Documentatierapport Zelfstandigen enquête Arbeid (ZEA) 2012V1

Transcriptie

1 Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Zelfstandigen enquête Arbeid (ZEA) 2012V1 Datum: 7 maart 2014

2 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door het onderzoeksbureau of de opdrachtgever op eigen titel. Verwijzing naar het CBS betreft uitsluitend het gebruik van de microdatabestanden. Dat wordt als volgt geformuleerd: Eigen berekening [naam onderzoeksbureau, c.q. opdrachtgever] op basis van bij het CBS beschikbaar gestelde microdatabestanden betreffende de Zelfstandigen enquête Arbeid 2012, welke afkomstig zijn van het TNO en CBS. 2

3 Versiegeschiedenis Versie ZEA 2012V1 De gebruiker dient rekening te houden met het volgende: TNO is mede-eigenaar van dit bestand. Mogelijke gebruikers dienen toestemming gekregen te hebben om dit bestand te mogen gebruiken. De koppelsleutel voor personen is veranderd van SRTNUM en RIN naar RINPERSOONS en RINPERSOON. Het omzetten van de ene sleutel naar de andere wordt beschreven in het script koppelvariabelen gelijk zetten spss.sps voor de Remote Access en On-site gebruikers te vinden in de map \8_Utilities\Tools\. Let vooral op het omzetten van RIN naar RINPERSOON omdat RINPERSOON wordt weggeschreven mét voorloopnullen. Voor de persoonskenmerken en/of achtergronden dient u de beschikbare GBAbestanden te raadplegen. Deze staan in de catalogus van het Centrum voor Beleidstatistiek onder de thema s Bevolking of Sociaal Statistisch Bestand. Voor het aanvragen van deze bestanden geldt de gebruikelijke procedure. Voor informatie over de beschikbare onderzoeksmethoden van het CBS zie Dataverzameling. 3

4 4

5 Inhoudsopgave Bronvermelding... 2 Versiegeschiedenis Inleiding Toelichting op de samenstelling van de bestanden... 8 Microdatabestand... 8 Recordbeschrijving... 8 Populatieafbakening... 8 Kwaliteit... 8 Gegevens op Statline Bestandsopbouw en toelichting Bestandsopbouw van het microdatabestand Toelichting op de variabelen RINPERSOONS en RINPERSOON (R) BEROEP EN BEDRIJF WEEGFACTOREN Voorkomende waarden van de variabelen

6 6

7 1. Inleiding Het Centrum voor Beleidsstatistiek stelt, onder bepaalde voorwaarden, microdata (geanonimiseerde data op persoons-, bedrijfs- en adresniveau) ter beschikking voor onderzoek. Dit rapport beschrijft de inhoud en structuur van de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA) Hoofdstuk 2 beschrijft in het algemeen de microdatabestanden zoals populatieafbakening, methodologische bijzonderheden, kwaliteit en herkomst van de gegevens. In hoofdstuk 3 wordt de bestandsindeling gegeven en worden voor de categoriale variabelen alle mogelijke scores en hun betekenis opgesomd. 7

8 2. Toelichting op de samenstelling van de bestanden Microdatabestand Recordbeschrijving Een record in het microdatabestand bevat informatie over een zelfstandige van 15 jaar of ouder die geënquêteerd is in de periode oktober/december Een persoon kan dus slechts één record in het microdatabestand hebben. Het bestand bevat RINPERSOONS en RINPERSOON als sleutels waarmee gekoppeld kan worden met andere bestanden. Populatieafbakening De doelpopulatie van de Zelfstandigen enquête Arbeid (ZEA) 2012 zijn in Nederland woonachtige zelfstandigen. Tot de zelfstandigen worden in dit onderzoek die personen gerekend die bij aanvang van uitvoering van de dataverzameling 15 jaar of ouder zijn (oktober 2012). De doelgroep van de ZEA bestaat uit de volgende subgroepen: 1) Zelfstandig ondernemers, waaronder: a) zelfstandigen zonder personeel die voornamelijk hun eigen arbeid inzetten, de nieuwe zzp ers; b) zelfstandigen zonder personeel die voornamelijk goederen of grondstoffen verkopen of produceren (waaronder detailhandel, agrariërs), de klassieke zzp ers; c) zelfstandigen met personeel; 2) Directeuren-grootaandeelhouders (DGA); 3) Overige niet-werknemers die betaalde arbeid verrichten (waaronder alfahulpen, postbestellers, gastouders, artiesten). Zie ook de onderzoeksbeschrijving: Zelfstandigen Enquête Arbeid Kwaliteit Het microdatabestand is geen publicatiebestand. Dit betekent dat voor veel variabelen door het CBS weinig of geen controles en correcties hebben plaatsgevonden. De ZEA is voor een groot deel vergelijkbaar met de NEA (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden). De NEA is een onderzoek over arbeidsomstandigheden specifiek voor werknemers en de ZEA is specifiek voor zelfstandigen. Dit betekent dat voor de vragenlijst van de ZEA de vragen die alleen op werknemers betrekking hebben eruit gehaald zijn en vragen zijn toegevoegd die betrekking hebben op het werken als zelfstandige. Als gevolg overlapt een groot deel van de gevraagde informatie. Voor de kwaliteit van de ZEA 2012 wordt verder verwezen naar ZEA 2012 Methodologie en beschrijvende resultaten. 8

