Kluwer Online Research

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kluwer Online Research"

Transcriptie

1 RO 2010, 40 Hof Amsterdam (Ondernemingskamer), 16 februari 2010, nr OK, Mrs. E.F. Faase, A.C. Faber, J.H.M. Willems, prof. dr. M.A. van Hoepen RA, drs. C. Izeboud RA Wetingang: BW art. 2:339, 340, 343 Roepnaam: Hooymans Essentie Geschillenregeling. Uittreding. Waarderingsgrondslag. Hoe moeten aandelen worden gewaardeerd in het kader van de geschillenregeling? Samenvatting De uit 1993 stammende en daarmee de langstlopende geschillenprocedure betreft de vete tussen de broers Geert, Wim en Hennie Hooymans. Deze broers waren elk voor een derde aandeelhouder in en bestuurder van Gebroeders Hooymans B.V. en Aannemersbedrijf Hooymans B.V. Na het ontstaan van onoverbrugbare geschillen is Geert ontslagen als bestuurder van beide vennootschappen. Vervolgens heeft Geert een uittredingsvordering (2:343) ingesteld tegen Wim en Hennie. De uittredingsvordering is toegewezen door de rechtbank, welk vonnis is bekrachtigd door de OK (afgezien van het oordeel ten aanzien van de peildatum). Nadat het vonnis onherroepelijk werd, is twee achtereenvolgende malen door de rechtbank een opdracht verleend aan een deskundige om schriftelijk bericht uit te brengen over de waarde van de aandelen. Vervolgens heeft de OK een derde deskundigenbericht bevolen, nu de beschikbare deskundigenberichten onvoldoende inzichtelijk en toetsbaar bleken te zijn. Gedurende de procedure, op 24 december 1999, heeft Geert zijn aandelen overgedragen aan zijn broers en heeft hij van hen een eerste voorschot op de koopprijs ontvangen. Tot op heden hebben partijen geen overeenstemming bereikt over de prijs, maar wel over de peildatum voor de waardering. De peildatum is 31 december OK: Bij de bepaling van de waarde van de aandelen in het economische verkeer dient te worden uitgegaan van de fictie dat er sprake is van een willige koper, een willige verkoper en een competitieve markt. Indien een zogeheten vergelijkbare derdenprijs (comparable uncontrolled price) voorhanden is, hoeft van deze fictie geen gebruik te worden gemaakt. In dit geval is er geen vergelijkbare derdenprijs voorhanden. De deskundige heeft de waarde van de aandelen in het economische verkeer vastgesteld. Hij heeft hierbij een korting van 30% toegepast vanwege het minderheidskarakter van het belang. Bovendien heeft hij een korting van 15% toegepast vanwege de geringe verhandelbaarheid van de aandelen. De OK overweegt dat overeenkomstig haar vaste rechtspraak het uitgangspunt is dat dergelijke kortingen geen rol spelen bij de waardebepaling in procedures als de onderhavige. De aan de aandelen van Geert toe te kennen waarde dient te worden vastgesteld op een met diens aandelenbezit evenredig deel van de in de Hooymans vennootschappen besloten liggende ondernemingswaarde. De OK veroordeelt Wim en Hennie tot overname van alle door Geert gehouden aandelen in de Hooymans vennootschappen tegen betaling van de koopprijs die door de OK op basis van het deskundigenbericht is vastgesteld. Daarnaast veroordeelt de OK Wim en Hennie tot betaling van wettelijke rente over het deel van de koopprijs dat door hen nog niet betaald is

2 De wettelijke rente wordt berekend vanaf 24 december 1999 tot aan de dag van voldoening van het relevante deel van de openstaande koopprijs. Een veroordeling tot betaling van wettelijke rente is gerechtvaardigd nu Wim en Hennie vanaf 24 december 1999 de beschikking hebben over de aandelen, en daarmee over de vruchten van en de zeggenschap over die aandelen, terwijl Geert (slechts) de beschikking heeft gehad over (de vruchten van) het reeds betaalde voorschot op de koopprijs voor de aandelen. Wenk: Bij de waardering van de aandelen in het kader van de geschillenregeling is een korting vanwege het minderheidskarakter van het aandelenpakket in beginsel niet toelaatbaar. Dit uitgangspunt geldt zowel bij de uitstotingsprocedure (2:336) als bij de uittredingsprocedure (2:343). Tot op heden is dit uitgangspunt strikt toegepast in de rechtspraak. Niettemin zijn beperkte uitzonderingen op dit uitgangspunt denkbaar. Te denken valt aan de situatie dat het pakket aandeel recentelijk was verworven tegen een prijs waarbij een minderheidskorting was ingecalculeerd. Het uitgangspunt dat de waarde van de aandelen in het economisch verkeer wordt vastgesteld zonder toepassing van een minderheidskorting treft men ook aan bij de uitkoopprocedure (2:201a) en bij de voorwaardelijke uittredingsrechten in het geval van omzetting en grensoverschrijdende fusie (2:181 en 2:333h). De toepassing van een korting vanwege de geringe verhandelbaarheid (illiquiditeit) van de aandelen is ook niet toegestaan. Anders dan voor aandelen in een beursgenoteerde vennootschap is voor aandelen in een BV geen liquide markt voorhanden. De geringe verhandelbaarheid van aandelen in een BV is juist een van de bestaansredenen van de geschillenregeling. Een van de redenen voor het niet toepassen van de hiervoor genoemde kortingen is het voorkomen van de situatie dat de meerderheidsaandeelhouder moedwillig een minderheidsaandeelhouder in zijn belangen schaadt met het doel zijn aandelen tegen een gereduceerde prijs over te kunnen nemen. Net als in het huidige B.V.-recht, zullen ook in het voorgestelde B.V.-recht wettelijke maatstaven voor de waardering van aandelen in het kader van de geschillenregeling ontbreken. Aangenomen mag worden dat onder het nieuwe B.V.-recht de fictie dat er sprake is van een willige koper, een willige verkoper en een competitieve markt zal worden gehandhaafd en dat zowel de minderheidskorting als de illiquiditeitskorting in beginsel achterwege dienen te blijven. In het onderhavige geval waren de aandelen al in 1998 door Geert overgedragen en was slechts een deel van de koopprijs voldaan. De aandelen waren geleverd op basis van een vonnis dat door de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. Anders dan onder het voorgestelde B.V.-recht, is het op grond van de huidige geschillenregeling niet mogelijk om een vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Uit art. 2:343 lid 3 BW volgt dat de gedaagde de aandelen binnen twee weken nadat aan hem het afschrift van het onherroepelijk geworden vonnis is betekend tegen betaling van de vastgestelde prijs dient over te nemen. Hierbij geldt het principe van gelijk oversteken. Eerder dan het in art. 2:343 lid 3 BW bepaalde tijdstip is er geen verplichting tot levering van de aandelen en voldoening van de koopprijs. Een verplichting komt pas tot stand indien de termijn voor het instellen van beroep tot cassatie van het onderhavige vonnis is verstreken (mits geen cassatie wordt ingesteld). Omdat Geert meer dan een decennium niet kon beschikken over het restant van de koopprijs, terwijl zijn broers alle rechten verbonden aan de aandelen konden uitoefenen, veroordeelt de OK de broers tot het voldoen van wettelijke rente. Hoewel aan de redelijkheid van dit vonnis niet getwijfeld hoeft te worden, lijkt het juridische fundament voor deze veroordeling te ontbreken. Uit art. 2:119 BW jo. art. 2:81 BW volgt dat wettelijke rente pas verschuldigd is nadat de prestatie opeisbaar is geworden. In het Zondag Beheerarrest heeft de Hoge Raad zich reeds gebogen over de vraag of wettelijke rente verschuldigd kan zijn over een periode - 2 -

