemde BRL's als grondslag dient, dan is dat voldoende bewijs dat aan de betreffende BRL wordt voldaan. In afwijking van de eisen in de BRL's is een stompaansluiting met een diameter van 110 mm toegestaan Afdekkingen voor putten en kolken Afdekkingen voor putten en kolken moeten voldoen aan de eisen van de BRL Indien afdekkingen voor putten en kolken onder KOMO-productcertificaat worden geleverd, waarvoor BRL 9203 als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan Rubberringen en flenspakkingen voor verbindingen Rubberringen en flenspakkingen voor verbindingen moeten bestand zijn tegen de bodemverontreinigende (vloei)stoffen zoals deze in het effluent voorkomen. Deze bestandheid van de rubberringen en flenspakkingen moet worden aangetoond door een verklaring van de fabrikant voor het betreffende toepassingsgebied en zal moeten voldoen aan de betreffende norm en/of richtlijn. Een hulpmiddel bij het bepalen van de keuze van het materiaal is opgenomen in Bijlage A van CUR/PBV-Aanbeveling 51 "Milieutechnische ontwerpcriteria voor bedrijfsrioleringen". Rubberringen en flenspakkingen van het type rubber NBR moeten voldoen aan de eisen van de BRL Indien rubberringen en flenspakkingen onder KOMOproductcertificaat worden geleverd, waarvoor BRL 2013 als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan Elementen voor lijnafwateringen De elementen voor lijnafwateringen moeten aan de eisen vermeld bij het betreffende toepassingsgebied van de BRL 5211 voldoen. Indien elementen voor lijnafwatering onder KOMO-productcertificaat worden geleverd, waarvoor het betreffende toepassingsgebied en de eisen van de BRL 5211 als grondslag dienen, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van die BRL wordt voldaan. Toelichting Indien niet aan de eisen kan worden voldaan of nog geen gecertificeerde producten op dit gebied beschikbaar zijn, dan dient door middel van een basiskeuring, zoals omschreven in de CUR/PBV-Aanbeveling 65, de geschiktheid voor het toepassingsgebied worden aangetoond. BRL 2319 d.d

15 3.8 Installaties voor de afvalwaterbehandeling Olie-afscheiders en slibvangputten Indien olie-afscheiders en/of slibvangputten worden toegepast, dan moeten deze aan de volgende eisen voldoen: Olie-afscheiders en slibvangputten van beton moeten voldoen aan de eisen van BRL 5251; Olie-afscheiders en slibvangputten van grijs gietijzer moeten voldoen aan de eisen van BRL 5253; Olie-afscheiders en slibvangputten van plaatstaal moeten voldoen aan de eisen van BRL 5255; Indien een olie-afscheider en/of slibvangput onder KOMO-productcertificaat wordt geleverd, waarvoor een van de genoemde BRL's als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van de betreffende BRL wordt voldaan. De opzetstukken moeten geschikt zijn voor de toepassing en moeten vloeistofdicht kunnen worden opgebouwd. Metselwerk is hierbij niet toegestaan. Toelichting. Door het bevoegd gezag is via de Wet milieubeheer voor het toepassingsgebied tankstations omschreven dat in het afwateringssysteem een slibvangput en een olie-afscheider moet worden toegepast. Voor andere toepassingsgebieden kan het zo zijn dat bijvoorbeeld alleen een slibvangput van voldoende grootte toereikend is om de bodemverontreinigende (vloei)stoffen aanwezig in het effluent te laten bezinken en zo te voldoen aan de voorschriften. Bij andere situaties is het denkbaar dat complexe afvalwaterbehandelingsinstallaties benodigd zijn om aan de wettelijke voorschriften te kunnen voldoen. 3.9 Geprefabriceerde pompeilanden Geprefabriceerde pompeilanden moeten voldoen aan de eisen van de BRL Indien de geprefabriceerde eilanden worden geleverd met een KOMOproductcertificaat, waarvoor de genoemde BRL als grondslag dient, dan is dat voldoende bewijs dat aan de betreffende BRL wordt voldaan. Bij aflevering moeten de geprefabriceerde pompeilanden vergezeld gaan van verwerkingsvoorschriften Overige producten Overige producten mogen worden toegepast, indien deze voldoen aan de eisen van de van toepassing zijnde C.R.O.W-bepalingen, Nederlandse productnormen of CUR- Aanbevelingen. Producten waarvoor geen van toepassing zijnde certificatieregeling of bovengenoemde normen of bepalingen functioneren moeten met een producenteigen-verklaring en een extern rapport van een deskundig bedrijf worden geleverd. Uit de verklaring en het extern rapport moet de geschiktheid voor het door de opdrachtgever aangegeven toepassingsgebied blijken en de toepassing ervan worden overeengekomen. Het extern rapport moet zijn gebaseerd op de "stand der techniek" zoals binnen PBVverband op het moment van toepassen van het betreffende product is aangegeven. BRL 2319 d.d

16 4 Eisen te stellen aan het proces 4.1 Algemeen Bij het proces moet gebruik gemaakt worden gemaakt van producten die voldoen aan de eisen gesteld in hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk worden de eisen omschreven zoals deze gesteld worden aan de voorbereiding, uitvoering en nazorg aan de vloeistofdichte voorzieningen zoals deze worden gerealiseerd. Bij de uitvoering van het proces van aanleggen van de vloeistofdichte voorziening met prefab verhardingselementen van beton kan een onderscheid worden gemaakt in twee situaties: 1. De situatie waarbij de vloeistofdichte voorziening als geheel nieuw wordt aangelegd (de nieuwbouwsituatie); 2. De situatie waarbij een gedeelte van de vloeistofdichte voorziening wordt gereconstrueerd. Voor de situaties genoemd onder punt 1 gelden alle eisen genoemd in deze BRL. Voor de situaties genoemd onder punt 2 gelden een aantal aanvullende of gewijzigde voorwaarden. Deze voorwaarden worden weergegeven in artikel Uitgangspunten van het ontwerp Tussen de ondernemer en de opdrachtgever moeten voor aanvaarding van de opdracht de uitgangspunten van het ontwerp van de constructie van de vloeistofdichte voorziening worden vastgelegd, waarbij ten minste de volgende onderwerpen worden behandeld: de te verwachten activiteiten met (vloei)stoffen; de te verwachten bedrijfsmatige activiteiten; de ontwerplevensduur van de voorziening; de vlakheideis van de voorziening en de wijze waarop deze wordt gecontroleerd (volgens de eisen van de Standaard 1995 of NEN 2743); de grootte van de mechanische-, dynamische-, stoot- en schokbelastingen die op de voorziening moeten worden overgebracht; indien van toepassing de mate van afschot; het voldoen van de uitgangspunten van het ontwerp aan de CUR/PBV Aanbeveling 65; indien van toepassing de detaillering van de opsluitbanden (artikel ); de te verwachten zettingen volgend uit het grondmechanisch onderzoek (artikel 4.4) en behorende bij de keuze van de funderingsopbouw (artikel 4.5.3); indien van toepassing de detaillering en de wijze van afwerking van het oppervlak bij toepassing van ter plaatse gestort beton (artikel 4.12); indien van toepassing de levensduur en bestandheid van het ter plaatse gestort beton. 4.3 Rapportage bodemverontreiniging Ter vaststelling van de kwaliteit van de bodem kan voor de aanvang van de (reconstructie)werkzaamheden een bodemonderzoek volgens NVN 5740 worden uitgevoerd om de nulsituatie vast te stellen. Indien voor het werk een bouwvergunning vereist is, dan beslist het bevoegd gezag of een rapportage bodemverontreiniging noodzakelijk is. Indien dit niet het geval is, dan is het aan de opdrachtgever om te beslissen of het betreffende onderzoek wordt uitgevoerd. Indien hiertoe wordt besloten, dan moet deze rapportage representatief zijn voor de betreffende locatie en de nulsituatie in een rapport worden vastgelegd. BRL 2319 d.d