9 Gegevens op Statline In 2012 betrof het een pilot onderzoek. De resultaten hiervan staan daarom niet op StatLine. Een tabellen bijlage als ook een beschrijving van een deel van de resultaten staan opgenomen in het de bovengenoemde publicatie. Ook is er een persbericht op basis van de ZEA 2012 gepubliceerd. Door TNO is verder nog een vergelijking gemaakt tussen de arbeidsomstandigheden van werknemers, op basis van de NEA 2012, en de zelfstandig ondernemers, op basis van de ZEA De bevindingen staan beschreven in Vergelijking arbeidsomstandigheden zzp-ers met werknemers. 9

10 3. Bestandsopbouw en toelichting Bestandsopbouw van het microdatabestand Onderstaand volgt een lijst van alle variabelen in het microdatabestand. Nr Variabele Label Form. 1 rinpersoons Soort indentificatiecode persoon A1 2 rinpersoon Indentificatienummer persoon A9 3 CBS_Geboortejaar Geboortejaar [CBS] F4 4 CBS_Leeftijd Leeftijd [ ] [CBS] F2 5 CBS_LeefCat10 Leeftijd in zes leeftijdsklassen 6 CBS_LeefCat Leeftijd in drie leeftijdsklassen 7 CBS_Geslacht Geslacht [CBS] 8 CBS_Type_Zelfstandige Type zelfstandige [CBS] 9 A01a A01a. Werkzaam als zelfstandige 10 A01b A01b. Eén betaalde baan als werknemer (in loondienst, ook uitzendkracht of oproepkracht) 11 A01c A01c. Meerdere betaalde banen als werknemer 12 A01d A01d. Werkloos 13 A01e A01e. Arbeidsongeschikt 14 A01f A01f. VUT/prepensioen 15 A01g A01g. Pensioen/functioneel leeftijdsontslag 16 A01h A01h. Schoolgaand/opleiding aan het volgen 17 A01i A01i. Huisvrouw/huisman 18 A04 A04. Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgemaakt? 19 A04n Hoogst voltooide opleiding 20 A05 A05. Hoe is uw huishouden samengesteld? 21 A06a A06a. Ik heb geen partner 22 A06b A06b. Nee, mijn partner heeft geen inkomen 23 A06c A06c. Ja, uit baan als werknemer 24 A06d A06d. Ja, als zelfstandige 25 A06e A06e. Ja, (pre)pensioen 26 A06f A06f. Ja, uit uitkering (anders dan (pre)pensioen) 27 A06g A06g. Ja, uit andere bron 28 B01 B01. Heeft u personeel in dienst? 29 B01n Zonder/met personeel 30 B02 B02. Heeft u de afgelopen 12 maanden personeel ingeleend / ingehuurd? 31 B03a B03a. Uitzendkrachten via een uitzendbureau 32 B03b B03b. Andere zelfstandigen via een intermediair (bijvoorbeeld een detacheringsbureau) 33 B03c B03c. Andere zelfstandigen direct / via eigen netwerk (zonder tussenkomst intermediair) 34 B03d B03d. Personeel van andere bedrijven 35 B03e B03e. Stagiairs 36 B03f B03f. Anders 37 B04a B04a. Alleen 38 B04b B04b. Met meewerkend gezinslid / gezinsleden 39 B04c B04c. Met medeondernemer(s) 40 B04d B04d. Anders 10

