I. Inleiding 1. II. Implementatie van Beter Bestuurlijk Beleid 3. III. Financiën en Begroting 6. IV. Personeel 20. V.

Transcriptie

1

2 INHOUD 2012 I. Inleiding 1 II. Implementatie van Beter Bestuurlijk Beleid 3 III. Financiën en Begroting 6 IV. Personeel 20 V. Informatica 40 VI. Subsidiëring 45 VII. Topsport 107 VIII. Bloso-centra 135 IX. Infrastructuur 163 X. Sportkaderopleiding 169 XI. Sportpromotie en Inspectie 237 XII. Sportdatabank Vlaanderen 303 XIII. Evenementen 309 XIV. Public Relations 318 XV. Klachtenrapport 323

3 I. INLEIDING Het Commissariaat-generaal Bloso werd als Vlaamse Openbare Instelling met rechtspersoonlijkheid (VOI) opgericht bij decreet van 12/12/1990 (BS van 21/12/1990) betreffende het bestuurlijk beleid (hoofdstuk VI). Het Bloso werd als pararegionale B operationeel op 1/4/1991. Op1/4/2006 trad het decreet van 7/5/2004 (BS van 7/6/2004) in werking dat het Bloso, in het kader van BBB, omvormt van de Vlaamse Openbare Instelling (VOI) Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, tot het Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid (IVA-rp) Bloso. Het Bloso-omvormingsdecreet van 7/5/2004, van toepassing vanaf 1/4/2006, werd op initiatief van minister Anciaux, opnieuw gewijzigd bij decreet van 5/5/2006 (BS van 6/7/2006) tot wijziging van het decreet van 7/5/2004 tot omvorming van de Vlaamse Openbare Instelling Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid Bloso. Het Bloso-omvormingsdecreet van 7/5/2004, geeft het Bloso in artikel 4 (zoals gewijzigd bij decreet van 5/5/2006) als missie het Vlaamse sportbeleid uit te voeren conform de taken vermeld in artikel 5, om de sportparticipatie en de kwaliteit van het sportaanbod te verhogen. Het Bloso-omvormingsdecreet van 7/5/2004, geeft het Bloso in artikel 5 (zoals gewijzigd bij decreet van 5/5/2006) de volgende taken: 1 de organisatie van sportkampen en sportklassen in de Bloso-centra; 2 het uitbouwen en ter beschikking stellen van de Bloso-centra aan sportfederaties, sportclubs, sportdiensten, topsporters en individuele sportbeoefenaars, onder meer voor de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden, op alle niveaus; 3 het zelf aanbieden en erkennen via de Vlaamse Trainersschool van sportkaderopleidingen; 4 de planning van de internationale uitwisseling van trainers, sportexperts en topsporters uitvoeren; 5 het voeren en coördineren van de sportpromotie op Vlaams niveau; 6 de subsidiëring, de begeleiding en de inspectie van sportfederaties, sportdiensten en andere sportactoren; 7 het uitvoeren van het Vlaams topsportbeleid; 8 het uitbouwen van een Kenniscentrum Sport; 1

4 9 het adviseren en begeleiden van de uitbouw van de sportinfrastructuur in Vlaanderen; 10 vanuit de opgebouwde kennis en terreinexpertise beleidsgerichte input ter beschikking stellen van de beleidsondersteuning, bedoeld in artikel 4, 1, van het kaderdecreet. De dagelijkse leiding van het Bloso was in 2012 in handen van lijnmanager Carla Galle, administrateur-generaal en Philippe Paquay, algemeen directeur. Het jaarverslag 2012 geeft een gedetailleerd beeld van hoe het Bloso zijn decretale opdrachten als Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid concreet invulde en uitvoerde. 2

5 II. IMPLEMENTATIE VAN BETER BESTUURLIJK BELEID (BBB) 1. BEHEERSOVEREENKOMST Conform de beslissing van de Vlaamse regering werd door het Bloso, een nieuwe beheersovereenkomst tweede generatie opgesteld voor de periode Met het kabinet van de minister van Sport werd overlegd omtrent de structuur van de beheersovereenkomst en de opname van de beleidsdoelstellingen van de minister. In de nieuwe beheersovereenkomst werden de wederzijdse rechten en plichten van de Vlaamse regering en het Bloso vastgelegd alsmede de strategische en operationele doelstellingen die uitvoering geven aan het regeerakkoord en de beleidsnota Sport ( ) van de minister. De beheersovereenkomst bestaat uit niet minder dan 16 strategische doelstellingen en 50 operationele doelstellingen met daaraan gekoppelde indicatoren en streefwaarden. De beheersovereenkomst bevat een afzonderlijk hoofdstuk met 4 verbetertrajecten met het oog op het verhogen van de maturiteit van het agentschap op het vlak van proces- en risicomanagement en het voeren van een kwaliteitsbeleid, monitoring en facilitair management. Een ander hoofdstuk van de beheersovereenkomst is specifiek gericht op het realiseren van meetbare efficiëntiewinsten en het verbeteren van de klantgerichtheid op het vlak van ICT-applicaties, vereenvoudiging van administratieve verplichtingen en planlasten, efficiënt en effectief personeelsbeheer en de management ondersteunende diensten. Niet minder dan 10 verbetertrajecten werden hiervoor uitgewerkt met daaraan gekoppelde indicatoren en streefwaarden. 2. ORGANISATIEBEHEERSING Opvolging aanbevelingen In het najaar van 2010 heeft IAVA bij het Bloso een nieuwe validatieaudit uitgevoerd. Dit resulteerde in het voorjaar van 2011 in een detail- en een syntheserapport. Hierbij werd de status van de 23 aanbevelingen die in 2008 n.a.v. van de vorige validatieaudit werden geformuleerd, opnieuw geüpdatet. Daarnaast heeft IAVA in het syntheserapport nog 2 nieuwe aanbevelingen opgenomen. Voor de nog niet gerealiseerde aanbevelingen (eind 2011 waren er dit nog 10) heeft Bloso een kort actieplan opgesteld en nieuwe streefdata bepaald. In 2012 werden de volgende aanbevelingen gerealiseerd: Rapportering uitvoering beheersovereenkomst. Om jaarlijks alle indicatoren en streefwaarden uit de beheersovereenkomst te kunnen evalueren, werd een algemeen sjabloon uitgewerkt waarin alle resultaten vanaf 2011 tot 2015 kunnen worden vergeleken. De behaalde resultaten werden indien nodig voorzien van commentaar. Opmaak continuïteitsplan. Conform de BCM-richtlijnen (bedrijfscontinuïteitsmanagement) werd voor het 3