17 De classificatie overeenkomstig de vigerende Leidraad bodembescherming (streef- en interventiewaarden) moet zijn omschreven. Indien besloten wordt geen bodemonderzoek voor de rapportage van bodemverontreiniging van de betreffende locatie uit te voeren, dan moet dit schriftelijk worden vastgelegd naar de opdrachtgever. Voor het toepassingsgebied "Besluit tankstations milieubeheer" is de opdrachtgever verplicht een rapportage bodemverontreiniging te laten maken alvorens met de werkzaamheden wordt aangevangen. 4.4 Grondmechanisch onderzoek Het ontwerp van de voorziening moet zijn gebaseerd op een gedateerd, van toepassing zijnde, grondmechanisch onderzoek uitgevoerd door een deskundig bedrijf, waarvan de resultaten schriftelijk moeten zijn vastgelegd. In het grondmechanisch onderzoek moet een uitspraak worden gedaan over de te verwachten zettingen van de ondergrond ten gevolge van het aanleggen van de vloeistofdichte voorziening. Deze zettingen moeten gekwantificeerd en een indicatie geven van het zettingsgedrag van de voorziening gedurende de ontwerplevensduur. Het grondmechanisch onderzoek moet bij de ondernemer aanwezig zijn. Indien sondeerwerk wordt uitgevoerd, dan moet dit worden uitgevoerd volgens NEN Indien dit sondeerwerk onder een KOMO-procescertificaat wordt geleverd, waarvoor BRL 2364 als grondslag dient, dan is dit voldoende bewijs dat aan de eisen van de norm NEN 5140 wordt voldaan. 4.5 Ontwerp Algemeen Het ontwerp van de vloeistofdichte voorziening moet voor aanvang van de werkzaamheden zijn vastgelegd in een duidelijk bestek en/of technische werkomschrijving van de opdrachtgever of ondernemer, eventueel aangevuld met een nota van inlichtingen, berekeningen en tekeningen. Het bestek, de berekeningen en tekeningen moet door de ondernemer worden geverifieerd op de volledigheid van uitgangspunten in deze beoordelingsrichtlijn en de uitvoerbaarheid van het project. Bij de verificatie van het ontwerp moet worden nagegaan of het bestek, de berekeningen en tekeningen met elkaar in overeenstemming zijn. Indien in één of meer onderdelen tekortkomingen worden geconstateerd bij de verificatie door de ondernemer, dan moet deze hiervan schriftelijk melding maken bij de opdrachtgever. Hierbij moet worden gewezen op het feit dat niet kan worden voldaan aan de eisen in deze beoordelingsrichtlijn. Indien bij de vloeistofdichte voorziening op, binnen de omtrek van de voorziening vallende, reeds aanwezige bouwkundige elementen (artikel 4.13) moet worden aangesloten, dan moeten zodanige maatregelen worden getroffen dat de totale vloeistofdichte voorziening - dus inclusief de geïntegreerde bestaande bouwkundige elementen- voor de levensduur ervan blijvend vloeistofdicht is. Dit kan voor bestaande bouwkundige elementen betekenen dat deze vloeistofdicht moeten worden gemaakt en dat zodanige maatregelen moeten worden getroffen dat een vloeistofdichte verbinding ontstaat met de nieuw aan te brengen vloeistofdichte voorziening. BRL 2319 d.d

18 Indien tijdens het ontwerpen van de voorziening wijzigingen worden aangebracht, dan moet opnieuw worden bekeken of nog steeds aan de uitgangspunten van het ontwerp omschreven in artikel 4.2 wordt voldaan Ontwerp van de bedrijfsriolering In het ontwerp van de bedrijfsriolering moeten de volgende zaken zijn gewaarborgd: De dimensionering van de bedrijfsriolering moet zijn afgestemd op de benodigde afvoercapaciteit en de te verwachten drukken in het systeem, de mechanische eigenschappen van de toegepaste materialen, de draagkracht van de omringende grond en de wijze van funderen afgestemd op het grondmechanisch onderzoek volgens artikel 4.4; De gehele constructie (indien van toepassing het afvalwaterbehandelingssysteem met de bijbehorende bedrijfsriolering in combinatie met de aansluiting op de vloeistofdichte voorziening) moet zodanig zijn ontworpen dat na (gelijkmatige of ongelijkmatige) optredende zettingen de afvoer in stand blijft en geen lekkages optreden; Bij bovengronds aanleggen van het leidingsysteem moet de constructie van de ondersteuning van het leidingsysteem toereikend zijn voor het overbrengen van de belastingen aan de ondergrond cq. fundering; De gronddekking op de bedrijfsriolering moet bij ondergrondse toepassing voldoen aan de eis in artikel 4.8.1; De toegepaste materialen van de bedrijfsriolering moeten chemisch resistent zijn volgens artikel 3.7. Zie voor een bestandheidindicatie de bijlage A van CUR/PBV- Aanbeveling 51 "Milieutechnische ontwerpcriteria voor bedrijfsrioleringen"; De bedrijfsriolering moet voor ten minste de levensduur van de bijbehorende vloeistofdichte voorziening een vloeistofdichte opvangvoorziening vormen; In de afvoerleidingen die effluent bevatten, moet juist vóór de afscheidingsinstallatie een afsluiter aanwezig zijn, zodat bij onderhoud en inspectie hiervan de veiligheid van het onderhoudspersoneel kan worden gewaarborgd; Voor het toepassingsgebied "Besluit tankstations milieubeheer" is een afsluiter niet verplicht in verband met de kleinschaligheid van het afwateringssysteem en het niet aanwezig zijn van aansluitingen op andere afwateringssystemen, waardoor de veiligheid van onderhouds-personeel in gevaar zou kunnen komen. In alle andere gevallen waarbij dit gevaar wel aanwezig is, moet een afsluiter worden toegepast. Toelichting Voor met name grotere afvoersystemen waarbij juist ter plaatse van het afvalwaterbehandelingssysteem verscheidene bedrijfsrioleringen bijeen komen, is het risico voor ongewenste vloeistofstromen uit diverse richtingen aanwezig, die de veiligheid van het onderhoudspersoneel kunnen beïnvloeden. Ter verkleining van dit risico is juist bij dit soort systemen een afsluitmogelijkheid gewenst. Voor het toepassingsgebied "Besluit tankstations milieubeheer" moeten voor de behandeling van het afvalwater afkomstig van de vloeistofdichte voorziening een slibvangput en bijbehorende olie-afscheider worden toegepast en moet voor het bepalen van de afvoercapaciteit van deze installatie gebruik worden gemaakt van de voorbeeldberekening zoals deze in de NEN 7089 is opgenomen; Voldaan wordt aan de "Uitgangspunten van het ontwerp" genoemd in artikel 4.2. BRL 2319 d.d