11 Nr Variabele Label Form. 41 B05 B05. Heeft uw bedrijf als belangrijkste doel de verkoop van goederen of grondstoffen of biedt u vooral uw eigen arbeid of diensten aan? 42 B06 B06. Maakt u gebruik van eigen kapitaalgoederen, ter waarde van minimaal euro? (Zoals een vrachtwagen, een winkelpand of eigen grond) 43 B07 B07. Bent u een Directeur Grootaandeelhouder (DGA)? 44 B08 B08. Bent u (of is uw bedrijf of onderneming) ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK)? 45 B09 B09. Heeft u een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) van de belastingdienst? 46 B10 B10. Hoeveel verschillende klanten (opdrachtgevers of afnemers) had u in de afgelopen 12 maanden? 47 B11 B11. Welk deel van uw omzet in de afgelopen 12 maanden kwam van uw grootste klant? 48 B12 B12. Hoe is op dit moment de financiële situatie van uw bedrijf? 49 B13 B13. Welke situatie was het meeste op u van toepassing voordat u zelfstandige werd? 50 B14a B14a. Ik zocht een nieuwe uitdaging 51 B14b B14b. Ik heb altijd al als zelfstandige willen werken 52 B14c B14c. Ik wilde zelf bepalen hoeveel en wanneer ik werk 53 B14d B14d. Ik wilde niet (meer) voor een baas werken 54 B14e B14e. Ik kon geen geschikte baan vinden als werknemer (in loondienst) 55 B14f B14f. Ik kon meer verdienen als zelfstandige 56 B14g B14g. Mijn werkzaamheden in mijn vorige baan kwamen te vervallen 57 B14h B14h. Ik ben ontslagen of mijn vorige contract is niet verlengd 58 B14i B14i. Mijn werkgever wilde dat ik als zelfstandige ging werken 59 B14j B14j. Mijn baan als werknemer was te zwaar 60 B14k B14k. In mijn vorige baan was de werksfeer niet goed 61 B14l B14l. Anders 62 B15 B15. Hoeveel uur per week werkt u gemiddeld als F3 zelfstandige? 63 B16 B16. Op hoeveel dagen per week werkt u F2 doorgaans als zelfstandige? 64 B17 B17. Hoeveel uur per week zou u als zelfstandige F3 willen werken? 65 B18 B18. Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan marketing en/of acquisitie voor uw werk als zelfstandige? F3 66 B19 B19. Hoeveel uur per week werkt u in loondienst? F3 67 B20 B20. Sinds wanneer bent u werkzaam als F5 zelfstandige? (Jaartal) 68 B21 B21. Sinds wanneer bestaat uw huidige bedrijf of F5 onderneming? (Jaartal) 69 B22a B22a. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u alleen? 11

12 Nr Variabele Label Form. 70 B22b B22b. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met (personeel van) een opdrachtgever of klant? 71 B22c B22c. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met (personeel van) een leverancier of onderaannemer? 72 B22d B22d. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met andere zelfstandigen? 73 B22e B22e. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met uw eigen personeel? 74 B22f B22f. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met ingeleend / ingehuurd personeel? 75 B22g B22g. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met een medeondernemer? 76 B22h B22h. Welk deel van uw werktijd als zelfstandige werkt u samen met een gezinslid? 77 B23 B23. Welk deel van uw werktijd zijn er andere personen in dezelfde werkruimte aan het werk als u? (Bijvoorbeeld dezelfde werkkamer, bouwplaats etc.) 78 B24 B24. Heeft u het afgelopen jaar 's avonds of 's nachts gewerkt? 79 B25 B25. Heeft u het afgelopen jaar tussen 12 uur 's nachts en 6 uur 's ochtends gewerkt? 80 B26 B26. Heeft u het afgelopen jaar in het weekend gewerkt? 81 B27a B27a. Op eigen werklocatie (kantoor, winkel, eigen grond) 82 B27b B27b. Thuis (in woning) 83 B27c B27c. Bij klant / opdrachtgever 84 B27d B27d. Onderweg (in auto, trein etc.) 85 B27e B27e. Anders 86 B28 B28. Hoeveel van uw werk als zelfstandige verricht F3 u gemiddeld thuis? (Uur per week) 87 B29 B29. Hoeveel tijd bent u op een gemiddelde werkdag onderweg? (Waaronder woonwerkverkeer, klantbezoek etc., minuten per dag) F4 88 B30 B30. Bent u lid van een brancheorganisatie of een belangenvereniging? 89 B31 B31. Hoe tevreden bent u over de activiteiten van brancheorganisaties en belangenverenigingen? 90 C02 C02. Kunt u aangeven in welke categorie uw beroep F2 of vak het beste past? 91 D02 D02. In welke sector bent u voornamelijk F2 werkzaam? 92 E01 E01. Vindt u dat u gevaarlijk werk verricht? 93 E02a E02a. Vallen van hoogte 94 E02b E02b. Struikelen, uitglijden 95 E02c E02c. Bekneld raken 96 E02d E02d. Snijden, steken 97 E02e E02e. Botsen, aanrijdingen 98 E02f E02f. Ongeluk met gevaarlijke stoffen 99 E02g E02g. Confrontatie met geweld 12

