Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen"

Transcriptie

1 2001R1206 NL Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1206/2001 VAN DE RAAD van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van , blz. 1) Gewijzigd bij: M1 Verordening (EG) nr. 1103/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 Publicatieblad nr. blz. datum L

2 2001R1206 NL VERORDENING (EG) Nr. 1206/2001 VAN DE RAAD van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 61, onder c), en artikel 67, lid 1, Gezien het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland ( 1 ), Gezien het advies van het Europees Parlement ( 2 ), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ), Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld, de Unie te handhaven en te ontwikkelen als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid waarin het vrij verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van een dergelijke ruimte dient de Gemeenschap onder meer de maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken aan te nemen die nodig zijn voor de goede werking van de interne markt. (2) Ter wille van de goede werking van de interne markt moet de samenwerking tussen de gerechten op het gebied van bewijsverkrijging worden verbeterd, en in het bijzonder worden vereenvoudigd en bespoedigd. (3) De Europese Raad heeft er op 15 en 16 oktober 1999 in Tampere op gewezen dat nieuwe procesregels voor grensoverschrijdende zaken moeten worden opgesteld, in het bijzonder op het gebied van bewijsverkrijging. (4) Dit gebied valt onder artikel 65 van het EG-Verdrag. (5) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de verbetering van de samenwerking tussen de gerechten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doestellingen te verwezenlijken. (6) Op het gebied van bewijsverkrijging bestaat er op dit ogenblik geen bindende overeenkomst tussen alle lidstaten van de Europese Unie. Het Verdrag van Den Haag van 18 maart 1970 inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken is slechts tussen elf lidstaten van de Europese Unie van kracht. (7) Aangezien het voor een rechterlijke beslissing in een burgerlijke of handelszaak in een bepaalde lidstaat vaak nodig is dat in een ( 1 ) PB C 314 van , blz. 2. ( 2 ) Advies uitgebracht op 14 maart 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). ( 3 ) Advies uitgebracht op 28 februari 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

3 2001R1206 NL andere lidstaat bewijs wordt verkregen, kan de Gemeenschap zich niet beperken tot de verzending van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken, zoals geregeld in Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken ( 1 ). Daarom moet de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging versterkt worden. (8) Voorwaarde voor de doeltreffendheid van gerechtelijke procedures in burgerlijke en handelszaken is, dat de verzending en uitvoering van verzoeken om handelingen tot het verkrijgen van bewijs te verrichten rechtstreeks en langs de snelste kanalen tussen de gerechten van de lidstaten verlopen. (9) Een snelle verzending van een verzoek om een handeling tot het verkrijgen van bewijs te verrichten vereist de inzet van alle daartoe geschikte middelen, waarbij bepaalde voorwaarden inzake de leesbaarheid en de betrouwbaarheid van het inkomende document in acht moeten worden genomen. Om zo veel mogelijk duidelijkheid en rechtszekerheid te waarborgen, worden dergelijke verzoeken met een formulier verzonden, dat wordt ingevuld in de taal van de lidstaat van het aangezochte gerecht of in een andere door die lidstaat aanvaarde taal. Ook voor de verdere communicatie tussen de betrokken gerechten verdient het aanbeveling zo veel mogelijk gebruik te maken van formulieren. (10) Een verzoek om een handeling tot het verkrijgen van bewijs te verrichten dient vlot te worden uitgevoerd. Kan het verzoek niet binnen 90 dagen na ontvangst door het aangezochte gerecht worden uitgevoerd, dan is het aangezochte gerecht gehouden het verzoekende gerecht hiervan in kennis te stellen, met opgave van de redenen die een vlotte uitvoering van het verzoek in de weg staan. (11) Met het oog op de doeltreffendheid van deze verordening blijft de mogelijkheid om een verzoek om een handeling tot het verkrijgen van bewijs te verrichten te weigeren, beperkt tot strikt begrensde buitengewone gevallen. (12) Het aangezochte gerecht dient het verzoek overeenkomstig zijn nationale wet uit te voeren. (13) De partijen en eventueel hun vertegenwoordigers moeten aanwezig kunnen zijn bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs, indien daarin is voorzien in de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht, om de procedure te kunnen volgen als werd de handeling in de lidstaat van het verzoekende gerecht verricht. Zij moeten ook het recht hebben te verzoeken aan de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs te mogen deelnemen om daarbij een actievere rol te kunnen spelen. De voorwaarden waaronder zij aan de verrichting van de handeling kunnen deelnemen worden evenwel door het aangezochte gerecht overeenkomstig zijn nationale recht vastgesteld. (14) De vertegenwoordigers van het verzoekende gerecht moeten aanwezig kunnen zijn bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs, indien zulks verenigbaar is met de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht, om het bewijs beter te kunnen beoordelen. Zij moeten ook het recht hebben te verzoeken onder de door het aangezochte gerecht overeenkomstig zijn nationale recht bepaalde voorwaarden aan de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs te mogen deelnemen om daarbij een actievere rol te kunnen spelen. ( 1 ) PB L 160 van , blz. 37.