6 Bloso-hoofdbestuur een continuïteitsplan opgesteld. Hierbij werd eerst een continuïteitsstrategie bepaald en daarna een praktisch preventie- en continuïteitsplan opgesteld. Ook het Bloso-evacuatieplan, het Crisis-managementplan CJSM en het Bloso Generiek ICT veiligheidsbeleidsplan maken deel uit van het globaal Blosocontinuïteitsplan. Efficiëntiewinsten meetbaar en aantoonbaar maken. Voor deze aanbeveling werd reeds in 2011 aan elke strategische doelstelling uit de beheersovereenkomst de rechtstreekse uitgaven toegewezen. In 2012 werden vervolgens, waar relevant, deze uitgaven gekoppeld met de behaalde resultaten en alzo de efficiëntiegraad bepaald. Daarnaast werden ook efficiëntiewinsten aangetoond aan de hand van een overzicht per kwartaal van het aantal tewerkgestelde VTE in alle afdelingen en de Bloso-centra. De afgelopen twee jaar is het aantal VTE immers significant gedaald. Facilityplan Bloso-centra In navolging van het facilitybeleidsplan voor het hoofdbestuur en de buitendiensten, werd een specifiek facilityplan opgesteld voor de Bloso-centra. Hierin werd eerst de huidige facilitaire organisatie geëvalueerd, waarna verschillende beleidskeuzes werden gemaakt en een praktisch facilityplan voor het personeel werd uitgewerkt. Organisatiewaarden bij het personeel Hierbij werd het Bloso gevraagd de aanwezigheid en gedragenheid van de organisatiewaarden bij het personeel na te gaan. Hiertoe werd bij de personeelspeiling van 2012, die bij al het Bloso-personeel werd gehouden, een 10-tal extra vragen i.v.m. de organisatiecultuur gesteld. Uit deze peiling blijkt trouwens dat de gedragenheid van deze waarden onder het personeel groot is. Evaluatie huidige delegatieregeling. Alvorens per afdeling een nieuwe delegatieregeling uit te werken en de delegaties te publiceren middels een delegatiebesluit, werd een conceptnota uitgewerkt om de delegatieregeling beter te kunnen duiden. Activiteitsgegevens van de Bloso-centra koppelen aan de personeelstijden. Aangezien de totale personeelstijden slechts in beperkte mate afhankelijk zijn van de activiteitsgraad, werd met IAVA afgesproken, om in de plaats, voor de Bloso-centra een personeelsplan op te stellen. In dit plan werd voor een groot aantal taken performantie-indicatoren bepaald, waarna per Bloso-centrum deze indicatoren werden vergeleken met het werkelijk aantal ingezette personeelsleden (VTE). Voor andere taken werd het aantal VTE in de 13 Bloso-centra onderling vergeleken. Voor de periode werd daarna per Bloso-centrum een transitieplan opgesteld, waarin werd bepaald welke personeelsleden na einde contract of na hun pensioen niet langer worden vervangen. Kwaliteitsrapport Conform de Bloso Beheersovereenkomst, werd in 2012 voor de eerste maal een kwaliteitsrapport opgesteld. In dit rapport worden per functionele afdeling de kwaliteitsindicatoren die per strategische doelstelling werden bepaald, geëvalueerd. Alle behaalde resultaten in 2011 van de tevredenheidsonderzoeken bleven boven de vastgelegde kwaliteitsnormen. 4

7 Ondernemingsplan Eind 2011 werd het Bloso-ondernemingsplan 2012 opgesteld, waarbij voor elke operationele doelstelling uit de beheersovereenkomst de indicator en de streefwaarde voor 2012 werden bepaald. Zoals BBB voorziet, wil het Bloso met dit ondernemingsplan voor 2012 de planning en opvolging van de projecten en processen concretiseren voor het realiseren van de strategische en operationele doelstellingen, zoals bepaald in de beheersovereenkomst Voor elke operationele doelstelling en verbetertraject om de maturiteit te verhogen en efficiëntiewinsten te boeken, werd uitvoerig een stand van zaken gegeven en de indicatoren en streefwaarden opnieuw bepaald. Per strategische doelstelling werden ook de rechtstreekse uitgaven toegewezen en het aantal VTE-personeel dat hiervoor wordt ingezet opgegeven. Aanvullend werden in het ondernemingsplan 2012 ook de maatregelen en streefwaarden opgenomen en een stand van zaken gegeven betreffende de uitvoering van de actiefiches Vlaams Regeerakkoord, Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, Actieplan Gelijke kansen, Vlaams Jeugdbeleidsplan en het Vlaams Ouderenbeleidsplan. Integriteit In navolging van het Bloso-integriteitsplan 2010, werden in 2012 volgende acties gerealiseerd: Een verdere update van bestaande maatregelen en documenten, waaronder als belangrijkste: * Het opmaken en aan alle personeelsleden bekend maken van de nieuwe deontologische code van het Bloso. Hierin wordt onder andere duiding gegeven over begrippen zoals objectiviteit, betrouwbaarheid, spreekrecht en spreekplicht en het zorgvuldig beheer van middelen. * Het verder verhogen van het integriteitsbewustzijn bij het personeel door het nog beter onder de aandacht brengen van de waarden van het Bloso. * Het faciliteren van een zorgvuldige registratie van bijberoep en nevenfuncties van personeelsleden. * Het aanpassen van de e-policy. Verdere proces- en risicoanalyse inzake integriteit binnen verschillende afdelingen, met het oog op het precies detecteren van mogelijke integriteitsrisico s en het uitwerken van de gepaste beheersmaatregelen. De uitwerking van verdere beheersmaatregelen inzake integriteit, met aandacht voor de thema s: - doelstellingen, proces- en risicomanagement - belanghebbendenmanagement - monitoring - organisatiestructuur - HRM - cultuur en integriteit - informatie en communicatie - financieel management - facility management -ICT. 5