13 Nr Variabele Label Form. 100 E02h E02h. Verbranden 101 E02i E02i. Verstikking 102 E02j E02j. Anders 103 E03 E03. Doet u werk waarbij u veel kracht moet zetten, bijvoorbeeld bij tillen, duwen, trekken, sjouwen, of gebruikt u in uw werk gereedschappen en apparaten waarbij u veel kracht moet zetten? 104 E04 E04. Maakt u bij uw werk gebruik van een gereedschap, apparaat of voertuig dat trillingen of schudden veroorzaakt? 105 E05 E05. Doet u werk in een ongemakkelijke werkhouding? 106 E06 E06. Doet u werk waarbij u herhalende bewegingen moet maken? 107 E07 E07. Is er op uw werkplek zoveel lawaai, dat u hard moet praten om u verstaanbaar te maken? 108 E08 E08. Wanneer u werkt in lawaai, gebruikt u dan gehoorbeschermers, zoals oorkappen of oordopjes? 109 E09 E09. Werkt u met water of waterige oplossingen? 110 E10 E10. Krijgt u tijdens uw werk stoffen op uw huid? (Zoals lijm, verf, schoonmaakmiddelen, geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen) 111 E11 E11. Ademt u tijdens uw werk stoffen in? (Zoals damp van oplosmiddel, uitlaatgas, lasrook, graanstof, stof van steen en beton) 112 E12 E12. Komt u in contact met besmettelijke personen, dieren of materiaal? 113 Autonomi E13-E17. Zelfstandigheid/autonomie (schaal: F4.2 1=nooit - 4=altijd; 5 items; alfa=0.78) 114 E13 E13. Kunt u zelf beslissen hoe u uw werk uitvoert? 115 E14 E14. Bepaalt u zelf de volgorde van uw werkzaamheden? 116 E15 E15. Kunt u zelf uw werktempo regelen? 117 E16 E16. Moet u in uw werk zelf oplossingen bedenken om bepaalde dingen te doen? 118 E17 E17. Kunt u vrij nemen wanneer u dat wilt? 119 Taakeisen E18-E21. Taakeisen (schaal: 1=nooit - 4=altijd; 4 F4.2 items; alfa=0.86) 120 E18 E18. Moet u erg snel werken? 121 E19 E19. Moet u heel veel werk doen? 122 E20 E20. Moet u extra hard werken? 123 E21 E21. Is uw werk hectisch? 124 Emotie E22-E24. Emotioneel zwaar werk (schaal: 1=nooit F4.2-4=altijd; 3 items; alfa=0.79) 125 E22 E22. Brengt uw werk u in emotioneel moeilijke situaties? 126 E23 E23. Is uw werk emotioneel veeleisend? 127 E24 E24. Raakt u emotioneel betrokken bij uw werk? 128 Moeilijkheidsgraad E25-E27. Moeilijkheidsgraad (schaal: 1=nooit - F4.2 4=altijd; 3 items; alfa=0.78) 129 E25 E25. Vereist uw werk intensief nadenken? 130 E26 E26. Vergt uw werk dat u er uw gedachten bij houdt? 131 E27 E27. Vergt uw werk veel aandacht van u? 13

14 Nr Variabele Label Form. 132 GevarieerdWerk E28-E30. Gevarieerd werk (schaal: 1=nooit - F4.2 4=altijd; 3 items; alfa=0.69) 133 E28 E28. Is uw werk gevarieerd? 134 E29 E29. Vereist uw werk dat u nieuwe dingen leert? 135 E30 E30. Vereist uw werk creativiteit? 136 E31 E31. Hoeveel uur per dag werkt u gemiddeld aan een beeldscherm voor uw werk? (Inclusief laptop, notebook en thuiswerk) F3 137 ooint_2 E33,E35,E37,E39. Intern ongewenst gedrag (incl. 'pesten') 138 ooext_2 E32,E34,E36,E38. Extern ongewenst gedrag (incl. 'pesten') 139 E32 E32. Ongewenste seksuele aandacht van klanten / opdrachtgevers? 140 E33 E33. Ongewenste seksuele aandacht van collega's of andere zelfstandigen? 141 E34 E34. Intimidatie door klanten / opdrachtgevers? 142 E35 E35. Intimidatie door collega's of andere zelfstandigen? 143 E36 E36. Lichamelijk geweld door klanten / opdrachtgevers? 144 E37 E37. Lichamelijk geweld door collega's of andere zelfstandigen? 145 E38 E38. Pesten door klanten / opdrachtgevers? 146 E39 E39. Pesten door collega's of andere zelfstandigen? 147 F01 F01. Werkt u onder hiërarchisch gezag van uw klant / opdrachtgever? 148 F02 F02. Wie is er wettelijk verantwoordelijk voor uw veiligheid en gezondheid tijdens het werk? 149 F03 F03. Gelden er voor u andere Arboregels dan voor werknemers in uw branche die vergelijkbare werkzaamheden uitvoeren? 150 F04 F04. Is dit verschil in Arboregels een voordeel of een nadeel voor uw werk als zelfstandige? 151 Ongeval_MA_Incl_WW G. Arbeidsongeval met lichamelijk letsel en/of geestelijke schade met verzuim (definitie monitor arbeidsongevallen) [Inclusief woon-werkverkeer] 152 Ongeval_ES_Incl_WW G. Arbeidsongeval met lichamelijk letsel en/of geestelijke schade, én minimaal 4 dagen verzuim (definitie Eurostat) [Inclusief woon-werkverkeer] 153 Ongeval_MA G. Arbeidsongeval met lichamelijk letsel en/of geestelijke schade met verzuim (definitie monitor arbeidsongevallen) [Exclusief woon-werkverkeer] 154 Ongeval_ES G. Arbeidsongeval met lichamelijk letsel en/of geestelijke schade, én minimaal 4 dagen verzuim (definitie Eurostat) [Exclusief woon-werkverkeer] 155 G01 G01. Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen? 156 G01n G01n. Aantal keer in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk betrokken geweest bij een ongeval of voorval 157 G02 G02. Welk soort letsel heeft u hierbij opgelopen? F3 14