19 Toelichting Bij het ontwerp van de bedrijfsriolering is het wenselijk ervoor te zorgen dat: de werking van een afscheidingsinstallatie niet nadelig wordt beïnvloed door een gecombineerde lozing van stoffen; dit geldt ook voor bijvoorbeeld het gebruik van ontvetters en zepen in (borstel)wasinstallaties; bijvoorbeeld eventuele slibvangputten, olie-afscheiders zodanig worden geplaatst dat deze 100 mm hoger liggen dan de hoogst liggende afdekking van de afvoerpunten. Dit in verband met de bergingscapaciteit van de voorziening Het ontwerp van de fundering Het ontwerp moet zijn gebaseerd op de resultaten van het grondmechanisch onderzoek overeenkomstig artikel 4.4, rekening houdend met de te verwachten belastingen en de optredende zettingen, omschreven in het onderzoek. In het ontwerp, gedimensioneerd volgens NEN 6740, moeten de maatregelen ter voorkoming van ongelijkmatige zettingen ten gevolge van verstijvingen in de ondergrond (zoals bij funderingspoeren en gefundeerde balken) zijn vastgelegd. Tevens moet in het ontwerp een funderingsopbouw zijn aangegeven Ontwerp van de voorzieningen van geprefabriceerde elementen Algemeen Een voorziening kan onder meer mechanisch en chemisch worden belast door: De opslag van (vloei)stoffen in bulk- of stukverpakking; De transportbewegingen noodzakelijk voor op- en overslag; Gemorste (vloei)stoffen; Vaste stoffen die op de voorziening worden opgeslagen en/of overgeslagen; Vloeistoffen, ontstaan door uitloging van de opgeslagen vaste stof als gevolg van bijvoorbeeld blootstelling aan neerslag; Bluswater, verontreinigd met de (vloei)stoffen die op de voorziening aanwezig waren ten tijde van het ontstaan van de calamiteit (In de gevallen dat een calamiteitenvoorziening is aangebracht); Temperatuursbelastingen (Krimp en uitzetting); Verkeersbelastingen. Ontwerp op vloeistofdichtheid Bij het ontwerp op vloeistofdichtheid moet worden aangetoond dat de prefab verhardingselementen van beton gedurende de ontwerplevensduur vloeistofdicht zijn voor de betreffende (vloei)stoffen die worden gemorst volgens de uitgangspunten van het ontwerp (artikel 4.2) en het bepaalde morspatroon. Indien ter plaatse van aansluitingen op bouwkundige elementen gekozen wordt voor een constructie in ter plaatse gestort beton of indien gekozen wordt voor een pompeiland in ter plaatse gestort beton, dient te worden aangetoond dat deze constructie gedurende de ontwerplevensduur vloeistofdicht is voor de betreffende (vloei)stoffen die worden gemorst volgens de uitgangspunten van het ontwerp en het bepaalde morspatroon (artikel 4.2). Ontwerp op bestandheid Voor alle toe te passen materialen moet vooraf worden getoetst of deze bestand zijn tegen de bodemverontreinigende (vloei)stoffen. Bij de toe te passen materialen mag geen aantasting worden waargenomen die de vloeistofdichtheid mogelijk in gevaar brengt. De eisen gelden voor zowel continu-, calamiteiten- en incidentele belastingen. Toelichting Een hulpmiddel bij het bepalen van de keuze van een materiaal, bestemd voor de afwatering met betrekking tot de bestandheid is Bijlage A van CUR/PBV-Aanbeveling 51 "Milieutechnische ontwerpcriteria voor bedrijfsrioleringen". BRL 2319 d.d

20 Voor vloeistofdichte voorzieningen die aansluiten op de voorschriften zoals deze zijn genoemd in bijlage 1 resp. bijlage 1a van de Algemene Maatregelen van Bestuur "Besluit tankstations milieubeheer" en "Besluit herstelinrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer" en/of waar gemorst wordt met motorbrandstoffen en smeermiddelen, behoeft geen onderzoek naar chemische bestandheid te worden uitgevoerd (De bestandheid is bij eerder gerealiseerde vloeistofdichte verhardingen bij tankstations voldoende aangetoond). Keuze betonconstructie Ter plaatse van aansluitingen op bouwkundige elementen kan gekozen worden voor het toepassen van een constructie in ter plaatse gestort beton. Voorwaarden voor toepassing zijn: Aansluitingen middels ter plaatse gestort beton tot een grootte van ten hoogste 2 m 2 ; Ter plaatse gestorte pompeilanden of ander niet belaste bouwkundig element. Deze toepassingen vallen binnen het toepassingsgebied van deze BRL. Bij betonconstructies dient de dikte van deze constructie ten minste 200 mm te bedragen, tenzij door een aanvullende constructieve berekening wordt aangetoond, dat deze laagdikte kan worden verminderd. Uitgangspunt hierbij is dat de constructie niet aan verkeersbelasting wordt blootgesteld. Indien dit wel het geval is, dient door middel van een aanvullende berekening te worden aangetoond dat deze constructie voldoet. Het gebruik van ter plaatse gestort beton dient reeds in ontwerpfase te zijn vastgelegd. Toelichting Door foutief gebruik en uitvoering van gedeeltes van de vloeistofdichte voorziening in ter plaatse gestort beton bestaat het risico, dat de gehele voorziening verminderd vloeistofdicht wordt. Een gedegen ontwerp en een correcte uitvoering zal het risico verminderen. Bouwkundige elementen, doorvoeren en verankeringen Indien bouwkundige elementen, zoals poeren, aanrijdbeveiligingen, pompeilanden e.d. uit prefab elementen van beton worden opgebouwd en op deze wijze onderdeel uitmaken van de voorziening, dan moet het ontwerp aan de eisen zoals genoemd in dit artikel worden getoetst. Deze eisen gelden tevens voor doorvoeren en verankeringen, waarbij de details zodanig moeten worden ontworpen dat deze blijvend vloeistofdicht zijn uitgevoerd. Indien na realisatie van de voorziening verankeringen worden aangebracht, dan moeten deze worden uitgevoerd met chemische of ingelijmde ankers. Indien doorvoeren na realisatie van de vloeistofdichte voorziening worden aangebracht, dan moeten de voegdetails en de gebruikte voegvulling worden afgestemd op de te verwachten (vloei)stoffen en temperatuurverschillen. Voor het proces van aanbrengen van de voegvullingsmassa ter plaatse van doorvoeren e.d. moeten de afspraken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de taakverdeling tussen de opdrachtgever en de ondernemer duidelijk zijn vastgelegd. Toelichting: Aandachtspunten bij het vloeistofdicht maken van doorvoeren zijn: hechting van het afdichtingmateriaal aan de toegepaste materialen die door de doorvoer lopen; het afwaterend uitvoeren van de afdichting, zodat bij lekkages het morsproduct op de vloeistofdichte voorziening terechtkomt; het creëren van ruimte tussen de afzonderlijke kabels en/of leidingen op een zodanige wijze dat het aanbrengen van een afdichting mogelijk is; de bestandheid van de afdichting tegen de morsproducten (voegvullingsmassa, manchetten en slangklemmen). BRL 2319 d.d

21 4.5.5 Bestek en/of technische werkomschrijving en tekeningen Voor elk project moet de ondernemer beschikken over een bestek en tekeningen waarin in elk geval moet zijn aangegeven: specificaties van alle toe te passen materialen; opbouw van de voorziening; indien van toepassing de maatvoering van de bedrijfsriolering; maatvoering en opbouw van de funderingsconstructie; lengte-, breedtematen en indien van toepassing het afschot van de vloeistofdichte voorziening; hoogtematen ten opzichte van het bouwpeil; doorsneden van aansluitingen op andere bouwdelen zoals kolken, lijnafwatering, putten, fundaties, verhogingen, bouwmuren etc. Indien er wijzigingen zijn ten opzichte van bestek en tekeningen, dan moeten deze zijn vastgelegd en schriftelijk overeengekomen tussen opdrachtgever en ondernemer. Te allen tijde moeten wijzigingen worden getoetst aan de "Uitgangspunten van het ontwerp" zoals deze zijn genoemd in artikel Inspectie bouwplaats Alvorens wordt begonnen met de werkzaamheden moet de ondernemer de bouwplaats inspecteren en in overleg met de opdrachtgever de stand van zaken in een inspectierapport vastleggen. De inspectie omvat de stand van zaken op de bouwplaats bij aanvaarding zoals ligging en hoedanigheid van ondergrondse kabels en leidingen, tanks, riolering, aanwezige bebouwing alsmede de bodemgesteldheid, aanwezigheid van eventuele bodemverontreinigingen en afwijkingen van de opdracht. Relevante gegevens moeten worden opgevraagd bij de opdrachtgever en/of het KLIC. 4.7 Aanvaarding ondergrond Aanvullingen en ophogingen moeten in lagen van ten hoogste 300 mm zijn aangebracht. Indien voor de aanvang van werkzaamheden overeenkomstig deze BRL aanvullingen of ophogingen in de onderbouw door derden zijn aangebracht, dan moet de ondernemer zich ervan overtuigen dat voldoende verdichting aanwezig is. De controle van de verdichtingsgraad of draagkracht moet overeenkomstig de in artikel 5.2 genoemde methoden per laag in de onderbouw zijn uitgevoerd, waarbij de resultaten schriftelijk moeten zijn vastgelegd in een rapport. Indien aanvullingen of ophogingen door derden zijn aangebracht, dan moet het betreffende bedrijf de verdichtingregistratie overleggen aan de ondernemer. Indien uit de registraties blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen of afgeweken is van de omschreven beproevingsmethoden (bijvoorbeeld door met grotere laagdikten aan te vullen terwijl met dezelfde apparatuur wordt gecontroleerd), dan moet een grondmechanisch onderzoek worden uitgevoerd volgens artikel 4.4, alvorens de werkzaamheden in het kader van deze BRL doorgang mogen vinden. De resultaten van de controle op verdichtingsgraad en/of grondmechanisch onderzoek van de aanvullingen moeten aan de uitgangspunten van het ontwerp worden getoetst. De afwijking in de hoogteligging van de onderbouw mag, gemeten direct voor het aan- brengen van de fundering, ten opzichte van het voorgeschreven profiel, + 10 mm en - 25 mm bedragen. BRL 2319 d.d