3 voordat het uittredingsvonnis onherroepelijk is geworden en is betekend. Ook in deze zaak was het uittredingsvonnis door een lagere rechter ten onrechte uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat van wettelijke rente slechts sprake kan zijn nadat het uittredingsvonnis onherroepelijk is geworden en is betekend. Zie ook: HR 21 januari 2005, NJ 2005, 126 m.nt. Ma en JOR 2005/57, r.o uitstotingsprocedure (Hoffman Beheer); HR 11 september 1996, NJ 1997, 177, uittredingsprocedure (Zondag Beheer); Hof Amsterdam (OK) 7 oktober 2008, RO 2009, 4 (met verwijzing naar eerdere uitspraken inzake de Hooymans-procedure); Hof Amsterdam (OK) 9 december 1999, JOR 2000/32, uitstotingsprocedure (Jurgens); J. den Boer, Naar een rationeel waarderingstijdstip bij de uitkoop- en de geschillenregeling, WPNR 2002/6487, p ; J. Roest, Groene Serie Rechtspersonen, Boek 2 BW, Art. 339; G. van Solinge & M.P. Nieuwe Weme, De naamloze en besloten vennootschap (Asser 2- II*), Deventer: Kluwer 2009, nr. 717; P.P. de Vries, Exit rights of minority shareholders in a private limited company (diss.), Deventer: Kluwer 2010, t/m Partijen G.H.M. Hooymans, te Velddriel, gem. Maasdriel, appellant in het principaal appel, geïntimeerde in het indicidenteel appel, adv. mr. W.M. van Bokhoven, tegen 1.W.G.M. Hooymans, te Velddriel, gem. Maasdriel, 2.H.W.M. Hooymans, te Velddriel, gem. Maasdriel, geïntimeerden in het principaal appel, appellanten in het incidenteel appel, adv. mr. J.C.B.C. Geerts. Hof: 1.Het verloop van het geding 1.1 Wat het verloop van het geding betreft verwijst de Ondernemingkamer in de eerste plaats naar haar in deze zaak tussen partijen (appellant in het principaal appel, geïntimeerde in het incidenteel appel, hierna Geert te noemen, en geïntimeerden in het principaal appel, appellanten in het incidenteel appel, hierna Wim en Hennie te noemen) gewezen arrest van 13 februari 2003 in de zaak met rolnummer 421/2002 OK en naar haar arresten in deze zaak van 12 januari 2006 en 7 oktober In het arrest van 7 oktober 2008 heeft de Ondernemingskamer voor zover thans van belang opnieuw een onderzoek bevolen naar de waarde van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Gebroeders Hooymans B.V. (hierna Hooymans te noemen) en van Aannemersbedrijf Hooymans B.V. (hierna Aannemersbedrijf te noemen) per 31 december 1998, een en ander met inachtneming van hetgeen in dat arrest is overwogen, alsmede prof. dr. L. Traas te Blaricum (hierna de deskundige te noemen) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. 1.3 De deskundige heeft zijn waarderingsrapport (hierna het deskundigenbericht te noemen) op 4 februari 2009 ter griffie van de Ondernemingskamer gedeponeerd. 1.4 Geert heeft bij akte na deskundigenbericht ter rolle van 17 maart 2009 zich over het deskundigenbericht uitgelaten en producties in het geding gebracht