15 Nr Variabele Label Form. 158 G03 G03. Heeft u als gevolg van dit ongeval/voorval uw werk niet kunnen doen? 159 G04 G04. Hoe lang heeft u uw werk niet kunnen doen als gevolg van dit ongeval/voorval? 160 G05a G05a. Niet behandeld 161 G05b G05b. Bedrijfshulpverlener, EHBO'er op de werkvloer 162 G05c G05c. Bedrijfsarts 163 G05d G05d. Huisarts/huisartsenpost 164 G05e G05e. Op de (spoedeisende) eerstehulpafdeling van een ziekenhuis 165 G05f G05f. In een ziekenhuis opgenomen 166 G05g G05g. Specialist, verbonden aan een ziekenhuis (afspraak op de polikliniek) 167 G05h G05h. Anders 168 G06 G06. Hoe ontstond het letsel? F2 169 H01 H01. Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid? 170 Burnout H02-H06. Burnout (schaal: 1=nooit - 7=elke dag; 5 F4.2 items; alfa=0.84) 171 Burnout320 H02-H06. Burnout (twee categorieën) 172 H02 H02. Ik voel me emotioneel uitgeput door mijn werk 173 H03 H03. Aan het einde van een werkdag voel ik me leeg 174 H04 H04. Ik voel me moe als ik 's morgens opsta en geconfronteerd word met mijn werk 175 H05 H05. Het vergt heel veel van mij om de hele dag met mensen te werken 176 H06 H06. Ik voel me compleet uitgeput door mijn werk 177 Bevlogen H07-H09. Bevlogenheid (schaal: 1=nooit - 7=elke F4.2 dag; 3 items; alfa=0.83) 178 H07 H07. Als ik werk voel ik me fit en sterk 179 H08 H08. Ik ben enthousiast over mijn werk 180 H09 H09. Ik ga helemaal op in mijn werk 181 BMI H10-H11. Body Mass Index (kg/m2) F BMI_Cat H10-H11. Body Mass Index (kg/m2) 183 H10 H10. Wat is uw lengte? (cm) F4 184 H11 H11. Wat is uw gewicht? (kg) F4 185 TeWerkenDagen Aantal te werken dagen in kalenderjaar F3 (deeltijdgecorrigeerd; fulltime = 215 dagen) 186 VerzuimPerc_DT Individueel ziekteverzuimpercentage F8.2 (deeltijdgecorrigeerd) 187 I01 I01. Hoe vaak heeft u gedurende de afgelopen 12 maanden niet (of minder uren) kunnen werken vanwege ziekte of een andere gezondheidsreden? (Niet is 0 keer.) 188 I02 I02. Hoeveel werkdagen heeft u de afgelopen 12 maanden niet (of minder uren) gewerkt vanwege ziekte of een andere gezondheidsreden (Alleen dagen waarop u normaal gesproken zou werken) (Niet is 0 dagen.) 189 I03 I03. Hoeveel werkdagen heeft u, alles bij elkaar, de afgelopen 12 mnd niet (of minder uren) gewerkt vanw. ziekte of een andere gezondheidsredenen? F3 F4 15