22 4.8 Aanleg van de bedrijfsriolering Gronddekking op buizen bij ondergrondse systemen Indien de bedrijfsriolering ondergronds wordt aangelegd, dan moet voor de gronddekking ten minste 600 mm worden aangehouden. Indien de aansluitstompen van kolken en lijnafwateringen zich op een zodanige hoogte bevinden dat ter plaatse niet aan de gronddekkingseis kan worden voldaan, dan moet het hoogteverschil met behulp van hulpstukken worden overwonnen. Buiten een straal van 7 x de diameter van de aansluitleiding, gemeten vanaf de aansluitstomp, moet in dit geval aan de eis van gronddekking worden voldaan. Indien in dit geval gebruik wordt gemaakt van polderstukken, dan moet aan de eis van gronddekking aan het uiteinde van het polderstuk worden voldaan. Indien niet aan de eis van de gronddekking kan worden voldaan, dan moet de opdrachtgever schriftelijk op de hoogte worden gebracht Afvoerpunten Afvoerpunten moeten op de juiste hoogte en in de juiste richting worden gesteld. Indien lijnafwateringen worden toegepast, dan moeten deze op een fundering worden geplaatst en zodanig worden gesteld dat de stabiliteit ervan is gewaarborgd. De uitvoering moet zodanig zijn dat een afdichting met voegvullingsmassa mogelijk is tussen het afvoerpunt en de vloeistofdichte voorziening. De bovenzijde van het afvoerpunt moet ten minste 5 mm lager liggen dan de bovenzijde van de voorziening en mag ten hoogste 20 mm lager liggen dan de bovenzijde van de voorziening. De controle van de verdichtingsgraad van de aanvulling bij de afvoerpunten moet, na realisatie van de aansluiting, worden uitgevoerd overeenkomstig artikel Slibvangput, olie-afwaterscheider en inspectieput (indien van toepassing) Indien een slibvangput, olie-afscheider en/of controle/inspectieput moet(en) worden geplaatst, dan moet de uitvoering hiervan worden gerealiseerd overeenkomstig de voorschriften van de producent/leverancier. De afdekkingen van de bovengenoemde elementen moeten op of boven maaiveldhoogte zijn geplaatst en zodanig zijn gesitueerd dat ze bereikbaar zijn voor bijvoorbeeld oliezuigers en tank-(clean-)wagens. Bij toepassing van plaatstalen afscheiders moeten deze worden voorzien van een kathodische bescherming en worden geplaatst volgens de voorschriften in BRL Buizen Algemeen Indien overeenkomstig de uitgangspunten van het ontwerp van de bedrijfsriolering (artikel 4.5.2) een afsluiter in de aanvoerleiding wordt aangebracht, dan moet deze afsluiter bij het afvalwaterbehandelingssysteem worden gepositioneerd en eenvoudig te bereiken zijn. Ondergrondse systemen Indien de bedrijfsriolering ondergronds wordt aangebracht dan moet vóór het inbrengen van de buizen in de sleuf: de sleufbodem, overeenkomstig artikel van de Standaard 1995, op de juiste hoogte in gereedheid zijn gebracht; de buizen en verbindingsstukken worden ontdaan van grond, vuil en dergelijke. Bij het leggen van de bedrijfsriolering en het maken van de verbindingen moet men ervoor zorgen, dat de bedding intact blijft. De buizen moeten een gelijkmatige oplegging krijgen. De buizen moeten zodanig worden aangelegd dat de verbindingen niet overmatig worden belast. BRL 2319 d.d

23 Hoekverdraaiingen in het tracé moeten worden opgenomen door middel van hulpstukken. Het buigen van buizen om de hoekverdraaiingen te bewerkstelligen, is niet toegestaan. Alle buizen en hulpstukken moeten worden verwerkt overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften van de leverancier/producent. Bovengrondse systemen Alle buizen en hulpstukken moeten worden verwerkt overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften van de leverancier/producent. Afschoteisen Het afschot van de bedrijfsriolering voor vrij-vervalleidingen, moet gericht zijn naar de aansluitende verzamelleidingen en het eventueel aanwezige afvalwaterbehandelingssysteem en moet ten minste 5 mm/m 1 bedragen. Indien gebruik wordt gemaakt van persleidingen dan wordt aan het afschot geen eis gesteld Verbindingen/aansluitpunten Buisverbindingen De buisverbindingen en aansluitpunten moeten deugdelijk zijn uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de leverancier en er moet worden aangetoond dat de verbindingen blijvend vloeistofdicht en bestand zijn tegen de (vloei)stofbelastingen. Indien gebruik wordt gemaakt van lasverbindingen, dan moeten de drukklassen van de verbindingsmoffen en de leidingen met elkaar overeenkomen. Verbindingen bij kolken Indien kolken meerdelig zijn uitgevoerd, moeten de verbindingen van de delen blijvend vloeistofdicht zijn uitgevoerd en bestand zijn tegen de (vloei)stofbelastingen. Tussen de vloeistofdichte voorziening en de kolkkop moet een voegsponning overeenkomstig artikel worden aangebracht. Het afdichten moet worden uitgevoerd overeenkomstig artikel Verbindingen bij lijnafwateringen De onderlinge verbindingen van de samenstellende elementen van de lijnafwatering moeten worden afgedicht overeenkomstig artikel In langsrichting moet tussen de samenstellende elementen van de lijnafwatering en de aansluitende vloeistofdichte voorziening een voegsponning worden gemaakt die voldoet aan artikel De voegvullingsmassa tussen de onderlinge verbindingen van de samenstellende elementen van de lijnafwatering moet ononderbroken verbonden zijn met de voegvullingsmassa van de vloeistofdichte voorziening. De aansluiting van de lijnafwatering op het afwateringssysteem moet blijvend vloeistofdicht zijn uitgevoerd en chemisch resistent zijn voor de betreffende (vloei)stofbelasting. Bij de verbinding moet aandacht worden besteed aan de mogelijkheid tot opvangen van ongelijkmatige zettingen Controle op de dichtheid van de buisverbindingen Het leidingsysteem moet na de complete montage tot aan de aansluiting bij de afvalwaterbehandelingsinstallatie vóór in gebruiknamen (bij bovengrondse systemen) en vóór de aanvulling van de sleuven (bij ondergrondse systemen) worden getest op dichtheid overeenkomstig artikel 5.1. BRL 2319 d.d