4 2001R1206 NL (15) Om de bewijsverkrijging te vergemakkelijken, moet het voor een gerecht van een lidstaat mogelijk zijn om overeenkomstig zijn nationale wet een handeling tot het verkrijgen van bewijs rechtstreeks in een andere lidstaat te verrichten, mits dit door de andere lidstaat wordt aanvaard en onder de door het centrale orgaan of de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat bepaalde voorwaarden. (16) De uitvoering van het verzoek overeenkomstig artikel 10 moet geen aanleiding geven tot terugbetaling van rechten of kosten. Indien het aangezochte gerecht evenwel om terugbetaling verzoekt, dienen de vergoedingen betaald aan deskundigen en tolken, alsmede de door de toepassing van artikel 10, leden 3 en 4, veroorzaakte kosten, niet door dat gerecht gedragen te worden. In een dergelijk geval, dient het verzoekende gerecht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de terugbetaling onverwijld geschiedt. Wanneer het advies van een deskundige wordt vereist, kan het aangezochte gerecht, vóór de uitvoering van het verzoek, het verzoekende gerecht verzoeken om een passend deposito of voorschot voor de gevraagde kosten. (17) In de betrekkingen tussen de lidstaten die partij zijn bij internationale overeenkomsten op de door deze verordening bestreken gebieden, heeft de verordening voorrang op die overeenkomsten. Deze verordening belet niet dat lidstaten onderling overeenkomsten of regelingen kunnen sluiten om de samenwerking op het gebied van bewijsverkrijging nog meer te vergemakkelijken. (18) De krachtens deze verordening verzonden gegevens moeten beschermd worden. Aangezien Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ( 1 ), alsmede Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector ( 2 ) van toepassing zijn, behoeven daartoe in deze verordening geen specifieke bepalingen inzake gegevensbescherming te worden opgenomen. (19) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ( 3 ). (20) Voor de goede werking van deze verordening onderzoekt de Commissie de toepassing ervan en stelt, in voorkomend geval, de nodige wijzigingen voor. (21) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland hebben overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, gemeld dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening. (22) Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze verordening is derhalve niet verbindend voor, noch van toepassing in Denemarken, ( 1 ) PB L 281 van , blz. 31. ( 2 ) PB L 24 van , blz. 1. ( 3 ) PB L 184 van , blz. 23.

5 2001R1206 NL HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Werkingssfeer 1. Deze verordening is van toepassing in burgerlijke en handelszaken wanneer het gerecht van een lidstaat overeenkomstig de wettelijke bepalingen van die staat: a) het bevoegde gerecht van een andere lidstaat verzoekt, een handeling tot het verkrijgen van bewijs te verrichten; of b) verzoekt een handeling tot het verkrijgen van bewijs rechtstreeks in een andere lidstaat te mogen verrichten. 2. Er mag geen verzoek worden gedaan met het doel partijen in staat te stellen, zich bewijs te verschaffen dat niet bestemd is voor gebruik in een reeds aanhangige of in een voorgenomen procedure. 3. In deze verordening worden onder lidstaat de lidstaten met uitzondering van Denemarken verstaan. Artikel 2 Rechtstreeks verkeer tussen de gerechten 1. Verzoeken uit hoofde van artikel 1, lid 1, onder a), hierna verzoeken te noemen, worden door het gerecht waarvoor de procedure reeds aanhangig of voorgenomen is, hierna verzoekend gerecht te noemen, rechtstreeks aan het bevoegde gerecht van een andere lidstaat, hierna het aangezochte gerecht te noemen, gezonden ter verrichting van handelingen tot het verkrijgen van bewijs. 2. Iedere lidstaat stelt een lijst op van de gerechten die bevoegd zijn om handelingen tot het verkrijgen van bewijs te verrichten overeenkomstig deze verordening. In de lijst worden ook de territoriale en, in voorkomend geval, de bijzondere bevoegdheid van deze gerechten aangegeven. Artikel 3 Centraal orgaan 1. Iedere lidstaat wijst een centraal orgaan aan dat tot taak heeft: a) de gerechten informatie te verschaffen; b) oplossingen te zoeken indien zich moeilijkheden voordoen bij verzoeken; c) in uitzonderingsgevallen, op verzoek van een verzoekend gerecht een verzoek aan het bevoegde gerecht te doen toekomen. 2. Een federale staat, een staat waarin verschillende rechtsstelsels van kracht zijn of een staat met autonome territoriale structuren heeft de bevoegdheid om meer dan één centraal orgaan aan te wijzen. 3. Iedere lidstaat wijst tevens het in lid 1 bedoelde centraal orgaan aan dat, dan wel een of meer bevoegde autoriteiten die tot taak hebben te beslissen over verzoeken uit hoofde van artikel 17.