16 Nr Variabele Label Form. 190 I04 I04. Is het in de afgelopen 12 maanden wel eens voorgekomen dat u bent gaan werken terwijl u eigenlijk ziek was? 191 I05 I05. Bent u verzekerd voor arbeidsongeschiktheid? 192 J01 J01. Wat voor soort klachten had u toen u de laatste keer niet kon werken vanwege ziekte of een andere gezondheidsreden? F2 193 J02 J02. Hoeveel werkdagen heeft u deze laatste keer niet (of minder uren) gewerkt? 194 J03 J03. Heeft u de indruk dat deze klachten het gevolg waren van uw werk? 195 J04 J04. Wat was naar uw mening de belangrijkste reden in het werk die (geheel of voor een deel) leidde tot het ontstaan van deze klachten? 196 Arbgeh2 K01-K02. Arbeidsgehandicapt [langdurige ziekte, aandoening of handicap en daardoor licht of sterk belemmerd in zijn werk] 197 K01a K01a. Nee 198 K01b K01b. Problemen met armen of handen (ook artritis, reuma, RSI) 199 K01c K01c. Problemen met benen of voeten (ook artritis, reuma) 200 K01d K01d. Problemen met rug en nek (ook artritis, reuma, RSI) 201 K01e K01e. Migraine of ernstige hoofdpijn 202 K01f K01f. Hart- of vaatziekten 203 K01g K01g. Astma, bronchitis, emfyseem 204 K01h K01h. Maag- of darmstoornissen 205 K01i K01i. Suikerziekte 206 K01j K01j. Ernstige huidziekten 207 K01k K01k. Psychische klachten/aandoeningen 208 K01l K01l. Gehoorproblemen 209 K01m K01m. Epilepsie 210 K01n K01n. Levensbedreigende ziekten (bijvoorbeeld kanker, aids) 211 K01o K01o. Problemen met zien 212 K01p K01p. Anders 213 K02 K02. Wordt u door uw ziekte, aandoening of handicap belemmerd bij het uitvoeren van uw werk? 214 K03 K03. Is uw ziekte, aandoening of handicap het gevolg van uw werk? 215 K04a K04a. Nee 216 K04b K04b. Ja, in hulpmiddelen of meubilair 217 K04c K04c. Ja, in werktijden 218 K04d K04d. Ja, in hoeveelheid werk 219 K04e K04e. Ja, in functie of takenpakket 220 K04f K04f. Ja, in opleiding of omscholing 221 K04g K04g. Ja, in toegankelijkheid tot het gebouw 222 K04h K04h. Ja, andere aanpassingen 223 K05a K05a. Nee 224 K05b K05b. Ja, in hulpmiddelen of meubilair 225 K05c K05c. Ja, in werktijden 226 K05d K05d. Ja, in hoeveelheid werk 227 K05e K05e. Ja, in functie of takenpakket F4 F2 16

17 Nr Variabele Label Form. 228 K05f K05f. Ja, in opleiding of omscholing 229 K05g K05g. Ja, in toegankelijkheid tot het gebouw 230 K05h K05h. Ja, andere aanpassingen 231 InRolePerformance L01-L03. In-role performance / functioneren F4.2 (schaal: 1=minimaal - 5=optimaal; 3 items; alfa=0.85) 232 L01 L01. Ik behaal alle doelen (werkopdrachten) die bij mijn werk horen 233 L02 L02. De taken die bij mijn werk horen, gaan me goed af 234 L03 L03. Ik presteer goed in mijn werk 235 L04 L04. Files, vertraging in het openbaar vervoer of andere vervoersproblemen 236 L05 L05. Storing in apparatuur 237 L06 L06. Onnodig overleg / vergaderen 238 L07 L07. Onnodige administratie 239 L08 L08. Collega die slecht functioneert 240 L09 L09. Problemen met klanten / opdrachtgevers 241 L10 L10. Beperkte motivatie voor uw huidige werk 242 L11 L11. Uw leefstijl/gedrag in uw vrije tijd 243 L12 L12. Beperkingen in uw gezondheid 244 L13 L13. Zorg voor een familielid of andere naaste 245 L14 L14. Ik kan gemakkelijk voldoen aan de fysieke eisen die mijn werk aan mij stelt 246 L15 L15. Ik kan gemakkelijk voldoen aan de psychische eisen die mijn werk aan mij stelt 247 L16 L16. Als u aan uw werkvermogen in de beste F2 periode van uw leven 10 punten geeft, hoeveel punten zou u dan aan uw werkvermogen op dit moment toekennen? 248 M01 M01. Interessant werk 249 M02 M02. Mogelijkheid om te leren 250 M03 M03. Prettige sfeer 251 M04 M04. Goede relatie met klanten of opdrachtgevers 252 M05 M05. Goed inkomen 253 M06 M06. Veel vraag naar mijn producten/diensten 254 M07 M07. Mogelijkheid om in deeltijd te werken 255 M08 M08. Mogelijkheid om zelf uw werktijden te bepalen 256 M09 M09. Mogelijkheid om thuis te werken 257 M10 M10. Reistijd/afstand naar het werk 258 M11 M11. Gezond werk (kleine kans op ziek worden door het werk) 259 M12 M12. Eigen baas zijn 260 M13 M13. Interessant werk 261 M14 M14. Mogelijkheid om te leren 262 M15 M15. Prettige sfeer 263 M16 M16. Goede relatie met klanten of opdrachtgevers 264 M17 M17. Goed inkomen 265 M18 M18. Veel vraag naar mijn producten/diensten 266 M19 M19. Mogelijkheid om in deeltijd te werken 267 M20 M20. Mogelijkheid om zelf uw werktijden te bepalen 268 M21 M21. Mogelijkheid om thuis te werken 269 M22 M22. Reistijd/afstand naar het werk 17