BRL 2372 Nationale Beoordelingsrichtlijn

BRL 2372 Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 2372 2003-12-03 Nationale Beoordelingsrichtlijn Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit voor het KOMO procescertificaat voor BRL 2372 2003-12-03 Nationale Beoordelingsrichtlijn

Nadere informatie

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 5262 1999-05-01 Nationale Beoordelingsrichtlijn Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit voor het KOMO procescertificaat voor Het plaatsen en monteren van prefab

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 2813

Wijzigingsblad BRL 2813 Wijzigingsblad BRL 2813 Bouwelementen van beton 31 december 2014 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen Constructief Beton d.d. 12 november 2014. Aanvaard

Nadere informatie

BRL 9600 Nationale Beoordelingsrichtlijn

BRL 9600 Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 9600 2004-03-01 Nationale Beoordelingsrichtlijn Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. 21 juli 2004. voor het KOMO-procescertificaat voor Afbouwwerkzaamheden

Nadere informatie

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d BRL 9935 Deel 01 kritiekversie d.d. 2016-01-15 Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO -procescertificaat voor het ontwerpen, aanbrengen en inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar op daken

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

BRL 9935 Deel 03. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 03: Kritiekversie d.d

BRL 9935 Deel 03. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 03: Kritiekversie d.d BRL 9935 Deel 03 Kritiekversie d.d. 2016-01-15 Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO -procescertificaat voor het ontwerpen, aanbrengen en inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar op daken

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 2502

Wijzigingsblad BRL 2502 Wijzigingsblad BRL 2502 Korrelvormig materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m 3 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen Korrelvormige

Nadere informatie

attest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

attest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K24174/02 Vervangt K24174/01 Uitgegeven 2006-09-01 d.d. 2004-01-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 Betonwarenindustrie Dautzenberg B.V. VERKLARING VAN KIWA

Nadere informatie

KOMO. B.V. De Meteoor. attest-met-productcertificaat. Stelcon vloeistofdichte bedrijfsvloerplaten van

KOMO. B.V. De Meteoor. attest-met-productcertificaat. Stelcon vloeistofdichte bedrijfsvloerplaten van KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K2391/09 Vervangt K2391/08 Uitgegeven 2016-07-01 d.d. 2009-01-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 10 Stelcon vloeistofdichte bedrijfsvloerplaten van B.V. De Meteoor

Nadere informatie

attest-met-productcertificaat Nummer K22641/05 Vervangt K22641/04 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 8

attest-met-productcertificaat Nummer K22641/05 Vervangt K22641/04 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 8 KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K22641/05 Vervangt K22641/04 Uitgegeven 2016-07-01 d.d. 2009-01-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 8 Constar Betonwaren B.V. VERKLARING VAN KIWA Dit attest-met-productcertificaat

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 2120 Geprefabriceerde metselwerkwapening op basis van staal d.d. 13-11-2003. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen

Nadere informatie

Praktijkervaringen met de BRL SIKB mei 2017

Praktijkervaringen met de BRL SIKB mei 2017 Praktijkervaringen met de BRL SIKB 7700 16 mei 2017 INHOUD Presentatie Stephan Romers Ronald van Leeuwen Praktijkervaringen Aan de hand van een aantal cases ervaringen met de BRL SIKB 7700 uitwisselen

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Pagina 1 van 5 d.d. 2015-07-29 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 1332 d.d. 2013-01-02. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen Na-Isolatie d.d. 01-07-2015.

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 5060

Wijzigingsblad BRL 5060 Wijzigingsblad BRL 5060 Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO attest met productcertificaat voor staalvezelbeton 25 oktober 2017 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen certificatieschema onder BRL SIKB 7700 BRL SIKB 7700 van versie 1.3 naar versie 2.0

Overzicht wijzigingen certificatieschema onder BRL SIKB 7700 BRL SIKB 7700 van versie 1.3 naar versie 2.0 Overzicht wijzigingen certificatieschema onder BRL SIKB 7700 BRL SIKB 7700 van versie 1.3 naar versie 2.0 Paragraaf in versie 1.3 Paragraaf in versie 2.0 Beschrijving aanpassing in versie 2.0 Algemeen

Nadere informatie

Vloeistofdichte voorzieningen

Vloeistofdichte voorzieningen B05 BODEM NRB 2001 B2 Vloeistofdichte voorzieningen 1 Beperken verspreidingsrisico 2.1 Vloeren, verhardingen en afdichtingen 3 2.1.1 Vloeistofdichte vloeren en verhardingen 3 a Materiaal en systeemkeuze

Nadere informatie

SKH-Publicatie d.d

SKH-Publicatie d.d SKH-Publicatie 15-02 d.d. 15-07-2015 SKH-PUBLICATIE VOOR TOEPASSING VAN GEOPTIMALISEERD HOUT SAMENGESTELD UIT EEN COMBINATIE VAN VERSCHILLENDE HOUTSOORTEN EN/OF KWALITEITEN EN SUBSTRATEN IN HOUTEN GEVELELEMENTEN

Nadere informatie

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN 253/160324 Voorwoord Kiwa Deze zijn goedgekeurd door het College van Deskundigen GASTEC QA, waarin belanghebbende partijen op het gebied van gas gerelateerde

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

WIJZIGINGSBLAD NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD BRL 4101/7 2011-09-07 WIJZIGINGSBLAD NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST (-MET-PRODUCTCERTIFICAAT) VOOR LIJM VOOR DE BEVESTIGING VAN GEVELBEPLATINGEN Vastgesteld door CvD

Nadere informatie

attest-met-productcertificaat

attest-met-productcertificaat KOMO attest-met-productcertificaat Nummer Uitgegeven Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van x Keramische prefab wand- en gevelelementen VERKLARING VAN CI Dit attest-met-productcertificaat is op basis van BRL

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen certificatieschema onder AS SIKB 6700 AS SIKB 6700 van versie 2.0 naar versie 3.0

Overzicht wijzigingen certificatieschema onder AS SIKB 6700 AS SIKB 6700 van versie 2.0 naar versie 3.0 Overzicht wijzigingen certificatieschema onder AS SIKB 6700 AS SIKB 6700 van versie 2.0 naar versie 3.0 Paragraaf in versie 2.0 Paragraaf in versie 3.0 Beschrijving aanpassing in versie 3.0 Algemeen Algemeen

Nadere informatie

KOMO. B.V. De Meteoor. attest-met-productcertificaat. Stelcon bedrijfsvloerplaten van constructief beton

KOMO. B.V. De Meteoor. attest-met-productcertificaat. Stelcon bedrijfsvloerplaten van constructief beton KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K2392/08 Vervangt K2392/07 Uitgegeven 2016-07-01 d.d. 2009-01-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7 B.V. De Meteoor VERKLARING VAN KIWA Dit attest-met-productcertificaat

Nadere informatie

Interpretatiedocument

Interpretatiedocument Stuknr. 73-06 Versie: 2016-02 Interpretatiedocument behorende bij de KOMO beoordelingsrichtlijnen voor: Kunststof Gevelelementen Vastgesteld door CvD Kunststof Gevelelementen d.d. 21 januari 2016 Voorwoord

Nadere informatie

Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrichtlijn BRL 5222 08-11-2012 Beoordelingsrichtlijn Voor het KOMO attest-met-productcertificaat voor geprefabriceerde binnenhuis rioleringssystemen Vastgesteld door CvD (CvD-LSK) d.d. 30-06-2011 Aanvaard door de

Nadere informatie

KOMO attest K46446/05

KOMO attest K46446/05 475/170301 KOMO attest K46446/05 Uitgegeven 2017-06-20 Vervangt K46446/04 Geldig tot 2020-06-20 D.d. 2015-08-19 Pagina 1 van 14 Type: PAS Foliebassin met afdekking PAS Mestopslagsystemen B.V. VERKLARING

Nadere informatie

Toelichting. Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement

Toelichting. Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement Toelichting Accreditatieschema AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen, onderliggende protocollen en examenreglement 25 juni 2012 pagina 1 van 7 1 Inleiding Waarom inspecties van bodembeschermende