6 2001R1206 NL HOOFDSTUK II VERZENDING EN UITVOERING VAN VERZOEKEN A f d e l i n g 1 Verzending van het verzoek Artikel 4 Vorm en inhoud van het verzoek 1. Het verzoek wordt ingediend met gebruikmaking van formulier A in de bijlage of, in voorkomend geval, formulier I. Het verzoek bevat de volgende gegevens: a) het verzoekende en voorzover nodig het aangezochte gerecht; b) de namen en adressen van de partijen en eventueel van hun vertegenwoordigers; c) de aard en het onderwerp van het geding en een beknopte uiteenzetting van de feiten; d) een omschrijving van de handeling tot het verkrijgen van bewijs die moet worden verricht; e) bij een verzoek om een persoon te verhoren: de namen en adressen van de te verhoren personen, de vragen die aan de te verhoren personen moeten worden gesteld, dan wel de feiten waarover zij moeten worden verhoord, in voorkomend geval de vermelding van een recht van verschoning gegrond op de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht, het verzoek om de verklaring onder ede of belofte af te nemen en, eventueel, de formule die daarbij moet worden gebruikt, in voorkomend geval alle andere informatie die het verzoekende gerecht noodzakelijk acht, f) bij een verzoek om enige andere vorm van bewijsverkrijging, de stukken of andere voorwerpen die moeten worden onderzocht; g) in voorkomend geval een verzoek krachtens de artikel 10, leden 3 en 4, en de artikelen 11 en 12 en de voor de toepassing van die bepalingen noodzakelijke inlichtingen. 2. Noch het verzoek, noch de bij het verzoek gevoegde stukken behoeven legalisatie of enige andere vergelijkbare formaliteit. 3. Stukken die naar het oordeel van het verzoekende gerecht noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het verzoek en derhalve moeten worden toegevoegd, moeten vergezeld gaan van een vertaling in de taal waarin het verzoek is gesteld. Artikel 5 Talen Verzoeken en kennisgevingen uit hoofde van deze verordening worden gesteld in de officiële taal van de aangezochte lidstaat of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat bestaan, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de verzochte handeling tot het verkrijgen van bewijs moet worden verricht, of in een andere taal die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te kunnen aanvaarden. Elke lidstaat doet opgave van de officiële taal of talen van de instellingen van

7 2001R1206 NL de Europese Gemeenschap, andere dan zijn eigen taal of talen, die voor de invulling van de formulieren worden aanvaard. Artikel 6 Verzending van verzoeken en van overige kennisgevingen Verzoeken en kennisgevingen uit hoofde van deze verordening worden verzonden langs de snelste weg die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te kunnen aanvaarden. De verzending van verzoeken kan op elke passende wijze plaatsvinden, mits de inhoud van het ontvangen stuk precies overeenstemt met die van het verzonden stuk en alle informatie in het ontvangen stuk leesbaar is. A f d e l i n g 2 Ontvangst van het verzoek Artikel 7 Ontvangst van het verzoek 1. Het aangezochte bevoegde gerecht stuurt het verzoekende gerecht binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek een ontvangstbewijs, met gebruikmaking van formulier B in de bijlage. Indien het verzoek niet voldoet aan de in de artikelen 5 en 6 gestelde voorwaarden, maakt het aangezochte gerecht daarvan een aantekening in het ontvangstbewijs. 2. Indien de uitvoering van een verzoek dat met gebruikmaking van formulier A in de bijlage is ingediend en dat aan de in artikel 5 gestelde voorwaarden voldoet, niet behoort tot de bevoegdheid van het gerecht waaraan het verzoek is gericht, stuurt dit gerecht het verzoek door aan het wel bevoegde gerecht in dezelfde lidstaat en stelt het het verzoekende gerecht hiervan in kennis met gebruikmaking van formulier A in de bijlage. Artikel 8 Onvolledige verzoeken 1. Indien een verzoek niet kan worden uitgevoerd omdat het niet alle in artikel 5 bedoelde gegevens bevat, stelt het aangezochte gerecht het verzoekende gerecht daar onverwijld en uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek van in kennis, met gebruikmaking van formulier C in de bijlage, en verzoekt het het verzoekende gerecht de ontbrekende gegevens, waarvan zo nauwkeurig mogelijk opgave wordt gedaan, toe te zenden. 2. Indien een verzoek niet kan worden uitgevoerd omdat een deposito of voorschot noodzakelijk is overeenkomstig artikel 18, lid 3, stelt het aangezochte gerecht het verzoekende gerecht hiervan onverwijld en uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek met gebruikmaking van formulier C in de bijlage in kennis met vermelding van de wijze waarop het deposito of voorschot dient te worden overgemaakt. Het aangezochte gerecht bevestigt de ontvangst van het deposito of voorschot onverwijld en uiterlijk binnen tien dagen na ontvangst ervan met gebruikmaking van formulier D.