4 1.5 Daarop hebben Wim en Hennie bij antwoordakte na deskundigenbericht ter rolle van 28 april 2009 geantwoord, producties in het geding gebracht en bewijs aangeboden. 1.6 Partijen hebben de stukken van het geding, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd, wederom overgelegd en arrest gevraagd. 2.De vaststaande feiten 2.1 Wat de vaststaande feiten betreft verwijst de Ondernemingskamer in de eerste plaats naar haar hiervoor vermelde arrest van 13 februari 2003, alsmede naar hetgeen onder 2. is opgenomen in haar in deze zaak op 7 oktober 2008 gewezen arrest. Evenals in die arresten zullen Hooymans, Aannemersbedrijf en Eerste Velddrielse Verhuurmaatschappij B.V. (hierna EVVM te noemen) tezamen de vennootschappen worden genoemd. 2.2 De taak van de deskundige zoals verwoord in het laatstgenoemde arrest was om gemotiveerd toegelicht zowel wat betreft zijn keuze voor een bepaalde waarderingsmethode (intrinsieke waardemethode, rentabiliteitswaardemethode of een andere waarderingsmethode) als wat betreft de berekening en de grondslagen daarvan en gebruik makend van alle thans beschikbare, door hem relevant geachte (cijfermatige) informatie dus ook informatie die pas na 31 december 1998 beschikbaar is gekomen en zoveel mogelijk onder bijvoeging van de informatie die aan zijn bevindingen ten grondslag zal liggen te komen tot een waardering van de aandelen van Hooymans B.V. en van Aannemersbedrijf B.V. (hierna tezamen de Hooymans vennootschappen te noemen) per 31 december 1998 en daarbij de eventuele waarde van de aandelen EVVM te betrekken. 2.3 Blijkens het deskundigenbericht heeft de deskundige de volgende uitgangspunten ten grondslag gelegd aan zijn waardebepaling. (i) Hij heeft zich gerealiseerd dat het bij de waardebepaling gaat om de waarde in het economische verkeer ofwel (in de woorden van het deskundigenbericht) de prijs waarbij een willige koper en een willige verkoper in een redelijk competitieve markt geacht kunnen worden tot een koop/verkoop overeenkomst te komen. Omdat een onderneming de Ondernemingskamer verstaat: zoals die van de Hooymans vennootschappen een productiemiddel is dat wordt begeerd vanwege de voordelen die zij in de toekomst kan opleveren in de vorm van additioneel voortgebrachte goederen of diensten, ligt haar (huidige) waarde in beginsel steeds in de toekomst. Die waarde wordt bepaald aan de hand van de geldelijke voordelen die de onderneming in de toekomst voor de eigenaar kan voortbrengen. De bijbehorende waarde wordt de rentabiliteitswaarde genoemd. De rentabiliteitswaarde is dus in beginsel steeds de relevante ondernemingswaarde. (ii) In het onderhavige geval moet de ondernemingswaarde worden bepaald per 31 december Op die datum was geen sprake van een onderneming zonder toekomst (in welk geval de rentabiliteitswaarde niet de relevante ondernemingswaarde zou zijn); het enige probleem destijds was dat men zich van die toekomst geen betrouwbaar beeld kon vormen. Ofschoon in beginsel gebruik kan worden gemaakt van alle thans beschikbare informatie dus ook informatie die pas na 31 december 1998 beschikbaar is gekomen heeft de deskundige vermeld dat het [b]ij het maken van prognoses over de toekomst van ondernemingen ten behoeve van waardebepalingen ( ) gebruikelijk (is) over een tijdvak van 5 à 7 jaar gedetailleerde ramingen te maken van de te verwachten geldelijke voordelen die de onderneming zal opleveren. En voor de jaren die daarna komen met een globale raming te volstaan. Blijkens het staatje op pagina 9 van het deskundigenbericht heeft de deskundige voor de gedetailleerde raming in casu gekozen voor een periode van - 4 -

5 zes jaren, namelijk de jaren 1999 tot en met Voor dit eerste deel van de toekomstprojectie zullen als geldelijke voordelen worden genomen de werkelijke in die jaren door de vennootschappen gerealiseerde resultaten. (iii) Verder heeft de deskundige tot uitgangspunt genomen dat de vennootschappen haar onderneming zouden voortzetten in de sector van de traditionele grond-, weg- en waterbouw en dat ultimo 1998 geen reden was om te veronderstellen dat wellicht naar een andere sector zou worden overgestapt, zoals in 2004 is geschied vanwege de verliesgevende marges en de ongunstige marktontwikkelingen naar aanleiding van de bouwfraude (die in november 2001 in alle hevigheid losbarstte en waarop vanaf 2002 een ongekende prijzenslag in de grond-, weg- en waterbouwmarkt volgde). In 2004 zijn de vennootschappen omgeschakeld naar een nichemarkt in de sector asfaltering- en wegmarkeringprojecten, hetgeen gepaard ging met een zekere juridische herstructurering waardoor in het vervolg niet de (drie) vennootschappen doch een nieuwe vennootschap, EVVM Infra B.V. alle projecten ging uitvoeren. Aannemersbedrijf en EVVM zijn vervolgens tot nagenoeg lege vennootschappen verworden; Hooymans bleef de functie vervullen van onroerend goedvennootschap en verhuurder van het materieel met een aangepast park van machines en kranen. Omdat in 1998 de vennootschappen ervoor hebben gekozen de onderneming voort te zetten in de sector van de grond-, weg- en waterbouw en er toen geen reden was om in de toekomstprognose (voor de waardebepaling) van een andere veronderstelling uit te gaan, is de deskundige er (ook) voor het tweede, globale deel van de toekomstprojectie van uitgegaan dat de vennootschappen nog tot in de verre toekomst actief zouden zijn op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw. Verondersteld wordt dat elk jaar een genormaliseerd resultaat zal worden behaald, dat zal worden gelijkgesteld aan het resultaat dat gemiddeld over de jaren 1999 tot en met 2004 werd behaald (welke periode geacht kan worden een volledige aannemingscyclus te omvatten), zij het met een lichte correctie voor de uitzonderlijk goede jaren 2000 en 2001 die waarschijnlijk niet zouden terugkeren. 2.4 Het deskundigenbericht houdt omtrent de stroom van geldelijke voordelen die (de onderneming van) de vennootschappen in de jaren 1999 tot en met 2004 naar verwachting (zal) zullen opleveren het volgende in: In theorie moet hierbij worden gewerkt met de stroom van free cash flows die de onderneming oplevert. De huidige waarde van deze toekomstige stroom is de ondernemingswaarde. Vermindert men deze ondernemingswaarde met de rentedragende schulden die de onderneming heeft, dan resteert de aandeelhouderswaarde. En gedeeld door het aantal aandelen geeft deze de waarde per aandeel. Voor de [Hooymans vennootschappen] zijn echter geen cash flow gegevens beschikbaar. Er worden jaarlijks slechts eenvoudige jaarrekeningen opgesteld met alleen een balans en een resultatenrekening en enkele toelichtingen. Kasstroomoverzichten zijn onbekend; deze worden niet gemaakt. Dit betekent dat de deskundige voor de waardering van de aandelen van de [Hooymans vennootschappen] moet terugvallen op de gegevens over de bereikte winsten zoals vermeld in de resultatenrekeningen; volstaan moet dus worden met een winststroom in plaats van een stroom van vrije cash flows. Een waardering op basis van de winststroom houdt vergeleken met een waardering op basis van cash flows geen rekening met de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen (de financiële leverage ) waarmee de onderneming werkt en is daardoor iets minder nauwkeurig. Aangezien de [Hooymans vennootschappen] in totaal echter een eigen : vreemd [vermogen] verhouding hebben die voor aannemingsmaatschappijen niet ongebruikelijk is, is de verstorende invloed van het buiten beschouwing laten van de leverage minimaal. Daarom zal in het navolgende van de winststroom worden uitgegaan. Door deze stroom als - 5 -