8 III. FINANCIËN EN BEGROTING 1. BEGROTING Voor de initiële begroting 2012 werden volgende dotaties aan het Bloso toegekend: * Een werkingsdotatie van keuro, een toename met keuro t.o.v. de begroting De werkingsdotatie werd verhoogd met keuro omwille van het in werking treden van het Rekendecreet en de toepassing van de nieuwe aanrekeningsregels. Daarnaast steeg de werkingsdotatie met 648 keuro ingevolge de indexatie en met 200 keuro voor bijkomende werkingsmiddelen ter versterking van de samenwerking tussen de VTS en de hogescholen LO. * Een dotatie m.b.t. de decretale subsidiëring van topsport van keuro, een toename met 547 keuro t.o.v. de begroting Enerzijds was er een toename met 147 keuro ingevolge de indexatie, anderzijds werd deze dotatie verhoogd met 400 keuro omdat 2012 een Olympisch jaar was (O.S. Londen 2012). * Een dotatie voor topsport van keuro. * Een dotatie in het kader van het decreet tot subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de VGC voor het Sport voor Allen-beleid van keuro. * Een dotatie in het kader van de uitvoering van het decreet op de sportfederaties, exclusief topsport van keuro. * Een dotatie schoolsport van 805 keuro * Een dotatie voor de samenwerking met de sportfacilitator van 106 keuro. * Een dotatie voor de sportdatabank van 267 keuro. * Een dotatie voor het decreet sport in het hoger onderwijs van 949 keuro. * Een dotatie voor proeftuinen participatiebeleid brede school van 754 keuro. * Een dotatie gefinancierd met de netto opbrengsten van de Nationale Loterij van keuro. * Voor de investeringen in de Bloso-centra wordt een investeringsdotatie voorzien van keuro, voor de investeringen in sportinfrastructuur van lokale besturen werd een investeringsdotatie van keuro voorzien. Voor de recuperatie van de bezoldigingen gesco s werd een bedrag van keuro voorzien. Daarnaast beschikt het Bloso ook over eigen inkomsten van keuro (sponsoring, inkomsten uit de exploitatie van de Bloso-centra, inschrijvingen sportkampen, inschrijvingen VTS cursussen). Het overgedragen overschot vorige boekjaren bedroeg keuro. Voor de uitvoering van het investeringprogramma 2012 werd voor een bedrag van keuro vastleggingsmachtigingen voorzien voor de investeringen in de Blosocentra. Voor de subsidiëring van de kleinschalige sportinfrastructuur van lokale besturen werd een vastleggingsmachtiging voorzien van keuro. 6

9 Naar aanleiding van de begrotingscontrole 2012 werd de begroting van het Bloso in april 2012 als volgt aangepast: * De werkingsdotatie werd verhoogd tot keuro. Enerzijds was er een toename ingevolge de herverderling uit de indexprovisie, anderzijds werd een besparing van 596 keuro doorgevoerd. Langs uitgavenzijde werd hierdoor 160 keuro bespaard op de uitgaven Bloso-centra, 100 keuro op de uitgaven voor personeel, 200 keuro op de uitgaven voor sportpromotie en 136 keuro op de apparaatskredieten. * De dotatie voor decretale subsidiëring van topsport werd verminderd tot keuro * De dotatie in het kader van het decreet tot subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de VGC voor het Sport voor Allen beleid werd verminderd tot keuro. * De dotatie m.b.t. decretale subsidiëring in het kader van het decreet op de sportfederaties werd verhoogd tot keuro. * De dotatie voor schoolsport werd verhoogd tot 819 keuro. * De dotatie voor het decreet sport in het hoger onderwijs werd verminderd tot 939 keuro. * De dotatie voor proeftuinen participatiebeleid brede school werd verhoogd tot 761 keuro. In december 2012 werd de begroting 2012 een laatste keer aangepast. Deze aanpassing had langs ontvangstenzijde te maken met gestegen dotaties (nl. de herverdeling van de indexprovisie, een bijkomende dotatie in het kader van de rendementsondersteuning voor tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap en een extra dotatie decreet sportfederaties en decreet gemeenten en provincies) en meer ontvangsten in de Bloso-centra en bijgevolg langs uitgavenzijde met een herschikking in de uitgaven. De begroting 2012 werd als volgt aangepast: de werkingsdotatie werd verhoogd tot keuro, de dotatie m.b.t. decretale subsidiëring van topsport in het kader van het decreet op de sportfederaties werd verhoogd tot keuro, de dotatie in het kader van het decreet tot subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de VGC voor het Sport voor Allen beleid werd verhoogd tot keuro, de dotatie m.b.t. de decretale subsidiëring in het kader van het decreet op de sportfederaties (excl. topsport) werd verhoogd tot keuro, de dotatie schoolsport werd verhoogd tot 820 keuro, de dotatie proeftuinen participatiebeleid brede school werd verhoogd tot 762 keuro. 2. JAARREKENING De uitvoeringsrekening van de begroting 2012 sluit af met een positief begrotingssaldo van ,97 euro dat als volgt samengesteld is: Gerealiseerde begrotingsontvangsten ,60 Gerealiseerde begrotingsuitgaven , ,97 7

10 De resultatenrekening volgens de bedrijfseconomische boekhouding sluit af met een winst van ,81 euro. Het over te dragen netto resultaat 2012 bedraagt ,46 euro. Het verschil tussen het positief begrotingssaldo en het positief saldo in de bedrijfseconomische boekhouding is te verklaren door de toepassing van de verschillende aanrekeningsregels. 8

11 ESR CODE OMSCHRIJVING BLOSO Begroting 2012 ONTVANGSTEN INITIËLE BEGROTING 2012 BC2012 (in duizend euro) DEFINITIEVE BEGROTING 0. NIET VERDEELDE ONTVANGSTEN 08. Interne verrichtingen 08.2 Verrekening met andere dienstjaren 0810 Reservefonds voor Bloso-centra: extra dotatie renovatie 0821 Overgedragen overschot vorige boekjaren TOTAAL HOOFDSTUK LOPENDE ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN 16. Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten 16.1 Verkopen van niet duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheid 1612 Aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen en aan gezinnen 1620 Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector TOTAAL HOOFDSTUK RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM 2610 Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector 0 TOTAAL HOOFDSTUK

12 3. INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN 38. Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen en de gezinnen Van bedrijven Van verzekeringsmaatschappijen Van privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen Van gezinnen 0 TOTAAL HOOFDSTUK INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID 46. Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep 46.1 Van de institutionele overheid 4610 Dotaties aan het Bloso Werkingsdotatie aan het Bloso (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Vergoeding CFO Werkingsdotatie aan het Bloso: provisie CAO 0 Dotatie aan het Bloso voor topsport (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Dotatie aan het Bloso met betrekking tot de decretale subsidiëring van topsport in het kader van het decreet op de sportfederaties (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS)