8 2001R1206 NL Artikel 9 Aanvulling van het verzoek 1. Indien het aangezochte gerecht overeenkomstig artikel 7, lid 1, op het ontvangstbewijs aantekent dat het verzoek niet voldoet aan de in de artikelen 5 en 6 gestelde voorwaarden, of indien het het verzoekende gerecht er overeenkomstig artikel 8 van in kennis heeft gesteld dat het verzoek niet kan worden uitgevoerd omdat het niet alle in artikel 4 bedoelde gegevens bevat, vangt de in artikel 10, lid 1, bedoelde termijn aan wanneer het aangezochte gerecht het naar behoren aangevulde verzoek ontvangt. 2. Wanneer het aangezochte gerecht overeenkomstig artikel 18, lid 3, om een deposito of voorschot heeft verzocht, vangt deze termijn aan wanneer het deposito of voorschot is gestort. A f d e l i n g 3 Bewijsverkrijging door het aangezochte gerecht Artikel 10 Algemene bepalingen betreffende de uitvoering van het verzoek 1. Het aangezochte gerecht voert het verzoek onverwijld en uiterlijk binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek uit. 2. Het aangezochte gerecht voert het verzoek uit overeenkomstig zijn nationale wet. 3. Het verzoekende gerecht kan met gebruikmaking van formulier A in de bijlage van het aangezochte gerecht verlangen dat het verzoek wordt uitgevoerd volgens een bijzondere vorm waarin wordt voorzien door zijn nationale wet. Aan die wens wordt door het aangezochte gerecht gehoor gegeven, tenzij deze vorm niet verenigbaar is met de wet van de lidstaat van het aangezochte gerecht, dan wel wegens grote praktische moeilijkheden niet mogelijk is. Indien het aangezochte gerecht op een van deze gronden geen gehoor geeft aan de wens, stelt het het verzoekende gerecht hiervan in kennis met gebruikmaking van formulier E in de bijlage. 4. Het verzoekende gerecht kan van het aangezochte gerecht verlangen dat bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs gebruik wordt gemaakt van communicatietechnologie, in het bijzonder video- en teleconferenties. Aan die wens wordt door het aangezochte gerecht gehoor gegeven, tenzij deze vorm niet verenigbaar is met de wet van de lidstaat van het aangezochte gerecht, dan wel wegens grote praktische moeilijkheden niet mogelijk is. Indien het aangezochte gerecht op een van deze gronden geen gehoor geeft aan de wens, stelt het het verzoekende gerecht hiervan in kennis met gebruikmaking van formulier E in de bijlage. Indien het verzoekende of het aangezochte gerecht geen toegang heeft tot bovenbedoelde technische middelen, kunnen zij door de gerechten in onderlinge overeenstemming ter beschikking worden gesteld. Artikel 11 Uitvoering in aanwezigheid en met deelneming van de partijen 1. Indien de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht daarin voorziet, hebben de partijen en eventueel hun vertegenwoordigers het