6 vertrekpunt voor de berekening te nemen wordt rechtstreeks de aandeelhouderswaarde van de vennootschappen vastgesteld ( ). ( ) In het deskundigenbericht volgt dan een tabel met netto winstcijfers van de Hooymans vennootschappen (inclusief de 100% deelneming in EVVM) over de jaren 1998 tot en met Verder houdt het deskundigenbericht in: Na 2004 heeft bij de [Hooymans vennootschappen] een verandering in de strategie plaatsgevonden. Er is een omschakeling geweest van de traditionele grond- weg- en waterbouw naar een nichemarkt van relatief kleinschalige asfaltering- en markeringsprojecten. Deze omschakeling heeft de leiding in 1998 niet kunnen voorzien omdat die omschakeling een gevolg was van het na de bouwfraude, voor kleine aannemingsbedrijven verslechterde perspectief. Na 2004 zal de deskundige daarom de daadwerkelijk in de (gedeeltelijk nieuwe) [Hooymans vennootschappen] gerealiseerde winst niet als basis voor de waardebepaling nemen. Voor de periode nà 2004 wordt ( ) van een ongewijzigde strategie uitgegaan ( ) [en voorts van de veronderstelling] dat in de jaren nà 2004 jaarlijks de genormaliseerde nettowinst zal worden gerealiseerd. Over de jaren 1999 tot en met 2004 werd gemiddeld een netto winst gerealiseerd van ruim Daarbij zaten echter goede jaren als 2000 en 2001 die in het licht van het afnemende perspectief in de sector naar alle waarschijnlijkheid niet meer zouden terugkeren. Wordt daarmee rekening gehouden dan lijkt een genormaliseerde netto-winst van voor de periode na 2004 een realistische schatting. 2.5 Met betrekking tot de berekening van de disconteringsvoet vermeldt het deskundigenbericht dat de waarde van de winststroom moeten worden berekend per 31 december 1998, dat een belangrijke component van de disconteringsvoet de risicopremie is en dat hoe hoger het risico is, des te hoger ook de disconteringsvoet zal zijn. De deskundige heeft de voor de bouwindustrie in 1998 geldende, gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (weighted average cost of capital of wacc) berekend op 10% en de in casu toepasselijke kostenvoet voor eigen vermogen voor een klein aannemingsbedrijf als Hooymans op 13,06%. In het deskundigenbericht is vervolgens gewerkt met (afgerond) 13%. Uitgaande van de eerder in het deskundigenbericht vermelde jaarwinsten heeft de deskundige de aandeelhouderswaarde van de vennootschappen per 31 december 1998 berekend op (zijnde de totale contante waarde van de netto winsten over de periode 1999 tot en met 2004) plus (zijnde de contante waarde van de perpetuele stroom van genormaliseerde winsten over de jaren ná 2004) is De deskundige heeft vervolgens de waarde van het aandelenpakket van Geert berekend met inachtneming van een korting van 30% wegens het minderheidsbelang en een korting van 15% wegens illiquiditeit (lack of marketability). Aldus komt hij op een waarde in het economische verkeer van het aandelenpakket van Geert van De gronden van de beslissing In het principale en het incidentele hoger beroep 3.1 In haar arrest van 7 oktober 2008 heeft de Ondernemingskamer overwogen dat Geert niet ontvankelijk is in het hoger beroep tegen het vonnis van de Rechtbank te 's-hertogenbosch (hierna de Rechtbank te noemen) van 22 juni In het hoger beroep tegen de vonnissen van de Rechtbank van 23 juli 2003 en 21 juli 2004 heeft de Ondernemingskamer in het genoemde arrest overwogen dat de grieven 1, 2 (gedeeltelijk), 3 (gedeeltelijk), 4 (gedeeltelijk) en 7 in het principale hoger beroep slagen, dat de beoordeling van grief 9 in het principale hoger beroep zal worden aangehouden en dat de overige grieven in het principale en in het incidentele hoger beroep geen doel treffen. Voorts heeft de Ondernemingskamer in - 6 -