Nadere informatie

KOMO Attest-met-productcertificaat K2392/09

KOMO Attest-met-productcertificaat K2392/09 474/170526 KOMO Attest-met-productcertificaat K2392/09 Uitgegeven 2019-06-19 Vervangt K2392/08 Geldig tot Onbepaald D.d. 2016-07-01 Pagina 1 van 7 Stelcon bedrijfsvloerplaten van constructief beton De

Nadere informatie

attest-met-productcertificaat Nummer K75730/02 Vervangt K75730/01 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7

attest-met-productcertificaat Nummer K75730/02 Vervangt K75730/01 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7 KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K75730/02 Vervangt K75730/01 Uitgegeven 2016-07-01 d.d. 2013-01-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7 Struyk Verwo Infra B.V. VERKLARING VAN KIWA Dit attest-met-productcertificaat

Nadere informatie

KE 58. Februari Keuringseis 58. Zadels met klampverbinding van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC)

KE 58. Februari Keuringseis 58. Zadels met klampverbinding van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC) KE 58 Februari 2018 Keuringseis 58 Zadels met klampverbinding van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC) 253/160324 Voorwoord Kiwa Deze Keuringseis is goedgekeurd door het College van Deskundigen productcertificatie

Nadere informatie

KOMO Productcertificaat K24860/08

KOMO Productcertificaat K24860/08 473/170526 KOMO Productcertificaat K24860/08 Uitgegeven 2018-01-01 Vervangt K24860/07 Geldig tot Onbepaald D.d. 2014-10-15 Pagina 1 van 5 VERKLARING VAN KIWA Dit productcertificaat is op basis van BRL

Nadere informatie

Versie: Interpretatiedocument

Versie: Interpretatiedocument Versie: 2018-01 Interpretatiedocument behorende bij de KOMO beoordelingsrichtlijnen voor: Kunststof Gevelelementen Vastgesteld door CvD Kunststof Gevelelementen d.d. 12 april 2018 Voorwoord Interpretatie

Nadere informatie

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat Geïnstalleerd in bouwwerk CI TRIPLEX VOOR BOUWKUNDIGE (CONSTRUCTIEVE) (NIET-CONSTRUCTIEVE) EN NIET-BOUWKUNDIGE TOEPASSINGEN Producent Fabriek te Impoteur Nummer: Uitgegeven: Vervangt: «nummercertificaat»

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

attest-met-productcertificaat Nummer K/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

attest-met-productcertificaat Nummer K/01 Vervangt -- Uitgegeven d.d. -- Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K/01 Vervangt -- Uitgegeven 2016-03-01 d.d. -- Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 Naam VERKLARING VAN CI Dit attest-met-productcertificaat is op basis van BRL

Nadere informatie

Buitink Technology. Covenant K Mobiele Vloeistofdichte Vloer

Buitink Technology. Covenant K Mobiele Vloeistofdichte Vloer Covenant K97237-01 Uitgegeven 2017-11-15 Vervangt - Pagina 1 van 5 VERKLARING VAN KIWA Met dit Covenant, conform het Kiwa-Reglement voor Productcertificatie, verklaart Kiwa dat het gerechtvaardigd vertrouwen

Nadere informatie

KC-112/03 2001-12-17. Keuringscriteria voor de periodieke keuring van stalen nietstationaire opslag- en afleverinstallaties tot ten hoogste 3 m 3

KC-112/03 2001-12-17. Keuringscriteria voor de periodieke keuring van stalen nietstationaire opslag- en afleverinstallaties tot ten hoogste 3 m 3 2001-12-17 Keuringscriteria voor de periodieke keuring van stalen nietstationaire opslag- en afleverinstallaties tot ten hoogste 3 m 3 2001-12-17 Comment: Let op! Dit logo verwijderen indien de regeling

Nadere informatie

Vervangt. d.d. Pagina. Hulpstukken voor vrij verval binnenriolering - PVC-U. Wavin Nederland BV

Vervangt. d.d. Pagina. Hulpstukken voor vrij verval binnenriolering - PVC-U. Wavin Nederland BV KOMO productcertificaat Nummer K24859/05 Vervangt K24859/04 Uitgegeven 2014-10-15 d.d. 2013-09-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 VERKLARING VAN KIWA Dit productcertificaat is op basis van BRL 52100

Nadere informatie

Nummer K4084/03 Vervangt K4084/02. Uitgegeven 2013-11-01 d.d. 2013-10-01. Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

Nummer K4084/03 Vervangt K4084/02. Uitgegeven 2013-11-01 d.d. 2013-10-01. Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 KOMO productcertificaat Nummer K4084/03 Vervangt K4084/02 Uitgegeven 2013-11-01 d.d. 2013-10-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5 IsoBouw Systems B.V. VERKLARING VAN KIWA Dit productcertificaat is op

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies Datum wijzigingsblad d.d. 15 oktober 2012 Techniekgebied H9: Staal voor toepassing in beton Vastgesteld door CvD Wapeningsmaterialen

Nadere informatie

INSTALLATIE-INSTRUCTIES

INSTALLATIE-INSTRUCTIES ALGEMEEN Deze installatie-instructies zijn alleen van toepassing op de hieronder vermelde ROTO-bouwproducten: Regenwateropslagtanks Afvalwaterzuiveringsinstallatie Olieafscheiders Vetafscheiders Pompstations

Nadere informatie

Dubbele moffen en hulpstukken van PVC-U

Dubbele moffen en hulpstukken van PVC-U productcertificaat K5074/02 Uitgegeven 2012-03-15 Vervangt K5074/01 Pagina 1 van 5 Dubbele moffen en hulpstukken van PVC-U Wavin Nederland B.V. VERKLARING VAN KIWA Dit productcertificaat is afgegeven op

Nadere informatie

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AANBRENGEN VAN GEVELBEPLATINGEN MET BEHULP VAN LIJMSYSTEMEN

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AANBRENGEN VAN GEVELBEPLATINGEN MET BEHULP VAN LIJMSYSTEMEN L/SfB BRL 4104 2003-02-01 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AANBRENGEN VAN GEVELBEPLATINGEN MET BEHULP VAN LIJMSYSTEMEN Op 22 mei 2003 aanvaard door de Harmonisatie Commissie

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 0503

Wijzigingsblad BRL 0503 Wijzigingsblad BRL 0503 Buig- en vlechtwerk en gehechtlaste (prefab) wapeningsconstructies 12 december 2018 Algemeen Dit wijzigingsblad behoort bij de beoordelingsrichtlijn 0503 Buig- en vlechtwerk en

Nadere informatie

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" van de Stichting Bouwkwaliteit

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES van de Stichting Bouwkwaliteit Ú BRL 2338 d.d. 1998-11-15 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting

Nadere informatie

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen Sinds 1 december 2013 verwijst de Activiteitenregeling naar de nieuwste versies van de PGS-richtlijnen 28 en 30 voor de opslag in ondergrondse en bovengrondse opslagtanks. Deze wijziging van de Activiteitenregeling

Nadere informatie

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 2005 04-10-2012 Nationale Beoordelingsrichtlijn Voor het KOMO productcertificaat voor PE-buizen voor binnenriolering Vastgesteld door CvD d.d. 22 juni 2012 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw

Nadere informatie

Algemene sterkte van de bouwconstructie , 2.3 en 2.4, lid 1a en 1b Sterkte bij brand en 2.11

Algemene sterkte van de bouwconstructie , 2.3 en 2.4, lid 1a en 1b Sterkte bij brand en 2.11 Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met Kiwa is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld.