13 Dotatie aan het Bloso in het kader van het decreet tot subsidiëring van gemeente - en provinciebesturen en de VGC voor het Sport voor Allen beleid (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Dotatie aan het Bloso met betrekking tot de decretale subsidiëring in het kader van het decreet op de sportfederaties(exclusief topsport) (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Dotatie Schoolsport (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Dotatie gefinancierd in uitvoering van artikel 62 bis financieringswet (ART HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF- G-2-Z/IS) Recuperatie van bezoldigingen gesco's Overeenkomst met sportfacilitator DBFM (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Dotatie aan het Bloso voor de sportdatabank Vlaanderen (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2-Z/IS) Dotatie aan het Bloso voor de organisatie van de Gordel voor Scholen (ART. AB0 AH van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (AB0/1AH- C-2-Z/IS) Dotatie aan het Bloso voor het decreet sport in het hoger onderwijs (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-2- Z/IS) Dotatie aan het Bloso voor proeftuinen participatiebeleid brede school (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF- G-2-Z/IS) Inkomensoverdrachten van sociale zekerheidsinstellingen 4780 Overige inkomensoverdrachten van sociale zekerheidsinstellingen

14 48. Inkomensoverdrachten van de lokale overheden Inkomensoverdrachten van gemeenten 4822 Verkoop materiele vaste activa Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (Federale Overheid, andere Gemeenschappen en Gewesten, Gemeenschapscommissies) 49.4 Van de federale overheid 4943 Recuperatie bezoldigingen (Fedasil) 0 TOTAAL HOOFDSTUK KAPITAALOVERDRACTEN AAN EN VAN ANDERE SECTOREN 5810 Kapitaaloverdrachten van vzw's ten behoeve van de gezinnen 0 TOTAAL HOOFDSTUK KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID 66. Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep 66.1 Van de institutionele overheid 6611 Investeringsdotatie aan het Bloso (ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-5-Z/IS) 6611 Investeringskredieten kleinschalige sportinfrastructuur ART. HB0 HF van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap) (HB0/1HF-G-5-Z/IS) 6611 Investeringsdotatie aan het Bloso (saldo 2010) Overige kapitaaloverdrachten Van een VOI, IVA rp en EVA rp 12

15 6641 Investeringsbijdragen van de FFEU aan Bloso Kapitaaloverdrachten van lokale overheden 6811 Investeringsbijdragen van provincies Investeringsbijdragen van gemeenten 0 TOTAAL HOOFDSTUK INVESTERINGEN EN DESINVESTERINGEN 7631 Verkoop van bestaande gebouwen binnen de overheidssector Verkoop van overig materieel 0 TOTAAL HOOFDSTUK TOTAAL ONTVANGSTEN

16 ESR CODE COFOG CODE OMSCHRIJVING UITGAVEN INITIËLE BEGROTING 2012 BC2012 (in duizend euro) DEFINITIEVE BEGROTING 03. Interne verrichtingen 03.2 Verrekeningen met andere dienstjaren Over te dragen overschot van het boekjaar TOTAAL HOOFDSTUK LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN 11. Lonen en sociale lasten 11.1 Eigenlijke lonen Bezoldigingen volgens salarisschalen Overige bezoldigingselementen Sociale verzekeringspremies ten laste van de werkgever, afgedragen aan instellingen of fondsen RSZ Overige sociale lasten van de werkgever Directe toelagen Pensioenen van overheidspersoneel

17 12. Aankopen van niet-duurzame goederen en diensten 12.1 Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid Algemene werkingskosten Huurgelden van gebouwen Uitgaven VTS Uitgaven sportpromotie Uitgaven ingevolge samenwerking met het buitenland Organisatiekosten De Gordel Uitgaven Bloso-centra Informatie en documentatie Uitgaven Topsport Allerhande uitgaven ingevolge sponsoring van specifieke projecten Allerhande uitgaven i.v.m. uitvoering overeenkomst sportfacilitator TOTAAL HOOFDSTUK RENTES EN HUURGELDEN VAN GRONDEN 21. Rentes op overheidsschuld Rentes op overheidsschuld in nationale valuta TOTAAL HOOFDSTUK INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 31. Exploitatiesubsidies Subsidies sportfederaties Basissubsidies Vlaamse sportfederaties (decreet 13/7/2001)

18 Subsidies koepelorganisatie (VSF) (decreet 13/07/2001) Subsidies organisaties sportieve vrijetijdsbesteding (decreet 13/7/2001) Aanvullende subsidies Vlaamse sportfederaties prioriteitenbeleid Vlaamse regering (decreet 13/07/2001) Aanvullende subsidies Vlaamse sportfederaties jeugdsport (decreet 13/07/2001) Aanvullende subsidies Vlaamse sportfederaties sportkampen (decreet 13/07/2001) VIA 3 subsidies sportfederaties Subsidies topsport Aanvullende subsidies Vlaamse unisportfederaties voor Topsportscholen (decreet /07/2001) Aanvullende subsidies Vlaamse unisportfederaties voor voorbereiding en deelname aan internationale wedstrijden (decreet 13/07/2001) Aanvullende subsidies Vlaamse unisportfederaties (EK, WK, WB in Vlaanderen) (decreet 13/07/2001) Aanvullende subsidies Vlaamse unisportfederaties voor voorbereiding en deelname van Vlaamse atleten aan Olympische Spelen, Wereldspelen, Paralympics en EYOD (decreet 13/07/2001) Andere subsidies Werkingssubsidies Stichting Vlaamse Schoolsport Werkingssubsidies Sportimonium Subsidies Vlaams instituut sportbeheer en recreatiebeleid (decreet 9/3/2007) Subsidies aan een onderwijsinstelling (decreet 9/3/2007) Subsidies Vlaams Bureau sportbegeleiding (decreet 9/3/2007) Decreet sport in het hoger onderwijs Uitgaven Topsport ABCD project