7 het arrest opnieuw een onderzoek bevolen naar de waarde van de aandelen van de Hooymans vennootschappen per 31 december In het principale hoger beroep 3.2 Gelet op hetgeen hierna zal worden overwogen en nu voor de waardebepaling niet (langer) wordt aangesloten bij de intrinsieke waarde van de vennootschappen behoeft grief 9 dat de Rechtbank in het vonnis van 21 juli 2004 ten onrechte een negatieve correctie op de intrinsieke waarde heeft toegepast zonder deze correctie eerst te verlagen met een latente belastingverplichting van 35% geen behandeling (meer). 3.3 Blijkens het deskundigenbericht kan de waarde in het economische verkeer van de aandelen in Hooymans en van Aannemersbedrijf, rekening houdend met de waarde van de aandelen EVVM, per 31 december 1998 worden vastgesteld op Wim en Hennie hebben Berk Corporate Finance B.V. (hierna Berk te noemen) verzocht om de bevindingen van de deskundige te analyseren en om met name te adviseren over de juistheid van het hanteren van winststromen in plaats van kasstromen en over de juistheid van de disconteringsvoet. Zij hebben, evenals Geert, diverse bezwaren opgebracht tegen de in het deskundigenbericht vastgestelde waarde die hierna achtereenvolgens zullen worden behandeld 3.5 Geert heeft opgemerkt dat de deskundige niet een eigen onderzoek heeft verricht naar de administratie van de vennootschappen en naar de juistheid van de door Wim en Hennie aangeleverde, niet door een accountant gecontroleerde, winst- en verliesrekeningen en de beschrijving door Wim en Hennie van het verloop van de onderneming sinds Voor zover hij daarmee heeft bedoeld te stellen dat de deskundige zich niet op die cijfers en verklaringen had mogen verlaten, verwerpt de Ondernemingskamer zijn stelling. Nu, naar moet worden aangenomen, de deskundige geen aanleiding heeft gezien aan (de juistheid van) de jaarcijfers en verklaringen te twijfelen en Geert in dat verband ook geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die daartoe nopen of noopten, was de deskundige geenszins gehouden de jaarcijfers of de verklaringen (voor zover dat al mogelijk zou zijn) te controleren. De onderhavige procedure leent zich daar in zoverre ook niet voor. 3.6 Wim en Hennie hebben gesteld dat de deskundige bij de waardebepaling is uitgegaan van een te hoge rentabiliteitswaarde doordat geen rekening is gehouden met depreciërende factoren zoals het ontbreken van een willige koper, een willige verkoper en een competitieve markt. De Ondernemingskamer kan hen hierin niet volgen. Immers, bij de bepaling van de onderhavige waarde in het economische verkeer dient juist te worden uitgegaan van de fictie dat van deze omstandigheden sprake is. De Ondernemingskamer overweegt nog dat, indien een zogeheten vergelijkbare derdenprijs (comparable uncontrolled price) voorhanden zou zijn, van deze fictie ook geen gebruik zou hoeven te worden gemaakt. 3.7 Berk heeft in haar rapport onder meer betoogd dat het met betrekking tot het gedetailleerde eerste deel van de toekomstprojectie (de jaren 1999 tot en met 2004) niet nodig was om winststromen te gebruiken nu de kasstromen uit de gegevens van de jaarrekeningen zijn te destilleren door de balans en de winst- en verliesrekening met elkaar te combineren. De Ondernemingskamer is van oordeel dat de deskundige in het onderhavige geval op goede gronden heeft besloten om niet de kasstromen uit de cijfers te herleiden doch van de feitelijke winststromen uit te gaan, nu de kasstromen in (enige van de) de aan de orde zijnde jaren vóór 2004 welhaast onvermijdelijk reeds zouden zijn beïnvloed door de latere omschakeling - 7 -

8 van (de onderneming van) de Hooymans vennootschappen naar een nichemarkt en derhalve daarvoor, op basis van veronderstellingen (omtrent investeringen, afschrijvingen, voorzieningen et cetera), zouden moeten worden gecorrigeerd. Ter zake van de feitelijke winststromen is van een dergelijke beïnvloeding geen sprake. In deze omstandigheden verdient het naar het oordeel van de Ondernemingskamer veeleer de voorkeur om aan te sluiten bij de winststromen. Evenzo geldt voor het tweede, globale deel van de toekomstprojectie dat, nu voor die jaren (ná 2004) moet worden geabstraheerd van de omschakeling van de onderneming (zulks is tussen partijen niet in geschil), de feitelijke winststromen een beter uitgangspunt opleveren dan de (geconstrueerde) kasstromen. 3.8 Voorts heeft Berk geconstateerd dat voor het eerste deel van de toekomstprojectie niet wordt uitgegaan van vijf jaren, maar van zes jaren (1999 tot en met 2004). Zij heeft gesteld dat, nu 2004 vanwege de strategiewijziging die al begin dat jaar is ingezet niet representatief is en niet in de lijn ligt van de voorafgaande jaren, het zuiverder is om in die eerste periode vijf daadwerkelijk gerealiseerde jaren te hanteren (de Ondernemingskamer begrijpt: 1999 tot en met 2003) en de tweede periode te baseren op het gemiddelde van die jaren. In dit verband heeft Geert gesteld dat het uitzonderlijke, negatieve resultaat over 2003 van iets meer dan voor de waardebepaling ingevolge de rentabiliteitswaarde had moeten worden genormaliseerd. De Ondernemingskamer kan Wim en Hennie niet in hun zienswijzen volgen. De deskundige heeft in casu kennelijk voor een zesjaarsperiode gekozen omdat een dergelijke periode geacht kan worden en volledige aannemingscyclus te omvatten. De Ondernemingskamer is van oordeel dat hij zulks redelijkerwijs heeft kunnen doen. Feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel nopen zijn niet gesteld of aannemelijk geworden. Voorts is de deskundige uitgegaan van de daadwerkelijk door de Hooymans vennootschappen in die zes jaren behaalde resultaten; daarbij past geen normalisatie van enig specifiek of uitzonderlijk jaar, tenzij de verwachting gewettigd is dat de resultaten van een zodanig jaar in een volgende aannemingscyclus niet zullen terugkeren zoals geldt voor de in 3.12 te noemen jaren. Naast het uitzonderlijk slechte jaar 2003 is ook het uitzonderlijk goede jaar 2004 immers niet genormaliseerd. 3.9 Wat betreft de aan EVVM toerekenbare waarde heeft Geert gesteld dat ten onrechte alleen rekening is gehouden met dier netto resultaten en niet ook met de waarde van de in EVVM aanwezige aanbestedingscriteria en met de bijzondere positie van EVVM ten aanzien van de gehanteerde disconteringsvoet. Met deze stellingen miskent Geert naar het oordeel van de Ondernemingskamer echter dat in de waarderingsmethode van de deskundige (de rentabiliteitswaardemethode) met dergelijke (en dus ook met deze beide) bijzonderheden anders dan bij de intrinsieke waardemethode automatisch rekening wordt gehouden, zodat geen plaats is voor een correctie uit dien hoofde. Immers, gewaardeerd wordt op basis van de daadwerkelijk door de Hooymans vennootschappen behaalde winsten en daarin is, naar moet worden aangenomen, de gestelde bijzondere positie van EVVM reeds mede tot uitdrukking gekomen. Wim en Hennie hebben nog aangevoerd dat de in de jaarrekening van (de Ondernemingskamer verstaat:) Aannemersbedrijf opgenomen winst van EVVM niet gelijk is aan de winst die in de jaarrekening van EVVM zelf wordt vermeld, zodat de verkeerde winsten contant worden gemaakt. De Ondernemingskamer overweegt dat zulks nu eenmaal inherent is aan de gekozen waarderingsmethode. Nu ervoor is gekozen om bij (de toekomstprojectie in het kader van) de rentabiliteitswaardeberekening de daadwerkelijk gerealiseerde winst van de Hooymans vennootschappen tot uitgangspunt te nemen, moet ook bij die winst zoals zij in de jaarrekening tot uitdrukking komt worden aangesloten: de winst van Aannemersbedrijf omvat haar aandeel in de winst van EVVM en dat aandeel in die winst is ingevolge de netto-vermogenswaardemethode gewaardeerd. Overigens hebben Wim - 8 -