18 Nr Variabele Label Form. 270 M23 M23. Gezond werk (kleine kans op ziek worden door het werk) 271 M24 M24. Eigen baas zijn 272 M25 M25. Onzekerheid over de (toekomstige) vraag naar uw producten/diensten 273 M26 M26. Onzekerheid over hoogte van uw inkomen 274 M27 M27. Onzekerheid over de tijdsbesteding aan uw werk 275 M28 M28. Onzekerheid over uw toekomstige loopbaan 276 M29 M29. Ontbreken van collectieve regelingen voor ziekte en pensioen 277 M30 M30. Geen of weinig collega's om mee te overleggen 278 M31 M31. Niet of slecht betalende klanten 279 M32 M32. Administratie voeren/boekhouding 280 M33 M33. Voldoen aan en bijhouden van wetgeving 281 M34 M34. Het aantal regels en instanties waar u als zelfstandige mee te maken hebt 282 M35 M35. Verantwoordelijkheid voor uw eigen personeel 283 N01a N01a. Training of instructie op de werkvloer 284 N01b N01b. 1-5 dagen cursus of opleiding 285 N01c N01c. Meer dan 5 dagen cursus of opleiding 286 N01d N01d. Bezoek aan een vakbeurs, congres of seminar 287 N01e N01e. Bijeenkomst van leverancier of brancheorganisatie 288 N01f N01f. Nee, geen van deze activiteiten 289 N02a N02a. Kennis en vaardigheden voor uw huidige werk 290 N02b N02b. Kennis en vaardigheden voor ander werk 291 N02c N02c. Kennisnemen van nieuwe producten of diensten 292 N02d N02d. Netwerken of contacten onderhouden 293 N02e N02e. Acquisitie of marketing 294 N03a N03a. Nee 295 N03b N03b. Ja, om mijn huidige werk beter te kunnen doen 296 N03c N03c. Ja, om toekomstige veranderingen in mijn huidige werk aan te kunnen 297 N03d N03d. Ja, om mijn kansen op werk in de toekomst te vergroten 298 N04 N04. Hoe sluiten uw kennis en vaardigheden aan bij uw huidige werk? 299 Leerorientatie N05-N10. Leeroriëntatie (schaal: 1=helemaal F4.2 oneens - 5=helemaal eens; 6 items; alfa=0.81) 300 N05 N05. In mijn werk probeer ik telkens weer nieuwe dingen te leren 301 N06 N06. Ik denk er over na hoe ik in de toekomst mijn werk zo goed mogelijk kan blijven doen 302 N07 N07. In mijn werk zoek ik de mensen op waar ik iets van kan leren 303 N08 N08. Ik zorg ervoor dat ik qua kennis en vaardigheden goed mee kan komen met veranderingen in mijn werk 18

19 Nr Variabele Label Form. 304 N09 N09. Ik probeer voortdurend om mijn producten of diensten te vernieuwen 305 N10 N10. Ik neem financiële risico's om nieuwe producten/diensten te ontwikkelen of aan te bieden 306 O01 O01. Mist of verwaarloost u familie- of gezinsactiviteiten door uw werk? 307 O02 O02. Mist of verwaarloost u uw werkzaamheden door familie- en gezinsverantwoordelijkheden? 308 O03 O03. Draagt u in uw huishouden het meeste bij aan het inkomen? 309 O04 O04. Hoe is op dit moment de financiële situatie van uw huishouden? 310 O05 O05. Krijgt u steun en waardering van uw partner, familie of vrienden voor uw werk als zelfstandige? 311 P01 P01. Loopt u het risico dat uw bedrijf of onderneming failliet gaat? 312 P02 P02. Maakt u zich zorgen over de toekomst van uw bedrijf of onderneming? 313 P03 P03. Heeft u er in het afgelopen jaar over gedacht om een (nieuwe) baan als werknemer te zoeken? 314 P04 P04. Heeft u in het afgelopen jaar daadwerkelijk iets ondernomen om een (nieuwe) baan als werknemer te krijgen? 315 P05 P05. Zou u, als het aan u lag, over 5 jaar uw huidige werk als zelfstandige nog doen? 316 P06 P06. Tot welke leeftijd wilt u doorgaan met werken? F4 317 P06wn P06wn. Weet niet tot welke leeftijd ik wil doorgaan met werken 318 P07 P07. Tot welke leeftijd denkt u - lichamelijk en geestelijk - in staat te zijn om uw huidige werk voort te zetten? F4 319 P07wn P07wn. Weet niet tot welke leeftijd ik in staat ben om huidige werk voort te zetten 320 P08a P08a. Lichter werk (fysiek en/of psychisch) 321 P08b P08b. Minder uren of minder dagen per week werken 322 P08c P08c. Omscholing/bijscholing 323 P08d P08d. Meer uitdaging of voldoening in het werk 324 P08e P08e. Als stoppen financieel niet mogelijk of wenselijk is 325 P08f P08f. Meer inkomen uit werkzaamheden 326 P08g P08g. Klanten/opdrachtgevers of collega's die ondersteunen dat ik langer doorwerk 327 P08h P08h. Familie/vrienden die ondersteunen dat ik langer doorwerk 328 P08i P08i. Minder zorgtaken voor familie of andere naasten 329 P08j P08j. Betere gezondheid 330 P08k P08k. Andere omstandigheden 331 P08l P08l. Weet niet 332 P08m P08m. Niet van toepassing: Ik wil hoe dan ook niet langer doorwerken 333 P10a P10a. Lichter werk (fysiek en/of psychisch) 334 P10b P10b. Minder uren of minder dagen per wk. werken 19