19 33. Inkomensoverdrachten aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen Werkingskosten Follo's TOTAAL HOOFDSTUK INKOMENSOVERDRACHTEN AAN DE LOKALE OVERHEDEN 41. Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep Aan de institutionele overheid Ondersteuning van de lokale schoolsportwerking (Follo's) Inkomensoverdrachten aan lokale overheden 43.1 Aan provincies Specifieke uitkeringen Aan gemeenten Specifieke uitkeringen Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (Federale Overheid, andere Gemeenschappen en Gewesten, Gemeenschapscommissies) Inkomensoverdrachten aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie TOTAAL HOOFDSTUK

20 5. KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 52. Kapitaaloverdrachten aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen Uitgaven Topsport TOTAAL HOOFDSTUK KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID 63. Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden 63.4 Aan instellingen zonder winstoogmerk die op lokaal gebied werkzaam zijn voor de overheid, dan wel door de overheid in overwegende mate worden gefinancierd Investeringsbijdragen sportinfrastructuur lokale betsuren OK VM TOTAAL HOOFDSTUK INVESTERINGEN 71. Aankopen van gronden en gebouwen in het binnenland Aankopen gronden en gebouwen, realisatie of renovatie van gebouwen en openluchtsportaccomodaties VM Investeringen in kleinschalige sportinfrastructuur VM

21 Investeringen met opbrengst verkoop Dilbeek Investeringen Wielerbaan Gent Investeringen met FFEU bijdragen Investeringen REG Verwervingen van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken Aankoop investeringsgoederen TOTAAL HOOFDSTUK OVERHEIDSSCHULD 91. Aflossingen van gevestigde overheidsschuld Aflossingen van de schuld in nationale valuta TOTAAL HOOFDSTUK TOTAAL UITGAVEN

22 VI. PERSONEEL De Vlaamse Regering besliste om in elke beheersovereenkomst ( ) een verplichte generieke bepaling op te nemen met betrekking tot personeelskostenefficiëntie. Daarbij heeft het Bloso zich geëngageerd om het reëel aantal medewerkers uitgedrukt in VTE, maximaal gelijk te houden en bij voorkeur te verlagen ten opzichte van het reëel aantal VTE in de entiteit op het moment van het ingaan van het Vlaams Regeerakkoord (juli 2009), en dit ongeacht het eerder gevalideerd personeelsplan (met 584 VTE). Bijkomend bij deze bepaling in de beheersovereenkomst werden lineaire besparingen op de personeelskredieten doorgevoerd van 2,5% (in 2010) en een bijkomende besparing van 1,5 % in In 2011 bevestigde de VR het principe om onder de noemer beter doen met minder het aantal ambtenaren verder te verminderen. In september 2011 werd de beslissing genomen dat het aantal personeelsleden tijdens de regeerperiode (juli 2009 juni 2014) met 5% -een cijfer dat begin 2012 opgetrokken werd tot 6%- moet dalen en dat bovenop de eerdere besparingen er vanaf 2012 verder ingeleverd moet worden op de personeelsgerelateerde apparaatskredieten. Eind 2012 raakte dan bekend dat daarbovenop een bijkomende besparingsinspanning geleverd zal moet worden voor de jaren De reeds doorgevoerde en de aangekondigde besparingen hebben gevolgen voor de eerder in het personeelsbehoeftenplan ingeschreven engagementen. Dit heeft er opnieuw toe geleid dat in overleg en met akkoord van de vakverenigingen door het Macoblo werd beslist om het personeelsbehoeftenplan verder te verlengen. In 2012 werd dus voor zover de budgettaire middelen het toelieten, verder uitvoering gegeven aan het personeelsplan dat in het voorjaar 2008 overlegd werd met de representatieve vakverenigingen. In het kader van het normalisatietraject voor langdurige contractuele personeelsleden werden reeds in 2010 grote inspanningen geleverd. Op 1 september 2010 werden 124 personeelsleden toegelaten tot de proeftijd. In 2011 werden opnieuw 34 contractuele personeelsleden via een statutaire selectieprocedure toegelaten tot de proeftijd. Deze personeelsleden zijn in de meeste gevallen reeds 25 jaar actief bij het Bloso en hebben niet zelden een cruciale functie. Andere regularisaties van langdurige contractuele personeelsleden werden om budgettaire redenen voorlopig doorgeschoven naar 2013 en volgende jaren was wel het jaar voor enkele herschikkingen in het middenkader: in het najaar trad een nieuw afdelingshoofd aan op de afdeling Personeel en kort daarop werden de procedures opgestart voor de afdeling Sportkaderopleiding en voor de afdeling Subsidiëring. Eind 2012 waren er 431 vastbenoemde personeelsleden (334 eind 2009, 441 eind 2010, 431 eind 2011). Het aantal gewone contractuele personeelsleden bedroeg eind (exclusief het seizoenpersoneel, de vervangingscontracten, de startbanen en de gesco s 20

23 topsport en sportpromotie). Daarnaast telde Bloso eind personeelsleden met een vervangingscontract en 64 tijdelijke en uitzonderlijke opdrachten. Zonder deze laatste telde Bloso op 1 december 2012 in totaal dus 431 vastbenoemde contractuele = 565 permanente tewerkstellingen (572 eind 2011,575 eind 2010). Zodoende is de personeelsformatie goeddeels ingevuld. Voor de jaarlijkse monitoring van het aantal personeelsleden voor de Vlaamse Regering worden alle categoriën personeelsleden samengevoegd en dan telde het Bloso in december personeelsleden (in december 2011 bedroeg dit nog 666). Rekening houdend met het feit dat de topsporters niet in rekening gebracht worden voor de te behalen norm van 6% minder personeelsleden tegen juni 2014, betekent dit dat het Bloso de norm reeds haalde. Verspreid over het jaar 2012 waren er 836 verschillende personeelsleden in dienst bij het Bloso. 447 ambtenaren, 286 contractuelen en 103 jobstudenten. Inzake gelijke kansen en diversiteit is het Bloso in 2012 tegemoet gekomen aan het Strategisch beleidsplan van de dienst Emancipatiezaken door het gelijkekansen- en diversiteitthema te verankeren in de managementcyclus en de jaarlijkse gelijkekansen- en diversiteitacties te integreren in het Bloso ondernemingsplan. De entiteitspecifieke streefcijfers zijn in de Bloso beheersovereenkomst opgenomen. Het Management-comité van het Bloso volgt de uitvoering van het Bloso ondernemingsplan, en dus ook van de jaarlijkse gelijkekansen- en diversiteitacties, strikt op. Rekening houdend met de aanzienlijke besparingen op personeelskredieten die aan het Bloso ook in 2012 werden opgelegd en met de onvermijdelijke invloed daarvan op instroom, heeft het Bloso in 2012 vooral verder ingezet op duurzame verandering van de organisatiecultuur en duurzame verankering in de organisatiestructuur. Concrete acties die in 2012 m.b.t. duurzaam personeelsbeleid succesvol werden doorgevoerd zijn: duurzame verandering van de organisatiecultuur door: de organisatie van een inleefsessie Anders bekeken (m.b.t. blinden en slechtzienden) voor alle leidinggevenden van het hoofdbestuur en de Bloso-centra. Hiervoor werd nauw samengewerkt met de dienst Emancipatiezaken en met de vzw Licht en Liefde. het blijvend verder sensibiliseren van personeelsleden/leidinggevenden door informatie te verspreiden over en deel te nemen aan de in 2012 door de dienst Emancipatiezaken aangereikte campagnes (WO-Mentoring, Vlechtwerk, Overuit, ). het gericht aanbieden van en toestaan aan personeelsleden/leidinggevenden tot het volgen van vorming m.b.t diversiteit, gender en loopbaanontwikkeling. duurzame verankering van diversiteit en gelijke kansen in de organisatiestructuur door: het zoveel mogelijk beperken van de uitstroom van de doelgroepen personen met een migratieachtergrond en personen met een handicap door contracten van tijdelijke aard, waar mogelijk en voor zover de opeenvolgende opgelegde 21