9 en Hennie ook niet gesteld dat en waarom de jaarrekening van Aannemersbedrijf op dit punt onjuist zou zijn Berk heeft voorts opgemerkt dat de vennootschappen tussen 1993 en 1998 nauwelijks winst hebben gemaakt, dat de periode 1998 tot en met 2003 redelijk goed was en dat de onderneming vanaf 2004 weer bergafwaarts is gegaan. Nu het onderhavige geschil in 1993 is ontstaan moet volgens Berk daarmee rekening worden gehouden door de waarde ultimo 1998 verder contant te maken naar 31 december Ook hierin volgt de Ondernemingskamer Berk althans Wim en Hennie niet, nu partijen uitdrukkelijk zijn overeengekomen om per 31 december 1998 met elkaar af te rekenen en een discontering naar 31 december 1993 zich daarmee niet verdraagt De disconteringsvoet van 13% acht Geert te hoog, omdat de deskundige geen onderzoek heeft verricht naar de verhouding eigen : vreemd vermogen van de vennootschappen maar als peer group grote, beursgenoteerde vennootschappen heeft genomen en omdat de hantering van zowel een kredietopslag van 2% bovenop de gangbare basis rendementseis als een hoge marktrisicopremie van 5,5% op een dubbeltelling lijkt. Ook dit bezwaar moet worden verworpen. Immers, de deskundige heeft geconstateerd dat de Hooymans vennootschappen een verhouding eigen : vreemd vermogen hebben die voor aannemingsmaatschappijen niet ongebruikelijk is. Alsdan vertegenwoordigt de kredietopslag van 2% (boven de risicovrije rente) het basisrisico zoals dat voor beursgenoteerde vennootschappen geldt, en belichaamt de marktrisicopremie van 5,5% het specifieke risico voor kleine en middelgrote ondernemingen. Wim en Hennie hebben in dit verband gesteld dat onvoldoende rekening is gehouden met de omstandigheid dat (theoretische waarderingsmodellen onvoldoende rekening ermee houden dat) kleinere ondernemingen relatief lager gewaardeerd worden dan grotere ondernemingen omdat zij een hoger risicoprofiel kennen en de aandelen minder liquide zijn. Zij hebben betoogd dat in de praktijk hiervoor een premie blijkt te worden toegepast van 2 tot 12%, dat uitsluitend het feit dat een onderneming niet beursgenoteerd is, al een illiquiditeitspremie van 2% veroorzaakt en dat, gelet op ook de overige factoren die een verhoogd risico inhouden (Berk noemt in haar rapport onder meer de afhankelijkheid van afnemers, leveranciers en management) een disconteringsvoet van 18,8% reëel lijkt. De Ondernemingskamer overweegt dat te dezen geen sprake is van één absoluut juiste disconteringsvoet, doch veeleer van een resultante van diverse deskundige analyses, waarderingen en veronderstellingen. Zij acht de door de deskundige gehanteerde disconteringsvoet van 13% voor 1998 voor de onderhavige doeleinden adequaat en voldoende gemotiveerd en op zich alleszins aanvaardbaar. Hetgeen Wim en Hennie daar tegenin hebben gebracht noopt niet tot een ander oordeel De deskundige heeft de genormaliseerde jaarlijkse winst over de periode 1999 tot en met 2004, ten behoeve van de berekening van de waarde van de perpetuele winststroom ná 2004 (het tweede deel van de toekomstprojectie), gesteld op , na een (neerwaartse) correctie van de gemiddelde winst in verband met de relatief goede jaren 2000 en 2001 die vermoedelijk niet zouden terugkeren. Een dergelijke genormaliseerde winst komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor en partijen hebben hier als zodanig ook geen bezwaren tegen opgeworpen. Blijkens het deskundigenbericht is deze perpetuele winststroom vervolgens contant gemaakt naar 2004 ( gedeeld door 0,13 is ). Voor zover Wim en Hennie erover hebben geklaagd dat in het deskundigenbericht niet inzichtelijk is gemaakt waarom op die contante waarde vervolgens nog een verhoudingsgetal wordt toegepast van 0,480319, overweegt de Ondernemingskamer dat dit getal de factor is voor discontering van de contante waarde van de perpetuele winststroom naar Een en ander - 9 -