Nadere informatie

Alternatieve lijmen voor raamverbindingen

Alternatieve lijmen voor raamverbindingen Alternatieve lijmen voor raamverbindingen SKH-BGS 014 Alternatieve lijmen voor raamverbindingen Versie 1 d.d. 30-08-2018 Nadruk verbodene: S Uitgave: SKH VOORWOORD Deze BGS 014 Alternatieve lijmen voor

Nadere informatie

KOMO Attest K80706/02

KOMO Attest K80706/02 475/170301 KOMO Attest K80706/02 Uitgegeven 2017-12-14 Vervangt K80706/01 Geldig tot 2020-12-14 D.d. 2015-07-16 Pagina 1 van 9 Mestbassins Type: DL Plastics VERKLARING VAN KIWA Dit attest is op basis van

Nadere informatie

KE 10. Februari Keuringseis 10. Buizen van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC)

KE 10. Februari Keuringseis 10. Buizen van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC) KE 10 Februari 2018 Keuringseis 10 Buizen van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC) 253/160324 Voorwoord Kiwa Deze Keuringseis is goedgekeurd door het College van Deskundigen productcertificatie GASTEC

Nadere informatie

KvINL. Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL

KvINL. Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland op 17 april 2015. Aanvaard

Nadere informatie

Vervang de inhoud van de volgende paragrafen in de BRL door de aangegeven tekst.

Vervang de inhoud van de volgende paragrafen in de BRL door de aangegeven tekst. Wijzigingsblad BRL 2811 Ferrocement-producten Datum wijzigingsblad 27-09-2012 Vastgesteld door CvD Constructief Beton d.d. 21 juni 2012 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit

Nadere informatie

KOMO. kwaliteitsverklaring. EPS platen voor thermische isolatie

KOMO. kwaliteitsverklaring. EPS platen voor thermische isolatie KOMO kwaliteitsverklaring Nummer K4088/05 Vervangt K4088/04 Uitgegeven 2015-01-01 d.d. 2013-10-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 3 KEM-products n.v. VERKLARING VAN KIWA Deze kwaliteitsverklaring voor

Nadere informatie

Vloeistofdichte betonconstructies als bodembeschermende voorziening. Fred Veldhuizen 13 december 2016

Vloeistofdichte betonconstructies als bodembeschermende voorziening. Fred Veldhuizen 13 december 2016 Vloeistofdichte betonconstructies als bodembeschermende voorziening Fred Veldhuizen 13 december 2016 2 Lekkerkerk 1984 Paling eten uit het Twentekanaaal, dat zou ik straks niet meer doen Bomen kappen in

Nadere informatie

KOMO attest K67986/03

KOMO attest K67986/03 475/170301 KOMO attest K67986/03 Uitgegeven 2017-06-15 Vervangt K67986/02 Geldig tot 2020-06-15 D.d. 2014-06-10 Pagina 1 van 13 Type: FlexxoCover Flexxolutions GFS B.V VERKLARING VAN KIWA Dit attest is

Nadere informatie

KOMO Attest K67986/04

KOMO Attest K67986/04 475/170301 KOMO Attest K67986/04 Uitgegeven 2018-02-27 Vervangt K67986/03 Geldig tot 2021-02-27 D.d. 2017-06-15 Pagina 1 van 13 Afdekkingen voor mestbassins Type: Flexxolutions GFS B.V VERKLARING VAN KIWA

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 3131 d.d. 16-03-2004 en vervangt het wijzigingsblad d.d. 30-01- 2013 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen Metalen

Nadere informatie

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid. Wijzigingsblad d.d. 29 02-2016 behorende bij de BRL 9901 Afvalzakken Pagina 1 van 8 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9901 Afvalzakken d.d. 27-09-2012. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

kiuna for progress KOMO' Henco Industries N.V. attest- met-p rod uctce rtif icaat Hencovision systeem

kiuna for progress KOMO' Henco Industries N.V. attest- met-p rod uctce rtif icaat Hencovision systeem KOMO' attest- met-p rod uctce rtif icaat kiuna for progress Nummer K43A62 O1 Uitgegeven 2OO7-03-01 Vervangt d.d. R PflOOljITS RvA [ 002 Geldig tot Onbepaald Pagina 1van3 Hencovision systeem Henco Industries

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL K Buizen van PE (Polyethyleen) voor het transport van drinkwater

Wijzigingsblad BRL K Buizen van PE (Polyethyleen) voor het transport van drinkwater Wijzigingsblad BRL K533-03 Buizen van PE (Polyethyleen) voor het transport van drinkwater Wijzigingsdatum 09-01--2004, vervangt wijzigingsblad d.d. 2002-06-01 Nieuwe titel: Buizen van PE (Polyethyleen)

Nadere informatie

KOMO Productcertificaat K25886/05

KOMO Productcertificaat K25886/05 473/171015 KOMO Productcertificaat K25886/05 Uitgegeven 2018-04-01 Vervangt K25886/04 Geldig tot Onbepaald D.d. 2010-08-01 Pagina 1 van 5 Martens Kunststoffen b.v. VEKAING VAN KIWA Dit productcertificaat

Nadere informatie

Systeemnummer : PD 1-1-2

Systeemnummer : PD 1-1-2 Systeemnummer : PD 1-1-2 Omschrijving : Membraan-éénlaagse gietasfaltconstructie losliggend, voor personenauto's tot 2000 kg. Toepassing : Dit systeem wordt toegepast t.b.v. gelijktijdige afdichting en

Nadere informatie

KOMO Productcertificaat K7045/14

KOMO Productcertificaat K7045/14 473/170628 KOMO Productcertificaat K7045/14 Uitgegeven 2018-10-16 Vervangt K7045/13 Geldig tot Onbepaald D.d. 2017-03-09 Pagina 1 van 5 Mechanische verbindingen van betonstaal: Categorie 1, Ductiliteitsklasse

Nadere informatie

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD BRL 0702 Wijzigingsblad 16-11-2016 BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD VOOR HET KOMO PRODUCTCERTIFICAAT VOOR PROFIELEN VAN ONGEPLASTIFICEERD PVC VOOR HET CONSTRUEREN VAN GEVELELEMENTEN VAN GEVELELEMENTEN,

Nadere informatie

KOMO Productcertificaat K11762/07

KOMO Productcertificaat K11762/07 473/170526 KOMO Productcertificaat K11762/07 Uitgegeven 2018-06-27 Vervangt K11762/06 Geldig tot Onbepaald D.d. 2015-05-01 Pagina 1 van 5 Zetsteen van ongewapend beton voor de natte waterbouw VERKLARING

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d Het proces van het meten van trillingen Vastgesteld door CvD Bouwtechnische Diensten d.d. 18 oktober 2013. Aanvaard door de KOMO Kwaliteits- en Toetsingscommissie d.d. 20-11-2015. Bindend verklaard door

Nadere informatie

Aanleg of herstel van een. Vloeistofdichte prefab betonnen elementen

Aanleg of herstel van een. Vloeistofdichte prefab betonnen elementen Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab betonnen elementen Construction or repair of a liquid tight facility with prefabricated concrete elements Protocol 7701 Versie 1.3 30-10-2014

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014 Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

SIKB - protocol

SIKB - protocol Civieltechnische keuring Keuring voor het vaststellen van de civieltechnische kwaliteit van grond SIKB - protocol 9335-9 Dit protocol, versie 1.2, is op 19 juni 2014 vastgesteld door het Centraal College

Nadere informatie

KOMO Attest K95942/02

KOMO Attest K95942/02 475/170301 KOMO Attest K95942/02 Uitgegeven 2018-03-01 Vervangt K95942/01 Geldig tot 2021-03-01 D.d. 2017-09-14 Pagina 1 van 11 Mestbassins en afdekkingen voor mestbassins Type: Wopereis RVS B.V. VERKLARING

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 4702

Wijzigingsblad BRL 4702 Het gebruik van deze beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met SGS INTRON Certificatie, KIWA, IKOB-BKB is gesloten waarin

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9311 d.d. 16-04-2008, Gerecycled grind voor toepassing op daken en gerecycled grind en gerecyclede steenslag voor toepassing in ongebonden lagen in civiele werken en