24 besparingen inzake personeelskredieten dit in 2012 toelieten, te vervangen door meer duurzame contracten. het aanmoedigen van het aanwerven van personen uit kansengroepen voor studentenjobs, met t.o.v een merkbare stijging van het aantal personen met een migratieachtergrond tot gevolg. De streefcijfers zijn nog niet bereikt maar met 3,7 % personeelsleden met een arbeidshandicap en 2,9 % personeelsleden met een migratieachtergrond, evolueren deze in de goede richting en zijn we binnen de Vlaamse overheid al een van de meest diverse werkgevers. 1. AANTAL EN INDELING VAN HET BLOSO-PERSONEEL Er wordt een onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, het vast benoemd personeel (inclusief de ambtenaren in proeftijd) en, anderzijds, de contractuele personeelsleden. VAST BENOEMD PERSONEEL 1 januari juli december 2012 Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Totaal CONTRACTUEEL PERSONEEL (Exclusief 6 personeelsleden van de afdeling Sportkaderopleiding (5 in niveau A en 1 niveau C) waarvan de personeelskost gedragen wordt met specifieke werkingsmiddelen). 1 januari 2012 Gewone contractuelen (bijkomende en specifieke opdrachten) Vervangingsopdrachten Hooggekwalificeerde functies Tijdelijke en uitzonderlijke opdrachten Totaal Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Totaal

25 1 juli 2012 Gewone contractuelen (bijkomende en specifieke opdrachten) Vervangingsopdrachten Hooggekwalificeerde functies Tijdelijke en uitzonderlijke opdrachten Totaal Niveau A 8 _ Niveau B Niveau C Niveau D Totaal december 2012 Gewone contractuelen (bijkomende en specifieke opdrachten Vervangingsopdrachten Hooggekwalificeerde functies Tijdelijke en uitzonderlijke opdrachten Totaal Niveau A 7 _ Niveau B Niveau C Niveau D Totaal EVOLUTIE VAN HET VAST BENOEMD PERSONEEL Na de aanzienlijke aangroei van het vast benoemd personeel in 2001 als gevolg van een uitbouw van de technische groep in de Bloso-centra, steeg het aantal vastbenoemde personeelsleden de voorbije jaren ingevolge de statutaire aanwerving van contractuele personeelsleden die geslaagd zijn in de generieke proeven. In 2012 was er een lichte daling, grotendeels door een voorzichtig vervangingsbeleid omwille van de opgelegde besparingen. 23

26 Evolutie van het vast benoemd personeel (inclusief de personeelsleden in proeftijd) /04/1991 1/01/1992 1/01/1993 1/01/1994 1/01/1995 1/01/1996 1/01/1997 1/01/1998 1/01/1999 1/01/2000 1/01/2001 1/01/2002 1/01/2003 1/01/2004 1/01/2005 1/01/2006 1/01/2007 1/01/2008 1/01/2009 1/01/2010 1/01/2011 1/01/2012 1/12/2012 EVOLUTIE VAN HET CONTRACTUEEL PERSONEEL Bijkomende en specifieke opdrachten Het betreft hier in oorsprong 26 betrekkingen die bij de oprichting van de pararegionale aan het Bloso werden toegekend, en die ingevolge het latere raamstatuut werden herleid tot 7 verschillende specifieke functies waaronder het restauratiepersoneel (koks) en de redders, die dan later mee opgenomen werden in het ministerieel besluit van 14/5/2008 houdende vaststelling van de bijkomende of specifieke opdrachten (een lijst die begin 2013 grondig herzien en uitgebreid werd). Op basis van overgangsbepalingen uit het oude Bloso-instellingsspecifiek besluit moeten hier ook nog enkele andere contractuelen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aan toegevoegd worden (o.a. ex-sportfondsers en de voormalige categorie hulppersoneel) Globaal ging het op 1/12/2012 om 130 personeelsleden. Dit is een stijging met 9 personeelsleden ten overstaan van de 121 eind Het betreft vooral nieuwe contractuele aanwervingen in niveau D (catering, schoonmaak of onderhoud). 24