9 2001R1206 NL recht aanwezig te zijn bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs door het aangezochte gerecht. 2. In zijn verzoek deelt het verzoekende gerecht het aangezochte gerecht met gebruikmaking van formulier A in de bijlage mee dat de partijen en eventueel hun vertegenwoordigers aanwezig zullen zijn en, in voorkomend geval, dat om hun deelneming wordt verzocht. Deze mededeling kan ook op enig ander passend tijdstip worden gedaan. 3. Indien wordt verzocht om de deelneming van de partijen en eventueel hun vertegenwoordigers aan de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs, bepaalt het aangezochte gerecht overeenkomstig artikel 10 de voorwaarden waaronder zij mogen deelnemen. 4. Het aangezochte gerecht stelt de partijen en eventueel hun vertegenwoordigers met gebruikmaking van formulier F in de bijlage in kennis van het tijdstip waarop en de plaats waar de verlangde handeling zal worden verricht en, in voorkomend geval, van de voorwaarden waaronder zij mogen deelnemen. 5. De leden 1 tot en met 4 doen geen afbreuk aan de mogelijkheid voor het aangezochte gerecht om de partijen en eventueel hun vertegenwoordigers te verzoeken bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs aanwezig te zijn of daaraan deel te nemen, indien zijn nationale wet in die mogelijkheid voorziet. Artikel 12 Uitvoering in aanwezigheid van en met deelneming van vertegenwoordigers van het verzoekende gerecht 1. De vertegenwoordigers van het verzoekende gerecht hebben het recht aanwezig te zijn bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs door het aangezochte gerecht indien zulks verenigbaar is met de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht. 2. Voor de toepassing van dit artikel worden onder het begrip vertegenwoordiger de rechterlijke ambtenaren verstaan die door het verzoekende gerecht zijn aangewezen overeenkomstig zijn nationale wet. Het verzoekende gerecht kan overeenkomstig zijn nationale wet tevens enige andere persoon aanwijzen, zoals een deskundige. 3. In zijn verzoek deelt het verzoekende gerecht het aangezochte gerecht met gebruikmaking van formulier A in de bijlage mee dat zijn vertegenwoordigers aanwezig zullen zijn en, in voorkomend geval, dat om hun deelneming wordt verzocht. Deze mededeling kan ook op enig ander passend tijdstip worden gedaan. 4. Indien wordt verzocht om de deelneming van de vertegenwoordigers van het verzoekende gerecht aan de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs, bepaalt het aangezochte gerecht overeenkomstig artikel 10 de voorwaarden waaronder zij mogen deelnemen. 5. Het aangezochte gerecht stelt het verzoekende gerecht met gebruikmaking van formulier F in de bijlage in kennis van het tijdstip waarop en de plaats waar de verlangde handeling zal worden verricht en, in voorkomend geval, van de voorwaarden waaronder de vertegenwoordigers mogen deelnemen. Artikel 13 Dwangmaatregelen Voorzover nodig past het aangezochte gerecht bij de uitvoering van het verzoek de daartoe passende dwangmaatregelen toe waarin de wet van de lidstaat van het aangezochte gerecht voorziet, in de gevallen en in de mate waarin het daartoe verplicht zou zijn bij de uitvoering van een

10 2001R1206 NL soortgelijk verzoek van de autoriteiten van de eigen staat of van een belanghebbende partij. Artikel 14 Weigering van uitvoering 1. Een verzoek om een persoon te verhoren wordt niet uitgevoerd indien de betrokken persoon zich beroept op een recht van verschoning of een verbod om een verklaring af te leggen gegrond op: a) de wet van de lidstaat van het aangezochte gerecht; of b) de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht, en het verschoningsrecht of het verbod is vermeld in het verzoek of, eventueel, op verzoek van het aangezochte gerecht is bevestigd door het verzoekende gerecht. 2. Afgezien van de in lid 1 genoemde gronden kan de uitvoering van een verzoek niet worden geweigerd dan indien: a) het verzoek niet binnen de werkingssfeer van deze verordening zoals bepaald in artikel 1 valt; of b) de uitvoering van het verzoek volgens de wet van de lidstaat van het aangezochte gerecht niet behoort tot de bevoegdheid van de rechterlijke macht; of c) het verzoekende gerecht niet binnen 30 dagen gehoor geeft aan het verzoek van het aangezochte gerecht om het verzoek aan te vullen overeenkomstig artikel 8, of d) een deposito of voorschot waarom overeenkomstig artikel 18, lid 3, is verzocht niet is gestort binnen 60 dagen nadat het aangezochte gerecht daarom heeft verzocht. 3. De uitvoering kan door het aangezochte gerecht niet worden geweigerd op de enkele grond dat de wet van zijn lidstaat van dat gerecht uitsluitende rechtsmacht toekent ten aanzien van de zaak waarop het verzoek betrekking heeft, dan wel dat de wet van die lidstaat een rechtsvordering als waarop het verzoek betrekking heeft niet toekent. 4. Indien de uitvoering van het verzoek op een van de in lid 2 genoemde gronden wordt geweigerd, stelt het aangezochte gerecht het verzoekende gerecht daar met gebruikmaking van formulier H in de bijlage binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek van in kennis. Artikel 15 Kennisgeving van vertraging Indien het aangezochte gerecht niet binnen 90 dagen na ontvangst aan het verzoek kan voldoen, stelt het het verzoekende gerecht hiervan in kennis met gebruikmaking van formulier G in de bijlage. Daarbij wordt opgave gedaan van de redenen voor de vertraging en van de tijd die het aangezochte gerecht meent nodig te hebben om aan het verzoek te kunnen voldoen. Artikel 16 Procedure na de uitvoering van het verzoek Het aangezochte gerecht doet het verzoekende gerecht onverwijld de stukken ten bewijze van de uitvoering van het verzoek toekomen en zendt in voorkomend geval de van het verzoekende gerecht ontvangen stukken terug. De stukken gaan vergezeld van een uitvoeringsbevestiging waarvoor formulier H in de bijlage wordt gebruikt.