Nadere informatie

BRL 9600 Nationale Beoo rdelingsrichtlijn

BRL 9600 Nationale Beoo rdelingsrichtlijn BRL 9600 2004-03-01 Nationale Beoordelingsrichtlijn Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. 21 juli 2004. voor het KOMO-procescertificaat voor Afbouwwerkzaamheden

Nadere informatie

Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen

Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen Het Ministerie van VROM heeft een eerste inventarisatie uitgevoerd van de regelgeving die op basis van het kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie

Nadere informatie

KOMO attest-met-productcertificaat

KOMO attest-met-productcertificaat Geïnstalleerd in bouwwerk SKH Nieuwe Kanaal 9c, 6709 PA Wageningen Postbus 159, 6700 AD Wageningen Telefoon: (0317) 45 34 25 E-mail: mail@skh.nl Website: http://www.skh.nl TRIPLEX VOOR BOUWKUNDIGE CONSTRUCTIEVE,

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 5212

Wijzigingsblad BRL 5212 14-12-2015 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 5212 d.d.22-05-2007 Wijzigingsdatum 14-12-2015 Vastgesteld door het College van deskundigen Dak en gevelbekleding van SKG-IKOB d.d.04-06-2015. Aanvaard door

Nadere informatie

attest-met-productcertificaat Nummer K2416/10 Vervangt K2416/09 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7

attest-met-productcertificaat Nummer K2416/10 Vervangt K2416/09 Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7 KOMO attest-met-productcertificaat Nummer K2416/10 Vervangt K2416/09 Uitgegeven 2016-07-01 d.d. 2012-05-01 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 7 Wernink vloeistofdichte bedrijfsvloerplaten Struyk Verwo Infra

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in de grond buitenshuis

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in de grond buitenshuis WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in de grond buitenshuis WB 3.5 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de aanleg van leidingen in de grond buitenshuis

Nadere informatie

Herstelmaatregelen Vloeistofdichte Voorzieningen

Herstelmaatregelen Vloeistofdichte Voorzieningen Herstelmaatregelen Vloeistofdichte Voorzieningen Bij een inspectie volgens SIKB AS 6700 en één of meer Protocollen 6701 t/m 6704 stelt de Deskundig Inspecteur vast of de geïnspecteerde voorziening kan

Nadere informatie

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. betreffende het. KOMO-attest. voor CEMENT VOOR TOEPASSING IN BETON

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. betreffende het. KOMO-attest. voor CEMENT VOOR TOEPASSING IN BETON BRL 2604 d.d. 2006-11-22 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN betreffende het KOMO-attest voor CEMENT VOOR TOEPASSING IN BETON Techniekgebied H5 Vastgesteld door het College van Deskundigen Bindmiddelen van

Nadere informatie

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist)

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist) Deze bodemrisicoanalyse is opgesteld aan de hand van de Bodemrisicochecklist uit de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) 2012. Alle genoemde combinaties van voorzieningen en maatregelen (CVM) voldoen

Nadere informatie

KOMO. CBS Beton BVBA. kwaliteitsverklaring

KOMO. CBS Beton BVBA. kwaliteitsverklaring KOMO kwaliteitsverklaring Nummer K42673/04 Vervangt K42673/03 Uitgegeven 2015-01-01 d.d. 2014-09-30 Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 8 CBS Beton BVBA VERKLARING VAN KIWA Deze kwaliteitsverklaring voor

Nadere informatie

Rapportage leidingplan

Rapportage leidingplan Projectmanager E.J. de Graaf Rapportage leidingplan Middelstegracht 145 t/m 151 Edwin@bouwconsultancydegraaf.nl 02-08-2016 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Buiten riolering... 5 Binnenriolering...

Nadere informatie

KE 52. Februari Keuringseis 52. Gasdistributieafsluiters voor bedrijfsdrukken tot en met 16 bar

KE 52. Februari Keuringseis 52. Gasdistributieafsluiters voor bedrijfsdrukken tot en met 16 bar KE 52 Februari 2019 Keuringseis 52 Gasdistributieafsluiters voor bedrijfsdrukken tot en met 16 bar 253/160324 Voorwoord Kiwa Deze Keuringseis is goedgekeurd door het College van Deskundigen productcertificatie

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

KOMO Productcertificaat S

KOMO Productcertificaat S KOMO Productcertificaat Uitgegeven 19-07-05 Vervangt Geldig tot Onbepaald D.d. 19-06- Pagina 1 van 5 Cugla B.V. VERKLARING VAN KIWA Dit KOMO productcertificaat is op basis van BRL 1803 Hulpstoffen voor

Nadere informatie

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD BRL 9600 Wijzigingsblad 09-07-203 BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AFBOUWWERKZAAMHEDEN Vastgesteld door het College van Deskundigen Afbouwwerkzaamheden d.d. 05-04-203

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid. BRL 9903 Trekbandzakken Pagina 1 van 9 Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9903 Trekbandzakken d.d. 10-10-2012. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen

Nadere informatie

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 52224 2005-08-01 Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg van bedrijfsriolering Techniekgebied PGW: Procescertificatie in de GWW sector Vastgesteld door CvD Rioleringen

Nadere informatie

NEN-EN 1610 Buitenriolering - Aanleg en beproeving van leidingsystemen

NEN-EN 1610 Buitenriolering - Aanleg en beproeving van leidingsystemen OVERZICHT RELEVANTE NEN-NORMEN RIOLERING Ontwerp/Rioolsystemen ENV 1046 Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Systemen buitenshuis voor het transport van water of afvalwater - Praktijkrichtlijnen voor

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen certificatieschema onder AS SIKB 6900 AS SIKB 6900 van versie 1.0 naar versie 2.0

Overzicht wijzigingen certificatieschema onder AS SIKB 6900 AS SIKB 6900 van versie 1.0 naar versie 2.0 Overzicht wijzigingen certificatieschema onder AS SIKB 6900 AS SIKB 6900 van versie 1.0 naar versie 2.0 Algemeen Algemeen Toevoeging: Foto op voorzijde. Engelse titel en korte introductie. Vervangen: AC

Nadere informatie

SIKB - protocol

SIKB - protocol Civieltechnische keuring Keuring voor het vaststellen van de civieltechnische kwaliteit van grond SIKB - protocol 9335-9 Dit protocol, versie 1.0, is op 16 april 2008 vastgesteld door het Centraal College

Nadere informatie

Product besteksteksten

Product besteksteksten RAW1171 INDUMIX Bladnr. 1 van 6 OMSCHRIJVING BESTEKS- POST- NUMMER CATALOGUSNUMMER HOOFD- DEFICODE CODE 1 : 2 : 3 : 4 : 5 : 6 EEN- HEID RESULTAATS- VERPLICHTING TER INLICHTING 1 INDUMIX PRODUCTEN 11 INDUMIX

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 2701 d.d. 12-12-2012. Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door het College van Deskundigen voor metalen gevelelementen d.d. 20-11-2014. Aanvaard

Nadere informatie

Aanleg en inspectie klaar voor de toekomst?! Stephan Romers. Zelfstandig ondernemer Deelnemer CCvD Bodembescherming SIKB Bestuurslid NIBV

Aanleg en inspectie klaar voor de toekomst?! Stephan Romers. Zelfstandig ondernemer Deelnemer CCvD Bodembescherming SIKB Bestuurslid NIBV Aanleg en inspectie klaar voor de toekomst?! Stephan Romers Zelfstandig ondernemer Deelnemer CCvD Bodembescherming SIKB Bestuurslid NIBV Basis huidige regelgeving Aanleg en inspectie van bodembeschermende

Nadere informatie

Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrichtlijn BRL 9204 1-8-2016 Beoordelingsrichtlijn Voor het KOMO productcertificaat voor Kolken van beton of polymeerbeton Vastgesteld door CvD (Leidingsystemen Ontwerp, productie en uitvoering) d.d. 18 mei 2016

Nadere informatie