27 Evolutie van het contractueel personeel (bijkomende en specifieke opdrachten) /04/1991 1/01/1992 1/01/1993 1/01/1994 1/01/1995 1/01/1996 1/01/1997 1/01/1998 1/01/1999 1/01/2000 1/01/2001 1/01/2002 1/01/2003 1/01/2004 1/01/2005 1/01/2006 1/01/2007 1/01/2008 1/01/2009 1/01/2010 1/01/2011 1/01/2012 1/12/2012 Hooggekwalificeerde functies Op 1/12/2012 waren 4 van de 8 hooggekwalificeerde betrekkingen op contractuele basis ingevuld, met name 1 opleidingsconsulent en 3 trainingsexperten. Vervangingsopdrachten Het aantal contractuele personeelsleden met een vervangingsopdracht is de laatste jaren gedaald : 18 in 2012 (26 in 2011, 33 in 2010, 43 in 2009 en 49 in 2008). De meeste vervangingen vinden plaats in de niveaus C en D. Het betreft in het bijzonder vervangingen van werknemers die een halftijdse of voltijdse loopbaanonderbreking (algemeen stelsel) of een halftijdse loopbaanonderbreking vanaf 50 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd (bijzonder stelsel) aanvragen. Tijdelijke behoeften en uitzonderlijke opdrachten Uitzonderlijke opdrachten Op 1/12/2012 waren er 14 gesubsidieerde contractuele personeelsleden tewerkgesteld in het gesco-project Sportpromotie en 29 in het gesco-project Topsport. Daarnaast waren er binnen de groep uitzonderlijke opdrachten op 1/12/2012 eveneens 9 contractuele tewerkstellingen in het project Topsportstudent Hoger Onderwijs (9 als elite en geen als beloftevolle jongere). Tijdelijke behoeften Sinds 1995 is het aantal personeelsleden met een arbeidsovereenkomst Tijdelijke behoeften (seizoenspersoneel/opdracht met in de regel een arbeidsovereenkomst van max. 6 maanden) stelselmatig gedaald. In de loop van 2012 waren er 42 verschillende personeelsleden tewerkgesteld voor 43 tewerkstellingsperiodes. Ze vertegenwoordigen samen 16,8 VTE. De terugloop is mede een gevolg van het feit dat het aantal recurrente opdrachten in de Bloso-centra toegenomen is en dat, als gevolg daarvan, de tewerkstelling als seizoenpersoneel geleidelijk aan werd afgebouwd en vervangen werd door een permanente tewerkstelling op jaarbasis (vastbenoemde technisch assistenten of hulppersoneelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur). De evolutie van het aantal personeelsleden Tijdelijke behoeften sinds de oprichting van het Bloso blijkt uit de hiernavolgende grafiek: 25

28 Bloso-personeel Tijdelijke behoeften Startbanen (bijzonder tewerkstellingsproject) Ingevolge de wet van 24/12/1999 ter bevordering van de werkgelegenheid (het zogenaamde Rosetta-plan) werd in 2000 het project Startbanen bij de Vlaamse overheid opgestart. De bedoeling was om gedurende 12 maanden kansen te bieden aan mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, in het bijzonder laaggeschoolden, allochtonen en personen met een handicap. Met de reorganisatie ten gevolge van BBB en de daarmee gepaard gaande verdere responsabilisering werd het tot dan toe centraal beheerde budget voor de financiering herverdeeld onder de nieuwe beleidsdomeinen. Binnen het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media werd destijds aan het agentschap Bloso een budget toegewezen voor de tewerkstelling van 5 startbaners. Bij het Bloso liepen in 2012 volgende projecten: 5 tewerkstellingen voor onderhoudsfuncties in Bloso-centra (nl. 1 in het Bloso-centrum Willebroek, 1 in het Bloso-centrum Hofstade, 1 in het Bloso-centrum Waregem, 1 in het Bloso-centrum Brugge en 1 in het Bloso-centrum Blankenberge) en 1 tewerkstelling ter ondersteuning van de afdeling Sportpromotie en Inspectie. Sociale Maribel Het Bloso heeft in de loop van 2011 een aanvraag ingediend bij het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector tot het verkrijgen van een financiële tussenkomst voor de realisatie van 4 bijkomende voltijdse equivalenten. Na goedkeuring door het beheerscomité heeft Bloso vanaf 1/3/2011 recht op een maximale tegemoetkoming van ,24 euro per kwartaal. Deze beslissing werd genomen op basis van een aantal criteria zoals exploitatie van sportaccomodaties, bezettingsgraad, Op 1/12/2012 waren er 4 personeelsleden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst in het kader van Sociale Maribel (2 te Gent, 1 te Brugge en 1 te Willebroek), allen in de categorie van hulppersoneel (onderhoud). Personeelsleden afdeling Sportkaderopleiding Binnen de afdeling Sportkaderopleiding waren in december personeelsleden (5 adjuncten van de directeur en 1 medewerker) tewerkgesteld waarvan de personeelskost gedragen wordt met specifieke werkingsmiddelen. Jobstudenten In 2012 werden tijdens de vakantieperiode 101 jongeren tewerkgesteld als jobstudent (1 week of 14 dagen). 26

29 Deze jobstudenten worden voornamelijk ingezet in de Bloso-centra om de piekmomenten bij de Bloso-sportkampen op te vangen (keuken en schoonmaak) en gedeeltelijk ook om de afwezigheid van permanente personeelsleden ingevolge vakantieverlof te compenseren. De evolutie van het aantal jobstudenten, sinds de oprichting van het agentschap Bloso, blijkt uit de hiernavolgende grafiek: Bloso-jobstudenten BELANGRIJKE OMZENDBRIEVEN EN BERICHTEN Met de invoering van het Vlaams personeelsstatuut (BVR 13/1/2006) na de reorganisatie ten gevolge van BBB en ingevolge het overleg in sectorcomité XVIII, werden geen specifieke aanpassingen meer doorgevoerd aan de bestaande rechtspositieregeling na de uitvaardiging van het agentschapspecifiek besluit van 14/3/2008. Om die reden werden ook in 2012 geen bijzondere, aanvullende reglementaire omzendbrieven aan de Bloso-personeelsleden toegestuurd. 3. LOOPBAAN Vaste benoeming van contractuele Bloso-personeelsleden In 2012 werden geen contractuele Bloso-personeelsleden vastbenoemd via specifieke procedures voor geslaagden voor de generieke proeven. Nieuwe aanwervingen, ontslag en pensionering Vastbenoemde personeelsleden In 2012 werden 2 nieuwe personeelsleden toegelaten tot de proeftijd. 18 personeelsleden hebben het Bloso verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 27