20 Nr Variabele Label Form. 335 P10c P10c. Omscholing/bijscholing 336 P10d P10d. Klanten/opdrachtgevers of collega's die ondersteunen dat ik langer doorwerk 337 P10e P10e. Minder zorgtaken voor familie of andere naasten 338 P10f P10f. Betere gezondheid 339 P10g P10g. Andere omstandigheden 340 P10h P10h. Weet niet 341 P10i P10i. Niet van toepassing: Ik ben hoe dan ook niet in staat tot langer doorwerken 342 P12 P12. Verwacht u financieel gezien te kunnen stoppen met werken vóór de wettelijke pensioenleeftijd? 343 Q01 Q01. In hoeverre bent u, alles bij elkaar genomen, tevreden met uw arbeidsomstandigheden? 344 Q02 Q02. In hoeverre bent u, alles bij elkaar genomen, tevreden met uw werk als zelfstandige? 345 Herkomst Verdeling in twee klassen: autochtoon en nietautochtoon 346 Landsdeel Regionale groepering van provincies 347 Stedgem Stedelijkheid, verdeling in vier klassen: zeer sterk & sterk t/m niet 348 Eindgewicht Weegfactor met ophoging naar populatie (bron: A12 CBS) 349 SBI2008 Internationale classificatie van bedrijven A5 350 ISCO2008 Internationale classificatie van beroepen F4 351 Weegfactor Weegfactor met behoud van steekproef-n (bron: CBS) F8.2 20

21 Toelichting op de variabelen RINPERSOONS en RINPERSOON (R) Bronbestanden die aan het CBS geleverd worden, bevatten doorgaans als persoonsidentificator het BSN. Het Burgerservicenummer (BSN) wordt als zeer identificerend beschouwd en daarom vervangt het CBS dit nummer door een intern persoonsidentificatienummer, het betekenisloze RIN-nummer. Een microdatabestand is voorzien van de door het CBS toegevoegde variabelen soort identificatiecode (RINPERSOONS) en identificatienummer (RIN), die samen het BSN vervangen. Records met een BSN dat is teruggevonden in de GBA, zijn voorzien van een geldig RIN-nummer. Deze records hebben de waarde R op RINPERSOONS gekregen. De combinatie van RINPERSOONS R en RINPERSOON identificeert een persoon. BEROEP EN BEDRIJF C02 Beroep (zelfrapportage van het beroep waarin persoon werkzaam is). ISCO2008 Internationale Classificatie van Beroep (toelichting ISCO2008 classificatie). D02 Bedrijf (zelfrapportage van het bedrijf waar de persoon werkzaam is). SBI2008 Internationale Classificatie van Bedrijf (toelichting SBI classificatie). WEEGFACTOREN Een steekproefbestand wordt gewogen om te corrigeren voor eventuele vertekening in de respons doordat bij de werving van respondenten personen uit verschillende groepen (denk aan leeftijd, geslacht, opleiding) in verschillende mate mee doen met het onderzoek. Bij de presentatie van resultaten op steekproef niveau dient gebruik gemaakt te worden van de weegvariabele Weegfactor. Bij de presentatie van resultaten op nationaal niveau dient gebruik gemaakt te worden van de weegvariabele Eindgewicht. 21

22 Voorkomende waarden van de variabelen Vanwege de grote hoeveelheid variabelen wordt verwezen naar de vragenlijst, Bijlagen Vragen ZEA