10 komt de Ondernemingskamer juist voor Wim en Hennie hebben tot slot wederom betoogd dat van de toenmalige aanwezigheid van asfaltschollen in de bodem van het bedrijfsterrein van de Hooymans vennootschappen een depreciërende werking uitgaat en dat de Ondernemingskamer in haar arrest van 7 oktober 2008 ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat de aanwezigheid van asfaltschollen in de ondergrond onvoldoende aannemelijk is geworden. Wat er zij van de toenmalige aanwezigheid van asfaltschollen, nu wordt uitgegaan van de rentabiliteitswaarde van de onderneming en vaststaat dat de asfaltschollen, zo deze zich op 31 december 1998 in de bodem bevonden, in elk geval op 31 december 2004 waren verwijderd, is met een eventuele depreciërende (dan wel appreciërende) werking vanwege hun aanwezigheid ultimo 1998 automatisch rekening gehouden doordat bij de waardeberekening de daadwerkelijk door de Hooymans vennootschappen over de tussenliggende jaren behaalde resultaten zijn gehanteerd waarin, naar moet worden aangenomen, de eventuele negatieve (dan wel positieve) effecten en lasten (dan wel baten) van (de verwijdering van) de asfaltschollen tot uitdrukking zijn gekomen. Het betoog van Wim en Hennie snijdt dan ook geen hout Op grond van het vorenstaande en nu zij overigens geen reden heeft om aan de juistheid en volledigheid van het deskundigenbericht te twijfelen, verenigt de Ondernemingskamer zich met de door de deskundige vastgestelde waarde in het economische verkeer van de aandelen van de Hooymans vennootschappen per 31 december 1998 van Beide partijen hebben bezwaren naar voren gebracht die zien op de omstandigheid dat de waarde van het aandelenpakket van Geert in het deskundigenbericht vervolgens is berekend met inachtneming van een korting van 30% wegens het minderheidsbelang en een korting van 15% wegens geringe verhandelbaarheid (illiquiditeit). De Ondernemingskamer overweegt dienaangaande overeenkomstig haar vaste rechtspraak dat als uitgangspunt is te hanteren dat dergelijke kortingen geen rol spelen bij de waardebepaling in procedures als de onderhavige. De aan de aandelen van Geert toe te kennen waarde dient te worden vastgesteld op een met diens aandelenbezit evenredig deel van de in de Hooymans vennootschappen besloten liggende ondernemingswaarde. Mitsdien stelt de Ondernemingskamer de waarde in het economische verkeer van de door Geert gehouden aandelen in de Hooymans vennootschappen per 31 december 1998 vast op (een derde van zijnde) De slotsom is dat de vordering van Geert voor toewijzing vatbaar is zoals hierna te vermelden. In het principale en het incidentele hoger beroep 3.17 Op grond van het vorenstaande en hetgeen in het arrest van 13 februari 2003 in de zaak met rolnummer 421/2002 OK en in de arresten in deze zaak van 12 januari 2006 en 7 oktober 2008 is overwogen en beslist, komt de Ondernemingskamer tot de slotsom dat Geert niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn hoger beroep tegen het vonnis van 22 juni 2001, dat het vonnis van 23 juli 2003 dient te worden bekrachtigd en dat het vonnis van 21 juli 2004 dient te worden vernietigd voor zover Wim en Hennie daarbij zijn veroordeeld ter zake van de overname van de aandelen van Geert in de Hooymans vennootschappen (na aftrek van het reeds door hen betaalde voorschot) aan Geert te betalen een bedrag van , Als in de memorie van antwoord in het principaal appel gesteld en niet betwist staat vast dat

11 op 24 december 1999 door Wim en Hennie aan Geert voor diens aandelen het bedrag van ƒ is betaald, dat eerder bij wijze van voorschot door hen reeds een bedrag ƒ was betaald en dat op enig moment na het vonnis van 21 juli 2004 door hen aan Geert het in dat vonnis bedoelde bedrag van ,16 is betaald. De Ondernemingskamer overweegt in verband met dat een en ander voorts dat wettelijke rente door Wim en Hennie is verschuldigd vanaf 24 december 1999 over het verschil tussen de door de Ondernemingskamer vast te stellen prijs ( ) en het op die datum reeds door hen betaalde bedrag (ƒ ) tot de dag van betaling van het voornoemde bedrag van ,16, en voorts de wettelijke rente vanaf de dag van betaling van het voornoemde bedrag van ,16 over het verschil tussen de door de Ondernemingskamer vast te stellen prijs ( ) en het op de laatstgenoemde dag reeds door hen betaalde bedrag van ƒ plus ,16 tot het moment van betaling van de resterende koopprijs voor de aandelen. Zulks vindt zijn rechtvaardiging in het gegeven dat Wim en Hennie reeds vanaf 24 december 1999 de beschikking hebben over de aandelen en daarmee over de vruchten van die aandelen alsook over de zeggenschap over die aandelen, terwijl Geert vanaf de voormelde data (slechts) de beschikking heeft gehad over (de vruchten van) het reeds door Wim en Hennie betaalde voorschot op de koopprijs voor de aandelen Wim en Hennie zullen ten slotte, als de overwegend in het ongelijk te stellen partijen, worden veroordeeld in de kosten van het geding in het principale zowel als het incidentele hoger beroep, de kosten van de deskundige voor zover niet reeds door hen betaald daaronder begrepen. De Ondernemingskamer overweegt in dit verband nog dat zij het vonnis van 21 juli 2004 in stand zal laten voor zover daarin de proceskosten van de eerste aanleg zijn gecompenseerd, nu Geert tegen rechtsoverweging 2.11 van dat vonnis waarop die compensatie is gebaseerd geen grief heeft aangevoerd. 4.De beslissing De Ondernemingskamer: In principale en in incidentele hoger beroep verklaart Gerardus Henricus Maria Hooymans, wonende te Velddriel, niet ontvankelijk in zijn beroep tegen het vonnis van de Rechtbank te 's-hertogenbosch, onder zaaknummer 8858/ HA ZA gewezen en uitgesproken op 22 juni 2001; bekrachtigt het vonnis van de Rechtbank te 's-hertogenbosch met eerdergenoemd zaaknummer van 23 juli 2003 waarvan beroep; vernietigt het vonnis van de Rechtbank te 's-hertogenbosch met eerdergenoemd zaaknummer van 21 juli 2004 waarvan beroep, voor zover Wilhelmus Gerardus Maria Hooymans en Henricus Wilhelmus Maria Hooymans, beiden wonende te Velddriel, daarbij, uitvoerbaar bij voorraad, zijn veroordeeld om aan Gerardus Henricus Maria Hooymans ter zake van de overname van de door hem gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van de besloten vennootschappen mete beperkte aansprakelijkheid Gebroeders Hooymans B.V. en Aannemersbedrijf Hooymans B.V., beide gevestigd te Velddriel, te betalen het restantverschuldigde bedrag van ,16; en in zoverre opnieuw recht doende: veroordeelt Wilhelmus Gerardus Maria Hooymans en Henricus Wilhelmus Maria Hooymans tot overname van alle door Gerardus Henricus Maria Hooymans gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Gebroeders Hooymans B.V. en Aannemersbedrijf Hooymans B.V., zulks tegen betaling van de prijs van , welk bedrag dient te worden verminderd met de bedragen die reeds zijn voldaan ter betaling van de aandelen; veroordeelt Wilhelmus Gerardus Maria Hooymans en Henricus Wilhelmus Maria Hooymans tot betaling van de wettelijke vanaf 24 december 1999 over het verschil tussen en