30 1 personeelslid werd in 2012 vroegtijdig op pensioen gesteld door Medex wegens definitieve arbeidsongeschiktheid en na uitputting van het ziektekapitaal van 666 werkdagen. 1 personeelslid is in de loop van 2012 overleden. Contractuele personeelsleden Aan 4 personeelsleden werd een contract van onbepaalde duur aangeboden als adjunct van de directeur (hooggekwalificeede functies). Aan 5 personeelsleden werd een contract van onbepaalde duur aangeboden als medewerker. Aan 1 personeelslid werd een contract van onbepaalde duur aangeboden als deskundige. Aan 1 personeelslid werd een contract van onbepaalde duur aangeboden als technicus. Aan 2 personeelsleden werd een contract van bepaalde duur (6 maanden) aangeboden als speciaal assistent (kok). 3 personeelsleden (1 adjunct van de directeur (hooggekwalificeerde functie) en 2 medewerkers) werden ontslagen. 4 personeelsleden (2 deskundigen, 1 speciaal assistent en 1 medewerker) waren ontslagnemend. 1 personeelslid (medewerker) kreeg ontslag in wederzijds overleg. 1 personeelslid verliet in 2012 het Bloso wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Hulppersoneel (catering-, schoonmaak- en onderheoudspersoneel) Aan 8 personeelsleden werd een contract van bepaalde duur (6 maanden), verlengbaar naar onbepaalde duur, als hulppersoneel aangeboden. 2 personeelsleden kregen onmiddellijk een contact van onbepaalde duur gezien hun voorgaande diensten als personeelslid tijdelijke behoefte of als vervangingspersoneel. 1 personeelslid heeft het contract op eigen verzoek opgezegd. 3 personeelsleden verlieten in 2012 het Bloso wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. 4. AANWEZIGHEDEN Ziekte en ziektecontrole Eén vastbenoemd personeelslid werd in 2012 op pensioen gesteld wegens definitieve beroepsongeschiktheid (na uitputting van het ziektekapitaal van 666 werkdagen). Bij de contractuele personeelsleden werden in 2012 geen personeelsleden ontslagen omdat hij/zij gedurende 6 maanden of meer onafgebroken afwezig waren wegens ziekte. Sinds 1991 (oprichting VOI Bloso) werden in totaal 28 vastbenoemde personeelsleden ambtshalve gepensioneerd wegens ziekte en werden 36 contractuele personeelsleden ontslagen ingevolge een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van 6 maanden of meer. Het percentage afwezigheden wegens ziekte is in 2012 zeer licht gestegen ten opzichte van 2011, namelijk van 6,2 % naar 6,4 %. Het aantal zieke personeelsleden daalde t.o.v. de voorgaande jaren (66 % t.o.v. 75% in 2011, 69 % in 2010 en 73 % in 2009). Van de 450 personeelsleden die zich in 2012 ziek hebben gemeld zijn er 262 (waarvan 199 vastbenoemde en 63 contractuele personeelsleden) die één of meerdere afwezigheden wegens ziekte van 1 dag hebben ingediend. Van de 479 dagen afwezigheid wegens ziekte voor 1 dag waren er 121 op een maandag, 91 op een 28

31 dinsdag, 88 op een woensdag, 63 op een donderdag, 114 op een vrijdag, 2 op een zaterdag en geen op een zondag. Er werden in ziektecontroles uitgevoerd, 30 controles werden aangevraagd door Bloso, 124 door het geneeskundig controleorgaan Mensura en 8 controles gebeurden in het kader van deeltijdse prestaties wegens ziekte. In 150 van de 162 gevallen was de ziekte gewettigd (waarvan 8 goedkeuringen om deeltijds te werken wegens ziekte), bij 11 controles diende het personeelslid vervroegd te hervatten en 1 keer was de controle onmogelijk of geweigerd. Het aandeel ééndagsafwezigheden wegens ziekte is ten opzichte van de voorgaande jaren gestegen naar 41,4% (38,2% in 2008; 37,1% in 2009; 35,7% in 2010 en 37% in 2011). Het aandeel korte afwezigheden (2 tot 30 kalenderdagen) is ten opzichte van de voorgaande jaren gedaald naar 50,1%% (53,5% in 2008; 54,8% in 2009; 54,8% in 2010 en 55% in 2011). Het aandeel langdurige afwezigheden wegens ziekte (>30 kalenderdagen ziekte) bedraagt 8,5% (8,3% in 2008; 8,15% in 2009; 9,5% in 2010 en 8% in 2011). Het percentage aantal zieke personen ten opzichte van de voorgaande jaren is gedaald. Het percentage afwezigheden wegens ziekte is daarentegen lichtjes gestegen. Het aandeel korte afwezigheden (2 tot 30 kalenderdagen) is gedaald, terwijl het aantal ééndagsafwezigheden wel is gestegen. 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% Evolutie personeelsleden met ziektes van 1 dag of meerdere 1 dag ziektes t.o.v. aantal zieke personeelsleden 67,90% 67,10% 57,90% 52,7% 53,4% 52,6% 57,80% 51,3% 43,7% 42,6% 56,80% 54,40% 55,90% 58% 53,90% 52% 52% 51% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%

32 Evolutie aantal ziektecontroles Statutaire verloven Voltijdse loopbaanonderbreking (algemeen en bijzonder stelsel) Algemeen stelsel In 2012 waren er 7 vastbenoemde personeelsleden en 1 contractueel personeelslid met voltijdse loopbaanonderbreking. Bijzonder stelsel Geen enkel vastbenoemd personeelslid en 2 contractuele personeelsleden hadden voltijdse loopbaanonderbreking ter verzorging van een zwaar ziek familielid. 6 vastbenoemde personeelsleden en geen enkel contractueel personeelslid hadden voltijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. Geen enkel personeelslid had voltijdse loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen. Deeltijdse loopbaanonderbreking (algemeen en bijzonder stelsel) Algemeen stelsel In 2012 waren er 8 vastbenoemde en geen contractuele personeelsleden met halftijdse loopbaanonderbreking. 1 contractueel personeelslid, 1gesubsidieerd contractueel personeelslid en 4 vastbenoemde personeelsleden waren met 1/5 loopbaanonderbreking. Bijzonder stelsel 7 vastbenoemde personeelsleden hadden een halftijdse loopbaanonderbreking ter verzorging van een zwaar ziek familielid en 1 vastbenoemd personeelslid hadden een halftijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. Geen enkel contractueel personeelslid had halftijdse loopbaanonderbreking ter verzorging van een zwaar ziek familielid. Geen enkel contractueel personeelslid had halftijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. 14 vastbenoemde personeelsleden en 1 contractueel personeelslid hadden 1/5 loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. 23 vastbenoemde personeelsleden en 10 contractuele personeelsleden waren met halftijdse loopbaanonderbreking 50+ tot de pensioenleeftijd. 30