11 2001R1206 NL A f d e l i n g 4 Rechtstreekse bewijsverkrijging door het verzoekende gerecht Artikel Wanneer een gerecht verzoekt een handeling tot het verkrijgen van bewijs rechtstreeks in een andere lidstaat te mogen verrichten, dient het daartoe met gebruikmaking van formulier I in de bijlage een verzoek in bij het centraal orgaan of de bevoegde autoriteit van die staat, bedoeld in artikel 3, lid Een handeling tot het verkrijgen van bewijs kan alleen rechtstreeks worden verricht indien zij vrijwillig en zonder dwangmaatregelen kan worden uitgevoerd. Indien de rechtstreekse verrichting van een handeling tot het verkrijgen van bewijs inhoudt dat een persoon wordt verhoord, stelt het verzoekende gerecht die persoon ervan in kennis dat de handeling vrijwillig wordt verricht. 3. De handeling tot het verkrijgen van bewijs wordt verricht door een rechterlijk ambtenaar of door een andere persoon, zoals een deskundige, die overeenkomstig de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht wordt aangewezen. 4. Binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek deelt het centraal orgaan of de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat, bedoeld in artikel 3, lid 3, met gebruikmaking van formulier J aan het verzoekende gerecht mee of het verzoek wordt aanvaard en, indien nodig, onder welke voorwaarden de handeling overeenkomstig de wet van de aangezochte lidstaat moet worden verricht. Met name kan het centraal orgaan of de bevoegde autoriteit een gerecht van zijn lidstaat opdragen aan de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs deel te nemen teneinde te garanderen dat dit artikel correct wordt toegepast en de gestelde voorwaarden in acht worden genomen. Het centraal orgaan of de bevoegde autoriteit moedigt het gebruik aan van communicatietechnologie, zoals video- en teleconferenties. 5. Het centraal orgaan of de bevoegde autoriteit kan de rechtstreekse verrichting van een handeling tot het verkrijgen van bewijs slechts weigeren indien: a) het verzoek niet binnen de werkingssfeer van deze verordening zoals bepaald in artikel 1 valt; b) het verzoek niet alle in artikel 4 bedoelde gegevens bevat; of c) de gevraagde rechtstreekse verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs strijdig is met fundamentele beginselen van zijn nationale recht. 6. Onverminderd de overeenkomstig lid 4 bepaalde voorwaarden handelt het verzoekende gerecht het verzoek af overeenkomstig zijn nationale wet. A f d e l i n g 5 Kosten Artikel De uitvoering van het verzoek overeenkomstig artikel 10 geeft geen aanleiding tot terugbetaling van rechten of kosten.

12 2001R1206 NL Indien het aangezochte gerecht evenwel om terugbetaling verzoekt, zorgt het verzoekende gerecht voor de onverwijlde terugbetaling van: de vergoedingen die betaald zijn aan deskundigen en tolken; en de kosten die veroorzaakt zijn door de toepassing van artikel 10, leden 3 en 4. De wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht bepaalt wie verplicht is de vergoeding of kosten te dragen. 3. Wanneer het advies van een deskundige wordt vereist, kan het aangezochte gerecht, vóór de uitvoering van het verzoek, het verzoekende gerecht verzoeken om een passend deposito of voorschot voor de gevraagde kosten. In alle andere gevallen vormt een deposito of voorschot geen voorwaarde voor de uitvoering van een verzoek. Partijen storten een deposito of voorschot indien de wet van de lidstaat van het verzoekende gerecht dat bepaalt. HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN Artikel 19 Toepassingsvoorschriften 1. De Commissie stelt een handleiding op, die ook elektronisch beschikbaar is, met de gegevens die de lidstaten overeenkomstig artikel 22 hebben verstrekt en met de geldende overeenkomsten of regelingen overeenkomstig artikel 21, en werkt deze handleiding op gezette tijden bij. M1 2. De in de bijlage opgenomen modelformulieren worden bijgewerkt of technisch aangepast door de Commissie. Deze maatregelen, die nietessentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 20, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Artikel De Commissie wordt bijgestaan door een comité. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan. Artikel 21 Verband met bestaande of toekomstige overeenkomsten of regelingen tussen lidstaten 1. In de betrekkingen tussen de lidstaten die partij zijn bij bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen, met name bij het Verdrag van Den Haag van 1 maart 1954 betreffende de burgerlijke rechtsvordering en het Verdrag van Den Haag van 18 maart 1970 inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken, heeft deze verordening voor de aangelegenheden die zij bestrijkt voorrang op die overeenkomsten of regelingen. 2. Deze verordening belet twee of meer lidstaten niet onderling overeenkomsten of regelingen te handhaven of te sluiten om de bewijsver-

13 2001R1206 NL krijging nog meer te vergemakkelijken, mits die overeenkomsten of regelingen met deze verordening verenigbaar zijn. 3. Elke lidstaat doet aan de Commissie: a) uiterlijk op 1 juli 2003 een exemplaar toekomen van de in lid 2 bedoelde overeenkomsten of regelingen met andere lidstaten die hij handhaaft; b) een exemplaar toekomen van de in lid 2 bedoelde overeenkomsten of regelingen met andere lidstaten, alsook van de nog niet aangenomen ontwerpen daarvan; en c) mededeling van de opzegging van of wijzigingen in deze overeenkomsten of regelingen. Artikel 22 Mededelingen Uiterlijk op 1 juli 2003 deelt elke lidstaat de Commissie het volgende mee: 1) de lijst met gegevens overeenkomstig artikel 2, lid 2, met vermelding van de territoriale en, voorzover van toepassing, de bijzondere bevoegdheid van de gerechten; 2) de namen en adressen van de centrale organen en bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 4, met vermelding van hun territoriale bevoegdheid; 3) de technische middelen voor de ontvangst van verzoeken waarover de in artikel 2, lid 2, bedoelde gerechten beschikken; 4) de talen waarin het verzoek kan worden gesteld zoals bepaald in artikel 5. De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte wanneer deze gegevens veranderen. Artikel 23 Toetsing Uiterlijk op 1 januari 2007 en vervolgens om de vijf jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening, waarbij zij met name toeziet op de praktische toepassing van artikel 3, lid 1, onder c), en lid 3, en de artikelen 17 en 18. Artikel 24 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli Deze verordening wordt van kracht op 1 januari 2004, met uitzondering van de artikelen 19, 21 en 22, die van kracht worden op 1 juli Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 27.6.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 174/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1206/2001 VAN DE RAAD van 28 mei 2001 betreffende

Nadere informatie

PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE BEWIJSVERKRIJGING

PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE BEWIJSVERKRIJGING PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN DE VERORDENING BETREFFENDE BEWIJSVERKRIJGING (Verordening (EG) Nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 247 E/11

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 247 E/11 31.8.1999 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 247 E/11 Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de overmaking en uitvoering van rogatoire

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 31.1.2003 L 26/41 RICHTLIJN 2002/8/EG VAN DE RAAD van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 11 maart 2008 (OR. en) 2006/0298 (COD) LEX 868 PE-CONS 3684/1/07 REV 1 DRS 52 CODEC 1284 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Een praktische gids. Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken

Een praktische gids. Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken Gebruik van videoconferenties om bewijs te verkrijgen in burgerlijke en handelszaken krachtens Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 Een praktische gids Europees justitieel netwerk

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

30.6.2000 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. VERORDENING (EG) Nr. 1348/2000 VAN DE RAAD. van 29 mei 2000

30.6.2000 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. VERORDENING (EG) Nr. 1348/2000 VAN DE RAAD. van 29 mei 2000 30.6.2000 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 160/37 VERORDENING (EG) Nr. 1348/2000 VAN DE RAAD van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke

Nadere informatie

14899/09 HD/mm DG H 2 A

14899/09 HD/mm DG H 2 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2009 (OR. en) 14899/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0034 (CNS) JUSTCIV 215 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN

24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN 24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/52/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9114/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 489 COPEN 199 CYBER 152 DROIPEN 78 JAIEX 74 ENFOPOL 228 DAPIX 176 EJUSTICE 62 MI

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 913 definitief 2006/0301 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/6/EG

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.12.2006 COM(2006) 751 definitief 2005/0126 (COD) Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de betekening en

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

5307/10 VP/mm DG H 2 B

5307/10 VP/mm DG H 2 B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 februari 2010 (OR. en) 5307/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0192 (E) JAI 36 COPEN 8 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

1997R0258 NL

1997R0258 NL 1997R0258 NL 07.08.2009 004.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) nr. 258/97 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET COMMUNAUTAIR BUREAU VOOR PLANTENRASSEN van 25 maart 2004 inzake de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/22 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1945 VAN DE COMMISSIE van 19 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot kennisgevingen door en aan vergunningaanvragende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 993 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1206/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (E) JAI 35 COPEN 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen

Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend de toegang tot de rechter in internationale gevallen te vergemakkelijken, Hebben

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/12 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2016 COM(2016) 317 final 2016/0159 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van de lijsten van insolventieprocedures en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2003 (10.03) (OR. en) PUBLIC 6614/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0027 (CNS) LIMITE VISA 35 COMIX 117 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden: Wijziging van de Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

8620/01 AL/td DG H I NL

8620/01 AL/td DG H I NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 mei 2001 (OR. fr) 8620/01 LIMITE VISA 66 FRONT 36 COMIX 338 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad inzake de aanpassing van de

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 C(2016) 8600 final ANNEX 1 BIJLAGE bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing NL NL Bijlage Administratieve procedures

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2001R1207 NL 18.02.2008 002.002 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 VERORDENING (EG) Nr. 1207/2001 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.6.2017 L 162/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 522 Wijziging van de Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * P7_TA(2010)0477 Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2013 COM(2013) 338 final 2013/0177 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Oostenrijk en Malta in het belang van de Europese Unie worden gemachtigd toe te treden

Nadere informatie

Luxemburg 20 mei 1980

Luxemburg 20 mei 1980 Europese Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen Officiële tekst Europese Verdrag

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 25.2.2015 L 54/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/281 VAN DE COMMISSIE van 26 november 2014 tot vervanging van de bijlagen I en II van Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.5.2008 COM(2008) 246 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van de bijlagen A en B bij Verordening (EG) nr. 1346/2000 betreffende

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2018 COM(2018) 249 final 2018/0117 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2003R2201 NL 01.03.2005 001.006 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 2201/2003 VAN DE RAAD van 27

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10 21 (1980) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1981 Nr. 10 A, TITEL Europees Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake liet gezag over

Nadere informatie

Voorstel voor een verordening (COM(2018)0379 C8-0243/ /0204(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Voorstel voor een verordening (COM(2018)0379 C8-0243/ /0204(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst 7.2.2019 A8-0001/ 001-064 AMENDEMENTEN 001-064 ingediend door de Commissie juridische zaken Verslag Sergio Gaetano Cofferati A8-0001/2019 Betekening en kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 31286 Aanpassing van de wet van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te s-gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 0 juli 05 (OR. en) 0506/5 ENFOPOL 9 COMIX 3 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Ontwerp-UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van de datum

Nadere informatie

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 16 maart 2017 (OR. en) 7079/17 ENFOPOL 116 JAI 225 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties nr. vorig doc.: 7078/17 Betreft: Ontwerpuitvoeringsbesluit (EU) 2017/

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) PUBLIC 8082/1/06 REV 1 LIMITE SIRIS 72 SCHENGEN 32 CODEC 311 COMIX 339 NOTA

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 26.4.2019 L 112/11 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/661 VAN DE COMMISSIE van 25 april 2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister voor het op de markt brengen

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.4.2019 C(2019) 2962 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 25.4.2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 23 mei 2008 (OR. en) 2007/086 (COD) PE-CONS 3608/08 VISA 37 FRONT 8 COMIX 93 CODEC 30 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft.

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft. Klachtenregeling van P-Centrum Nederland B.V. Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.12.2008 COM(2008) 894 definitief 2008/0266 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD van [ ] tot vaststelling van een procedure voor

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 109/14 VERORDENING (EU) Nr. 372/2014 VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 wat betreft de berekening van bepaalde termijnen, de afhandeling van klachten en

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 5.7.2014 L 198/7 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 januari 2014 betreffende de nauwe samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten die niet de euro als munt hebben

Nadere informatie

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Publicatieblad Nr. L 372 van 31/12/1985 blz. 0031-0033

Nadere informatie

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32.

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32. Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing

Nadere informatie

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, december 004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 004/038 (CNS) 58//04 REV LIMITE COPEN 44 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 374/04 COPEN 8

Nadere informatie

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag L 225/16 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 12. 8. 98 RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.7.2017 COM(2017) 357 final 2017/0148 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Luxemburg en Roemenië worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125 Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (E) XT 21106/18 BXT 125 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0169 (E) 12326/16 JUSTCIV 237 COEST 226 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité

Nadere informatie