12 ƒ tot de dag van betaling van het in 3.18 genoemde bedrag van ,16 en voorts tot betaling van de wettelijke rente vanaf de dag van betaling van het voornoemde bedrag van ,16 over het verschil tussen en ƒ plus ,16 tot het moment van betaling van de resterende koopprijs voor de aandelen; bekrachtigt het vonnis van de Rechtbank te 's-hertogenbosch van 21 juli 2004 waarvan beroep voor het overige; veroordeelt Wilhelmus Gerardus Maria Hooymans en Henricus Wilhelmus Maria Hooymans in de kosten van het geding in hoger beroep, deze aan de zijde van Gerardus Henricus Maria Hooymans tot op heden begroot op 7.281,87; verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd. Copyright Kluwer 2010 Kluwer Online Research

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN.

IN NAAM DER KONINGIN. IN NAAM DER KONINGIN. Uitspraak: 24 april 2007 Rolnummer: 04/1518 Rolnr. rechtbank: 52161 / HA ZA 03-2869 HET GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE, vierde civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2011 Datum publicatie 30-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.040.300/01OK Civiel

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:1469 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:1469 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1469 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-05-2013 Datum publicatie 05-11-2013 Zaaknummer 200.107.117-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BU9407

ECLI:NL:RBASS:2011:BU9407 ECLI:NL:RBASS:2011:BU9407 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-11-2011 Datum publicatie 27-12-2011 Zaaknummer 319836 - CV EXPL 11-4342 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 03-06-2014 Datum publicatie 16-06-2015 Zaaknummer 200.132.906/01 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3234, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1412

ECLI:NL:GHSHE:2014:1412 ECLI:NL:GHSHE:2014:1412 Instantie Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 02-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD 200.110.692_01 Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:2797 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-07-2015 Datum publicatie 27-07-2015 Zaaknummer F 200.160.279_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367

ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367 ECLI:NL:GHARN:2006:AV1367 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 10-01-2006 Datum publicatie 09-02-2006 Zaaknummer 2003/673 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4982 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4982 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4982 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 25-11-2010 Zaaknummer 106.003.188-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-10-2014 Datum publicatie 30-01-2015 Zaaknummer 200.126.703-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-04-2009 Datum publicatie 02-06-2009 Zaaknummer 200.003.858 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 Instantie Datum uitspraak 04082015 Datum publicatie 24122015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch HD 200.159.533_01

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:457

ECLI:NL:GHDHA:2015:457 ECLI:NL:GHDHA:2015:457 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-01-2015 Datum publicatie 18-03-2015 Zaaknummer 200.130.751-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht

'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht '141 AN SEP 201 de Rechtspraak Gerechtshof Amsterdam mr. L.C.J. Sprengers Postbus 14067 3508 SC Utrecht datum 27 september 2016 contactpersoon rolnummer 200.187.985/ 01 inzake Federatie Nederlandse Vakbeweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:2838 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:2838 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2838 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-07-2015 Datum publicatie 04-04-2016 Zaaknummer 200.133.331-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231 ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231 Instantie Datum uitspraak 30-08-2011 Datum publicatie 30-08-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 200.035.799/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-08-2004 Datum publicatie 30-08-2004 Zaaknummer Rolnummer 0300145 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-hertogenbosch, sector civiel recht, eerste kamer, van 29 mei 2007, gewezen in de zaak van:

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-hertogenbosch, sector civiel recht, eerste kamer, van 29 mei 2007, gewezen in de zaak van: LJN: BA6976, Gerechtshof 's-hertogenbosch, C0501069 Datum uitspraak: 29-05-2007 Datum publicatie: 13-06-2007 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Nu gesteld noch gebleken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 13-07-2004 Datum publicatie 22-09-2004 Zaaknummer C0301109-BR Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2006:BC8798

ECLI:NL:RBZLY:2006:BC8798 ECLI:NL:RBZLY:2006:BC8798 Instantie Datum uitspraak 08-11-2006 Datum publicatie 09-04-2008 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 84721 / HA ZA 03-344 -3 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 Instantie Datum uitspraak 29-04-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1393 WIA + 10-2553

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980 ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980 Instantie Datum uitspraak 30-01-2013 Datum publicatie 31-01-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/275137 / HA ZA 09-2325 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : 200.097.924/0 1 zaaknummer rechtbank Amsterdam : 434569/HA ZA 09-2443 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-04-2007 Datum publicatie 11-05-2007 Zaaknummer 2007/064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

pagina 1 van 5 LJN: BR6704, Gerechtshof Amsterdam, 200.072.5489/01 Datum 07-06-2011 uitspraak: Datum 05-09-2011 publicatie: Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:Kennelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 Instantie Datum uitspraak 20-11-2013 Datum publicatie 09-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85770 / HA ZA 12-259 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921 ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 24-08-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 107.002.474/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, 107309 Print uitspraak Datum uitspraak: 17-03-2004 Datum publicatie: 13-05-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: In

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHARL:2015:350 ECLI:NL:GHARL:2015:350 Instantie Datum uitspraak 20-01-2015 Datum publicatie 26-01-2015 Zaaknummer 200.145.738-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2006:AX1046

ECLI:NL:GHSGR:2006:AX1046 ECLI:NL:GHSGR:2006:AX1046 Instantie Datum uitspraak 17-03-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 04/1582 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes)

HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes) HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes) ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:4320

ECLI:NL:RBROT:2016:4320 ECLI:NL:RBROT:2016:4320 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-06-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer C/10/491474 / HA ZA 15-1264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie